BRUZZ Select - december 2024

Les frères Ait Hamou dédient leur premier film à Bruxelles

Sax symbol Ferdi storms the Brussels jazz scene

Fictiereeks ‘Putain’ stelt scherp op de Brusselse jeugd

TELEVISIE OP HET RAUWE RITME VAN DE STRAAT

is Being together

Sharing your passion

Offering several months of unlimited cinema to your loved ones

*A Cineville gift pass offers unlimited screenings in all member cinemas in Belgium for 3, 4, 6 or 12 months.

Word vrijwilliger

De vrijwilligers van de Erfgoedbank Brussel digitaliseren foto’s, prentkaarten, filmpjes en objecten ouder dan 20 jaar. Wil jij ook graag meehelpen als vrijwilliger? Stuur een e-mail naar erfgoedbank@vgc.be

On the cover

12 Tv-reeks Putain peilt naar de mentale toestand van de hoofdstad en haar jeugd

Stories

24 Photographer Emile Rubino dives into the wave of images

28 Z&T, le duo qui slame depuis son scooter

34 Filmregisseur Anthony Schatteman debuteert op hartverwarmende wijze

42 BXL selon les réalisateurs Ish et Monir Ait Hamou

48 Sax symbol Ferdi makes his first jazz record

Every month

06The secret life of Anemone Valcke

10Bruxelles raconte Ilyas Mettioui

20Portrait Charlotte Brihier

22WTF? Sofi Tukker

22 Wide Vercnocke Centrumrat met de neus op de feiten

32 In the picture Jazz Brak

39 Eyecatcher Ferenc Balcaen

51 Ogenblik In stelling

52 Eat & Drink 5 x Grill

54 Streetlife Audric

December 2024 / January 2025 28 32 48

Picks of the month

08 Made in Brussels

18Music

26Theatre & Dance

40Art & Literature

46Film

Cover: Putain © Sophie Soukias

BXL, je t’aime, putain

NL/ In een wereld die wankelt kan je snel cynisch worden. Maar terwijl de kilte buiten regeert, valt er uit de verhalen in deze december-en-januari-editie net veel warmte te halen. Zo getuigen de jonge acteurs uit de nieuwe reeks Putain over hoe ze naar hun plek in de stad zoeken, zowel in de serie als het echte leven. Ish en Monir Ait Hamou tonen Brussel dan weer onverbloemd maar o zo rijk in hun debuutfilm BXL. En van op zijn scooter slalomt het slamduo Z&T langs het lelijke én mooie Brussel. Vrooaar, fijn eindejaar en tot in februari!

FR/ Dans un monde en crise, le cynisme guette. Alors que le froid s’installe dehors, cette édition décembre-janvier apporte un peu de chaleur. Les jeunes acteurs de la nouvelle série Putain cherchent leur place dans la ville, tant dans la fiction que dans la vraie vie. Les frères Ish et Monir Ait Hamou présentent Bruxelles sans fard mais avec une grande générosité dans leur premier BXL. Et sur leur scooter, le duo de slameuses Z&T slalome entre la laideur et la beauté de Bruxelles. Vroum ! Bonne fin d’année et rendez-vous en février !

EN/ When it seems as if the world is faltering, it is easy to become cynical. But while it is getting cold outside, the stories in this December and January issue offer a lot of warmth. For instance, the young actors from the new series Putain tell us about how they search for their place in the city, both in the series and real life. Then there are Ish and Monir Ait Hamou who in their debut film BXL introduce us to Brussels, unapologetically yet with love. And on their scooter, the slam duo Z&T slaloms around ugly and beautiful Brussels. Happy holidays and see you in February!

Flageyplein

Brussel,

ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar OPLAGE 46.000 exemplaren ADVERTEREN? Marlies De Deygere, 02-650.10.81, marlies.dedeygere@bruzz.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR SELECT Tom Zonderman ART DIRECTOR Heleen Rodiers EINDREDACTIE Kurt Snoekx, Sophie Soukias WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Heleen Rodiers, Kurt Snoekx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Nicolas Alsteen, Gilles Bechet, Michaël Bellon, Andy Furniere, Tom Peeters, Niels Ruëll, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Aurélien Garcia, George Holmer, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Agneskena, Thomas Ost, Ivan Put, Heleen Rodiers, Sophie Soukias, Saskia Vanderstichele, Wide Vercnocke, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.

BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

‘Een doek tot leven wekken is magie’

NL Als actrice maakte Anemone Valcke van haar hobby haar beroep. Andere hobby’s mogen daarom van haar tot nader order hobby’s blijven. Al schildert ze wel écht graag.

Tekst Michaël Bellon Foto Thomas Ost

Begin december staat Anemone Valcke met haar toneelstuk Het ego in Brussel, al tien jaar haar thuisstad. Vanaf 19 december is ze op Streamz te zien in de langverwachte Brusselse tv-serie Putain, bedacht door schrijver Frederik Willem Daem en rapper Zwangere Guy. Zinvolle activiteiten naast dat bestaan als actrice zijn voor Valcke veelvuldig cinemabezoek, yoga en schilderen. “Onlangs had ik tijdens een schrijfresidentie in Spanje de kans om na lange tijd nog eens te tekenen en schilderen. Ik voelde meteen dat ik het nog echt in mijn vingers had én dat ik het nog steeds heel graag doe. Tot mijn elfde volgde ik samen met mijn goede vriendin Joëlle Dubois (die nu schilder is, red.) tekenles in het Museum voor Schone Kunsten Gent. Dan gingen we altijd eerst naar een schilderij kijken om daarna in de ateliers zelf te boetseren, tekenen of schilderen. Tijdens mijn dramaopleiding aan het KASK volgde ik als keuzevak ook tekenen. De lessen van Michaël Borremans waren heel leuk. Naar model tekenen, handen leren tekenen … op de een of andere manier gaat me dat goed af. Op school had ik ook grime, en ook dat lukte me, omdat ik me een goede voorstelling kan maken van de lijnen en schaduwen op een gelaat. Alsof ik ze voel.”

“Schilderen is een van de weinige dingen waarbij ik urenlang geconcentreerd kan blijven, desnoods zonder tussendoor te eten of drinken. Langzaamaan dat beeld zien ontstaan en veranderen, zien hoe iets tot leven komt door het spel van licht en schaduw, dat is heel vervullend, bevredigend en helend.”

Voor haar verjaardag kreeg Valcke van haar beste vrienden een schilderspakket. Daarmee wil ze aan de slag zodra ze ook een schildersezel in huis heeft gehaald. Ze wil haar talent verder ontwikkelen, al wil ze tegelijk haar hobby beschermen tegen de prestatiedruk van een heus beroep. Angst van het witte canvas kent ze niet. “Nee, totaal niet. Ik heb genoeg beelden in mijn hoofd, en ik maak eerst met een houtskoolstok een tekening voor ik begin te schilderen. Ik gebruik ook vaak foto’s, die ik maak met mijn gsm. En als je eenmaal begint, zie je hoe de acrylverf zich mengt, hoe er volumes ontstaan, en hoe je leven krijgt op zo’n doek. Dat heeft nog meer magie dan wat er op een theaterscène gebeurt. Een andere gelijkenis is dat je zowel op een podium als op een doek kan bepalen wat de toeschouwer ziet. Ik wil authentieke beelden maken. Beelden die mij blij maken, lichte en humoristische beelden die vreugde toelaten in deze donkere tijden.”

Het ego van Anemone Valcke en Verona Verbakel speelt op 3 & 4/12 in de KVS BOX, kvs.be; Putain is te zien op Streamz vanaf 19/12

The

of Anemone Valcke

Made in Brussels Capital craftsmanship

Clothing to set you free

EN In her home in Vorst/Forest, designer Leslie Ferré makes durable clothing suitable for all occasions. Her creations make for smooth protection layers against the cold winter.

Text Andy Furniere Foto Ivan Put

Originally from Nantes, France, Leslie Ferré lived in Paris, Lille, Bristol, and Normandy before she set foot in Brussels fifteen years ago. It is here that she decided to focus full-time on her own fashion brand. She uses top-quality leftover materials from discontinued productions of big fashion houses, which she transforms into artisanal pieces of art all by herself in her home workshop. She will be at a few Christmas markets in December, such as the “Boom de Noël” at UR Square.

How would you describe your style?

LESLIE FERRÉ: My clothing has a certain simplicity to it. It is comfortable and suitable for various occasions: at home, at work, or on a night out. The sweatshirt, my crowd-pleaser, is by definition a versatile and flexible garment in which you can move freely. I often go for a natural look, but I am also exploring graphic

designs with lively colours and I always make sure to add a personal touch. I keep experimenting, freedom is really my greatest good.

Where do you get your inspiration from?

FERRÉ: Everything is an inspiration. I am guided partly by materials and colours, and also by my everyday observations. Brussels’s architecture is an infinite source of inspiration, there is always a detail – as tiny as a doorknob – or a line that sets me on a new path. Holiday landscapes also have an influence on me, you can see in my clothes where I spent my last vacation. (Laughs)

You mostly work alone, but sometimes also in collaboration, with Brussels illustrator Fanny Dreyer for example.

FERRÉ: I made a kids’ clothing line with her, which was launched in November. Fanny made several children’s books, and she drew playful characters and graphic elements on the clothes. Since she is one of my best friends, collaborating with her was a real joy. I also worked with two other good friends: Corinne Clarysse from stationery shop Corinne vend des trucs and artist Anne Brugni. I love translating their worlds into textile.

Info: leslieferre.com / Instagram: leslieferrestudio

Fuchsia het nieuwe jaar

NL/ Het nieuwe jaar betreden met flashy fuchsia, waarom niet? De vegan handtassen van Marie Crate vind je in knalroze, zilver of zwart en zijn gemaakt op maat van de stad. Je draagt ze compact onder de arm en vult ze met goede voornemens van de ontwerpster. De voormalige juf, die nu hoody’s, mutsen en handtassen verkoopt, vindt het leven te kort om je niet gekker te gedragen en te doen waar je zin in hebt. Groot gelijk. (EC) MARIE CRATE Mini Yomyom voor 150 euro, marie-crate.com

Emballé, c’est pesé !

FR/ Ne le déchirez pas ! Pour emballer vos cadeaux cette année, utilisez les feuilles de papier marbré de Papiers Prina, basé dans le quartier européen. La créatrice italo-bruxelloise

Daniela Prina recycle de vieux papiers et réalise ses créations à la main. Elle vend également des carnets et des fournitures de bureau. Pour un peu plus de couleur sous le sapin. (EC)

PAPIERS PRINA Papier d’emballage à partir de 15 euros, en.papiersprina.design

Classe ludique

Gingle bells

EN/ This year, let’s toast with a gin from Brussels. Inspired by a couple of South African gin distillers, Quentin Renson began experimenting in his own kitchen with citrus and South African rooibos. He now makes his gin in a bigger distillery in Aalst, but Trap Gin is mostly sold in Brussels, in shops, restaurants, and bars. When it’s empty, you can use your bottle as a candle holder. Or just fill it up again. Cheers! (EC) TRAP GIN 50cl bottle for 44 euro, trapgin.be

FR/ Vous vous souvenez, quand vous n’arriviez pas à démêler vos écouteurs mp3 ? Ou que vous écrasiez une barre chocolatée pour lui donner une nouvelle forme ? Hanne Van Cappellen, basée à Bruxelles, façonne la nostalgie de son enfance en bijoux ludiques, faits à la main, uniques et unisexes. Vous les trouverez chez Oolong Shop, rue de Flandre, ou en ligne sur ses réseaux sociaux. (EC)

HANNE VAN CAPPELLEN

Bagues Saudade, prix sur demande, Instagram: hannevancappellen

Gevel in je brievenbus

Met de prentkaarten van Nele De Mets stuur je in 2025 wat stadsgeluk naar vrienden en familie. De grafisch vormgever en interieurontwerpster leerde zichzelf flaneren door de stad, naar gevels kijken en die uittekenen tot kleine kunstwerkjes. Na acht jaar heeft ze een hele collectie klaar, en die is ook te koop als kerstkaart bij onder meer boekhandel Replica. Je herkent er onder meer het Hortamuseum, art-decohuizen in Elsene of de Lakense Richard Neyberghlaan op. (EC) NELE DE METS A5-print voor 5 euro,

Hoor wie klopt daar kind’ren

NL/ Sinterklaas passeert dit jaar best eens langs Vorst, want daar publiceert mini-uitgeverij Tiptoe Print prentenboeken uit de hele wereld in het Nederlands. Haar recentste uitgave is een Tsjechisch verhaal van Tereza Horváthová en Michaela Kukovičová over de jonge Tim en zijn mama Tony. De wens gaat over opgroeien en verhuizen in de grote stad, en is geschikt voor lezertjes vanaf zes jaar. Al ziet Tiptoe Print ook graag hun ouders en grootouders op de toppen van hun tenen lopen van nieuwsgierigheid. (EC)

TIPTOE PRINT De wens, of het ware verhaal van Titi en Tony voor 18,50 euro, tiptoeprint.eu

Bruxelles raconte

Ilyas Mettioui

‘Et si le yoga avait été inventé au Yémen, et pas en Inde ? Si, au lieu de chanter « Shanti Shanti » en fin de cours, le prof nous faisait clamer « Allah, Allah » ?’

« Au compte de trois, je voudrais que chacun dise ‘bonjour’ dans sa langue maternelle », nous dit la prof de yoga. Je ne dis rien. Faut dire que je ne suis pas trop d’humeur namaste aujourd’hui. Les autres, en leggings psychédéliques, sont plein.e.s de bonne volonté : « hola, buongiorno, bună ziua,… ». Julia, notre Yogi master, semble ravie : « Tant de diversité dans une seule pièce ! » Mais ce que Julia oublie, c’est que ce club de yoga aux tarifs très peu inclusifs se situe dans le quartier européen. Ce qu’elle appelle diversité ressemble plutôt à un entre-soi d’ancien.ne.s Erasmus. Une diversité étrangement uniforme. Je regrette de ne pas avoir participé, car personne n’a dit salamalekum. C’est pourtant beau de se souhaiter la paix aujourd’hui. Il y avait des super promos à la rentrée, d’où mon inscription. Une petite sensation d’ascension sociale me chatouille les orteils quand je foule le « mat », je crois que j’aime bien. Les cours sont de bonne qualité, les douches équipées de gel douche aux huiles essentielles d’ylang-ylang et de shampoing parfumé au géranium. Ça sent meilleur que le savon au savon que j’ai chez moi. Si mes angoisses m’habitent toujours, au moins elles sentent meilleur. Mais même si je m’y plais, une part de rébellion prolétarienne reste en moi : j’y vais en short de pyjama et en T-shirt FC Barcelone, ma serviette en peau de chamois de chez Décathlon détonne avec les sur-tapis à 68 euros de mes comparses.

DANS LE PRÉSENT

Julia demande : « Pourquoi sommes-nous si anxieux ? » Une participante assidue répond que c’est parce qu’on n’est pas dans le présent. La prof confirme. Curieux. J’aurais plutôt pensé à l’extrême droitisation de nos institutions, aux médias qui construisent jour après jour une rampe de lancement aux discours haineux, au génocide en cours et au sang de civils, qui coule par litres… mais apparemment, ce n’est pas ça. J’essaye de rester au présent, j’ai du mal. Je pense à tout sauf à ma respiration.

En plein chien tête en bas, une pensée peu namaste me surprend : et si le yoga avait été inventé au Yémen, et pas en Inde ? Si, au lieu de chanter « Shanti Shanti » en fin de cours, le prof nous faisait clamer « Allah, Allah » ? J’imagine ces diplomates en leggings faire des louanges islamiques ce seul soir de la semaine où ils ne sont pas en after-work à Place Lux. Je rigole intérieurement et me dis qu’il faudrait la noter, cette idée — elle pourrait servir pour une chronique. Julia me lance un regard sévère. Elle voit que je ne suis pas dedans aujourd’hui.

Je continue à me perdre dans mes pensées. La salle est pleine, une majorité de femmes. Mais un homme en face de moi attire mon attention. Sûrement parce qu’il est le seul à intervenir sans qu’on lui demande rien. C’est fou de comparer le peu d’hommes présents et la place qu’ils occupent. Il a la tête d’un CEO de Danone qui aurait confondu son costume avec le short qu’il portait à douze ans. Il pourrait être touchant, mais il pose trop de questions qui n’en sont pas vraiment, ça m’énerve. Avant le cours, il expliquait qu’il y a un gros plan de restructuration à son boulot, que c’est très stressant. À l’entendre, je suis presque sûr que c’est lui qui doit virer des gens. Le yoga doit sûrement l’aider à faire ça avec calme.

J’essaye non sans difficulté de rester au présent au milieu de ces pensées intrusives quand j’aperçois, en pleine posture du pigeon, un ami de mon quartier d’enfance, Abdelilah ! Je ne suis plus seul ! Sur son T-shirt, l’emblème du Real Madrid. On est parti pour un classico. Début de fou rire très au présent. Ce qui est d’autant plus marrant, c’est qu’on était les plus nuls en foot dans notre quartier ; pas étonnant qu’on finisse ici ! Il m’aperçoit. Le fou rire, plus ou moins dissimulé pendant le chaturanga, dérange un peu. Et puis tant pis ! Le rire c’est la meilleure façon de respirer, non ? En tout cas, ça nous fait un bien fou, très namaste. La semaine prochaine, on continue notre ascension sociale : on tente le paddle avec Abdelilah.

ILYAS METTIOUI est auteur et metteur en scène. En alternance avec Nina Vandeweghe, il se raconte dans sa ville, naviguant entre réalité et fiction.

Dec t/m feb in ZINNEMA Meer info & reservaties: brusseleir.eu of 02 502 55 09

een toneelspel van Yasmina Reza

28 november tot en met 8 december

Televisie

‘Putain’ peilt naar de mentale toestand van de hoofdstad en haar jeugd

‘We wilden het echte Brussel tonen, zonder te judgen’

‘Putain’

peilt naar de mentale toestand van de hoofdstad en haar jeugd

NL Op 19 december landt Putain, de rauwe

Brusselse tv-reeks van schrijver Frederik Willem Daem en rapper Zwangere Guy, op Streamz. Het uitgelezen moment dus om met de jonge acteurs Liam Jacqmin, Victoria Djamusala en Felix Heremans in de mentale staat van de hoofdstad en haar jeugd te duiken.

Tekst Tom Peeters Foto’s Sophie Soukias

Ik leefde alles uit stress / dus mijn gedrag werd een wapen,” rapt Zwangere Guy in de leadtrack van Putain, de langverwachte tiendelige televisiereeks die de Brusselse rapper samen met schrijver Frederik Willem Daem aan zijn stad ophangt. Zijn woorden zijn niet enkel van toepassing op het gedrag van hoofdpersonage Gigi, maar ook op een bredere laag van de Brusselse bevolking, die van de ene dag in de andere sukkelt zonder echt toekomstperspectief.

Putain zoomt in op Gigi, het kind van een gebroken gezin. Hij woont met zijn zus bij zijn met een drugsverslaving kampende moeder (een rol van Liesa Van der Aa), maar vertrekt nadat die haar al even getroebleerde ex (Roda Fawaz) opnieuw in huis neemt. Gigi belandt op straat, ook al omdat hij niet terechtkan bij zijn vader (Gorik van Oud-

heusden, alias Zwangere Guy), een crack in het ontlopen van verantwoordelijkheden. Op straat wordt de tiener geconfronteerd met de bikkelharde realiteit.

Het is een scenario dat uit het leven is gegrepen, weet de 19-jarige Liam Jacqmin. Hij speelt niet alleen het hoofdpersonage, hij is het ook geweest. “Als je je moet afvragen waar je morgen gaat slapen of hoe je geld bij elkaar krijgt voor eten, dan is je gedrag vaak niet meer dan een verdedigingsmuur,” vertelt hij. “Je lichaam staat zodanig onder stress, omdat het niet goed met je gaat, maar dat kan je zeker als tiener moeilijk tonen, omdat dat niet cool is en de meeste jongeren gewoon thuis bij hun ouders wonen.”

Jacqmin koos er net als Gigi voor om zijn plan te trekken. “Dan leef je uit stress, omdat je geen andere keuze hebt. Ik snap heel goed dat er in zo’n situatie geen ruimte is om na

te denken over hoe je je uitdrukt.”

Maar de geëngageerde Zola, gespeeld door de 20-jarige rechtenstudente Victoria Djamusala, heeft hem door. In zowat alles is Zola de tegenpool van Gigi, maar net omdat ze zijn anger issues benoemt, lijkt er iets te bloeien tussen de twee. “Diep vanbinnen beseffen ze dat hun beeld over elkaar niet klopt, dat achter hun stoere houding een mens verstopt zit,” zegt Jaqmin. Ook het personage van Felix Heremans, een 17-jarige student humane wetenschappen in een Brussels atheneum, komt met een bijsluiter. In Putain vertolkt Heremans Gregory, een van de vrienden van Gigi. Eerder overtuigde hij ook al in Fien Trochs Holly, als jongen met autisme. Ook in zijn dagelijkse leven tracht hij die kwetsbaarheid in zijn voordeel aan te wenden, al is dat geen sinecure in een wereld vol impulsen.

De drie jonge Brusselse acteertalenten tonen op het kleine scherm wat er in hun stad en leefwereld omgaat. En horen er het rauwe ritme van de echte straat in opklinken. Met BRUZZ spreken ze over die realiteit achter de fictie.

Hoe zijn jullie bij de serie betrokken geraakt?

LIAM JACQMIN: Het minste wat je kan zeggen is dat mijn casting speciaal was. Mijn shift in de bouw zat er net op toen ik ’s avonds door het centrum van Brussel naar huis wandelde en aangesproken werd door een onbekende vrouw. Ze zei dat ik een heel toffe kop had en nodigde me uit voor een casting, maar ik was niet geïnteresseerd. Ik ben niet

Liam Jacqmin, Victoria Djamusala en Felix Heremans zijn drie jonge Brusselse acteurs die op het kleine scherm van Putain het rauwe ritme van hun echte stad horen opklinken.

naïef en geloofde niet zomaar dat ze aan het streetcasten was. Omdat ze aandrong, heb ik haar toch mijn nummer gegeven, maar ik negeerde haar berichten. Tot een vriend me drie maanden later zei dat hij naar dezelfde casting ging. Toen ben ik meegegaan.

VICTORIA DJAMUSALA: Ik was ergens anders in de running voor een rol, die ik uiteindelijk niet zou krijgen, toen ik de link naar deze casting zag op Instagram. Eerst dacht ik dat de deadline al verstreken was, maar toen het bericht er een week later nog stond, heb ik mijn kans gewaagd.

FELIX HEREMANS: Zohra, de castingdirecteur die ook Liam tegen het lijf was gelopen, deelde posters uit in heel Brussel. Ook aan mijn leerkracht, die vervolgens tijdens de les vertelde over die nieuwe serie over Brussel. Omdat ik ook na Holly wilde blijven acteren, ben ik meteen in actie geschoten.

Herkennen jullie jezelf in jullie personages?

JACQMIN: Ja, heel erg. Toen ik voor het eerst het script las, was ik gechoqueerd. De uitdaging om op jonge leeftijd en zonder veel budget een appartementje te vinden, het missen van een stabiele thuisomgeving, de moeilijke relatie met ouders … Het was allemaal zo herkenbaar. Omdat ik soortgelijke dingen had meegemaakt, kon ik me makkelijker inleven in mijn personage. Net als Gigi heb ik me eenzaam gevoeld. Alleen altijd kwaad zijn, heb ik moeten leren.

DJAMUSALA: Zola is wat jonger, maar ik herkende me in de manier waarop je op de middelbare school die ene jongen waar je gek op bent probeert te impressen. En in de zoektocht naar wat je betekent in de wereld.

HEREMANS: Ik drink geen alcohol, dus in al dat gefeest in de serie herken ik mij niet. Maar Gregory heeft wel, net als ik, niet veel vrienden en heeft het mentaal weleens moeilijk. Ik door mijn autisme soms ook. En ik ben ook al vaak naar psychologen en psychiaters geweest.

Schetst de serie correct hoe Brussel en jullie leefwereld in elkaar zitten?

JACQMIN: Ja, toch wel. De problemen die onze vriendengroep tegenkomt in de serie zien we ook in het echte leven. Je wordt in Brussel voortdurend geconfronteerd met verslavingen en met drugs, maar ook ons onderlinge gedrag is herkenbaar, zoals de manier waarop we onze problemen voor elkaar verstoppen. Daarnaast toont de serie hoe verschillende culturen, die er vaak andere ideeën op na houden, samen proberen te leven op een kleine oppervlakte.

“Hoe we hier tussen al die culturen, talen en kleuren manoeuvreren en ons eigen plaatsje zoeken wordt megarealistisch in beeld gebracht”

Victoria Djamusala

DJAMUSALA: Hoe we tussen al die culturen, talen en kleuren uit de hoofdstad manoeuvreren en allemaal ons plaatsje zoeken wordt megarealistisch in beeld gebracht.

HEREMANS: Er is in Brussel een groot probleem met jeugdhulp. Zo’n Gigi, die het niet goed doet op school, vindt zijn weg niet naar de hulpverlening. Het is dan makkelijk om hem als een moeilijke jongen weg te zetten. Ik ben zelf afkomstig uit Dilbeek en daar kon ik gelukkig wel terecht bij een psycholoog. Die bredere toegang tot mentale hulp kan ik alleen maar toejuichen, al voel ik ook een tegenbeweging opkomen bij jongens van mijn leeftijd. Nu er openhartiger over lastige zaken gepraat wordt, is ook de mannencultus in opmars. Veel jongens zitten met onzekerheden, maar ze verstoppen die achter sterke meningen en zoeken

hun heil in uitersten. Dat vind ik een gevaarlijke tendens.

JACQMIN: Onze generatie heeft geleerd haar gevoelens te uiten, maar die van mijn ouders kon dat niet. Mijn vader in de serie is precies een groot kind. Als ouder wil hij alles zelf regelen, maar dat lukt niet, omdat hij nooit hulp heeft leren vragen. Dan wordt hij boos als je daar iets over zegt.

DJAMUSALA: Onze problemen verwoorden lukt onze generatie heel goed, dat klopt, maar dat wil niet zeggen dat we niet worstelen. Vroegere generaties onderdrukten hun gevoelens en woorden. Wij zijn opener, maar kennen meer schaamte.

JACQMIN: Op Instagram krijg je ook enkel de mooie plaatjes te zien. Vroeger liet ik me daardoor weleens vangen. Nu maakt het me minder uit als ik er eens niet bij kan zijn als

Van links naar rechts: Liam Jacqmin, Victoria Djamusala en Felix Heremans: “Voor ons bevat Putain niet echt schokkende

iemand post dat hij zich aan het amuseren is. Maar soms is het beter om dat allemaal niet te weten.

HEREMANS: Sociale media hebben onze faalangst vergroot. Je zit jezelf constant met anderen te vergelijken en krijgt het gevoel dat je je bijna geen fouten kan veroorloven. Door alleen de likes te zien, kan onze generatie ook minder goed tegen kritiek. We voelen ons snel aangevallen. Ik herinner me een uitstekende powerpointpresentatie van een medeleerling, waarbij de leraar alleen had opgemerkt dat het nog beter kon als die leerling dictie zou volgen. Dat viel heel slecht in de klas.

Vinden jullie dat Brussel en haar jongeren goed uit de serie komen?

DJAMUSALA: De scènes en de muziek schetsen heel goed de sfeer, ook de ruwe kanten. Ze geven een eerlijk, getrouw beeld, en dat vind ik veel belangrijker dan of we er goed uitkomen.

HEREMANS: Voor mij is Brussel een stad waar iedereen zichzelf kan zijn. De meeste andere Belgische steden hebben een homogenere samenstelling en dwingen je meer in een keurslijf. Ook in Dilbeek beweegt iedereen zich veel meer in hetzelfde kringetje. Maar je doelde misschien op het feit dat de reeks de

Regisseur Deben Van Dam: ‘Ik was onder de indruk van de empathie van de jonge generatie Brusselaars’

Regisseur van Putain Deben Van Dam (36) zat samen met schrijver Frederik Willem Daem op de filmschool. Sindsdien toetsen ze elk project dat ze los van elkaar maken bij elkaar af. “Toen Gorik (van Oudheusden, alias Zwangere Guy, red.) zijn jeugdvriend Fré vroeg om samen een reeks te maken, was ik het eerste klankbord. Wat begon met wat feedback geven, heeft vervolgens drie jaar lang mijn leven gedomineerd. Eerst was het de bedoeling om te focussen op Goriks jeugd, maar tijdens het schrijfproces bleek al snel dat veel zaken nog niet verwerkt waren en hebben we breder uitgezoomd.”

“We zijn alle drie kinderen van gescheiden ouders en hopen dat de reeks iedereen aan het denken zet over wat familie en gemeenschap vormen nog kan betekenen in een gefragmenteerde samenleving met zoveel gebroken gezinnen, inclusief alle verdedigingsmechanismen en verslavingsdynamieken die daar vaak de symptomen van zijn. De essentie van ons verhaal is dat er veel goede wil is om te verbinden, maar dat verhoudingen zo fragiel zijn dat het heel lastig is om het praktisch allemaal geordend te krijgen. Omdat we als drie witte dertigers een zo

veelzijdig en authentiek mogelijk portret van de stad en haar jeugd wilden schetsen, hebben we er Nadège Bibo-Tansia bij gehaald en heel lang gecast. Uit vijfhonderd video’s werden eerst negentig jongeren geselecteerd, met wie we een jaar workshops gedaan hebben. Felix was er van bij het begin bij, Liam pas vanaf de laatste open casting. De kwetsbaarheid in zijn blik en zijn –toen meer dan nu – stoere houding vatten voor ons de essentie van de jonge Brusselaar die weet hoe het is om op straat rond te hangen.” De grootmoeder van Van Dam was ook ooit een Brussels ketje. Zelf woont de regisseur, die eerder onder meer de VRT-reeks Over water maakte, hier sinds hij kwam studeren aan LUCA School of Arts en het RITCS. “Ik was onder de indruk van de openheid en empathie van de jonge generatie Brusselaars. Ze willen duidelijk gezien en gehoord worden, terwijl ze toch geconfronteerd worden met veel doemdenken en een terechte vrees voor oorlog en de gevolgen van de klimaatverandering. Zoeken naar de juiste toon, die niet romantiseert of dramatiseert, en toch ook een beetje humor bevat, was voor ons daarom essentieel.”

beelden, omdat we de stad van binnenuit kennen.”

Deben Van Dam op de set van Putain

drugsproblematiek prominent in beeld brengt? Kijk, Antwerpen heeft ook een groot drugsprobleem, maar daar speelt het zich vooral af bij rijke mensen, die snuiven omdat het ‘cool’ is. Kijk maar naar de Streamz-reeks 2DEZIT. (Hilariteit) In Brussel is het een sociaal probleem van vooral arme mensen. Maar arm of rijk, cocaïne blijft cocaïne.

JACQMIN: We wilden Brussel er niet per se beter laten uitkomen, maar de realiteit tonen waarmee we dagelijks geconfronteerd worden.

DJAMUSALA: We wilden het echte Brussel laten zien, zonder te judgen. Voor ons bevat de serie ook niet echt schokkende beelden, omdat we de stad van binnenuit kennen.

HEREMANS: Mijn leeftijdsgenoten zien de toekomst pessimistisch tegemoet. Corona heeft jongeren veel engagement ontnomen. De generatie voor ons, die van de huidige mid-twintigers, was heel geëngageerd. Wij zagen dat hun protesten amper iets uithaalden. Tijdens corona zaten we geïsoleerd en waren we vooral met onszelf bezig. Nu is de teneur dat alles toch al naar de vaantjes is: het klimaat, de inflatie, Trump … Waarom zou je daar nog voor op straat komen?

Heeft de reeks jullie als persoon veranderd en zien jullie dit prille acteerwerk als een opstapje naar meer?

DJAMUSALA: Ik ben niet meer de Victoria van een jaar geleden. De diepgaande gesprekken met de cast en crew hebben mijn blik op anderen veranderd, maar ook de manier waarop ik in de wereld sta en zelfs hoe ik in mijn hoofd door anderen wordt bekeken. Ook in het middelbaar acteerde ik al graag. Toen ik het eens een semester niet deed, werd ik depressief. In een ideale wereld combineer ik het later met mijn rechtendiploma.

JACQMIN: Mijn stressniveau voor en na Putain was zo verschillend. Vroeger deed ik allerlei verschillende jobs en had ik geen structuur. Deze ervaring heeft me niet alleen financieel geholpen en mijn leven structuur gegeven, ook als persoon ben ik gegroeid. Vroeger was ik een heel stille jongen. Op mijn casting babbelde ik met niemand. Ik was heel onwennig, deed mijn scènes en ging naar huis. Ik herinner me nog dat ze bij de make-up zeiden: “Het zijn wel zestig draaidagen. Als je de hele tijd blijft zwijgen, gaat het niet lukken.” Langzaamaan ben ik opengebloeid. Ik acteer heel graag, maar zeggen dat ik acteur ben, ligt nog altijd wat moeilijk. Dat is aan anderen. Maar het is wel mijn beste toekomstoptie.

“In Brussel kunnen we beter dan in eender welke andere Belgische stad onszelf zijn,” vertellen acteurs Liam Jacqmin, Victoria Djamusala en Felix Heremans.

“Mijn leeftijdsgenoten zien de toekomst pessimistisch in. Alles is toch al naar de vaantjes: het klimaat, de inflatie, Trump. Waarvoor zou je nog op straat komen?”

Felix Heremans

HEREMANS: Ik noem me intussen wel al acteur, en vond het een heel amusante ervaring, maar het leven gaat natuurlijk voort. Niet zozeer de reeks zelf, wel elke dag naar school gaan in Brussel heeft me de ogen geopend. De middenklasse in Vlaanderen denkt vooral na over hoe ze het leven voor zichzelf beter kan maken. Vroeger, op school in Dilbeek, was ik me amper bewust van de echte problemen. Tegelijk raad ik alle

politici en mensen van buiten Brussel aan om eens te komen kijken in mijn multiculturele klas en zelf vast te stellen hoe goed dat gaat. Toen (toenmalig Vlaams minister van Onderwijs, red.) Ben Weyts zei dat er in de toekomst alleen maar Nederlands zou mogen worden gesproken op de speelplaats, werd mijn school gek. We hebben toen allemaal opstellen geschreven met argumenten waarom dat zo’n slecht plan was.

PUTAIN : LA TÉLÉVISION AU RYTHME DE LA RUE

FR/ Putain débarque sur Streamz le 19 décembre. Dans cette série télévisée très attendue de l’auteur Frederik Willem Daem et du rappeur Zwangere Guy, les acteurs Liam Jacqmin, Victoria Djamusala et Felix Heremans montrent leur ville et leur univers. « À Bruxelles, plus qu’ailleurs, on peut être nous-mêmes. »

‘PUTAIN’: TELEVISION TO THE RAW RHYTHM OF THE STREETS

EN/ Putain comes to Streamz on 19 December. In that long-awaited TV series by writer Frederik Willem Daem and rapper Zwangere Guy, young actors Liam Jacqmin, Victoria Djamusala, and Felix Heremans show what is going on in their city and lives. “We can be ourselves more easily in Brussels than in any other city.”

04/12 REJJIE SNOW + MASTER PEACE + ETHEL

04/12 ALFIE TEMPLEMAN

04/12 SAM TOMPKINS + MARTIN LUKE BROWN

05/12 SALUTE presents TRUE MAGIC (dj-set)

07/12 BOTA BY NIGHT: BIANCA SCOUT • BRODINSKI • DAISY RAY

DEMDIKE STARE • emer • fa:act • RABIT • STELLA K • ZOË MCPHERSON

07/12 YELLOWSTRAPS

11/12 DAAN + BIRD

11/12 KANII + 9LIVES

12/12 SPRINTS + MARATHON

22/01 MUDDY MONK

31/01 THE SOUND OF THE BELGIAN UNDERGROUND

ALL CONCERTS: BOTANIQUE.BE 15 – 25/05/25

Picks of the month Music

Du jazz, svp

FR/ Organisé à Flagey, le Brussels Jazz Festival célèbre sa dixième édition avec une affiche résolument tournée vers l’avenir. Il n’oublie cependant pas de rendre hommage à quelques figures historiques. À commencer par le saxophoniste David Murray, fer de lance de la scène new-yorkaise depuis les années septante, qui ouvrira les festivités avec un concert en quatuor. Au saxophone toujours, impossible d’ignorer la Londonienne Camilla George (voir photo) qui rafraîchit le jazz anglais. Tout comme Flock, super-groupe formé autour du claviériste Dan Leavers (The Comet Is Coming) et du percussionniste Sarathy Korwar, proche de Shabaka Hutchings et Kamasi

Washington. On retrouve le collectif américain Irreversible Entanglements, guidé par la poésie de l’activiste Moor Mother, qui défie les lois du free jazz. Côté belge, le projet KVR intrigue : à la croisée de l’électro, il réunit le claviériste Niels Broos et deux membres du groupe STUFF. (Lander Gyselinck et Dries Laheye). À suivre également, les performances des Gantois de Dishwasher_ et des Bruxellois de Bodies, sans oublier Bram De Looze. Résident du festival, le pianiste est à l’affiche avec trois projets distincts, culminant avec l’enregistrement d’un concert exceptionnel en compagnie du trio Vice Versa. (NAL)

BRUSSELS JAZZ FESTIVAL

9 > 18/1, Flagey, flagey.be

Rabid and fragile

EN/ Last summer, Jpegmafia went on tour with Linkin Park. We wouldn’t be surprised if Rock Werchter’s headliner were to take him along next summer, as we are blown away by the energetic avant-garde hip hop of the Brooklyn-based rapper, singer, and producer who rapidly switches between the rabid and the fragile. (TP)

JPEGMAFIA 28/1, Ancienne Belgique, abconcerts.be

Speelse superheldin

NL/ Inspiratie voor haar nieuwe album Comic trip vond Sylvie Kreusch in haar vaders stripcollectie, vol superhelden en lonesome cowboys. Meteen kreeg haar ongrijpbare podiumpose een lichtvoetigere toets. De knipoog naar Gainsbourgs ‘Comic strip’ is intentioneel, terwijl ‘Daddy’s selling wine in a burning house’ wat melancholie dropt in het veelgelaagde palet. (TP)

SYLVIE KREUSCH 18 & 19/12, Ancienne Belgique, abconcerts.be

Get hooked

EN/ American producer and songwriter Montell Frazier aka Montell Fish first came into the spotlight with his deeply Christian-inspired R&B. On his second album Charlotte, he switches positions: he no longer preaches missionary and surrenders to experimental dream pop, somewhere between Unknown Mortal Orchestra and Prince. The perfect blend to get hooked. (TZ)

MONTELL FISH 13/12, La Madeleine, la-madeleine.be

¡Hasta la victoria siempre! NL/ “ER IS HOOP,” blokletterde Hang Youth op zijn laatste album. In de mond van de Rotterdamse punks vermoed je meteen een dikke laag sarcasme, maar de groep wil écht tonen dat de ware revolutie schuilt in het weren van frustratie en wanhoop. Het zootje ongeregeld rekte er zelfs zijn ultrakorte songs voor op tot radiovriendelijk formaat. (TZ)

HANG YOUTH 7/12, Ancienne Belgique, abconcerts.be

Sweet but not syrupy

EN/ It’s always tempting to sugarcoat things, but as we all know, a sugar overdose can lead to diabetes. The band Calicos, Belgium’s most pugnacious answer to the addictive rush of The War On Drugs, is all too aware of this. On their second album Sugarcoat It, they add extra wingspan to their melancholic Americana without becoming syrupy. (TZ)

CALICOS 15/12, Ancienne Belgique, abconcerts.be

La loi de Justice

FR/ Depuis la défection de Daft Punk, Justice règne en maître sur la French Touch. De retour avec Hyperdrama, un quatrième album conçu aux côtés de Miguel et Tame Impala, le duo parisien s’offre une étape bruxelloise. Au programme : une débauche de beats incendiaires, un jeu de lumières proscrit aux épileptiques et une teuf électro-magnétique ! (NAL)

JUSTICE 19/12, ING Arena, ing.arena.brussels

Mon sang de bon soir

FR/ À l’affiche du film Joli Joli et marraine de la Star Academy, Clara Luciani reste avant tout l’une des voix les plus populaires de la chanson française. De retour avec un troisième album intitulé Mon Sang et un concert déjà complet à Forest National, la chanteuse poursuit une ascension entamée fin 2011, lorsqu’elle était choriste du groupe La Femme. (NAL)

CLARA LUCIANI 30/1, Forest National, forest-national.be

Coup de cœur

Tom Peeters schrijft over muziek

Een laatste keer de combats in het zand

Met drie uitverkochte concerten sluit Front 242 eind januari een indrukwekkende internationale livecarrière af in de AB. In hun begindagen waren de bandleden hun agressief klinkende elektronica zelf ‘Electronic Body Music’ beginnen te noemen, omdat journalisten niet wisten wat ze ermee moesten – een collega situeerde hen ooit tussen Throbbing Gristle en Barbra Streisand. Toen iedereen vertrouwd was met hun repetitieve industriële sound, die beïnvloed was door Kraftwerk, Joy Division, Brian Eno, Steve Reich én Stockhausen, groeide EBM uit tot een apart genre. Maar hoe geliefd ze in de eigen scene en verre buitenlanden ook waren om hun luide, soms bijna letterlijk de adem afsnijdende shows, lang waren ze geen sant in eigen land. Eerst moesten ze optornen tegen het predikaat ‘non-muzikanten’, daarna sloegen ze bewust te commerciële aanbiedingen af.

GEEN BLABLA, VEEL BOEMBOEM

“Ofwel doe je je best om je groep zoveel mogelijk te pushen en blabla te verkopen, ofwel focus je op de muziek,” vertelde oprichter Daniel Bressanutti 25 jaar geleden al. Een manager hebben ze dan ook nooit gehad, een producer evenmin. Alles was DIY en no-nonsense. Het leverde credibiliteit op en een lange stoet bewonderaars. Anton Corbijn kreeg carte blanche voor de videoclip van ‘Headhunter’. Zijn zwart-witte korrel en surreële ei veroorzaakten in combinatie met de mokerende beats en dreigende slagzinnen averij op late MTV-zondagavonden. Eind januari komt er een einde aan dat marcheren tegen de stroom in. We zetten met plezier nog een laatste keer onze hakken, euh, combatboots in het zand.

FRONT 242 23, 24 & 25/1, Ancienne Belgique, abconcerts.be

‘Je me suis lancée dans la comédie pour me rapprocher de mon père’

FR Actrice bruxelloise de théâtre et de cinéma, Charlotte Brihier dévoile son premier spectacle. Elle y explore son passé et l’héritage familial de la guerre d’Algérie, tout en s’en affranchissant. « Je peux enfin mettre des mots sur tout ça. »

Texte Gilles Bechet Photo Ivan Put

transmission familiale, la place du passé dans le présent et la relation à l’héritage.

COLÈRE ET FRUSTRATIONS

Charlotte Brihier a grandi dans le Nord-Pasde-Calais, d’une mère algérienne et d’un père français. Très tôt, elle a su qu’elle voulait devenir comédienne. « Mon père était comédien et il est décédé quand j’étais encore enfant. Comme je n’ai pas eu le temps de beaucoup le connaître, c’était une façon de me rapprocher de lui et de le découvrir. Tout est venu de là. Ensuite, je l’ai fait pour moi. »

Aujourd’hui, elle a pu mettre des mots sur ces émotions. Ce qui émerge dans le spectacle, ce n’est plus la colère, mais plutôt de la nostalgie, des émerveillements liés à l’enfance et de l’incompréhension face aux injustices de l’histoire. « Je travaille avec le souvenir comme outil de transmission. Certains souvenirs sont douloureux et on ne veut pas s’en rappeler, alors que d’autres nous enchantent. J’avais envie de transposer cela sur le plateau. »

Un premier projet, c’est souvent excitant et compliqué à la fois. On a envie de tout y mettre, de trop y mettre. « Au moment où je me suis lancée dans cette création, c’était vraiment un besoin viscéral. Je l’avais déjà en tête il y a dix ans. C’est quelque chose dont je voulais parler, sans savoir comment ni par quel biais, et je m’y suis vraiment mise il y a quatre ans », explique la comédienne, autrice et metteuse en scène Charlotte Brihier.

Un jour, j’irai (et ce sera bien) évoque les traumatismes et les cicatrices laissées par la révolution algérienne sur elle et sa famille. Pour le spectacle, elle transpose son expérience familiale dans les personnages de Camille et de sa mère, Hayat, qui a quitté l’Algérie à l’âge de six mois. Dans la France des années septante, Hayat est constamment renvoyée à son étrangeté, à une culture et à un passé qu’elle ne connaît pratiquement pas. Ce spectacle interroge la

À 15 ans, elle déménage en Belgique avec sa famille et s’inscrit à l’IAD, en section théâtre. Cette expérience la bouscule et l’aide à se construire. Elle consacre son mémoire à l’utilité du théâtre dans la construction identitaire, en s’appuyant sur des ateliers avec des adolescents. Après ses études, elle joue dans des spectacles jeune public, mais aussi au cinéma dans Filles de joie de Frédéric Fonteyne et Anne Paulicevich, et dans La Vie pour de vrai de Dany Boon. À la télévision, on l’a vue dans Pandore et Des gens bien

QUESTIONS SANS RÉPONSES

La création de son propre spectacle a charrié beaucoup d’émotions. Son histoire familiale a éveillé en elle une grande colère. « À l’adolescence, les sentiments sont décuplés, et j’avais du mal à gérer mes émotions. Je ressentais un grand manque à cause de la disparition de mon père. Il y avait aussi de la frustration et un sentiment d’injustice, parce que ma famille avait été disloquée par la révolution algérienne. Et, par conséquent, je n’avais pas accès à tout mon héritage familial, puisque je ne parlais pas ma langue maternelle. »

En questionnant sans relâche sa mère, d’abord réticente, Charlotte a découvert des éléments enfouis. « On sent parfois qu’il y a des choses transmises par les parents malgré eux. Par exemple, ma mère a toujours eu peur de revenir en Algérie. Elle répétait souvent que l’Algérie est un pays mystérieux et dangereux. Cela m’a, moi aussi, freinée. »

Si elle n’éprouve plus de colère, il reste de la frustration, née de questions restées sans réponses. Après quatre ans de recherches et d’écriture, c’est un sentiment d’apaisement qui prédomine. « Cela m’a permis d’être en accord avec moi-même et d’accepter que je n’aurai jamais toutes les réponses. »

Charlotte sait qu’elle ne comprendra probablement jamais ce qui s’est passé lorsque ses grands-parents sont arrivés en France ou pourquoi sa mère a été abandonnée à six mois. Mais ce travail lui a prouvé que la libération de la parole est une force qui permet d’avancer. « Peut-être que des spectateurs se reconnaîtront dans cette histoire et auront envie, eux aussi, de questionner leurs parents ou leurs grands-parents. »

Charlotte Brihier joue Un jour, j’irai (Et ce sera bien) au théâtre Le Rideau du 14 au 24/1, lerideau.brussels

« Peut-être que des spectateurs se reconnaîtront dans cette création et auront envie, eux aussi, de questionner leurs parents ou leurs grandsparents », dit Charlotte Brihier.

WTF?

Shake that ass, except for you, Donald Trump

Only earthlings who spent the past few months in digital detox could have missed it: Donald Trump’s littles dances during his campaign rallies. Fists in the air, duck lips tucked between orange trenches, as if he had his eye on a new catch on the Love Boat and wanted to flap his pheromones into the wind. It’s not surprise that he was a regular at Studio 54 in the 1970s, finding himself surrounded by Mick Jagger, Andy Warhol, and Liza Minnelli. Mid-October, at a rally in Pennsylvania, Tony Manero’s not so cool nephew was not even bothered by skipping thorny issues and dancing for 40 minutes to James Brown’s “It’s a Man’s Man’s Man’s World” and Sinéad O’Connor’s “Nothing Compares 2 U”, among others. God rest their souls. “Let’s not do any more questions,” he smugly grinned after two fans fainted (because of the heat), “let’s just listen to music.” Saying Trump owes the renewal of his presidency to those moves may be a bold statement, but of course, with those crazy Americans, you never know. Brain and body have always performed an intimate mating dance. Those who venture onto the dance floor to shake their ass momentarily banish all worries from their existence. PhDs were written on the subject. But don’t be fooled, dancing has always also been political. In the early 1970s, when the world was in the grip of social unrest, protests, and cultural change, the funk pioneers of Funkadelic introduced a revolutionary message that pretty much became the slogan of every disco: “Free your mind...and your ass will follow.” Überfunker George Clinton knew about it: first break the chains in your mind, and then – that’s right – your ass will follow on its own. Nowadays, funk’s

theatrical freedom is unfortunately a bit obscured by the cynical bullies in politics. Trump’s little dances are not a spiritual liberation, like the one Funkadelic & Co stood for, but a political stunt. It is his way of thickening the image of an “unconventional” leader going against the establishment.

Fortunately, American duo Sofi Tukker breathes new life into George Clinton’s motto: “Throw some ass, free the mind” is how it goes on their new album BREAD For Sophie Hawley-Weld and Tucker Halpern, the dance floor is bread and circuses, the powerbank propelling them forward (the title of their album is also an acronym for “be really energetic and dance”). In the video to “Throw Some Ass”, a doctor wearing buttless pants rushes to the rescue and has only one cure for the patients in his cabinet: their butts urgently need more shaking!

Sofi Tukkers’ message is not explicitly political, but their red-hot mix of Brazilian rhythms and funk does display a philosophy of freedom, inclusivity, and community spirit from which politicians could learn. The Tangerine Tornado who will soon storm the Oval Office probably won’t give a damn, but Hawley-Weld and Halpern put connection before division, and what’s more in a light-hearted, pleasant way. So show up at the ING Arena before Trump also builds a wall around the dance floor and shake your booty while singing along at the top of your lungs: “It feels so good to / Throw some ass / Turn it ‘round, can you make it clap? / Give the old man a heart attack.” TOM ZONDERMAN

Sofi Tukker is playing at the ING Arena on 6/12, ing.arena.brussels

DAVID MURRAY QUARTET

DE LOOZE, MORGAN, BARON, ROBERTS

AMY GADIAGA

CAMILLA GEORGE IRREVERSIBLE ENTAGLEMENTS

FLOCK YOTIS

IMMANUEL WILKINS QUARTET DISHWASHER_

CRAIG TABORN QUARTET & BRUSSELS PHILHARMONIC

JAS KAYSER

KHALAB

KVR & MANY MORE

Photo © Johan Jacobs

Emile Rubino dives into the wave of images

‘Photography speaks a universal language’

EN Rather than fearing the “wave of images” washing over us on a daily basis, the Brussels-based photographer Emile Rubino integrates it in a wider reflection on representation and the status of the image today. At Affiliate, the emerging artist shares his ideas about photography and its contemporary challenges.

Text Michel Verlinden

When we ask to take his picture to illustrate this interview, Emile Rubino (France, 1992) suggests replacing his image with another one. “I think it would be more appropriate for our discussion about the status of the image,” he explains, while invoking Louise Lawler’s “Recognition Maybe, May Not Be Useful”. In 1990, that New-York artist chose to send a portrait of actress Meryl Streep to substitute it to her own face, following a magazine’s request. Should we consider this explicit reference as an act of defiance? For Emile Rubino, a Master of Fine Arts graduate, which he obtained in 2017 at the ICP-Bard College of New York, it’s more a question of surveying the mechanics of recognition in the art world. In a world saturated with personal representations, where visual identity becomes an all but neutral shortcut, it is about shaking up the mechanics of a face being a tool of recognition.

This seemingly modest act is reflecting a conception of the image which, according to him, goes beyond a simple personal document. Emile Rubino prefers to be perceived through the paradoxes addressed by his pictures. The paradox he chose to send is small in size: images of garden gnomes, on a scale of 1 to 1, branded from retail chain Action. Thrifted on a flea market, the little statues were the inspiration for a series of four photographs which will be shown at Affiliate, Wiels’ dedicated space for former residents.

AND...ACTION

“A few years ago, I discovered that consumers could buy these gnomes for a few euros and participate in a photo competition, the ‘Action Spring Challenge’, which consisted in posting an image of the statue with a hashtag, in the hope of winning 100 euro,” Emile Rubino explains. “I was very interested in this object, made with the only purpose of being photographed. It’s also very meta, as these characters are carrying Action bags. Those bags are everywhere, they are a very prominent social marker in

the centre of Brussels. They can often be spotted around homeless people, using them to carry all their belongings, on the arms of students or women with a lot of children. I took pictures in black and white to make them a bit more abstract – I did not want them to be too amusing – and I placed them in front of a backdrop with a detail from a painting by Marsden Hartley, an artist whose work has been used as the background of Fountain, art’s most famous urinal, when Alfred Stieglitz immortalised it upon Duchamp’s request. The first ever ready-made was photographed with a painting as a backdrop.”

A TOOL OF DISPLACEMENT

For Rubino, garden gnomes are an illustration of this simplified, almost “foolish” visual language, which he uses to interrogate how everyday objects can embody a wider symbology when they are recontextualised. This approach reflects his interest in photography as a tool of confrontation and displacement, revealing the multiple meanings behind familiar icons.

Very early on, he tried to combine his interest for social issues and image creation by turning to photography as a direct and ambiguous language. In contrast with painting, he describes the pictorial nature of photography like a punk song: “No intro, no exit, just keep the middle.” For his work, Rubino most often uses a bellows photographic chamber, a scanner, and a printer. Nonetheless, this technical choice shows his desire for slowness and attention to details. This “slightly awkward” apparatus, without

automation, forces rigorous manipulation, giving every single shot more intention and reflection.

ESPERANTO

For Rubino, the photographic chamber is an “enriching constraint.” “Photography speaks a universal language, a sort of esperanto,” he explains. “But as soon as it is sacralised, it’s still subject to criticism and debates over its artistic legitimacy. It is this displacement I am interested in.” The artist tackles the proliferation of images on social networks with a certain serenity, contrasting with the fears expressed by some artists of the previous generation. Where his predecessors dreaded a “wave of images” submerging and standardising perception, he observes this phenomenon as information with which it can be possible to work. “Unlike photographers who had this fear of seeing the codes of the image being shattered, I take it as a fact,“ he explains. He wants his approach to be more pragmatic: rather than fearing this visual overabundance, Rubino makes an effort to integrate it in a wider reflection on the image. By embracing this reality, he shines a light on the biases, expectations, and implicit framings imposed by the current image consumption, setting photography not as a refuge against hypermodernity, but as a tool to question its codes. In addition to his artistic practice, and also to his conferences at ArBa-EsA, he assumes several roles allowing him to explore and share his ideas about photography and its contemporary challenges. He wrote among others for Frieze magazine, while co-directing his own independent publication, Le Chauffage. This commitment, both critical and editorial, enables him to take part in debates around art and image, while contributing to an artistic ecosystem he strives for. Namely, photography understood as an exploration space without limits, where the artist’s identity is diluting behind the diversity of forms and intentions.

Emile Rubino is showing his Springtime Challenge at Affiliate from 12 to 28/12, wiels.org

FOTOGRAAF EMILE RUBINO DUIKT IN DE GOLF AAN BEELDEN

NL/ Veeleer dan terugdeinzen voor de golf aan beelden die ons elke dag overspoelt, integreert de FransBrusselse fotograaf Emile Rubino haar in een bredere reflectie op representatie en de status van het beeld. Bij Affiliate, Wiels’ satellietruimte, deelt de kunstenaar zijn ideeën over fotografie en haar hedendaagse uitdagingen.

EMILE RUBINO PLONGE DANS LA DÉFERLANTE D’IMAGES

FR/ Plutôt que de reculer devant la vague d’images qui nous submerge au quotidien, le photographe franco-bruxellois Emile Rubino l’intègre dans une réflexion plus vaste sur la représentation et le statut de l’image. Au Affiliate (antenne du Wiels), l’artiste nous livre ses observations sur la photo et ses enjeux contemporains.

Picks of the month Theatre & Dance

Théâtre sous le sapin

FR/ Quand la température descend et que les bourrasques menacent, quel plus beau refuge que le théâtre pour s’émerveiller. Noël au Théâtre propose cette année 22 spectacles. La Reine des Neiges, ce n’est pas qu’au cinéma. La compagnie La P’tite Canaille revient au texte d’Andersen pour Lod et Lumi, une aventure onirique interprétée par des marionnettes. Cléo a beau être une sirène, quand les regards discriminants glissent sur ses formes rondes, elle ne se sent pas bien sous ses écailles. Dans Le ventre des sirènes, la compagnie Elles suffira aborde la grossophobie. Avec Je prends feu trop souvent, Nyash explore la dualité entre animalité et civilité à l’âge des mues adolescentes. Pour les tous

petits, PAN ! La Compagnie joue au Tangram, le puzzle d’origine chinoise, pour une fable épique et colorée. Avec Le parlement des animaux, le Collectif H2Oz questionne l’éloignement et l’incompréhension entre humains et animaux. Dans PiratEs, les compagnies Le Chien qui tousse et Wootz font revenir Anne Bonny et Mary Read, les fameuses femmes pirates qui s’émancipent du rôle qu’on leur assigne. Parfois, on a envie de se laisser aller dans un voyage où rien ne change et tout est différent. C’est ce que propose la compagnie des Mutants avec Douce Révolution. Comme chaque année, le festival se clôture par la Super Boum. Danser, ça fait tellement du bien. (GB)

NOËL AU THÉÂTRE 26 > 30/12, divers lieux, festivalnoelautheatre.be

Trinity EN/ Choreographer Meg Stuart, dancer Omagbitse Omagbemi (Bessie Award for Sustained Achievement in Performance) and sound artist Mieko Suzuki dismantle Stuart’s principles of choreography, in search of a shared language. With a sense of detail and the body as a testing ground. (MB)

MEG STUART/DAMAGED

GOODS: GLITCH WITCH 4 > 6/12, La Raffinerie, kaaitheater.be

Onsterfelijk

NL/ Het collectief Werktoneel gaat na het succes van Gruis / aan de twijfel, naar Willem Frederik Hermans, op onderzoek naar de manieren waarop de mens onsterfelijkheid nastreeft met behulp van langlevendheidsonderzoek en cryonisme (MB)

JESSE VANDAMME/WERKTONEEL/ NTGENT: AAN DE START VAN DE BRUG 17 & 18/12, KVS BOX, kvs.be

Massachoreo

NL/ Met zijn strakke choreografieën voor grote groepen dansers wist Sadeck Berrabah de ceremonies van de Olympische Spelen en het EK voetbal in te pakken. De voormalige straatdanser trakteert Brussel op een uitgebreide versie van zijn successtuk Murmuration (MB)

SADECK BERRABAH: MURMURATION 21 & 22/12, ING Arena, ing.arena.brussels

Danser le lien

FR/ En réinventant des rituels qui font écho aux tremblements du monde et aux empreintes qu’ont laissé les folklores et traditions, les cinq interprètes retrouvent l’énergie du corps choral. Une cérémonie de partage pour faire face au chaos, et faire vibrer la tendresse du vivant. (GB)

LESLIE MANNÈS : SOUS LE VOLCAN 4 > 14/12, Théâtre Varia, varia.be

Un cœur sous l’armure

FR/ Entre portée acrobatique et catch, c’est la danse des corps pour terrasser la virilité toxique. Un combat sans vainqueurs qui casse les codes avec engagement, humour et vulnérabilité. Le trio de circassiens joue avec les limites de la domination et de la soumission. (GB)

ARNO FERRERA & GILLES POLET : ARMOUR 5 > 7/12, Les Halles, halles.be

Drum, dance, dialogue

EN/ In ...And Nobody Else, choreographer and director Ahmed Ayed combines the music and vocals of the Belgian composer and drummer Tim Clijsters with the dance and life stories of Palestinian dancer Hamza Damra. A two-person rock concert and a challenging dialogue with a poetic and societal layer. (MB)

AHMED AYED: ...AND NOBODY ELSE 5 > 7/12, Les Brigittines, brigittines.be

Kiplekker

NL/ Het Brussels Volkstejoêter verbrusselt de hedendaagse toneelklassieker De god van de slachting van de Franse Yasmina Reza. Ook Kip kap maison wordt een verbaal steekspel over het dunne laagje vernis dat beschaving heet. In een regie van de ervaren Hans Van Cauwenberghe. (MB)

BRUSSELS VOLKSTEJOÊTER: KIP KAP MAISON 7/12 > 2/2, Zinnema, zinnema.be

Coup de cœur

Sophie Soukias writer and photographer

To our grandmothers

The first time I saw Kabareh Cheikhats, it was in an underground bar in Casablanca, where I had been invited along with other journalists by Moussem, the nomadic arts centre based in Brussels. Onstage, men in makeup, wearing long wigs and colourful caftans, brought melodies back to life that were precious to their grandmothers. And to mine too. When they struck up the Egyptian hit “Ya Mustapha”, a huge wave of nostalgia brought me back to my holidays in Beirut (my thoughts are with the country), where my grandmother and her sister taught us, my sister and me, to sing the song by heart. I was grateful to the Cheikhats for reviving that legacy and I swore to pass it on in turn.

CHAABI, MY LOVE

In Brussels, I went back to see the Cheikhats several times, touched a little more profoundly with each performance. Not only do they revisit 1960s hits of the Arab world: they also pay homage to the Shikhats of yesteryear, iconic female figures of the precolonial period in Morocco. Women of power and symbols of freedom, they sang about the evils of society or of a community and, by making their voices heard, they got things moving. In Brussels, it is Laïla Amezian who tends to that legacy, a guardian of folk songs of the Moroccan diaspora. For a concert to be held as part of the Chaabi Habibi Festival, she surrounds herself with the most powerful and most poetic voices in chaabi (meaning “folk”), including Think of One, B’net Chaabi, and of course Kabareh Cheikhats. Suffice to say, count me in.

CHAABI HABIBI FEST #9 – HABIBI CONNECTION 5/12, KVS BOL, kvs.be

Slam & Rap

Z&T, la tornade venue des Marolles

‘Avoir le même look, ça nous rend plus fortes’

FR Les pavés des Marolles résonnent encore des passages à scooter du duo de slameuses et rappeuses Z&T. Après avoir inondé les métros, les scènes ouvertes et les squats queers et féministes de Bruxelles avec leur verbe poétique et révolté, elles poseront en janvier leur deux-roues au Théâtre National pour présenter leur spectacle Beat’ume. « Notre duo est né de la colère ».

Texte et photo Sophie Soukias

Leggings noirs, rouge à lèvres et vernis assortis, top surmonté d’une doudoune : le duo Z&T monte sur scène comme en scooter. Initiées au slam grâce au collectif Slameke, elles en sont rapidement devenues des figures incontournables, jusqu’à fonder leur propre collectif, Anti-Cyclone. Poétesses engagées, Zouz et T.A signent chacune un recueil personnel ainsi que deux collaborations : Beat’ume et Sur le boulevard (à paraître au mois de janvier).

Leur spectacle s’est exporté en 2023 au Théâtre des Doms à Avignon, avant de traverser plusieurs théâtres bruxellois. Désormais, il fait halte au Théâtre National. Qu’il s’agisse de défendre les femmes, la communauté LGBTQI+ ou leur attachement à leur engin motorisé, Z&T tracent leur

route avec un art des mots qui force le respect.

À en croire votre clip TVFQ («Tu vas faire quoi»), vous ne faites pas la bise.

T.A : Zouz et moi, on ne se fait que des checks entre nous, jamais de bise.

ZOUZ : Parfois, je fais la bise aux gens que je connais. Quand t’es une meuf, t’es censée tendre la joue : on t’impose une proximité dont tu ne veux pas spécialement.

T.A : Il n’y a aucune raison pour nous, les meufs, de ne pas checker. D’ailleurs, c’est beaucoup plus pratique quand tu te déplaces en scooter avec ton casque sur la tête.

Zoner en scooter dans Bruxelles, c’est la base du duo Z&T.

T.A : Le duo s’est créé aux alentours du

confinement. On zonait beaucoup en scoot ; on allait dans des squats où on pouvait encore faire des open mics. Avec toute la dimension clandestine que ça impliquait à ce moment-là.

ZOUZ : On aime beaucoup l’errance. Quand on sort la nuit, deux meufs sur leur scooter, on sait qu’il va nous arriver des choses. On connaît beaucoup de gens dans pas mal de quartiers, surtout dans les Marolles. On discute, les gens nous posent des questions… et on se prend des remarques sexistes aussi. T.A : Quand j’entre dans un nightshop, on me demande parfois où est ma sœur.

Ça vous arrive souvent qu’on vous prenne pour des sœurs?

ZOUZ : Dès le moment où on s’est rencontrées et qu’on a commencé à bosser ensemble, les

Dans les Marolles, vous avez peut-être déjà croisé Z&T en train de zoner à scooter. « On nous prend souvent pour des sœurs. C’est une question d’énergie »

gens se sont mis à penser qu’on était sœurs. Deux meufs avec le même style, il n’en faut pas beaucoup plus. On nous a même déjà prises pour des jumelles.

T.A : Ce n’est pas tant une question de se ressembler qu’une question d’énergie.

Ça renvoie au concept de la sororité. On peut être sœurs sans partager le même sang.

ZOUZ : On travaille beaucoup sur la question de la sororité. En tant que duo de slameuses, on bosse exclusivement avec des personnes FINTA. C’est-à-dire des personnes femmes, intersexes, non-binaires, trans et agenres.

T.A : Des sœurs blessées, violées, agressées nous contactent régulièrement. On a nous-mêmes traîné dans pas mal de milieux queers, féministes et militants. L’identité de

notre duo est née d’une colère contre les agressions sexistes. Notre clip Chers harceleurs, merci, tourné en une journée, s’adresse à un agresseur en lui demandant de mettre fin à son harcèlement.

ZOUZ : Notre collectif Anti-Cyclone, créé avec des personnes FINTA, est une réaction au sexisme.

Quels ont été les fondements de ce collectif?

T.A : On faisait beaucoup de cyphers et d’open mics de rap et on constatait la récurrence des propos sexistes et des micros arrachés. Beaucoup de personnes FINTA ne pouvaient pas prendre la parole. C’est parti d’une blague, mais on s’est retrouvées à organiser un cypher de rap dédié exclusivement aux personnes FINTA.

ZOUZ : Tu n’es pas toujours en mode guerrière quand tu prends le micro. On voulait créer un espace où rapper ne signifiait pas systématiquement devoir se battre contre les discriminations.

Est-ce que le milieu du slam est moins sexiste que celui du rap?

T.A : Le slam vient de loin. Il fut un temps où le milieu du slam était tout aussi sexiste que celui du rap, mais heureusement des personnalités comme les slameuses Joy Slam et Lisette Lombé (Poétesse nationale, NDLR) sont passées par là. En Belgique aujourd’hui, le slam n’est plus associé au sexisme.

C’est lors d’un slam sauvage que le duo Z&T est né.

T.A : On était toutes les deux engagées par le collectif Slameke pour faire un slam sauvage dans le métro. On zonait dans les mêmes scènes de slam, mais on ne s’était jamais rencontrées.

ZOUZ : J’ai vu débarquer T.A avec sa dégaine. Et je me suis dit : c’est mon style, c’est ma vibe. Comment ça se fait que je ne la connais pas ? Et tout est parti de là.

Ce style, cette vibe, c’est quelque chose que vous entretenez à deux?

T.A : Ça nous amuse de jouer avec ça. Ce style, ça fait partie de nous, mais c’est aussi devenu notre identité artistique. On va performer sur scène avec la même tenue que celle qu’on porte pour aller faire les courses. C’est l’essence même du slam : être sur scène telles qu’on est, sans apparat et sans costume.

ZOUZ : Les hommes ont cette fierté inconsciente de se ressembler et de porter les mêmes tenues, le même t-shirt. Ça les rassemble sans que leur identité propre ne soit contrariée. Alors que chez les meufs, il y a cette concurrence féminine qui nous poursuit depuis des siècles, où on veut avoir un style différent pour se démarquer. Avoir le même look, c’est aussi une manière pour nous de nous renforcer, de dire qu’on fait partie de la même team

La poésie, l’écriture, c’est un talent que vous avez cultivé de votre côté. Ça n’est pas l’école qui…

ZOUZ : … qui nous a dicté nos codes (rires). Non, ça n’est pas à l’école que la magie a opéré. On écrit sur tout et n’importe quoi depuis qu’on est toutes petites.

Pour rebondir sur cet extrait de ‘La Boulette’, le tube de Diam’s: Vous qui avez grandi dans les années 2000, est-ce qu’une rappeuse comme Diam’s a été une influence à l’époque?

ZOUZ & T.A : Carrément, oui. On n’oubliera jamais ses premiers sons.

ZOUZ : On la porte dans notre cœur, même si parfois, elle nous embête un peu. Parce que dès que tu es une meuf et que tu rappes, on te compare à Diam’s. Elle a ouvert énormément de portes, mais elle en a aussi beaucoup fermé, parce qu’on ne voyait plus qu’elle. Il y a eu un million d’autres rappeuses que Diam’s dans l’histoire du rap.

On vous compare beaucoup à Diam’s?

ZOUZ : Régulièrement. Je comprends qu’on puisse partager une vibe. J’admire la beauté de son écriture, le fait qu’elle ait abordé des

thématiques comme la violence conjugale et d’autres sujets féminins. Mais je ne me reconnais pas partout dans son parcours. Par exemple, elle avait cette volonté de ne pas se sexualiser.

Cette sexualisation de votre corps, ça fait partie de votre identité artistique?

ZOUZ : Je ne vais pas parler de sexualisation, mais de performance à la féminité. Je suis dans une période de ma vie où je suis beaucoup plus à l’aise pour performer ma féminité et jouer avec les codes qui en découlent comme le maquillage et les longs ongles roses. Me sexualiser dans une performance ou dans un clip ? Je n’en suis

Vous avez commencé à slamer à la sauvage dans les rues et les squats de Bruxelles. En 2023, vous avez performé au Festival d’Avignon. En janvier, vous serez au Théâtre National. Qu’est-ce que ça représente pour Z&T de collaborer avec de grosses machines institutionnelles comme celles-là?

T.A : On ne vient pas des institutions. On y est rentrées par des hasards et des rencontres. Avignon et le Théâtre National étaient, jusqu’à présent, des rêves qui semblaient peu accessibles. Il y a une grande envie de jouir de la reconnaissance des institutions, mais surtout le désir de montrer tout notre bagage, qui s’est accumu-

« Tu n’es pas toujours en mode guerrière quand tu prends le micro. On voulait pouvoir rapper en toute tranquillité »

Zouz

pas encore là. Et on sait très bien, en tant que femmes artistes évoluant dans le milieu du rap, que c’est un choix lourd de conséquences, avec toute la violence et le sexisme qui en découlent. Des artistes comme Shay ou Liza Monet le font, et chapeau à elles.

T.A : Ce sont des questions qui dépassent nos corps individuels et que nous explorons constamment au sein d’Anti-Cyclone. On est en questionnements perpétuels.

ZOUZ : On réfléchit aussi à ce que ça signifie pour nous d’être des femmes blanches dans le milieu du rap, sachant que le rap n’a pas été créé par des personnes blanches à l’origine. Je pense que peu d’hommes blancs se posent la même question.

lé en dehors de celles-ci. Qu’il s’agisse des scènes ouvertes, des squats ou de la militance, on amène ce bagage avec nous littéralement sur scène. On introduit autant que faire se peut nos ateliers de slam et notre collectif Anti-Cyclone dans les théâtres qui nous invitent.

ZOUZ : On peut être au Théâtre National un soir pour rencontrer des producteurs et le lendemain dans un squat à vivre la meilleure teuf de notre vie. On ne va jamais arrêter de faire ça.

Z&T présenteront Beat’ume au Théâtre National du 15 au 18/1, theatrenational.be.

DE WERVELWIND GENAAMD Z&T

NL/ In de Marollen echoën de straatstenen nog na van de scheurende scooters van het slam- en rapduo Z&T. Nadat ze al de metrostations, open mics en queer en feministische kraakpanden van Brussel op stelten zetten met hun poëtische opstandigheid, parkeren ze nu hun tweewielers in Théâtre National.

A TORNADO BY THE NAME OF Z&T

EN/ The cobblestones of the Marollen/Marolles still echo from slam and rap duo Z&T’s scooters. Having flooded the metros, open mics, and queer and feminist squats of Brussels with their poetic and rebellious words, they are now parking their two-wheelers at the Théâtre National.

Soon at AB

DECEMBER

THU 05 DEC AT KVS “Habibi Connection + Think Of One, Laila Amezian, B’net Chaabi, Kabareh Cheikhats”

07+08 DEC FREE

AT JH DE BRANDING DJ Workshop for Finta’s with Rrita Jashari

SUN 08 DEC King Promise Support: DAX

FRI 13 DEC

Entree & JH De Kuub present: Battle District

Sat 23 MAR

BHM x AB Ms Mavy Presents Afroplug Club Night

SUN 15 DEC Calicos

TUE 17 DEC Kosmo Sound ft. Imane Guemssy

FRI 20 DEC Ferdi

JANUARI

WED 22 JAN I H8 Camera

TUE 28 JAN JPEGMAFIA

THU 30 JAN Uwase

FRI 31 JAN Omar Souleyman

FEBRUARI

TUE 04 FEB Omasta plays J Dilla

WED 05 FEB Cory Wong Support: Couch THU 06 FEB Flavia Coelho

06 FEB Jolagreen23

07 FEB TUKAN

08 FEB Chill Bump SAT 08 FEB DIKKE

FRI 21 FEB Niels Orens

SAT 22 FEB Black Flower: album première

TUE 25 FEB Thee Sacred Souls MAART

SAT 01 MAR Woodie Smalls

THU 06 MAR Lord Esperanza

THU 07 MAR Kuna Maze

THU 13 MAR Hef

THU 13 MAR Uzi Freyja

SAT 15 MAR Jean Valery THU 20 MAR ECHT!

Kosmo Sound + Imane Guemssy

Jazz Brak traduit son rap en images

‘Les photos montrent encore plus qui je suis’

« Avant, je me baladais dans Bruxelles en collant des stickers partout, maintenant je prends des photos », expliquait, il y a quelques semaines, Jasper De Ridder, alias Jazz Brak, à l’hebdomadaire BRUZZ. Le rappeur bruxellois, qui a repoussé les limites du rap néerlandophone au cours de la dernière décennie avec le groupe STIKSTOF, s’est lancé en solo l’année passée. Son inspiration ne s’étant pas tarie, il sort même un deuxième album cet automne. Ce dernier s’intitule AUTOFOCUS, un titre qui fait référence à la loupe à travers laquelle le rappeur regarde sa propre vie, mais c’est aussi un clin d’œil à son nouveau « passetemps » : la photographie. Il s’y adonne, en phase avec le renouveau de la photographie argentique, avec un appareil photographique compact. Il a d’abord utilisé l’Olympus Mu-1 que sa sœur avait reçu pour son seizième anniversaire et qu’il a retrouvé dans le grenier de ses parents. Depuis, il a une collection d’appareils photo vintage, tels que le Contax T2 et le Leica Minilux. « Avec mon téléphone, je prends quinze photos et j’en efface quatorze », explique le rappeur. « Avec un appareil photo argentique, il faut se limiter à une seule photo, sinon ça devient une activité très coûteuse. On apprécie davantage cette photo parce qu’on n’en a qu’une. Et puis il y a l’aspect esthétique, les couleurs des photos argentiques sont bien plus belles. »

ARTISTE VISUEL

Le dada captivant de Jazz Brak donne matière aujourd’hui à un livre qui accompagne son album. Le rappeur compile ses photos dans un modeste petit format ; il ne tient pas à se présenter comme un « grand photographe » pour l’instant. Ce que les images signifient pour lui prime sur la qualité de la photo. Il estime qu’il s’agit d’un complément à son écriture imagée. Le choix

de ses mots est plutôt brut mais très riche en images. Si vous écoutez la chanson ‘Gele blokken’, qu’il a sortie avec STIKSTOF, en fermant les yeux, vous vous retrouvez « sur le macadam », avec « deux mecs d’Europe de l’Est qui roulent en Tiguan ». Le même style poétique mais direct caractérise les photos de Jazz Brak. Il choisit très vite ses sujets, tout comme il écrit très vite ses textes, sans réfléchir trop longtemps et sans faire dans le fignolage. C’est pour cette raison qu’il se sert d’un appareil photo compact, avec autofocus. Il utilise une pellicule sensible à la lumière, à gros grain et fort contraste. Cela apporte à son style documentaire l’aspect vintage des années nonante qu’il affectionne tant, et convient parfaitement aux scènes qu’il immortalise lors de ses promenades urbaines. Aussi brutes que soient les images de la ville, elles sont toujours empreintes de chaleur et d’espoir. En même temps, cette approche donne à ses clichés un côté frais et dynamique.

DE PRÈS

Le travail visuel de Jazz Brak correspond bien à son identité musicale, car il révèle la palette de sa personnalité et de sa relation avec la ville. Ce n’est pas le premier musicien à se faire connaître comme photographe, comme Patti Smith, Lou Reed ou Bryan Adams. Plus près de nous, Tom Barman de dEUS l’a précédé avec son esthétique influencée par les ombres et les couleurs de Harry Gruyaert. Et ce n’est pas un hasard non plus si les musiciens se mettent souvent aussi à la peinture. C’est ce même goût de l’image qu’ils veulent exploiter. Ou, comme le dit Jazz Brak, « cela montre encore plus qui je suis ».

TOM ZONDERMAN

Le livre AUTOFOCUS est disponible à partir du 14/12 chez le bijoutier Souris, rue Artevelde

Jazz Brak utilise une pellicule sensible à la lumière, à gros grain et fort contraste. Cela apporte à son style documentaire l’aspect vintage des années nonante qu’il affectionne tant.

‘Er zijn genoeg donkere drama’s, ik wilde de zon in mijn film’

Anthony Schatteman verwarmt wereldwijd harten met debuutfilm ‘Young hearts’

NL In een zonnig Vlaams dorp wordt de jonge Elias voor het eerst verliefd. Tot zijn grote verwarring is dat op de uit Brussel aangewaaide buurjongen. Verwacht geen torment, Anthony Schattemans debuutfilm Young hearts verwarmt vooral harten, over de hele wereld.

Tekst Niels Ruëll Foto Emiel

Viellefont

Wordt Young hearts, een heerlijke zomerfilm over de ontluikende liefde tussen een Vlaamse dorpsjongen en zijn uit de hoofdstad overgewaaide buurjongen, een kersthit? België denkt van wel, Amerika vindt het veeleer de ideale film voor valentijn. In elk geval gelooft men bijna overal in het vermogen van de film om voor vlinders in de buik te zorgen. Na de wereldpremière op de Berlinale, het filmfestival van Berlijn, sneeuwde het lovende recensies en prijzen – de teller staat intussen op meer dan 35. Meer dan 65 landen hebben Young hearts aangekocht. “Megacool,” bloost Anthony Schatteman, terwijl hij van zijn flesje bier slurpt in centrumcafé Au Soleil. “Zelfs landen als het conservatieve Polen nemen Young hearts in het scholenpakket op. Zo zijn mijn stoutste dromen uitgekomen. Dat geeft wel wat stress voor de tweede film, want even dicht bij wat ik zelf beleefde, zal ik nooit meer kunnen filmen. Maar goed, dat is een zorg voor later.”

Zo is dat. Hoe ben je op het idee gekomen van een zomerfilm die de ontluikende eerste liefde tussen twee jongens niet problematiseert maar romantiseert?

ANTHONY SCHATTEMAN: Kus me zachtjes, mijn kortfilm over mijn papa en mij, was in 2012 op veel festivals een hit. Toen iemand hem op YouTube dropte, werd mijn inbox plots overspoeld met reacties van jongeren uit Japan, China en andere verre buitenlanden. De teneur was telkens dezelfde: ‘Jij gaf ons de voorbeelden die we nooit gekregen hebben, dank je wel.’ Ik vroeg me af waarom net mijn kortfilm zo populair was bij jongeren. Volgens mij was dat omdat er géén seksuele scènes in zitten. Het gaat puur over de romantische beleving van jongens die nog volstrekt onschuldig zijn.

Maar dat was twaalf jaar geleden.

SCHATTEMAN: Exact. Kortfilms zijn een aparte wereld, voor mij was dat hoofdstuk afgesloten. Voor een eerste langspeelfilm dacht ik aan dingen die mij vandaag interesseren. Dus géén coming of age. (Lacht) In Berlijn

sleutelde ik aan een project over een 30-jarige man die in Berlijn wordt opgeslorpt door de harde gay technowereld. Dat scenario was vrij dark en raakte er bij het VAF niet door. Ze vonden het meer iets voor een tweede film en duwden me in de richting van een jeugdfilm. Dat vond ik eerst wat denigrerend. Ik houd van films als La vie d’Adèle, Black swan en Manchester by the sea. Maar nu ik dankzij Young hearts weet wat een happy end met mensen doet, vind ik het wel leuk om happy films te maken.

Wie of wat kon je overtuigen om toch aan die film over jongeren te beginnen?

SCHATTEMAN: Ik ging aan de slag als regisseur van series. Tijdens gesprekken met Ketnet ging het op een gegeven moment over het gebrek aan representatie van queer personages in fictie. Iemand herinnerde zich mijn kortfilm en opperde het idee om een gelijksoortige langspeelfilm te maken. Mijn eerste reactie was: hebben we anno 2020 nog behoefte aan zo’n verhaal? Zijn we daar echt nog niet voorbij? Wordt er binnen scholen en gezinnen niet allang openlijk gepraat over alle vormen van liefde en relaties? Maar het omgekeerde is waar: de urge voor zo’n verhaal is groter dan ooit. Ik ben wel blij dat ik dan pas overtuigd was. Op mijn 25e was ik niet klaar geweest voor een langspeelfilm die zo dicht bij mijn eigen jeugd staat. De personages zijn kopieën van mijn ouders en mijn broer. We hebben gefilmd in mijn straat, mijn oude school, de boerderij die ik zo goed ken.

Waarom filmde je zo dicht bij huis?

SCHATTEMAN: Films die uit je hart komen, werken het best. We hebben maandenlang

Anthony Schatteman

— Geboren in 1989 in Wetteren als zoon van zanger Johan Schatteman, die in 1997 met Schatteman & Couvreur tweede werd in de Soundmixshow. Woont nu in Brussel

— Als regisseur verbeeldt hij de wereld van jonge mensen, hun relaties met hun omgeving en hun ontluikende seksualiteit

— Was acht jaar actief als figuratieregisseur en kindercoach op filmsets

— Regisseerde in 2020 de VRT-serie Leef, en daarna ook 2DEZIT en Northern lights

— Het internationaal warm onthaalde Young hearts is zijn langspeelfilmdebuut

Vlaanderen doorkruist op zoek naar geschikte locaties. Ik bleef ze maar afkeuren, ook al waren ze visueel interessant. Op een dag vroeg Siel van Daele, een goede vriendin en eerste assistent van Lukas Dhont, om de ploeg eens te tonen waar het zich allemaal echt had afgespeeld. De ploeg vond het meteen een evidentie om dáár te filmen. Ik vond dat eerst te simpel. Ik kon toch moeilijk in mijn eigen straat filmen of op locaties als mijn school of de boerderij, die in mijn hoofd niet zo mooi waren. Maar ik kreeg ongelijk. “In welk Disney-dorp heb jij gedraaid?” vroeg de monteur.

Nu je het over Disney hebt: je wilde een feelgoodfilm, je streefde naar een idylle, en dat is de kracht van je film. Maar heb je daar veel voor moeten wegfilteren?

SCHATTEMAN: Lukas (Dhont, red.) en ik hebben ons gebogen over de vraag hoe Young hearts géén Close 2 kon zijn. Weet je, ik krijg relatief veel vragen over dat utopische karakter. Tijdens vragenrondes is er altijd wel iemand die wil weten of het echt zo gemakkelijk voor me was om uit de kast te komen. Natuurlijk was dat niet zo gemakkelijk als in de film. Mensen zeggen soms dat Young hearts te clichématig is of niet gelaagd genoeg. Maar zo heb ik het ook bedoeld. Ik heb al die clichés over de eerste liefde en vlinders in de buik bewust in de film gestoken. Ook al draaiden we tijdens de

“Ik wilde een film voor jongeren van 10 tot 14 jaar maken, een film die ik op die leeftijd zelf had willen zien, als jonge queer met vragen waarop ik nergens antwoorden vond”

slechtste zomer ooit, het moest zonnig zijn. We zijn allemaal opgegroeid met Disneyfilms met een happy end. Ik vind dat er ook zo’n film moet zijn over een jongen die verliefd wordt op een andere jongen. Net die insteek levert een unieke film op. Die andere donkere, gelaagde films bestaan al.

Ik doe mijn best om niet over Close te beginnen omdat het zo’n totaal andere, veel pijnlijkere film is. Maar Lukas Dhont was dus betrokken partij?

SCHATTEMAN: (Grijnst) Lukas heeft meegeschreven aan Young hearts. Hij is een deel van mijn leven. We zaten samen op het KASK. We zijn beste vrienden, het is logisch dat we met elkaar meedenken. Bijvoorbeeld door een paar dagen weg te gaan, heel veel rosé te drinken en oeverloos te praten.

In het begin was ik bang dat ze mijn film een flauw afkooksel van Close zouden

noemen. Want het ís ook een Belgische film over twee jongens die samen in de zon fietsen enzovoort. We wisten dat de vergelijking onvermijdelijk was. Maar we wisten ook hoe sterk de films zouden verschillen. We wilden van Young hearts een soort antidotum voor Close maken. Ik ga voor de kleurrijke, uitvergrote Disney-versie. Niet zoals ik het beleefd heb, maar zoals ik het had willen beleven. Close is duidelijk een film die je wegens te heftig niet aan kinderen kan tonen. Terwijl Young hearts net voor kinderen is gemaakt. Het is de film die ik destijds zelf had willen zien.

Verklaart dat het internationale enthousiasme voor je film?

SCHATTEMAN: We dienden een steunaanvraag in bij de jeugdcommissie van het VAF. Maar eigenlijk wilde ik liever geen klassieke kinder- of jeugdfilm maken, maar een jaren 1990-feelgoodfilm. Zoals Mrs. Doubtfire of Mathilda: films waarvoor het hele gezin zich in de zetel nestelt. Zalige momenten. Amerika brengt Young hearts uit op Valentijnsdag, omdat ze zo hard in de film geloven. Tijdens de vertoning op het filmfestival van San Francisco joelden de mensen wanneer de pesters in beeld kwamen, en toen de kus kwam, ging het dak eraf. Eerst schrok ik: wow, ik heb iets mega-Amerikaans gemaakt. Maar ergens is het logisch. Die Hollywoodfilms van vroeger zijn mijn voorbeelden.

Coming of age door en voor queer personen, zit in de lift. Love, Simon, de eerste Amerikaanse studiofilm met een homoseksueel hoofdpersonage, deed het goed in 2018. Vandaag heeft Netflix een hit te pakken met Heartstopper.

SCHATTEMAN: Maar zelfs daar zegt de vader: “Zie dat je haar niet zwanger maakt” of wordt er over pijpen gepraat. Ik vertel over jongere jongeren. Ik wilde een film voor jongeren van 10 tot 14 jaar maken, de leeftijd van de eerste romantische beleving. Dat is de leeftijd waarop veel jongeren met vragen zitten. Vragen waar ik zelf als jonge queer

Anthony Schatteman: “Ik ben opgegroeid met Disney-films met een happy end. Ik vind dat er ook zo’n film moet zijn over een jongen die verliefd wordt op een andere jongen. Die andere donkere films bestaan al.”

Hoofdrolspelers Lou Goossens en Marius De Saeger: “Tot mijn grote vreugde bleken ze erg goed met elkaar op te schieten en trok Marius de voorzichtige Lou écht mee de stad in.”

nergens antwoorden op vond. Dus nam ik het op mij om zo’n film te maken. Ik geef toe dat ik bewust niet naar Heartstopper heb gekeken om zeker niets te kopiëren. Achteraf gezien was dat niet nodig. Maar het is inderdaad cool dat er eindelijk een generatie mét rolmodellen opgroeit.

Is Young hearts in de eerste plaats een film over de eerste liefde?

SCHATTEMAN: Ik ben héél blij als Young hearts een film over de eerste liefde wordt genoemd, en niet per se een gay film. Mij ging echt over die interne worsteling die bij elke puber zo intens is. Daar hoef je niet queer voor te zijn. Iedereen voelt zich op die leeftijd soms een outsider, want te dun, te dik, te saai ... Het allerbelangrijkste was dat die jongens kunnen zijn wie ze zijn. Weet je, in elke vriendengroep zijn er queer mensen, op elke school, in elke club. Of er is iemand die twee mama’s of twee papa’s heeft. Dat is intussen een soort normaliteit geworden. Maar representatie blijft belangrijk. Mijn broer vroeg: “Ga je hierna weer een gay film maken?” Ja dus. Dat zijn verhalen die dicht bij mij staan én moeten bestaan.

Waarom laat je Elias verliefd worden op een buurjongen uit Brussel, Alexander?

SCHATTEMAN: Ik wou dat Alexander alles was wat Elias nog niet was. Wie in de stad is opgegroeid, heeft toch méér gezien dan iemand die in Wetteren groot wordt. Ik heb drie jaar in Berlijn gewoond. Mijn ogen zijn daar opengegaan. Op seksueel, maar ook op

politiek gebied. Je maakt er mee wat je hier enkel op het nieuws ziet. Alexander moest een jongen uit de grote stad zijn. Brussel dus. Want Brussel is dichter én mooier dan Antwerpen. (Lacht) Neen, de voornaamste reden was het verschil in opvoeding en levenswijsheid tussen een jongen uit Wetteren en een jongen uit Brussel. Alexander wordt vertolkt door Marius De Saeger uit Vorst. Hij viel meteen op toen hij tijdens de casting binnenwandelde, met zijn zwartgelakte nagels. Het gebeuren leek hem niet zo te boeien. Dat trok me net aan.

Een uitstap naar Brussel, inclusief een optreden in een dragbar, is een halve initiatierite in je film.

SCHATTEMAN: Nog een reden om voor Brussel te kiezen. (Lacht) Veel mensen vinden die rondleiding de mooiste scène. Ik vond het ook wel mooi dat Elias letterlijk uit zijn kleine Vlaamse dorp wordt getrokken. Ik sprak vaak met mijn droomduo in Brussel af, bij mij thuis om te praten en te werken, of in het centrum om te gaan bowlen. Tot mijn

vreugde bleken ze erg goed met elkaar op te schieten, en trok Marius de voorzichtige Lou (Goossens, red.) écht mee de stad in. Ik ben blij dat we voor Brussel hebben gekozen. Ook omdat ik hier al vier jaar woon.

Hoe ben je hier beland?

SCHATTEMAN: Met mijn lief, een Bruggeling, heb ik eerst in Gent gewoond, en dan drie jaar in Berlijn. Toen het na tien jaar uit was, wilde ik terug naar België om dichter bij het werk te zijn. Ik wilde zeker niet terug naar Gent, omdat al mijn vrienden daar trouwen of aan kinderen beginnen. Ik dacht aan de buurt van het Zuidstation, zodat ik makkelijk naar Berlijn kon treinen. Ik had vroeger nooit gedacht dat ik ooit in Brussel zou wonen, maar het is een goed idee gebleken.

Hier wordt nochtans ook lustig getrouwd en voortgeplant, hoor.

SCHATTEMAN: Ongetwijfeld, maar je kan die mensen hier net iets makkelijker ontlopen. (Lacht) Brussel inspireert én garandeert me een soort anonimiteit die ik hard nodig heb.

ANTHONY SCHATTEMAN RÉCHAUFFE LES CŒURS

FR/ Dans un village flamand ensoleillé, le jeune Elias tombe amoureux pour la première fois, à son grand désarroi, de son voisin qui débarque de Bruxelles. Young Hearts, le premier film d’Anthony Schatteman, réjouit les cœurs. « Il y a déjà assez de drames sombres, j’ai choisi de mettre de la lumière dans mon film. »

ANTHONY SCHATTEMAN’S DEBUT FILM WARMS OUR HEARTS

EN/ Young Elias lives in a sunny Flemish village and experiences his first crush. Much to his confusion, it is with the boy next door who has moved in from Brussels. Don’t expect torment, Anthony Schatteman’s debut Young Hearts is all about warmth. “There are enough dark dramas, I wanted to add sunshine to my film.”

TSHIMUNDU & SARAH \ CONTENT CREATOR & PHOTOGRAPHER

ROSIE \ PODCASTER

ROSSISTISCHE PODCAST

AGNESKENA \ PHOTOGRAPHER

AXELLE & YACINE \ ARCHITECTS OSTUDUO

YEMA. VISUALS \ GRAPHIC DESIGNER

Eyecatcher

Ferenc

Balcaen

Director of lust and pain

Ferenc Balcaen only graduated from the Drama and Directing programme at RITCS two years ago but already, he is considered one of our most promising young theatre-makers. He has collaborated on a number of creations such as the opera Cambio madre by Aïda Gabriëls and Frank Nuyts, or the Julius Eastman tribute Joy Boy by Collectif Faire-Part and S.E.M Ensemble, but it is his own work that is particularly convincing, limited as it is. His master’s thesis Tristis was performed at the KVS. He is now back there as a guest with his first own professional work SCAPEGOAT, which he made together with Muziektheater Transparant.

Age: 27

Studied Art History at UGent and Drama and Directing at RITCS Lives in Ghent His very recent but acclaimed work directly engages with Hieronymus Bosch and Dante Alighieri Combines a sound knowledge of art history with a love of music and a nose for punishing images Instagram ferencbalcaen

Balcaen’s inspiration for Tristis was the painting The Garden of Earthly Delights by Hieronymus Bosch whereas for SCAPEGOAT, he immerses himself in a world inspired by Dante’s Divine Comedy. As a queer person, Balcaen wants to confront the symbols of the Christian canon of art and use them to find his own perspective. He takes his ideas from visual art, painting, and cinema, and then uses simple interventions to create a powerful visual universe on stage. He is also well-versed in music: the score of SCAPEGOAT, which pairs Franz Liszt’s Dante Sonata with Gregorian chants and chilling vocals, is at least as poignant as the text. Balcaen’s theory is based on Antonin Artaud’s theatre of cruelty, which seeks out the extremes to expose man’s darker urges. The black sheep, or scapegoats, from the title are human figures wandering around like faceless dolls in a sterile setting – a cross between a desolate landscape, an SM basement, and a glass showcase. Balcaen’s definition of a scapegoat as an individual or group that the mob considers too progressive and so is excluded so as to cleanse society of its disruptive presence comes from French-American philosopher René Girard. Whoever deviates is dehumanised, and from then on, there is no limit on how much lust and violence can be unleashed on the scapegoat. “SCAPEGOAT started from the question of how violence and eroticism are depicted in literature and visual art,” Balcaen says. Arriving at Dante’s inferno, he focused on the circle of hell in which blasphemers and homosexuals are punished. Here, his fascination is with the urge to punish with violence, which creates “a vicious circle of pain”, where the pain is “given a poetic translation”, seducing the voyeur in all of us.

MICHAËL BELLON

Ferenc Balcaen’s SCAPEGOAT plays at the KVS BOX on 11/12, kvs.be

Picks of the month Art & Literature

Breekbaar

en bezield

NL/ Je kan wat lacherig doen over de recente afdaling van rockgod Nick Cave in de hel van de keramiekkunst, symptomatisch voor de hernieuwde populariteit van de discipline is zijn opvallende uitstap wel. Het succes van keramiek is immers al jaren zichtbaar, eerst in stoffige Brusselse ateliers, dan in witgelakte galeries, en sinds begin 2024 ook op Ceramic Brussels, de eerste internationale kunstbeurs die geheel gewijd is aan de lang als oubollig weggezette toegepaste kunst van aardewerk en porselein. De eerste editie wist 13.000 nieuwsgierigen te verleiden tot een bezoek, de tweede editie, van 22 tot en met 26 januari in Thurn & Taxis, doet vast nog een paar duizendtallen beter.

Ruim zestig galeries en instellingen tekenen er present, alsook een resem hedendaagse kunstenaars, die verrukkelijk verbeeldingsrijk met vuur kunnen spelen. Damien Fragnon, winnaar van de juryprijs van de eerste editie, stelt er solo tentoon, net als de Amerikaanse eregaste Elizabeth Jaeger. Maar het loont zeker ook de moeite om het werk van de tien jonge makers te besnuffelen die deze editie meedingen naar de juryprijs. Naast zeven Franse kunstenaars, één Ierse en één Belgische valt vooral de Russische Asya Marakulina op. In het bijzonder haar reeks There was a home toont hoe keramiek, net als poëzie, breekbaar en bezield op haar mooist is. (KS)

CERAMIC BRUSSELS 22 > 26/1, Thurn & Taxis, ceramic.brussels

Cœur de Marbre

FR/ Invité à une résidence dans l’entreprise de marbres et de pierres naturelles Van Den Weghe, Kasper Bosmans a pu explorer les gestes du métier d’artisan en se confrontant à ces matériaux chargés de traditions et de mythes. Entre nature et fiction, art et artisanat, il fait naître des images en écho à la vie contemporaine. (GB)

KASPER BOSMANS 15/1 > 15/2, Fondation CAB, fondationcab.com

Imagine all the photos

EN/ Experience has taught Carl De Keyzer that you can burn your fingers on artificial intelligence. The Magnum photographer used AI to prompt his book Putin’s Dream to life, and that did not go down well. Hangar dives into the debate on the future of photography and generative images with AImagine (KS)

AIMAGINE. PHOTOGRAPHY AND GENERATIVE IMAGES 24/1 > 15/6, Hangar, hangar.art

Antidote

EN/ The advancing manosphere won’t help to tackle cyber harassment. But Myriam Leroy’s project might help to raise awareness. At That’s What X Said, the writer and film-maker of #SalePute, who has had plenty of experience with online toxicity, invites artists to engage with the 4,300 hateful messages she extracted from a secret Facebook group. (KS)

SEXISME PÉPOUZE 6/12 > 26/1, That’s What X Said, thatswhatxsaid.com

Le soupir de Narcisse

FR/ Comme une alchimiste de l’illusion, Ethel Lilienfeld crée des images d’une troublante perfection où la réalité quotidienne n’est plus qu’un lointain écho derrière les filtres technologiques soumis à nos désirs et à nos fantasmes. La jeunesse et la beauté éternelles sont désormais à portée de clics. Voir, c’est croire. (GB)

ETHEL LILIENFELD : L’ÉTREINTE DES CRAPAUDS 20/12 > 26/1, Botanique, botanique.be

Samen uit, samen thuis

NL/ Als kind vluchtte filosofe en schrijfster Alicja Gescinska met haar gezin van het communistische Polen naar België. Een gebeurtenis die haar nog steeds met de vraag confronteert waar ze thuishoort. Theatergezelschap Ras-ElHanout, dichter Robin Block en rapper Bird verbouwen met haar dat gevoel van ontheemding tot een huis van woorden. (KS)

(N)ERGENS THUIS 10/12, deBuren, deburen.eu

Plural bodies

EN/ Photographers Rami Hara and Ugo Woatzi put a mirror in front of representations of the body and their redefined identities, fictitious and fantasised. Rami Hara questions the image of black youth under a durag. Meanwhile, Ugo Woatzi showcases multiple bodies in order to create queer narratives. (GB)

RAMI HARA & HUGO WOATZI: THE SUBTLE GESTURE 31/1 > 20/4, Le Jacques Franck, lejacquesfranck.be

Hedendaagse griot

NL/ De Beninees-Brusselse kunstenares Pélagie Gbaguidi beweegt zich als een hedendaagse griot tussen individueel en collectief geheugen, om zo (post)koloniale leemtes te vullen met poëtisch verzet en politieke kunst. Haar eerste solo in eigen stad verbeeldt, betovert en verbindt. (KS)

PÉLAGIE GBAGUIDI: ANTRE 15/1 > 29/3, La Verrière Hermès, fondationdentreprisehermes.org

Coup de cœur

Gilles Bechet écrit sur les arts de la scène et la littérature

Plume de feu

Pour moi, Leïla Slimani est une passeuse, un Charon des cultures comme s’il existait une frontière que certain.e.s hésiteraient à franchir entre les cultures qui se sont développées des deux côtés de la Méditerranée. Avec sa trilogie Le pays des autres, l’autrice franco-marocaine fait entendre la multiplicité des voix pour raconter l’histoire moderne du Maroc et de sa période post-coloniale vue à travers les yeux des personnages du couple mixte Mathilde et Amine, de leurs enfants et petits-enfants. Dans sa rencontre à Bozar, elle évoquera la conclusion de sa fresque familiale avec J’emporterai le feu. Le feu, c’est celui que les enfants de la troisième génération, ici Mia et Inès, allument pour se faire une place, apprendre de nouveaux codes et trouver la liberté dans l’exil ou dans la solitude.

ART DU SOUS-ENTENDU

Ce qui fait, selon moi, la force de Slimani, c’est qu’elle ne juge pas ses personnages, même quand elle entre dans leur intimité. En multipliant les personnages qu’elle confronte aux soubresauts de la Grande Histoire, elle tisse la toile qui noue les destins individuels et ceux d’une nation ou d’une communauté. Son écriture, traversée de questionnements sur le racisme, l’homophobie, le sexisme, la religion et les traditions qui apparaissent de manière très naturelle et nuancée, n’illustre jamais une théorie ou un sujet. Dans une œuvre riche et protéiforme qui rassemble romans, essai et autobiographie ou scénarios de bande dessinée, Leïla Slimani, qui voit la littérature comme un art du sous-entendu, fait la preuve de la plasticité de son écriture, jamais contrainte à une forme prédéfinie.

MEET THE WRITER : LEÏLA SLIMANI 28/1, Bozar, bozar.be

Ish Ait Hamou

— Naît à Vilvorde en 1987. Se passionne pour le breakdance et le hip-hop. Perce à la télévision flamande dans l’émission So You Think You Can Dance

— Se lance dans l’écriture et signe plusieurs best-sellers dont Cécile. Signe un premier court-métrage avant de se lancer dans la réalisation de BXL avec son frère Monir

Monir Ait Hamou

— Naît à Vilvorde en 1978. Arrive au cinéma en jouant dans Les Barons de Nabil Ben Yadir

— Co-crée sa propre série télévisée Champion, diffusée en 2018 sur la RTBF

Bruxelles dans les yeux de Ish et Monir Ait Hamou

‘Cette violence, ce n’est pas que du cinéma, c’est une réalité’

FR Certains se prendront une claque, d’autres y reconnaîtront un quotidien trop rarement porté à l’écran. L’auteur à succès et ex-chorégraphe Ish Ait Hamou s’associe à son frère, l’acteur et réalisateur Monir Ait Hamou, pour signer leur premier long-métrage : BXL. Ou quand les démons de Tarek, 27 ans, champion de MMA, croisent ceux de sa ville. Un engrenage infernal sans tabous ni concessions, aussi bruxellois que la sauce andalouse.

Texte et photo Sophie Soukias

Le cadet a fait vibrer la télévision flamande en tant que chorégraphe hip-hop pour So You Think You Can Dance, avant de marquer la littérature néerlandophone avec Cécile ou encore De Theorie van de ‘1 of 2’ L’aîné a fait ses débuts dans le cinéma francophone en incarnant Aziz dans Les Barons, le film culte de Nabil Ben Yadir, avant de co-réaliser sa propre série télé, Champion, pour la RTBF en 2018. Ish et Monir Ait Hamou, neuf ans d’écart, sont nés à Vilvorde dans une famille ouvrière venue du Maroc. Bruxelles, ils l’ont apprivoisée chacun à sa manière et à son rythme. Ce qui les unit, c’est le désir de raconter cette ville, d’en partager les amours et les frustrations, car Bruxelles sait se montrer impitoyable, pour peu qu’on ne soit pas suffisamment armé. BXL, présenté en ouverture du Cinémamed avant sa sortie en janvier, raconte l’histoire de Tarek (Fouad Hajji) qui rêve de devenir une star du MMA aux États-Unis,

quitter son logement social à l’ascenseur récalcitrant, plaquer son job de plieur de cartons, manger à sa faim quand il pousse les portes d’un resto, se promener en rue sans risquer à tout instant un contrôle de police. Alors qu’il enchaîne les entraînements et que la chance lui sourit enfin, tout s’effondre autour de lui. Pour comprendre, il faut revenir à son enfance bruxelloise. Pas de flashbacks nécessaires : les épreuves de son petit frère Fouad (Yassir Drief) révèlent les cicatrices du passé. « Les petites blessures font de grands drames. »

Vous nous avez donné rendez-vous au Brol Coffee House, une institution à Molenbeek. Dans BXL, le personnage principal, Tarek, s’y rend à l’invitation de sa petite amie, Sofia.

ISH AIT HAMOU: Sofia est un personnage distingué et raffiné. Il fallait un café qui lui ressemble. On aimait l’idée que Tarek évolue dans le même quartier, partage les mêmes

origines et la même religion que Sofia, mais que ça ne lui traverse jamais l’esprit d’ouvrir la porte de ce café, parce que c’est un monde qui ne lui est pas accessible, qui n’est pas fait pour lui.

MONIR AIT HAMOU : Cette histoire d’amour avec Sofia est une merveilleuse opportunité pour Tarek, mais il est incapable de le voir. Tarek est un suiveur dont la personnalité peu affirmée l’empêche de saisir la chance qui lui est donnée de changer sa trajectoire. On avait très envie de mettre ce genre de personnalité complexe au centre d’un film.

Bien qu’il soit un champion de MMA talentueux et un grand frère attentionné, Tarek conserve des failles.

ISH : Il oscille entre le rôle de victime et celui de complice dans la perpétuation du système. Sa relation avec Sofia en est une illustration frappante. Son comportement reflète celui de nombreux hommes. À travers son personnage, c’est aussi nous, les hommes, que l’on critique.

MONIR : Sofia fait partie du mouvement Hijabis Fight Back, elle se bat pour son autodétermination, pour prendre elle-même ses décisions en tant que femme, qu’il s’agisse de porter le voile, de faire des études ou suivre telle ou telle voie professionnelle. Ce sont les femmes qui sont en première ligne pour changer leur destin mais aussi celui de la communauté marocaine et musulmane. Et nous, les hommes, sommes trop souvent de simples commentateurs de leur lutte. Nous sommes conscients que nous n’en faisons pas assez.

Est-ce que vous êtes féministes ?

MONIR : C’est une question piège (rires). Pour moi être féministe, c’est être attentif à nos

Cinéma Bruxelles dans les yeux de Ish et Monir Ait Hamou

automatismes en tant qu’hommes. Veiller à ne pas prendre toute la place, à ne pas couper la parole aux femmes lorsqu’elles s’expriment.

ISH: Je ne me définis pas comme féministe pour ne pas me reposer sur ce label. Je considère que j’ai encore du chemin à faire. C’est pareil pour l’antiracisme : il faut prouver suffisamment son engagement avant de se revendiquer comme tel.

Deux frères qui font un film sur deux frères, ça ne peut pas être un hasard ?

MONIR : Pourtant, si. (rires)

ISH: Ce n’était pas notre but de parler du lien fraternel. Donner un petit frère à Tarek permettait d’imaginer son enfance et les épreuves qu’il a traversées, sans recourir aux flashbacks.

MONIR : C’est une manière de revenir sur les micro-blessures d’enfance, ces petites souffrances qui, accumulées, finissent par déborder. Le film explore ces fractures, souvent dans des détails comme la communication mal comprise. Qu’il s’agisse de l’adolescent mal à l’aise avec ses sentiments, d’une psychologue déconnectée de sa réalité qui lui demande où il est parti en vacances cet été, ou d’une prof qui ne prend pas en compte ses difficultés avec le néerlandais. Chacun croit agir pour le mieux, mais les choses sont plus complexes qu’elles n’y paraissent.

ISH: Ce qu’on a observé, c’est que la souffrance n’est pas toujours liée à un grand traumatisme d’enfance, mais plutôt à de petites blessures mal soignées.

Vous avez deux vécus très différents de Bruxelles. L’un a été à l’école à Bruxelles, l’autre à Vilvorde.

MONIR : J’ai commencé à aller à l’école à Bruxelles à 12 ans, prenant le tram depuis Vilvorde. Le trajet me semblait interminable. Bruxelles me paraissait austère, avec des stations de tram qui sentaient l’urine. L’école ne semblait pas avoir changé depuis les années septante. C’était un choc pour moi, venant d’une cité ouvrière à Vilvorde. Là-bas, les portes restaient toujours ouvertes et les mamans se retrouvaient dans le parc. Je quittais une bulle familiale pour plonger dans l’inconnu. La grande ville, ce n’était pas les lumières de New York, c’était Bruxelles avec sa chape de béton et sa grisaille.

ISH: Pour moi, c’était l’inverse. J’ai découvert Bruxelles à 16 ans, alors que je m’ennuyais à Vilvorde. J’avais envie de m’ouvrir au

« Ce sont les femmes qui sont en première ligne. Et nous, les hommes, sommes trop souvent de simples commentateurs de leur lutte »

Monir Ait Hamou

monde. Grâce au breakdance, je me suis retrouvé à la Porte de Namur, un quartier vibrant où j’ai rejoint un groupe de danseurs de toutes origines. J’étais heureux de pouvoir m’exprimer en français, la langue que je parlais à la maison, et non pas en néerlandais comme à l’école.

Est-ce qu’enfant, vous rêviez de cinéma ensemble, de créer ensemble ?

MONIR : Plus jeunes, on avait chacun notre univers, Ish avec la danse et le basket, moi le foot. Mais on a longtemps partagé la même chambre.

ISH: On y regardait des DVDs que mes frères louaient dans un vidéoclub à Schaerbeek – Rocky, Les Affranchis, La Haine, Taxi Driver. J’étais trop jeune pour voir ces films, mais ça m’a initié au cinéma. Aujourd’hui, je mets des films que j’aime en présence de mon fils aîné, et s’il veut regarder, c’est avec plaisir, peu importe l’âge recommandé.

MONIR : Dans la chambre que nous partagions, notre regard était tourné vers l’Amérique. Pour nous, c’était là que se faisait le cinéma, avec Hollywood comme référence.

L’interprète de Tarek, Fouad Hajji, a grandi à Vilvorde avec vous, avant de tenter sa chance en Californie. ISH: C’est avec lui que j’ai commencé le breakdance. Ma mère me laissait m’entraîner tard car j’étais sous sa protection. Il rêvait de faire carrière aux États-Unis et a décroché quelques petits rôles dans des séries comme NCIS Los Angeles. Ironique-

DIT IS BRUSSEL

ment, c’est à Vilvorde, après vingt ans passés en Californie, qu’il a obtenu son premier rôle principal.

Sans spoiler, on peut dire que vous signez un film plutôt tragique. Comment avez-vous dosé la part de drame dans BXL?

ISH: Certains trouveront que le film est trop dur ou trop triste, tandis que d’autres vont complètement passer à côté de la violence du film parce que ce sont des choses qui font partie de leur quotidien. Ce qui les marquera davantage, ce sont des détails comme les mots de la psychologue ou le geste d’un imam à la mosquée, plutôt que la violence policière, par exemple.

MONIR : Nous, qui avons grandi entre Vilvorde et Bruxelles, nous nous inspirons de réalités quotidiennes, d’événements qui se sont réellement produits autour de nous. Ce ne sont pas des situations exceptionnelles, mais des choses qu’on a vues ou entendues. Cette violence que l’on dépeint, c’est une réalité, pas que du cinéma.

Vous êtes plutôt pessimistes en ce qui concerne Bruxelles ?

ISH& MONIR : On est réalistes. Les violences et les opportunités manquées semblent cycliques. L’espoir, c’est de vraiment réussir à s’écouter, de revoir notre manière de communiquer. Qu’il s’agisse de la famille, de l’école, de la police, etc.

BXL ouvrira le festival Cinémamed le 28/11 au cinéma Palace avant de sortir en salles le 22/1, cinemamed.be

NL/ Successchrijver Ish Ait Hamou sloeg de handen in elkaar met zijn broer, acteur en regisseur Monir Ait Hamou, voor hun eerste langspeelfilm. In BXL kruisen de demonen van de 27-jarige MMA-kampioen Tarek die van zijn stad. “Je kan slachtoffer zijn van een systeem dat je zelf in stand helpt te houden.”

THIS IS BRUSSELS

EN/ The successful writer Ish Ait Hamou has joined forces with his brother, actor and director Monir Ait Hamou, and together, they have made their first feature film. In BXL, the demons of 27-year-old MMA champion Tarek meet those of his city. “You can be the victim of a system you yourself help perpetuate.”

Zoals elk jaar is er ook dit jaar Âge d’Or, voor een weekend gewijd aan subversieve en experimentele cinema en het bouwen van bruggen tussen historische en hedendaagse lmpraktijken. Voor deze editie hebben we een programma van zeven voorstellingen geconcipieerd, ondergebracht onder drie noemers.

Info & tickets - www.cinematek.be

ENTREZ DANS LE MONDE DE L’ART NOUVEAU STAP IN DE WERELD VAN ART NOUVEAU

CINEMATEK

Baron Horta straat 9

Picks of the month Film

An odd one

EN/ Andrea Arnold is not the kind of director who keeps on making the same film. Instead the Englishwoman is one of those greats who with each film reinvent themselves. That also holds true for Bird, her new film in which an oddball accompanies a 12-year-old girl during her coming of age under terrifying circumstances. Those who skipped the amazing Cow thinking it was a simple documentary about a dairy cow have not seen an Andrea Arnold film since the striking road movie American Honey. She was regarded as Ken Loach’s heir apparent following her film Fish Tank (2009). But then she gave her own take on a genre drenched in poetic naturalism with the titillating and sublimely earthy Emily Brontë adaptation

Wuthering Heights (2011).

In Bird, a story extracted from a raw reality, her restless yet constantly observant camera follows 12-year-old Bailey (played by the revelation Nykiya Adams). Bailey has to cope with a mother that barely wants her, a half-brother who brings order by force, and a father (Barry Keoghan) who hopes to finance his marriage to a new girl with the hallucinogenic slime of his toad.

On one of her daily wanderings, the girl reliant on herself, her wonder, and resilience comes across an eccentric young man (Franz Rogowski) who allows himself to be called Bird and who is looking for his parents. To fly away or not to fly away? If only it were a question. (NR)

Hail to the lion

EN/ The weird thing about this prequel to Disney’s classic The Lion King is that meerkat Timon, warthog Pumbaa, and lions Mufasa and Scar no longer look like cartoon characters but like real animals. Photorealistic animals that can talk and sing. The great thing is that director Barry Jenkins of Oscar-winner Moonlight was in charge. (NR)

MUFASA:

Coriace Coppola

FR/ Il y a 45 ans, Francis Ford Coppola entrait au panthéon des réalisateurs avec quatre chefsd’œuvre consécutifs (Le Parrain, Le Parrain II, Conversation secrète, Apocalypse Now). À 85 ans, la légende revient avec Megalopolis Cette épopée sur une métropole qui doit se réinventer n’est pas son œuvre maîtresse mais vaut certainement le détour. (NR)

BIRD UK, dir.: Andrea Arnold, act.: Nykiya Adams, Franz Rogowski, Barry Keoghan, release: 1/1

THE LION KING US, dir: Barry Jenkins, release: 18/12

MEGALOPOLIS US, dir. : Francis Ford Coppola, act. : Adam Driver, Giancarlo Esposito, Aubrey Plaza, sortie : 11/12

Le voyage portugais

FR/ Le cinéaste portugais Miguel Gomes – aimé des cinéphiles – met en scène deux amants qui n’arrêtent pas de se rater, dans un rêve fiévreux, empreint de mélancolie. Il débute dans la colonie britannique de Birmanie en 1907 mais s’étend à toute la région. Cannes lui a donné le prix de la meilleure mise en scène. (NR)

GRAND TOUR dir. : Miguel Gomes, act. : Gonçalo Waddington, Crista Alfaiate, sortie : 25/12

Almodóvar heeft prijs

NL/ Eindelijk! Eindelijk won de meester van het melodrama Pedro Almodóvar zijn eerste grote festivalprijs. In Venetië kreeg hij de Gouden Leeuw voor zijn eerste Engelstalige film. Dat luxueuze euthanasiedrama had hij ook in het Spaans kunnen draaien, maar dan hadden we niet gekeken naar Tilda Swinton en Julianne Moore. (NR)

THE ROOM NEXT DOOR

8/1

België op zijn rauwst

NL/ Weinig heeft België zo op zijn grondvesten doen daveren als de affaire-Dutroux.

Fabrice Du Welz probeert het nationale trauma uit te drijven met een gitzwarte genrefilm over een jonge agent die zich almaar obsessiever en gefrustreerder vastbijt in een vergelijkbare gruwelzaak. Niet voor gevoelige zielen. (NR)

MALDOROR BE, dir.: Fabrice Du Welz, act.: Anthony Bajon, Sergi López, Béatrice Dalle, release: 21/1

Ukrainian resilience EN/ Bozar is just one of many cultural institutions that gladly show Sergei Loznitsa’s documentaries and feature films. The figurehead of Ukrainian cinema descends on Brussels to set out his vision in a “State of Cinema” and present The Invasion, part two of his diptych about post-Russian invasion Ukraine. (NR)

CLOSE-UP: SERGEI LOZNITSA 11 > 15/12 & STATE OF CINEMA 2024 11/12, Bozar, bozar.be

Renaissance du thriller érotique

FR/ La patronne d’une grande entreprise, mariée à un metteur en scène, entame une liaison torride avec un (très) jeune stagiaire. Ils explorent des jeux de pouvoir et elle jouit avec lui. La cinéaste Halina Reijn et la star Nicole Kidman s’unissent pour renouveler le thriller érotique. (NR)

BABYGIRL US, dir. : Halina Reijn, act. : Nicole Kidman, Antonio Banderas, Harris Dickinson, sortie : 15/1

Coup de cœur

Niels Ruëll

schrijft over film

Koude rillingen tot de haan kraait

Als de vampier niet bestond, ze zouden hem moeten uitvinden. Geen demon zo aristocratisch en romantisch, geen bloedzuiger zo afzichtelijk én aantrekkelijk, geen dode zo levendig, geen nachtcreatuur zo machtig … tot de haan kraait. De Transsylvaanse ketter kleurt al eeuwen volksverhalen rood. Over de literatuur werpt Vlad zijn schaduw sinds Bram Stokers Dracula. Over de cinema sinds Nosferatu, eine Symphonie des Grauens van F.W. Murnau. Het is filmkunst van ruim honderd jaar oud, die nog steeds tot nachtmerries kan leiden. Zo expressief, suggestief en onbehaaglijk is ze. Je hoeft de oerknal van de vampierenfilm niet te hebben uitgezeten om vertrouwd te zijn met Graaf Orloks silhouet, zo iconisch zijn zijn ratachtige hoofd, klauwende handen, kromgetrokken romp, slagtanden en opengesperde ogen. Lijkbleek, maar bloedgeil. Max Shrecks vertolking is voorwerp van mythevorming: was hij zelf een vampier?

KOUDE RILLINGEN

Tot de velen die geobsedeerd zijn door Nosferatu behoort ook Robert Eggers. Dat is de hemelbestormer die Anya Taylor-Joy boos maakte op een demonische bok in volksverhaal The vvitch, die Willem Dafoe en Robert Pattinson als waanzinnige vuurtorenwachters opvoerde in de maritieme nachtmerrie The lighthouse, en die Alexander Skarsgård in het vikingepos The Northman iemands strot liet overbijten. Die prins der duisternis heeft zich aan een hommage aan en hervertelling van Nosferatu gewaagd. Ik krijg koude rillingen bij de gedachte alleen al.

NOSFERATU US, dir.: Robert Eggers, act.: Lily-Rose Depp, Nicholas Hoult, Bill Skarsgård, Willem Dafoe, release: 25/12

ES, US, dir.: Pedro Almodóvar, act.: Tilda Swinton, Julianne Moore, John Turturro, release:

Ferdi: the rising star honouring Adolphe Sax’s invention

Sax symbol

EN The saxophonist Ferdinand Lemoine, who was chosen to perform with Sofiane Pamart and has featured on tracks by Peet and Dabeull, is writing his own story in the guise of Ferdi. This month, the Brussels-based Frenchman will honour Adolphe Sax’s invention with his first jazz album, Take 01, and a concert at the Ancienne Belgique.

Text Nicolas Alsteen

At the age of seven, I fell under the saxophone’s spell,” says Ferdi. At the time, he was still known by his birth name, Ferdinand Lemoine. As Ferdi, the Brussels-based musician is still madly in love with the instrument. “I love the shapes of the saxophone, its vintage look. It’s an object I associate with pop culture. It is omnipresent in films, on television, even in cartoons like The Simpsons. In primary schools in the north of France, where I grew up, you can borrow a guitar, a saxophone, a trumpet, or a piano for a few weeks. Following a successful try-out, my grandmother gave me my first saxophone: a Selmer, a reputable French make. Today, I still play a vintage model of the same make.”

Those primary school days in France are long gone. These days you are based in Brussels. When did you move here?

FERDI: In 2014. After ten years of classical saxophone, I was awarded the Médaille d’Or at the Conservatoire de Douai. One of my teachers, the trombonist Phil Abraham, also taught in Brussels. It was he who advised me to continue my studies in Belgium.

In the eyes of the public, your name is strongly connected with Peet. How did you come to know the Brussels rapper?

FERDI: A friend called me during the lockdown to tell me that Peet was looking to add some saxophone to one of his pieces. At the time, he was doing a live performance every week on Instagram. So, I logged on and I sent a request to participate. I joined right in with my sax. A few minutes later, Peet sent me a demo and invited me to arrange it. I recorded an accompaniment straight away. Thirty minutes later, Peet received my version of his piece. We have been together ever since. We have just finished a tour together. Now, I am going to take some time to concentrate on my album and my concerts.

After Peet, you joined up with Dabeull and Sofiane Pamart, two stars of the French scene…

FERDI: I met Dabeull at a barbecue...at Peet’s. He introduced us. He presented me and said that I was “the best saxophonist in Brussels.” It was absurd. The next thing I knew, Dabeull contacted me about recording in his studio, in Vorst/Forest. I was thrilled. The problem was that I had no idea what he did. Just before going to meet him, I quickly listened to his music. It’s funky, very classy. That’s when I realised that he was generating millions of streams. When I arrived, I

found Sofiane Pamart and Dabeull. They were working on their joint project Loving Life. They asked me to do a solo on a track. I did it. They loved it, so they told me to do another track. In the end, I recorded five songs in a row, each time in one take.

Your first album is called Take 01. Did you record that in one take?

FERDI: Not really. The story goes like this: two years ago, a journalist asked Sofiane Pamart who were, in his opinion, the great artists of tomorrow. He cited my name, describing me as the “One Take Man”, and explained that my first take is always the best. Then, when I was recording my album, I brought together several musicians in Elsene/Ixelles, in the ICP Studios. On arrival, I gave them a few directions and we ended up recording the first take of an anthology. I named the piece “Take 01”. That is also the title of the album.

Is Take 01 a jazz album?

FERDI: Not according to purists. Because it has no elements of swing or bebop. Personally, I am inspired by artists like Christian Scott (now known as Chief Xian aTunde Adjuah, ed.), Yussef Dayes, Terrace Martin, and Braxton Cook. All those names come from the English-speaking world. I feel like there are fewer barriers between jazz and other musical styles in England and the US. The dialogue between different sounds is more fluid there. My encounter with the trumpet player Béesau really opened my eyes to that. It was he who encouraged me to develop my style without imposing any restrictions or codes of conduct.

In July 2023, you played your first concert under your own name. It happened at the Montreux Jazz Festival.

FERDI: That was the realisation of a childhood dream. My friend Louison, who runs the vintage clothes shop 0.9 on Zuidstraat/ Rue du Midi, took it upon himself to contact the big summer festivals to see if they would invite me to play. I couldn’t believe it.

But, because he insisted, I submitted ten events for him to contact with, at the top of the list, the Montreux Jazz Festival. It was the only event that responded to him. I still can’t believe I performed there.

On the album, there is a collaboration with Sofiane Pamart called “Montreux Palace”. Does it refer to that episode?

FERDI: Just before my concert at the Montreux Jazz Festival, I received a call from Sofiane Pamart. He was also due to perform there, a few days after me. He asked me to accompany him. So, that summer, I performed at Montreux twice. The first time, I stayed in modest lodgings in the city centre. The second time, it was a different story: Sofiane’s entire crew was put up in the Montreux Palace. I had never set foot in such a luxurious hotel. It overlooks the Alps and Lake Geneva. “Montreux Palace” is a reference to that place which, in its way, marked the beginning of my long-term collaboration with Sofiane Pamart. That night, I found myself in the wings with Chilly Gonzales and Jon Batiste. We performed on the main stage. After that, I accompanied Sofiane for his whole tour.

Your album has a flavour that seems very rooted in the 1980s.

FERDI: There is an eighties vibe. But I tried to mix it differently, by adding contemporary arrangements and ideas drawn from alternative pop and indie-rock culture. That being said, the harmony in a piece like “5h37” is derived from French pop from the 1980s. When I was little, at home, my father listened to artists such as Daniel Balavoine, Jean-Jacques Goldman, Mylène Farmer, and Michel Berger. I grew up in that environment. Sometimes, you don’t choose your influences. You just have to let yourself be guided by your background and your instincts.

Ferdi will be performing at the Ancienne Belgique on 20/12, abconcerts.be

FERDI: SAXSYMBOOL

NL/ Saxofonist Ferdinand Lemoine heeft er intense samenwerkingen met Sofiane Pamart, Peet en Dabeull op zitten. Vandaag schrijft hij zijn eigen verhaal als Ferdi. De Franse Brusselaar eert de uitvinding van Adolphe Sax met een eerste jazzalbum, Take 01, en een concert in de AB.

FERDI : SAX-SYMBOL

FR/ Le saxophoniste Ferdinand Lemoine a multiplié les collaborations intenses avec Sofiane Pamart, Peet et Dabeull. Aujourd’hui, il écrit sa propre histoire sous le nom de Ferdi. Le Français basé à Bruxelles rend hommage à l’invention d’Adolphe Sax avec un premier album jazz Take 01 et un concert à l’AB.

au cinéma le 11/12 in de bioscoop

Ogenblik

Fotograaf Heleen Rodiers staat met haar analoge camera een ogenblik stil bij een plek in de stad

In stelling. Nu de temperatuur tegen het vriespunt aanschurkt en we de eerste winterse buien laten optekenen, ga ik vanzelf verlangen naar de gezelligheid van plaids, brandende kaarsen en een knisperend haardvuur. Warmte en fonkelende lichtjes in het donker als remedie tegen de winterdip. Bijna een kwarteeuw geleden heeft Brussel zich gemengd in het verdrijven van die winterse donkerte. Met Winterpret, de meest geliefde kerstmarkt van Europa, heeft de Stad Brussel het tot haar taak gemaakt om de dip met grof geschut te verdrijven. Alles wordt in stelling gebracht om van 29 november 2024 tot 5 januari 2025 de stad onder te dompelen in licht, kerstliedjes en de weeïge geur van glühwein en vette braadworst. Het woord magisch wordt niet geschuwd. Met duizenden zakken toeristen af naar Brussel om de pret van de winter te beleven. Als Brusselaar voel ik me dan wat ontheemd in eigen stad. Met de overvloed aan fonkelende lichtdecoratie is de donkerte dan wel verdreven, echt vrolijk word ik er niet van als ik

een zich aan schnaps en karamelappels lavende massa moet trotseren om gewoon van A naar B te raken. Kuieren langs het statische Justitiepaleis op het naar de architect genoemde Poelaertplein biedt een welgekomen ontsnappingsroute aan het geweld in licht en geuren van de benedenstad. Dat Justitiepaleis is al veel langer geleden ‘in stelling’ gebracht. Sinds 1984 wacht het op een renovatie die nu, 40 jaar later, eindelijk is aangevat. Het is 17.30 uur en de shift van de enkele werkmannen zit erop. Met hun gele werkhelm onder de arm verlaten ze in kleine groepjes de werf langs de omheining rond het Justitiepaleis. Een zacht schijnsel verlicht bovenaan de stelling. Zou een van de werkmannen het licht hebben laten branden?

De aanblik van dit kleine licht aan dat enorme gebouw bezorgt me een warm gevoel en verdrijft in alle subtiliteit meer de weemoed van de winter dan al die knipperende en schitterende lichtjes in de benedenstad samen. Soms hoeft het niet groot te zijn.

Eat & Drink 5 x Grill

EN Looking for somewhere to warm up? Here is a small selection of spots with a grill to raise your temperature. Five places where the food is tailormade for the winter.

Text

Michel Verlinden

Saskia Vanderstichele

1. Historic

Age-old, De Hoef – a name derived from the Dutch word "hoefijzer", meaning "horseshoe" – constitutes a slice of the history of Ukkel/ Uccle in itself. Since its construction in 1627, this building has evolved over the centuries: starting out as a small farmhouse in the middle of the countryside, it became a coaching inn before turning into a guinguette (open-air café) and then a student bistro. In 1958, "Madame Pitou" took up the reins and transformed the place into a proper restaurant. Today, it is down to Maxime and John Dubocquet, the two brothers who represent the fourth generation, to keep this institution’s family atmosphere alive.

Paying it a visit on a Sunday evening to enjoy some grilled food is a comforting and nostalgic experience. That is especially true of the front room, which is the most authentic, where you can sit at a table by the open fire; for couples, we recommend booking the table closest to the fireplace, where you can dine sitting side by side. Of course, the incredible warmth of the place has its drawbacks: it is

best to sit at a table in the back room if you are sensitive to smoke or if you want to protect your clothes from the smells of the kitchen. Not bothered by such things? Then, do what we did and take your seat in the room dating from 1627 in which the check tablecloths, knick-knacks, old engravings, and subdued lighting create a unique atmosphere. The menu is impressive, offering a vast selection of meats, from a very good grilled steak (26 euro for 200g) to the "Pickles" pork rib (24 euro). We started by sharing a shrimp croquette (10 euro) and a fondu au fromage (9.50 euro). Generous and delicious. The highlight was the meat, a Pluma Iberico pork

steak (36 euro) that melted in the mouth, which we ordered with fresh, beautifully fried chips, a crisp salad, and crunchy beans (5.50 euro). For dessert, we had apple and caramel mini crêpes, which aroused all the sensations of a crème brûlée: it was the perfect end to a feast that evoked a world gone by. The choice of wines, which is too conventional with its huge selection of Bordeaux, includes a few bright sparks, such as Domaine Chevrot’s Bourgogne rosé "Sakura" (48.50 euro).

DE HOEF 1627 ••••

Rue Edith Cavellstraat 218, Ukkel/Uccle, dehoef-1627.com

Photo

3. Mediterranean

This heartwarming brasserie offers a menu with Mediterranean accents. The grilled meat dishes are original, especially the beef filet mignon a la plancha, which we highly recommend. We also liked the interesting pork tomahawk, flavoured with olives, and the Irish rib steak. We were disappointed, however, by the choice of beers and the wine selection, which fails to explore the variety of products with no added sulphites.

LA VIGNE •••

Rue Jourdanstraat 6, Sint-Gillis/Saint-Gilles, la-vigne.be

Across from the Hallepoort/Porte de Hal, Gabriel Ejzenbaum and Agathe Legrand have opened a two-tonne Texan smoker. This place certainly differs a bit from traditional grills, but the slow-cooked meats are a knockout. The “Holy Platter”, for example, combines pork chops, beef brisket, sausages, and pulled pork, all accompanied by homemade sauces. They also have a large selection of bourbons.

HOLY SMOKE ••••

Hallepoortlaan 9 Avenue de la Porte de Hal, Sint-Gillis/Saint-Gilles, holysmokebrussels.com

2. Latino

Inspired by the tradition of South American parrillas, Asado offers grilled meats as well as veggie options. Rustic and warm, the decor suggests something between a farm and a mountain chalet. The menu includes Argentine classics, such as empanadas, grilled chorizo, and the bife de chorizo (sirloin steak), accompanied by chimichurri or salsa criolla. There is a choice of Argentine wines to complete the meal.

ASADO ••••

Chaussée de Waterloosesteenweg 905, Ukkel/Uccle, asadobrussels.be

5. Understated

The grilled meats at Meat Mozart may be less spectacular than somewhere like De Hoef but, prepared in a kitchen that is visible from the dining room, they absolutely make the grade by staying true to the spirit of the Argentine barbecue. We enjoyed the “Tira de Ancho”, a prime rib of beef, spiral-cut and well-seasoned.

MEAT MOZART •••

Chaussée d’Alsembergsesteenweg 541, Ukkel/Uccle, meatmozart.be

Streetlife

Photographer Agneskena scours the streets of Brussels for fashion kings and queens

Audric (18)

“I would say my style is strongly inspired by black US hip-hop culture. Playboi Carti, Young Thug, and Chief Keef are but a few of the artists who inspire me. I love wearing baggy or regular jeans. I often combine them with polo shirts. I’m fascinated by their way of appropriating these clothes, like “sagging”, which consists in wearing the pants very low. These little details have a big effect on the outfit. I often buy my clothes on Vinted or in thrift shops. I also shop on Zalando from time to time. For me, the most important thing in fashion is staying true to yourself. You can always get your inspiration from others, but you have to wear what you like. Don’t be afraid of what everyone else might think. With an outfit, self-confidence makes the difference.”

with Ilka y Idiskut and Alper, Amina, Arian, Beid, Dani, Danilo, David, Davut, Eda, Egemen, Elif, Enes, Fatima, Furkan, Hafsa, Ibrahim, Liemar, Majeda, Manessa, Melisa, Mohammed, Natalia, Nerjiss, Rebeca, Selen, Selin, Teodora, Valentin

filmby Ruth

Beckermann