Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Michaël Bellon, Annelies Bontjes, Jasper Croonen, Andy Furniere, Karl Meesters, Tom Peeters, Niels Ruëll, Freya Van Nieuwenhuysen, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden (medewerkers)
VERTALING
Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer
FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE
Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Lennert Nuyttens, Ivan Put, Saskia Vanderstichele
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Dirk De Clippeleir
Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij
Printing Partners
Paal-Beringen
en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
MELD NIEUWS
Zelf nieuws gespot?
Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws
Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be
VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels
WWW.BRUZZ.BE
Maarten Goethals
Coördinator Magazine
Communisten
Voor de eerste keer in de politieke geschiedenis van Brussel komt extreemlinks aan de macht. Maandag werd het nieuwe bestuur van Vorst voorgesteld, en behalve de socialisten en de ecologisten maken ook de communisten voortaan deel uit van de meerderheid (p.12). De impact van die onuitgegeven coalitie laat zich pas op langere termijn raden. Maar Vorst wordt hoe dan ook een belangrijke stresstest. Vooral voor de PTB-PVDA staat er veel op het spel. Die moet de kloof zien te dichten tussen haar radicale ideeën en de praktische uitwerking ervan, in een context bovendien van strikt budgettaire orthodoxie. Tegelijk staan ook pittige gesprekken op de agenda, bijvoorbeeld over het nieuwe voetbalstadion van Union en de reconversie van de gebouwen van Audi Vorst. Hoe inschikkelijk zullen de communisten zijn voor het grootkapitaal achter die projecten?
“Zal de PTBPVDA haar radicale ideeën kunnen omzetten in praktijk?”
FR Pour la première fois dans l’histoire politique de Bruxelles, l’extrême gauche arrive au pouvoir. Lundi, la nouvelle majorité de Forest a été présentée. Aux côtés des socialistes et écolos, on y retrouve les communistes (p. 12). L’impact d’une telle coalition, inédite, ne sera visible qu’à plus long terme. Mais Forest sera donc un test de résistance important. C’est surtout pour le PTB/PVDA que les enjeux sont gros. Ils devront combler le fossé entre leurs idées radicales et la pratique, dans un contexte budgétaire en outre très tendu. En même temps, la commune sera confrontée à des discussions ardues, par exemple concernant le nouveau stade de l’Union ou la reconversion des bâtiments d’Audi Forest. Dans quelle mesure les communistes seront-ils prêts à soutenir le grand capital derrière ces projets ? Les autres partis de la majorité devront quant à eux montrer que la collaboration fonctionne, car personne n’attend une coalition de conflit. Mais le PTB/PVDA ne peut pas faire de trop bons résultats non plus, compte tenu du grand tronc électoral commun avec le PS/Vooruit et Ecolo/Groen et la lutte pour les mêmes électeurs. L’expérience de Forest sera donc une expérience unique et intrigante, où les amis seront des ennemis et vice versa.
De andere meerderheidspartijen moeten dan weer aantonen dat samenwerken lukt – op een coalitie van ruziemakers zit niemand te wachten. Maar de PTB-PVDA mag ook niet te sterk scoren, wegens de grote electorale overlap met de PS-Vooruit en Ecolo/Groen en de strijd om dezelfde kiezer.
Dat maakt het experiment van Vorst een intrigerend unicum, waarbij vrienden vijanden zullen zijn, en vijanden vrienden.
EN On Monday, the new administration in Vorst/ Forest was presented, and apart from the socialists and ecologists, also communists are now part of the majority, making it a first in Brussels’ political history (see page 12). We can only guess what the long-term impact of this will be, it will certainly be an important stress test for the commune. The stakes are high, especially for the PTB/PVDA. The party has to bridge the gap between its radical ideas and the practical implementation of policy and that in a context of strict budgetary orthodoxy. They are also not going to be short of controversial topics, such as the new Union football stadium and the reconversion of the Audi Vorst/Forest buildings. How happy will the communists be to involve big business in those projects? In turn, the other majority parties will have to show that cooperation works – nobody wants a coalition of squabblers. But neither must the PTB/PVDA be seen to benefit too much, because of the large electoral overlap with PS/Vooruit and Ecolo/Groen and the battle for the same voter. That makes Vorst/Forest’s experiment intriguingly unique where friends will be enemies, and enemies will be friends.
‘Het voortdurend verwijzen naar de stadsafbraak van 1970 stoort me’
Na tien jaar neemt Kristiaan Borret afscheid als Brussels bouwmeester. Hij doet dat met Soft Power, een boek met zijn terugblik op een decennium waarin hij flink aan de boom schudde van de Brusselse bouwcultuur. “Ik heb het ons-kent-ons circuit doorbroken.”
door Kris Hendrickx foto’s Lennert Nuyttens
Dat hij het zal missen om in en over Brussel te werken, mijmert bouwmeester maître architecte (BMA) Kristiaan Borret na het interview. “Het is toch anders als het je eigen stad is. Je werkt voortdurend met mensen van wie je weet dat ze die stad met je delen.”
Plaats van afspraak? Usquare, de voormalige politiekazerne bij de VUB en universitaire wijk in wording, en een voorbeeld van de thema’s waarmee Borret aan de slag ging: hergebruik en klimaataanpassing.
Uw mandaat loopt eind december af, maar er is nog geen opvolger in zicht. Riskeert Brussel zonder bouwmeester te vallen?
KRISTIAAN BORRET: Ja, en dat kan een juridisch probleem worden bij projecten
die groter zijn dan 5.000 vierkante meter. Dan moet de bouwmeester een advies geven bij vergunningsaanvragen.
Is een verlenging een optie?
BORRET: Ik ben geen vragende partij, maar als ik enkele maanden kan overbruggen, ben ik daartoe bereid, eventueel deeltijds.
U heeft een goed zicht op de ontwikkeling van steden in binnen- en buitenland. Waarin onderscheidt Brussel zich, positief en negatief?
BORRET: Negatief: de zaken lopen nog altijd niet zo goed georganiseerd, zowel qua bestuur als qua uitzicht van de stad. Kopenhagen is meer op orde, in Amsterdam en Zürich is het bestuur degelijker. Andere steden vinden dat net fascinerend aan Brussel: dat we manieren vinden om
BIO
• Geboren in Gent, 1966, woont in Vorst
• Burgerlijk Ingenieur-Architect en Filosofie aan de KU Leuven en Politieke Wetenschappen aan de UCL
• Master in Stedenbouw aan de Universiteit van Catalonië
• Vakgroep Architectuur en Stedenbouw van de Universiteit Gent (1996)
• Hoofd Ruimtelijke Planning bij Technum (2002-2006)
• Stadsbouwmeester Antwerpen (2006-2014)
• Decaan van de faculteit Ontwerpwetenschappen van de Universiteit Antwerpen (2014)
• Brussels Bouwmeester sinds 2014
om te gaan met complexiteit. Dat was zo’n beetje de kern van mijn mandaat. Hoe kan je van een lelijke erfenis uit de jaren 1960 toch iets moois maken? De toekomst van de Europese stad is net te leren omgaan met complexiteit.
Waar is die omgang met complexiteit goed gelukt?
BORRET: Op Usquare bijvoorbeeld. In plaats van meteen een omvattend masterplan te maken zoals bij het militair hospitaal in Antwerpen, wordt er hier in stukjes gewerkt met verschillende opdrachtgevers en architecten. Tegelijk zijn veel ruimtes ook tijdelijk gebruikt nog voor de plannen definitief waren. De tijdelijke bioscoop Kinograph was een succes, waardoor er ook een buurtbioscoop komt. Dat proces is gelaagder en trager, maar levert vaak een betere buurt op.
Brussel kent geen dominante architectuurstijl, wat architecten meer vrijheid geeft. Neem nu Tondo, de abstracte passerelle aan de achterzijde van het federaal parlement. De context is zo divers dat je kan zeggen: “Fuck the context.”
Noemt u eens één ding waar u trots op bent als u terugblikt?
BORRET: We zijn erin geslaagd om het belang van de productieve stad en het hergebruik van materialen niet enkel mee op de agenda te zetten, maar over die kwesties ook pioniersprojecten op te starten, tot die praktijken zelfs tot de mainstream zijn gaan behoren. Dat pendelen tussen visievorming en concrete projecten was nodig om echt iets te laten bewegen en de soft power van de bouwmeester waar te maken. Een visie alleen volstaat niet.
En waar heeft u gefaald?
BORRET: De vergunningsprocedures duren nog altijd te lang. Dat vormt niet enkel een probleem voor vastgoedontwikkelaars, ook de kwaliteit van projecten lijdt daaronder. De schwung raakt uit het ontwerpteam. Ik wou dankzij een beter voortraject, met wedstrijden en meer overleg, de tijd voor de vergunning zelf korter maken. Dat is niet gelukt.
Wat moet er op dat vlak gebeuren?
BORRET: De hele vergunningsprocedure dient hervormd, en de overlegcommissie moet veel vroeger in dat proces komen. Ik zag ook vaak dat de politiek tijdens de
voorbereiding ‘ja’ zegt en zodra er bezwaren uit de buurt opduiken van mening verandert. We hebben meer standvastigheid nodig.
Bijvoorbeeld bij de zwemvijver van Neerpede in Anderlecht, waar de gemeente terugkrabbelde?
BORRET: Voilà.
Uw bouwmeesterschap verliep niet rimpelloos. Onder meer de Franstalige afdeling van de Orde van Architecten en stemmen binnen de MR vinden dat architectuuropdrachten sinds uw komst vooral naar Nederlandstalige architecten gaan.
BORRET: Het is vooral abnormaal dat tien tot vijftien jaar geleden nagenoeg geen Nederlandstalige architect aan het werk was in Brussel. Er was een monopolie van een aantal Brusselse bureaus, dat ik doelbewust doorbroken heb door architectuurwedstrijden te organiseren. Het ons-kent-onscircuit was wat mij betreft de anomalie en de huidige situatie de normaliteit.
Een stadsvereniging als Arau ziet dan weer een democratisch deficit. Het BMA-team drukt al vroeg een stempel op projecten, terwijl het grote publiek zich pas op het eind ervan uitspreekt. In uw boek lijkt u ze een beetje gelijk te geven.
BORRET: Niet echt. Het klopt dat het publiek eerder betrokken moet worden, maar de zogenoemde black box van de Brusselse stedenbouw was nog nooit zo wit en transparant.
Transparantie en inspraak zijn twee heel verschillende zaken.
BORRET: Dat is juist, maar ik vind het minder overtuigend dan vroeger dat die vaste verenigingen ook representatief zijn voor de bevolking. Er zijn ook andere burgerassociaties bijgekomen, zoals Picnic The Streets of Filter Café Filtré. Ik stoor me enorm aan de voortdurende verwijzing naar het trauma van de jaren 1970, met de stadsafbraak. Zodra die
Kristiaan Borret: “Aan het begin van mijn mandaat stond ik er versteld van hoe architecten en ontwikkelaars een politiek kabinet binnenwandelden en daar iedereen joviaal begroetten. Dat is veranderd.”
verenigingen vinden dat ergens een verdieping te veel opstaat, zitten we hier zogezegd met Vanden Boeynantstoestanden (zucht).
Datzelfde Arau vindt dat de Brusselse politiek veel te veel op de schoot van de vastgoedpromotoren zit. Juist?
BORRET: Die praktijk is al een tijd aan het uitdoven. Er is een vorm van nabijheid, maar dat geldt voor veel lobbygroepen of verenigingen. Aan het begin van mijn mandaat stond ik er wel versteld van hoe architecten en ontwikkelaars een politiek
“Gentrificatie is de achilleshiel van alle stadsvernieuwing”
kabinet binnenwandelden en daar iedereen joviaal begroetten. Dat is veranderd. Maar wie de stad wil verbeteren, moet de dialoog aangaan met de privésector.
U bent benoemd door de politiek, maar heet ook onafhankelijk te zijn. Wringt dat niet, doet u niet aan zelfcensuur?
BORRET: Dat hybride karakter is net de sleutel voor succes. De totale brutale onafhankelijkheid zou ook betekenen dat je geen impact hebt. Er zijn zeker momenten waarop ik gekozen heb om niet te communiceren.
U spreekt zich amper uit over de Josaphatfriche in Schaarbeek en Evere. Dat was nochtans het ontwikkelingsgebied waar het meest rond te doen was afgelopen legislatuur.
BORRET: Dat klopt. Ik heb achter de schermen met iedereen contact opgenomen en
bemiddeling aangeboden (in het conflict tussen socialisten die vooral woningen wilden bouwen en groenen, die vooral de groene ruimte wilden behouden, red.). Mijn team had een compromis kunnen uitwerken, maar dat had enkel zin als de verschillende partijen ook wilden landen. Ik heb toen begrepen dat niet iedereen dat wilde. De partijen gebruikten het dossier liever als verkiezingsthema. Het zou dus tijdverlies geweest zijn.
U vroeg vaak meer aandacht voor de alledaagse openbare ruimte, te beginnen met de gewone straat. Die moet onthard en vergroend worden, om de stad te wapenen tegen het groeiende hitte-eilandprobleem. De praktijk blijft achter.
BORRET: Nee, er is nog geen grote beweging op gang gekomen. De hervorming van Good Living is voorlopig gekapseisd. Daarin staat bijvoorbeeld dat minimaal tien procent van nieuw ingerichte straten volle grond moet
zijn. Het doet pijn om te zien dat andere steden veel sneller opschieten.
Onlangs zag ik hoe Parijs met betonnen jerseys enorme voorlopige plantenbakken aanlegt. Dat is iets anders dan onze stalen plantenbakjes met kleine boompjes. Brussel heeft een mentaliteitswijziging
LE DÉPART DU MAÎTRE-ARCHITECTE
nodig. (Schudt het hoofd) Burgemeesters als Boris Dilliès die fietsnietjes wegzagen waar een onwettige parkeerplaats stond, dat is toch ongelofelijk. Daarnaast zou er een financieringsmodel kunnen komen om die straten te herinrichten, een beetje zoals de wijkcontracten.
U legde de laatste jaren ook veel nadruk op het behoud van open ruimte. Maar hebben we die luxe wel, als de woningnood zo groot is?
Je kan toch niet alles oplossen met slimme verdichting op plekken waar al gebouwd is?
BORRET: Er zijn daar inderdaad grenzen aan. Maar feit is dat stadsbewoners zowel recht hebben op bescherming tegen klimaatopwarming als op woonruimte. Voor dat laatste zijn verschillende maatregelen tegelijk nodig: nog meer kantoren transformeren tot woningen, verdichten in de tweede kroon, bouwen op bestaande gebouwen én wat hoger bouwen op vrije plekken, waar daardoor open ruimte vrij blijft. Het is ook niet per se een probleem als een deel van de inwoners de stad uit trekt naar plekken met woonruimte.
Paola Viganò, een van de gastauteurs voor het boek over 10 jaar BMA, noemt het gênant hoezeer herinrichting ook tot gentrificatie leidt. Heeft ze gelijk?
BORRET: Dat is de achilleshiel van alle stadsvernieuwing. Ik pleit voor een minimum van 25 procent sociale woningen in grote huisvestingsprojecten, zoals in Wenen. Publieke controle over genoeg woningen is dé sleutel tegen gentrificatie.
Soft Power, 10 jaar bouwmeester maître architecte in Brussel, Verlag der Buchhandlung
Walther und Franz König, Köln
FR Après dix ans à la tête de l’architecture bruxelloise, Kristiaan Borret publie Soft Power, bilan de son impact sur la culture architecturale. « En organisant des concours, j’ai pu mettre fin au favoritisme, où il fallait ‘connaître quelqu’un’ pour obtenir un projet à Bruxelles », note-t-il, regrettant par contre la lenteur de la transition vers des rues plus vertes et conviviales.
EN After a decade as the master builder of Brussels, Kristiaan Borret bids his farewells with Soft Power, a book in which he looks back on the way he shook the world of Brussels’ building culture. “I broke the us-versus-them concept of Brussels architecture by organising competitions,” he says, while regretting the slow transformation of residential streets into climate-friendly places.
FAREWELL TO THE MASTER BUILDER
In beeld door Bart Dewaele
Kir spreekt het volk toe
Emir Kir, de burgemeester van Sint-Joost-ten-Node, sprak vorige week dinsdagavond een grote groep van sympathisanten toe op het Houwaertplein, nadat de verkiezingsresultaten in zijn gemeente eerder op de dag ongeldig werden verklaard door het Rechtscollege van het
Brussels Gewest. “Respect voor de wil van het volk, is voor ons het allerbelangrijkste,” benadrukte Kir in zijn speech voor ongeveer tweehonderd uitgelaten aanhangers. Niettemin: “Ook als er een tweede verkiezing zou komen, zal ik dat scenario aanvaarden,” zei hij nog tegen BRUZZ. MG
In de kijker
Bestuursakkoord Vorst Meerderheid met radicaal-links leidt niet to trendbreuk
In Vorst bestuurt PTB-PVDA mee. De radicaal-linkse partij belooft betere participatie over mobiliteit, wil het onderwijs goedkoper maken en de prijs van overheidsdocumenten drukken.
Tijdens de voorstelling van het bestuursakkoord, dat ‘solidair, ambitieus en verantwoordelijk’ wil zijn, werden zowel de bevoegdheidsverdeling als de inhoudelijke krachtlijnen voorgesteld. Charles Spapens (PS) wordt burgemeester en zijn PS-Vooruit-lijst krijgt daarnaast nog drie schepenen, van wie de namen pas later worden meegedeeld.
Onder meer de bevoegdheden Cultuur, Financiën, Economische Ontwikkeling, Openbare Werken en Onderwijs zitten bij de socialisten, die de namen van hun schepenen nog moeten bekrachtigen.
Ecolo-Groen krijgt twee schepenen en het OCMWvoorzitterschap. De groenen zullen onder meer verantwoordelijk zijn voor Stedenbouw, Mobiliteit, Klimaat en Stadsvernieuwing. De bevoegdheid Participatie wordt gedeeld met PTB-PVDA.
Nieuwkomer in de politiek Flo Flamme (Groen) wordt schepen van Mobiliteit, Stedenbouw en Nederlandstalige Aangelegenheden. Ontslagnemend schepen Alain Mugabo (Ecolo) wordt onder meer eerste
schepen. Séverine de Laveleye (Ecolo) zal het OCMW voorzitten.
Bij radicaal-links wordt lijsttrekker Simon de Beer bevoegd voor Huisvesting, Netheid en Participatie (die laatste bevoegdheid dus samen met Ecolo-Groen). De partij krijgt verder nog twee schepenambten (voor Oumnia Berrahal en Jacyara Farias De Azevedo) en zal onder meer over Werkgelegenheid, Gezondheid en Preventie gaan.
Stempel van PTB-PVDA
Vorst is de eerste gemeente ooit in het gewest waar een bestuursakkoord met PTB-PVDA wordt voorgesteld. Het was uitkijken naar de teneur van dat akkoord, maar tijdens de voorstelling in cultureel centrum BRASS bleven grote verrassingen uit. Enkele accenten dragen wat meer de stempel van de radicaal-linkse partij, maar die maatregelen passen net zo goed in de visie van socialisten en ecologisten (die samen al de vorige meerderheid vormden).
Zo zal de toekomstige meerderheid haar inspannin-
Simon de Beer (PTB-PVDA), Charles Spapens (PS) en Séverine de Laveleye (Ecolo) tijdens de voorstelling van het bestuursakkoord in Vorst.
gen voortzetten om het onderwijs goedkoper te maken en zullen ook overheidsdocumenten minder duur worden.
Verder wordt het mobiliteitsplan dat in de vorige legislatuur werd gestemd wel uitgevoerd, maar zal de participatie grondiger gebeuren en moet het ook mogelijk zijn om beslissingen terug te draaien als maatregelen niet het gewenste effect hebben.
PTB-PVDA krijgt onder meer de bevoegdheid Huisvesting en kijkt uit naar de creatie van tweehonderd woningen in Vorst. Dat gaat echter om projecten die de vorige meerderheid al goedkeurde.
Financiële marge om nieuwe projecten op te starten is er op dit moment nog niet. Vorst kijkt daarvoor naar het Gewest.
Een van de maatregelen waar kopman De Beer nog verder op inging, is de invoering van praktijktests tegen discriminatie. Dat zou gebeuren in samenwerking met het Gewest. PTB-PVDA gaat er ook nog prat op dat er een ombudsman komt om klachten over de administratie te behandelen.
Audi-fabriek
Burgemeester in spe Charles Spapens legde nog de nadruk op veiligheid en meer nabijheidspolitie. Het bestuur wil niet alleen een commissariaat de klok rond, maar dat kantoor ook de hele week openhouden. Spapens zei ook dat de gemeente de industriële herontwikkeling van de site van Audi wil ondersteunen. De toekomstige bestemming moet voor de gemeente ook
3schepenen in Vorst krijgen de radicaal-linksen van PTB-PVDA. Huisvesting, Netheid en Werkgelegenheid zijn enkele van hun bevoegdheden
duurzame jobs creëren in het gewest.
De groenen kondigden aan dat ze 14.000 vierkante meter zullen ontharden in Vorst, onder meer op speelplaatsen van scholen en op plekken waar dat kan helpen om overstromingen te verhinderen. Ook wil de gemeente dat de hele site van het Wielsmoeras behouden blijft als groene zone.
Op mobiliteitsvlak komt er over enkele weken een verkeersveiligheidsplan dat voortborduurt op werk uit de vorige legislatuur. Het bestuur wil het mobiliteitsplan in uitvoering brengen dat al in 2022 werd gestemd. Dat die uitvoering op zich liet wachten heeft onder meer te maken met het aarzelende verloop van de mobiliteitsdiscussie in Sint-Gillis, waarmee Vorst een Good Move-maas deelt.
Financiën
De lijst met plannen van het nieuwe bestuur oogt vrij voorzichtig en dat heeft veel te maken met de financiële toestand van Vorst, dat net zoals veel gemeenten in Brussel onder voogdij staat van het Gewest. “In het eerste jaar is er slechts in circa 200.000 euro aan nieuw beleid voorzien,” zegt Spapens aan BRUZZ.
14.000
vierkante meter zal volgens de plannen van Ecolo-Groen worden onthard in Vorst, onder meer op speelplaatsen van scholen
Gevraagd waar het gemeentebestuur kan besparen, verwijst de toekomstige burgemeester onder meer naar een audit van de gemeentediensten, die ook in het bestuursakkoord staat.
Over een eventueel stadion van voetbalploeg Union op de Bemptsite zegt het akkoord dat de meerderheid wil dat Union in Vorst blijft. Of er een nieuw stadion komt, zal van een reeks criteria afhangen, die al in 2023 door de gemeenteraad werden gestemd. Het gaat dan onder meer over mobiliteit, overlast voor omwonenden en waterbeheer. KRIS HENDRICKX
Fedasil helpt mensen die vrijwillig naar hun land willen terugkeren. Ze worden begeleid en krijgen financiële ondersteuning.
‘Nee, wij zijn geen reisbureau’
Vorig jaar keerden 3.170 mensen zonder wettig verblijf vrijwillig terug naar hun geboorteland. Voor ondersteuning bij de reis en hun re-integratie kunnen migranten terecht in het terugkeerloket van Fedasil in de Arenbergstraat. “De laatste tijd krijgen we veel aanvragen van Romafamilies die uit hun kraakpand zijn gezet en terug willen naar Moldavië.”
door Bettina Hubo foto’s Saskia Vanderstichele
Het terugkeerloket in de Arenbergstraat, een van de vijf Fedasil-loketten voor terugkeer in ons land, is gevestigd in een klein, voormalig winkelpand. De inrichting oogt sober, met een kleine wachtruimte, enkele bureaus en tegen de wand een reusachtige wereldkaart. Bij de ingang staat een veiligheidsagent, die in geval van drukte of agitatie onder de wachtenden orde op zaken kan stellen.
Vandaag, een dinsdagochtend in november, is het rustig. Aan een van de desks is terugkeerconsulente Theodora Grutering in gesprek met een dertiger, gekleed in een fleecepak en bodywarmer en met een vissershoedje op. Hij blijkt op zoek naar ondersteuning voor zijn terugkeer naar Iraaks Koerdistan. De man kreeg enkele jaren geleden verblijfspapieren in Zweden, maar die werden onlangs ingetrokken. Hij wil terug naar zijn geboortestreek, waar hij wil trouwen en een carwash beginnen. In Zweden werkte hij ook in die branche.
Sinds enkele weken verblijft hij in Brussel omdat hij via het Belgische
terugkeerprogramma naar Irak wil reizen. “Ons programma is heel toegankelijk en biedt echt hulp op maat,” legt Grutering uit. “Een terugkeer in waardigheid staat voorop.” Ze heeft een dossier geopend en verwacht dat de man snel, over een week of twee, zal kunnen vertrekken. “Hij heeft een helder plan, familie ter plaatse en een paspoort.”
België is een van de pioniers op het vlak van vrijwillige terugkeer. Al sinds 1984 kunnen illegalen die vrijwillig naar hun land van herkomst willen terugkeren een beroep doen op een hulpprogramma van Fedasil, dat in de loop der jaren nog werd uitgebreid.
“Terugkeerders krijgen een vliegticket, of, voor landen dichtbij, een busticket,” vertelt Sofie Brys, die het Brusselse terugkeerloket coördineert. “Maar het gaat om meer dan een reisbiljet. Soms komt iemand gewoon een ticket voor Marokko vragen. Zo werkt het niet. Fedasil is geen reisbureau. We laten niemand terugkeren als we merken dat er geen familie of vangnet is of geen enkel toekomstplan.”
Om de terugkeer zo succesvol mogelijk te maken, wordt er op verschillende vlakken hulp en begeleiding geboden. “Heel praktisch voor de reis, we assisteren bij de check-in en als het nodig is ook bij een transit onderweg,” legt Brys uit. “Ook kunnen we helpen bij de aanvraag van reisdocumenten.”
Voorts hebben de meeste terugkeerders recht op ondersteuning bij de re-integratie. Daarvoor werkt Fedasil samen met Caritas International en met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), die allebei lokale partners over de hele wereld hebben. Zij bekijken met de terugkeerder hoe zijn situatie in zijn thuisland er zal uitzien: heeft hij connecties en opvang, is er huisvesting, heeft hij perspectief op een inkomen, kunnen de kinderen naar school?
Om die zaken geregeld te krijgen is er ook een financiële ondersteuning, een re-integratiebudget waarmee bijvoorbeeld de opstart van een eigen zaakje of een opleiding kan worden bekostigd. “Maar het zijn geen grote pakketten met geld, zoals weleens gedacht wordt. Het is een steuntje in de rug,” verduidelijkt Brys. De bedragen, die vastliggen in een tabel en deels gefinancierd worden met Europees geld, zijn afhankelijk van het land van herkomst, de gezinsgrootte en de medische noden, en variëren doorgaans tussen de 1.000 en 7.000 euro. “Ze worden nooit cash uitgekeerd. Terugkeerders krijgen alleen vlak voor vertrek in de luchthaven een klein bedrag in handen voor de eerste behoeften. Voor volwassenen uit een visumplichtig land bedraagt dat 350 euro, voor een kind 175 euro.”
Wie komt in aanmerking voor het programma voor vrijwillige terugkeer? “Iedereen die in België leeft zonder vast verblijfsstatuut,” zegt Brys. “Dat kunnen asielzoekers of uitgeprocedeerde asielzoe-
kers zijn, maar ongeveer de helft heeft nooit asiel aangevraagd. Het zijn mensen die met een studenten- of toeristenvisum of illegaal zijn binnengekomen en zijn gebleven.”
Een minimale verblijfstijd in België wordt in principe niet vereist, zegt Koen Van Rompaey, hoofd van de Fedasil-cel voor vrijwillige terugkeer. “Migranten die in een ander Europees land verbleven, mogen naar België komen om gebruik te maken van het uitgebreide maatwerk dat het programma biedt, maar bij vermoeden van misbruik grijpen we in. Zo merkten we vorig jaar dat Mongoliërs die in Tsjechië leefden systematisch naar ons land afreisden om met het Belgische programma naar Mongolië terug te keren. Dat soort shopping kan niet. Voor terugkeer naar Mongolië vragen we nu een verblijf van minstens één jaar in België. Die regel geldt ook voor Pakistan, Brazilië en Wit-Rusland.”
Wantrouwen
Sommige migranten die terug willen, moeten enig wantrouwen overwinnen voor ze het loket binnenstappen, vertelt Brys. Ze zien Fedasil als overheidsorgaan en vrezen dat ze, na jaren onder de radar te zijn gebleven, nu in beeld zullen komen. “Het vertrouwen groeit meestal na enkele gesprekken. Als ze voelen dat ze geholpen worden zonder dat er nadelige gevolgen zijn. Want wat hier gezegd wordt, blijft hier. Wij doen niets met die info.”
“In ons land houden twee verschillende overheidsdiensten zich bezig met het terugkeerbeleid voor vreemdelingen zonder wettig verblijf,” verduidelijkt Van Rompaey. “De gedwongen terugkeer valt onder de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), de vrijwillige terugkeer onder Fedasil. Zodra mensen begrepen hebben dat het twee verschillende organisaties zijn, is er al meer vertrouwen. Wij werken wel samen met
“Bij sommigen duurt het maanden voor ze de knoop doorhakken. Schaamte is een factor die vaak doet twijfelen om vrijwillig terug te keren”
Sofie Brys Fedasil
Het terugkeerloket is er voor iedereen zonder vast verblijfsstatuut. “Het Rompaey van Fedasil.
DVZ, maar we zijn geen doorgeefluik en hebben ook een andere aanpak. Terwijl DVZ een aanklampend beleid voert en probeert om mensen zoveel mogelijk naar ons programma te oriënteren, is bij ons vrijwilligheid de voorwaarde. Mensen kunnen tot aan de gate in de luchthaven van gedacht veranderen.”
Dat is volgens Brys een verschil met terugkeerprogramma’s in sommige andere landen. “Daar is er soms een stok achter de deur als je niet vertrekt. Bij ons niet. Wij proberen niemand te overtuigen. Wij geven informatie, schetsen de opties en zij beslissen. Als ze uiteindelijk verkiezen om toch verder in de illegaliteit te blijven leven, dan is dat zo.”
Terugkeren is geen makkelijke beslissing, zegt Brys. “Bij sommigen duurt het dan ook maanden voor ze de knoop doorhakken. Schaamte is een factor die vaak doet twijfelen. ‘Je was in Europa en je komt terug met een peulenschil.’ In sommige landen, de Maghreb bijvoorbeeld, word je daarop aangekeken.”
Waarom ze terug willen naar hun land? “Om heel diverse redenen,” aldus Brys. “Ontgoocheling kan een rol spelen. Sommigen hadden voor ze hier aankwamen een heel ander beeld van ons land, dat het makkelijk is om in het zwart te werken en papieren te krijgen bijvoorbeeld.” Er is ook de opvangcrisis, alleenstaande mannen moeten op straat leven. “Dat is
is goedkoper dan een gedwongen terugkeer,” zegt Koen Van
hard. Sommigen kunnen het niet meer aan.” Het gebeurt volgens haar ook dat er moeheid optreedt bij mensen die jaren zonder papieren leven. “Zo krijgen we de laatste tijd veel aanvragen van Romafamilies die uit hun kraakpand zijn gezet en terug willen naar Moldavië.”
Een reden voor terugkeer kan volgens Brys ook zijn dat aan de thuissituatie iets veranderd is, dat er in het land van herkomst iemand ziek wordt of overlijdt. Dat is het geval bij de Indiase man die aan een tweede bureau in de hoek in overleg is met een re-integratiecoach van Caritas International. Een telefonische tolk doet de vertaling. De man keert terug omdat zijn vrouw, die ginds was gebleven, overleden is. Hij wil voor zijn zoontje gaan zorgen en een winkeltje beginnen. Vandaag wordt nog een laatste keer gebeld met de lokale partner van Caritas in India, die de man omstandig uitlegt op welke ondersteuning hij kan rekenen.
“De geplande business is vaak een microbedrijfje,” zegt Thomas Goedgezelschap, coördinator van het re-integratieteam van Caritas International. “Sommigen hebben binnen de familie nog een stuk grond en beginnen iets in de landbouw. Anderen starten een taxibedrijf, een beetje cliché, maar je kan er snel inkomen mee genereren. Hoger opgeleiden kopen een laptop en vestigen zich als vertaler. In elk geval laten we het businessidee eerst
aftoetsen door onze lokale partner. Is het niet het zoveelste taxibedrijf in de stad?”
Het re-integratiebudget wordt beheerd door de lokale partner. De terugkeerder kan het alleen gebruiken voor een opleiding of de aankoop van zaken nodig voor de business, een koe, een frigo of een voertuig bijvoorbeeld. “Wie geen huisvesting heeft ter plekke kan een deel van het bedrag ook tijdelijk voor huur gebruiken,” zegt Goedgezelschap.
Geen reisdocumenten
Soms lukt het niet om de migrant te laten terugkeren. Als iemand een nierdialyse nodig heeft en de lokale partner meldt dat die medische behandeling niet mogelijk is in de streek van herkomst. Of als er geen reisdocumenten worden verstrekt. “Dat gebeurt soms bij moeilijke landen, Afghanistan, Eritrea of Syrië, landen waarnaartoe we vanwege de onveiligheid eigenlijk liever geen mensen laten terugkeren,” zegt Koen Van Rompaey. “Als die mensen echt willen vertrekken, proberen we hen toch te helpen. Dan moet de ambassade wel meewerken.”
Vorig jaar keerden 3.170 mensen zonder wettig verblijf vrijwillig terug, de meesten naar Brazilië, Moldavië en Georgië. Het aantal migranten dat gedwongen terugkeerde vanuit België bedroeg 3.383. Dat zijn relatief lage cijfers in vergelijking met het totale aantal mensen zonder verblijfspapieren (naar schatting 112.000 in België, van wie 52.000 in Brussel) en het aantal mensen dat vorig jaar het bevel kreeg het grondgebied te verlaten (meer dan 33.000).
Omdat gedwongen terugkeer in de praktijk complex is en, nog meer dan bij
‘FEDASIL N’EST PAS UNE AGENCE DE VOYAGE’
vrijwillige terugkeer, afhangt van de goodwill van het herkomstland, stimuleert de overheid het programma voor vrijwillige terugkeer. “Vrijwillige terugkeer is ook in alle opzichten te verkiezen boven gedwongen terugkeer,” zegt Van Rompaey. “Mensen kiezen er zelf voor en de kans op slagen is veel groter omdat je terugkeerders de gelegenheid geeft om een levensproject op te bouwen. Het is bovendien goedkoper. Bij gedwongen terugkeer verblijven mensen vooraf vaak in een gesloten centrum waarna ze onder escorte op het vliegtuig gezet worden. Dat zijn forse kosten.”
Fedasil probeert het vertrekprogramma zo laagdrempelig en bekend mogelijk te maken. Van Rompaey: “We sluiten partnerschappen met OCMW’s, ziekenhuizen, CAW’s (Centra Algemeen Welzijnswerk, red.) en andere organisaties die het programma mee uitdragen. En wie zich wil aanmelden, kan niet alleen terecht in de vijf regionale terugkeerloketten van Fedasil, maar ook bij een twintigtal ngo’s en verenigingen verspreid over het land. Dat is handig voor mensen die toch enige reserve hebben tegenover het officiële terugkeerloket.”
Tot slot: wat als migranten die gebruikgemaakt hebben van het programma later weer terugreizen naar België? “Mensen hoeven niet in hun land van herkomst te blijven en ze krijgen ook geen formeel inreisverbod,” zegt Van Rompaey. “Maar wie terugkeert, kan de eerste vijf jaar geen beroep doen op onze ondersteuning. Niet dat we dat vaak tegenkomen. De afgelopen vijf jaar hebben we misschien vijf keer zo’n aanvraag gehad.”
FR Il arrive que des migrants sans droit de séjour décident de retourner dans leur pays d’origine. Ils s’adressent alors au guichet des retours de Fedasil, rue d’Arenberg. « Cela concerne uniquement les retours volontaires et les gens peuvent changer d’avis à l’aéroport. Fedasil n’est pas une agence de voyage. » Ceux qui repartent reçoivent un billet d’avion ou de bus, une assistance au voyage, et un soutien à la réintégration, comme un budget pour lancer une petite entreprise ou suivre une formation. L’an dernier, 3 170 personnes sont rentrées volontairement.
‘FEDASIL IS NOT A TRAVEL AGENCY’
EN Migrants who have no right to stay here sometimes decide to go back to their country of origin. Last year, 3,170 people without legal residence returned voluntarily. Fedasil runs a return desk on Arenbergstraat/Rue d’Arenberg to help them do this. “But please note that this is voluntary return. People can still decide at the airport not to go back and Fedasil is not a travel agency.” Those returning home are given a flight or bus ticket and travel assistance and can count on a small budget and reintegration support in their country of origin.
Radicale islam ‘Ons onderwijs wordt
steeds meer
door moslims in vraag gesteld’
In het boek Allah n’a rien à faire dans ma classe onderzoeken journalisten Laurence D’Hondt en Jean-Pierre Martin de invloed van de radicale islam in de klas. Ze spraken tientallen leerkrachten in het Franstalige onderwijs, en kwamen tot onthutsende resultaten. “Het debat in de klas wordt steeds moeilijker.”
De auteurs van het boek zijn zichtbaar vermoeid. Ze werken het ene interview na het andere af. Er is ook veel interesse voor in Frankrijk, waar momenteel het proces loopt tegen de daders van de moord op Samuel Paty, de leerkracht die in 2020 door een jihadist werd vermoord. De titel van het boek laat dan ook niets aan de verbeelding te over: Allah n’a rien à faire dans ma classe (‘Allah heeft niets in mijn klas te zoeken’). Het is een zinnetje uit de recente film Amal, un esprit libre, waarin regisseur Jawad Rhalib het verhaal vertelt van een leerkracht die een homofoob incident in de klas aangrijpt om er over homoseksualiteit te praten. Een situatie die helemaal zal ontaarden. Dat het onderwerp gevoelig ligt, hebben D’Hondt en Martin zelf ook mogen meemaken. Fnac in Woluwe gelastte een boekvoorstelling af nadat jongeren al dagen het Fnacpersoneel hadden bedreigd. De auteurs hebben alvast een klacht ingediend.
Waarom hebben jullie dit boek willen schrijven?
LAURENCE D’HONDT: We hebben allebei als buitenlandjournalist ervaring met de Arabische wereld. We hebben daar de opkomst van de politieke islam
gezien. Hoe die ideologie zich in die landen heeft genesteld, waarbij de lokale islam het hard te verduren kreeg.
Het is een ideologie die veel interesse toont in het onderwijs, als instrument om haar ideeën ingang te laten vinden. Met de moord op Samuel Paty in 2020 en Dominique Bernard in 2023 is het duidelijk geworden dat het onderwijs in Europa er niet van gespaard blijft. Dat heeft ons aan het denken gezet.
Jullie zijn leerkrachten in het Franstalige onderwijs gaan interviewen. Waren jullie zelf verrast?
JEAN-PIERRE MARTIN: Ja. We hadden niet gedacht dat de situatie zo ernstig was. Ons onderwijs wordt steeds meer door moslims in vraag gesteld. Leerkrachten zijn ons na verloop van tijd zelf komen opzoeken om te getuigen. Ook leerkrachten met een moslimachtergrond, wat voor hen zeker niet eenvoudig is. Het lijken op het eerste gezicht banale voorvallen. Zoals een brooddoos die openvalt, waarbij een stuk ham de brooddoos van een moslimkind raakt. Dat leidt dan tot een hysterische situatie, want ham is haram. Het gevolg is dat er in die school nu aparte bakjes zijn voor de brooddozen van de
moslimkinderen. Er is bijvoorbeeld ook de moeilijkheid om bosklassen te organiseren, omdat ouders niet willen dat hun dochters meegaan, want ze worden gemengd met de jongens.
D’HONDT: Leerkrachten met een rok worden al door erg jonge kinderen ‘hoer’ genoemd. ‘sale belge’, ‘sale flamand’, het zijn courante beledigingen op de speelplaats. In het secundair zien we hoe de leerstof in vraag wordt gesteld. Vooral de leerkrachten geschiedenis komen in het vizier, bijvoorbeeld als het gaat over de Shoah.
Natuurlijk moet de school een plaats zijn van debat. Dat proberen de leerkrachten ook wel, maar het wordt steeds moeilijker. Soms mondt het uit in fysiek geweld in de klas.
Uit het boek blijkt dat de leerkrachten zich alleen voelen in hun strijd. Dat ze niet altijd de steun krijgen van de directie of hun collega’s bijvoorbeeld.
D’HONDT: Sommige collega’s hebben er ook geen last van. Een leraar wiskunde ervaart niet hetzelfde als een leraar biologie, die moet meemaken dat sommige leerlingen de evolutietheorie bekampen. We zien ook een generatiekloof. Veel jongere leerkrachten hebben er minder moeite mee.
Dat komt wellicht omdat ze nooit de greep van het katholicisme op de samenleving hebben meegemaakt. Dus zien ze het probleem niet.
Meneer Martin, u hebt in 2017 al een boek geschreven over de opkomst van de radicale islam in Molenbeek. Ziet u een parallel met wat er zich vandaag in het onderwijs afspeelt?
MARTIN: We zagen toen vooral jihadisten die naar Syrië vertrokken. Het was een radicalisering onder invloed van het salafisme, met de aanslagen tot gevolg. We dachten allemaal dat we die bladzijde hadden omgedraaid. Het is wellicht erger. We zien een andere soort islamisme dat op het eerste gezicht aanvaardbaar is, maar dat net zo ideologisch te werk
gaat en op een meer diffuse manier in onze maatschappij een soort van islamistische sfeer creëert.
Hoe kunnen we daar zeker van zijn?
MARTIN: De barometer is misschien niet zozeer de hoofddoek, die we meer en meer zien, maar wel le repli, het zich terugplooien op de eigen gemeenschap. Het is steeds moeilijker voor moslims die hun religie willen beleven in de privésfeer, in hun hart, om zich van die invloed te onttrekken.
D’HONDT: Je moet het islamisme zien als een reactie op de secularisatie in het Westen. Islamisten vrezen dat de eerste en tweede generatie niet langer de ware islam beleven, en stellen daar een striktere islam tegenover. En daar zijn jongeren heel vatbaar voor.
Jullie maken een harde diagnose van het Franstalige onderwijs, maar weten jullie ook hoe dat islamisme precies tot in de scholen raakt?
MARTIN: Het zijn niet zozeer de moskeeën. Die worden meer en meer gecontroleerd. Het zijn ook niet de islamleerkrachten. Het komt via de Koranscholen, vzw’s die huiswerkklassen geven, en dan ongetwijfeld via de sociale media zoals Tiktok en WhatsApp-kanalen.
In het Nederlandstalige onderwijs is er al langer aandacht voor de invloed van het islamisme op de
‘NOTRE ENSEIGNEMENT EST CONTESTÉ PAR DES MUSULMANS’
FR Dans leur livre Allah n’a rien à faire dans ma classe, les chercheurs Laurence D’Hondt et Jean-Pierre Martin analysent l’influence de l’islam radical dans nos classes. Ils ont parlé à des dizaines d’enseignants du réseau francophone et sont parvenus à des résultats désarmants. « Le débat en classe devient compliqué. Notre enseignement est de plus en plus souvent remis en question par des musulmans. »
scholen, denk maar aan het werk van Montasser AlDe’emeh of Hind Fraihi. Aan Franstalige kant leeft dat debat minder. Alleen als het over de hoofddoek gaat, of over de seksuele opvoeding, wordt erover gesproken. Hoe komt dat?
MARTIN: Waarschijnlijk omdat er in Franstalig België een maatschappelijke consensus is dat het om een marginaal fenomeen gaat. En dat het te maken heeft met socio-economische achterstand, en niet met buitenlandse invloed. Het wordt onder de mat geveegd.
D’HONDT: En er is bij politici ook een electorale berekening. Zeker in Brussel, waar moslims een belangrijke kiesvijver vormen.
Zijn er oplossingen om hier uit te raken?
D’HONDT: De zaken benoemen is al een deel van de oplossing. Dat lijkt ook te werken, want we worden in verschillende parlementaire assemblees gevraagd om hierover te spreken. We kijken voor de oplossingen ook naar Vlaanderen. Karin Heremans (directrice van het Koninklijk Atheneum van Antwerpen, red.) heeft een handleiding geschreven voor de leerkrachten. Ze doet dat zonder toe te geven aan de normen van onze maatschappij. Daar kan de Franse gemeenschap zeker een voorbeeld aan nemen. STEVEN VAN GARSSE
Laurence D’Hondt en Jean-Pierre Martin, Allah n’a rien à faire dans ma classe, Racine, 2024
‘MUSLIMS
INCREASINGLY QUESTION OUR EDUCATION SYSTEM’
EN In their book Allah n’a rien à faire dans ma classe, journalists Laurence D’Hondt and Jean-Pierre Martin examine the influence of radical Islam in the classroom They spoke to dozens of teachers in French-speaking schools, and what they found is staggering. “Debate in the classroom is becoming increasingly difficult. Our education system is increasingly questioned by Muslims.”
Journalisten Jean-Pierre Martin en Laurence D’Hondt onderzochten de invloed van de radicale islam in het onderwijs. “Het gaat soms ver. Leerkrachten met een rok worden al door erg jonge kinderen ‘hoer’ genoemd.”
Wie is Laaouej eigenlijk om een veto uit te spreken tegen de N-VA?
Bram Van Renterghem
Elke week neemt een BRUZZ-redacteur het nieuws op de korrel
“Hopelijk grijpen MR en Les Engagés de gelegenheid aan om het slechte PS-bestuur eindelijk een halt toe te roepen”
Twee berichten vielen op de voorbije week. Enerzijds was er natuurlijk de Pano-reportage die wantoestanden in het OCMW van Anderlecht blootlegde, waar de OCMW-voorzitter er niet voor terugdeinst om bepaalde dossiers voorrang te geven, er onterecht leeflonen worden uitgekeerd en het OCMWcomité – bestaande uit politici – bijna altijd de kant kiest van de uitkeringsgerechtigde, zelfs als uit het rapport blijkt dat een aanvraag niet klopt.
Het tweede bericht: de Brusselse PS-voorzitter Ahmed Laaouej die liet verstaan dat een Brusselse regering met N-VA geen optie is. “De projecten van N-VA zijn niet in het belang van de Brusselaar,” zei hij. Hij verwees naar de voorstellen om de langdurige werkloosheid aan banden te leggen, de Brusselse politiezones een te maken, het federale Brusselfonds Beliris te kortwieken en de confederale droom om het land en dus ook Brussel op te splitsen in twee gemeenschappen.
Bezorgdheid mag zeker. Maar wie is Laaouej om een veto uit te spreken tegen N-VA? Zijn partij rijgt de schandaaltjes en voorbeelden van slecht bestuur aaneen, waarbij alleen journalistieke of politieke druk tot verandering leidde. Exclusieven stellen is dan ook bijzonder ongepast en zelfs hautain.
Denken we maar aan het Samusocial-schandaal, waarbij toenmalig burgemeester Yvan Mayeur en OCMW-voorzitter Pascale Peraïta zichzelf voor 350.000 euro aan zitpenningen hadden toegekend voor vaak
fictieve vergaderingen – geld bedoeld voor daklozen. Diezelfde Mayeur ving in de raad van bestuur van Vivaqua trouwens nog eens jaarlijks 65.000 euro, net als zijn partijgenote Cathy Marcus. Nog in de Stad Brussel was er de zaak rond de stadsvzw Gial, waarbij de directeur zich als consultant mocht laten uitbetalen en zo in totaal 3 miljoen euro opstreek, een praktijk die door verschillende PS-schepenen in stand werd gehouden. Dat naast de wildgroei aan stadsvzw’s, die een democratische controle onmogelijk maakten.
PS in de cockpit
Daar komt het schandaal in Anderlecht nu nog eens bij. Opnieuw zit de PS in de cockpit. De opeenvolgende voorzitters van het OCMW zijn PS’ers. De burgemeester? PS. Voorzitter van de GGC, die
Brussels
PS-voorzitter
Ahmed Laaouej ziet een regering met de N-VA niet zitten.
administratief toezicht houdt, en tevens Brusselse regeringsleider? PS. Net zoals de bevoegde federale minister Karine Lalieux (PS). Vermoedelijk beperken de problemen zich niet tot Anderlecht. Ook het OCMW van Sint-Gillis (burgemeester: PS. OCMW-voorzitter: PS) kreeg een vernietigend inspectierapport van de federale overheidsdienst voor Maatschappelijke Integratie. Bewijsstukken lagen niet klaar, zodat de inspectie haar werk niet kon doen, de
afhandeling van de medische kaarten bleek een rommeltje en in het rapport stond in vette letters: “Het OCMW heeft niet gereageerd op de zes maandelijkse lijsten van de knipperlichten, er werd een enorme achterstand vastgesteld bij het behandelen ervan.” Een knipperlicht is als iemand met een leefloon mogelijk nog een andere uitkering of loon ontvangt.
Kortom, ook in OCMW’s elders in Brussel is wellicht wat aan de hand. Het idee van de N-VA – en heel wat andere Nederlandstalige partijen – om de OCMW’s te fuseren en zo één performante organisatie uit te bouwen, is dus zo gek nog niet.
Maar net omdat het van de N-VA komt, is het al bij voorbaat een njet voor de PS. Net zoals bij de voorstellen voor een eenmaking van de politiezones of het stadsgewest.
Dat begint te vervelen. Misschien moeten Nederlandstaligen op hun beurt maar eens een veto tegen de PS uitspreken, nu dat toch zo in de mode is. Volgens Waals minister Jacqueline Galant (MR) is een regering zonder Franstalige socialisten zeer aan te raden. “Het is een hervorming op zich. Zonder de PS gaat alles efficiënter,” zei ze afgelopen weekend aan La Libre
Natuurlijk zal het nooit zover komen, al was het maar omdat de PS mathematisch noodzakelijk is, gezien de oppositiekuren van Ecolo en Défi. Maar laat het dan toch tenminste voor coalitiepartners MR en Les Engagés de gelegenheid zijn om het slechte PS-bestuur eindelijk een halt toe te roepen. Hopelijk kunnen zij de voorstellen wel op hun inhoud beoordelen en doorduwen, zonder ze bij voorbaat af te vallen omdat ze van Nederlandstaligen komen.
Kort gesprek Grootste Spaghettislag ter Wereld
Brussel Helpt zamelt 89.735 euro in voor Accolage
De Brussel Helpt-actie klokt dit jaar af op een recordbedrag van 89.735 euro dankzij de verkoop van bijna zesduizend spaghetti ‘s, ten voordele van vzw Accolage.
Brussel Helpt heeft na de recordeditie van vorig jaar opnieuw potten gebroken. Op maar liefst 147 plekken kon je dit jaar meedoen met De Grootste Spaghettislag ter Wereld, een sterke stijging ten opzichte van de editie 2023 (131 plaatsen). Diverse organisaties zetten de deuren open, maar ook enorm veel particulieren stroopten de mouwen op om spaghetti-eters thuis te ontvangen.
Opvallend is de grote stijging bij de balieverkoop bij Muntpunt en de gemeenschapscentra (GC’s). Die verkochten deze editie bijna vijfhonderd borden, een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Meer dan honderd van die spaghetti’s gingen (voor 2 euro per bord) naar mensen in armoede, via Paspartoe. Sinds vorig jaar kunnen mensen die geen toegang hebben tot het internet, of zich niet comfortabel
voelen bij online aankopen, terecht bij de balies van de Brusselse GC’s en bij Muntpunt om hun portie ter plaatse te bestellen.
Ineke Le Compte, commercieel directeur bij BRUZZ, spreekt over een enorm succes. “De Grootste Spaghettislag ter Wereld is een begrip geworden.”
Alle spaghettimakers samen serveerden 5.911 borden op tafel. In combinatie met de extra donaties en de voorgaande acties leverde dat een totaalbedrag op van 89.735 euro – een nieuw record.
Strijd tegen eenzaamheid
Die som gaat integraal naar Accolage, een Brusselse organisatie die zich inzet tegen eenzaamheid bij ouderen. Sarah Callens (directeur Accolage) kon het eerst niet geloven. “Er bestaan geen woorden om te omschrijven hoe blij wij zijn met het ingezamelde geld. Wat is Brussel een heerlijke stad vol warme mensen. Zesduizend keer bedankt aan iedereen die spaghetti maakte en at voor Accolage. Wij gaan alleen maar harder aan de slag.”
Met de financiële steun van Brussel Helpt zal de vzw twee nieuwe antennes opstarten, in Jette en in Molenbeek. Daarnaast dromen ze ook van een ondersteuningsprogramma voor vrijwilligers.
LESPAKKET OP STUDIOGLOBO.BE/RUPTURE
Nachtegaal Belangrijkste broedplaats in Brussel bedreigd
In het dichte struikgewas van de Mijlemeers zingt de mooiste zanger van het vogelrijk: de nachtegaal. Maar bouwplannen op de site bedreigen de belangrijkste broedplaats van de soort in Brussel. door Andy Furniere
Er is de voorbije weken best wat inkt gevloeid over de bouwplannen vlak naast de Mijlemeers in Anderlecht: de mogelijke komst van een flatgebouw en zeventien parkeerplaatsen bedreigt namelijk de hoge biodiversiteit in het natuurgebied. Er leeft onder meer een kolonie roeken en patrijzen gedijen in de grasvlaktes.
Onder de gevederde bewoners bevindt zich ook de vocalist bij uitstek: de nachtegaal. Sterker nog, volgens de voorlopige resultaten van de Brusselse Vogelatlas is de Mijlemeers momenteel de enige plek in Brussel waar de iconische vogel nog met zekerheid broedt – al worden er nog enkele andere locaties onderzocht.
De aanwezigheid van de nachtegaal is een gegeven waar Bernadette Stallaert, bestuurster bij natuurvereniging CCN Vogelzang CBN, spontaan blij van wordt. “Het is zo’n mythische vogel die vaak opduikt in sprookjesachtige verhalen, zoals in (van Hans Christian Andersen, red.),” zegt ze. “Hij valt in realiteit moeilijk te zien, omdat hij een discreet verenkleed heeft en zich goed verstopt, maar je hoort hem wel wanneer hij hier is in de lente en zomer.”
Of zijn klanken echt mensen kunnen genezen – zoals in te betwijfelen, maar de vogels doen wonderen voor het humeur. Zijn zang is melodisch en gevarieerd, met een mix van fluitende tonen, trillers en crescendo’s. Met zijn muzikale virtuositeit hoopt het mannetje een partner aan te trekken en zijn territorium te verdedigen.
In de Mijlemeers vond de vogel volgens Stallaert een geschikt territorium in de verwilderde vroegere boomgaarden. “Met landschapselementen die ideaal zijn: dicht struikgewas, kreupelhout, brandnetels, braamstruiken, hagen … En plekken waar geen wandelaars komen en die beperkt beheerd worden. Cruciale omstandigheden voor soorten zoals de nachtegaal – en ook de patrijzen – die laag bij de grond nestelen en hun voedsel zoeken.”
staartenstuiteneen grijsbruineonderzijde
• Broedtvanafhalfmei,innesten dielaagopdegrondgemaakt wordeninstruikgewasenvaak tussenbrandnetels of takken opdegrond
• Geliefdeinspiratiebron van kunstenaarsalsTsjaikovski,De Maupassant,KeatsenGuido Gezelle
Een leefomgeving op zijn maat wordt zeldzamer en de populatie nachtegalen daalde daarom fors in de loop van de twintigste eeuw als belangrijk argument wordt erkend. Hopelijk gebeurt dat vanaf nu systematisch.” Het advies van de commissie is echter niet bindend, uiteindelijk beslist het Gewest. Mogelijk valt de beslissing nog voor het einde van dit jaar.
Reeks nalezen?
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel
Mobiliteit Kleine tweewielers halen topsnelheden tot 200 kilometer per uur
‘De snelle step is de opgedreven brommer van vroeger’
De bestuurders staan hoger, de verlichting lijkt soms op een discobar en ze rijden vooral bijzonder snel. Naast doordeweekse e-steps lijken ook de snellere varianten aan een opmars bezig, met topsnelheden tot ruim 100 km/u. “Vooral de groep bad boys vormen een risico.”
door Kris Hendrickx foto’s Bart Dewaele
In de etalage van Biketrottstore in Sint-Gillis staan enkele gespierde steps te blinken, met een voetenplank zo breed als een klein surfboard, dikke banden en een al even forse stalen carrosserie. Binnen en online is het aanbod soms slanker, met steps vanaf 600 euro tot ruim 5.000 euro. “Veiligheid staat voorop,” vertelt sales manager Dave, “wie hier koopt krijgt zelfs een helm cadeau.”
Of de winkel ook steps verkoopt die sneller kunnen dan de legale grens van 25 km/u? “In de regel niet,” legt Dave uit, terwijl hij net het achterwiel van een tweewieler vervangt van een klant die helemaal uit Dilbeek komt. Stepreparateurs vind je immers niet op elke hoek. “We begrenzen elke step, ook als die technisch veel sneller zou kunnen. Enkel mensen die harde bewijzen kunnen voorleggen dat ze er op privéterrein mee rijden, bijvoorbeeld op een racecircuit, kunnen een snellere
step aanschaffen. Ik wil geen rijdende doodskisten verkopen.”
BRUZZ vertelt de manager over de modellen die online te koop staan, met een maximumsnelheid tot 120 kilometer per uur. Dave blijkt niet onder de indruk. “Het kan nog sneller hoor.” We verhogen ons bod en verwijzen naar filmpjes van races met steps – die bestaan, jawel – op een Frans circuit. De voertuigen halen er tot 140 km/u in spektakelrijke maar geruisloze wedstrijden. De winkeluitbater glimlacht nog eens minzaam. “Hebt u die zwarte step in de etalage gezien? Daarmee hebben we al eens meer dan 200 kilometer per uur gereden op circuit.”
Dat de modellen in de etalage waanzinnige snelheden halen, is geen toeval. Biketrottstore werkt immers niet enkel voor gewone stepgebruikers, maar ook voor Rage Mechanics, een van de raceteams die het tegen elkaar opnemen
op het circuit van Angerville, ten zuiden van Parijs. De competitiemodellen die daar rondzoeven kosten tussen de 8.000 en 20.000 euro. De kans dat u zo’n model in de Brusselse straten ziet is nihil, maar de exemplaren illustreren wel dat er technologisch amper een grens staat op elektrische steps. De toegelaten topsnelheid mag dan
De toegelaten topsnelheid van een e-step ligt op 25 kilometer per uur en op 20 km/u voor Brusselse deelsteps.
op 25 kilometer per uur liggen (en 20 km/u voor Brusselse deelsteps), veel privésteps die in Brussel rondrijden kunnen sneller en doen dat dan ook.
Regenschuwe step
Hoe makkelijk het soms is om een elektrische autoped sneller te laten rijden,
is te merken in een andere winkel: de vestiging van het Chinese merk Kukirin, langs het kanaal vlak bij de Vlaamsepoort. De zwart-oranje steps van het merk hebben een stoere look, die u misschien wel herkent van de persfoto’s bij een recente actie van de Antwerpse politie tegen voertuigen die niet in regel zijn. De
tweewieler die burgemeester Bart De Wever (N-VA) er doorknipt met een hydraulische schaar is zo’n Kukirin. Bij het binnenstappen van de zaak krijgt een jonge klant net uitleg bij het gloednieuwe model dat hij kocht. “Om de snelheid te verhogen duw je gewoon op deze knoppen,” legt een verkoper uit, die meteen waar-
Mobiliteit Kleine tweewielers halen topsnelheden tot 200 kilometer per uur
schuwt om dat niet zomaar te doen. “Als je betrapt wordt op te snel rijden, kunnen ze je step vernietigen en krijg je nog eens een boete van 500 euro.” Een step die een chauffeur met een knopdruk sneller kan laten rijden, is sowieso al niet legaal, zegt de politie later.
De klant krijgt nog een opmerkelijke raad mee: “Als het hard regent, rijd je er beter niet mee. De step is niet helemaal waterdicht en de regen kan aan de elektronica raken. Je stopt dan beter onder een bushalte, het regent hier toch nooit lang.” De jonge koper knikt begrijpend. “Ik weet het, ik woon ook in België.”
“Kukirin is een merk dat graag wil groeien in Europa en daarom tegen sterk verlaagde prijzen verkoopt,” legt uitbater Tariki Ismael uit, die zelf met een kruk loopt na een stepongeval. Verlaagde prijzen, dat betekent hier 650 tot 2.600 euro. Voor het hoogste bedrag krijg de koper dan wel de G4 Max, met een topsnelheid van 86 kilometer per uur.
De klanten voor die producten zijn volgens de uitbater een dwarsdoorsnede van de bevolking. Maar in het drukke half uur dat BRUZZ in de zaak verblijft, passeren er bijna uitsluitend jonge mannen. “Bij jongeren zijn de steps inderdaad het meest in trek,” zegt de manager. “Sommigen zijn pas 13 jaar en brengen hun ouders mee om de verkoop af te sluiten.”
Bad boys
Precieze cijfers over het aantal privésteps dat sneller kan dan toegelaten, zijn er niet. Maar zowel politie als verkopers merken wel een opmars van de snelle variant. “Al blijft het vandaag nog wat moeilijk om die topsnelheid te bepalen,” legt David Stevens van de verkeerspolitie in de zone Brussel Hoofdstad Elsene uit. “Het is wachten op gehomologeerde toestellen om die snelheid te testen zoals de politie dat met bromfietsen doet. In afwachting kunnen we wel flitsen of rijgedrag op het zicht beoordelen. Bestuurders die bij een ongeval betrokken raken, geven vaak ook zelf toe dat ze te snel reden.”
Ook het aantal ongevallen met te snelle e-steps is vandaag nog onduidelijk, blijkt uit navraag bij verkeersveiligheidsinstituut Vias, dat vandaag al een snelheidsmeter voor e-steps test. Maar verschillende waarnemers merken niet meteen een
“Enkel mensen die harde bewijzen kunnen voorleggen dat ze er op privéterrein mee rijden, kunnen een snellere step aanschaffen”
Dave Sales manager Biketrottstore
hoger aantal ongevallen met snelle steps. “Ongevallen zie je toch vooral met deelsteps, waar er natuurlijk veel meer van zijn,” zegt een Brusselse veiligheidsbron. “Wie een eigen voertuig bezit, let er vaak ook beter mee op.”
De expert onderscheidt twee profielen van bestuurders bij die snelle varianten. “Aan de ene kant heb je sportieve bestuurders die adrenaline zoeken en alle nodige veiligheidsmaatregelen nemen. Vergelijk ze met mensen die vroeger een kleine motorfiets kochten. Maar daarnaast is er ook een groep die meer het imago van bad boy cultiveert en bijvoorbeeld zonder verzekering of veiligheidsmaatregelen rondrijdt. Die groep zou enkele jaren geleden wellicht bromfietsen hebben opgedreven.”
Vooral die laatste groep vormt een risico, zegt de veiligheidsbron. “Die bestuurders hebben vaak het gevoel dat ze niets te verliezen hebben als er een politiecontrole dreigt. Ze slaan dan op de vlucht met alle risico van dien. En zo’n snelle step haal je niet zomaar in. Naast de topsnelheid is ook de acceleratie bijzonder snel.”
Een klein aantal bestuurders uit die laatste groep lijkt ook al eens betrokken bij de drugshandel die welig tiert in een aantal Brusselse wijken, geven politiebronnen aan. Rond verschillende hotspots zoemen onder meer snelle e-steps af en aan. Ze kunnen daarbij gebruikt worden voor een permanente bevoorrading met nieuwe drugs of om overtollig geld uit de kassa van de verkopers te halen. Dealers met weinig geld of drugs op zak riskeren ook minder
als ze opgepakt worden. Maar snelle steps zijn evengoed een efficiënte manier om de omgeving rond de dealplek te bewaken tegen interventies van politie of rivaliserende groepen.
De val van onlineverkoop
“Dat er een soort Johnnygroep bestaat onder de stepbestuurders?” Joachim Rami moet grijnzen en duwt op een knopje van een de steps in zijn herstelatelier Rideback in Elsene. De stuurstang van het voertuig licht op in felle kleuren. “Ja hoor, dat deel van de klanten koopt ook vaker een step zonder rekening te houden met de kosten die daar altijd wel bij komen kijken.” Een blik op de prijstabel van Joachim leert dat die kunnen oplopen. Een controller vervangen of een batterij repareren kost bijvoorbeeld tussen 100 en 250 euro. “Evengoed zie ik mensen die heel rationeel met hun voertuig omgaan. Die snelle steps kunnen een superhandig vervoermiddel zijn. Ik weet zelfs van iemand die ermee tussen Brussel en Charleroi pendelt, natuurlijk met een helm en de nodige uitrusting.”
Als er een kwestie is die Joachim opwindt, is het wel de onlineverkoop van elektrische steps. Het is een ergernis die ook Biketrottstore in Sint-Gillis deelt. “Die onlineverkoop is een uitstekende manier
“Die snelle steps kunnen een superhandig vervoermiddel zijn. Ik ken iemand die er elke dag tussen Brussel en Charleroi mee pendelt”
Joachim Rami
Herstelatelier Rideback
om je verantwoordelijkheid te ontlopen,” vindt Joachim. “Bestuurders krijgen niet de nodige informatie voor ze op zo’n snel voertuig stappen. En als er iets fouts is aan de step, vang je als klant vaak bot nadien. Wij moeten dan uitzoeken wat we nog kunnen doen. Dat duurt vaak even, want steps zijn nog niet zo gestandaardiseerd als fietsen, die veel meer uitwisselbare onderdelen tellen.”
Dat het al eens grondig fout kan gaan, vertelt een klant die net in de zaak van Joachim binnenstapt. “Ooit brak de stuurkolom van mijn step terwijl ik toch al een zekere snelheid had. Plots leek ik wel op een surfplank te staan midden op de openbare weg. Dat wil ik geen twee keer meemaken.”
Geen prioriteit
parket
Recht tegenover Rideback bevindt zich Billykite, een surfwinkel die ook e-steps verkoopt. Uitbater Jérôme houdt het bij steps die 25 per uur kunnen, maar pleit tegelijk voor een wetgeving die verder kijkt dan die limiet. “De technologie evolueert en mensen willen zich ook snel verplaat-
sen. Het is tijd dat we ook een regelgeving uitdenken voor steps die tot 45 kilometer per uur kunnen.” Vandaag zijn dat soort steps enkel toegelaten als ze een zadel hebben. Ze vallen op dat moment ook onder de klasse B bromfietsen, waar bestuurders een rijbewijs en verzekering voor nodig hebben.
Feit is dat er een kloof gaapt tussen de theoretische maximumsnelheid en de echte snelheid die veel in winkels of online verkochte steps vandaag kunnen halen. “In theorie zijn die hoge snelheden voor privéterrein, maar zoveel Brusselaars hebben toch geen tuin van 200 meter lang?” schampert de veiligheidsbron. In welke mate politie en parket die kloof ook aanpakken, is daarbij niet altijd even duidelijk. De bron stelt dat het Brusselse parket alvast geen prioriteit maakt van de te snelle steps, waardoor ook de politie er niet te veel energie in stopt. Navraag bij het Brusselse parket over het aantal inbreuken of veroordelingen met snelle steps levert enkel een algemeen antwoord op over ongevallen ‘waar een elektrische step of fiets’ bij betrokken was.
‘APRÈS LES MOBYLETTES TRAFIQUÉES, LES TROTTINETTES’
FR À côté des trottinettes électriques classiques, les versions plus rapides gagnent en popularité, avec des vitesses de pointe pouvant atteindre 100 km/h. « C’est surtout le groupe des ‘bad boys’ qui forme un risque. C’est ce même groupe qui aurait trafiqué leurs mobylettes il y a quelques années. » Et elles peuvent aller encore plus vite, nous fait savoir le gérant d’un point de vente : « Vous voyez la trottinette noire en vitrine ? Sur circuit, on a déjà roulé à plus de 200 km/h avec ce modèle. »
‘THE FAST E-SCOOTER IS THE NEW TUNED MOPED’
EN The riders stand taller, the lights sometimes look like a disco, and, above all, they are pretty fast. E-scooters have become very popular and now the faster variants seem to be on the rise too, with top speeds of over 100 kilometres per hour. “’Bad boys’ in particular are a risk, up until a few years ago they might have been tuning mopeds.” They can go even faster, says one of the dealers: “Have you seen that black scooter in the window? We have done over 200 kilometres per hour on circuits with that.”
Waarom kreeg componist Giacomo
Puccini een begrafenis in Brussel?
Freya
Van Nieuwenhuysen zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Sigfried uit Londerzeel.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
Op 29 november 2024 is het precies honderd jaar geleden dat Giacomo Puccini, een van de meest iconische operacomponisten, overleed in Brussel. De Italiaan, bekend van de opera’s Tosca, La Bohème en Madama Butterfly kreeg zelfs een begrafenisceremonie in de Koninklijk Sint-Mariakerk in Schaarbeek. Hoe kwam dat eigenlijk?
Puccini had in die tijd al een stevig oeuvre uitgebouwd en was wereldberoemd. Hij reisde de wereld rond om te netwerken en nieuwe werken van toonaangevende collega’s te beluisteren. Maar plots veranderde zijn leven ingrijpend. De componist had al jaren last van keelpijn en onophoudelijke hoestbuien, die het resultaat waren van een rookverslaving. Keelkanker luidde de diagnose.
Dat was lange tijd zoveel als een doodvonnis; maar bij het begin van de twintigste eeuw kwam er een doorbraak. Marie Curie ontdekte de effecten van radium. België was toen toonaangevend in kankerbehandelingen, omdat ons land
makkelijk toegang had tot radium dankzij de ontdekking van uraniumerts in de kolonie Congo Vrijstaat. De experimentele behandeling die Puccini nodig had om zijn keelkanker te behandelen, werd in 1924 maar op twee plekken in Europa uitgevoerd: Berlijn en Brussel. Puccini koos voor de ervaring van dokter Leroux in Elsene, een bekende specialist in die tijd.
Complicaties
In het najaar van 1924 kwam Puccini naar België. Hij nam zijn intrek in het stadpaleis op de Koningsstraat en werd er behandeld zoals paste bij iemand van zijn status. Het verhaal gaat dat hij champagne dronk via zijn neus. Puccini verbleef er incognito, maar gaf toch een exclusief en hoopvol interview in Le Soir. “Brussel kende ik al, en ik ben er dol op; maar beeld je eens in hoeveel ik van de stad zal houden, als ze mij mijn gezondheid teruggeeft …”
Hij bracht zijn dagen in Brussel door met zijn zoon Antonio en werkte aan de finale van zijn opera Turandot. Op
24 november 1924 onderging Puccini een ingrijpende operatie. Hoewel die eerst succesvol leek, traden er complicaties op. Twee dagen later stierf hij aan een hartaanval.
Zijn overlijden was wereldnieuws. De hoofdstad werd het decor van een emotioneel afscheid voor een componist van wereldklasse. Puccini’s begrafenis vond plaats in de Koninklijke Sint-Mariakerk in Schaarbeek, op slechts enkele honderden meters van zijn tijdelijke verblijfplaats. De plechtigheid lokte duizenden rouwenden. De rouwstoet en uitvaart werden zelfs gefilmd en vertoond in cinemazalen over heel Europa. Zijn kist, begeleid door een militaire processie, werd naar het station van Brussel-Centraal gebracht, vanwaar het stoffelijk overschot naar Italië werd vervoerd. In 1926 verhuisde het lichaam van Puccini dan naar zijn definitieve rustplaats, het dorp Torre del Lago, waar zijn villa intussen een museum is geworden.
“Meneer Hubert. Zo noemde ik hem toen ik een jonge kerel was en zo zal ik hem blijven noemen. Hij maakte van ons complete atleten.” Aan het woord: Anderlecht-icoon Romelu Lukaku, die het voorwoord verzorgt van Achter de schermen bij Sporting Anderlecht, de onlangs verschenen memoires van physical coach Hubert ‘Humberto’ Lemaire.
Lukaku – nog altijd recordhouder van het aantal push-ups op Neerpede – gold als een van de rastalenten die Lemaire al vroeg kneedde tot topsporter. “Zijn atletische vermogen viel meteen op, maar wat mij vooral bijblijft, is dat hij in mijn werkwijze geloofde,” vertelt de geboren Henegouwenaar.
“Van sommige jonge spelers kreeg ik hoofdpijn, maar Romelu had al vroeg door hoe belangrijk het was om sterker en sneller te worden. Hij had gelijk: het fysieke is over de jaren heen een pak belangrijker geworden in het voetbal. We hebben trouwens nog altijd contact: voor de wedstrijd van de Rode Duivels tegen Italië eerder deze maand heb ik twintig minuutjes met hem samengezeten.”
jaar, tevreden dat ze hun cv hebben aangevuld.”
Niet zo met Lemaire, die zijn rol bij de recordkampioen op bijna religieuze wijze vormgaf. “Energie en discipline: dat waren mijn sleutelwoorden. Bij de opwarming probeerde ik spelers in een bepaalde adrenalinemodus te krijgen. ‘Tiktiktik, taktaktak,’ dat was mijn vaste riedel waarmee ik spelers op neuromusculaire wijze prikkelde voor de aftrap. Het gaat om veel energie in je bewegingen steken.”
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld. Deze week:
Hubert Lemaire, de physical coach die een Anderlecht-legende werd
Als physical coach was de taak van Lemaire helder, maar allesbehalve kinderspel. “Ik heb het altijd zo gezien: ik moet spelers in de best mogelijke conditie aan de aftrap brengen en ondertussen vermijden dat ze blessures oplopen. Dat betekent ook dat wanneer ik maandag in de kranten lees dat een zekere speler in de tweede helft niet meer genoeg jus in de benen had, ik mij daar verantwoordelijk voor voel.”
Zelfs als gepensioneerde physical coach dringt de werkethiek en hondstrouwe clubliefde nog luid door in zijn stem. “Ik was soms al drie uur op voorhand op Neerpede. Bij een Europese verplaatsing was ik al gaan joggen of zwemmen toen de spelers nog in bed lagen. Die mentaliteit is vandaag anders,” klinkt het lichtjes geagiteerd. “Physical coaches komen van de universiteit naar Anderlecht en vertrekken dan na twee
Lemaire maakte met zijn aanpak blijvende indruk op wereldsterren. Toen Vincent Kompany paars-wit coachte, deelden ze op vrijdagavond geregeld een Jupiler in zijn kantoor. “Ik had een geheime reserve,” lacht hij. Behalve Lukaku en Kompany zullen ook andere vedetten Lemaire niet snel vergeten. “Ik weet nog dat Samir Nasri (die bij onder meer Arsenal en Manchester City speelde, red.) na zijn aankomst bij Anderlecht over mij zei: ‘Mais c’est qui ce gars?’ Na de opwarming baadde ik in het zweet. Waar het vandaan komt? Het zit in mijn genen. Toen ik acht was, heb ik eens een loopwedstrijd gewonnen. Sindsdien kan ik de kick en het winnen niet meer loslaten. Wie het bij Anderlecht maakt, is een geboren winnaar. Net daarom kwam ik zo goed overeen met veel spelers.”
Voor zijn 22-jarige carrière als conditietrainer was Lemaire in de Borinage aan de slag als leerkracht lichamelijke opvoeding. Die pedagogische achtergrond nam hij mee naar Neerpede. “Al die Franstalige spelers die putain riepen wanneer er iets misliep: ik kreeg het ervan op mijn heupen. Sommigen konden geen drie volzinnen maken zonder dat woord boven te halen. We hebben daar, onder het goedkeurende oog van ex-opleidingshoofd Jean Kindermans, purée van kunnen maken. Ook dat is Anderlecht: op elk mogelijke manier klasse uitstralen. Dat moet de club koesteren.”
Johan Baeten
TEST JE KENNIS VAN HET BRUSSELS
Een echte ‘Brusseleir’ of ‘Brusseles’ spreekt natuurlijk vloeiend Brussels. Maar hoe is het gesteld met jouw kennis van het Brusselse dialect?
Doe de test op BRUZZ.be/quiz
KETPORTRET
Elke week traint Marouane (14) in het paars bij RSC Anderlecht Rugby, de oudste, nog actieve rugbyclub van België.
Lees zijn portret via BRUZZKET.be
KIES DE PLATEN BIJ ADAM IN D’OFFICE
Wil jij met je collega’s samen de platen kiezen? Schrijf je dan nu in via BRUZZ.be/doffice
D’Office van maandag tot en met donderdag van 10u tot 12u.
Zita is tien en woont in Anderlecht. Ze knutselt graag op haar kamer. “Voor mijn boekbespreking combineer ik nu zes ideeën. Het wordt een collage, origami-figuur, flyer, reclameposter, gedicht en schilderij.”
‘Ik schrijf graag gedichten over mijn leven’
Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat bij Zita (10) die met haar broertje en ouders in Anderlecht woont. “Ik vind het leuk om alle talen van België te kunnen spreken.”
door Annelies Bontjes foto Saskia Vanderstichele
Jouw kamer is supernetjes! Is het altijd zo opgeruimd?
Nee, dat heb ik voor dit interview gedaan. Ik ga wel proberen om het zo te houden. Dat is moeilijk, want ik knutsel veel in mijn kamer.
Wat voor dingen maak je dan?
Voor mijn boekbespreking combineer ik nu zes ideeën. Het wordt een collage, origami-figuur, flyer, reclameposter, gedicht en schilderij.
Wat doe je nog meer graag?
Dansen, zingen, lezen en haken. Ik heb eens een sjaal gehaakt.
Was je daar lang mee bezig?
Drie dagen. Ik deed het op vakantie. Ik was aan het praten met mijn oma en opa, en ik haakte gewoon door.
Dans je op je kamer?
Meestal beneden, samen met mijn mama. Ze danst altijd als ze kookt.
Wat lees je graag?
Van alles, behalve manga’s. Ik heb mezelf leren lezen. Ik wilde iets kunnen wat nog niet iedereen kon, dus heb ik speciale boeken geleend bij de bib om dat te leren.
Welke talen spreek je?
Frans, Nederlands en ik leer nu Duits met Duolingo. Ik vind het leuk om alle talen van België te kunnen spreken.
Je mama zei dat je daarna Portugees wil leren en daarna Spaans en dan Chinees?
Nee, dat was een grapje. Ze houdt van grapjes, net als ik, vooral met
woorden. En ik hou ook van gedichten schrijven.
Waar gaan die gedichten over?
Over mijn leven. Ik heb er een geschreven over Sint-Maarten en over de herfst. Soms schrijf ik gedichten als ik bang of verdrietig ben.
Gebruik je altijd woorden die rijmen?
Ja, want dat vind ik mooi.
Dat lijkt me wel ingewikkeld. Nee, ik vind dat heel makkelijk. Maan, dat rijmt met gaan, of aan Ik heb een gedicht met: ‘Steek mijn lichtje maar aan, dan wandel ik onder de maan.’
Hoe is het om in Anderlecht te wonen?
Het is fijn om naast de metro te wonen en ik heb veel vriendinnen dichtbij.
Wat zou je verbeteren als je de burgemeester was in Anderlecht?
Verderop is een pleintje met een standbeeld voor de Eerste Wereldoorlog, en daarachter doet iedereen kaka en pipi. Ik zou het beeld weghalen en er iets nieuws neerzetten.
Wat doe je graag op school? Eigenlijk alles. Ik vind alleen Engels niet fijn. We zouden zes jaar dezelfde juf hebben, maar ik heb er in totaal al drie gehad.
Volg je het nieuws op school? Kijk je naar Karrewiet?
Nee, ik weet zelfs niet wat dat is. Nieuws volg ik niet veel. In
BRUZZ lees ik alleen De Slaapkamer
Maak je je weleens ergens zorgen over?
Soms, als ik stress heb. Deze week moest ik mijn kamer opruimen, huiswerk maken en mijn boekbespreking maken.
Ik heb gehoord dat jij veel bezig bent met het milieu.
Ja, er zijn veel dingen waarvan ik denk: waarom doen mensen dat? We moeten niet overal huizen bouwen, we moeten de natuur beschermen.
Weet je al wat je later wilt worden?
Ik wil Frans lesgeven en dan ook werken in de bib van de school.
Wat lijkt je leuk aan Franse les geven?
Ik vind spelen met woorden superleuk.
Reeks nalezen?
Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer
‘J’AIME ÉCRIRE DES POÈMES SUR MA VIE’
FR Zita, 10 ans, vit à Anderlecht avec son petit frère et ses parents. « J’aime le fait de parler toutes les langues de la Belgique. Et j’aime bien écrire des poèmes sur ma vie. J’ai écrit un poème à propos de Saint-Martin et de l’automne. Parfois, j’écris des poèmes quand j’ai peur ou quand je suis triste. »
“Ik heb mezelf leren lezen. Ik wilde iets kunnen wat nog niet iedereen kon”
‘I LIKE TO TURN MY LIFE INTO POETRY’
EN Every week, BRUZZ visits a child in Brussels in their bedroom. This time we meet up with Zita (10) who lives with her kid brother and parents in Anderlecht. “I like being able to speak all three official languages of Belgium, and I enjoy writing poems about my life. Sometimes I write poems when I’m scared or sad.”
Zwangere Guy en Vera Coomans delen hart en ziel op en naast de soundtrack van ‘Putain’
‘Ik krijg massa’s energie van die gast’
Zwangere Guy verpandde zijn hart aan de Brusselse cultgroep Madou en overtuigde frontvrouw Vera Coomans om mee te werken aan de soundtrack van Putain, de serie waarvoor hij de vonk en de klankband leverde én de vaderrol op zich nam. “Ik wist meteen dat samenwerken met hen de shit zou zijn.”
door Tom Zonderman foto’s Sophie Soukias
Oei, moet ik zo over straat lopen?” zegt Vera Coomans met guitige, glinsterende ogen. Ze is net 75 geworden en heeft twee dikke bossen bloemen gekregen. Een ruiker van haar pr-verantwoordelijke, en een boeket van haar nieuwe bestie Gorik van Oudheusden. Voor de meeste aardlingen is die laatste nog steeds het bekendst als rapkoning Zwangere Guy, maar straks kent iedereen hem ook als acteur. “Ik eis niet graag de aandacht op,” glimlacht Coomans minzaam naar de rapper. De zangeres is blij, met de bloemen en met de innige knuffel die ze van Van Oudheusden heeft gekregen, maar ook met de nieuwe ep Engel die ze uitbrengt met Madou, de band die ze vormt met onder anderen haar zoon Thomas Devos. Met het titelnummer veroverde ze een plekje naast onder meer Brutus, Peet en Chuki Beats op de eclectische soundtrack van Putain, de serie die vanaf 19 december op Streamz te zien zal zijn over een stel jongeren dat in
Brussel de hoogtes en laagtes van het grootstadsleven doorworstelt.
Van Oudheusden leverde niet alleen het originele idee voor de serie – die losjes op zijn leven is gebaseerd –, hij speelt ook de vader van hoofdpersonage Gigi én hij leidde eigenhandig de kleurrijke klankband, die nu al uit is, in goede banen. “Ik voelde onmiddellijk dat Madou daarop zou passen,” grijnst de rapper, die zoals steeds een “fucking tight schedule” heeft, maar voor de rest een rust en kalmte in zich draagt die vroeger niemand mogelijk had geacht. “Ik ben meer zen dan ooit,” beaamt hij, “ik heb geleerd om minder ruimte in te nemen.”
Die ruimte wordt nu ingenomen door iemand anders: eind september ben je écht Papa ZG geworden, zoals je jezelf graag noemt.
GORIK VAN OUDHEUSDEN: Jaaah! Van een dochter. (Toont een foto van de kleine spruit aan Vera Coomans) Kijk, dat is ze.
VERA COOMANS: Oooh, zo’n dotje.
VAN OUDHEUSDEN: Ze is mooi, hé.
Vera Coomans over haar zielsverwant Gorik van
alias Zwangere
“Al wat jij geeft, krijg je terug. Maar jij geeft ook zo verdomd veel.”
Oudheusden,
Guy:
COOMANS: Dat kon niet anders, toch? (Lacht) En nu nog die andere bevallingen, van je serie, je plaat, je film ...
Je had altijd een strak carrièreplan, Gorik. Stond dat vaderschap ook in je schema?
VAN OUDHEUSDEN: Nee. Het verlangen naar kinderen is in vlagen gekomen en gegaan. Mijn eerste lief kwam uit een heel groot gezin, dat wilde ik toen ook. Maar dan ben ik dingen beginnen te verwerken uit mijn jeugd. Ik groef altijd maar dieper en besloot dat ik geen kinderen op de wereld wilde zetten. Ik was bang dat ik dezelfde fouten zou maken als mijn ouders, maar ik was ook bezorgd over wat dat vaderschap met mijn carrière zou doen. Ik was toen nog heel egoïstisch, maar dat egoïsme is weggeëbd.
COOMANS: Ouderschap is iets wat je overkomt. Mijn man (dramaturg-regisseur en tekstschrijver van Madou Jan Devos, red.) studeerde nog aan het RITCS toen ik al met een buikje rondliep, maar ik kon gelukkig zingen om de kost te verdienen. Ik heb een carrière altijd met kinderen gecombineerd. Ik stond in de Muntschouwburg te zingen, terwijl Thomas in een wiegje op het podium lag. Als hij onrustig werd, nam ik hem even in de armen.
Zie je dat al gebeuren, Gorik?
VAN OUDHEUSDEN: Mijn vriend Bert Cools (Antwerpse jazzmuzikant die ook op de soundtrack van Putain staat, red.) doet het ook zo, de wereld rondreizen met zijn dochtertje. Als hij optreedt of repeteert, is zij erbij. Ik vind het mooi om zo vrij te leven. Maar natuurlijk vraagt het aanpassingen. COOMANS: Dat komt goed. Toen ik zeven maanden zwanger was van mijn dochter, moest ik optreden op een theaterfestival in Wenen. Ik heb nooit zo goed gezongen, ik had twee keer zoveel volume. Tijdens de terugvlucht is mijn dochter helaas gedraaid in de buik, waarna ze te vroeg is geboren. Dat was voor mij een moeilijke periode.
Maar goed, je kan niet alles dirigeren.
VAN OUDHEUSDEN: Nee, je moet het ook op je af laten komen.
Detoxen met appel en gember “Madou is op mijn radar verschenen dankzij Ziggy Devriendt, alias dj Nosedrip,” vertelt Van Oudheusden over de Brusselse cultgroep die in 1982 één titelloze plaat maakte en daarna goeddeels van de radar verdween, tot ze in 2021 weer opdook met een nieuw album. “Ik kende hun muziek, maar niet hun naam. Ik ben dan naar mijn manager Dis (Huyghe, red.) gestapt en heb hem gevraagd om contact te zoeken. Toevallig kwam Dis Vera die dag tegen in de biowinkel. Een week later heeft ze mij gebeld. We hebben een halfuur aan de telefoon gehangen, blijkt dat wij op een scheet van elkaar wonen in Schaarbeek.”
“Ik was aan het wandelen in het Josaphatpark, ik heb twee keer de hele toer gedaan,” lacht Coomans. “Daarna zijn we iets gaan drinken bij Boentje Café. Daar hebben ze een lekker detoxdrankje met appel en gember. Ik maak dat nu zelf, (tot Gorik) als je nog eens bij ons komt ...” “Ja, moet ik doen,” knikt Van Oudheusden. “Ach, nee, je moet juist niks,” lacht Coomans.
Lopen jullie elkaars deur plat?
VAN OUDHEUSDEN: Nee. Vera heeft mij al vaak uitgenodigd, maar ik zit even met een ... ‘schifting’ in mijn gang van zaken.
COOMANS: Er komt wel een moment dat we gaan chillen in ons tuintje.
Waarom paste ‘Engel’ op de soundtrack van Putain?
VAN OUDHEUSDEN: Ik heb naar iedereen met wie ik wilde samenwerken het scenario gestuurd. Alleen de oudere muzikanten hebben dat gelezen, de rest beperkte zich tot mijn moodboard. (Lacht)
COOMANS: Ik heb alle tien afleveringen gelezen. Ik kende Goriks muziek wel,
“Tot op de dag van vandaag zing ik omdat er dingen vastzitten, zelfs fysieke pijn verdwijnt een beetje als ik muziek maak op mijn zolder”
Vera Coomans
Kersverse vader Gorik van Oudheusden, alias Zwangere Guy: “Rond mij worden heel veel meisjes geboren. Ik zie hen als zielskinderen, zij zullen deze wereld beter maken.”
maar ik zat er niet met mijn neus op. Dus ben ik hem nog meer gaan googelen en beluisteren op mijn iPad. Ook zijn shows in de AB heb ik gezien. Daarna hebben Thomas en ik twee nieuwe liedjes geselecteerd, waaronder ‘Engel’, dat een verhaal vertelt van eindigheid, maar ook van een vrouw die geen kant meer op kan.
VAN OUDHEUSDEN: Ze speelt met de duivel, en wordt gewurgd. Madou ademt iets heel poëtisch, maar ook iets ... lugubers. En dan die stem van Vera. Putain is geen alledaagse serie, en daar paste niet-alledaagse muziek bij. Madou, dat ís Bruxelles, hun naam alleen al. Ik heb hun platen kapotgedraaid, alle makers waren fan. Het was meteen duidelijk dat met hen samenwerken de shit zou zijn.
Putain wordt aangekondigd als “une belle brochette bruxelloise avec sauce van alles.” De soundtrack is net zo divers, met hiphop, drum-’n-bass, metal, folk en wereldmuziek.
VAN OUDHEUSDEN: Eerst wilde ik enkel met Brusselse artiesten werken. Maar Brussel is net een stad waar iedereen welkom is, waar je barrières moet doorbreken. De soundtrack is een wandeling door mijn platenkast. Ik zag mezelf als het stokje van die brochette, ik hield alles samen.
De fictieve radiomaker Yves, die alle tracks aan elkaar praat, wordt gevraagd van welke muziek hij “kiekebisj” krijgt, waarna hij begint te mijmeren. Van welke muziek krijgen jullie kippenvel?
VAN OUDHEUSDEN: Muziek waar de emotie van afspat. Op dit moment is dat heel intieme, zachte, eerlijke muziek. Als je bijvoorbeeld Chet Baker hoort huilen door zijn trompet, dat is zo mooi.
COOMANS: Op de soundtrack zingt Gorik het nummer ‘Equinox’ met Gala Dragot. Wat zij doet op die jonge leeftijd is onwaarschijnlijk mooi. Zingen om jezelf te uiten of om troost te vinden, dat herken ik heel hard. Ik ontdekte mijn eigen stem in de keuken van mijn ouders, na mijn allereerste hele grote liefdesverdriet. Daarvoor zong ik mee met artiesten als Joan Baez. Tot op de dag van vandaag zing ik omdat er dingen vastzitten, zelfs fysieke pijn verdwijnt een beetje als ik muziek maak op mijn zolder. Dat is mijn enige en eeuwige drijfveer.
VAN OUDHEUSDEN: Toen onze dochter geboren is, hebben we geluisterd naar ‘Little star’ van Michel Banabila. (Speelt het kleinood van de Nederlandse klankkunstenaar af op zijn telefoon) Muziek die mij kiekebisj geeft,
Bodytekst samenvatting Muziek Zwangere Guy en Vera Coomans delen hart en ziel op en naast de soundtrack van ‘Putain’
is muziek die je je even veilig doet voelen. Het is oké, ik bent niet alleen. Je bent op dat moment één met de muziek. Dat gevoel gaf Vera mij ook toen ze mij ‘Engel’ liet horen.
De kinderen van Palestina
“Je moet je klein maken, minder energie nemen en meer energie geven,” zegt Gorik van Oudheusden over zijn samenwerkingen met anderen. Met zijn 36 zou hij de zoon van Vera Coomans kunnen zijn. Opvallend vaak klikt het goed tussen hem en een oudere generatie, eerder vond hij al zielsverwanten in Arno en Dirk De Wachter. “Ik denk dat ik gewoon heel veel van hen wil opsteken,” zegt hij. “Ik wil wat ik nu doe ook nog lang blijven doen. Arno heeft mij geleerd om niet meer te drinken tijdens shows. Vera heeft mij getoond om altijd in stijl toe te komen. Dress good, feel good.”
Voor een jongere generatie ben jij ook een grote mentor. Neem je die rol graag op?
VAN OUDHEUSDEN: Ik vond lang dat muzikanten geen rolmodellen zijn, maar andere artiesten hebben me overtuigd van het tegendeel. Nu durf ik wel wat verantwoordelijkheid te nemen. Ik ben zó trots dat ik niet meer drink. Ik heb honderden brieven gekregen van mensen die zeggen dat ik een inspiratiebron ben of hun steun bied. “Dankzij u voel ik mij niet alleen,” lees ik dan. Ik ga die rol niet claimen, maar vind dat wel mooi. Respect eis je niet, je krijgt het.
COOMANS: (Wijst naar Gorik) Van die gast hier heb ik energie gekregen. En niet zomaar een beetje. Massa’s gewoon.
VAN OUDHEUSDEN: Het is dubbel. (Lacht) Voor sommige mensen ben ik te intens.
COOMANS: Als jij optreedt, begin ik bijna mee te ademen. Al wat jij geeft, krijg je terug. Maar je geeft ook zo verdomd veel.
VAN OUDHEUSDEN: Het wordt tijd dat ik weer op een podium kruip, Vera, ik word zot!
“You rest in the shade of the home that you made,” zing je ergens op de soundtrack, Gorik. Hoe warm is die thuis, Brussel, nog?
VAN OUDHEUSDEN: Dat is een lied voor alle kinderen die sterven in Palestina. Het is gegroeid uit een brief die ik naar mijn innerlijke kind had geschreven, en naar alle kinderen die in een moeilijke situatie zitten en van kleins af een overlevingsinstinct ontwikkelen. Kinderen zijn onze toekomst.
COOMANS: Ik heb Brussel altijd graag gehad, maar soms neem ik de trein naar Oostende om daar te gaan wandelen. Af en toe heb ik andere lucht nodig.
“Toen ik thuiskwam met mijn pasgeboren dochter, zaten er enkele junks gewoon crack te roken op mijn dorpel. Dan knapt er iets”
Gorik van Oudheusden, alias Zwangere Guy
VAN OUDHEUSDEN: Brussel is rauwer geworden. De straten zijn een weerspiegeling van hoe het bij heel veel mensen in hun hoofd toegaat. En dat is pure chaos en angst. Toen ik thuiskwam met mijn pasgeboren dochter, zaten er enkele junks crack te roken op mijn dorpel. Om vijf uur in de namiddag. Dan knapt er iets.
De hardheid van Brussel, Trump, de klimaatrapporten: veel jongeren, zoals ook uit Putain blijkt, voelen zich platgeslagen.
VAN OUDHEUSDEN: Rond mij worden heel veel meisjes geboren. Ik zie hen als zielskinderen, zij zullen deze wereld beter maken.
COOMANS: (Vertederd) Dat is mooi. Kijk, hiermee mag je het interview eindigen.
In een van de nieuwe songs rap je samen met Peet “Tout seul, on va toujours plus vite / Ensemble, on va beaucoup plus loin.” Is het individualisme de ziekte van deze tijd?
VAN OUDHEUSDEN: Er moet veel meer worden geïnvesteerd in de nieuwkomers, ook al zullen ze zich hier misschien nooit thuis voelen. We leven naast elkaar.
COOMANS: (Kijkt naar buiten) Kijk, een beetje blauw in de lucht. Dat zijn kleine dingen waar we ons aan moeten optrekken.
Zowel in Putain als in de film Comeback, die in januari uitkomt, speel je een vader, Gorik.
VAN OUDHEUSDEN: En nu ben ik écht vader, derde keer goeie keer. (Lacht) Ik vond het interessant om in die huid te kruipen en dat spel te spelen. Putain staat heel dicht bij mij, maar het is niet mijn verhaal.
Iedereen kent je als rapper. Hoe groot zie jij dat acteren?
VAN OUDHEUSDEN: Groot. Ik wil ooit echt big gaan. Maar ik denk daar ook niet te veel over na. Ik zit hier nu met Vera, ik ben aan het dromen over muziek. Straks ga ik naar de yoga. Vanavond maak ik aardpeercrème met kabeljauwfilet en oesterzwammen. En morgen is een nieuwe dag.
“Hoe minder medeklinkers, hoe makkelijker je in het Nederlands kan zingen,” zei je ooit, Vera. In ‘Overtreders’ rapt Gorik “Ben geen rapper, ben een zinger / Ik neuk elke medeklinker.”
VAN OUDHEUSDEN: Haha, kijk, wij zijn één. COOMANS: Zie je, wij ademen samen.
De soundtrack van Putain is uit bij Universal, de serie is vanaf 19/12 te zien op Streamz. De ep Engel van Madou is uit bij Belvedere, de groep staat op 16/12 in de AB, abconcerts.be
« NOUS RESPIRONS ENSEMBLE »
FR Madou, groupe culte bruxellois mené par la voix singulière de Vera Coomans, attirait depuis quelque temps déjà l’attention de Gorik Van Oudheusden, alias Zwangere Guy. Lorsque le rappeur a composé la bande-son de Putain, série à venir en décembre sur Streamz où il fait aussi ses débuts d’acteur, il a tenu à inclure Madou dans son univers musical. De cette collaboration est né Engel, extrait du nouvel EP éponyme du groupe. « Nous respirons ensemble », confie Coomans, qui a travaillé avec Van Oudheusden sur des thèmes comme la parentalité, le mentorat et la puissance intemporelle de la musique.
“WE BREATHE TOGETHER»
EN Gorik van Oudheusden, aka Zwangere Guy, had for some time had his eyes on Madou, the Brussels cult group around singer Vera Coomans. When the Brussels rapper got to compose the soundtrack for the new series Putain, available on Streamz from 19 December, in which he makes his acting debut, he definitely wanted to add the band to his eclectic score. So the group contributed the song “Engel”, the title track of their new EP. “We breathe together,” Coomans says. In this issue, together with Van Oudheusden she reflects on parenthood, the role of a mentor, and the power of music.
ABONNEER JE OP BRUSSEL MET
HET MAANDABONNEMENT
door Karl Meesters
Brusselse vedette
“Ik spreik een bekke Brussels. Ge moet ma mo verstoen.” Dixit Raymond Goethals in de documentaire over zijn leven; ik kijk geregeld naar de dvd. De iconische Belgische trainer was voor mij van kleins af een gruute Brusselse vedette en veroverde voor altijd een plaats in mijn hart met zijn sappige taalgebruik en onvergetelijke quotes.
Karl Meesters is concertorganisator bij rien à voir en presentator van het VRT-programma Niks Te Zien, waar hij als slechtziende met bekende gasten op reis gaat. Hij schrijft tweewekelijks over zijn Brussel.
Ik ging destijds zelfs naar zijn begrafenis in de basiliek van Koekelberg. Ik krijg nog keekebisj als ik terugdenk aan het moment waarop voetbaliconen als Paul Van Himst, Robbie Rensenbrink en Basile Boli zijn kist naar buiten droegen. Hoewel hij een wandelende voetbalencyclopedie en tactisch genie was en als een van de eerste Belgische trainers ook buiten onze landsgrenzen succes oogstte, verliet hij op taalkundig vlak nooit het Brusselse moeras. Zijn Brussels zat hem even gegoten als zijn lange regenjas en de sigaret in zijn mondhoek.
Ik ben sindsdien ook verliefd geworden op het Brussels, spiegel van de ziel van de stad. Frans noch Nederlands, en vol zelfspot, een dialect voor
pottepeis en broebeleirs
Dialecten worden vaak nostalgisch bezongen, maar wat ik het mooiste vind, is dat dialecten mee bewegen op de hartslag van de stad. Wanneer ik in de metro zit, spits ik graag mijn oren om de nieuwe klanken op te vangen.
Taalmocktail
Een van de mooiste is het taalgebruik van de Brusselse jongeren vandaag. “Wollah! Hier j’avais mon toets wiskunde. My god, c’était difficile, meisje.” Een heerlijke mocktail van minstens vier talen die ik vandaag met evenveel smaak savoureer als het taaltje van den Tuveneir Ik krijg er spontaan een glimlach van.
In De Standaard las ik onlangs nog een artikel over meertaligheid, naar aanleiding van een interview met nieuwsanker Fatma Taspinar in Humo. Ze sprak over de uitdagingen, maar ook de voordelen van een meertalige opvoeding. Zo zouden kinderen die consequent meertalig opgevoed worden aanvankelijk meer moeite hebben om die talen te onderscheiden, maar scoren ze later gemiddeld beter op intelligentietests. Ze leren makkelijker nieuwe talen en zijn toleranter voor diversiteit. Meertaligheid geeft hen als het
ware een bredere kijk op de wereld.
We moeten onze Brusselse meertaligheid koesteren. Want een goede meertaligheid versterkt de maatschappelijke en economische positie van Brusselaars en biedt hen meer kansen. Zelf kan ik alleen maar dankbaar zijn dat ik drie talen spreek en daar weinig heb voor moeten doen. Het heeft mijn complexe traject als persoon met een beperking op de arbeidsmarkt en in de samenleving alleen maar geholpen.
Ook mijn zoontje wordt meertalig opgevoed. Door de zeer diverse taalachtergrond van de familie weet hij intussen ‘zijn goesting te krijgen’ in het Nederlands, Frans, Engels en Russisch. Hoog tijd om daar de parel van de dialecten aan toe te voegen: de taal van Raymond. Of we daar een minister van Meertaligheid en een Brusselse Raad voor Meertaligheid voor nodig hebben, laat ik in het midden. Naar verluidt wordt daar vooral meertalig gepalaverd. Ni zievere, speile!
Reeks nalezen?
Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda 29/11 > 5/12
‘Ik hecht grote waarde aan cultuur als bindmiddel’
“Hij heeft de manier waarop ik muziek hoorde voorgoed veranderd,” liet The handmaid’s tale-actrice Elisabeth Moss onlangs optekenen over Max Richter. Bij Bozar biedt de gevierde neoklassieke componist van het acht uur durende Sleep, doorbraakplaat The blue notebooks en het nieuwe In a landscape troost in een getroebleerde wereld. door Tom Peeters
Max Richter (58) heeft net de eerste liveshow van zijn nieuwe tournee achter de rug wanneer we hem videobellen in zijn studio in het Engelse Oxfordshire. Hij is nog steeds onder de indruk van de reacties. “Live spelen blijft na al die jaren het leukste. Die unieke realtime-ervaring die je tijdens een concert deelt met je publiek valt niet te overtreffen.” Zelf konden we dat ooit aan den lijve ondervinden in de Onze-Lieve Vrouwekathedraal in Antwerpen. De barokke kerk was voor de gelegenheid helemaal uitverkocht en volgestouwd met veldbedden voor een nachtelijke marathonperformance van zijn acht uur durende compositie Sleep. Tussen de repetitieve
klanken en met vipzicht op onder meer De kruisafneming en De tenhemelopneming van Maria, twee topstukken van Rubens, konden de bezoekers zich tussen droom en werkelijkheid laven aan de meditatieve kracht van Richters muziek.
Eerder vertelde de componist ons al dat de “psychologische textuur” van de ruimte en de dromerige, zich traag voortslepende muziek een ideale match waren, met de architecturale praal van de kathedraal als ideale handlanger voor een haast rituele contemplatie. “Zo’n enorm bouwwerk binnenstappen doet me altijd stilstaan bij de sciencefictionachtige impact die dat eeuwen geleden moet hebben gehad. Maar Sleep bood met zijn lage frequenties de aanwezigen vooral ruimte om
“Twintig jaar geleden stond met de Irak-oorlog de wereld in brand. Helaas is mijn muziek uit die tijd weer pijnlijk toepasselijk”
na te denken over dingen waar anders geen tijd voor was. De compositie reflecteerde een tijdgeest waarin alles steeds sneller moest, en waarin we meer tijd doorbrachten achter schermen en daarmee vooral de grote databedrijven een dienst bewezen.”
Richter reageerde met een app om zijn compositie behapbaarder te maken voor het
Max Richter, de componist die pijn kan omzetten in troost: “Naast doemdenken is ook hoop een menselijke eigenschap.”
publiek. Zo werd een persoonlijk wiegelied voor een dolgedraaide wereld iets functioneels. “Behalve een muziekstuk werd het plots ook een nutsvoorziening om mensen de ruimte te geven om tot rust te komen. Als je het idee om kunst te personaliseren omarmt, is het vanzelfsprekend dat je je publiek de kans biedt om de architectuur ervan naar zijn goeddunken te ontwikkelen. Ook daarom vind ik de app nog steeds geweldig. Tegenwoordig hebben algoritmes het vooral op je data en je tijd gemunt. De Sleep-app is een interessantere manier om een technologisch paradigma toe te passen op creatief werk. Maar hoeveel weerstand er ook is tegen sommige technologieën, op zich zijn ze neutraal. We moeten alleen een manier zien te verzinnen om ze toe te passen die ook heilzaam is voor de mens. Dat lukt niet als je daar alleen de grote dataplatformen over laat beslissen. Laat ons onze communicatie dus opnieuw in handen nemen.”
Diepe sporen
Elk optreden is uniek, maar de tracks uit The blue notebooks, zo merkte Richter op, blijven overal resoneren. Het album verscheen in het zog van de door George Bush en Tony Blair op basis van foute data geïnstigeerde oorlog in Irak. “Ook nu leven we in een getroebleerde tijd. De geopolitieke vraagstukken die het album adresseerde zien we opnieuw onder ogen, en helaas is mijn muziek van twintig jaar geleden
weer pijnlijk toepasselijk.” Het bevreemdende aan het werk van Richter is dat het pijn kan omzetten in troost. Het voorbeeld bij uitstek om het brede appeal ervan te vatten is ‘On the nature of daylight’, het bekendste stuk uit The blue notebooks, omdat het zich via tal van soundtracks in het collectieve geheugen wist te wurmen, en daar in zijn typerende mineur toonaard elke keer opnieuw diepe sporen nalaat. Recent hield BBC-host Jools Holland het haast niet droog toen Richter er enkele noten van speelde in zijn kleedkamer. Of neem Elisabeth Moss. De actrice achter Offred in The handmaid’s tale mocht zichzelf spelen in de videoclip van de compositie en leek thuis te komen. “Die enkele noten brengen me altijd onmiddellijk op de plek waar ik moet zijn,” klonk het onlangs nog. “Max heeft de manier waarop ik muziek hoorde en wat ik dacht dat een score kon zijn voorgoed veranderd.” Ze is lang niet de enige die er zo over denkt. Het is niet raar om de muziek van toen nu weer op te diepen, vindt Richter. “Maar als je een oud stuk speelt, herken je er wel een vorige versie van jezelf in, en van de man die ooit de beslissing heeft genomen om het op een bepaalde manier aan te brengen. Dat is interessant, maar langzaamaan beginnen stukken hun eigen leven te leiden. Mensen beginnen er zich om andere redenen mee te verbinden en aan te hechten. Dat maakt dat ze niet meer alleen van mij zijn.”
Herstart
In a landscape zorgt voor tegenwicht. “Muzikaal belichaamt de nieuwe plaat een terugkeer naar de bron. Na het orkestrale werk op mijn vorige albums wilde ik mijn basispalet van piano en strijkers opnieuw onderzoeken.” De ‘Life studies’, geluidsfragmenten die hij met zijn iPhone uit zijn dagelijkse
leven plukte en tussen de composities mikte, staan met beide voeten in de realiteit. “Je hoort me thuis met de kinderen aan de ontbijttafel of onderweg op tournee. Die reallifeontmoetingen zorgen ook voor een aaneenschakeling van contrasten, want beurtelings hoor je dus een stuk intentioneel gecomponeerde muziek en een haast random opname die het onverwachte vertegenwoordigt.”
Je zou eruit kunnen afleiden dat zelfs een pandemie het razende tempo amper heeft kunnen stoppen, en onze levens zelfs nog wat schokkeriger heeft gemaakt. Tijdens ons vorige gesprek, drie jaar geleden, stelde Richter zich de vraag waarom we de coronacrisis niet zouden aanwenden voor “een herstart, zoals je die ook doorvoert als je computer gek is geworden en vastloopt. Als een kans om te herdenken welk soort wereld we echt willen, want naast doemdenken is ook hoop een menselijke eigenschap.”
“Heeft de pandemie ons dan niet teruggeworpen op onze fundamenten: de mensen van wie we houden, onze familie, muziek, boeken, kunst …?” Hoewel zijn oproep in de brede samenleving in dovemansoren viel, lijkt hij op In a landscape die fundamenten voor zichzelf extra te onderschrijven. “Klopt helemaal. De boeken op de hoes en de vele referenties naar schrijvers en dichters in de muziek weerspiegelen meer dan ooit de grote waarde die ik hecht aan cultuur als ultiem bindmiddel. Kijk naar Studio Richter Mahr, de creatieve ruimte die ik samen met mijn vrouw oprichtte, en die voor het eerst dienstdeed als opnameruimte voor mijn muziek en ook collega-kunstenaars een werkplek aanbiedt in het groen.”
In a landscape is uit via Deutsche Grammophon/Universal, Max Richter treedt op 30/11 op in Bozar. bozar.be
CONSOLATION DANS UN MONDE TROUBLÉ
FR « Max Richter a changé à jamais ma façon d’écouter la musique », confiait récemment Elisabeth Moss à son sujet. Le compositeur néoclassique s’est fait connaître grâce à The Blue Notebooks, un album composé dans le contexte de la guerre en Irak, « et à nouveau douloureusement pertinent ». Il est également l’auteur de Sleep, une berceuse monumentale de huit heures. À Bozar, celui qui transforme la douleur en consolation présente In a Landscape
COMFORT IN A TROUBLED WORLD
EN Actress Elisabeth Moss recently said about Max Richter that “he forever changed the way I hear music.” The celebrated neoclassical composer broke through with The Blue Notebooks, an album released in the wake of the Iraq war that is “painfully appropriate again”, and created an eight-hour lullaby with Sleep. Now, the man who turns pain into comfort is presenting his new album In a Landscape at Bozar.
Het Brusselse trio Schroothoop demonstreerde de voorbije jaren al hoe je uit afval heerlijke ‘junkjazz’ kan puren. Kin’Gongolo Kiniata doet iets soortgelijks, maar voert het tempo op. De experimentele rumbarock van dit Congolese kwintet van upcyclers met een voorliefde voor zelfgemaakte percussie- en snaarinstrumenten staat garant voor een zinderend feestje. Voor en na de show dagen dj’s SebCat en Laryssa Kim je dansbenen verder uit.
Merope is het muzikale huwelijk tussen de Belgische klankkunstenaar Bert Cools en de Litouwse muzikante en zangeres Indrė Jurgelevičiūtė. Op hun nieuwe album Vėjula (wat zoveel betekent als ‘wind’ of ‘bries’) bouwt het duo ijle, ambientachtige composities rond de kanklės, een traditioneel Baltisch snaarinstrument. Een van de gasten op hun plaat is de Amerikaanse multi-instrumentalist en Arooj Aftab-vertrouweling Shahzad Ismaily, die er ook bij zal zijn in Bozar.
MEROPE + SHAHZAD ISMAILY 1/12, Bozar, bozar.be
Stoer genoeg
De Botanique is bijzonder bedrijvig dit najaar, want met Tough Enough zet de concertorganisator alweer een nieuw (mini)festival op poten. De affiche is duidelijk: met namen als Fifty Foot Combo, Giant Sand, Pokey LaFarge, Chuck Prophet en The Dad Horse Experience worden vooral fans van stoere americana, country en rock(abilly) aangesproken. Wij kijken het hardst uit naar Tuff Guac, het garagepopalias van Rafael Valles Hilario. (TZ) TOUGH ENOUGH 29 & 30/11, Botanique, toughenough.be
Stil leven
De 27-jarige Kayoon Anderson werd geboren in Seoul en groeide op in Zuid-Korea en het Verenigd Koninkrijk. In haar eerste solo bij EDJI stelt ze een reeks nieuwe, ‘stille’ doeken voor die van op het snijpunt van middeleeuwse Europese schilderkunst en Koreaanse munbangdo-stillevens thema’s als moederschap, herinneringen en identiteit verkennen. Tegelijk een warme ode aan haar Koreaanse moeder en grootmoeder, én een gloedvol verlangen naar de toekomst.
KAYOON ANDERSON: ECHOES OF HOME 4/12 > 22/1, EDJI Gallery, edjigallery.com
Ongrijpbaar
Beige heeft zich in drie jaar tijd met intieme expo’s van onder meer Heidi Voet, Béatrice Balcou, Oriol Vilanova en Meggy Rustamova subtiel een weg naar het hart gebaand. Die subtiliteit tekent ook A soft green glow in the evening red, dat het werk van de Portugese textielkunstenares Maria Appleton en de ongrijpbare en onevenaarbare Brusselse Ann Veronica Janssens bij elkaar brengt.
MARIA APPLETON & ANN VERONICA JANSSENS: A SOFT GREEN GLOW IN THE EVENING RED 29/11 > 25/1, Beige, beige.brussels
Say cheese
Met Pop Up celebreert kunstencentrum Contretype op grootse wijze de fotografische scene die ze elke kleine dag ondersteunt. Behalve voor workshops en een beurs kan je er van 5 tot en met 15 december terecht voor een expo, waar je de foto’s van magistrale makers als Max Pinckers, Chrystel Mukeba, Sébastien Van Malleghem, Renée Lorie en Katherine Longly kan bewonderen én (voor een zachte prijs) kopen. (KS)
POP UP 5 > 15/12: exposition/flash sale + 7 & 8/12: photobook fair, Contretype, contretype.org
Ode aan de mitraillette
Cinemamed, het drukbezochte Festival Cinéma Méditerranéen de Bruxelles, opent dit jaar met een ode aan de mitraillette. Of toch met een stadsfilm die start met een ode aan het in Brussel bedachte straatgerecht, geregisseerd door schrijver en tv-persoonlijkheid Ish Ait Hamou en acteur Monir Ait Hamou. De titel verraadt waar het de twee broers voor een groot deel om te doen is: BXL. Het Nederlandstalige onderwijs komt er beter uit dan de politie.
Twee jonge vrouwen zijn samen op pad om zieltjes te winnen voor de mormoonse Church of Latter-day Saints. Worden de bekeerders eindelijk eens binnengelaten en op taart getrakteerd door iemand met een grote theologische kennis en interesse, blijkt het een mansplainer te zijn. En zelfs nog iets ergers. Maar dat moet je zelf ontdekken in deze gehypete horrorfilm, waarin Hugh Grant met brio zijn duivels ontbindt.
HERETIC US, dir.: Scott Beck, Bryan Woods, act.: Hugh Grant, Sophie Thatcher, Chloe East
Polynesische prinses
Acht jaar geleden breidde Disney haar illustere collectie prinsessen niet uit met een zingende schone die wacht op een kus of een glazen muiltje van een prins, maar met ene Vaiana, dochter van het stamhoofd van een Polynesisch eiland en gezegend met een onblusbaar verlangen naar zeeavonturen en wereldexploratie. Het duurde even voor volwassenen doorhadden hoe gek kinderen op haar waren. Een tweede avontuur moet dat goedmaken. (NR)
VAIANA 2 US, dir.: David G. Derrick Jr.
BXL
Kayoon Anderson: Echoes of home
Kin’Gongolo Kiniata
Klein onderhoud
Dirigent George Jackson eert de klassieke componist in Moondog
‘De blinde busker die niet in een hokje past’
Brussels Philharmonic duikt met dirigent George Jackson in Moondog, de symfonische cultplaat uit 1969 van de gelijknamige straatmuzikant en dichter. Getooid met zijn vikinghelm speelde die de tegels uit het trottoir op de hoek van 6th Avenue en West 54th Street in Manhattan. In het kloppende culturele hart van de stad, op een steenworp van Carnegie Hall, het MoMA, het New York City Center en Radio City Music Hall, performde hij op zelfgemaakte percussie-instrumenten en verkocht hij zijn teksten aan passanten.
Een soort van zonderling, met andere woorden, die je niet meteen in een klassieke concertzaal zou verwachten. “Daar vergis je je,” reageert dirigent George Jackson resoluut. “Moondog ging niet zomaar naar de repetities van het New York Philharmonic, hij deed dat op uitnodiging. Daar heeft hij geleerd hoe het orkest in elkaar zit en hoe je met die kleuren kan componeren. Dat hoor je fantastisch op deze plaat.”
En inderdaad, Moondogs connecties met de klassiekemuzieksector en de Amerikaanse avantgarde zijn sterker dan je zou vermoeden. Dirigent Arturo Toscanini getuigde naar aanleiding van een rechtszaak dat Moondog een serieuze componist was, Steve Reich en Philip Glass noemen hem als een van hun belangrijkste voorbeelden. “Volgens mij doet Moondog precies hetzelfde als die minimalisten. Alleen niet in het conservatorium, maar op een straathoek. Je vindt bij hem een soortgelijke fascinatie voor het verleden, voor de muziek uit de renaissance. En hij had een tomeloos respect voor een figuur als Johann Sebastian Bach, die hij zag als een ware revolutionair.”
Ondanks dat traditionele fundament is ’s mans muziek allesbehalve vanzelfsprekend voer voor een symfonisch orkest. “Heel weinig van zijn muziek is genoteerd, en bepaalde stukken dan ook nog eens in braille, omdat hij vanaf zijn zestiende blind was. Als klassieke musici zijn we zo gewoon geraakt aan een partituur dat het een fijne uitdaging is om dat los te kunnen laten. Het is een manier om andere werelden te ontdekken. Dat is misschien wel de belangrijkste les die Moondog ons kan leren. We leven in een wereld waar je als muzikant zo snel getypecast wordt. Terwijl hij net niet in een hokje te plaatsen is. Ik hoop dat ook wij die dwangbuizen kunnen vermijden.”
JASPER CROONEN
Moondog wordt op 29/11 in Flagey geëerd met een resem activiteiten., waaronder een double bill van Brussels Philharmonic en Ill Considered, flagey.be
Select Aanraders van de week
PodiumKlassiekLiteratuur
Leo en Kate
Vijftien jaar geleden vertolkten Leonardo DiCaprio en Kate Winslet het koppel Frank en April Wheeler in de verfilming van Richard Yates’ succesroman Revolutionary Road uit 1961. Nu spelen de jonge acteertalenten Flor Van Severen en Ivana Noa deze frisse geliefden die nog hopen op een enigszins avontuurlijk leven, terwijl gevestigde waarden Jolente De Keersmaeker en Robby Cleiren die andere realiteit van een conservatief burgerleven belichamen.
STAN & DE ROOVERS: REVOLUTIONARY ROAD 5/12, CC Strombeek, kaaitheater.be
Over grenzen
Anemone Valcke is niet alleen actrice in films als Cool Abdoul en Offline, en tv-reeksen als De twaalf en Putain, ze is ook theatermaker, en een Brusselse bovendien. Zij en haar net zo veelgeprezen collega Verona Verbakel (Twee zomers, Undercover) maakten met Het ego een zoekende, confronterende en betrokken voorstelling rond geïnternaliseerde misogynie en grensoverschrijdend gedrag. Ook in het theater.
Globe Aroma is een artistieke werkplek voor mensen die internationale bescherming nodig hebben, zoals vluchtelingen, asielzoekers en ballingen. Tijdens verhalenfestival Sea Is for Story, Tea Is for Telling is ook het publiek uitgenodigd voor een programma met verhalende theesessies, performances, workshops, apero’s en andere vormen van storytelling, van speelgoedverhalen over dagboekstukken tot dumplingverhalen. (MB)
SEA IS FOR STORY, TEA IS FOR TELLING 6 & 7/12, Kaaistudio’s & Globe Aroma, kaaitheater.be
Ingmar in de opera
Fanny och Alexander, de beklijvende (en beklemmende) autobiografische zwanenzang van de Zweedse toneel- en filmmaker Ingmar Bergman krijgt in Brussel een operavertaling. Componist Mikael Karlsson verklankt het verhaal vol leugens en valse percepties, Ivo van Hove tekent na onder meer Scènes uit een huwelijk en Persona opnieuw voor een Bergman-regie. Eén ding is zeker: in De Munt geurt kerst dit jaar naar kanelbullar
FANNY AND ALEXANDER 1 > 19/12, De Munt, lamonnaiedemunt.be
Hartstochtelijke muziek
De enorme Henry Le Boeuf-zaal inpakken met een intiem kamermuziekprogramma? Laat dat maar aan stervioliste Janine Jansen over. Aan de zijde van pianist Denis Kozhukhin strijkt ze door vier passionele parels van de hoogromantiek. Hoe kan het ook anders, met de befaamde liefdesdriehoek tussen Robert Schumann, Clara Wieck en Johannes Brahms als karmozijnrode draad door het programma.
Vergeet ‘Baila’, ‘Volare’ of, godbetert, ‘That’s amore’, de Italië-reis van de studenten van de Koningin Elisabeth Muziekkapel in Waterloo blijft niet hangen in spaghettiklassiekers. Tijdens hun jaarlijkse festival in Flagey staat de volgende generatie stermusici te trappelen om haar kunnen te tonen, op de noten van Vivaldi, Scarlatti, Berio en Pergolesi. Met als slotakkoord – dan toch een hitje – Respighi’s Pini di Roma (JC) MUSIC CHAPEL FESTIVAL 2024 4 > 7/12, Flagey, flagey.be
Lichaamstaal
In 2019 stampte de Eritrees-EthiopischBrits-Brusselse schrijver Sulaiman Addonia het Asmara Addis Literary Festival In Exile uit de grond met als doel de rijkdom en diversiteit van Europese artiesten met een internationale achtergrond te belichten vanuit pan-Afrikaanse en feministische waarden. Dit jaar onderneemt het festival samen met onder meer Fatena Al-Ghorra, Alara Adilow en Samy Meziani een avontuurlijke tocht langs de talen van het lichaam.
ASMARA ADDIS LITERARY FESTIVAL IN EXILE 29 & 30/11, Den Teirling, asmaraaddisfestivalinexile.com
Roba in retrospect
In de winter van 1959 verscheen de eerste Bollie & Billie-gagstrip van de toen 29-jarige Brusselaar Jean Roba in het tijdschrift Robbedoes. 65 jaar later is de populaire, grappige en warmbloedige reeks over het ondeugende jongetje Bollie en zijn cockerspaniël Billie het voorwerp van een retrospectieve bij Huberty & Breyne, de eerste in Brussel. Puur jeugdsentiment in een honderdtal originele platen.
JEAN ROBA: RÉTROSPECTIVE BOULE & BILL 29/11 > 25/1, Huberty & Breyne, hubertybreyne.com
Licht in de duisternis
We zijn er niet rouwig om: François Schuitens afscheid van de strip stond blijkbaar toch geen nieuwe aflevering in de illustere reeks De duistere steden in de weg. Bij Champaka worden de originelen uit Le retour du Capitaine Nemo getoond, op het Poelaertplein doemt op 29/11 de Nauti-poulpe uit het boek op, voor de sculptuur in 2025 haar rustplaats vindt in Jules Vernes Amiens. (KS) FRANÇOIS SCHUITEN: LE RETOUR DU CAPITAINE NEMO / LE NAUTI-POULPE 30/11 > 28/12, Galerie Champaka, galeriechampaka.com
Asmara Addis Literary Festival In Exile
Fanny and Alexander
STAN & de Roovers: Revolutionary Road
Kamerenboslaan
In het buurtadresje Babam vertaalt chef Thibaut van Outryve zorgethiek naar een restaurantsetting. Wanneer eten écht goeddoet.
Het zijn de kleine dingen die het verschil maken. In de tijdspanne van een lunch bij Babam zorgen die kleine dingen vier keer voor een aangename verrassing. Het begint al bij de lichthouten stoel, het soort tweedehandsmeubel waarop je normaal ongemakkelijk heen en weer draait, maar dat hier dankzij een wollig kussen zo comfortabel is dat je wilt blijven zitten. En dan is er het stoffen servet, stijlvol bijeengehouden door een leren bandje. Er is het brood, geserveerd met een huisgemaakte boter waarin citroen en peper zijn verwerkt. En tot slot is er de bediening: als het niet de zeer attente jonge serveerster is die de gerechten aan tafel brengt, dan wel
Celebrating Moondog
5x2 tickets, Flagey, 29/11
Brussels Philharmonic en Ill Considered huldigen met een double bill de unieke straatmuzikant en dichter. Mail ‘Moondog’
Thibaut van Outryve zelf, de chef die zijn sporen verdiende bij Mallory Gabsi in Parijs en het voormalige Sea Grill van Yves Mattagne.
Het interieur van Babam straalt lichtheid uit – midden november toch een uitdaging – en houdt het midden tussen een chalet, een cottage en een strandhuis. Hout voert de boventoon. Het beperkte lunchmenu en kleine personeelsbestand –enkel de serveerster en de chef – wijzen op een voorzichtige aanpak. Dat is begrijpelijk in het kielzog van de coronapandemie. Maar het betekent ook dat alles perfect moet zijn.
De driegangenlunch (32 euro) bood keuze uit twee voorgerechten en twee hoofdgerechten. Wij opteerden voor de twee stukken gekonfijte prei met een smaakvol en fijngehakt mimosa-ei. De
Les femmes au balcon
5x2 tickets, Cinema Palace, 4/12
Onlangs kroop Noémie Merlant in de nieuwe huid van Emmanuelle, nu acteert ze in haar eigen komedie. Mail ‘Femmes’
Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be
groenten, bestrooid met knapperige zaadjes, waren overgoten met een groene jus en een mayonaise met zwarte knoflook. Het geheel, verfraaid met verse kruiden, was een streling voor de tong.
Het hoofdgerecht, de vis van de dag, getuigde van een uitstekend gevoel voor compositie: zure bloemkoolpickles en knapperige paksoi in combinatie met een romige, bijna vanilleachtige visfumet. De koolvis voegde een welkome zilte toets toe, al had het vlees wat steviger gemogen. Dat enige puntje van kritiek vergaten we snel dankzij de clementinemoelleux, een gewaagd dessert dat speelde met de zuurheid van yoghurt en de bitterheid van met hibiscus doordrenkte citrusvruchten, opgefrist met muntblaadjes.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
Armour
5x2 tickets, Les Halles, 5/12
Arno Ferrera, Charlie Hession en Gilles Polet counteren met hun performance toxische mannelijkheid. Mail ‘Armour’
Eat & Drink
Ter
25, Watermaal-Bosvoorde, babam.be
Babam ••••
De vijf inzichten
David Bovée
‘Doe
alles weg en vertrek’
Think of One is altijd tuk geweest op Marokkaanse muziekinvloeden. Ter ere van zestig jaar Marokkaanse migratie viert de band rond wereldburger David Bovée die fascinatie op het Habibi Connection-concert in de KVS. Hier zwerft Bovée enkele inzichten bij elkaar.
door Michaël Bellon
Zwerf
Als jij zegt: “de volgende straat rechts”, dan kies ik daarna de volgende naar links, en dan kies jij rechtdoor, en dan ik ook, en dan is het weer aan jou. Op die manier heb ik al geweldige buurten ontdekt. Al bedenk ik me nu wel dat deze manier van exploreren vooral in steden werkt.
Overdenk niet
Een liedje waaraan ik te lang sleutel, is zelden een groot lichtpunt op de setlist. Maar om spontane ingevingen te mogen hebben die wél echt iets worden, moet ik vaak blijven sleutelen aan mindere ideeën en probeersels. Soms lijkt al die moeite op een offer aan de godin van de muziek. Zij zal je ook belonen.
Wees consistent
Ik ben geen consistente gitarist of zanger, maar wel een echte liedjesmaker. Elke dag schrijf ik wel een zin of een raar ritme op, met de straat als inspiratiebron. Ideaal is een luidspreker die in de verte een signaal geeft, waarna de wind dat signaal vervormt. Soms hoor ik daar iets in wat er hopelijk nog niet in zat. Want anders is het natuurlijk gewoon plagiaat.
“Não inventa”
Een oude sambazanger vertelde me dat ooit in verband met liedjesteksten: ‘niks uitvinden.’ Alles is al eens gedaan, maar als je het zelf hebt beleefd, is het echt, en als het echt is, zal je luisteraar dat voelen. Dus laat wat je allemaal beleeft gewoon een beetje rijmen. En als er niks komt, leef dan wat meer.
Emigreer
Het is me ooit één keer gelukt om alles weg te doen en gewoon te vertrekken. Ik vond dat mijn caravan en mijn mobilhome mijn ‘vrijheidsmachines’ waren, maar ik was toch slaaf geworden van de aluminiumplaten, de isomo en het hout. Dus deed ik alles weg en vertrok naar São Paulo. In de vier jaar dat ik weer in België woon, heb ik opnieuw veel brol bijeengesprokkeld ... “Time to move again,” zegt een stemmetje in mijn hoofd.
Het Habibi Connection-concert, met optredens van Think of One, Laïla Amezian, B’net Chaabi en Kabareh Cheikhats, sluit op 5/12 het Chaabi Habibi Festival af in de KVS BOL, abconcerts.be
“ Dankzij de Europese Unie kan ik op school altijd online. Een enorme troef voor onze digitale generatie.”