BRUZZ editie 1915 (11-12-2024)

Page 1


‘Maak van drugswijken geen favela’s’

Twee jaar nationaal drugsbeleid 06

Puffen en zweten

Goedkoop naar de sauna 24

‘Ik kleed me classy, trashy en queer’

Brusselse straatstijl vat de tijdgeest

Brussel

89.735 bracht Brussel Helpt 2024 op voor Accolage

BRUSSEL HELPT 2025: ZATERDAG 22 NOVEMBER

14 ‘Wij zijn geen citroenen’

Cafe Daringman sluit de deuren uit onvrede met nieuw huurcontract

23 ’Neem liefst een boom zonder wortel’

Op zoek naar een duurzame kerstboom 37 ‘Ik ben niet anders dan alle andere vrouwen’

Sylvie Kreusch speelt Superwoman

05 EDITO

06 HET GESPREK Nationaal drugscoördinator Charlotte Colman

10 IN BEELD Ivan Put

12 IN DE KIJKER Zestig creatieve ondernemers in de oude rijkswachtkazerne

13 BEELDCOLUMN Kim Duchateau

16 INTERVIEW Hernieuwde aandacht voor Michel Khleifi, de Brusselse grondlegger van de Palestijnse cinema

20 BIJGEDACHTE Tijd voor een nieuwe formateur?

21 KORT GESPREK Joke Quintens verzamelt verhalen van duizend Brusselaars

24 GEZONDHEID Saunaliefhebbers zoeken betaalbare plekken

28 BIG CITY Wie was Isala Van Diest?

29 SPORTCOLUMN Succestrainer op krukken

30 DE SLAAPKAMER van Morris

32 COVERSTORY Brusselaars tonen hun outfit

36 COLUMN De Stad der blinden

37 SELECT Klein onderhoud Yves Degryse van Berlin Eat & Drink Karma Kitchen De vijf inzichten Adja Fassa

De oude rijkswachtkazerne in Elsene wordt een creatieve plek voor allerhande ondernemers.

COLOFON

BRUZZ

Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65

ABONNEMENTEN

Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80

Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar.

OPLAGE

55.000 exemplaren.

ADVERTEREN?

Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be

DISTRIBUTIE

Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@brusselmedia.be

ALGEMENE DIRECTIE

Dirk De Clippeleir

ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR

Klaus Van Isacker

COÖRDINATOR MAGAZINE

Maarten Goethals

ARTDIRECTOR

Heleen Rodiers

VORMGEVING

Ruth Plaizier

EINDREDACTIE

Karen De Becker, Kurt Snoekx

WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER

Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Michaël Bellon, Annelies Bontjes, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Andy Furniere, Luc Kempen, Karl Meesters, Tom Peeters, Niels Ruëll, Indra Rypens, Maria Saldi, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden (medewerkers)

VERTALING

Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer

FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE

Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Veillefont

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Dirk De Clippeleir

Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij Printing Partners

Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

MELD NIEUWS

Zelf nieuws gespot? Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be

VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels

WWW.BRUZZ.BE

Maarten Goethals

Coördinator Magazine

Vormloze broeken

Wat als iedereen in Brussel plots zijn zicht verliest en blind door het leven moet? Wat zou dat geven?

Met dat gedachte-experiment opent

BRUZZ-columnist Karl Meesters zijn bijdrage deze week. Het idee komt natuurlijk van zijn situatie als slechtziende, maar hij wil eigenlijk weten: kan het helpen om Brussel toleranter te maken en vooroordelen jegens huidskleur, geaardheid en voorkomen te counteren? (p.36)

Alsof Meesters zegt: de echte slechtziende is degene die zich blindstaart op het uiterlijke. Een prikkelende paradox.

“Hoe iemand zich kleedt, zegt ten diepste iets over zijn ervaring van de omgeving”

FR Et si tout le monde à Bruxelles devenait soudainement aveugle ? Que se passerait-il ? C’est avec cette question que Karl Meesters, chroniqueur pour BRUZZ, ouvre sa rubrique cette semaine. Puisant dans son expérience de malvoyant, il utilise cette réflexion pour aborder un sujet plus vaste : rendre Bruxelles plus tolérante pourrait-il réduire les préjugés liés à la couleur de peau, l’orientation sexuelle ou l’apparence physique ? (p. 36) Comme pour suggérer : le véritable malvoyant est celui qui ne voit que les apparences. Un paradoxe qui invite à la réflexion. Mais en même temps, l’apparence d’une personne en dit long sur l’état d’esprit collectif d’une société. Ce phénomène se révèle, par exemple, à travers les portraits de jeunes Bruxellois et leurs choix vestimentaires (p. 32) : l’engouement pour les fripes, la mode des pantalons amples et sans forme, ou encore l’esthétique des bijoux imposants… Autant de tendances qui témoignent, de manière subtile, de l’interaction entre l’individu et son environnement. « À Bruxelles, les gens portent leurs vêtements comme un bouclier face à un monde parfois rude », confie une personne interviewée. En somme, en scrutant la surface, on découvre un univers bien plus complexe. Et à Bruxelles, il y a toujours tant à voir.

Tegelijk kan iemands publieke verschijning ook veel zeggen over het algemene sentiment van een samenleving. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de verschillende portretten van Brusselse jongeren en hun kledij (p.32). Het succes van tweedehands, de mode van ruime, vormloze broeken, de esthetiek van grote juwelen … Elk van die tendensen verraadt op een subtiele manier een interactie tussen de drager ervan en zijn/haar/hun omgeving.

“Mensen in Brussel dragen hun kledij als een schild tegen de wereld die soms hard uit de hoek kan komen,” aldus een interviewee. Alsof hij zegt: aan de oppervlakte is veel meer te ontdekken voor wie echt wil kijken. En in Brussel valt veel te zien.

EN What if everyone in Brussels suddenly lost their sight and had to go through life blind? What would happen then? BRUZZ columnist Karl Meesters opens his contribution this week with that mental experiment. His inspiration comes from himself being a partially sighted person, but he is also curious. Might that make Brussels more tolerant and counter prejudices against skin colour, orientation, and appearance (see page 36)? It is as if Meesters is saying that the truly visually impaired is the one who is blinded by outward appearance. A tantalising paradox. But people’s public appearance can in fact tell us a lot about the general state of a society. Something we can see from the various portraits of Brussels youths and their attire (see page 32). The success of secondhand clothes, the fashion of roomy, shapeless trousers, the aesthetic of big jewellery... Each of these trends subtly betrays an interaction between the wearer and his/ her/their environment. “In Brussels, people wear their clothes as a shield against the world that sometimes can be harsh,” one interviewee says. As if to say: there is much more to discover on the surface for those who really want to look. And there is always a lot to see in Brussels.

Charlotte Colman, nationaal drugscoördinator

‘Een drugsvrije samenleving is een utopie’

Te midden van ontaard drugsgeweld, een omvangrijkere markt en steeds openlijker gebruik timmert Charlotte Colman als nationaal drugscoördinator aan het drugsbeleid van morgen. “Infocampagnes, gericht op angst, leiden niet tot een gedragsverandering.”

door Johan Baeten foto’s Saskia Vanderstichele

Twee jaar al staat nationaal drugscoördinator en UGent-professor Charlotte Colman aan het roer van een groep met vijftig drugsexperten uit kabinetten en administraties die door de federale regering in het leven is geroepen. Het doel is om het drugsbeleid op de verschillende niveaus te coördineren en beleidskeuzes op elkaar af te stemmen. “Opkuisacties aan het Zuidstation of extra blauw op straat zijn geen wonderoplossingen,” geeft Colman, die ook doceert aan de UGent, mee.

Met explosies in Antwerpen en schietpartijen in Brussel, nieuwe varianten op de markt, meer openbaar drugsgebruik, een minister en onderzoeksrechter die moeten onderduiken in een safehouse, meer en meer gebruikersruimtes ... Kunnen we spreken van een epidemie?

CHARLOTTE COLMAN: Dat durf ik niet te stellen. We merken inderdaad lichte stijgingen op in het gebruik, maar een

epidemie insinueert een verlies aan controle. In die situatie zitten we niet. Ik blijf herhalen dat de meeste mensen geen drugs gebruiken. Anders lijken drugs de norm, waardoor mensen die niet gebruiken, van de norm zouden afwijken. Taal is belangrijk; ik noem België dus ook geen narcostaat.

Er is wel een probleem.

COLMAN: België is een productieland van illegale drugs zoals cannabis, amfetamines en XTC, én een doorvoerland van onder meer cocaïne. We hebben dus een probleem, dat ontken ik allesbehalve. Maar de onderwereld domineert de bovenwereld niet, de macht is niet in handen van de onderwereld.

Opvallend is de wildgroei van nieuwe drugsvarianten die België bereiken of gewoon zichtbaarder worden, zoals de designerdrugs 3MMC of 4MMC.

COLMAN: Nieuwe psychoactieve stoffen wijzen eigenlijk op de creativiteit van

criminele organisaties. Ze spelen in op een lacune in de drugswetgeving. Neem nu 4MMC: dat is een amfetamine-achtige stof waarbij de basisstructuur wat wordt aangepast. Het effect is dus vergelijkbaar met amfetamine, maar je kan het niet zo noemen, omdat de chemische structuur wijzigde.

Maar ook de varianten op die basisstructuur zijn evenzeer strafbaar.

COLMAN: Klopt, wat België betreft, want we hebben een generieke wetgeving die de basisstructuur strafbaar stelt, waardoor die net zoals de meeste creatieve aanpassingen in één klap strafbaar zijn. Dat is niet altijd het geval in de buurlanden. In Nederland was de ene MMC bijvoorbeeld een reactie op het strafbaar maken van de andere MMC. Het gevolg is ook dat bepaalde designerdrugs gewoon online beschikbaar zijn.

Zijn de risico’s ook onbekender omdat de structuur wijzigde?

• 39jaar

• Professordrugsbeleiden criminologieaandeUGent

• Voertsinds2007onderzoekuit naarallerhandedrugsfenomenen

• Coördineertsinds2022de algemene cel Drugsbeleid

• Schreef het kinderboek‘Wiezitin degevangenis?’

COLMAN: Dat is het gevaar bij designerdrugs. Je weet niet altijd wat de bestanddelen juist zijn en welk effecten ze teweegbrengen.

Moet de samenleving zich zorgen maken om trends die komen overgewaaid uit het buitenland, zoals fentanyl?

COLMAN: We hebben daar dankzij instanties zoals Sciensano, de federale politie en het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) een goed zicht op. De situatie is momenteel niet verontrustend, hoewel er wat bezorgdheid was dat er door toedoen van de taliban minder heroïne uit Afghanistan naar onze markt zou komen en mensen zouden overschakelen naar synthetische opioïden – Afghanistan is de grootste productiemarkt van heroïne. We houden het in de gaten, maar fentanyl en nitazenen – extreem sterke pijnstillers – vonden op dit moment nog geen vaste grond. We kennen enkele gevallen, maar dat is echt beperkt.

In Brussel viel de opkomst van crack de afgelopen jaren op.

COLMAN: In het jaarverslag van gebruikersruimte Gate viel op dat 84 procent van haar cliënteel crack (de rookbare vorm van cocaïne, red.) gebruikt. Dat is zorgwekkend.

Hoe valt dat te verklaren?

COLMAN: Voornamelijk door de overvloedige stroom aan cocaïne, en omdat crack vaak ook gefabriceerd wordt door wie die gebruikt. Het overaanbod en het effect zijn bij crack wel de sleutelfactoren, maar het product is een aanslag op iemands levenskwaliteit, zowel lichamelijk als mentaal. Het maakt de gebruikers nog kwetsbaarder.

U vermeldde de gebruikersruimte Gate al. Hoe kijkt u daarnaar?

COLMAN: Drugsbeleid gaat over een allesomvattend plan opstellen, rekening houdend

Charlotte Colman: “Mocht de nieuwe regering de gebruikersruimte Gate sluiten, zou ik dat als wetenschapper betreuren.”

met het volksgezondheidsperspectief, met preventie en handhaving. Opkuisacties aan het Zuidstation of extra blauw op straat maken daar deel van uit, maar alleen zijn het geen wonderoplossingen. Een integrale en geïntegreerde aanpak is de sleutel, en daarbij horen bijvoorbeeld mobiele teams die focussen op geestelijke gezondheidszorg of straathoekwerkers die in stationsbuurten opereren, maar ook gebruikersruimtes. Een drugsvrije samenleving is immers een utopie.

Tegenstanders vrezen dat gebruikersruimtes extra overlast veroorzaken.

COLMAN: Op basis van buikgevoel begrijp ik dat, maar ons buikgevoel heeft het vaak

“Maak van wijken met een drugsproblematiek geen favela’s, afgesloten van de maatschappij, zonder connectie en vangnetten”

fout. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat gebruikersruimtes kunnen leiden tot minder overlast en meer leefbaarheid. Uit gegevens blijkt trouwens dat bijna de helft van de gebruikers die bij Gate aankloppen, op straat leeft. Hun gebruik verplaatst zich dus van de straat naar een veilige ruimte met toezicht. Het is echter ook belangrijk om wijken met een drugsproblematiek in hun geheel te herwaarderen en niet aan hun lot over te laten. Je mag er geen favela’s van maken die afgesloten zijn van de maatschappij, zonder connectie en vangnetten.

Uit een nota van de Arizona-regering die in de maak is, blijkt wel dat de volgende federale regering mogelijk plannen heeft om die gebruikersruimte in de Zuidwijk te sluiten.

COLMAN: Als wetenschapper zou ik die keuze betreuren. Ik denk niet dat bezoekers van Gate bij een sluiting zullen stoppen met drugs. Je kan hen in zo’n plek als Gate net opvangen en dat hoeft niet haaks te staan op een strenger drugsbeleid. Drugsbeleid moet er altijd van uitgaan dat er mensen zullen blijven gebruiken. Dan kan je hen best in een schadebeperkende context laten gebruiken, met hulpverlening in de buurt.

Dat buurtbewoners tegen gebruikersruimtes gekant zijn, heeft misschien ook te maken met de perceptie: Brussel kende de voorbije jaren tientallen drugsgerelateerde schietpartijen.

COLMAN: Dat begrijp ik. Drugsgeweld is altijd in fasen gegaan en is nooit afwezig geweest. Het gaat over zichtbaarheid: het meeste drugsgeweld ontsnapt aan het publieke oog en zo hebben criminelen het ook liefst, want anders dreigen ze in het vizier van de autoriteiten te raken. De laatste tijd is dat drugsgeweld zichtbaarder geworden in België, maar ook in andere Europese landen. Het Vredesinstituut telde tussen 2022 en 2024 zeventig schietpartijen in Brussel, waarvan bijna veertig procent een link had met het drugsmilieu. Een groot deel van de schietpartijen heeft dus niet direct met drugs te maken.

Maar hoe verklaren we die schietpartijen die met het drugsmilieu te maken hebben?

COLMAN: Dat verschilt. Afrekening of territoriumafbakening tussen bendes, maar ook tussen dealers binnen dezelfde groep. Steeds meer mensen raken actief in het drugsmilieu, dat speelt uiteraard ook mee. Als de productie toeneemt in

Zuid-Amerika, waardoor meer cocaïne in omloop geraakt, worden bendes actiever en zullen meer nieuwe groepen hun kans wagen in bepaalde wijken. Daarom is dat geweld ook vaak in bepaalde periodes gecentreerd, omdat de ene op de andere groep reageert.

In de zomer had je zo’n periode.

COLMAN: En de laatste maanden is het stiller rond drugsgeweld in Brussel. Dat wil niet zeggen dat er geen geweld bestaat, want het meeste geweld blijft onzichtbaar.

Het valt ook op hoe jong sommige leden van criminele drugsorganisaties zijn.

COLMAN: We denken soms dat zij altijd gerekruteerd worden en vaak is dat ook zo, via sociale media bijvoorbeeld, maar er is ook een aanzienlijk deel jongeren dat zelf in die organisaties stapt, gedreven door status en geldgewin, en het gevoel ergens bij te willen horen. Dat is triest. Het heeft geen zin om dat tegen te gaan door die jongeren enkel repressief aan te pakken met boetes en gevangenisstraffen. Maar om die jongeren uit hun klauwen te bevrijden, moet ons sociale vangnet eerst verbeterd worden. Daarvoor blijft in de eerste plaats extra inzet op het vlak van onderwijs, vrije tijd en huisvesting onmisbaar, en verbinding met ouders en opvoeders.

Het is markant hoe u optimistisch u in dit interview klinkt.

COLMAN: Ik hoed mij vooral voor normalisering van drugs en een te forse taal. Ik denk aan slagzinnen zoals: “Uw lijntje is hun dood.” Zal de groep die zich aangesproken moet voelen haar gedrag

daardoor aanpassen? Zulke infocampagnes, gericht op angst, leiden niet tot een gedragsverandering. We moeten veel selectiever en op basis van evidentie werken.

Hoe?

COLMAN: Door bijvoorbeeld bij jongeren in te zetten op het versterken van hun zelfcontrole en het vergroten van weerbaarheid, via weerbaarheidstrainingen die nu in diverse steden uitgerold worden.

Hoe ziet uw rol van nationaal drugscoördinator eruit?

COLMAN: Samen met de cel Drugsbeleid – in totaal 53 mensen – bereiden we de opdrachten voor rond drugsbeleid van de ministers. Zo hebben we de voorbije twee jaar gewerkt aan een nieuwe alcoholstrategie en een update van de interfederale drugsnota. Wij hebben ook een adviespanel in het leven geroepen van mensen uit de wetenschap, praktijk en mensen met ervaringsdeskundigheid om ook hun evidentie en expertise te kunnen vertalen naar het interfederale drugsbeleid.

Wat betekent dat interfederale drugsplan concreet?

COLMAN: De strategie omvat alle facetten van de aanpak van het drugsfenomeen, van de preventie en het beperken van risico’s en schade verbonden aan drugsgebruik en gedragsvormen, tot het psychosociale hulpverlenings- en behandelingsaanbod, en de aanpak van drugsgerelateerde criminaliteit. Onder drugs verstaan we alcohol, tabak, psychoactieve medicatie, illegale drugs, gok- en kansspelen, en gamen. Centraal staat dat we streven naar een gezonde en veilige samenleving voor iedereen.

‘UNE

SOCIÉTÉ SANS DROGUES EST UNE UTOPIE ’

FR CharlotteColman,coordinatricenationaleen matièrededrogue et professeureàl’UGent,dirige50 experts.« LesactionsdenettoyageàlagareduMidi oul’augmentationdelaprésencepolicièreneferont pasdemiracles », dit-elle,préconisantuneapproche intégrée, avec deséquipesde santé mentale,des travailleursderue et desespacespour les usagers. « Unesociétésansdrogues est uneutopie.»

‘A WORLD WITHOUT DRUGS IS A UTOPIA’

EN NationaldrugcoordinatorandUGentprofessorCharlotteColmanhasspentthelast two years at thehelm of agroup of 50drugexperts.

“CleaninguparoundBrusselsSouthorincreasing policepresence are not miraclesolutions.The key isan integrated approachwhichincludesstreet workers,mobilementalhealthteams,anduser spaces.Afterall,aworldwithoutdrugsisautopia.”

In beeld door Ivan Put

Scrotum

Het kunstwerk Kontexte op de Loredana Marchi-brug projecteert in grote, lichtgevende letters at random woorden, die volgens een algoritme tot stand komen. In het verleden leidde dat al tot ‘nazi’ als uitkomst. Onlangs werd het iets seksueler/biologischer met ‘scrotum’. Het kunstwerk is van Els Vermang, Manuel Abendroth en Jérôme Decock, en staat volgens de officiële uitleg stil bij de ruimtelijke dimensie van taal in het stedelijke landschap. Het toont woorden in het Nederlands, Duits en Frans. MG

In de kijker

Oude kazerne Elsene Zestig creatieve ondernemers krijgen tijdelijk onderdak

Nu de eerste werffase van de reconversie van de oude rijkswachtkazerne in Elsene achter de rug is, lanceert de gewestelijke eigenaar MSI een nieuw project van tijdelijke bezetting voor zestig creatieve ondernemers.

De eerste ondernemers trokken in september al in, de laatste zijn net gearriveerd. Zo is textielontwerpster Vanessa Colignon nog volop bezig met de inrichting van haar lokaal op de eerste verdieping van gebouw D, een van de nog niet gerenoveerde gebouwen van de vroegere Fritz Toussaintkazerne. De muren zijn al geschilderd, nu moet alles – de naaimachines, de garens, de prototypes – een plaats op de rekken krijgen. Met haar bedrijfje Design for Resilience maakt ze ecologisch verantwoord huishoudtextiel zoals in hennep gebreide vaatdoekjes en linnen handdoeken.

De afgelopen twee jaar had ze de beschikking over een atelier bij MAD Brussels, maar dat liep af. Ze is dan ook heel tevreden met haar nieuwe onderkomen. Nochtans is er geen stromend water in het lokaal en is het toilet op de eerste verdieping stuk. “Ik ben al lang blij dat ik hier daglicht heb en dat ik kan werken in een verwarmde ruimte,” zegt ze. “Voor beginnende ontwerpers is het heel lastig om in Brussel een betaalbare ruimte

zonder vocht of schimmel te vinden. Elders zou ik tien keer meer betalen.”

De voormalige rijkswachtkazerne is sinds begin 2018 eigendom van het Brussels Gewest, dat de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) belastte met de reconversie van de site van bijna vier hectare. Doel is om van de gesloten, ommuurde kazerne een open, gemengde woonwijk te maken met plaats voor gezinnen, studenten en voor de universiteiten ULB en VUB. Het project op de vierkantige site kreeg de naam Usquare.

Reconversie vergt heel wat voorbereiding. “Het duurt een hele tijd voor de architecten gekozen zijn, de vergunningen verkregen zijn en de financiering rond is,” legt Sébastien Rodesch van MSI uit. Daarom besloot de MSI in 2019 om een deel van de lege kazerne tijdelijk in gebruik te laten nemen door jonge starters, zodat de site alvast ontsloten en verlevendigd zou worden. Het project van tijdelijk beheer werd in handen gegeven van de vennootschap Pali Pali, die een

honderdtal duurzame ondernemers en creatievelingen verzamelde en een populair activiteitenprogramma uitwerkte.

Het tijdelijke bezettingsproject See You, met onder meer de bioscoop Kinograph en de Velodroom, duurde van 2019 tot eind 2022, toen de eerste bouwwerkzaamheden begonnen.

De afgelopen twee jaar werd de grond gesaneerd en alle asbest verwijderd, enkele gebouwen werden afgebroken en alle nutsvoorzieningen werden aangelegd. Zo kwam er een systeem van geothermie voor heel de site. “Hiervoor werd de ‘Cour d’honneur’, waar de fietspiste stond, opgebroken en werd op 120 meter diepte een warmtepomp geïnstalleerd,” vertelt Rodesch.

Ook werden de zes gebouwen aan de Generaal Jacqueslaan gerenoveerd tot gezamenlijk onderzoeks- en activiteitencentrum voor de ULB en VUB, die vlakbij ook hun FabLabs hebben. In september namen de universiteiten er hun intrek.

Theaterschool

Omdat de volgende werffase pas in 2027 van start gaat, besloot de MSI een tweede project van tijdelijk gebruik te lanceren. Beheerder is deze keer niet Pali Pali, maar Wonder Mei, een vzw opgericht door enkele jonge vrouwen die ook betrokken waren bij See You. Rodesch: “Wat ons aansprak in hun voorstel is dat zij de hele programmatie voor de site de komende jaren samen met de nieuwe

© IVAN PUT

residenten en met de universiteiten willen uitwerken.”

Wonder Mei bracht intussen zestig ondernemers bijeen, voornamelijk uit de sectoren duurzame voeding, circulaire economie en cultuur. Zo vestigde er zich een wijnmaker, een champignonkweker, een theaterschool, een meubelmaker en een bedrijfje dat 3D-prints maakt van afvalmateriaal. “Wij vragen van alle residenten dat ze mee investeren in de site,” vertelt Eline Dispa van Wonder Mei. “Dat ze bijvoorbeeld meehelpen met ons compostproject of met de inrichting van een theaterzaal.”

Huis van het Autisme

De kerstmarkt afgelopen weekend was het eerste publieksevenement van UR Square, zoals het nieuwe project van tijdelijk gebruik heet. De markt vond plaats in de vroegere manege, ondertussen ook gerenoveerd. Het gebouw zal vanaf 2030 een permanente hal voor duurzame voeding zijn. “In afwachting organiseren we allerlei markten en voorstellingen in het gebouw,” zegt Eline Dispa van Wonder Mei.

jonge creatievelingen en ondernemers namen zopas hun intrek in enkele lege, nog niet gerenoveerde gebouwen op de site van Usquare

is het jaar waarin de reconversie van de Fritz Toussaint-kazerne in Elsene voltooid zou moeten zijn

De nieuwe tijdelijke bezetting loopt tot eind 2026. Daarna wordt begonnen met de bouw van 460 studentenkoten, en 120 sociale en middenklassenwoningen. Ook wordt de openbare ruimte verfraaid met een park, komen er buurtvoorzieningen en een incubator voor startende ondernemingen. De geplande crèche is intussen geschrapt. Op die plek komt op initiatief van Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) het Huis van het Autisme, waar mensen met autisme, hun familie en professionals terechtkunnen voor info, vorming en ontmoeting.

De gehele reconversie moet afgerond zijn tegen 2030.

Nu Daringman sluit ‘Café-uitbaters zijn geen citroenen’

Café Daringman sluit eind deze maand uit onvrede over het huurcontract dat de nieuwe eigenaar HLS voorstelt. Het iconische café is niet het enige dat kreunt onder huur- en brouwerijcontracten van drankenhandelaars en brouwers.

Wie nog een pint wil pakken in café Daringman moet zich reppen. Het meest authentieke café van de Vlaamsesteenweg sluit immers eind december de deuren. Dan loopt het huurcontract van Martine Peeters af. En aangezien de uitbaatster zich niet kan vinden in de huurvoorwaarden die de nieuwe eigenaar oplegt, gaat het kleine monument onherroepelijk dicht.

Die nieuwe eigenaar is niemand anders dan Horeca Logistic Services (HLS) van de familie Haelterman, een naam die bij veel Brusselse caféhouders ondertussen kwaad bloed zet. In het geval van de Daringman wou HLS de uitbaatster verplichten om alle drank bij de drankenleverancier te bestellen, via een zogenoemd brouwerijcontract. “Ook mijn koffie, die ik normaal hier om de hoek koop, de wijn die ik al 24 jaar bij een kleine zaak in de buurt bestel, de sappen die ik bij een boer in Vlaanderen haal,” zei Peeters dit weekend aan BRUZZ. “Zo wil ik niet werken, dat is toch niet meer van deze tijd?”

Dure spa

De caféhouders met een brouwerijcontract moeten hun drank niet alleen bij één leverancier kopen, de prijzen

liggen bovendien fors boven de marktprijs, leert een rondvraag bij verschillende caféhouders. “Reken 10 tot 30 procent,” zegt Alain Blond, uitbater van de Plattesteen in de Sint-Jacobswijk. “Neem nu een bak Spa, cafés met een brouwerijcontract betalen daarvoor ruim 17 euro, terwijl diezelfde bak onafhankelijke cafés minder dan 13 euro kost.”

Wat Martine Peeters overkomt, is een voorbeeld van een praktijk die in Brussel in opmars is: drankenhandelaars en brouwers nemen een steeds dominantere plek in in het cafélandschap. HLS gaat daarbij volgens veel betrokkenen het verst. De drankenleverancier koopt panden of huurcontracten over en dringt vervolgens zijn voorwaarden op aan de huurder via huurcontracten die ook weleens wurgcontracten worden genoemd.

Die huurder hoeft niet eens een nieuwe uitbater te zijn. “Ik kreeg plots te horen dat HLS mijn huurcontract had overgenomen van de eigenaar,” vertelt Alain Blond van de Plattesteen. “Plots moest ik een nieuw huurcontract aangaan, mét de verplichting om een brouwerijcontract af te sluiten. Het zijn echte maffiapraktijken. Wie zich niet als een schaap

gedraagt, zetten ze vervolgens buiten na negen jaar.” Blond vecht de zaak momenteel uit voor de rechter.

Drempelgeld

De klachten van caféhouders gaan niet enkel over de drankenprijzen. Bedrijven als HLS vragen doorgaans ook drempelgeld voor wie een zaak wil overnemen. “Dat instapbedrag bedraagt al snel twee jaar huurgeld of enkele honderdduizenden euro’s,” legt Filip Jans uit. Jans moest zijn café Monk (vandaag Billie) eind vorig jaar afgeven na een aanslepend conflict met HLS, onder meer over de dranken die hij mocht aanbieden. “Het drempelgeld is niet enkel een flinke investering voor een café-uitbater, door het systeem heeft een verhuurder er eigenlijk baat bij dat cafés failliet gaan. Zo kunnen ze om

de twee jaar opnieuw drempelgeld incasseren.”

“Wat HLS doet, zijn op zijn zachtst gezegd cowboypraktijken,” zegt ook Marc Van Muylder, die 33 jaar bestuurder was van Horeca Brussel. Vandaag is Van Muylder nog actief in raden van bestuur van verschillende horecaondernemingen.

“HLS maakt misbruik van zijn dominante positie op de markt,” vindt Van Muylder. “Zij zijn niet de enige aanbieder van huur- en brouwerijcontracten. Ook brouwers als AB Inbev, Haacht, Alken Maes of Duvel Moortgat bieden zulke contracten aan. HLS is wel de speler die de meeste beperkingen in zijn huurcontracten oplegt. Duvel Moortgat zal bij contractverbreking bijvoorbeeld vragen om de investeringen die het bedrijf deed terug te betalen, dat is fair. HLS mikt dan

Martine Peeters van café Daringman zal niet meer achter de toog staan.

meteen op het hele bedrag dat ze aan winst hadden kunnen halen in de resterende jaren van het contract.”

Loskoppeling huur- en brouwerijcontracten

Wat moet er gebeuren? De verschillende gesprekspartners pleiten allemaal voor een volledige loskoppeling van huur- en brouwerijcontracten. “Daarnaast moet er ook een duidelijke wettelijke omschrijving komen van een brouwerijcontract,” vindt Filip Jans, die met zijn vereniging Libertap ijvert voor meer vrijheid voor caféhouders. “De tarieven moeten ook transparanter en marktconform zijn.”

Die aanpassing rond brouwerijcontracten is federale materie. Maar ook het Brussels Gewest kan in actie schieten, want het deel handelshuurcontracten is sinds de vorige

staatshervorming naar de gewesten overgeheveld. “Alleen zitten we daar in een economisch vacuüm en heeft het Gewest nog steeds geen werk gemaakt van eigen wetgeving,” betreurt Van Muylder.

Ook de nieuwe voorzitter van de horecafederatie Mathieu Léonard pleit voor een “betere regeling van handelshuurcontracten, zodat de caféhouders niet langer uitgeperst worden. Want we zijn geen citroenen.” Tegelijk wil de voorzitter niet alle drankenleveranciers en brouwers in de ban doen. “Ze zijn vaak de enigen die nog een lening geven aan een café-uitbater. Bij banken lukt dat doorgaans niet meer.”

BRUZZ vroeg ook een reactie aan Horeca Logistic Services (HLS), zonder succes.

‘LES CAFETIERS NE SONT PAS DES CITRONS’

FR Le café Daringman, lieu emblématique, fermera ses portes à la fin du mois, protestant contre le contrat de location imposé par son nouveau propriétaire, HLS. Ce n’est pas un cas isolé : de nombreux établissements subissent la pression des contrats de location et des accords avec les brasseurs et négociants en boissons. « Il est temps de cesser de pressurer les gérants de cafés. Nous ne sommes pas des citrons. »

‘CAFÉ OWNERS ARE NOT LEMONS’

EN Unhappy with the lease proposed by the new owner HLS, Café Daringman is closing at the end of this month. The iconic café is not the only one groaning under lease and brewery contracts from wholesalers brewers. “Nobody should try to squeeze café owners, we are not lemons.”

‘Ik

heb de dood meerdere keren in de ogen gekeken’

Na Film Fest Gent richt ook streamingplatform Sooner met hernieuwde belangstelling de spot op Michel Khleifi, de grondlegger van de Palestijnse cinema die al meer dan vijftig jaar in Brussel woont.

In oktober werd Michel Khleifi, de grondlegger van de Palestijnse cinema die al ruim vijftig jaar thuis is in Brussel, nog gelauwerd op Film Fest Gent. Vandaag kan je een selectie van zijn films, gerestaureerd door Cinematek, streamen op het Belgische platform Sooner. “Ik wil Palestijnen niet voorstellen als heiligen, maar als mensen.”

tekst en foto door Sophie Soukias

Nadat hij de handen heeft geschud van mensen die hem komen groeten, voegt Michel Khleifi zich bij ons aan een tafeltje in Bar du Matin. Het licht dat door de grote ramen van het café in Vorst valt, verzacht de sfeer, alsof het de grauwe buitenwereld wil verdrijven. Khleifi is zo iemand die zich in tweeën lijkt te kunnen delen. Terwijl hij nauwkeurig onze vragen beantwoordt – met een rustige toon die zijn jaren als filmdocent verraadt –, glijdt zijn blik onophoudelijk over de bedrijvigheid in het café. Elke scène neemt hij in zich op. “Ik ben geen voyeur,” vertelt hij, “maar iedereen hier heeft een verhaal dat het vertellen waard is.”

Om de verhalen die hij puurt uit de wereld om zich heen werd hij onlangs gelauwerd op Film Fest Gent, en een deel ervan is nu in een door Cinematek gerestaureerde versie te streamen op het platform Sooner. Maar zijn eigen verhaal begint op het scherpst van de snede. Tijdens de eerste maanden van zijn bestaan balanceerde hij tussen leven en dood, en leek zijn gezondheidstoestand uitzichtloos. Wanhopig raadpleegden zijn ouders een waarzegster, die adviseerde om zijn voornaam Elias te veranderen in Michel. “Ik ben genezen,” zegt hij. “Maar ik denk dat ik mijn overleving vooral te danken heb aan de Duitse chirurg.”

Onder zijn nieuwe naam werd Michel Khleifi in 1981 de eerste Palestijnse filmmaker die een film voorstelde op het Filmfestival van Cannes: zijn documentaire Fertile memory. Na die primeur zou

hij regelmatig opnieuw verschijnen op de Croisette, maar onder de rode loper gaat een pijnlijker verhaal schuil. “Ik praat er nu over, omdat er tijd overheen is gegaan,” zegt hij. “Er zijn zoveel dingen die ik voor mezelf heb gehouden.” Terwijl het festival in volle gang was, vertelt Khleifi, kreeg hij een telefoontje van Gilles Jacob, destijds algemeen afgevaardigde van het prestigieuze festival, die hem meldde dat Fertile memory met de Caméra d’Or zou worden bekroond. Toch werd de prijs aan iemand anders overhandigd. “Later vertelde men me dat een Amerikaanse regisseur had gedreigd om het festival te verlaten als de Caméra d’Or aan een Palestijn zou worden toegekend,” zegt Khleifi, die in de loop van zijn carrière nog soortgelijke vernederingen moest ondergaan. “Je zegt dan tegen jezelf dat de wereld oneerlijk is en dat een prijs je niet definieert, maar dat neemt niet weg dat de wonde blijft.”

Kind van Galilea

Michel Khleifi werd in 1950 geboren in een bescheiden gezin dat woonde in Nazareth, Galilea, een stad die twee jaar eerder, na de oorlog van 1948, onder Israëlische controle was gevallen, met strenge reisbeperkingen tot gevolg. “In mijn jeugd ben ik maar een paar keer buiten Nazareth geweest, omdat je een militaire vergunning nodig had om er weg te mogen. Dat heeft me geholpen om een innerlijke wereld te creëren,” legt hij uit. Als liefhebber van theater en cinema voedde hij zijn verbeelding met boeken en films. Als hij zich geen bioscoopkaartje kon veroorloven, verzon hij verhalen over de

films die hij niet had gezien en vertelde de plot ervan aan zijn vriendjes, die niets doorhadden.

Op zijn dertiende nam hij, om zijn familie te steunen, een vakantiebaan aan bij een Israëlische timmerman in een pas aangelegde wijk. Die ervaring liet diepe sporen na. “Hij vernederde en beledigde me. Hij noemde me ‘vuile Arabier’, liet me buiten in de kou staan en schreeuwde tegen me. Toen begreep ik dat ik hier niet kon blijven. Het geweld zou alleen maar erger worden. Geen enkel volk zou zich op deze manier laten onderwerpen, het kon alleen slecht aflopen. Toen ik de kans kreeg om te vertrekken, ben ik vertrokken.“

Met 200 dollar op zak en zonder retourticket arriveerde hij op zijn twintigste in België, er vast van overtuigd dat zijn verblijf tijdelijk zou zijn. Een neef van zijn schoonbroer, die in Waals-Brabant woonde, had beloofd hem naar Duitsland te helpen om bij Volkswagen aan de slag te gaan. Maar het lot kwam tussenbeide. Op weg naar Brussel om vrienden te bezoeken, belandde hij in Elsene in een betoging tegen de ‘wet-Vranckx’ (genoemd naar de toenmalige minister van Justitie Alfons Vranckx, red.), die buitenlandse studenten zou verbieden om na hun studies in België te werken. Hij werd uit de menigte geplukt en naar het politiebureau gebracht. “Ik had geen papieren. Om me te helpen, zeiden ze dat ik Frans moest leren. Als ze me hadden gevraagd om Nederlands te leren, dan had ik dat ook gedaan. Daarna vroegen ze wat ik wilde studeren.” Khleifi antwoordde openhartig: “Theater.”

Ode aan de vrouwen

Na zijn studies aan het INSAS, de Franstalige tegenhanger van het RITCS, kreeg hij een baan als regieassistent bij de RTBF. Maar zijn verlangen om zijn eigen verhalen te vertellen dreef hem ertoe om journalist André Dartevelle te overtuigen hem naar Palestina te volgen voor een reportage. “Het was de periode na mei ’68, men begon te praten over ‘de Palestijnse kwestie’. Mensen waren gevoelig voor wat er daar gebeurde,” herinnert hij zich. Samen zouden ze verschillende keren in Palestina filmen, maar ook in Libanon, midden in de burgeroorlog.

Toch besloot Khleifi op een dag om geen reportages meer te maken. “Men vroeg ons om objectief te zijn, maar objectiviteit is een illusie. Elk perspectief

is per definitie subjectief.” Hij begon aan zijn eerste auteursdocumentaire, Fertile memory, die nu wordt beschouwd als een baanbrekend werk in de Palestijnse cinema. Khleifi was de eerste die zijn eigen land filmde, binnen de Israëlische grenzen.

In Fertile memory volgt Khleifi twee Palestijnse vrouwen: een stedelijke schrijfster in Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever, en een plattelandsvrouw in Nazareth. De ene is een gescheiden moeder, de andere een weduwe. Het zijn twee verschillende levenspaden, maar beide zijn getekend door patriarchale tradities en de wonden van de bezetting. Via de verhalen van de twee vrouwen belicht de regisseur een subtiele vorm van verzet. “Mannen gaven zeer gestandaardiseerde antwoorden als ik hen interviewde. De vrouwen daarentegen waren authentieker en lieten me toe in hun intimiteit,” vertelt hij. Met Fertile memory legde hij de basis voor zijn stijl. “Ik wilde dat de Palestijnse cinema aansluiting vond bij de moderniteit.”

Ook toen hij overstapte naar fictie, bleef Michel Khleifi sterke, vrije en soms provocerende vrouwen van alle leeftijden centraal plaatsen. Hij toont hen in al hun menselijkheid, inclusief hun lichaam. In zijn bekende film uit 1987, Wedding in Galilee, waagt hij zich aan een scène over een ritueel bad, waarin de bruid, volledig naakt, wordt gewassen door andere vrouwen uit haar omgeving. Haar pose, met opgeheven armen, is een mythologisch schilderij waardig. “Ik liet me inspireren door het beeld van de moedergodin Ishtar,” legt hij uit. Een gedurfde keuze die hem allerlei bedreigingen opleverde: “Hoe durf je een Palestijnse naakt te tonen?” Ook al kwam de actrice uit Parijs, vandaag geeft Michel Khleifi toe dat het “waanzin” was om zijn idee door te zetten. “Maar ik heb er geen spijt van.” In dezelfde film doorbrak hij nog een taboe: dat van een niet-geconsumeerde huwelijksnacht. Door dit intieme falen te tonen,

Een still uit Michel Khleifi’s Tale of the three jewels (1995): een coming-of-ageverhaal tegen de achtergrond van de Eerste

dat de Palestijnse cinema op de kaart heeft gezet.

gaf Khleifi een weergave van mannelijke breekbaarheid die zelden op het scherm wordt verkend.

Regisseur zijn betekent voor Michel Khleifi ook leven in onzekerheid, risico’s nemen en soms je leven op het spel zetten voor de film. “Tijdens de opnames van Canticle of the stones (een film over twee Palestijnse geliefden die gescheiden worden in Jeruzalem en elkaar vijftien jaar later terugvinden, red.) hebben we meerdere keren de dood in de ogen gekeken. Een van mijn medewerkers kreeg zelfs een kogel in de rug. Maar we geloofden zo sterk in het project dat we geen oog hadden voor de risico’s. In mijn herinnering was ik buitengewoon kalm.”

Gekken

De opnames van Tale of the three jewels in de Gazastrook begonnen in een apocalyptische sfeer. Op 25 februari 1994 vermoordde een Israëlische kolonist 29 Palestijnen in Hebron. Het land riep de noodtoestand uit. De BBC, coproducent van de film, vroeg de

“Ik ben een product van de Belgische cinema. Ik omarm dat erfgoed totaal”

ploeg om het gebied te verlaten. “We hebben samen besloten om te blijven en de film af te maken. Ik was zo trots op mijn team.” Sommige scènes vereisten het gebruik van nepwapens, een constante bron van angst in zo’n explosieve context. “Of het nu aan Israëlische of Palestijnse kant was, mensen hielden ons voor gek!” Een reportage uit het RTBF-archief (Les enfants de la haine, te bekijken op de site van Sonuma) toont hoe het er tijdens de opnames toeging. Een Belgisch team –“Vlamingen, Franstaligen” – leert er de dakbe, een traditionele Palestijnse dans, samen met de jonge acteurs. “Ik ben een product van de Belgische cinema. Mijn films zijn niet altijd als zodanig erkend of gefinancierd, maar ik omarm dat erfgoed volledig,” zegt Khleifi.

Op de archiefbeelden zie je Khleifi, toen een veertiger, in een mouwloos bruin jasje – bijna identiek aan wat hij vandaag draagt –, voor de camera spreken: “Het dagelijkse geweld in Gaza mag niet onopgemerkt de Geschiedenis in glijden, we moeten het kunnen tonen.” Het archief onthult ook de trauma’s van Mohamed, de jonge acteur die na een spontane casting in een lokale garage de rol van Youssef krijgt toebedeeld. Zijn intense blik spreekt boekdelen. “Op achtjarige leeftijd zag hij zijn vader sterven. Hij werd voor zijn ogen neergestoken. Elke nacht heeft hij nachtmerries,” zegt Khleifi. Tale of the three jewels , een coming-

Intifada

of-ageverhaal tegen de achtergrond van de Eerste Intifada (de Palestijnse opstand tegen de bezetting tussen 1987 en 1993), verkent jeugd en dromen in een wereld vol oorlog. Khleifi situeert het verhaal in landschappen vol leven: weelderige bossen, uitbundige sinaasappelgaarden, oases vol vogelgezang, dit alles omringd door een opvallend blauwe zee. “Het is pijnlijk om te zeggen, maar die natuur bestaat niet meer,” betreurt hij. “Ze is zo aanwezig in mijn films, omdat ik wilde vastleggen wat ik wist dat zou verdwijnen.”

In Ma’loul celebrates its destruction volgen we de voormalige bewoners van een Galilees dorp dat in 1948 met de grond gelijk werd gemaakt. Ze reconstrueren de contouren van hun dorp met een muurschildering, getekend op basis van hun herinneringen. Het dorp, nu veranderd in een bos geplant ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het nazisme, is één keer per jaar voor hen toegankelijk, tijdens de onafhankelijkheidsdag van de staat Israël. We zien een oude man dwalen tussen het puin, zich afvragend wat er is geworden van de olijf- en amandelbomen die er ooit stonden. Wat verderop picknickt een groep mannen met hun familie in de schaduw van de pijnbomen. Ze vertellen dat ze alles zouden geven om hier opnieuw te komen wonen, desnoods in tenten.

De cinema van Michel Khleifi verkent evenveel manieren om Palestijn te zijn als er Palestijnen zijn. Mannen, vrouwen, kinderen, bejaarden. Traditionalisten en modernen. Zij die de wapens opnemen en zij die ervan afzien. Zij die ervan dromen

MICHEL KHLEIFI,

PIONNIER BRUXELLOIS DU CINÉMA PALESTINIEN

FR En octobre dernier, Michel Khleifi, pionnier du cinéma palestinien, a été honoré au Film Fest Gent. Né à Nazareth en 1950, il vit à Bruxelles depuis 54 ans. Une sélection de ses films, restaurés par la Cinematek, est actuellement disponible en streaming sur Sooner. Au-delà de leur grande valeur cinématographique, ses films, tels que Noce en Galilée et Conte des Trois Diamants, offrent des perspectives essentielles pour comprendre la situation au ProcheOrient. « J’ai frôlé la mort plus d’une fois. »

om te vertrekken en zij die weigeren te verhuizen. “Ik wil Palestijnen niet voorstellen als heiligen, maar als mensen,” verduidelijkt hij. “Slachtoffers van de Israëlische beul, maar soms ook zelf beulen.” Toch blijft die menselijkheid volgens hem onbegrepen aan Israëlische kant: “De Israëlische samenleving is niet in staat om ons als mensen te zien, om geroerd te worden door ons lot.”

Stichtende misdaad

Michel Khleifi hoorde over de aanslagen van 7 oktober 2023 bij het ontwaken, via een sms van een vriend. “De dood van om het even wie is een tragedie,” zegt hij ernstig. “Van nature ben ik een pacifist en intellectueel gezien geloof ik in geweldloosheid. Daarom denk ik dat Israël zich had moeten wenden tot het internationale recht om deze tragedie te onderzoeken en de verantwoordelijken te berechten. Maar als je geconfronteerd wordt met een staat die zich als een kolonisator gedraagt en zelf het internationale recht niet respecteert, is er geen hoop.”

Wat zal er dan gebeuren? “Ik heb het gevoel dat de Israëlische samenleving een fase van ultieme collectieve waanzin doormaakt. Dat ze hun genocide mogelijk op nog grotere schaal zullen voortzetten. En dat ze ons pas als mensen zullen beginnen te zien nadat ze hun ‘absolute vijand’ hebben ‘geëlimineerd’ – als een stichtende misdaad die ze blijkbaar nodig hebben … Misschien.”

Een selectie van de films van Michel Khleifi is te streamen op Sooner (sooner.be), ook Avila (avilafilm.be) biedt enkele van zijn fims aan

MICHEL KHLEIFI, BRUSSELS FOUNDER OF PALESTINIAN

CINEMA

EN Last October, Michel Khleifi, the founder of Palestinian cinema who was born in Nazareth in 1950 and has for the last 54 years called Brussels home, was lauded at Film Fest Gent. A selection of his films have been restored by Cinematek and are now available to stream on Sooner. Besides their cinematic value, films like Wedding in Galilee and Tale of the Three Jewels offer essential insights into the current situation in the Near East. “I have looked death in the eye several times.”

Tijd voor een nieuwe formateur?

Bram Van Renterghem

Elke week neemt een

BRUZZ-redacteur het nieuws op de korrel

“Dat onder druk van de PS de Vlaamse coalitie alsnog zou veranderen, is een aanfluiting van het systeem”

Gisteren was het exact zes maanden geleden dat we naar de stembus trokken. Sindsdien is er een coalitie aan Franstalige kant – MR, PS en Les Engagés – en een aan Nederlandstalige kant: Groen, N-VA, Open VLD en Vooruit.

Probleempje: de twee coalities willen niet samen een regering vormen. Hoe het nu verder moet, weet niemand. Er wordt nauwelijks nog gepraat met elkaar: het laatste gesprek tussen PS en MR zou van dinsdag 28 november dateren, de dag waarop de PS haar verzet tegen de N-VA hard maakte in de media.

De opties zijn beperkt. Formateur David Leisterh (MR) kan de PS inwisselen voor Ecolo en Défi. Dat is nauwelijks een oplossing, want die twee partijen zijn evenmin fan van N-VA. Zakia Khattabi (Ecolo) is nog altijd razend op Karl Vanlouwe en de hele N-VA, omdat die een campagne tegen haar als kandidaat-rechter bij het Grondwettelijk Hof hebben gevoerd. En Défi moet al helemaal niks van de N-VA weten. Bovendien moet met Ecolo en Défi aan boord ook aan Franstalige kant een extra postje gecreëerd worden, want zonder PS zijn ook aan Franstalige kant vier partijen nodig voor een comfortabele meerderheid.

Falende Leisterh

In PS-kringen krijgen we dan weer te horen dat het misschien tijd is voor een nieuwe formateur. “David Leisterh (MR) is gefaald in zijn opdracht. Laat iemand anders het nu maar eens proberen,” klinkt het.

Daar werd niet expliciet bij gezegd dat Ahmed Laaouej zelf die rol moet opnemen. Maar

het zou een logische keuze zijn. PS is met zestien zetels de tweede grootste fractie na de MR. En Laaouej heeft bijna 5.000 voorkeurstemmen meer dan Leisterh.

Hij kan ook meer kanten uit dan zijn liberale tegenhanger. De PTB/PVDA komt immers in beeld als mogelijke coalitiepartner, waarmee de PS heel wat standpunten deelt. Bijvoorbeeld over de strengere huurwet, die de socialisten nu met een alternatieve meerderheid door het parlement willen duwen.

Laaouej had half november wel nog gezegd dat hij zo’n coalitie met PTB uitsluit, maar al te ernstig moet die belofte niet genomen worden. Ook in Molenbeek en Vorst brak nood plots wet. Op het gewestniveau is dat niet anders.

Met zo’n donkerrode coalitie aan Franstalige kant lopen N-VA en Open VLD gillend naar de uitgang. Ook op dat vlak zou het dus ‘missie geslaagd’ zijn voor Laaouej. In de plaats zou aan Nederlandstalige kant dan een coalitie met Groen, Team Fouad Ahidar, Vooruit en eventueel PVDA op de been kunnen worden gebracht.

Rampzalige tekorten

Er zijn echter ook obstakels. Vooruit, Groen en enkele Franstalige partijen staan niet te springen om met Team

Wordt de eenmansfractie van Benjamin Dalle (CD&V) nog aan boord gehesen? © BELGA

Fouad Ahidar en de PTB/PVDA te regeren. Daarnaast is ook bij de PTB/PVDA zelf de appetijt niet zo groot. Liever zien zij hoe het in Vorst en Molenbeek loopt, vooraleer de sprong naar het Gewest te wagen. Bovendien is er met de rampzalige tekorten op gewestniveau absoluut geen marge voor populaire maatregelen zoals gratis openbaar vervoer, een oude eis van de PTB/PVDA.

Een deelname van de radicaal-linksen is dus onwaarschijnlijk, waardoor het toch met PS of met Ecolo en Défi te doen zal zijn. Allemaal partijen die de N-VA willen lossen, om in de plaats ervan de eenmansfractie van Benjamin Dalle (CD&V) aan boord te hijsen – een scenario waar ook zusterpartij Les Engagés evident voorstander van is. Dalle heeft al herhaaldelijk gezegd de vorige coalitie niet te willen depanneren, maar een garantie op een zitje aan de regeringstafel op donderdag, doet misschien wonderen.

Het zou een wrange smaak nalaten: Franstaligen hebben in principe niks te zeggen over de coalitie aan Nederlandstalige kant, die er nu eindelijk is. Dat die onder druk van Laaouej alsnog zou veranderen, is een aanfluiting van het systeem, en de beloning van pure machtspolitiek.

Maar nog eens zes maanden ‘chicken game’ spelen en doen alsof de PS geen veto heeft, is nog veel gevaarlijker. In maart brengt Standard & Poor’s een nieuwe rating uit. Volgens de universiteit van Namen is het Brussels Gewest op weg om vanaf 2027 zo’n half miljard euro te betalen aan interest alleen. Met een ratingverlaging gaat dat bedrag nog omhoog, allemaal geld dat niet naar beleid kan gaan. Alleen een regering kan die sneeuwbal tegenhouden. Tijd voor actie.

Kort gesprek

Joke Quintens van ‘This is Us, This is Brussels’

‘We leggen een menselijk archief aan met Brusselse verhalen’

Voor de kandidatuur van Molenbeek als Culturele

Hoofdstad in 2030 verzamelt Joke Quintens met ‘This is Us. This is Brussels’ online de verhalen van duizend Brusselaars.

Waarom is het project nodig? Brussel heeft vaak een negatieve reputatie, zowel internationaal als in de stad zelf. Maar de stad is meer dan criminaliteit, armoede en complexe politiek alleen. Het bougeert hier, mede door de superdiversiteit. Dat vastleggen gebeurt via een menselijk verhalenarchief. Mocht Brussel 1.000 inwoners tellen, dan zouden er 78 Italiaanse roots hebben, dus interviewen we exact 78 Italiaanse Brusselaars. We kijken ook naar statistische cijfers van gender, leeftijd en woonplaats. Het was hoog tijd om de stad te tonen door de bril van alle inwoners, niet alleen door een selecte groep van politici of opiniemakers.

Neem je de interviews allemaal zelf af? Nee, dat doet een groep vrijwilligers. Met een vragenlijst op zak zoeken ze in hun netwerk naar de juiste profielen. De gesprekken gaan over de link van Brusselaars met hun stad, hun zorgen en vragen over de toekomst. Alle opnames staan integraal op de website. Ik zie die als een menselijke databank, waar onderzoekers, kunstenaars of nieuwsgierigen in mogen duiken. Voorlopig staat de teller op 200, tegen eind 2025 hoop ik dat te verdubbelen. Als we genoeg middelen vinden, hebben we tegen 2030 een afgewerkt tijdsdocument van de Brusselaars in de jaren 2020.

Je zou kunnen zeggen dat Brusselaars te vaak in de bubbel van hun buurt of etnische gemeenschap blijven. Draag je daar niet aan bij door net op die zaken te focussen als je geïnterviewden zoekt?

Helemaal niet. Nadat vrijwilligers de interviews hebben afgenomen, ga ik op zoek naar thema’s die Brusselaars op een onverwachte manier verbinden, zoals heimwee. Dat komt voor bij een Roemeense poetsvrouw van 63 en een marketingstudent uit Guinee van 20. Toch zouden die twee elkaar wellicht nooit ontmoeten. Door hierover een talk te organiseren, gebeurde dat wel. Er staan nog meer evenementen op de planning die stadsgenoten dichter bij elkaar brengen. Zo creëert ‘This is Us. This is Brussels’ beetje bij beetje een nieuwe ‘wij’.

Welke andere thema’s passeren de revue?

De zorgen waar Brusselaars mee zitten. Klassiekers zoals mobiliteit, veiligheid en betaalbaarheid komen vaak terug. Dat betekent zeker niet dat iedereen over die onderwerpen dezelfde mening deelt. Denk maar aan de superfans en haters van het Good Move-plan. De stad is zeker niet perfect, maar het bordel organisé wordt wel geapprecieerd. Iedereen zit in hetzelfde schuitje, ook al komt iedereen van ergens anders. Of ze nu links of rechts zijn, Brusselaars vieren die diversiteit en openheid naar hun medebewoners. Ook dat is Brussels erfgoed, en minstens even belangrijk als Manneken Pis of het Bloementapijt.

17:00-23:0012:00-23:00 12:00-20:00 13.12 – 14.12 – 15.12 24

Dapperheidsplein

www.anderlecht.be

Regionale kijkers

Dat krijg je niet cadeau

Elke dag verrassen we jou met nieuws, sport en verhalen recht uit het hart van de regio. Samen maken we het verschil, elke dag opnieuw, helemaal gratis en voor iedereen. Een welgemeende dank U. Want zoveel kijkers krijg je niet zomaar cadeau.

Nordmann De ‘duurzame’ kerstboom die zijn naalden niet snel verliest

Hoe ecologisch is de kerstboom die elk jaar mooi staat te wezen? Enkele Brusselse leveranciers proberen vandaag traditie en duurzaamheid zoveel mogelijk te verzoenen. door Andy Furniere

Sociale bioboerderij Ferme Nos Pilifs in NederOver-Heembeek levert al zo’n twintig jaar kerstbomen. “Door de jaren heen hebben we die verkoop altijd meer in lijn gebracht met onze gevoeligheid voor het milieu,” zegt Raphaël Carette van de afdeling ecologisch tuinieren. Zo worden hun sparren veelal biologisch gekweekt, werken ze enkel met kleinschalige Belgische producenten en gebeurt de levering zoveel mogelijk per fiets.

De boerderij stopte dit jaar ook met de verkoop van Fraseri-kerstbomen uit ecologische overwegingen, omdat voor de kweek nogal wat pesticiden nodig zijn. Vandaag zijn er drie soorten te koop: Nordmann, fijnspar en Omorika. De Nordmann is de publieksfavoriet, onder meer omdat hij zijn naalden niet snel verliest.

Hoewel je zou denken dat een kerstboom met kluit duurzamer is, klopt dat niet. Daarom zijn ze niet langer te koop bij de Ferme Nos Pilifs. “In theorie kan je hem na gebruik in de tuin planten, maar de kans is klein dat zo’n boom, met gekortwiekte wortels, de weken in je warme woonkamer gezond doorkomt,” zegt Carette.

De hoofdreden is echter dat het vervoer van kerstbomen met kluit de ecologische voetafdruk van het transport ernstig vergroot. “Onder meer doordat je ook zware hoeveelheden aarde moet vervoeren en vaak plastic zakken gebruikt om de wortels met aarde bijeen te houden.”

Eigenschappen

Nicolas de Biolley van L’arbre de Lëon, dat kerstbomen verkoopt op het Brugmannplein in Elsene, treedt zijn concullega bij. “Als je aarde meeneemt van het kweekveld, breng je bovendien dat veld ernstige schade toe,” legt hij uit. “Daarna moet je dus dat veld helemaal herstellen.” Dat doet de duurzaamheidsmeter verder in het rood gaan.

• Sparafkomstig van de Kaukasus,inWest-Europa geïntroduceerd doorde FinsebioloogAlexander von Nordmann

• Beziteenmajestueuze uitstraling met eenconische tot cilindrischevorm

• Heeftdiepgroenenaaldendie nietprikkenendiehijlang behoudt

Ook bij L’arbre de Lëon staan Nordmann-sparren te koop, maar ook de Nobilis, die in tegenstelling tot de Nordmann een echte dennengeur afgeeft. De Nordmann haalt De Biolley uit België, de Nobilis komt van verder, uit het Franse Bretagne. Van bij het begin, zo’n vijftien jaar geleden, was levering per fiets een absolute prioriteit voor zijn onderneming, al is dat niet altijd mogelijk of rendabel. “Bij 15 tot 20 procent van de leveringen moeten we toch met de bestelwagen uitrukken.” L’arbre de Lëon steunt via de ngo DBA ook herbebossingsprojecten in Afrika.

Beide leveranciers zijn bewust van de ecologische afdruk van kerstbomen. Minstens vijf jaar lang wordt veel energie gestopt in de kweek van een boom die daarna slechts enkele weken in huis staat. De Biolley nuanceert wel. “De bomen slaan tijdens hun groei-jaren wel CO2 op en kunnen na hun dood dienst doen als compost of eventueel pellets. Ze verbranden is uit den boze, dat is slecht voor het milieu.”

De Biolley wijst er ook op hoe milieuonvriendelijk alternatieven uit plastic zijn. “Volgens onderzoeken moet je zo’n plastic boom 25 jaar gebruiken om een kleinere CO2-impact te hebben dan met een echte kerstboom, plus je creëert nadien ook afval.”

Bij Ferme Nos Pilifs bieden ze een socialere en groenere optie aan: exemplaren gemaakt uit gerecycleerd hout, vervaardigd in hun maatwerkbedrijf door mensen met een beperking. “Die worden elk jaar populairder,” zegt Raphaël Carette. “We merken dat de mentaliteit langzaamaan wijzigt.”

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op BRUZZ.be/dossier/botanisch-brussel

‘Zweten maakt je toleranter’

Last van korte en koudere dagen? Eén oplossing: de sauna. Al komt dat in de grotere welnesscomplexen met een serieus prijskaartje. Brusselse Finnen tonen dat het ook anders kan. “Elke gemeente verdient een sauna.”

door Kris Hendrickx foto’s Ivan Put

Na een goeie tien minuten zweten bij 90°C is het mooi geweest. Miikka stapt de kleine en stomende zesmanssauna uit, neemt een koude douche en begeeft zich naar het rustlokaaltje ernaast. Terwijl hij een blauwe Chimay inschenkt, kijken twee landgenoten uit hun stoelen naar een grote foto van een idyllisch Fins meer aan de muur. Miikka neemt een slok en er verschijnt een gelukzalige glimlach op zijn gezicht. “Meer moet dat toch niet zijn?”

Plek van afspraak? De sauna van de Finse zeemanskerk, midden in de Europese wijk. Helemaal achter de Finse winkel komt de bezoeker via een koer en een trapje terecht in een bescheiden zweetcomplex dat hooguit veertig vierkante meter telt. Met een toegangsprijs van 15 euro is een saunabezoek nog betaalbaar.

“Sauna, dat is zweten en ontspannen, maar we komen ook voor het sociaal contact,” vertelt Miikka, die zoals veel Finnen zelf een sauna thuis installeerde. “Zwijgen tijdens zo’n bezoek vind ik onzin. Mannen hebben het vaak moeilijk om een diepgaand gesprek te voeren. Als Finnen zich wél blootgeven, dan is het in de sauna, letterlijk en figuurlijk. We zitten dan naast elkaar en kijken elkaar niet in de ogen, dat is comfortabeler.”

Saunaverantwoordelijke Jaakko valt hem bij. “De sauna is een plek voor gelijkheid. We praten er stilletjes met elkaar en het maakt daarbij niet uit of je arbeider bent of de president van Finland.” De Finnen gaan altijd naakt, doorgaans mannen en vrouwen apart, legt Jaakko uit. “Daardoor leren kleine kinderen al vroeg om naaktheid niet per se met seks te associëren. Ze zien er ook dat er heel verschillende lichamen zijn en niet enkel de perfecte beelden die ze op sociale media zien passeren.”

Dat (half)naakte lichamen hier – in Brussel en België – anders bekeken worden, merkte Miikka niet zo lang geleden nog. “We waren met een groep Finnen naar de sauna gegaan bij een Fins bedrijf in Brussel. Tussen twee saunabeurten door gingen we met een vijftal roken op het trottoir. In Finland begrijpt iedereen meteen dat zo’n gezelschap gewoon een saunapauze neemt. Hier was dat anders. Pas toen er een bus langsreed en we de ontzette blikken van de passagiers zagen, beseften we dat we misschien wel een foute indruk gaven (brede grijns).”

Wellnessparadijs

Miikka en zijn vrienden beleven sauna zoals ook veel Duitsers dat doen: eenvoudig, niet meer dan de basics en elke week, tegen een bescheiden prijs. De basisingrediënten van een dergelijk bezoek zijn erg eenvoudig: je warmt verschillende keren je lichaam op en koelt weer af tijdens rustpauzes. Veel heb je daar niet voor nodig: een Finse sauna, een douche, eventueel een klein koudwaterbekken en een rustruimte. Wie in Brussel zo’n sauna-ervaring zonder franjes zoekt, lijkt eraan voor de moeite. Enkele jaren geleden hadden nog tal van

Miikkael in de sauna van de Finse zeemansmissie. “Als Finse mannen een echt gesprek voeren, is het in de sauna,” zegt zijn saunavriend Miikka.

openbare zwembaden ook een eenvoudige en betaalbare sauna. Maar onder meer in Watermaal-Bosvoorde en Sint-LambrechtsWoluwe sloten de sauna’s de deuren. In Etterbeek overleven de Thermes de L’Espadon wel nog. Saunapuristen zullen de plek wellicht mijden: een badpak dragen is immers verplicht.

Het aanbod in en rond het gewest bestaat vandaag grosso modo nog uit drie

categorieën: er zijn erg dure privésauna’s (waarover later meer), en er zijn de hamams, waar de prijzen nog vaak democratisch zijn, maar waar naakt gaan vaak is uitgesloten (een aparte rustruimte ontbreekt al eens en een Finse sauna is er niet altijd).

Een derde formule die floreert is die van de grote complexen, zoals de Thermen van Dilbeek, net over de grens met Sint-Agatha-

Berchem. Wanneer BRUZZ het complex binnenstapt, staat de autoparking vol en het fietsenrek leeg. Binnen en in de tuin wachten onder meer zes grote sauna’s, een verwarmd binnen- en buitenzwembad, jacuzzi’s en een restaurant. Het geheel wordt opgesmukt met Boeddhabeeldjes, aquaria of een plastic plantenmuur en er is ook in animatie voorzien: een bordje aan de deur vertelt de klanten wanneer ze

bijvoorbeeld in welke sauna terechtkunnen voor een opgietsessie.

Met een toegangsprijs van 35 euro is dit lang niet de duurste bestemming. Al telt de klant er best nog de prijs van een paar drankjes bij: zweten mag, maar eigen water meebrengen is verboden.

Thermen Dilbeek is maar een van de grote sauna-ensembles die zich vooral rond Brussel situeren. Samen met de Thermen van Grimbergen, die van Boetfort en Waer Waters in Groot-Bijgaarden behoort het Dilbeekse complex tot de bekendste rond het gewest. Stuk voor stuk profileren ze zich als wellnessoases, waar bezoekers een hele dag kunnen verpozen en daar vrij diep voor in de portemonnee moeten tasten.

Neem nu een standaard bezoek aan Waer Waters: dat maakt de klant meteen 55 euro lichter. In ruil krijgt die bezoeker toegang tot een “wellness-zenparadijs van 12.000 vierkante meter puur genieten”. De website belooft verder een uitgebreid

belevingsprogramma voor een complete verwendag. Daar horen dan meteen ook zwemvijvers, zoutbaden en verwarmde waterbedden bij.

“Het klopt dat het gezondheidsaspect in België minder belangrijk lijkt,” zegt Etienne Van der Zypen. De eigenaar van Thermen Grimbergen en Boetfort is ook ondervoorzitter van de Belgische Sauna Vereniging. “Zelf ben ik in de saunabusiness gerold in de jaren 1990. Ik was zelf altijd al fan en had een sauna thuis. Zo kwam het idee om er ook een uit te baten. Die bescheiden sauna had succes en is blijven groeien. Veel klanten komen trouwens uit Brussel.”

Back to basics

Geen waterbedden, zwembaden of fancy massages bij Koti Sauna, de mobiele zweethut van Anna Clarac. De Fins-Franse huldigt op een koude donderdagavond aan het Village Partenaire in Sint-Gillis haar tweede sauna in, die ze financierde via

“Met sauna’s creëer je een sociale ruimte. Vergelijk het met de publieke baden waar mensen elkaar vroeger ontmoetten”
Anna Clarac Oprichter Koti Sauna

crowdfunding. Het charmante bouwsel heeft iets van een kleine chalet op wielen, die zo achter een auto kan hangen. Binnen is er plaats voor acht mensen en vooraan is een koperen douchekraan bevestigd. De nieuwe sauna is de tweede die Clarac laat bouwen en waar ze Brussel mee rondtrekt. Koti Sauna stond zo al in de tuin van Grand Hospice, op het dak van Coop in Anderlecht en in het Warandepark. “Het idee ontstond tijdens de pandemie, toen ik gestopt was met mijn consultancyjob,” vertelt Clarac. “Ik wandelde in het Zoniënwoud met een vriendin en fantaseerde over hoe mooi het zou zijn om in de vijvers daar te kunnen zwemmen, natuurlijk met een sauna ernaast zoals in Finland. “Waarom maak je daar je project niet van?” vroeg mijn vriendin. In mijn achterhoofd speelde ik al langer met het idee van een bescheiden wijksauna, en ik koos uiteindelijk voor een mobiele versie.”

Koti Sauna ontstond zo ook als reactie op de saunacultuur in en rond Brussel. “Ik wou terug naar de basis,” legt Clarac uit. “Sauna als gezondheidsinstrument, volks, sociaal en eenvoudig. De sauna’s rond

Miikkael komt voor het contact en de ontspanning.
De sauna van de Finse zeemansmissie: klein, sociaal en no-nonsense.

Brussel lijken wel attractieparken. In Grimbergen zag ik zelfs eens een televisiescherm in een sauna, dat was het toppunt. Door zowel de prijs als de afstand tot die complexen kan je er moeilijk sauna beleven zoals in Finland: regelmatig en om gezond te blijven.”

100 euro per uur

Niet alle sauna’s in het Brusselse liggen veraf. In de stad is er nog een categorie die floreert: die van de privésauna’s. Ze hebben exclusieve namen als Louise, The Lys of Wellness Palace en bieden doorgaans luxe op een beperkte oppervlakte. Denk daarbij aan een klein zwembad, een jacuzzi, een Finse sauna en een enkele keer ook een bed, in ruimtes waar design een grote rol speelt. De prijzen zijn navenant en kunnen tot 200 euro oplopen voor twee uur privéhuur.

De klanten van de privésauna’s zijn doorgaans koppels. Of die dan niet in de verleiding komen om de liefde te bedrijven in hun privéruimte? “Bij de meeste sauna’s is dat niet de bedoeling, maar het komt wel al eens voor,” geeft Christiaan Janssens toe, voorzitter van SpaBelgium, de vereniging van privésauna’s.

“Privésauna’s zijn echt een Vlaams-Brussels fenomeen,” zegt Janssens. “Ze zijn beginnen te bloeien rond het jaar 2000. Zeker in Brussel bestaat het klantenbestand steeds vaker uit bemiddelde mensen met een migratieachtergrond, die niet graag naar een openbare sauna

gaan, zelfs als de bezoekers er hun zwembroek of badpak aanhouden.”

Dat privésauna’s wel overleven en basic sauna’s naast een zwembad bijvoorbeeld niet, heeft alles met de kosten te maken, denkt Janssens. “De personeelskosten lopen hoog op, maar ook de vierkantemeterprijs voor een sauna tikt snel aan, net als de energiekosten de voorbije jaren. Dan probeer je als uitbater een meerwaarde te bieden, die je ook in de prijs kan meerekenen.”

Sauna als sociale lijm

Hoe het anders kan, daarover heeft Anna Clarac wel een mening. “Ideaal zorgen de gemeenten elk voor een

‘CHAQUE

COMMUNE MÉRITE UN SAUNA’

nabijheidssauna, net zoals ze een zwembad hebben,” vindt de oprichtster van Koti Sauna. Zo’n betaalbare sauna die voor iedereen bereikbaar is, heeft volgens haar alleen maar voordelen. “Je maakt er je bevolking gezonder mee en je creëert meteen ook een sociale ruimte. Vergelijk het met de publieke baden waar mensen elkaar vroeger ontmoetten. Zo’n plek draagt zo meteen ook bij tot meer samenhorigheidsgevoel en dus tot een betere samenleving.”

Zowel die ontmoetingen als de ontspanning na een zweetervaring maken een mens toleranter, weet Clarac. “Wie net uit de sauna komt, windt zich niet op over zijn medemens.”

FR Vous souffrez du froid et du manque de lumière ? Le sauna est une solution idéale. Si les grands centres de bien-être sont souvent chers, les Finlandais de Bruxelles proposent des alternatives accessibles. La Mission des Marins de Finlande, au Quartier Européen, offre un sauna authentique, abordable et convivial. Il y a aussi Koti Sauna, le sauna mobile conçu par Anna Clarac. Selon la FrancoFinlandaise, les communes bruxelloises devraient se doter d’au moins un sauna public et sans prétention, pour améliorer le bien-être de leurs habitants.

‘EVERY COMMUNITY DESERVES TO HAVE A SAUNA’

EN Is winter hard to bear? One solution could be a visit to the sauna, but the major wellness complexes aren’t cheap. Some Finnish people in Brussels, however, know how to get around that. For example, a sauna at the Finnish Seamen’s Mission in the European district is still affordable, convenient, and social. You could also try Koti Sauna, Anna Clarac’s mobile sauna. If you ask her, the municipalities of Brussels ought to provide at least one no-nonsense sauna each if they want to do something for the physical and mental well-being of their residents.

Inhuldiging van de nieuwe mobiele Koti Sauna, een charmante zweetchalet op wielen.
Anna Clarac, bezielster van Koti Sauna: “Elke gemeente zou een buurtsauna moeten hebben.”

Wie was Isala Van Diest?

Maya Callizaya zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Sofie uit Sint-Gillis.

Ook een vraag?

Stel je vraag en stem op BRUZZ.be

Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity

In september kwam er op de Thurn & Taxis-site een nieuwe straat bij: de Isala Van Dieststraat. Die naam doet misschien niet meteen een belletje rinkelen, toch was Van Diest een belangrijk iemand. Ze was immers de allereerste vrouwelijke arts van België.

Isala Van Diest werd in 1842 geboren in Leuven in een progressief gezin. Haar vader was arts en haar moeder was actief in feministische organisaties. Het is niet zo verbazend dat Isala zelf een overtuigde feministe was. Ze beschouwde, net als haar vader, arts worden als haar roeping. Daar moest ze wel voor naar Zwitserland, want in België mocht ze op dat moment als vrouw nog geen medische opleiding volgen. Ze studeerde er in 1879 af en werd zo de eerste Belgische vrouw met een universitair diploma. Later werkte ze twee jaar als arts in Engeland, waar het idee van een vrouwelijke dokter al beter ingeburgerd was.

Toen ze terugkeerde naar België, werd haar diploma niet erkend en moest ze extra

examens afleggen. Daarvoor kon ze terecht aan de ULB, waar sinds enige tijd vrouwen wel werden toegelaten. Van Diest legde het traject succesvol af, al deed er zich later een nieuw probleem voor: vrouwen mochten nog niet als dokter werken in België.

In 1884 kreeg ze dankzij een koninklijk besluit uiteindelijk de toestemming, zodat ze de eerste en toen enige vrouw in ons land was die het beroep van arts kon uitoefenen. Pas in 1890 kregen vrouwen definitief toegang tot beroepen als arts of apotheker.

Vooroordelen

In 1884 ging Van Diest aan de slag als arts bij de Brusselse organisatie Le Refuge, een opvanghuis voor vrouwen die de prostitutie probeerden te ontvluchten. Het pand zou aan de Vleurgatsesteenweg in Elsene gelegen hebben. Twee jaar later opende ze in Brussel haar eigen praktijk, al ging dat niet vanzelf. Hoewel ze de toestemming had om het beroep uit te oefenen, werd ze nog steeds met allerlei

hindernissen geconfronteerd. Zo kreeg ze te maken met vooroordelen van zowel patiënten als collega’s. Hierdoor behandelde ze aanvankelijk vooral buitenlandse patiënten, zoals Britten en Amerikanen, die niet vreemd opkeken van vrouwelijke artsen.

Van Diest bleef haar job uitoefenen tot ze op haar zestigste gezondheidsproblemen kreeg. Haar laatste levensjaren spendeerde ze in Knokke. Niet onbelangrijk: ze bleef zich al die tijd inzetten voor vrouwenrechten. Zo was ze samen met Marie Popelin, de eerste vrouwelijke doctor in de rechten, betrokken bij de oprichting van de Belgische Liga voor Vrouwenrechten. Hierdoor pronken de vrouwen samen op muntstukken van 2 euro die in 2011 geslagen werden bij de honderdste verjaardag van de Internationale Vrouwendag. Wandel je binnenkort door de Isala Van Dieststraat, denk dan even aan het pad dat zij heeft geëffend voor veel vrouwen als eerste vrouwelijke arts van België.

ISALA VAN DIESTSTRAAT

Succestrainer op krukken

Als de scheidsrechter een einde maakt aan Crossing Schaarbeek-FC Kelmis steekt de trainer van de thuisploeg zijn loopkruk in de hoogte, onmiddellijk gevolgd door een oerschreeuw, die blijdschap én opluchting verraadt. Voor de derde week op rij heeft de ploeg van Dave De Herdt met 1-0 gewonnen, waardoor het gepromoveerde Crossing ook na speeldag vijftien aan kop gaat van de tweede amateurklasse. Een kwartier later, wanneer de fans zijn bedankt voor de aanmoedigingen, kijkt de in Antwerpen geboren De Herdt eens rond in het bijna verlaten stadion aan de rand van het Josaphatpark: “Hier is veel mogelijk.”

Maar eerst dat verhaal van die kruk, die De Herdt dwingt de hele wedstrijd vanuit de tribune te volgen. Eind oktober speelde Crossing een uitduel in het verre Aywaille. Toen Esteban Casagolda (ex-Leuven en ex-Union) in de laatste minuut van de blessuretijd de 1-2 scoorde, spurtte De Herdt het veld in om samen met zijn jongens de zege te vieren. Nog tijdens de glijpartij over het natte gras hoorde hij het kraakbeengewricht in zijn knie knappen, een nieuw mankement aan het zo al geteisterde lichaam.

de zomer van 2023 in Schaarbeek terecht, zijn eerste ervaring met voetbal in de hoofdstad. Opdracht nummer 1: de ‘Brusselse mentaliteit’ uit het team krijgen. Daarmee bedoelt hij dat zijn spelers, eenmaal op voorsprong, graag overschakelen op galleryplay en het resultaat uit het oog verliezen. Na anderhalf jaar zit het met de discipline wel snor, al waren er laatst toch weer twee jongens die veronderstelden dat ze niet naar de training hoefden te komen omdat ze wegens te veel gele kaarten sowieso niet in kern zaten voor de volgende match. Hun sanctie: de ploegmaats op woensdagavond trakteren op een etentje.

In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld. Deze week:

Af en toe heeft de druk bezette De Herdt tijd om in Schaarbeek rond te wandelen. Veel van wat hij daar ziet, kent hij van de kwetsbare wijk waarin hij opgroeide: het Kiel, thuisbasis van voetbalclub Beerschot. Wijzend in de richting van de Haachtsesteenweg droomt hij ervan de grote Turkse gemeenschap warm te maken voor zijn team. “Maar, ik heb ook jongens met Congolese, Marokkaanse en Armeense roots. De dag dat alles hier in zijn plooi valt, wordt Crossing na Anderlecht, Union en RWDM definitief de vierde ploeg van Brussel.”

AFSCHEID VAN 2024

Volgende week verschijnt het laatste magazine van het jaar, volledig gewijd aan 2024, met Robin Ramaekers en Jacques Borlée.

BRUZZ magazine, vanaf woensdag 18 december overal in de stad

BRAM BLIKT TERUG

Bram Van de Velde ontvangt in zijn middagprogramma enkele opvallende gasten voor een terugblik op 2024. Onder hen Rob Vanoudenhoven en Lize Spit.

In de week van 16 december op BRUZZ radio van 12 tot 13 uur en op BRUZZ tv na BRUZZ 24

Aywaille was trouwens niet de eerste keer dat De Herdt zijn koelbloedigheid verloor. Zo kreeg hij aan het einde van de eerste wedstrijd van het seizoen al eens rood voor protest. Zelf zegt hij dat de Franstalige refs af en toe moeite hebben met zijn Nederlands.

Nu hij met een weerbarstige knie kampt, coacht hij van op een platform in de hoofdtribune, dat nog het best te vergelijken is met de boeg van een schip. Van daaruit laat De Herdt zijn aanwijzingen door het stadion galmen, wisselt hij wetenswaardigheden uit met het publiek of corrigeert hij de grensrechters. Trainers van de tegenpartij hebben al meermaals hun beklag gedaan over dit kostelijke tafereel, maar voorlopig laten de verantwoordelijken hem begaan.

Na passages bij Racing Mechelen, Turnhout en Rupel Boom kwam De Herdt in

In 1973 degradeerde het mythische Crossing samen met Union uit de eerste klasse. Achtenveertig jaar zou het duren voor de Unionisten weer op dat niveau waren. In Schaarbeek zou het al groot feest zijn als de ploeg aan het einde van dit seizoen opnieuw promoveert, naar de eerste amateurklasse. “Dan moeten we naast goed spelen ook meer kansen in doelpunten omzetten,” zegt De Herdt, die in gedachten bij maandagochtend is, als hij zijn job van operationeel manager bij Bpost weer opneemt. Ook daar is december een topmaand. Zo’n 25.000 pakjes per dag verwerken ze momenteel in het regionaal centrum in het Waasland, waar de trainer de plak zwaait. “Ik moet mijn spelers dringend eens uitnodigen, dan kunnen ze met eigen ogen ontdekken hoe efficiëntie eruitziet.”

Luc Kempen

BRUZZ AWARDS

BRUZZ gaat via Instagram op zoek naar de Brusselse maker van het jaar, het mooiste uitzicht in Brussel en de beste markt in de hoofdstad.

Nomineer zelf mensen of plekken via het Instagramkanaal van BRUZZ

Dave De Herdt, een Antwerpenaar in Schaarbeek.

De slaapkamer

Morris is twaalf en woont in Vorst: “Dat everzwijn heb ik gekregen voor het lentefeest. Hij komt uit een antiekwinkel.”

‘Teleporteren lijkt me wel wat, dan moet ik minder vroeg opstaan’

Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat bij Morris (12) die met zijn zusje en ouders in Vorst woont. “In het weekend ga ik graag met papa naar het Vossenplein.”

door Annelies Bontjes foto Saskia Vanderstichele

Je hebt veel medailles, waar heb je die mee gewonnen?

Veel zijn van voetbal. Er is er ook een van mijn mama, die kreeg ze omdat ze de 20 km van Brussel heeft gelopen. Dit jaar ga ik meelopen met haar.

Doe je nog meer sporten?

Pingpong. Op school hebben we vier pingpongtafels, dus toen ben ik daar mee begonnen. Ik heb zelf een tafeltennisbatje gemaakt bij techniek.

Voetbal je dan niet op school?

Nee, want de ballen zijn kwijt.

Weet je al wat je later wilt worden?

Iets met sport. Ik vind alle sporten leuk, vooral als het met een bal is.

Je hebt een gezellige slaapkamer, ben je er veel?

Niet echt, want ik kom laat thuis van school. Ik ben hier alleen als ik naar bed ga.

Welk dier hangt er aan je muur?

Een everzwijn. Dat heb ik gekregen voor het lentefeest. Hij komt uit een antiekwinkel.

Je hebt nog opgezette dieren?

Ja, ik heb zes reeën, die heb ik op de markt bij het Vossenplein gekocht. Daar ga ik ongeveer een keer per week naartoe met mijn papa. Dan staan we vroeg op, als mijn zus en mijn mama nog slapen, en we kopen altijd wel iets. En dan eten we daarna een croque-monsieur bij La Clef d’Or.

Wat heb je er al gekocht?

We hebben daar twee zetels gevonden. En ik heb veel leuke boeken en strips gevonden, van

Jommeke, Suske en Wiske, en Kiekeboe. Ik lees veel boeken, gemiddeld twee per week.

Heb je een lievelingsboek?

Cherub. Dat is een reeks van tien boeken, ik heb ze allemaal al vijf of zes keer gelezen.

Wanneer lees je?

Na school of voordat ik ga slapen. Soms lees ik tot 1 uur.

Je mama zei dat je sinds dit jaar bent gewisseld van het Franstalige naar het Nederlandstalige onderwijs. Is er veel verschil?

Eigenlijk niet, want iedereen in mijn klas spreekt Frans. In de les spreken we Nederlands, maar tijdens de speeltijd Frans. Ik vind dat wel goed, want soms zeg ik dingen in het Frans zonder dat ik het weet.

In de klas spreek je nooit Frans?

Nee. Ze waarschuwen twee keer en bij de laatste krijg je straf.

Is dat al eens gebeurd?

Nee, maar we hebben al wel met de hele klas een straftaak gekregen.

Is er nog een taal die je zou willen leren?

Engels en Italiaans, want mijn vriend is naar Italië gegaan.

Wat doe je graag in Vorst?

Eigenlijk ben ik hier niet veel. Ik ga meestal naar Elsene, Molenbeek of het Vossenplein.

Wat zou jij verbeteren als je de burgemeester van Vorst was?

Meer voetbalvelden en pingpongtafels neerzetten. Want dan zou ik hier meer zijn.

Ik heb gehoord dat je al vaak bent verhuisd in je leven?

Ja, zes keer.

Hoe vind je dat?

Niet zo leuk, maar ik heb wel overal vrienden gemaakt. Meestal houden we wel contact.

Heb je een eigen telefoon?

Ja, ik heb een tijdslimiet van één uur en een kwartier per dag. Daar heb ik wel genoeg aan.

Wat doe je dan?

Ik speel spelletjes als ik in de tram zit, want anders verveel ik me. Ik speel Brawlstars.

Wat voor superkracht zou je willen hebben?

Teleporteren. Ik zou uitslapen, een beetje lezen en dan snel op school zijn. Want nu moet ik altijd opstaan tussen zes uur en halfzeven.

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer

‘J’AIME ALLER À LA PLACE DU JEU DE BALLE’

FR Cette semaine, Bruzz s’invite dans la chambre à coucher de Morris Il a 12 ans et habite à Forest avec sa petite sœur et ses parents. « Le week-end, j’aime bien aller à la Place du Jeu de Balle avec papa. J’y ai déjà acheté six cerfs empaillés. Et beaucoup de bandes dessinées, je lis vraiment beaucoup. »

“Ik ben al zes keer verhuisd. Dat is niet zo leuk, maar ik maak wel overal vrienden”
‘I LIKE GOING TO VOSSENPLEIN/PLACE DU JEU DE BALLE’

EN Every week, BRUZZ visits a child in Brussels in their bedroom. This time we meet up with Morris (12) who lives with his sister and parents in Vorst/ Forest. “On weekends, I like going to Vossenplein/Place du Jeu de Balle with my dad,” he says. “I have found six stuffed deer there, and loads of comics. I really read a lot.”

Nieuwe Brusselse designmarkt zet jonge modeontwerpers in de kijker

‘Brusselse mode is classy, trashy en queer’

Eclectisch, zelfbewust, en goedkoop. Dat typeert de Brusselse kledingstijl onder jongeren. Zes Brusselaars geven voor de lens van BRUZZ tekst en uitleg over hun outfit en wat de keuze van sommige kledingstukken wil zeggen over de wereld en henzelf. door Indra Rypens foto’s Emiel Viellefont

Volgend weekend vindt in Track, het voormalige treinmuseum in BrusselNoord, de eerste Brusselse Designers Market van Tribu North W24 plaats. Ftouma Laayoune, die achter het initiatief zit, wil de focus leggen op de collecties van jonge Brusselse ontwerpers, en wil de starters een platform geven in “de bikkelharde

modewereld”. BRUZZ liet zich inspireren door de inzichten van Laayoune en andere modeontwerpers die tentoonstellen, zoals Lisa De Keuleneire, en trok vervolgens de straat op om te kijken of er effectief zoiets bestaat als een Brusselse look-and-feel? Zes jongeren deden mee en wilden voor de camera de betekenis van hun outfit uitleggen. “Mijn stijl is somber, zoals de stad zelf.”

Charlotte de Vries Maija McGlynn Tim Coussement
Flore Levesque Flore Gautier Noah Legland
“Brusselaars zijn erg goed in het doen lijken alsof alles wat ze dragen erg duur overkomt”
‘Een leuke outfit kan je opbeuren bij slecht weer’

“Brusselse mode is cool, praktisch en queer,” klinkt het bij Maija McGlynn (25) en Charlotte de Vries (25), twee beste vriendinnen die BRUZZ ontmoet in een koffiebar in het centrum van de stad. Beiden studeren ze aan de ULB.

“Brussel is een van de meest multiculturele steden ter wereld en dat merk je aan wat mensen dragen,” zegt Charlotte.

“Er is niet één stijl, jongeren brengen in hun outfits verschillende elementen samen en doen het werken.”

Ook zij denken dat de veelheid aan tweedehandswinkels de mode momenteel beïnvloedt.

“Brusselaars zijn erg goed in het doen lijken alsof alles wat ze dragen erg duur overkomt, maar eigenlijk is het goedkoop,” lacht Maija.

Ook het sombere weer speelt volgens Maija – die een tijdlang in Spanje heeft gewoond – een rol in de kledingkeuze. “In het zuiden dragen mensen vaak een simpele T-shirt met een rok. In België moet ik creatiever omgaan met mijn outfits, omdat ik door het slechte weer meerdere laagjes moet dragen. Mensen willen zichzelf ook opbeuren bij slecht weer en een leuke outfit kan daarbij helpen. Er is veel wat een mens niet kan controleren, maar de keuze van een outfit wel.”

“Brussel is een bijzonder artistieke stad, waarbij kleding gebruikt wordt om jezelf uit te drukken, maar ook om mensen aan te trekken die zijn zoals jij. Het kan bijdragen aan een gevoel van belonging tussen mensen van dezelfde groep,” zegt Charlotte nog.

‘Elders kleuren mensen meer binnen de lijntjes’

“Er zit niet echt een filosofie achter de stijl van de Brusselaar. Maar het klopt: mensen durven wel meer te experimenteren,” zeggen Flore Gautier (25) en Flore Levesque (25). “Bijvoorbeeld door stukken te combineren die je niet meteen samen zou verwachten, maar het resultaat klopt gewoon.”

Gautier is tattoo-artieste en Levesque zit in haar laatste jaar beeldhouwkunst. Samen vormen ze een koppel.

“Op sociale media zie ik soms video’s waarin mensen vragen wat een absolute no-go is. In Brussel bestaat dat volgens mij niet.

Alles kan,” zegt Levesque. Gautier knikt. “Toen ik een paar jaar geleden vanuit Frankrijk naar Brussel verhuisde, deed ik mijn best om een stijlvolle outfit te kiezen voor een avondje uit.

Maar in de bar viel het me op dat niemand zich druk leek te maken over wat ze precies droegen,” lacht ze.

Ook Lisa De Keuleneire, betrokken bij de organisatie van Tribu North W24, ziet de creatieve, schijnbaar nonchalante mismatch van lagen, texturen en prints als een typisch Brussels gegeven. “In andere steden kleuren mensen meer binnen de lijntjes,” oordeelt

ze. Ook in make-up en accessoires durven Brusselaars verder te gaan. “Ik hou van een maximalistische stijl als het op ringen aankomt. Qua kleding varieert mijn look dagelijks, soms erg vrouwelijk en sexy, de andere keer juist relaxed en baggy.”

Flore Gautier: “Ik omschrijf mijn stijl als een mix tussen classy en trashy.” Lisa: “Typisch voor de Brusselaar is dat kleding weerspiegelt wie ze zijn, zonder dat ze zich erdoor laten definiëren. De zelfverzekerdheid die van hen afstraalt, tilt de outfit naar een hoger niveau.”

‘Ik draag vooral kleren van mijn lief en mijn vrienden’

Bij Noah Legland (21), die BRUZZ in het centrum tegen het lijf loopt, valt vooral zijn Freitagschoudertas op, volgens modeontwerper Ftouma Laayoune een typisch item voor de Brusselaar.

“De Brusselse stijl is een beetje somber. Het is als een spiegel voor de stad zelf, die best grijs kan zijn,” zegt de filmstudent. Legland heeft een tijdje in Montreal, Canada, gewoond, waar mensen zich veel kleurrijker kleedden. “Ik ben teruggekeerd naar Europa, omdat ik het toch te koud vond,” lacht hij.

Zelf vindt hij het belangrijk om kleren te dragen die comfortabel zitten en praktisch zijn. Toch sluipen er ook persoonlijke touches in zijn stijl. “De kleren die ik aanheb, zijn vooral van mijn lief en vrienden,” geeft hij toe. Toch is er nog een extra dimensie aan mode, volgens de jonge Brusselaar. “Mensen in deze stad dragen hun kledij ook als een schild tegen de wereld om zich heen die soms hard uit de hoek kan komen. Een karaktervolle outfit beschermt hen.”

“Mensen in deze stad dragen hun kledij ook als een schild tegen de wereld om zich heen”
‘Tweedehandskledij hangt vaak samen met een linkse politieke ideologie’

In de Marollenwijk komt Tim Coussement (24) op zijn wandelschoenen van het merk La Sportiva voorbij. Hij is onderweg van zijn werk naar huis. Een baggy trainingsbroek en zwarte leren jas vervolledigen de outfit. “La Sportiva of Salomon-wandelschoenen zijn geliefd bij veel Brusselaars,” zo weet modeontwerper Ftouma Laayoune van de Brusselse Designers Market van Tribu North W24. “In de stad zijn mensen vaak druk in de weer. Daarom zijn schoenen die zowel praktisch als modieus ogen erg in trek.”

“De kleren die ik vandaag draag, komen – op de schoenen na – bijna allemaal van de Vlooienmarkt op het Vossenplein,” zegt Tim terwijl hij wijst naar zijn jacket. “Veel Brusselaars geven de voorkeur aan tweedehandskleding, wat vaak samenhangt met een linkse politieke ideologie. Met je kledij wil je uitstralen hoe je denkt. Veel gelijkgezinde mensen kopiëren dan elkaars stijl en zo vind je elkaar.”

Ook de mullet, bivakmutsen en de grote invloed van queercultuur op kleding noemt Tim typisch Brussels. “Het is niet altijd heel chic of klassevol, maar dat hoeft niet,” lacht hij.

Tribu North W24 Brussels Designers Winter Market, 14 en 15 december, van 11 tot 18 uur, Track Brussels. Info: www.track.brussels/nl-be

door Karl Meesters

De Stad der blinden

Wat als iedereen in Brussel plotsklaps blind zou worden? Ik stel het me weleens voor.

Niet als straf, maar als sociaal experiment. Zou het uitlopen op een chaotisch inferno? Saramago achterna? Of zouden samen met het zicht en het uiterlijke vertoon veel vooroordelen wegvallen? Geen kledij, haardracht, gestalte of huidskleur om af te keuren. Geen blikken die van op afstand taxeren, beoordelen, nakijken of afwijzen.

Karl Meesters is concertorganisator bij rien à voir en presentator van het VRT-programma Niks Te Zien, waar hij als slechtziende met bekende gasten op reis gaat. Hij schrijft tweewekelijks over zijn Brussel.

Wat blijft er over als je enkel nog stemmen hoort, aanrakingen voelt en afhankelijk bent van wat mensen werkelijk zeggen en doen? Zou de stad menselijker worden of net het omgekeerde?

Zou de onverdraagzaamheid, zo vaak door blik en beeld gevoed, op slag verdampen? Hoe zou Brussel het op Tripadvisor doen als Stad der blinden?

‘Bruxelles ma belle’ is niet zomaar een stad, maar een stad die zichzelf op de kaart zette als het kloppende democratische hart van Europa, waar vrijheid en verdraagzaamheid hoog in het vaandel gedragen worden. Politiek, door de aanwezigheid

van de Europese instellingen. Militair, door het hoofdkwartier van de NAVO. En toch worstelt ze in haar straten met haar eigen demonen. Ik kreeg het schaamrood op de wangen toen ik enkele maanden geleden hoorde dat Grindr, een datingapp voor queer mensen, haar gebruikers waarschuwde voor Brussel. Voorzichtig zijn, luidde het pop-upscherm, wegens verschillende gevallen van homofoob geweld.

Onverdraagzaamheid

Die onverdraagzaamheid kent helaas vele gezichten. Het is niet alleen de extreme vorm van homofoob geweld waar Grindr voor waarschuwt. Het is ook de dagelijkse seksuele intimidatie die vrouwen moeten ondergaan wanneer ze bepaalde wijken of straten passeren. Maar even goed de frustraties van jongeren met migratieachtergrond die worden geweigerd aan de deur Brusselse discotheken.

Hoe kan de hoofdstad van Europa, met 184 nationaliteiten de tweede meest kosmopolitische stad ter wereld, en die daarom symbool staat voor de diversiteit, zo falen in het beschermen van haar eigen identiteit? Het is een pijnlijke paradox. Een paradox die niet alleen een lelijke kant van Brussel blootlegt, maar ook de

kwetsbaarheid van onze idealen: de vele talen, culturen en levensstijlen die Brussel zo aantrekkelijk maken, leiden tegelijkertijd tot heel wat spanningen en conflicten.

Verdraagzaamheid is geen vanzelfsprekendheid. Het is nooit definitief verworven. Het is een keuze die we – als individu en als gemeenschap – elke dag opnieuw moeten maken. Het is een bewuste keuze om dat fluisterende stemmetje in ons hoofd de mond te snoeren en iedereen een kans te geven, twee zelfs, alvorens een oordeel te vellen. Als persoon met een beperking weet ik hoe het voelt om tegen vooroordelen aan te lopen, ook goedbedoelde. Ze doen pijn. Ze snijden dieper dan ik soms durf toe te geven. Ze raken een mens tot in het diepste van zijn ziel. Daarom wens ik ieder van u in deze eindejaarsperiode wat tijdelijke blindheid toe. Nogmaals: niet als straf, niet als vloek, maar als aanmoediging om onze blik naar binnen te richten en aan introspectie te doen, alvorens de andere te taxeren en te beoordelen.

Reeks nalezen?

Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column

Uw gids door de culturele agenda 13 > 19/12

‘Soms moet je gewoon je eigen verhaal claimen’

Op Comic trip kruipt de Gentse singer-songwriter Sylvie Kreusch in de huid van Superwoman en neemt ze het schoonheidsideaal op de korrel dat ook jonge dertigers wordt opgedrongen. “Ik vind al die fitnessmodellen en reclame voor afslankpillen op sociale media heel toxisch.”

Muziek Sylvie Kreusch slaat haar vleugels open

Er zijn twee kanten aan mij,” zegt Sylvie Kreusch (33) midden in het interview naar aanleiding van de release van haar tweede soloalbum. “Ik heb iets heel afstandelijks. Zelfs mijn lief kan soms niet tot mij doordringen. Maar tegelijk ben ik superopen.” Gelukkig schuift vandaag de praatgrage versie aan, die het mysterie wel bewaart voor het podium, zoals binnenkort weer twee avonden op rij in de AB. “Ik zou het heel vermoeiend vinden om ook na mijn optredens nog dat podiumpersonage te moeten zijn,” lacht ze. “Vandaag verwacht men van artiesten dat ze altijd extravert zijn. Maar bij mij beperkt zich dat echt maar tot dat uur of anderhalf uur op het podium. Er bestaan veel filmpjes waarop ik als driejarige voor de spiegel aan het dansen ben, maar eigenlijk wilde ik ook als kind al niet te hard opvallen. Ik kroop graag in mijn schulp.”

Misschien is haar podiumbubbel dus alleen maar het schijnbaar tegenstrijdige verlengstuk van die schulp, waarlangs via wat toegevoegd enigma ook enkele innerlijke demonen makkelijker hun weg naar buiten vinden. Op haar solodebuut Montbray schreef Kreusch de breuk met Balthazar- en Warhaus-zanger Maarten Devoldere van zich af. Nu een gesetteld leven wenkt met acteur Flor Van Severen moest de inspiratie voor opvolger Comic trip van elders komen. Met zijn speelse laagjes en nostalgische flashbacks knipoogt het album zowel naar Serge Gainsbourgs ‘Comic strip’ als naar de stripcollectie van haar (groot)vader, als wilde ze een opkomend verlangen naar kinderlijke onbezonnenheid counteren. Al dan niet aangelengd met een scheut jeugdtrauma en Ennio Morricone-vibes zorgt dat hier en daar alsnog voor wat extra drama op een voor de rest opvallend montere plaat. Zo ging de weg naar het podium alvast niet vervelen. “Meer

Sylvie Kreusch: “Er gaat veel aandacht naar jonge, pas beginnende artiesten. Over vrouwelijke muzikanten van 40 heeft men het nauwelijks, terwijl ik daar nog meer respect voor heb, omdat ik weet dat ze ook al veel tegenslagen te verduren hebben gekregen, maar toch nooit hebben opgegeven.”

zelfs, het in elkaar knutselen van een imago, met al de kleren en de video’s erbij, heb ik altijd erg fijn gevonden. Zeker nu verbeeldingskracht een thema was, lagen alle mogelijkheden open en ben ik enthousiast in mijn Superwoman-pakje gekropen. Dat moest ik sowieso nog afvinken.”

We zeggen dat de podiumpersoonlijkheid en het privéleven van artiesten vroeger veel strikter gescheiden waren, terwijl ze nu door sociale media vaak kriskras door elkaar lopen. “Maar maakten paparazzi vroeger niet de verhalen voor de sterren? Nu kan je als artiest als het ware je eigen realityshow runnen, vertellen wie je echt bent en ook zelf nog kiezen hoe ver

“Van artiesten wordt verwacht dat ze altijd extravert zijn. Maar bij mij beperkt zich dat echt maar tot dat uur of anderhalf uur op het podium”
Sylvie Kreusch

je daarin gaat. Soms moet je gewoon je eigen verhaal claimen.”

Achter de schermen

Kreusch’ openhartigheid slaat alvast aan bij haar publiek. “Als artiest voel je heel hard het verschil tussen mensen die op een beoordelende manier een comment achterlaten op je socials of echte fans die heel trouw en goudeerlijk zijn. Voor een van de nieuwe videoclips had ik fans uitgenodigd om mee te figureren. In de eerste plaats omdat we met kleine budgetten werken en uiteraard geven we hun ook een concert ticket, maar ze waren zo dankbaar dat ze achter de schermen even deel mochten uitmaken van het maakproces. Het was fijn om hun ook de andere kant eens te tonen, want normaal krijgen ze altijd de bewerkte beelden te zien.”

Die ongekunsteldheid, die wat afsteekt tegen haar meer gestileerde podiumact en gelaagde muziek, geniet in het bijzonder bijval bij gen Z’ers. “Zij zijn dan ook opgegroeid terwijl ze zichzelf filmden, zitten de hele tijd online en hebben nog minder gêne. (Lacht) Het valt me op dat jonge, pas beginnende artiesten heel veel aandacht krijgen. Over vrouwelijke muzikanten van 40 heeft men het nauwelijks, terwijl ik daar nog

meer respect voor heb, omdat ik weet dat ze ook al veel tegenslagen te verduren hebben gekregen, en toch nooit hebben opgegeven. Dat soort rolmodellen mis ik. Ja, er is Caroline Polachek, en nu ook Charli XCX, die van mijn generatie is. Maar toch gaan veel mensen ervan uit dat ze uit het niets komt, terwijl ze al superlang bezig is.”

Altijd jong

In ‘Butterfly’ neemt Kreusch de heersende schoonheidsidealen op de korrel. “Het enige (maatschappij)kritische nummer dat ik ooit schreef,” klinkt het. “Maar net als de meeste andere songs is het ook gewoon een boodschap aan mezelf, waarvan ik dan hoop dat andere vrouwen er zich in zullen herkennen. Ik ben niet anders dan alle andere vrouwen. Soms krijg ik de vraag of ik als vrouw niet het gevoel heb dat we nu vrijer kunnen zijn, in hoe we eruitzien. Dat vind ik totaal niet. Al die fitnessmodellen en reclame voor afslankpillen op sociale media zijn heel toxisch. Men zegt vaak dat ze gevaarlijk zijn voor tieners, maar dat geldt ook voor dertigers, want die merken dat hun lichaam aan het veranderen is en hun wordt het idee opgedrongen dat ze altijd jong moeten blijven. Ik heb het gevoel dat het nog nooit zo erg is geweest, ook omdat er meer middeltjes zijn. Plastische chirurgie is allang geen ver-van-mijn-bedshow meer. Als je het geld hebt om de beste dokters te betalen, zie je het verschil tussen echt en nep ook niet meer. Dat vind ik nog gevaarlijker dan op latere leeftijd rondlopen met zo’n typische plastischechirurgiekop, want dat is eerlijker.”

“Ik vind het belangrijk om mij goed in mijn vel te voelen als ik op het podium sta,

TRIP COMIQUE EN COMPAGNIE DE SYLVIE KREUSCH

FR Sur son premier album solo, Sylvie Kreusch s’était libérée de sa rupture avec Maarten Devoldere, le chanteur de Balthazar et Warhaus. Dans Comic Trip, l’Anversoise, qui a depuis emménagé à Gand avec l’acteur Flor Van Severen, incarne Superwoman et suit à la lettre l’idéal de beauté des jeunes trentenaires. « Ces mannequins ultra-sveltes et ces pubs pour des pilules amaigrissantes sur les réseaux sont toxiques », dit-elle. L’album aborde aussi les responsabilités de l’âge adulte, tout en soulignant : « Être artiste, c’est rester enfant, et cela reste difficile à concilier. »

want er staan duizenden mensen naar mij te kijken. Dan gaat het weleens door mijn hoofd dat zoiets misschien een goede investering zou zijn. Maar aan de andere kant wil je trouw blijven aan jezelf.” Is ze dan niet blij dat een nieuwe generatie artiesten een meer ongedwongen houding aanneemt over hun lichaam? “Als het van Billie Eilish of Chappell Roan afhangt, moeten we er inderdaad niet meer uitzien als het klassieke Instagram-model, en gelukkig maar. Maar vrouwen van mijn generatie hebben vaak een lange relatie achter de rug en zien pakweg op hun 32e hun ex iets beginnen met iemand van 23, terwijl zij achterblijven met hun eierstokken en hun eitjes. Er zit echt wel druk op de ketel bij die leeftijdsgroep.”

Artiest zijn is puberen

Ook daarom zegt ze blij te zijn dat ze zo’n wilde pubertijd heeft gehad, al liep het weleens uit de hand en was het een grote opluchting toen er zich met muziek een focus en levensdoel opdrong. “Je tienerjaren zijn vooral een interessante periode om op je bek te gaan en jezelf te leren kennen op het vlak van liefde en vriendschap, precies omdat je nog niet bezig hoeft te zijn met het uitbouwen van een carrière. Comic trip gaat ook over al die verantwoordelijkheden die erbij komen als volwassene – leningen, papierwerk … – en ik heb niet eens kinderen. Want tegelijk wil je toch ook artiest zijn. En artiest zijn is kind zijn. Artiest zijn is puberen. Dat blijft worstelen.”

Comic trip is uit bij Sony, op 18 en 19/12 staat Sylvie Kreusch in de AB, abconcerts.be

TAKE A COMIC TRIP WITH SYLVIE KREUSCH

EN Sylvie Kreusch used her solo debut Montbray to put words to the break-up with Balthazar and Warhaus singer Maarten Devoldere. On the follow-up Comic trip, the Antwerp native who is now based in Ghent assumes the role of Superwoman and takes issue with the beauty ideals being forced on 30-somethings. “All those fitness models and ads for weight-loss pills on social media are very toxic,” she says. But Comic trip is also about the responsibilities that come with being an adult. “Whereas being an artist is being a child, that struggle continues.”

bij

Pop & JazzExpo Film

Geraffineerde americana

“It can all blow up now, the time is right,” zingt Quinten Vermaelen in ‘Blow up’, het lichtjes omineuze nummer waarmee de zanger het nieuwe album van zijn band Calicos aftrapt. Sugarcoat it heet die plaat, maar de Antwerpenaren zijn niet meteen van plan om hun én onze sores toe te dekken met een glanzend laagje suiker. Voor de geraffineerde americana van Vermaelens project is The War on Drugs nog steeds een ijkpunt, met intussen ook wat toefjes eighties-Bruce en Sharon Van Etten.

CALICOS 15/12, Ancienne Belgique, abconcerts.be

Duikvlucht

De Antwerpse duivel-doet-al Bert Dockx (in een ander leven frontman van Dans Dans, Flying Horseman en de Bert Dockx Band) vernoemde zijn jazzcombo Ottla naar de jongste zus van de Tsjechische schrijver Franz Kafka, die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan haar einde kwam in een concentratiekamp. Op zijn tweede album, het eerder dit jaar uitgebrachte Vogel, neemt het kwartet een onversaagde duikvlucht langs jazz, noise, krautrock en afrobeat.

OTTLA 13/12, Flagey, flagey.be

Schudden voor gebruik

Justice keerde deze lente na een radiostilte van acht jaar terug met zijn vierde album, Hyperdrama. Daarop zocht het Franse producersduo een middenweg tussen de harde rockesthetiek van zijn debuut en de door Giorgio Moroder bestoven discopop waarmee het tweetal op latere platen begon te dwepen. Kevin Parker van de Australische band Tame Impala mocht mee met de discobol schudden, benieuwd of hij dat ook in Vorst zal doen. (TZ)

JUSTICE 19/12, ING Arena, ing.arena.brussels

Digitale filter

De Botanique presenteert twee gloednieuwe creaties van de Frans-Brusselse digitale fotokunstenaar Ethel Lilienfeld. De nieuwe fotoserie iiDOLLS exploreert verder de mogelijkheden en de problematiek van het gedigitaliseerde lichaam in een virtuele setting. De installatie Invisible filter is geïnspireerd op de anekdote van een Chinese vrouw van middelbare leeftijd die een AI-gezichtsfilter zag crashen tijdens een livestream.

ETHEL LILIENFELD: DE OMHELZING VAN DE PADDEN 20/12 > 26/1, Botanique, botanique.be

Kabouter Action

De Frans-Brusselse fotograaf Emile Rubino bevraagt de fotografie en plaatst het medium in een sociale context. De voormalige resident van Wiels toont in Affiliate –Wiels’ satellietruimte in het centrum, die zich toespitst op het oeuvre van alumni van het residentieprogramma – nieuw werk, dat draait rond een beeldje van een kabouter die centraal stond in een fotowedstrijd van de populaire consumptieketen Action.

EMILE RUBINO: SPRINGTIME CHALLENGE 12/12 > 4/1, Affiliate, wiels.org

Lambé maal twee

Het intrigerende werk van de Belgische tekenaar en stripmaker Eric Lambé beklijft altijd, ook al gebruikt hij verschillende technieken. De nieuwe Brusselse Galerie Martel toont een selectie van de originele tekeningen van zijn reeks 19m2, waarin hij een soortgelijke kleinere ruimte op verschillende manieren vult, en van het beeldverhaal Antipodes, dat hij onlangs maakte met scenarist David B. (Vallende ziekte). (MB)

ÉRIC LAMBÉ, 19M² – ANTIPODES 14/12 > 1/2, Galerie Martel BXL, galeriemartel.com

Wakker de witte rook aan

De Brusselse regeringsvorming is kinderspel vergeleken met de pausverkiezing in Conclave. Na de dood van de paus komen de kardinalen in het Vaticaan bijeen om een nieuwe pontifex aan te duiden. Een uitmuntende Ralph Fiennes moet als kardinaal Lawrence de door corruptie, vetes en machtsspelletjes geteisterde verkiezing in goede banen leiden, terwijl hij zijn geloof nagenoeg verloren is. Deze fraai gestileerde thriller is hoogst entertainend.

CONCLAVE UK, dir.: Edward Berger, act.: Ralph Fiennes, John Lithgow, Stanley Tucci

Xprmntl flm

Het Koninklijk Belgisch Filmarchief – roepnaam: Cinematek – werd onder conservator Jacques Ledoux even een wereldspeler. Dat lag aan de fenomenale collectie, maar ook aan festivals als Âge d’Or en EXPRMNTL. De traditie om vernieuwende filmmakers te lanceren verloor wat van haar sprankel, maar bestaat wel nog. Volgend weekend staat volledig in het teken van Âge d’Or en dus van subversieve en experimentele cinema.

ÂGE D’ÔR WEEKEND: EXPRMNTLFILMFESTIVAL 14 & 15/12, Cinematek, cinematek.be

Megalomane flop

Megalopolis is een flop, maar dan wel een die je misschien met je eigen ogen wilt hebben gezien. Omdat de megalomanie ervan afspat, de mislukking fascineert, er fantastische ideeën in zitten en regisseur Francis Ford Coppola met de The godfather-trilogie, Apocalypse now en The conversation vijf meesterwerken afleverde. Of uit respect voor een legende die zijn miljoenen niet oppot en liever investeert in een passieproject. (NR)

MEGALOPOLIS US, dir.: Francis Ford Coppola, act.: Adam Driver, Giancarlo Esposito, Aubrey Plaza

Conclave
Ethel Lilienfeld
Calicos

Klein onderhoud

Yves Degryse en Berlin spelen al twintig jaar met feit en fictie

‘Waarom hechten we aan waarheid?’

Theatergezelschap Berlin viert dit jaar zijn twintigste verjaardag, en stak in die twintig jaar onder meer een Ultima voor Podiumkunsten en vier selecties voor het TheaterFestival op zak. True copy, een stuk uit 2018, is een van de langstlopende projecten van Berlin, dat zijn werk op de scheidslijn tussen fictie en documentaire sowieso graag lang op het repertoire houdt. “We wilden van bij het begin de routine van acht weken repeteren en twee maanden touren doorbreken,” legt stichtend lid Yves Degryse uit. “Omdat we veel in het buitenland werken, en rond zeer universele thema’s, hebben onze projecten het in zich om lang mee te gaan. Zo konden we ook telkens een jaar of zelfs anderhalf jaar de tijd nemen voor het maakproces.”

True copy gaat over de Nederlandse meestervervalser Geert Jan Jansen, die in 1994 geklist werd met in zijn atelier meer dan 1.600 vervalsingen van grootmeesters als Picasso, Matisse en Hockney. Waarin zat de aantrekkingskracht van een theaterstuk over hem?

Degryse: “Om te beginnen is hij een heel aimabele en intrigerende persoonlijkheid met een ongelofelijk levensverhaal. Dat levensverhaal was voor ons ook een vertaling van een aantal thema’s, zoals de mechanismen van de kunstmarkt en het belang dat we hechten aan waarheid en authenticiteit. Hoe komt het dat een schilderij waardoor je hevig ontroerd wordt, plots alle emotionele en financiële waarde verliest wanneer iemand in je oor fluistert dat het een vervalsing is?”

True copy speelt het spel van waarheid en fictie voluit. Niet in het minst met een opzienbarende twist in het stuk, die al die jaren nauwelijks gespoild werd voor nieuwe kijkers. En wellicht is de voorstelling alleen nog maar relevanter geworden nu post-truth en AI begrippen zijn geworden. “Absoluut,” zegt Degryse. “De betekenis van de voorstelling verschuift door wat er zich ondertussen in de buitenwereld afspeelt. Er zijn lagen bijgekomen, en sommige uitspraken van Geert Jan in de voorstelling vallen nu anders.”

Sinds Degryse vorig jaar samen met Barbara Raes en Melih Gençboyacı de artistieke leiding van NTGent op zich nam, schoof Berlin het Gentse stadstheater in als huismaker. In mei gaat de nieuwe creatie Living apartment together in première. Ondertussen krijgen ook jonge makers als Fien Leysen en Emma Lesuis ruimte bij het gezelschap. “We willen de deuren en de ramen van Berlin openzetten om onze structuur en expertise te delen en te verrijken.”

True copy van Berlin is te zien op 16/12 in CC W:Hall, kunstencultuur.woluwe1150.be

Select Aanraders van de week

PodiumKlassiek

DAVID MURRAY QUARTET

DE LOOZE, MORGAN, BARON, ROBERTS

AMY GADIAGA

CAMILLA GEORGE IRREVERSIBLE ENTAGLEMENTS

FLOCK

YOTIS

IMMANUEL WILKINS QUARTET DISHWASHER_

CRAIG TABORN QUARTET & BRUSSELS PHILHARMONIC

JAS KAYSER

KHALAB

KVR & MANY MORE

Onsterfelijk

Het jonge Gentse theatergezelschap Werktoneel van regisseur Jesse Vandamme gaat na het succes van de voorstelling Gruis / aan de twijfel op onderzoek naar de soms absurde manieren waarop de mens een gooi doet naar onsterfelijkheid. Vier acteurs bevragen met behulp van de betere invriestechnieken en wat moreel discutabel langlevendheidsonderzoek het nut en de noodzakelijkheid van de dood.

JESSE VANDAMME/WERKTONEEL/NTGENT:

AAN DE START VAN DE BRUG 17 & 18/12, KVS BOX, kvs.be

Bijna dood

Voor de solo This is la mort inspireerde ex-P.A.R.T.S.-studente Zoé Lakhnati zich op de The mnemosyne atlas van de Duitse kunsthistoricus Aby Warburg, een associatief beeldenboek uit het begin van de twintigste eeuw. Lakhnati creëert met haar lichaam eenzelfde beeldenstroom van lichamen die op sterven na dood zijn en je bekend kunnen voorkomen uit pakweg de klassieke schilderkunst of de popcultuur.

ZOÉ LAKHNATI: THIS IS LA MORT 13 & 14/12, La Raffinerie, halles.be

Tekens van leven

De Noorse choreografe en danseres Ingrid Berger Myhre woont en werkt in Brussel en nam deel aan de Research Studios bij P.A.R.T.S. Haar werk draait vaak om taal en tekensystemen. Na de voorstelling In other words presenteert ze nu Spelling spectacle, waarin drie performers op een speelse en stelselmatige manier een geheel van gebaren uitbouwen die hinten naar betekenis. (MB)

INGRID BERGER MYHRE: SPELLING SPECTACLE 17 & 18/12, GC De Kriekelaar, kaaitheater.be

Vrede op aarde

‘Blowin’ in the wind’, ‘Fortunate son’, ‘Soldiers of love’ … Het antioorlogslied heeft al heel wat topstukken opgeleverd. Ook de Amerikaanse componist Frederic Rzewski laat met zijn werken Ode to the deserter en Songs of insurrection een muzikale vredesduif los. Hij gebruikt daarin respectievelijk teksten over dienstweigering en bekende protestsongs als bronnenmateriaal. Onder anderen pianist Daan Vandewalle doet de witte vlaggen wapperen.

SAY NO – ODE TO FREDERIC RZEWSKI 14/12, Gemeentehuis van Vorst, sayno.be

Slingeren met beenderen

Brommend kolkt het orkest als een oersoep, de kopers breken eerst voorzichtig en dan glorieus los met drie doodsimpele noten: do, sol, do. Zo begint Richard Strauss’ Also sprach Zarathustra. Brussels Philharmonic koppelt het iconische symfonische gedicht aan twee andere wereldscheppende composities van Darius Milhaud en Martin Matalon. Alleen Kubricks beelden van met botten slingerende mensapen moet je er zelf bij denken.

BRUSSELS PHILHARMONIC: ALSO SPRACH ZARATHUSTRA 14 & 15/12, Flagey, flagey.be

Tranen voor Clara

Op het podium van De Munt vertolkte hij al lachebekjes als Papageno, Il Conte di Almaviva en Guglielmo, maar in dit recital zet de Franse bariton Stéphane Degout een serieuzere façade op. De Vier ernste Gesänge die Johannes Brahms schreef toen zijn hartsvriendin Clara Schumann op sterven lag, zijn het culminatiepunt van het programma. De aanloop daarnaartoe gaat via Fauré, Duparc en Clara’s echtgenoot Robert Schumann. (JC)

STÉPHANE DEGOUT 18/12, Bozar, bozar.be

Say no – ode to Frederic Rzewski
Aan de start van de brug
Photo Amy Gadiaga © Johan Jacobs

Met zijn kleurrijke decor en fusie van de Indiase, Sri Lankaanse, Maleisische en Nepalese keukens laat Karma Kitchen traditie en creativiteit samenvloeien in een sfeer die je naar een andere wereld vervoert.

Na een teleurstellend eerste bezoek vergde het wat moed om terug te keren naar Karma Kitchen. De vorige keer hadden lauwe, zelfs koude gerechten ons enthousiasme voor hun inventieve Indo-Aziatische fusiekeuken getemperd. Bij dit tweede bezoek werd dat gelukkig (gedeeltelijk) rechtgezet. Het decor doet nog steeds vrolijk wegdromen. De kleurrijke plastic tafelkleden, hangende slingers en Bollywood-kitsch voeren de gasten mee naar een kunstmatige maar vermakelijke wereld. De bonte mise-en-scène nodigt uit tot een vlucht uit de werkelijkheid nog voor

5x2 tickets, in de Brusselse cinema’s vanaf 1/1

Andrea Arnold (Fish tank) vindt zichzelf met elke film opnieuw uit. Zo ook met haar nieuwe sociale fabel Bird. Mail ‘Bird’

het eerste gerecht op tafel staat.

Qua keuken trekt het restaurant zich niets aan van grenzen en vermengt het invloeden uit zowel Sri Lanka en Maleisië als Singapore en Nepal. De Indiase rijstschotel (18,50 euro) verdient een speciale vermelding: het was een royaal en verfijnd gerecht, geserveerd op een groot bananenblad. Lababdar (een pittige curry-tomatensaus), sperziebonen in curry, ingelegde augurken, mangochutney en knapperige papadums droegen elk bij aan de complexe en aangename smaak van dit gerecht – hier met paneer, de bekende Indiase kaas.

In de categorie ‘Small plates’ presenteerde ‘Oh My Gobi’ (11,50 euro) een rijkelijk gevulde bloemkool doordrenkt met soja en pittige saus, oftewel een bereiding met een uitgesproken smaak. We vervolgden onze

De notenkraker

5x2 tickets, Vorst Nationaal, 29/12

Herontdek de magie van Kerstmis met De notenkraker, het beroemde ballet met muziek van Tsjaikovski. Mail ‘Notenkraker’ Bird

Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be

culinaire ontdekkingstocht langs de Indo-Maleisische noedels (18 euro), die met een dosis kruiden onze smaakpapillen prikkelden. De tamarindemargarita (13,50 euro) trok de kaart van de originaliteit met haar balans tussen zuur en zoet.

Dit keer merkten we dat de gerechten nu wel warm werden opgediend, zodat we ons eindelijk konden laten meeslepen door de ervaring. Toegegeven, de bediening bleef nog wat onzeker en laveerde tussen vriendelijkheid en onhandigheid, maar de inzet was duidelijk merkbaar. Bij het buitengaan deed de reis langs smaken en texturen de eerdere teleurstelling vergeten. Een derde bezoek aan Karma Kitchen? Waarom niet, in de hoop dat de smaken en service dan helemaal op één lijn zitten.

TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

Irreversible Entanglements

5x2 tickets, Flagey, 17/1

Het Amerikaanse jazzcollectief rond muzikant-dichter Camae Ayewa stelt zijn nieuwe album voor. Mail ‘Entanglements’

Oude Graanmarkt 6, Brussel, missionmasala.be
Karma Kitchen

De vijf inzichten Adja Fassa

‘Perfectioneer je slaap’

Tussen muziek en theater kiezen doet ze niet, maar in 2025 verwachten we wel de debuutplaat van de Brusselse artieste

Adja Fassa. 2024 sluit ze af met een concert in Bozar en deze vijf inzichten.

door Michaël Bellon

Confrontatie is een vraag naar connectie

Ik ga graag moeilijke gesprekken aan, zonder te willen kwetsen of intimideren. Vroeger kwam dit soms confronterend over, waardoor ik me schaamde. Nu begrijp ik dat die eigenschap net duidt op een wens naar connectie. Ik heb dit deel van mezelf opnieuw leren omarmen en oefen de kunst om een gelaagd gesprek aan te gaan, mét paradoxen en meningsverschillen.

Vervang ‘of’ door ‘en’

Onze samenleving geeft me het gevoel dat we in een zwart-wit/links-rechts/goed-slechtcultuur leven. Ik vind het juist een verademing om de veelzijdigheid van een persoon of situatie mee te nemen, en de ‘of’ te vervangen door een ‘en’. Zo voel ik me ook veilig bij mezelf, in de wetenschap dat ik niet zal vastroesten in een verhaal opgetrokken uit dogma’s, die geen ruimte laten voor ‘de ander’.

Geef je grenzen aan om empathisch te kunnen zijn

Als je je grenzen niet aangeeft, riskeer je bitterheid te cultiveren. Grenzen bewaken je ruimte om empathisch te kunnen zijn, want empathie vraagt ruimte. Als je overladen bent, schiet er algauw geen empathie meer over. Dan wil je gewoon met rust gelaten worden.

Slaap

Ik voel me bruisend door mijn slaap te ‘perfectioneren’: magnesium, oordoppen, een slaapmasker en geen wekker. Ik kruip vroeg genoeg in bed, zodat ik zonder wekker aan mijn ochtend kan beginnen. Dat lukt niet altijd, maar wanneer het wel lukt, voel ik me on top of the world

Leer lachen met jezelf

Ik neem het leven van nature serieus en zo soms ook mezelf. Met jezelf kunnen lachen – de humor zien van je eigen theatraliteit in de film die je leven is – is een goede remedie, en pas ik ook toe bij mijn liedjes.

Adja’s nieuwe single ‘A moment’ is net uit, haar debuutplaat volgt in het voorjaar van 2025. Op 14/12 speelt ze op het Love is Louder Festival (13 > 15/12) in Bozar, bozar.be

3, 4, 6 or 12 months.

is Being together Sharing your passion Offering several months of unlimited cinema to your loved ones

*A Cineville gift pass offers unlimited screenings in all member cinemas in Belgium for

beursschouwburg.be

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.