BRUZZ editie 1930 (09-04-2025)

Page 1


Tine Suykerbuyk en Phara de Aguirre over jeugdrechters en armoede

Brussel als potentieel doelwit van Russische aanvallen

Brasserieën creatief met ingrediënten om prijs te drukken

GIGI MAX

‘Pornoseks

is geen goede seks’

BRUSSELSE PORNOACTRICE

WINT SECTORPRIJS

Marathon Maak medische screening voor deelnemers verplicht

Zo’n 13.000 lopers nemen zondag deel aan het EK marathon, dat start aan het Koninklijk Paleis en 42,195 kilometer verder eindigt in de straten van studentenstad Leuven.

Een dikke maand later lopen 50.000 sportievelingen de 20 km door Brussel, startend en eindigend onder de Triomfboog van het Jubelpark.

Ergens blijft het verwonderlijk, dat massale enthousiasme voor wat feitelijk een heel banaal gegeven blijft: lopen, liefst in een bepaald tempo. Eenvoudiger kan niet. En toch zegt dat succes iets fundamenteels over de moderne mens, die zichzelf kennelijk wil uittesten, overstijgen, en transformeren naar een betere versie van zichzelf.

Niet onder de indruk van zijn (fysieke en mentale) beperkingen. Die overmoed komt soms met een prijs. Dat bleek afgelopen zaterdag ook tijdens de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen, waar twee deelnemers het leven lieten door onder meer hartproblemen.

verplicht een attest moeten indienen met de resultaten van een medische screening. Wie een hoog risico tot hartfalen vertoont, mag niet meedoen. Een hard oordeel misschien, maar perfect te verantwoorden.

Sommige mensen moeten nu eenmaal tegen zichzelf beschermd worden, ook in een context waarin sporten gezien wordt als de ultieme uiting van een gezonde levensstijl. Meer nog: net die koppeling veroorzaakt mogelijk een soort cognitieve dissonantie bij veel deelnemers, maar zo werkt het menselijke lichaam niet. Als dat hapert, stopt het.

“Wie een hoog risico tot hartfalen vertoont, mag niet meedoen aan lastige loopwedstrijden. Zo simpel”

Een derde moest onder het mes als gevolg van een vernauwde kransslagader, die het niet langer aankon door de intense inspanningen op de Eikenberg.

Het zet de discussie op scherp: hoe gezond zijn eigenlijk al die massasportevenementen, los nog van de spierverrekkingen en omgeslagen enkels, en mag iedereen zomaar meedoen? Vooral die laatste vraag ligt gevoelig, omdat het over vrijheid en beperkingen gaat.

Een aantal artsen pleit niettemin om te evolueren naar buitenlands model, waarbij deelnemers in sommige wedstrijden vooraf

Valt een verplichte screening ook af te dwingen? Overheden zouden het simpelweg kunnen eisen als voorwaarde om de wedstrijden te laten plaatsvinden op hun grondgebied. Voor wat, hoort wat. Overigens levert die grootschalige preventieoefening op langere termijn een samenleving een groot voordeel op: het helpt in het vroegtijdig opsporen en remediëren van ziektes. Wat altijd minder kost dan dure ingrepen betalen wanneer het effectief fout loopt.

Maar qua statement ware het nog beter mochten de organisatoren zelf met het idee afkomen, proactief, niet langer wachtend op nog meer slachtoffers. Het zou getuigen van een eerlijke intentie: dat het eerste doel toch vooral recreatief van aard is. Mensen een fijne tijd geven, en het aantal inschrijvingen (en dito recordinkomsten) minder belangrijk vinden.

Bij sport zijn de moeilijkste meters vaak die van de zetel naar de voordeur. Laat het voor die enkelingen die zichzelf (medisch en conditioneel) overschatten tijdens het EK of de 20 km niet meteen de laatste zijn.

Maarten Goethals Coördinator magazine. In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.

Lees meer In Sporting Flagey zoekt BRUZZ elke week een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld, p.28

adressen:

RWDM staat op een zucht van promotie naar de hoogste voetbalklasse.

OP DE COVER

32Interview Brusselse pornoactrice Gigi Max wint sectorprijs

ACTUALITEIT

03Vooraan ‘Maak medische screening verplicht’

06Het gesprek Jeugdrechter Tine Suykerbuyk en journaliste Phara de Aguirre over Mijn jeugdrechter

12Fenomeen van de week Platform Better koppelt bedrijven en goede doelen

13Cartoon Kim Duchateau

14Opinie ’Maak van het Noordplein een ontmoetingsplaats voor politiek debat’

COLOFON

15Debatteer mee Voel jij je veilig in het Brusselse nachtleven?

16Geopolitiek Is Brussel een doelwit voor Russische aanvallen?

VERHALEN

24Horeca Brasserieën tonen zich creatief in tijden van crisis

ELKE WEEK

10In beeld Emiel Viellefont: 25 Joêr Gardevils

14 Stadsleven Merci

23Botanisch Brussel

Natuurboomgaard in Laarbeekbos krijgt opfrisbeurt

28 Sporting Flagey ‘Alles met wieltjes is welkom’

29Big City Waarom was er ooit een Schaarbeekse school in Blankenberge?

29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?

30Hang-out Eléonore

36Column Tussen godin en dikke koe

SELECT

37 Filmmaker Mathijs Poppe slaat een brug tussen Jette en Shatila

41 Klein onderhoud Ilyas Mettioui

43Eat & Drink Fish Tank

44Inzichten Lubiana

BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Uma Barrea, Michaël Bellon, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Astrid De Bois, Emilia De Feyter, Andy Furniere, Michiel Leen, Tom Peeters, Niels Ruëll, Kevin Van den Panhuyzen, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.

BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

‘De maatschappij wordt niet echt vredelievender’

De een werkt al vijftien jaar als Brusselse jeugdrechter, de ander al dertig jaar als reportagemaker voor VRT. Voor de Canvas-reeks Mijn jeugdrechter ontmoeten Tine Suykerbuyk en Phara de Aguirre elkaar rond het verhaal van drie Brusselse kinderen. “Er is in Brussel een hele generatie kinderen die het erg goed doet, hoewel ze het allesbehalve gemakkelijk hebben.”

door Eva Christiaens foto’s Saskia Vanderstichele

Tine Suykerbuyk en Phara de Aguirre hebben elkaar kort geleden nog gezien, maar met het weerzien volgt al snel een warme knuffel. De opnames voor het VRT Canvas-programma Mijn jeugdrechter vonden vorig jaar plaats, de uitzending van Suykerbuyks aflevering over Brussel vorige week. “Ik heb hem al online bekeken, onze beroemdheid,” lacht een Franstalige collega van haar in de rechtbank. “Misschien moeten we de reeks maar verkopen aan RTBF,” glundert De Aguirre.

Buiten de hoofdstad ging de VRT-journaliste filmen in de jeugdrechtbanken van Gent, Antwerpen, Turnhout en Mechelen.

“Door vijf verschillende verhalen te tonen, zie je dat bijna iedereen in aanraking kan komen met de jeugdrechter. Lang niet alleen probleemjongeren,” zegt De Aguirre. In de Brusselse aflevering keren de tweelingbroers Mathias en Levy terug naar hun vroegere jeugdrechter aan het Poelaertplein.

Suykerbuyk liet de jongens als zesjarigen uit huis plaatsen, samen met hun halfzus Raia. Wegens plaatsgebrek – toen al – kwamen ze in een jeugdvoorziening in Zelem terecht: ruim zestig kilometer van huis.

“Het verhaal is atypisch omdat we hen in Limburg hebben gevonden, maar het begint in Brussel. De kinderen waren thuis Franstalig, gingen naar een Nederlandstalige school en zijn opgegroeid als echte ketjes,” zegt De Aguirre. “Ik was zelf bijna een Brussels ketje,” laat ze later vallen. Haar ouders woonden voor haar geboorte een jaar in Etterbeek. “Het is er niet van gekomen omdat mijn moeder terug naar Aalst wou. Ergens ben ik daar jaloers op. Opgroeien in de grootstad is iets unieks.”

Toch vonden jullie niet zo makkelijk Brusselse jongeren om te getuigen in de reeks. Hoe komt dat?

PHARA DE AGUIRRE: We wilden sowieso een verhaal uit Brussel brengen. In 2017 maakte

ik een Pano-reportage over kinderen in de bijzondere jeugdzorg. Eén van hen, Roberto, kwam uit de Peterboswijk. Hij vertelde me dat hij nog elk jaar een koffie dronk met zijn oude jeugdrechter. Dat inspireerde me. Ik had na het Eén-programma De Notaris bovendien de feedback gekregen dat ik te weinig jongeren bereikte. Dat leek me evident met een notaris. Daarom ging ik op zoek naar een beroepsgroep die sowieso met jongeren werkt. En omdat we geen minderjarigen mogen filmen in de rechtbank, besloot ik meerderjarigen te laten terugkeren, net als Roberto.

TINE SUYKERBUYK: De getuigenissen zijn niet door ons aangebracht, want de meesten horen wij na hun achttiende niet meer. Veel ex-jongeren zien de jeugdrechtbank als een afgesloten hoofdstuk. Dat is niet onlogisch: wie afzwaait van het middelbaar, zoekt ook niet zo vaak meer contact met een oud-leerkracht. Anderen wilden niet getuigen om geen oude koeien uit de sloot te halen.

Jeugdrechter Tine Suykerbuyk (links) en journaliste Phara de Aguirre werkten samen voor de Canvas-reeks ‘Mijn jeugdrechter’.
“Er leven nog altijd geweldige clichés over wie onder toezicht heeft gestaan van de jeugdrechter. Terwijl de meesten niets hebben misdaan”

de Aguirre

VRT-journaliste

verdient wanneer hij buiten de paadjes loopt. Dat soort verhalen vind je evengoed in Brussel.

SUYKERBUYK: In sommige culturen leeft meer hiërarchie dan bij ons. Wij zetten kinderen doorgaans op een pedestal en geven hen meer inspraak dan andere culturen. Dan is het zaak om een evenwicht te zoeken tussen erkennen dat die verschillen er nu eenmaal zijn – zonder onze eigen pedagogische waarden te verloochenen. Fysieke straffen, zelfs een pedagogische tik, kunnen in België niet.

Hoort u zo’n culturele of sociale argumenten ook op stadsniveau? Met oudejaarsavond gold in Anderlecht een avondklok voor jongeren om rellen te voorkomen. Moeders uit de wijk noemen dat nog altijd stigmatiserend. Zij vragen meer aandacht voor scholen, betaalbare woningen en groen.

SUYKERBUYK: Het gebrek aan deftige huisvesting en openbare ruimte is zeker niet bevorderlijk voor opgroeiende kinderen, maar ouders blijven wel een verantwoordelijkheid dragen. Ik ben soms bang dat verklaringen als excuus gebruikt worden voor baldadig gedrag. DE AGUIRRE: Een gebrek aan groen is geen reden om auto’s in brand te steken. Ik woon niet in Brussel, maar van buitenaf lijkt het op den duur een spel. Avondklok of niet, die jongeren komen toch buiten om auto’s in brand te steken. Hoe doorbreek je dat? Ik weet dat niet.

SUYKERBUYK: Ik ook niet. Ik weet wel dat ontzettend veel kinderen in Brussel een ongelofelijke veerkracht hebben. Zéker in gezinnen die het op alle fronten moeilijk hebben. Zij zeuren niet, helpen mee in het huishouden, maken hun huiswerk op een kamertje van drie keer niets en zoeken oplossingen. Ze gaan desnoods studeren in de bieb. Het stoort me dus een beetje als er alleen maar gefocust wordt op kleine woningen, bijvoorbeeld. Er is in Brussel

een hele generatie kinderen die het ontzettend goed doet, hoewel ze het allesbehalve gemakkelijk hebben.

Staan sommige problematieken bij de jeugd niet los van de ouders? Internationaal groeit de bezorgdheid over de manosphere bij tienerjongens.

DE AGUIRRE: (Veert op) Het verhaal van Adolescence. Wat in die reeks onthuld wordt over hoe jongeren denken, was voor mij compleet nieuw. Dat maar twintig procent van de mannen interessant zou zijn voor tachtig procent van de vrouwen, alsof vrouwen de macht hebben en een heleboel jongens nooit in aanmerking zullen komen voor een relatie? En die emoji’s, met een rode pil en blauwe pil? Ik kende dat niet.

SUYKERBUYK: Het is een wereld die we onvoldoende kennen. Jongeren groeien op in een maatschappij die ontzettend complex is geworden en ook niet vredelievender. Zij pikken die signalen op. Nu, zo erg als in andere landen is het nog niet. We zien regelmatig gewelddelicten, ook seksuele misdrijven, en af en toe radicalisering, maar ik merk de manosphere eerlijk gezegd niet in de rechtbank. Ik veronderstel dat opvoeders in de voorzieningen sneller bepaalde signalen opvangen dan wij. Zij staan dichter bij de jongeren.

Hoe zit het vandaag met het plaatstekort in de Brusselse opvangvoorzieningen?

SUYKERBUYK: Dramatisch, zowel voor de kleintjes als oudere kinderen. En dan heb ik het niet over kinderen die feiten hebben gepleegd, maar over diegenen die thuis in écht onveilige situaties opgroeien. (Nadrukkelijk) Ik heb kindjes vorig jaar bij vonnis geplaatst, waar thuis de basisnoden niet vervuld zijn, en waar ik nog altijd geen plaats voor heb. Zij zijn al die tijd thuis gebleven. Het is een schande.

Is daar een oplossing voor op Brussels niveau?

SUYKERBUYK: Brussel sukkelt met een historische achterstand en een gebrek aan opvoeders. Vergelijk het met het lerarentekort: het is boeiend, maar effectief niet makkelijk om in de grootstad te werken als begeleider. Veel mensen worstelen met de taalproblematiek, diversiteit en het onveiligheidsgevoel. En in theorie mogen wij Nederlandstalige kinderen wel doorverwijzen naar Franstalige instellingen, maar ook daar hebben ze te weinig bedden. Het zou geen slechte zaak zijn om Brusselse jeugdvoorzieningen op te richten, zoals de bicommunautaire rusthuizen.

DE AGUIRRE: Ik herinner me plots een zwaar feit van jaren geleden. Nederlandstalige jongeren hadden een betonblok op een trein gegooid in Brussel (in 1996, red.). Zij zijn wél in een Franstalige instelling geplaatst. Een stad kan een deel van de zorg maar opvangen met de inzet van heel veel mensen, op heel veel plaatsen.

SUYKERBUYK: Dat gebeurt al. Denk aan huiswerkbegeleiding of een buurvrouw die de kinderen ’s ochtends naar school brengt. Maar die buurvrouw moet er wel zijn en heeft dikwijls een eigen gezin. Je kan mensen niet overvragen. We hebben het vaak over vermaatschappelijking van de zorg, maar zo’n netwerk in kaart brengen, is zeer tijdsintensief.

‘CERTAINS JEUNES S’EN SORTENT TRÈS BIEN’

FR L’une travaille depuis 15 ans comme juge de la jeunesse à Bruxelles, l’autre depuis 30 ans comme journaliste à la VRT. Tine Suykerbuyk et Phara de Aguirre s’associent pour la série Canvas Mijn Jeugdrechter, qui suit trois jeunes Bruxellois : Raia, Mathias et Levy. « On ne parle pas assez des jeunes qui s’en sortent bien. »

‘SOME YOUNG PEOPLE DO INCREDIBLY WELL’

EN Tine Suykerbuyk has been a judge in Brussels’ juvenile court for 15 years, Phara de Aguirre has been a reporter at VRT for 30 years. For the VRT CANVAS series Mijn Jeugdrechter, they teamed up to tell the story of three Brussels youngsters: Raia, Mathias, and Levy. “We so rarely hear about the young people who do incredibly well.”

In beeld door Emiel Viellefont

25 Joêr Gardevils

De beschermers van de Meyboom (of Vreugdeboom) van Brussel vierden afgelopen zaterdag hun 25ste verjaardag. Ze droegen blauwe laboratoriumjassen over witte hemden, zwarte broeken en hoge hoeden, en kwamen samen in hun stamcafé Café Au Saint d’Hic aan het Rouppeplein. Later trok de stoet met een fanfare en veel vreugde door de stad tot op

de Grote Markt. Het planten van de Meyboom gaat terug tot 1213, toen de Brusselaars hun overwinning op de Leuvenaars herdachten. De Gardevils zijn een groep binnen de grote Meyboom-familie, ontstaan na een poging tot diefstal van de boom, 25 jaar geleden. De boom wordt nog steeds jaarlijks op 9 augustus geplant. UB

procent van hun gift aan het platform. Bij bedrijven ziet de factuur er wat anders uit. “Stel dat je aan honderd medewerkers elk een sociale cadeaucheque van 30 euro wil geven, dan vragen we boven op die 3.000 euro nog twee euro per persoon en verwerkingskosten van 200 euro.”

Met enkele tientallen bedrijven als klant draait Better, dat behalve de twee oprichters één medewerker heeft, nog lang niet break-even. “Dat moet lukken vanaf 3.000 werknemers per jaar,” zegt Logé, die dat streefcijfer begin 2026 wil bereiken.

Toekomstatelierdelavenir (TADA) is een van de organisaties die giften ontvangen via het platform. “Die bijdragen zijn nog niet zo groot, maar ze groeien wel snel,” zegt Isabelle Cammaert, die bij TADA voor de fondsenwerving instaat. “Ik zie wel een toekomst voor dit soort innovatieve donatiesystemen voor sociale doelen. Bij Colruyt kan je de punten die je verzamelt ook al aan een sociaal doel naar keuze schenken.”

Taak voor de overheid

goede doelen telt het platform Better, met daarbij ook Brusselse zoals TADA en Doucheflux

6.000

euro per maand aan giften brengt het goededoelenplatform Better vandaag op

Het hele Betterplatform wil op die manier filantropie naar een breder publiek brengen en gebruikt daarbij bedrijven als ingang. Is het wel een goed idee om de ondersteuning van sociale initiatieven vooral aan bedrijven toe te vertrouwen? Moet de overheid die sociale taken niet op zich nemen? Logé vindt van niet.

“Het is net gevaarlijk als je als organisatie helemaal van overheidssubsidies afhangt. Die kunnen geschrapt worden. En waarom zouden regeringen de enige moeten zijn die mogen beslissen over wie wél en wie geen geld krijgt? Overheden zijn trouwens vaak erg reactief in hun financiering, ze steunen minder vaak nieuwe initiatieven, maar halen de portemonnee pas boven als een organisatie al iets bewezen heeft.”

Opinie

‘Laat politici zich wekelijks verantwoorden tegenover de massa’

Maak van het Noordplein een moderne agora waar de Brusselse onderhandelaars wekelijks live in debat gaan met de kiezer. Dat zal pas druk zetten om snel een regering te vormen, schrijft Lucas Roefmans.

Lucas Roefmans

• 23 jaar

• Woont in Molenbeek

• Studeert Democratie en Innovatie

Meer dan negen maanden geleden ging Brussel naar de stembus. Voorlopig zonder veel resultaat. Het blijft wachten op een gewestregering. De onderhandelaars falen. Daarom pleit ik voor een radicaal idee: grijp deze crisis aan om de Brusselaar een centrale rol te geven in de besluitvorming en om de politici uit hun ivoren toren te trekken.

Hoe? Heel praktisch. Laten we het Noordplein omvormen tot een ontmoetingsplaats voor politiek debat, geïnspireerd op de agora uit het oude Griekenland – de bakermat van de democratie. De agora was het kloppende hart van de Atheense samenleving, waar mensen samenkwamen om wetten vorm te geven, politieke besluiten te nemen en zelfs recht te spreken. Het Noordplein, dat tegenwoordig een verweesde indruk maakt, maar door zijn openheid een ideale plek

Stadsleven Merci

door Karen De Becker

Helemaal terecht wordt er geklaagd dat niet alle spoeddiensten van de Brusselse ziekenhuizen tweetalig zijn. In zo’n moeilijke situatie is het hemeltergend dat je je taal niet kan spreken. Tot je zelf iemand op een intensivecaredienst moet bezoeken, in een vrijwel louter Franstalig ziekenhuis, en je de gemotiveerde, vriendelijke, gedreven en

lijkt voor het experiment, kan die traditie in een moderne context herintroduceren.

Concreet moeten de onderhandelaars wekelijks op het plein komen om te rapporteren over de geboekte voortgang en de genomen beslissingen. Iedereen is trouwens welkom: burgers, middenveldorganisaties, vakbonden, werkgeversorganisaties. Geen achterkamerpolitiek meer, maar openbare politiek,

transparantie en democratische verantwoording.

“Er is een totaal gebrek aan verantwoording bij een deel van de Brusselse politieke klasse”

bekommerde verpleegkundigen bezig ziet. Mensen die jouw naaste omringen met de allerbeste zorg.

Op een bord naast het bed staan enkele zinnen fonetisch uitgeschreven:

Plooi je benen = plooi ye béénen

Knijp in mijn hand = kneyp in meīn hant

De concrete agenda van die debatsessies zou vier fases doorlopen, beginnend met een inleidend gedeelte waarin politici op een podium hun standpunten kort toelichten. Vervolgens schuiven zij aan bij kleine discussiegroepen, waar de aanwezigen samen de regeringsonderhandelingen onder de loep nemen en concrete voorstellen formuleren om de impasse te doorbreken.

De volgende fase is een ‘plenaire presentatie’ waarbij elke groep haar aanbevelingen presenteert, waarna de politici reageren op de voorstellen en zowel in dialoog gaan met de deelnemers als andere politici. Tot slot volgt een stemronde: burgers

Doe je ogen open = dou ye oghene oopen Het is bang afwachten. Geen nieuws is in dit geval niet het equivalent van goed nieuws. Je ziet dezelfde verpleegkundigen terug, ze herkennen je. Tot een van hen zegt: “Ey kneyp.” Hij heeft in haar hand geknepen. Het gevaar is geweken. Ik kan haar wel doodknijpen van geluk. En uit dankbaarheid.

In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be

De indignados in Spanje in 2012. Burgers bezetten er toen

Geopolitiek Is Brussel voorbereid op Russische aanvallen?

Duiken er binnenkort Russische drones op boven Brussel? “Het is niet onmogelijk, al zijn cyberaanvallen waarschijnlijker, “ zegt oud-kolonel Roger Housen.

Doelwit Brussel

Het hoofdkwartier van de Navo, hoofdstad van Europa, de hoofdzetel van Euroclear. Redenen genoeg om in Brussel een doelwit te zien voor Russische aanvallen, van welke aard dan ook. Is de stad daarop voorbereid? “Hybride aanvallen in Brussel zijn erg waarschijnlijk.” door Kris Hendrickx

Water en voedsel, maar ook batterijen, medicijnen en toiletartikelen. De Europese Commissie wil dat alle EU-burgers genoeg voorraden in huis halen om 72 uur zelfredzaam te zijn, een ambitie die eurocommissaris Hadja Lahbib (MR) meteen illustreerde in een druk becommentarieerd filmpje. Het voorstel past in een bredere ‘paraatheidsstrategie’ die inspeelt op de Russische dreiging, maar bijvoorbeeld ook op groeiende klimaatrisico’s.

De strategie komt er terwijl Europese politici ons met de regelmaat van de klok waarschuwen dat Rusland niet enkel Oekraïne wil controleren. Daarna volgt Europa, met in eerste instantie de Baltische staten en Moldavië, is de teneur. Mogelijk met militaire acties, maar waarschijnlijker via nog meer hybride aanvallen en

ondermijning. Nu de VS zich altijd minder als bondgenoot opstelt, lijkt die dreiging ook steeds reëler.

Moeten we ons daar in Brussel zorgen om maken? Zijn we een doelwit en zo ja welk soort doelwit dan? “Voor alle duidelijkheid: Rusland zal geen raketten op de Grote Markt afvuren en er zullen geen tanks over de Adolphe Maxlaan rollen,” zegt oud-kolonel en militair expert Roger Housen. “Brussel is echt geen doelwit voor een klassieke militaire operatie.” Professor Tom Sauer (UAntwerpen) deelt die analyse. “Rusland heeft daar noch de middelen, noch de intentie voor. Het gaat er niet om Europa over te nemen, het wil vooral zijn veiligheidsbelangen beschermen.”

Vandaag is er geen luchtafweer om Brussel te beschermen, zelfs niet voor het politieke Navo-hoofdkwartier in Evere. Het is aan het gastland van internationale organisaties zoals de Navo, in dit geval

België, om dat soort maatregelen te nemen en niet aan het militaire bondgenootschap zelf. Maar is dat dan wel nodig als we een scenario met Russische raketten toch pure fictie is?

“Jein,” vindt Housen (ja en neen, red.).

“Een luchtaanval betekent niet per se een raket die helemaal uit Rusland komt vliegen. Het kunnen drones zijn die door andere organisaties worden gelanceerd met een paar kilo’s explosieven, al dan niet in opdracht van Rusland. Dat land schakelt voor hybride aanvallen graag lokale groepen in, die niet altijd beseffen dat ze in opdracht van Rusland werken: denk aan drugscriminelen, hell’s angels … Dat soort aanvallen is al wat waarschijnlijker. Je kan cruciale locaties daartegen beschermen met zogenoemde jammers die drones onbestuurbaar maken of met een soort hagelscherm dat er wordt op afgevuurd. Die technologie evolueert snel, het is een beetje

Het hoofdkwartier van de Navo in Brussel zou een doelwit van Russische aanvallen kunnen zijn.

“Met één Patriotsysteem zou je de grote zone rond Brussel kunnen beschermen”

Roger Housen

Oud-kolonel

stapjes, maar die zijn nog niet voldoende.”

In het geval dat we toch in een oorlogachtige crisis verzeilen, bestaan er dan plannen om daarmee om te gaan? “We hebben plannen voor verschillende noodsituaties, onder meer voor geopolitieke crisissen,” legt Laura Demullier van het Nationaal Crisiscentrum uit. “Al naargelang de ernst van de situatie ligt de coördinatie dan bij een hoger gezagsniveau. Voor Brussel is er zo een gemeentelijke, provinciale en federale fase, waarbij respectievelijk de burgemeester, de hoge ambtenaar of de federale regering het voortouw neemt.”

Elk zijn kalasjnikov

Het Crisiscentrum bestudeerde verschillende risico’s en beoordeelde ze op waarschijnlijkheid en impact. Hybride bedreigingen gelden zo bijvoorbeeld als zeer waarschijnlijk, maar de impact blijft al bij al klein. Bij een tekort aan brandstoffen is het net andersom: zeer onwaarschijnlijk, maar wel een grote impact.

Behalve de overheid kunnen ook burgers zich voorbereiden op dat soort crisissitua-

ties. In Zweden porde de regering zijn bewoners bijvoorbeeld onlangs om een voorraad lang houdbare voeding aan te leggen voor een hele week. En hier raadt het Nationaal Crisiscentrum al jaren aan om een noodpakket aan te leggen voor ernstige crisissen. De volledige lijst staat op de website van het Crisiscentrum en omvat onder meer water, een basisapotheek, een opwindbare zaklamp en een radio op

batterijen. En nu is er ook het 72-uur initiatief van de Europese Commissie.

Nils Duquet van het Vredesinstituut plaatst een kanttekening bij die aanzetten tot zelfredzaamheid. “De voorbereiding op een crisis mag niet enkel een ieder-voorzich-verhaal zijn. In een extreem geval gaat iedereen dan zijn eigen voedselvoorraden en zijn kalasjnikov zoeken. In de plaats daarvan moeten we ons meer als samenleving voorbereiden: hoe kan ik mijn buren helpen bij een crisis? Hoe kunnen we samen een generator of andere belangrijke hulpmiddelen delen? Zo’n aanpak is des te belangrijker, omdat Rusland met zijn acties net probeert om de samenhang in de maatschappij onderuit te halen.”

Het Nationaal Crisiscentrum wil in toekomst meer die richting uitgaan. “We gaan nog meer de nadruk leggen op hoe je je in verschillende soorten gemeenschappen kan voorbereiden op crisissen: met je school, je bedrijf, jeugdbeweging of buren bijvoorbeeld.” Als die crisis niet uitbreekt, levert zo’n voorbereiding nog altijd voordeel op: ze versterkt de sociale lijm in de samenleving.

Verschillende experts waarschuwen om niet zomaar in een oorlogsrethoriek te stappen. “De politieke focus ligt nu heel hard op defensie-uitgaven, we goochelen echt met miljarden,” merkt Duquet. “We investeren veel minder in diplomatie, we zouden bijvoorbeeld meer kunnen onderhandelen met landen die druk kunnen zetten op Rusland. De doorbraken tijdens de Koude Oorlog zijn er door diplomatie gekomen. Daarbij zou het helpen dat Europa met één stem leert spreken.” Professor Sauer zit op dezelfde golflengte. “De beste voorbereiding op oorlogsdreiging is vrede sluiten, dan koelt die bewapeningswedloop vanzelf af.”

BRUXELLES COMME CIBLE

FR Siège de l’OTAN, capitale de l’Europe, siège social d’Euroclear : Bruxelles se révèle une cible potentielle pour des attaques russes, quelle que soit leur nature. « Soyons clairs : la Russie ne va pas envoyer de missiles sur la Grand-Place ni de blindés sur le boulevard Adolphe Max », affirme Roger Housen, ancien colonel et expert militaire. « Mais des cyberattaques sont possibles. Nous devons avant tout protéger les infrastructures vitales. »

TARGET ON BRUSSELS

EN The NATO headquarters, the capital of Europe, and the Euroclear headquarters. There are plenty of reasons for Brussels to be a target for Russian attacks. “Russia is not going to fire missiles at the Grote Markt/Grande Place and there will be no tanks down Adolphe Maxlaan/Boulevard Adolphe Max,” former colonel and military expert Roger Housen says. “But cyberattacks are possible, and we need in particular to protect critical infrastructure.”

RWDM in laatste rechte lijn naar eerste klasse

Als RWDM vrijdag tegen

Lommel wint, dan stijgt de ploeg naar eerste klasse. De Molenbeekse club degradeerde vorig jaar na één jaar uit de hoogste voetbalklasse. “Dit voelt aan als een herkansing na een rampzalig seizoen.”

door Kevin Van den Panhuyzen

Mocht RWDM er tegen Lommel niet in slagen om de promotie naar eerste voetbalklasse te pakken, dan kan het nog altijd in de laatste, weliswaar aartsmoeilijke match gebeuren op verplaatsing tegen Zulte-Waregem. De Brusselse club heeft het helemaal in eigen handen en staat al met één been in 1A. Toch durven veel supporters dat nog niet met veel overtuiging uit te spreken.

“Uiteindelijk kan het nog altijd mislopen,” bevestigt diehard supporter Alain Meskens. “Niemand had verwacht dat RWDM zo snel opnieuw in eerste klasse zou komen en bij de meeste supporters heeft vorig seizoen, dat allesbehalve rooskleurig verliep, sporen nagelaten.”

Even terug naar 23/24. Aan het begin van vorig seizoen stond RWDM voor het eerst in 21 jaar weer in de hoogste voetbalklasse. Vol hoop om daar enkele jaren te blijven. In het midden van de zomer, op enkele dagen van de seizoensopener, werd coach Vincent Euvrard – hij had met RWDM de titel in 1B gepakt en was geliefd door de fans – plots opzijgezet.

In zijn plaats kwam Cláudio Caçapa, een pion van de Amerikaanse miljardair en RWDM-eigenaar (naast Olympique Lyon,

Botafogo en Crystal Palace) John Textor. Dat werd een totale flop. Op het veld kwam RWDM niet in de buurt van de concurrentie en het verloor dat seizoen maar liefst twintig keer. Er volgden nog twee trainerswissels, maar de degradatie was tegen het einde van het seizoen onafwendbaar.

Goesting

“Waarom het dit seizoen wel goed gaat? In één woord: goesting,” zegt Meskens. “Vorig seizoen was een mislukking op alle vlakken,” oordeelt RWDM-watcher Filip Van der Elst. “Er waren drie trainers en een spelersgroep van meer dan dertig man, met veel jongens van zusterclubs Botafogo en Lyon.”

Heel wat van die huurlingen zagen hun tijd in Molenbeek als een gedwongen passage en toonden weinig motivatie op de grasmat. Enkele RWDM-ultra’s voelden zich in het midden van het seizoen genoodzaakt om de training in Molenbeek te onderbreken en de spelers en trainer aan te spreken. “Het is hier geen Club Med,” klonk de boodschap toen tijdens een gesprek dat gefilmd werd en viraal ging.

“Het aantal huurspelers is nu veel beperkter. Er zijn twee spelers van Lyon en die liggen heel goed bij het publiek, want ze kunnen goed voetballen en hebben ook zin om te sjotten in Molenbeek,” zegt Van der Elst over Achraf Laâziri en Islamdine Halifa.

Niet alleen zij maken dit seizoen het verschil. De hele ploeg ziet er radicaal anders uit in vergelijking met de spelersgroep van vorig jaar. De Japanse middenvelder Shuto Abe is een van de weinige basisspelers die er toen al bij waren. “De club is dit seizoen van een wit blad vertrokken. Er blijven nog geen vijf spelers over van vorig seizoen, van wie twee à drie

in de basis. Normaal gebeurt een wederopbouw over enkele seizoenen heen, maar het gaat snel,” legt Van der Elst uit.

“Het is duidelijk dat Yannick Ferrera veel zeggenschap heeft gehad over het sportieve beleid en de samenstelling van de ploeg. Hij heeft heel wat intelligente keuzes gemaakt,” aldus de RWDM-watcher. “Als hij niet zo laat in het seizoen was aangesteld, had de

“De club is dit seizoen van een wit blad vertrokken. Er blijven nog geen vijf spelers over van vorig seizoen”
Filip Van der Elst RWDM-watcher

degradatie misschien vermeden kunnen worden.”

Bovendien heeft Ferrera in Molenbeek getoond dat hij over heel wat tactisch inzicht beschikt. Hij schakelt bij op de juiste manier op het juiste moment. “Hij heeft de ploeg al op verschillende manieren laten voetballen. Aan het begin van het seizoen zagen we frivool en dominant voetbal, maar toen dat minder opleverde, schakelde hij om naar zakelijker voetbal. Met succes,” legt Jeroen Roppe, voetbalcommentator bij DAZN, uit.

Het resultaat is dat RWDM al aan zeventien zeges zit dit seizoen, vaak met maar één doelpunt verschil. “Toen Ferrera coach was van Sint-Truiden viel het al op dat zijn ploeg met maar één goal verschil won. Maar hij weet goed genoeg hoe je met je ploeg van tweede naar eerste klasse kan stijgen. Dat deed hij tien jaar geleden al met Sint-Truiden.”

Topspits gezocht

Ferrera’s spits toen bij STVV was de Pools-Nederlandse Piotr Parzyszek en die draagt dit seizoen de kapiteinsband voor

RWDM. De 31-jarige aanvaller is in Molenbeek de voorlopige topschutter met niet meer dan negen doelpunten. “Waarvan zowat de helft via een penalty. RWDM staat dicht bij de titel zonder een echte topspits,” kadert Van der Elst. “Hij is erg sympathiek, maar ook een beetje een oud werkpaard dat niet gemaakt is voor de eerste klasse.”

“Parzyszek is een targetman die met de rug naar het doel heel belangrijk kan zijn,” zegt Roppe. “Die jongen toont niet het meest oogstrelende voetbal, maar zijn meerwaarde laat zich vooral in de kleedkamer voelen. Hij is een echte leidersfiguur.”

Tot nu toe lijkt de keuze voor de nummer negen helemaal niet zo gek. De spelersgroep hangt goed samen rond Parzyszek, letterlijk wanneer hij de groep aanmoedigt voor de wedstrijd, maar doorgaans ook in de negentig minuten die daarop volgen. Net zoals het vertrouwen dat Yannick Ferrera krijgt van clubvoorzitter John Textor tot nu toe heeft geloond.

Vorig seizoen leken de supporters – niet alleen die van de spionkop – Textors hoofd wel te willen. Hij werd verantwoordelijk gesteld voor alles wat fout liep in Molen-

beek. Die vijandigheid tegenover de steenrijke, Amerikaanse clubeigenaar weerklinkt dit seizoen al veel minder in de tribunes.

“Dat is natuurlijk dankzij de resultaten, maar er blijft wel veel wantrouwen naar hem toe vanwege vorig jaar. Hij zal niet meteen de grote vriend van het publiek worden, maar alles verloopt veel beter op en naast het veld,” verklaart Van der Elst. “Hij laat zich dit seizoen veel minder zien en toont meer vertrouwen in de mensen.”

Dat zeggen ook onze twee andere RWDM-kenners. “Ik heb genoeg kritiek op hem gegeven,” zegt Meskens, “maar dat moet je wel toegeven: hij heeft zijn fouten van vorig jaar ingezien. Hij beseft dat hij de teugels wat moest loslaten en meer een beroep moet doen op de mensen die de Belgische competitie goed kennen.”

Veertien wedstrijden ongeslagen

Textors portefeuille kan nog van pas komen als de promotie werkelijkheid wordt voor RWDM. Dan zal een kwaliteitsinjectie nodig zijn, al staat er al een mooie, stevige basis. Vooral achterin staat de ploeg heel sterk. RWDM is al veertien wedstrijden op rij ongeslagen. “Al negen wedstrijden op rij hebben ze de nul kunnen houden, heel straf,” zegt Roppe. “Sinds januari hebben ze nog maar één tegendoelpunt geslikt. Dat zijn statistieken die heel indrukwekkend zijn,” vult Van der Elst aan. “Defensief is het een erg sterke ploeg.”

Ook de man die dit seizoen onder de lat staat, Bill Lathouwers, staat bovenaan het statistiekenlijstje in de Challenger Pro League. Hij heeft zich bij RWDM nog maar dertien keer moeten omdraaien en zit aan vijftien clean sheets. In 1B is er dit seizoen geen keeper die het beter doet.

Met Ilyes Ziani heeft RWDM een getalenteerde aanvallende middenvelder, maar er zal nood zijn aan meer offensief gevaar als de Molenbekenaren lang willen standhouden in eerste klasse. Al biedt dit jaar stijgen voordelen. “Alle kleine ploegen, ook RWDM, zullen komende zomer minder uitgeven door de hervorming van de competitie. Daardoor is er volgend seizoen geen rechtstreekse zakker,” aldus Meskens. Door het fiasco van vorig jaar is er nog wat aarzeling, maar de meeste volgers geloven toch dat het RWDM zal lukken om na één seizoen in tweede klasse opnieuw te stijgen. Degraderen uit de eerste klasse en het seizoen erna opnieuw stijgen, dat deed de club al in 1985 en in 1990.

Vorig weekend kon RWDM niet winnen van Patro Eisden, het werd 1-1. Bij winst tegen Lommel vrijdag verzekert de Molenbeekse club zich van een terugkeer naar de hoogste voetbalklasse.

Lenteschoonmaak Natuurboomgaard in het Laarbeekbos krijgt opfrisbeurt

Het begin van de lente vormt een goed moment voor een grote schoonmaak, niet alleen in huis, maar ook in bepaalde natuurgebieden, zoals het Laarbeekbos in Jette.

door Andy Furniere

Een goede tien jaar geleden werd een terrein van de VUB in het Jetse Laarbeekbos, naast de huidige zelfplukboerderij CourJette, omgevormd tot een natuurboomgaard. Er staan een twintigtal fruitbomen (appels en peren), maar het voornaamste doel is niet de productie van fruit, wel de biodiversiteit bevorderen. Daarom werd gekozen voor robuuste hoogstambomen, die ouder worden en dieren meer holtes bieden.

Vóór de aanplant van de boomgaard was de plek een populaire sluikstortplaats en ook vandaag blijft vuilnis een hardnekkig probleem, zegt Annelies Haesevoets van Natuurpunt Brussel, dat het gebied beheert samen met Leefmilieu Brussel. “Afval na een picknick, flessen wijn, papier: alles opruimen wordt helaas een belangrijk deel van de lenteschoonmaak.”

Het hoofddoel van de vrijwilligersactie is echter om de zone een broodnodige maaibeurt geven. “Een nabijgelegen stuk land was lang een stevig bemeste traditionele akker, en bij regenweer stroomde de bemeste aarde in de boomgaard,” zegt Haesevoets, in het dagelijkse leven met haar Atelier Aha actief als tuinarchitect. “Zo werd de site een ruigte met vooral brandnetels en bramen. Die dominantie werd doorbroken, maar nu staat het vol gras. Om te zorgen dat niet alles overwoekert, en het ruigtekruid niet overal terugkomt, maaien we selectief.” Zo krijgen bloemsoorten, zoals koekoeksbloemen en rode ogentroost, de nodige ruimte.

Naast de biodiversiteit moet de lenteschoonmaak ook de gezondheid van de fruitbomen vrijwaren. “De vrijwilligers maken de boomspiegel vrij,

• Afvalopruimeninde natuurboomgaard

• Woekerenderuigtekruidenen grassenmaaien

• Gebruik van eentraditionele zeis

want anders vormen de andere planten er te zware concurrentie, en verzwakken de bomen en worden ze ziek.”

Dat maaien gebeurt niet met een vervuilende bosmaaier, maar (vooral) met een traditionele zeis. Dat is milieuvriendelijker en een stille techniek, die dieren niet afschrikt. Op de site zijn in de loop der jaren onder meer reeën, vossen, egels, steenmarters en dwergvleermuizen gespot.

Zo’n lenteschoonmaak in de natuur blijkt echter geen gangbare praktijk, stelt Mathias Engelbeen, bioloog bij Leefmilieu Brussel. “In de lente begint alles te groeien en planten veel diersoorten zich voort, het is een periode waarin rust erg op prijs wordt gesteld en waarin de natuurbeheerder in veel gevallen de luierik mag uithangen,” legt hij uit.

De optimale situatie voor de ontluikende lente creëren beheerders eerder op het einde van de herfst, of al in de winter. “Door bijvoorbeeld de vegetatie in een bloemenrijk grasland kort te houden tegen de lente, zodat alle planten van hetzelfde lentelicht kunnen genieten om te groeien.”

Maar er zijn dus uitzonderingen, toont de activiteit in Jette. “In sommige gebieden, zoals in een hoogstamboomgaard, is het inderdaad nuttig om in de vroege lente optimale groeicondities te creëren voor wat je voor ogen hebt.”

Alle info over deze actie van Natuurpunt Brussel op 27 april is te vinden op de site van natuurpunt.be/agenda

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op BRUZZ.be/dossier/botanisch-brussel

Brusselse brasserieën en hun klanten krijgen de rekening gepresenteerd

32 euro voor americain: de nieuwe norm?

Gerechten worden kleiner, de restjes van vandaag worden de soepen van morgen, en brood verdwijnt helemaal. Ondanks alle inspanningen om betaalbaar te blijven, wankelen de Brusselse brasserieën. “De prijzen moeten wel omhoog. Wie niet mee wil, zal worden opgegeten.”

door Michel Verlinden

Stilletjes maar onverbiddelijk herschikt het Brusselse horecalandschap zich. Alleen de aandachtige waarnemer zal tijdens het scrollen op sociale media hebben stilgestaan bij enkele discrete noodkreten. Zoals de zeer veelzeggende oproep van restaurant Entre Nous, nabij het Zuidstation. Op 30 maart postte eigenares Sara Lenzi het volgende op Instagram: “Beste klanten, we hebben de laatste tijd een daling in het aantal bezoekers waargenomen. Die brengt onze activiteiten in gevaar, zeker in een reeds gespannen economische context. De stijging van de grondstofprijzen, die we moeilijk kunnen doorrekenen in onze menuprijzen, maakt de situatie nog ingewikkelder. Vandaag hebben we wat LOVE van jullie nodig! Laat ons zien dat we er goed aan doen om de moed niet op te geven, ondanks de moeilijkheden.”

Die smeekbede mag niet licht worden opgevat, ze getuigt van de economische malaise die er momenteel heerst. Want de Brusselse horeca maakt echt een zware

crisis door. De kosten zijn geëxplodeerd: gemiddeld zijn die met ruim 30% gestegen over de hele lijn, vertellen de geïnterviewde professionals. “Alles stijgt, behalve de winst,” vat Frédéric Nicolay, bekend van onder meer Château Moderne, Le Cocq en Jaja, samen. Het oude paradigma – een derde voor het personeel, een derde voor de goederen, een derde voor de baas – is achterhaald. Antoine Bradfer, medeoprichter van Squadra Cocina, dat zes restaurants in Brussel openhoudt, merkt op: “We hebben gemakkelijk 15% aan rentabiliteit verloren in tien jaar tijd. Als een restaurant niet geoptimaliseerd is, draait het vandaag break-even of maakt het verlies.”

Tussen de gastronomische etablissementen voor speciale gelegenheden en de fastfoodketens met een lage gemiddelde besteding, die qua geleverde voedingswaarde vaak discutabel zijn, stort een heel segment in: dat van de ‘middenklasse’. Denk aan brasserieën, vooral door hun uitgebreide aanbod, en andere ‘ambachtelijke’ zaken – restaurants waar gerechten

volledig ter plaatse worden bereid op basis van onbewerkte producten, met respect voor handwerk en de seizoenen. Kortom, de ziel van de restaurantsector, die families samenbrengt en de smaakpapillen verwent.

Als symbool van de Brusselse menukaart belichaamt de filet americain de kloof tussen perceptie en werkelijke kosten. Matthieu Léonard, voorzitter van Horeca Brussel, noemt het een schoolvoorbeeld: “De americain kostte een maand geleden 10 euro per kilo, vandaag is dat 16 euro. Dat is een stijging van 60%.” Een bliksemsnelle inflatie die weinig klanten waarnemen, of accepteren. De ooit betaalbare specialiteit legt die spanningen bloot. “Vandaag verkopen sommige restaurants americain voor 28 euro (of zelfs voor 32 euro, zoals bij Belga Queen, red.). En ze hebben gelijk,” vervolgt Matthieu Léonard. “Ze zijn misschien duurder dan de norm, maar zo’n prijs zou nu de norm moeten zijn. Met die hoge rekening worden niet alleen de ingrediënten betaald, maar ook de salarissen.”

“De americain kostte een maand geleden 10 euro per kilo,” vertelt Matthieu Léonard, voorzitter van Horeca Brussel, “vandaag is dat 16 euro.”

massaal ook, blijken vaak tevergeefs.

Een bijkomend gevaar is dat de opening van een restaurant een vals gevoel van ademruimte geeft: lagere lasten, uitgestelde btw … Totdat het harde ‘verdict’ valt. “Na twee kwartalen wordt het menens, cadeaus hoef je niet te verwachten”, vat Lakhdar-Hamina samen.

En als de kas leeg raakt, loert de sluiting om de hoek. Le Bain des Dames in Elsene is van eigenaar veranderd, Chabrol in Schaarbeek staat op het punt te worden overgedragen. Andere namen zingen rond, symptomen van een ecosysteem onder spanning. De angst om de prijzen te verhogen blijft groot. “Restauranthouders durven geen prijsverhoging van 2 euro door te voeren. Maar juist die 2 euro maakt op honderden couverts vaak het verschil tussen overleven en sluiten,” benadrukt Léonard. Het bord alleen rechtvaardigt de rekening niet meer. De gepercipieerde waarde moet ook de service, het comfort en de regelmaat omvatten.

Het romantische beeld van de ambachtelijke restauranthouder erodeert. De lasten stapelen zich op, de verwachtingen nemen toe. De klant wil iets beleven zonder de prijs te zien stijgen. “Alles moet kloppen,” zegt Léonard. “Het is niet genoeg dat er iets lekkers op het bord ligt: de vloer moet schoon zijn, de bediening vlot, de keuken efficiënt.”

Naast ambachtelijke restaurants en industriële fastfoodketens ontstaat een derde model: dat van de beheerde groep. Gedifferentieerde identiteiten, logistieke

synergieën en gedeelde ondersteunende diensten. Antoine Bradfer spreekt van “restaurantfamilies”: geen franchise, geen keten, maar een wendbare structuur die in staat is om schokken op te vangen.

Lakhdar-Hamina geeft de voorkeur aan de strategie van “deep and narrow”: een beperkte kaart, gefocust vakmanschap en een vlekkeloze uitvoering. Minder producten, maar een sterke coherentie en beperkte verliezen. “Weinig doen, maar wel heel goed.”

Strategische specialist

Ondanks deze aanpassingen slaat de uitputting toe. Delphine Auffret, voormalig uitbaatster van een bistro in Sint-Gillis,

getuigt: “Ik hield van elke minuut in mijn bistro, maar ik stond alleen tegenover cijfers die nergens meer op sloegen. Ik heb volgehouden tot het moment dat ik wel moest loslaten.” Dezelfde ontgoocheling valt te horen bij de zusters Marconi, oprichters van Chabrol: “We hebben alles gedaan wat we konden, van de sourcing tot het composteren. Maar op het einde, op zondagavond, was er geen energie meer. En ook geen marge.”

Wie het wel redden, zijn vaak diegenen die kunnen delegeren, meerdere locaties kunnen openen, met leveranciers kunnen onderhandelen en snel kunnen reageren. De managers en strategen, niet de ambachtslieden. “Ze adviseerden ons om koffie te verkopen voor 4 euro. Ik wilde dat niet. Maar uiteindelijk zijn het onze salarissen die verdwenen zijn,” voegt Auffret toe. Weerstand bieden wordt een kwestie van structuur, niet van intuïtie.

Marie Marconi benadrukt: “Wat we vandaag zien, is dat voor elke drie restaurants die sluiten, er altijd twee openen. Er is altijd vers bloed, er zijn altijd idealisten. Dat is wat het systeem wil: gepassioneerde mensen die je kan uitpersen.” Een slopende cyclus waarin alleen de best gewapende en niet noodzakelijk de meest oprechte mensen overleven.

De conclusie is helder: de markt verschuift naar een strak, Angelsaksisch model. Gedaan met de gulle generalist, maak plaats voor de strategische specialist. En de anderen? “Die moeten hun aanpak herzien en herstructureren. Of verdwijnen,” besluit Matthieu Léonard. Het ambachtelijke model in de horeca lijkt onherroepelijk op instorten te staan.

LE SECTEUR DE LA RESTAURATION À BRUXELLES PERD SON ÂME

FR Les brasseries et restos indépendants bruxellois vont mal. Et le fait de passer à des achats plus malins, des portions au gramme près, des horaires réduits ou des doubles services ne semble pas suffire à contrer le coût des produits et du personnel qui a explosé. « On a fait tout ce qu’on a pu », expliquent les sœurs Marconi, derrière Chabrol, « mais il n’y a plus d’énergie, plus de marges. » Le marché évolue vers un modèle anglo-saxon où managers et stratèges prospèrent davantage que les artisans.

THE BRUSSELS RESTAURANT SECTOR IS LOSING ITS SOUL

EN Independent brasseries and eateries in Brussels are not doing well and measures like buying smarter, sizing portions down to the gram, reducing working hours, and running double services are not enough to counter exploding costs for products and staff. “We did everything we could,” the Marconi sisters, who founded Chabrol, tell us, “but in the end there was no energy left, and no margin.” The market is shifting towards a rigid, Anglo-Saxon model, where managers and strategists thrive better than artisans.

Sara Lenzi (rechts), eigenares van Entre Nous, slaakte vorige maand een noodkreet op Instagram: “Beste klanten, laat ons zien dat we er goed aan doen om de moed niet op te geven, ondanks de moeilijkheden.”

Big City

zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Seppe uit Laken. door Maya Callizaya

Waarom was er ooit een Schaarbeekse school in Blankenberge?

Vraag De aangebroken lente doet ons dromen van zon, zee en strand. Misschien wel van een lange vakantie aan onze eigen Belgische kust? Dat doet Seppe uit Laken denken aan het verhaal dat er ooit een Schaarbeekse school in Blankenberge was. Hij vraagt zich af wat daarvan aan is.

Antwoord Na de Eerste Wereldoorlog werden veel kinderen door de jaren van ontbering getroffen door ziektes zoals astma, tuberculose of bloedarmoede. De toenmalige schepen van Openbaar Onderwijs in Schaarbeek, Alexandre De Craene, dacht dat zeelucht de stadskinderen goed zou doen, en opende een school in Blankenberge.

Bovendien zouden de kinderen daar tot rust kunnen komen na de onzekere tijden gedurende de oorlog.

De gemeente kocht in Uitkerke een groot gebouw, het vroegere hotel De Zwarte Leeuw, op vijftien minuten wandelen van het strand van Blankenberge.

De ouders konden hun kinderen maandelijks bezoeken, met gratis vervoer dankzij de vereniging. Het lessenpakket bestond uit normale lessen, maar ook turnen, lichaamsverzorging en wandelingen langs het strand waren belangrijk. De school had een eigen strandcabine om al het materiaal in op te slaan. Ook was er een moestuin, een boomgaard en een boerderij met enkele dieren. De gezondheid van de leerlingen stond altijd centraal. Kinderen die thuis weinig te eten kregen, hadden de kans om gevarieerde maaltijden, rijk aan voedingsstoffen, te verorberen. In 1966 sloot het gemeentebestuur de school. De gebouwen waren verouderd en nog weinig leerlingen hadden nood aan de Blankenbergse zeelucht. Ook het vastleggen van de taalgrens in 1963 was een extra moeilijkheid. Een Franstalige onderwijsinstelling op Vlaams grondgebied werd moeilijk. De school werd afgebroken en in de plaats daarvan kwam er het park

Meer BRUZZ

Op 15 oktober 1919 konden de eerste Schaarbeekse kinderen naar de badstad. Een arts koos wie in aanmerking kwam. De school kreeg de naam nr. 15, maar werd ook wel de Alexandre De Craene-school genoemd. De vereniging ‘De Vrienden van de School van Uitkerke’ was gekoppeld aan de school en organiseerde heel wat voor de Schaarbeekse kinderen. Zo zamelde ze geld in, bijvoorbeeld tijdens het carnaval van Schaarbeek, om uitstapjes mogelijk te maken en kregen de leerlingen een sinterklaasfeest.

De Craene.

Conclusie Op initiatief van schepen Alexandre De Craene opende er een Schaarbeekse school in Blankenberge. Hierdoor kregen leerlingen van de gemeente Schaarbeek de kans om aan te sterken en tot rust te komen na de woelige tijden van de Eerste Wereldoorlog.

Ook een vraag?

Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity

RWDM

Is RWDM klaar voor een terugkeer naar de hoogste voetbalklasse? Het antwoord krijg je maandag te zien in BRUZZ 24. Maandag in BRUZZ 24

Frenna was te gast bij Gailor om te praten over zijn show in de AB op 18 april. Hij vertelde over zijn rol als artiest, zijn muzikale stijl en zijn liefde voor het Brusselse publiek. Herbekijk het volledige interview op BRUZZ.be/ice

TIPS VOOR DE VAKANTIE

Nog op zoek naar een leuke vakantie-activiteit? BRUZZKet zocht én vond de meest interessante evenementen in Brussel.

Check alle tips op BRUZZKet.be

FRENNA BIJ BRUZZ ICE

The hang-out

‘Ik neem een uur om mijn outfit te kiezen’

Elke week deelt een ket zijn of haar favoriete plek in Brussel. Deze keer neemt Eléonore (11) uit Jette BRUZZ mee naar haar dansschool, Vibrato, in Schaarbeek. “Dansen is mijn passie.”

Waarom koos je voor deze plek?

Ik dans hier al sinds ik vier jaar ben. Het voelt als mijn tweede thuis. Hier kan ik helemaal mezelf zijn, en ik heb er superveel vrienden. Dansen is mijn passie. Ik dans bijna elke dag. Op woensdagen dans ik drie uur achter elkaar: funk, klassiek en jazz.

Weet je al wat je later wil worden?

Ik hou veel van mode. Mijn oma naait veel, en dat inspireert mij. Maar ook journalistiek spreekt me aan. Mijn vader werkte vroeger bij BRUZZ en mijn moeder werkt bij de RTBF, bij Viva for Life – de Franstalige tegenhanger van de Warmste Week.

Ik zou graag artikels schrijven of, net als mijn vader, bij de radio of tv werken. Ook podcasts vind ik superleuk. Of misschien iets voor kinderen, zoals jullie bij BRUZZKet.

Waarom ben je geïnteresseerd in mode?

Door een film: Cruella. Daarna begon ik kleren te tekenen. Mijn vriendinnen hebben een geweldige stijl, dus ik heb veel van hen geleerd. Nu neem ik gerust een uur om mijn outfit te kiezen. Mode roept me gewoon. Ik heb al genaaid met mijn oma, die zelf tassen maakt. Ik ontwerp schetsen van kleren die ik ooit wil maken.

Volg je het nieuws?

Ik kijk naar Karrewiet en BRUZZKet. Ook politiek nieuws vind ik interessant, dat hoor ik thuis vaak aan tafel. Ik ken al een paar politici en ben benieuwd naar wat er in Brussel gebeurt.

Waarom interesseert politiek je?

Het gaat over de toekomst van Brussel. Ik wil weten wat er met onze gemeente gebeurt en welke beslissingen worden genomen.

Je hebt zelf al een beetje in de politiek gezeten. Ik zat in de Jeugdraad van Schaarbeek. We bedachten ideeën zoals een speeltuin voor onze school, een bloemenfestival en een voetbaltoernooi. Mijn idee was om meer biologische groenten in Brussel te verkopen en ze goedkoper te maken.

Hoe zou je dat aanpakken?

Wij kopen zelf biogroenten bij The Barn of Färm. Ik zou kleine handelaars meer ondersteunen en bekender maken, in plaats van de grote winkels te bevoordelen. Biologisch eten is gezonder. In gewone producten zitten vaak stoffen waardoor ze langer goed blijven of glanzen. Bioproducten groeien op hun eigen tempo. Je kan trouwens nog veel doen met rijpe groenten, zoals bananenbrood maken van overrijpe bananen.

Wat vind je het leukst op school?

Zwemmen. We doen dat elke twee woensdagen bij de Koninklijke Militaire School.

Heb je nog hobby’s?

Ik doe scouts in Sint-Lambrechts-Woluwe bij L’Unité 14eme in het Frans. Ook mijn vader is daar lid van, hij zit in het bestuur. Je speelt er spelletjes zoals Monopoly en Weerwolven, maar dan in het echte leven. Dat is superleuk. Ik knutsel graag en ik kijk naar series, naar Young Sheldon bijvoorbeeld.

Wil jij ook je favoriete plek tonen?

Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.

Topadresjes

Ik ben dol op sushi. We hebben een topadresje bij ons in Jette: Sushi Tokio. In Schaarbeek is er ook een goeie: Tenshi Sushi in Docks Bruxsel.

Mijn mode-item

De baggy jeans. Ik ga supergraag shoppen, soms met vriendinnen, soms met mijn moeder, of gewoon online. De broek die ik nu draag naar de dansles is helemaal in de mode, denk ik. Ik draag die supergraag, omdat ik me er zelfverzekerd in voel. Het is mijn absolute lievelingsbroek – ik zou die elke dag kunnen dragen.

Opruimmuziek

Als ik mijn kamer opruim zet ik ‘Carré OK’ van Maitre Gims op. Dat gebeurt best vaak. Na twee dagen is het daar meestal een complete puinhoop. Mijn ouders zeggen dan dat er een bom is ontploft.

De prijswinnende pornoactrice Gigi Max: “Waarom zouden wij minder respect verdienen dan andere entertainers? Omdat het naakt is, omdat het seks inhoudt?”

camera, een ringlight en een statief. Die technologie én een platform als OnlyFans hebben de industrie enorm veranderd. Je kunt als maker het heft in eigen handen nemen. Op termijn wil ik wel mijn eigen producties maken. Maar ik leg mezelf geen timelines op.

De industrie is fel veranderd de laatste jaren?

GIGI MAX: Veel productiehuizen zijn verdwenen omdat ze niet meer nodig zijn, of omdat de geldstromen opdroogden. Vroeger werden de grote pornosterren met limousines opgehaald op de luchthaven. Die tijd lijkt voorbij. De status behalen van een Riley Reid of een Sasha Grey (twee

Amerikaanse superpornosterren, red.) is haast ondoenbaar geworden.

En al helemaal vanuit het kleine België, wellicht?

GIGI MAX: De Europese porno-industrie zit momenteel vooral in Boedapest en Praag. Veel creators verhuizen naar die landen voor de job. Ik wil dat niet doen: ik ben een geboren Brusselse en mijn hele sociale leven speelt zich in Brussel af. Ik ga volgende week wel filmen in Praag, maar ik wil surfen op mijn eigen golf. Ik ontwikkel liever mijn content op OnlyFans dan dat ik moet gaan pushen en elke week drie producties moet doen.

Bestaat er eigenlijk een Brusselse pornoscene?

GIGI MAX: Een Belgische scene misschien wel, maar die is erg verdeeld volgens taalgroep, met een zwaartepunt in Vlaanderen. Fans kijken graag porno in hun eigen taal. Maar het blijft een klein gegeven. Je bent snel rond. Ik spreek Nederlands, Frans en Engels, dus ik kan gelukkig ook in Nederland, Frankrijk en het VK aan de slag.

Een pornocarrière duurt doorgaans niet lang. Hoe komt dat?

GIGI MAX: Porno is spijtig genoeg te vergelijken met fast fashion. Productiehuizen en publiek zijn snel op je uitgekeken. Dan kun

Gigi Max werkt bijna alleen in Brussel: “De Europese pornoindustrie zit vooral in Boedapest en Praag, maar dat wil ik niet doen. Mijn hele sociale leven speelt zich in Brussel af.”

durven op te komen, want er zijn wel degelijk producenten die je dingen willen laten doen die niet afgesproken waren.

Enkele Vlaamse BV-mama’s willen nu ethische porno maken. Wat vind je daar van?

GIGI MAX: Ik doe er zelfs in mee. Ouders van vandaag zijn het beu dat hun pubers al op heel jonge leeftijd met harde porno worden geconfronteerd, met alle gevolgen van dien voor hun ideeën van seks. Dat is schrijnend en jammer. De initiatiefnemers willen porno maken die toont hoe het er echt aan toe gaat, met echte lichamen, echte mensen, voorspel, kussen, strelen. Het is geen educatieve film, maar wel een productie die op een laagdrempelige manier al die thema’s aan bod laat komen.

Aan de andere kant van het spectrum stunten sterren als Bonnie Blue met het feit dat ze duizend mannen in een dag bevredigd hebben.

GIGI MAX: Geniale marketing, toch? Ik ben jaloers als ik zoiets zie, want ik zit zelf constant te broeden op nieuwe ideeën. Ik vind er niets schokkends aan: iedereen die eraan deelneemt is meerderjarig en geeft consent. Waar is dan het probleem?

Een antiporno- en antimasturbatiediscours is evenzeer in opgang. Krijg je uit die hoek commentaar?

GIGI MAX: Ik word nooit geconfronteerd met haat. Kritiek op sociale media, zoals een handjevol comments na mijn recente passage op BRUZZ radio, dat wel. Maar komaan, wie heeft er nu nog nooit naar porno gekeken?

muzikanten zijn het probleem? Wij maken porno, jullie kijken ernaar, maar jullie gaan wel op ons spuwen? Hypocriet, neen? Waarom zouden wij minder respect verdienen dan andere entertainers? Omdat het naakt is, omdat het seks inhoudt? Ja, je kunt aanvoeren dat het niet voor iederéén bestemd is. Maar net daarom heet het adult entertainment, he.

Verdient het een beetje?

GIGI MAX: Momenteel brengt de combinatie van verschillende activiteiten ongeveer evenveel op als toen ik nog in de winkel werkte. Ik ben een kleine zelfstandige. Ik blijf wel ambitieus. Er zijn mensen die op OnlyFans zeven- tot achtduizend euro verdienen. Dat lijkt me wel wat, maar ik besef dat het tijd en inspanningen zal vergen om dat doel te bereiken. Ik ben nog niet op het punt dat ik een Maserati kan betalen en een villa in Spanje. Sommigen kunnen dat wel, en het is zeker een streefdoel.

Ik heb in deze industrie net heel inspirerende, ambitieuze mensen ontmoet. Mensen met visie, van wie je iets kunt leren. Ik spreek drie talen, heb twee diploma’s. Ik maak muziek, ik maak kleren. Ik ben met zoveel bezig. Ik ben geen arm meisje dat dat tegen haar goesting doet.

Zie je jezelf ooit in een mainstreamfilm spelen?

Fluffers?

GIGI MAX: Een medewerker die de mannelijke acteurs in erectie houdt tussen twee takes in. Die job is bijna overal wegbezuinigd. Heel vaak sta je nu met drie op de set: jij, je tegenspeler en de cameraman, that’s it. Die tegenspeler moet zichzelf dan maar stijf krijgen, door naar porno te kijken of, in veel gevallen, door zichzelf een injectie te geven met een erectiebevorderend middel.

Men gaat er vaak van uit dat ik tussen de scènes door wel even voor fluffer zal spelen, maar sorry, dat is mijn job niet. Ik maak mezelf ook nat, ik heb ook gewoon mijn dildo en mijn fles glijmiddel mee, ik zorg dat ik opgewonden blijf en ontspannen ben. Maar iemand die minder opkomt voor zichzelf, doet dat gewoon wel. Je moet voor jezelf

Kritiek geven op pornoacteurs is hetzelfde als kritiek geven op muzikanten: iedereen heeft de radio aan, maar de

L’INDUSTRIE DU PORNO EN MODE ÉCLAIR

GIGI MAX: Ik heb aan de kunsthumaniora theater gevolgd en heb in een aantal studentenfilms meegespeeld, maar carrière maken in de Belgische mainstreammedia heeft er niet ingezeten. Geef toe: iemand met een carrière in de porno zal niet snel uitgekozen worden om mee te doen in Familie of Thuis (lacht).

FR L’actrice porno Gigi Max a été élue meilleure performeuse belge lors des European Adult Awards 2025 au salon de l’érotisme à Bruxelles. La Bruxelloise revient sur ses succès sur la scène internationale avec un mélange étonnant de détachement et d’enthousiasme. Sans tabous et en tenant compte des mauvais côtés du business. « Le porno est malheureusement comparable à la fast fashion. Les maisons de production et le public se lassent vite de vous. »

TITEL SAMENVATTING

PORN IS LIKE FAST FASHION

EN Bodytekst samenvatting

EN At the European Adult Awards 2025 during the Brussels erotic fair, porn actress Gigi Max was named Best Belgian Performer. Without taboos and acknowledging the darker sides of the business, the Brussels-born performer recounts her achievements in the international world of porn with a striking mix of matter-of-fact sobriety and enthusiasm. “Porn is unfortunately a bit like fast fashion. Production houses and audiences quickly get fed up with you.”

Uw gids door de culturele agenda 11 > 17/4

Een warme jas voor Shatila

Het verzonnen verlies van een lappenjas lokt een Palestijnse theateracteur uit zijn Shatila. Maar de wereld buiten het Libanese vluchtelingenkamp blijkt nauwelijks minder ontwricht. Met The jacket maakte de Jetse regisseur Mathijs Poppe zijn eerste langspeelfilm: “Hebben we niet allemaal dromen die we niet onder controle hebben?”

door Niels Ruëll

Cinema Filmmaker Mathijs

Poppe slaat een brug tussen

Jette en Shatila

Er ligt een bijzondere samenwerking aan de basis van The jacket, de debuutfilm van Mathijs Poppe. De regisseur uit Jette portretteert daarin Jamal Hindawi, een acteur die politiek theater maakt en in Shatila woont, het Palestijnse vluchtelingenkamp in Beiroet waar in 1982 een bloedbad plaatsvond. Poppe injecteert zijn portret van de man met een fictie-element: het verlies van een lappenjas, die de Palestijnse kwestie en de fragiliteit van het bestaan in Shatila symboliseert, dwingt Hindawi om het kamp te verlaten. Buiten kan hij alleen maar vaststellen dat economische en politieke crisissen ook de rest van de wereld hebben ontwricht.

Poppes debuutfilm won ei zo na de publieksprijs op Film Fest Gent en landt eind april, na een mooie festivalcarrière, in de bioscopen. “Een film maken gaat over pieken en dalen,” vertelt Poppe. “Het is moeilijk in te schatten hoe een film onthaald zal worden. Voor het grote publiek is het misschien geen evidente film, maar ik krijg overal best veel positieve reacties.”

Voor The jacket zocht Poppe in de eerste plaats naar een mooie en betekenisvolle samenwerking met de mensen uit het vluchtelingenkamp Shatila, met wie hij al jaren nauwe banden ontwikkelt. “Als ik moet uitleggen waar ik mee bezig ben, start ik daarmee,” vertelt hij. Poppe kwam voor het eerst in Shatila als 19-jarige vrijwilliger. Hij zou er een maand in een jeugdcentrum werken. “Ik wou onderzoeken wat het betekent om solidair te zijn met de Palestijnse bevolking en hoe ik daar als Belg uit Gent mee kan omgaan.”

“Toen ik voor de eerste keer in Shatila was om te filmen, wou ik de wereld vooral tonen wat voor een plek dat was. Gaandeweg voelde ik dat het verkeerd is om de

mensen enkel in een slachtofferrol af te beelden. Met het maken van The jacket probeer ik die rolverdeling in te ruilen voor een hechte samenwerking.”

Fictie in het hoofd

In het kamp ontmoette Poppe heel wat mooie en boeiende mensen, maar de ontmoeting met Jamal Hindawi was anders. “Dat hij theater maakt en ik film zal ons ook wel verbonden hebben. Ik heb

“Voor ons is wat er in Gaza gebeurt nu actualiteit. Voor de mensen in Libanon, met wie ik de film maakte, is het al 75 jaar een dagelijkse realiteit”

dagen in de woonkamer van zijn gezin gezeten. Zijn dochter, die film studeerde, werd mijn regieassistent. Zij was er bij elk gesprek bij.” Dankzij de ontmoeting met Hindawi, kreeg de samenwerking waar Poppe op uit was vorm. “We dachten na over hoe we samen een film konden maken. Jamal had al een heel creatief proces doorlopen om met zijn verleden en situatie om te gaan. Dat greep me aan.”

Samen verzonnen Hindawi en Poppe een nieuwe verhaallijn voor de theatermaker, zodat hij ook nieuwe dingen kon meemaken: Jamal verliest zijn lappenjas, die voor hem symbool staat voor zijn Palestijnse identiteit. “Wat betekent het voor hem om die jas te verliezen? Wat gebeurt er als we Jamal uit zijn veilige Palestijnse context halen?” Na het verlies van de jas ontmoet hij eindelijk mensen die niet uit zijn kamp komen, die geen politiek theater maken, die geen Palestijn zijn.

Met de ingreep om Hindawi zijn jas en dus zijn identiteit te laten verliezen gaf Poppe zelf een nieuwe wending aan de werkelijkheid. “Palestijnse vluchtelingen

Pop & JazzExpo

en krijg een handig overzicht van het belangrijkste Brussels nieuws van de dag

Lappendeken

Muziek kreeg Saya Gray met de paplepel ingegoten, haar Canadees-Schotse vader Charlie is een begenadigde trompettist, die onder meer diende aan de zijde van Tony Bennett, The Temptations en Aretha Franklin. Grays Japanse moeder richtte een muziekschool op in Toronto. Dochterlief baarde zelf opzien met veelkleurige muzikale lappendekens. Op haar tweede album, simpelweg Saya getiteld, zijn de naden daarvan iets minder ruw. Maar echt smooth wordt het nooit.

SAYA GRAY 14/4, Botanique, botanique.be

Heiland

Tien jaar geleden kroonde Kamasi Washington zichzelf tot heiland van de jazz met zijn driedubbele magnum opus The epic. Hij speelde vervolgens een hoofdrol op Kendrick Lamars To pimp a butterfly, werkte samen met St. Vincent en Childish Gambino, en verzorgde de soundtrack van Becoming, de documentaire over Michelle Obama. Op zijn vijfde album, Fearless movement, pimpt hij zijn spirituele jazz met bijdragen van George Clinton, André 3000 en Thundercat.

KAMASI WASHINGTON 15/4, Bozar, bozar.be

Vertrappeld

Louis Celestin, alias Kaytranada, is een van de hotste producers van het moment. Op zijn nieuwe album Timeless out de CanadeesHaïtiaanse klankenwizard zich ook als popster. Onder meer Anderson .Paak, Childish Gambino en Channel Tres komen zijn discobol opblinken, maar Kaytranada verrast nog het meest door voor het eerst zelf te zingen in ‘Stepped on’, een nummer waarin hij zich kwetsbaar toont en vertelt hoe er al veelvuldig op zijn ziel is getrapt. (TZ)

KAYTRANADA 17/4, ING Arena, ing.arena.brussels

Nieuwe hotspot

Na twintig jaar het Land van Luikstraatje op een uiterst aangename en kleurrijke wijze onveilig te hebben gemaakt, verhuizen Alice van den Abeele en Raphaël Cruyt met hun galerie naar het voormalige Baronian in Elsene. Een groepstentoonstelling met onder meer Jean Jullien, Todd James, Maya Hayuk en Parra mag de nieuwe hotspot openen én tonen dat die net zo nieuwsgierig, speels, liefdevol en een tikje burgerlijk ongehoorzaam is als de oude vrijhaven.

THE 20 YEARS ANNIVERSARY SHOW 17/4 > 24/5, Alice Gallery, alicebxl.com

Kopiekopie

Voor Kunstwerken & kopieën nodigde beeldhouwster, historica en schrijfster Laurence Petrone zeventien hedendaagse kunstenaars uit die zich verbonden weten via de rol van kopiëren in hun praktijk. Onder meer Sophie Whettnall, Max Pinckers & Victoria Gonzalez-Figueras en Karina Beumer dialogeren met de Afgietselwerkplaats en de collectie die er bewaard wordt.

KUNSTWERKEN & KOPIEËN 17 > 25/4, Afgietselwerkplaats Museum Kunst & Geschiedenis, artandhistory.museum

De toekomst van België

Het magazine Médor slaat de handen in elkaar met kunstruimte Contretype voor de derde editie van Archipel, een groepstentoonstelling die aanstormend fotografietalent ondersteuning en een platform biedt. Téo Becher, Lukas Doulsan, Natalia Majchrzak, Justine Menghini & Hugo Istace, Pierre Vanneste en Nick Verhaeghe richten de lens op onder meer de Canadese provincie Alberta, het verdriet van België en de diepte van stenen. (KS)

ARCHIPEL 11/4 > 6/7, Contretype, contretype.org

The 20 years anniversary show
Saya Gray

Klein onderhoud

Theatermaker Ilyas Mettioui zoekt de waterkant op

‘De horizon zien opent nieuwe perspectieven’

Brusselaar Ilyas Mettioui schrijft, acteert en regisseert. Na zijn theaterdebuut Ouragan zijn in de KVS nu voor het eerst de twee stukken van zijn diptiek Écume samen te zien. Knokke-le-Zoute en Hofstade gaan over hoe iemands levenslot al dan niet familiaal of sociaal bepaald is, en hoeveel bewegingsruimte en verbeeldingskracht er nodig zijn om dat lot te veranderen.

“Je kan de twee stukken perfect apart bekijken,” vertelt Mettioui, “maar er zitten ook inhoudelijke verbanden en gelijkende details in.” De diptiek heet Écume – het schuim van de branding –, omdat beide verhalen zich afspelen aan het water, waar de horizon toelaat het perspectief te verbreden. Mettioui: “Met het ‘levenslot’ onderzoeken we iets dat als water van de ene generatie naar de volgende loopt. In Knokke-leZoute verneemt een jonge vrouw de dood van een onbekende vader, terwijl in haar buik een embryo groeit. In Hofstade speelt één volwassene samen met een groep Brusselse jongeren die de rollen die hun door hun achtergrond zijn toebedeeld uitdagen door andere versies van zichzelf te verzinnen.”

Waarom precies Knokke en Hofstade? Mettioui: “De jeugdhuizen waar ik vakantiestages volgde, hadden niet veel budget. Dus gingen we, toen ik jong was, dikwijls naar Hofstade. Voor ons was dat hetzelfde als naar de zee gaan. Later had ik een vriendin met een appartementje in Knokke, waar men, om zo te zeggen, niet gewend was aan ons ‘profiel’. Die sociale afstand heeft me altijd geïntrigeerd en deed me de vraag stellen hoe mensen met verschillende startposities en levens toch dezelfde ruimtes kunnen delen. We leven allemaal heel gesegregeerd: jong en oud, links en rechts, wit en gekleurd. Hoe kunnen we zowel de scène als de realiteit delen? Bepaalt onze afkomst echt ons lot? Of is er marge om te manoeuvreren en ons eigen verhaal te schrijven? De jongeren in het recreatiedomein in Hofstade veranderen het meer daar in een oceaan om koers te zetten naar hun dromen.”

Brusselse jongeren en de Vlaamse open wateren, dat is niet altijd een goede match. Mettioui: “Maar de toegang tot recreatief open water is wel een wezenlijke verzuchting in een stad waar altijd weer een ander gebouw het zicht belemmert. Iedereen heeft het recht om minstens één keer per maand de horizon te zien. Dat opent ook figuurlijk nieuwe perspectieven.”

Ilyas Mettioui en Le Boréal presenteren de diptiek Écume op 9/4 (Knokke-le-Zoute) en 17 & 18/4 (Hofstade) in de KVS BOX, kvs.be

Select Aanraders van de week

Rijd geen eenhoorns aan

Het aanrijden van een eenhoorn is voor vader Elliot en zijn dochter Ridley (Wednesday-ster Jenna Ortega) maar het begin van de miserie. Vaders steenrijke baas wil de magische krachten van het wezen exploiteren. Dat vindt de dochter niet kunnen. En de eenhoorns ook niet. Wie na deze kruising van maatschappijkritische satire met horror nog meer hongert naar bloed, humor en fantasy: het filmfestival BIFFF serveert dat twaalf dagen lang in royale porties.

DEATH OF A UNICORN US, dir.: Alex Scharfman, act.: Jenna Ortega, Paul Rudd

Genees oorlogskoorts

Voor de gevechtsscènes in het spraakmakende Civil war deed regisseur Alex Garland een beroep op de oorlogsexpertise van de voormalige Navy Seal Ray Mendoza. Deze keer bundelen ze de krachten voor een overrompelende reconstructie van een bloederige aanval in Irak, die Mendoza en zijn vrienden in het Amerikaans leger maar net overleefden. Intens en afgrijselijk genoeg om je van eventuele oorlogskoorts te genezen.

WARFARE UK, US, dir.: Alex Garland & Ray Mendoza, act.: D’Pharaoh Woon-A-Tai, Will Poulter

Breek de doodse stilte

Verziekt een krampachtige omgang met de onvermijdelijke dood ons leven? Zijn onze oude rituelen uitgehold en de nieuwe nog onbemind? Hoe kan het beter? Cinema Nova doorbreekt de doodse stilte over de dood met lezingen, workshops, praatgroepen, concerten, performances en films als Dimitri Verhulsts regiedebuut Waarom Wettelen en de bijzonder aangrijpende parel After life van Hirokazu Kore-eda. (NR)

PLUK DE DOOD 10/4 > 15/6, Cinema Nova, nova-cinema.org

PodiumKlassiek

Bovary, de opera

Met Madame Bovary vond Flaubert in 1856 de doktersroman uit. Regisseurs Carme Portaceli en Michael De Cock, scenograaf Marie Szersnovicz en componist Harold Noben maken van het fatale verhaal van de overspelige doktersvrouw een opera, waarin Emma alleen tegenover een zestienkoppig koor komt te staan. Ook dochter Berthe eist een stem op om licht te werpen op wie Bovary was of zou kunnen zijn.

HAROLD NOBEN, MICHAEL DE COCK & CARME PORTACELI: BOVARY 12 > 19/4, Théâtre National, lamonnaiedemunt.be

Smeltend ijs

The second body is oorspronkelijk een essaybundel over klimaat en ecologie van de Engelse schrijfster Daisy Hildyard. De Poolse choreografe Ola Maciejewska, die vaak werkt met materialen op het snijvlak met de beeldende kunsten, brengt in de Hortahal een ode aan het boek met een performance door Leah Marojević, die je zou kunnen zien als een duet met een langzaam smeltende ijssculptuur.

OLA MACIEJEWSKA: THE SECOND BODY 14/4, Bozar, bozar.be

Prince & Kate

Alban Ovanessian heeft een verleden bij P.A.R.T.S. en Rosas. In X.dates presenteert en recreëert de performer met de hulp van verschillende media een aantal bepalende data uit zijn/hun biografie. Zoals zijn/hun imitatie van een Alexander McQueenfashionmodel in de ouderlijke badkamer, een ontmoeting met Kate Bush, de toekomstige begrafenis van zijn/hun vader, en een Prince-concert in 1985. (MB)

ALBAN OVANESSIAN: X.DATES 17 > 19/4, La Balsamine, balsamine.be

Al wat schittert is koper

Louis Armstrong, Miles Davis, Chet Baker, Dizzy Gillespie … Terwijl de trompet in de jazz enkele van de beroemdste grootheden heeft voortgebracht, moet de koperblazer zich in de klassieke muziek vaak tevredenstellen met een tweederangsrol. Maar niet als je Matilda Lloyd heet. De Britse trompettiste blaast alle vooroordelen over haar instrument van tafel en doet dat in Bozar met een intrigerend programma met werk van onder meer Claude Debussy en Georges Enescu.

MATILDA LLOYD: ECHO RISING STAR 13/4, Bozar, bozar.be

Bim, bam, beieren

Daar is Pasen, daar zijn de passies! Flagey laat artist in residence Lionel Meunier en zijn gezelschap Vox Luminis opdraven voor de in deze periode onontkoombare muziek van Johann Sebastian Bach. In Studio 4 klinkt niet het bombast van Mattheus, wel de intense kracht en pracht van Johannes. Zeker wanneer het gerenommeerde Freiburger Barockorchester aansluit voor de instrumentale partijen.

VOX LUMINIS & FREIBURGER BAROCKORCHESTER 15/4, Flagey, flagey.be

Topstuk tegen bodemprijs

Het Stabat mater van Giovanni Battista Pergolesi mag in de Klara Top 100 al een paar jaar zijn koppositie kwijt zijn, het blijft ontegensprekelijk een topstuk dat iedere liefhebber van klassiek ooit van zijn bucketlist moet afvinken. Geen betere setting om dat te doen dan in de indrukwekkende gotiek van de Brusselse kathedraal, vooral wanneer dat ook nog eens helemaal gratis kan. (JC)

STABAT MATER DOLOROSA 16/4, Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele, cathedralisbruxellensis.be

Matilda Lloyd
Bovary
Death of a unicorn

246, Brussel,

Met Fish Tank opent chef Milan La Roche het ultieme visadres voor een snelle hap. Een ongepolijste plek, aangedreven door girlpower, waar geen compromissen gesloten worden op het vlak van smaak. Wie herinnert zich nog vishandel Dangel in de Marollen? Jarenlang bood het charmante koppel Bill en Joëlle er gerechten en oesters aan die je ter plekke kon opeten. Het duo achter dat onvergetelijke toonbeeld van Brusselse gezelligheid droeg intussen zijn zaak over aan Loïc De Doncker en chef Milan La Roche (van St Kilda, Manneken Pis Café). Zij hebben het mooie erfgoed niet verloochend, maar gaven er een frisse, eigentijdse invulling aan. De grote, rechthoekige zaal, gedomineerd door een tinnen toog, is volledig betegeld en smaakvol aangekleed met decoratieve

Hofstade

5x2 tickets, KVS BOX, 18/4 Theatermaker Ilyas Mettioui zoekt met een groep jongeren naar hun lot voorbij hun afkomst. Mail ‘Hofstade’

accenten, zoals een oude reddingsboei en kleurrijke stoelen ontworpen door de Brusselse Ateliers J&J.

Aan het roer van deze trawler, die het beste van de Noordzee en het Kanaal binnenhaalt, staat een vrouwelijk team onder leiding van executive chef Morgane Brees, een talent dat haar sporen verdiende bij onder meer de Auberge du Vert Mont in Boeschepe. In een stevig tempo stuurt zij onweerstaanbare gerechten de keuken uit, perfect voor wie snel iets wil eten.

Op de kaart staan onder meer caracoles (5 euro, enkel in het weekend), vissoep (14 euro) en visrillette geserveerd op stokbrood van Pinpin (8 euro). Op de avond van ons bezoek genoten we van gefrituurde inktvisringen (12 euro), op smaak gebracht met kruiden en citroenzeste, en geserveerd

Bozar Sofa Session #3

2x2 tickets, Bozar, 16/4 Kunstenaars Ophélie Mac en Gabriel Massan bespreken het thema ‘sensualiteit’ in hun werk. Mail ‘Sofa’

Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be

met lookboter. Al even heerlijk was de ‘Fish Burger’ (15 euro) met wijting, gesmolten cheddar en knapperige ijsbergsla. Dit alles met in ossenwit gebakken frietjes. Ben je vegetariër? Mis dan zeker de verrukkelijke ‘Burger Pakora’ (15 euro) niet. In plaats van de gebruikelijke patty krijg je een beignet van vier seizoensgroenten, afgewerkt met masala en fenegriek, en geserveerd met tartaarsaus, chutney, kruiden, munt, koriander en pickles van komkommer. Een schot in de roos, perfect begeleid door een frisse Rédor-pils (2,80 euro) of een glas bloemige maceratiewijn uit de Rhône (4 euro) – de cuvee Gratte Conil van domein Petit Oratoire – rechtstreeks van de tap.

TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

The other way around

5x2 tickets, vertoning naar keuze, vanaf 30/4 Filmregisseur Jonás Trueba verbeeldt de feestelijke break-up van een Madrileens stel. Mail ‘Around’

Hoogstraat
fishtank.be

BELEEF JE WOONDROOM OP HET GROENSTE

DAK VAN BRUSSEL

Stijlvolle appartementen met 1-4 slpk.

Indrukwekkende daktuin

Strategische locatie in het hart van Europa

Schrijf je nu in op de wachtlijst thegardenbrussels.be/nl 02 307 44 44

Kolonel Bourgstraat 101, 1030
Schaarbeek

VACATURE | Werftoezichter (C4-C5)

Ben jij klaar voor een afwisselende job in een prachtige groene omgeving?

Als werftoezichter bij de gemeente Grimbergen:

• ben je de ene dag op pad met de fiets, auto of Cambio, en de andere dag werk je op kantoor of thuis via telewerk;

• coördineer en controleer je werken van nutsbedrijven en contractanten;

• beheer je gemeentelijke infrastructuur zoals wegen, voet- en fietspaden, rioleringen, grachten en pompinstallaties;

Elke dag brengt nieuwe uitdagingen en afwisseling!

Word jij onze nieuwe werftoezichter?

• en plan je vergaderingen in, woon je werfvergaderingen bij, zorg je voor de oplevering van werken, controleer je vergunningen en volg je herstellingen op.

Meer info vind je via www.grimbergen.be/vacatures, tel. 02 260 12 21 of via de QR-code

Solliciteren t.e.m. 16 april 2025 Meer info? www.grimbergen.be/vacatures 02 260 12 21

SATURDAY 22.11.2025

ZATERDAG 22.11.2025

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.