Hoe de middelbare school AnneessenFunck de spijbelproblematiek aanpakt
44 ‘Wij zijn één grote human family’
De levenswijsheden van Dalilla Hermans
05 EDITO
10 IN BEELD Cato Beljaars
12 IN DE KIJKER Op eigen kracht naar de kiezer
13 BEELDCOLUMN Delphine Frantzen
14 BRUSSEL KIEST De (on)zichtbare hand van Georges-Louis Bouchez
16 MOBILITEIT Is de lage-emissiezone uitstellen sociaal of net niet?
18 BIJGEDACHTE De werkloosheid beperken in de tijd is een stap terug
19 KORT GESPREK Wiskundige Sam Mattheus (VUB) over de Ramsey-getallen
21 BOTANISCH BRUSSEL De valse tulpenboom van koning Filip
22 BIG CITY Waarom zie ik geen bloemenverkoopsters meer in het centrum?
23 SPORTING FLAGEY Een emotioneel weerzien
24 COVERSTORY Brussel staat op de vegan kaart
30 DE SLAAPKAMER van Sophia
34 COLUMN Juffen en Meesters
35 SELECT Filmregisseur Michiel Blanchart maakt zijn Brussel tot het decor van een jachtige stadsthriller Klein onderhoud Tom Skinner
Eat & Drink Piña De vijf inzichten Dalilla Hermans
Georges-Louis Bouchez – met op de achtergrond de Magnolia grandiflora – op auditie bij de koning voor de federale regeringsonderhandelingen, maar de MR-voorzitter speelt ook een prominente rol in de Brusselse formatie.
23 › 28 sept. 2024
6 DAGEN
La Tricoterie Brussel 2024
om de transitie in uw bedrijf te verwelkomen
De Shifting Economy Week nodigt u uit voor de 4e editie!
Welke impact heeft de economische transitie naar meer ecologische en sociale duurzaamheid op productie, marketing, human resources, strategie en management?
De Shifting Economy Week 2024 focust op deze vijf beroepstakken die van cruciaal belang zijn voor een succesvolle interne transitie. Op de agenda staan collaboratieve workshops, inspirerende voordrachten en ontmoetingsmomenten.
Op het programma
online
23/09 - 28/09
Webinars, video’s en voordrachten aangeboden door het festival The Wonder
Zie de website van Shifting Economy voor meer info en inschrijving
De SEW-evenementen zijn GRATIS. Inschrijven is verplicht.
Het evenement wordt georganiseerd door:
Op het programma in La Tricoterie (Brussel)
24/09
Human resources, leadership, en governance
Hoe kan ik duurzame praktijken doorvoeren in mijn teammanagement?
Businessmodel en strategie
Kennismaking met innoverende strategieën voor maatschappelijk verantwoord management.
25/09
Boekhouding en financiën
Hoe pas ik mijn financiële werkmethoden aan om duurzame initiatieven te ondersteunen?
Marketing en verkoop
Hoe kan ik mijn diensten en producten op een ethisch verantwoorde manier promoten?
26/09
Productie
Productieprocessen heruitvinden om uw ecologische voetafdruk te verkleinen.
Avondprogramma: ontmoetingen en debatten met ondernemers en experten, o.a. Eva Sadoun, economiste, medevoorzitster van ‘Mouvement Impact France’ en een van de woordvoerders van het collectief ‘Nous Sommes Demain’.
In samenwerking met:
COLOFON
BRUZZ
Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65
ABONNEMENTEN
Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80
Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar.
OPLAGE
55.000 exemplaren.
ADVERTEREN?
Marlies De Deygere 02-650.10.81
marlies.dedeygere@bruzz.be
DISTRIBUTIE
Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be
ALGEMENE DIRECTIE
Dirk De Clippeleir
ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR
Klaus Van Isacker
COÖRDINATOR MAGAZINE
Maarten Goethals
ARTDIRECTOR
Heleen Rodiers
VORMGEVING
Ruth Plaizier
EINDREDACTIE
Karen De Becker, Kurt Snoekx
WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER
Eva Christiaens, Luana Difficile, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Charlotte Deprez, Andy Furniere, Luc Kempen, Karl Meesters, Niels Ruëll, Maya Toebat, Marjon Udo, Michel Verlinden (medewerkers)
VERTALING
Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer
FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE
Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Koen Cypers
Flageyplein 18, 1050 Elsene.
BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
MELD NIEUWS
Zelf nieuws gespot?
Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be
VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels
WWW.BRUZZ.BE
Maarten Goethals
Coördinator Magazine
Veganisme
“Een vegetarische levensstijl begint vaak bij een vernieuwd ethisch bewustzijn”
Als verstokte vleeseter zeg ik het niet graag, maar de argumenten om dieren te kweken enkel met als doel om voedsel te produceren, verliezen steeds meer aan overtuiging. Nochtans: ik kan genieten van een lekkere entrecote in botersaus of van lam met knoflook. De smaak, de geur, de textuur ervan: met een glas rode wijn erbij mag ik mezelf de gelukkigste mens van de wereld noemen. Intussen zit mijn geweten mij hoe langer hoe meer in de weg. Ik besef tegen welke prijs die levensstijl komt: een verhoogde ecologische voetafdruk, een verhoogde cholesterol, en een verhoogd besef van dierenleed. Die kennis –aangescherpt door filmpjes van bijvoorbeeld de horror in slachthuizen – kan ik niet negeren en vormt de grond van een nieuw soort ethisch bewustzijn. Weet dat ik het probeer: het negeren. Niets zo vervelend als verantwoordelijkheid nemen. Niets zo lastig als iets lekkers opzijzetten. Toch kan een alternatieve levensstijl perfect. Verderop in het magazine blijkt hoe uitgerekend in Brussel het vegetarisme en zelfs het veganisme steeds meer aan terrein winnen, zowel in de schappen van winkels als in de hoofden van consumenten (p. 24).
Radicaal switchen lijkt voor mij persoonlijk niet de juiste manier. Maar minderen? Daarin kan ik wel vermeerderen.
FR En tant que carnivore invétéré, j’ai du mal à l’avouer, mais les arguments défendant l’élevage de bétail avec comme unique objectif de produire de la nourriture ont de plus en plus de mal à convaincre. J’adore pourtant une bonne entrecôte à la sauce au poivre ou un morceau d’agneau à l’ail. Le goût, l’odeur, la texture… Accompagné d’un verre de vin rouge, je me considère comme l’homme le plus heureux du monde. Mais entre-temps, ma conscience est dans l’impasse. Je me rends compte du coût engendré par ce mode de vie : une empreinte écologique et un taux de cholestérol plus élevés, et une plus grande prise de conscience de la souffrance animale. Après avoir vu les vidéos d’horreur dans les abattoirs, difficile de l’ignorer. Ainsi, une nouvelle base de prise de conscience éthique voit le jour. J’essaie pourtant de l’ignorer. Rien de plus ennuyeux que de prendre ses responsabilités, ou de mettre son steak de côté. Mais un mode de vie alternatif est possible. Dans ce magazine, vous lirez que le végétarisme et même le véganisme gagnent en importance à Bruxelles, tant dans les magasins que dans la tête des consommateurs (p. 24). Personnellement, un changement radical ne me semble pas la bonne méthode. Mais diminuer notre consommation ? Ça, je pourrais l’accepter.
EN As an inveterate meat eater, it hurts to admit it but the arguments for breeding animals solely for the purpose of producing food are increasingly sounding more and more hollow. Yet I still enjoy a great sirloin steak in butter sauce or lamb with garlic. The taste, the smell, the texture of it. Accompanied by a glass of red wine, I feel like the happiest person in the world. But my conscience is weighing heavier and heavier upon me. I realise the price tag of that lifestyle: an increased ecological footprint, increased cholesterol, and increased awareness of animal suffering. I cannot ignore that awareness – sharpened by videos of the horror in slaughterhouses, for example – and it forms the ground of a new kind of ethical consciousness. I certainly try my best to ignore it, there is nothing as annoying as taking responsibility. Nothing as inconvenient as giving up something enjoyable. Yet an alternative lifestyle is perfectly possible. In this issue, you can read about how, in Brussels alone, vegetarianism and even veganism are gaining ground, both on the shelves of the shops and in the minds of consumers (see page 24). The radical switch does not feel like the right way for me personally. But reducing my consumption of meat? That is something I can do more of.
‘Bedrijfswagens zijn een ramp voor de mobiliteit’
Het ondernemingsklimaat in Brussel moet beter, zegt Thierry Geerts (58), de ex-baas van Google België die vlak voor de zomer Olivier Willocx opvolgde als CEO van de Brusselse Kamer van Koophandel BECI. “Vergunningen slepen nu eindeloos aan en er zijn te veel belastingen.”
door Eva Christiaens en Bettina Hubo foto’s Bart Dewaele
De kantoren van BECI aan de Louizalaan ondergingen de afgelopen jaren een flinke metamorfose. De verouderde, wat sombere lokalen veranderden in drie moderne etages met veel licht, hout en groen. De twintig medewerkers werken nu in een open space, aan één lange kronkelende tafel. Voorts zijn er tal van vergader- en seminarieruimtes, telkens met koffiecorner en telefoonboots in de buurt, er is een magnifiek houten terras bedoeld voor netwerkparty’s en beneden kunnen BECI-leden werken of afspreken in een grote lounge.
“Ze zijn voor de herinrichting ook bij Google komen kijken,” lacht Geerts als hij het vergaderzaaltje binnenkomt dat verhipt is met een grammofoon en lp’s. Twaalf jaar lang leidde hij de Belgisch-Luxemburgse tak van die Amerikaanse IT-gigant, tot hij begin dit jaar besloot dat het tijd was voor iets anders.
In juni werd hij CEO van BECI in opvolging van Olivier Willocx, die was overgestapt naar de politiek en inmiddels in het Brussels parlement zit voor MR.
Na drie maanden voelt Geerts zich nog steeds een beetje stagiair, zegt hij. “Maar ik sta te popelen om de Brusselse bedrijven op de kaart te zetten en het imago van Brussel te verbeteren.”
Rond uw benoeming was er wel een kleine controverse. Sommige bestuurders bij BECI vroegen zich af of u, als Antwerpenaar, wel voldoende vertrouwd was met het ingewikkelde institutionele en politieke landschap in Brussel en met het typisch Brusselse economische weefsel, bestaande uit heel veel kleine bedrijfjes. Hoe Brussels bent u?
THIERRY GEERTS: Ik ben hier geboren, mijn moeder is Brusselse, ik heb hier gestudeerd en heb hier altijd gewerkt. Zo heb ik een industriële wasserij geleid in Schaarbeek. Mij bekritiseren omdat ik in Antwerpen slaap, vind ik vreemd. Ik vertrek om 6 uur ’s ochtends en ben in een half uur in Brussel. Veel Brusselaars zijn langer onderweg.
De kwestie is of ik Brussel voldoende begrijp om de bedrijven van deze stad te kunnen verdedigen. Ken ik het politieke
kluwen? Ja, bij Google had ik op alle niveaus contacten. En ken ik genoeg leden? Ik heb voor Google programma’s opgestart om kmo’s beter online te krijgen. Ik ben ook al twintig jaar business angel (durfkapitaalverstrekker, red.), in mijn vrije tijd adviseer ik bedrijfjes, ook Brusselse, en investeer ik in sommige daarvan. Ik ken genoeg kmo’s in Brussel.
Hoe ziet u de rol van BECI?
GEERTS: We vertegenwoordigen de bedrijven tegenover de politiek en tegenover de sociale partners. Voorts is er de dienstverlening aan onze 35.000 leden.
BIO
• Geboren in 1966 in Elsene
• Opgegroeid in Antwerpen/Wilrijk
• Studeerde handelsingenieur aan de VUB
• Werkte als directeur van industriële wasserij Euroblan in Schaarbeek, was bij de Vlaamse Uitgeversmaatschappij verantwoordelijk voor de huis-aan-huisbladen en werd in 2011 CEO van Google België en Luxemburg
• Is sinds 1 juni CEO van de Brusselse Kamer van Koophandel Beci
• Woont in Wilrijk
We helpen hen bijvoorbeeld met hun exportdocumenten, we geven opleidingen en onze leden kunnen hier podcasts opnemen. Ten slotte brengen we de ondernemingen met elkaar in contact zodat ze kennis kunnen delen.
U was tot voor kort zelf CEO van een in Brussel gevestigd bedrijf. Wat waren de grootste obstakels waar u met Google tegenaan liep?
GEERTS: Mobiliteit, veiligheid en netheid. Dat zijn de drie grootste problemen voor zowel de burger als de ondernemingen in Brussel.
Onze medewerkers kwamen bijna allemaal met het openbaar vervoer, want Google geeft geen bedrijfswagens. Het openbaar vervoer in Brussel is echter niet altijd even stabiel. Als er files zijn, kunnen ook de bussen niet vooruit en ’s avonds is het in de metro een stuk minder aangenaam.
Als je internationale bezoekers rondleidt, laat je hen ook liefst een propere stad zien. Wie in Londen arriveert met de Eurostar, belandt in een prachtige wijk. Hier in Brussel tonen we de treinreiziger bij aankomst meteen al onze problemen.
Desondanks vond u voldoende personeel?
GEERTS: Voor Google, met zijn reputatie, is dat geen enkel probleem, maar ik merk dat veel BECI-leden het heel moeilijk hebben om de juiste mensen te vinden. Dat is voor veel bedrijven het grootste obstakel om te groeien.
Dat doet me pijn, want Brussel telt 90.000 werkzoekenden. De werkzaamheidsgraad is dit jaar nog gedaald, naar 63,3 procent, terwijl het streefdoel 80 procent is. Brussel scoort het slechtst van de drie regio’s.
Het probleem is de match tussen vraag en aanbod. Opleiding en vorming
Thierry Geerts, CEO van BECI: “Brussel moet meer het Atomium uitspelen, in plaats van altijd Manneken Pis, bier en chocolade.”
moeten veel beter afgestemd zijn op de jobs waar schaarste heerst. Ik vind dat je werkzoekenden moet verplichten om de juiste opleiding te volgen, en niet zomaar een opleiding. Als ze daarna een passende job aangeboden krijgen, moeten ze die aannemen, misschien niet de eerste, maar wel de tweede. We moeten strenger zijn.
Hebt u over deze problemen al gesproken met de Brusselse formateurs, David Leisterh (MR) en Elke Van den Brandt (Groen)?
GEERTS: Zeker. Wij proberen te benadrukken dat bedrijven belangrijk zijn, dat ze deel van de oplossing zijn, niet het probleem.
Bent u tevreden dat de MR na twintig jaar opnieuw in de Brusselse regering zal zitten?
GEERTS: Wij zullen met elke coalitie werken. Dat hebben we altijd gedaan.
Wat moet de volgende regering zeker beter doen?
GEERTS: Het ondernemingsklimaat moet beter, dat hoor je bij alle bedrijven. In Vlaanderen is het een stuk aantrekkelijker. Daar is het eenvoudiger om een bedrijf te hebben. In Vlaanderen wordt een succesvolle ondernemer op handen gedragen. In Brussel en in heel Franstalig België is dat niet zo. Spijtig. We hebben het de ondernemers niet gemakkelijk gemaakt.
Waar zit het hem in, dat ongunstige ondernemersklimaat?
GEERTS: Dat gaat over veel, te beginnen bij de administratie. Vergunningen die eindeloos aanslepen en de enorme hoeveelheid papierwerk die van ondernemers wordt gevraagd. Alles moet tegenwoordig gerapporteerd worden en vaak moet je meerdere keren dezelfde informatie geven. Als bakker wil je brood bakken en je klanten zien, maar je hebt geen zin om voor de zoveelste keer in te vullen dat je zoveel vierkante meter winkelruimte
hebt, zoveel machines, zoveel werknemers. Dat moet eenvoudiger.
En dan zijn er de belastingen, van het gewest en de gemeenten. Ondernemingen betalen hier veel belastingen, meer dan in de andere gewesten. De bedrijven spreken zelfs van pestbelastingen. Zo probeerde de gemeente Molenbeek een taks te heffen op zelfscankassa’s. BECI heeft dat, samen met handelsfederatie Comeos, gelukkig kunnen voorkomen.
Maar het gaat even goed om de kleine zelfstandige die niet meer met zijn camionnette tot bij zijn klanten geraakt of exportsubsidies die plots stoppen omdat het budget op is.
Denkt u dat het ongunstige ondernemersklimaat in Brussel een rol speelt in de beslissing van Audi om te herstructureren, mogelijk te sluiten?
GEERTS: Het dossier-Audi moet je natuurlijk in een internationale context bekijken, maar heeft Brussel Audi de afgelopen twintig jaar geholpen met de mobiliteit voor zijn medewerkers? Ik denk dat er maar één of twee treinen per uur stoppen. De werknemers moeten er dus naartoe met de wagen, maar opeens werd er een belasting geheven op de parking. Is dat de reden van sluiting? Neen, maar bevorderlijk is het ook niet.
Hoe komt u zelf naar Brussel? Hebt u intussen wel een bedrijfsauto?
GEERTS: Ik heb er geen gewild. Als je je eigen mobiliteit niet betaalt, rijd je minder bewust. Ik kom met mijn eigen wagen, of met het openbaar vervoer.
Bedrijfswagens zijn een ramp voor de mobiliteit. We moeten ervan af, maar je kan er in dit land met zijn hoge loonkosten niet zomaar mee stoppen. Anders verliezen mensen een stuk van hun salaris.
BECI laakt ook het begrotingstekort en de torenhoog oplopende schuld van het Brussels Gewest. Er moet fors bespaard
“In een goed bedrijfsklimaat hebben ondernemingen geen subsidies nodig”
worden. Moeten de ondernemingen daarin ook niet hun deel doen en bijvoorbeeld accepteren dat bepaalde subsidies verdwijnen?
GEERTS: Wij zeggen: eigenlijk hebben wij geen subsidies nodig. Dat kan echter alleen als het ondernemingsklimaat optimaal is, als de mobiliteit op punt staat en bedrijven snel de juiste medewerkers vinden. Dat is nu niet het geval. Bovendien geven de andere gewesten ook volop subsidies. Ze zomaar stopzetten kan dus niet. We vragen echter geen nieuwe subsidies. Wij willen het vooral mogelijk maken dat de bedrijven het veel makkelijker hebben om te ondernemen. Dan kunnen ze zonder subsidies, want dan draaien ze goed.
Voor u moet de Brusselse economie de komende jaren hard inzetten op artificiële intelligentie (AI). Hoe kan AI de Brusselse economie stimuleren?
GEERTS: Brussel zal niet de hoofdstad van de artificiële intelligentie worden, Silicon Valley en China waren ons voor. Brussel moet wel de kampioen worden in het toepassen van AI. Honderdvijftig jaar geleden hebben wij de elektriciteit ook niet uitgevonden, maar we hebben die uitvinding wel aangewend voor toepassingen. We hebben een elektrisch gestuurde economie ontwikkeld en elektrische trams naar heel de wereld geëxporteerd.
Als we dat nu opnieuw willen doen, helpt het natuurlijk enorm als ook de nieuwe regering duidelijk zegt: Brussel zal AI omarmen.
Hoe krijg je de bedrijven zo ver dat ze op de AI-trein springen?
GEERTS: Veel ondernemingen zijn momenteel nog in verwarring en ook bang. We moeten dus veel uitleg geven en cursussen
Thierry Geerts: “Brussel zal niet de hoofdstad van de artificiële intelligentie worden, maar moet wel de kampioen worden in het toepassen van AI.”
beeld je e-mails sneller beantwoorden, en dankzij de tijdwinst kun je je klanten beter bedienen.
En nee, ik denk niet dat dat uiteindelijk nadelig is voor de werkgelegenheid. Bepaalde taken kunnen vervangen worden door AI, maar de job zelf verdwijnt niet. Neem een boekhouder, die tikt meestal ook niet meer alle facturen over, maar gebruikt een softwaretool. Zijn er daardoor minder boekhouders? Integendeel, het is een knelpuntberoep.
Tot slot, ook het imago van Brussel moet opgepoetst, vindt BECI. Niet simpel met al die problemen.
GEERTS: We zijn in Brussel specialist om al onze minnen naar buiten te brengen. Belgen zijn niet trots op hun hoofdstad, terwijl hier ook veel troeven zijn. Vraag maar aan de vele expats die het hier aangenaam wonen vinden. Redelijke huurprijzen, gratis onderwijs, heel divers, veel cultuur, al die leuke rooftops die er bijkomen.
Er zijn de challenges, werkloosheid, onveiligheid, mobiliteit, en je mag eisen dat die opgelost worden, maar je moet ze niet te veel benadrukken.
Brussel is vijf keer hoofdstad. Van Europa, België, Vlaanderen, de Franse Gemeenschap en de Navo. Dat is een geweldig voordeel, het is de reden dat veel bedrijven hier graag met hun hoofdzetel zitten.
En er is het Atomium.
aanbieden. BECI zal dat de komende jaren volop doen.
Bedrijven die AI toepassen kunnen dertig procent efficiëntiewinst halen. Elke onderneming heeft er trouwens baat bij. Als je AI-tools gebruikt, kun je bijvoor-
GEERTS: Ja, mijn favoriete plek in Brussel. Ik ben smoorverliefd op alles wat met Expo 58 te maken heeft. Met de directie van Google ben ik ooit gaan eten in de bovenste bol. Geweldig vonden ze het.
Dat moet Brussel uitspelen, in plaats van altijd Manneken Pis, bier en chocolade naar voren te schuiven.
COMMENT REDYNAMISER LES ENTREPRISES BRUXELLOISES
FR Le climat pour les entreprises à Bruxelles doit être amélioré, selon Thierry Geerts, ancien patron de Google Belgique et actuel PDG de la Chambre de Commerce de Bruxelles (BECI). « En Flandre, on admire les entrepreneurs à succès, mais pas à Bruxelles. » Qu’est-ce qui freine les entrepreneurs bruxellois ? « La lenteur de l’obtention des permis, la charge administrative et des impôts plus élevés. »
HOW TO IMPROVE BRUSSELS’ BUSINESS CLIMATE
EN The business climate in Brussels needs to improve, says Thierry Geerts, the ex-boss of Google Belgium who succeeded Olivier Willocx as CEO of the Brussels Chamber of Commerce, BECI for short. “Flanders provides all sorts of support for successful businesses, Brussels doesn’t.” What is holding back Brussels entrepreneurs? “Permits that drag on endlessly, the paperwork, and higher taxes.”
In beeld door Cato Beljaars
‘Top merken’
Ergens vlak bij metrostation Simonis worden wandelaars kil aangekeken door een halfnaakte paspop, die niet lacht. De winkel lijkt ook wel een boeltje, van buitenaf gezien, met alle kleren op een hoopje tegen het raam gegooid. Nochtans zijn het – volgens een affiche – allemaal ‘top merken’ (sic) afkomstig van Ierland en ‘UK/ England’. De muur van hoeden, T-shirts en truien verbergen het zicht naar binnen, wat het allemaal slordig, maar ergens ook mysterieus maakt. Wie werkt daar, wie verdient daar iets aan, wie gaat daar shoppen? MG
In de kijker
Op eigen kracht naar de kiezer ‘Op een Franstalige lijst staan is makkelijk’
Nederlandstalige partijen die opkomen bij de gemeenteraadsverkiezingen gaan doorgaans in zee met de lijst van een Franstalige partner. Vooral N-VA en Vlaams Belang proberen het op eigen kracht.
Wie op 13 oktober een Open VLD-, CD&V- of Groen-lijst zoekt, zal eraan zijn voor de moeite. De partijen komen overal samen met een partner op, meestal de natuurlijke evenknie aan Franstalige zijde. Voor Vooruit.brussels is er een uitzondering op die regel: in Schaarbeek doet de partij het helemaal alleen.
De reden om samen in zee te gaan ligt voor de hand: inhoudelijk liggen de standpunten van zusterpartijen vaak niet zover uiteen. Samen campagne voeren spaart een pak tijd en geld, en het levert ook een breder netwerk op. “Nederlandstalige kandidaten bereiken via hun Franstalige contacten ook meer potentiële kiezers,” zegt fractiesecretaris Johan Basiliades van Open VLD.
Die moeilijke eerste zetel
Erg belangrijk: de zetelverdeling voor de gemeenteraad gebeurt in België volgens het Imperiali-systeem, dat lijsten met veel stemmen bevoordeelt. Het principe werd in 1921 ingevoerd om een te grote versnippering van het politieke landschap tegen te gaan.
“Vooral de eerste zetel halen wordt met dit systeem moeilijk,” zegt Neal Raes van Vooruit.brussels. “Stel dat de Kamerverkiezingen van juni gemeenteraadsverkiezingen waren geweest, dan had N-VA in Anderlecht met 1.300 stemmen bijvoorbeeld geen enkele zetel gehaald, terwijl Ecolo aan 3.047 stemmen genoeg zou hebben voor drie zetels.”
Niet elke Nederlandstalige partij heeft de luxe om samen te gaan met een Franstalige evenknie. N-VA doet het bijvoorbeeld op eigen kracht. Navraag bij de partij leert dat de Vlaams-nationalisten straks opkomen in negen Brusselse gemeenten: Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren, Ukkel, Stad Brussel, Molenbeek, Jette, Anderlecht en Koekelberg.
Negen gemeenten is beduidend minder dan de veertien van 2018, waar de partij uiteindelijk zeven gemeenteraadsleden behaalde. “Deze keer kiezen we vooral voor gemeenten waar we sterk staan,” legt boegbeeld Cieltje Van Achter uit. “Op een Franstalige lijst gaan staan is makkelijk, maar
een eigen campagne vraagt veel energie.” Dat begint al bij handtekeningen ronselen om een lijst te kunnen indienen. Elke lijst moet de handtekening krijgen van honderd burgers of van twee aftredende gemeenteraadsleden, nog een aspect dat grotere partijen bevoordeelt.
In Schaarbeek, waar Van Achter in 2018 niet verkozen raakte, zag ze naar eigen zeggen hoe groot de nood is aan een echte Vlaamse oppositie. “Dat is onder meer zo rond tweetaligheid. Deze zomer was er bijvoorbeeld geen enkel aanbod aan vakantiekampen in het Nederlands.”
In de ezelsgemeente is er met Vooruit.brussels nog een Nederlandstalige partij met een eigen lijst. Lijsttrekster Hannelore Goeman noemt die
stap zeker geen negatieve keuze tegenover de PS, maar geeft ook toe dat de standpunten over een heet hangijzer als mobiliteit verschillen. “Ook hebben we gezien dat het aantal Nederlandstaligen in Schaarbeek stijgt, dat biedt dus kansen.” De lijstplaats speelde eveneens mee. In plaats van de tweede plek zoals in 2018, had Goeman deze keer genoegen moeten nemen met de vierde plek, terwijl ze in 2018 al niet verkozen was van op plaats twee.
Hoe moeilijk het is om in je eentje te scoren, weet ook Vlaams Belang. Zes jaar geleden kwam die partij op in vijf Brusselse gemeenten, maar leverde dat nergens een gemeenteraadslid op. Lokaal voorzitter Bob De Brabandere houdt het voorlopig op
“minstens drie gemeenten”. De voorbije weken probeerde de partij nog naarstig handtekeningen te sprokkelen via Facebookadvertenties, maar ook met huis-aan-huisbezoeken.
Al die moeite doen om uiteindelijk hooguit één gemeenteraadslid te behalen, is dat de inspanning wel waard? Het antwoord is steevast een volmondige ja. “Niet vertegenwoordigd zijn is een ongelofelijke handicap,” merkte Hannelore Goeman de afgelopen legislatuur. “Terwijl er zoveel thema’s zijn om op te wegen: mobiliteit, netheid …” Ook Vlaams Belang zou wat graag lokale gekozenen hebben. “Je kan dan lawaai maken over thema’s die anders onder de mat worden geveegd.” Politicoloog Dave Sinardet (VUB) beaamt: “Een gekozene helpt om lokale afdelingen levend te houden, die op hun beurt het gewestniveau versterken.”
Opdeling in taalgroepen
is het aantal gemeenten waar de N-VA een eigen lijst indient voor de komende gemeenteraadsverkiezingen, vorige keer waren dat er nog veertien
1keer komt Vooruit.brussels met een eigen lijst op: in Schaarbeek. In de andere gemeenten is de partij gekoppeld aan een Franstalige partner
Behalve de klassieke Nederlandstalige partijen trekt ook Team Fouad Ahidar straks op eigen houtje naar de stembus in minstens acht gemeenten. Het fenomeen van de afgelopen gewestverkiezingen is echter de eerste om toe te geven dat het niet om Nederlandstalige lijsten gaat. “Een groot deel van de kandidaten is Franstalig, dat is ook logisch als je zoveel mensen nodig hebt op een lijst.”
Politicoloog Sinardet herinnert eraan dat de gemeenschappelijke lijsten een relatief recent fenomeen zijn. “In de jaren 1970 en 1980 was dat de uitzondering, toen was de communautaire spanning natuurlijk ook groter en hadden we meer Vlaamse kartellijsten. Maar die natuurlijke keuze voor tweetalige lijsten moet ons misschien toch eens aanzetten om die opdeling in taalgroepen op het gewestniveau te herdenken.” KRIS HENDRICKX
Regeringsonderhandelingen De (on)zichtbare hand van de liberale voorzitter
Hij schuift mee aan de tafel van de Brusselse regeringsonderhandelingen en hij vuurt zijn lokale afdelingen aan om samen met Les Engagés de burgemeesterssjerp te pakken in minstens zeven Brusselse gemeenten: nooit eerder moeide een nationale voorzitter zich zo sterk in de hoofdstedelijke politiek als Georges-Louis Bouchez voor MR. “Hij zal zijn stijl niet snel laten varen.”
MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez is echt overal. Ook in de Brusselse politiek. Voor het eerst zit een nationale partijvoorzitter uit Wallonië mee aan tafel van de Brusselse regeringsonderhandelingen. Ook Les Engagés kiest voor die strategie, voorzitter Maxime Prévot onderhandelt mee.
De Brusselaars maken sinds jaar en dag hun eigen regering, ver weg van het nationale partijgewoel. Meestal was dat voor 21 juli ook bezegeld, minder dan twee maanden na de verkiezingen. Dat is anno 2024 helemaal anders.
“Het is duidelijk dat, voor het eerst sinds 1989, de Brusselse regeringsonderhandelaars echt rekening moeten houden met invloeden van buitenaf,” zegt ULB-politoloog Pascal Delwit. “De kaarten liggen moeilijk in Brussel, dat is een objectief feit, maar de link tussen de verschillende formaties, of het nu federaal,
Vlaams of Brussel is, is vandaag duidelijk. En dat is nieuw.”
Delwit zag dat al van dag één na de verkiezingen.
Formateur David Leisterh (MR) moest wachten tot de Franse en Waalse regeringen werden gevormd, alvorens echte gesprekken te kunnen opstarten.
Opmerkelijk: die nieuwe dynamiek – het nationale partijbureau zet in Brussel de lijnen uit – zet zich ook door op lokaal niveau: “Het is de wil van MR en Les Engagés om in Wallonië en in Brussel samen lokaal in zoveel mogelijk gemeenten aan de macht te komen,” zegt Pascal Delwit. “Bouchez heeft daarbij twee doelstellingen: Ecolo in zoveel mogelijk gemeentebesturen aan de kant zetten en tegelijk zoveel mogelijk burgemeesters terugwinnen.”
Voor dat laatste moeten we terug naar de verkiezingen van 2018. De MR hield toen in
“De link tussen de Brusselse, Vlaamse en federale onderhandelingen is duidelijk. En dat is nieuw”
Brussel nog maar twee burgemeesters over. Ze verloor er vier. Een opdoffer van formaat voor een partij die historisch altijd een belangrijke rol heeft gespeeld in de hoofdstad. Veel Ecolokiezers hadden de MR vaarwel gezegd, zo bleek achteraf uit onderzoek.
Maar de MR heeft na de verkiezingen van oktober 2018 ook het vaste voornemen gemaakt om in Brussel op regionaal niveau na twintig jaar oppositie weer aan de macht te komen én het aantal burgemeesters op te schroeven. Die eerste kaap is alvast genomen.
Vastgeklikt
Bouchez rekent nu op zes à zeven blauwe burgemeesters. Daarbij komt het verbond met Les Engagés hem goed uit. Door zich aan elkaar vast te klikken staan beide partijen een stuk sterker, en kunnen ze het verschil maken.
De entente is zichtbaar in de lijstvorming op lokaal niveau.
In al zeker zes van de negentien gemeenten – Schaarbeek, Watermaal-Bosvoorde, Sint-Pieters-Woluwe, Anderlecht, Sint-Gillis en Oudergem – komen MR en Les Engagés met een kartellijst op. In twee andere gemeenten – Etterbeek, Jette – is er al een voorakkoord
waarbij MR en Les Engagés samen een meerderheid willen vormen.
Natuurlijk spelen er soms ook lokale krachten. In Ukkel en Vorst lukte het voor de MR niet met Les Engagés, en gaat de partij met Défi in zee. In Ganshoren wordt de MR zelfs door Les Engagés uitgesloten, door een voorakkoord met PS en Défi.
Aan de andere kant: ook waar geen voorakkoord is, kunnen MR en Les Engagés de coalitie mee bepalen door zich aan elkaar vast te klikken. Dat is bijvoorbeeld zo in Brussel-Stad. Als de huidige coalitie PS-Ecolo geen meerderheid heeft, zou burgemeester Philippe Close (PS) bijvoorbeeld Les Engagés erbij kunnen nemen, maar als die zich vastklikt aan de MR, dan verhoogt de kans dat MR en Les Engagés opnieuw in het schepencollege komen. Ten koste van Ecolo-Groen.
“Bouchez wil Ecolo in zoveel mogelijk gemeentebesturen aan de kant zetten,” zegt ULB-politoloog Pascal Delwit.
En zo kan de MR proberen om de groenen zoveel mogelijk naar de oppositie te duwen. In een aantal gemeenten, zoals
Sint-Pieters-Woluwe, Etterbeek en Ukkel, is die trend nu al ingezet, door kartellijsten te maken of voorakkoorden te sluiten, zonder Ecolo-Groen.
Coup de théâtre
Zeker is dat Bouchez het hard zal spelen, of het nu bij de vorming van de colleges is, of bij die van de Brusselse regering. De coup de théâtre van vorige week, waarbij de Franstaligen via het parlement eenzijdig uitstel willen bekomen van de uitrol van de lage-emissiezone (lees p.16), maar daarmee meteen ook het vertrouwen met de toekomstige coalitiepartner Groen opblies, is vintage GeorgesLouis Bouchez. Al moet daar bij verteld worden dat voor dat dossier Les Engagés en PS ook mee in de coup zitten.
Net zo goed zal de Waal Bouchez er niet voor terugdeinzen om op lokaal Brussels niveau tussenbeide te komen. Ook daar is hij niet aan zijn proefstuk toe. Toen Saliha Raïss (Vooruit) vorig jaar als schepen werd voorgedragen in Sint-Jans-Molenbeek was Bouchez er als de kippen bij om de lokale MR-mandatarissen, die er in de meerderheid zitten, te verbieden om daar de handtekening voor te leveren. Raïss draagt een hoofddoek,
en dat was voor MR-voorzitter Bouchez een aantasting van de neutraliteit van de staat. Die oekaze was dan weer best ongemakkelijk voor de lokale MR, want die zag het probleem niet echt.
Ook de manier waarop Bouchez Hadja Lahbib lijsttrekker heeft gemaakt in Schaarbeek kan alleen maar vanuit een nationale partijstrategie worden begrepen. Sinds Hadja Lahbib kandidaat is om Europees
GEORGES-LOUIS BOUCHEZ EST PARTOUT
FR Il s’est attablé aux négociations pour le gouvernement bruxellois et a urgé ses divisions locales de s’allier aux Engagés afin de conquérir le poste de bourgmestre dans au moins sept communes bruxelloises. C’est la première fois qu’un président national comme Georges-Louis Bouchez (MR) se mêle autant de la politique de la capitale. « C’est ce style bien à lui qui lui a permis de gagner les élections. »
commissaris te worden, is ze totaal ongeloofwaardig als MR-lijsttrekker in Schaarbeek, want beide mandaten zijn niet te combineren. Dat soort powerplay: Bouchez draait er zijn hand niet voor om.
Tot grote opluchting van de lokale MR, én van Lahbib zelf, zag hij vorige week vrijdag toch indat de positie van Hadja Lahbib niet houdbaar is. Ze is geen lijsttrekker meer en kan zich concentreren op haar hoorzitting in het Europees Parlement eind deze maand.
Handelsmerk
Volgens Pascal Delwit lijdt het geen twijfel dat de schaduw van Bouchez ook in de rest van de regeerperiode boven het Brusselse bestuur zal blijven hangen. En dat hij, net zoals hij tijdens de voorbije federale legislatuur deed, er alles zal doen om de MRbelangen in de verf te zetten, zelfs al zet dat de samenhang van de Brusselse regering permanent onder druk.
Pascal Delwit: “Fel uit de hoek komen is nu eenmaal de ‘marque de fabrique’ van Georges-Louis Bouchez. Nog los van zijn karakter, waarom zou hij die stijl laten varen? Het heeft hem een verkiezingsoverwinning opgeleverd.” En dat het tot strubbelingen en een instabiel beleid leidt, zal Bouchez dan worst wezen. Zolang hij maar kan winnen.
STEVEN VAN GARSSE
THERE IS NO ESCAPING GEORGES-LOUIS BOUCHEZ
EN He is part of the negotiations for a Brussels government and is encouraging his local associations to join up with Les Engagés to conquer the mayoral sash in at least seven Brussels communes. Never before has a national party leader been more involved in the politics of the capital city than MR’s Georges-Louis Bouchez. “He will not easily give up his style, he won the elections with it.”
De lage-emissiezone Is
uitstel sociaal of net niet?
Sociaal rechtvaardig of ronduit ongezond? Wat te denken van de beslissing van de Franstalige Brusselse onderhandelaars om de strengere LEZnormen met twee jaar uit te stellen? ”Mensen vergiftigen, is ook niet sociaal.”
Er was een duidelijke kalender: tegen 2030 moet heel Brussel dieselvrij zijn en in 2035 zijn ook benzinewagens niet meer welkom. Sinds 2018 bant het Gewest daarom stapsgewijs vervuilende wagens en op 1 januari 2025 zou die lage-emissiezone (LEZ) een nieuwe fase ingaan. Dan zouden dieselwagens met een euronorm 5 de baan niet meer op mogen, volgens mobiliteitsorganisatie Touring goed voor zo’n 33.000 voertuigen in Brussel, pendelaars niet meegerekend. Het gaat om voertuigen die voor het eerst ingeschreven werden tussen 2011 en 2015, of een kwart van alle dieselwagens in de hoofdstad. Daarbovenop moeten ook benzinewagens met euronorm 2 tegen januari vervangen of verkocht zijn. Te snel, vinden de Franstalige onderhandelaars van MR, Les Engagés en PS. Die vragen nu, vanuit het parlement, twee jaar uitstel zodat mensen zich “in een realistisch tempo kunnen aanpassen aan de volgende fase”. Met de overstap van een Défi-lid naar MR afgelopen week kunnen de toekomstige coalitiepartners met een nipte parlementaire meerderheid hun ordonnantie eigenhandig laten stemmen. Ze willen dat al op 16 september doen.
Pragmatisme, noemen de Franstaligen het zelf, en in
lopende zaken kan de huidige regering amper protesteren. Groen-formateur Elke Van den Brandt spreekt over een regelrechte vertrouwensbreuk. “Brussel had een helder plan. Daarvan afhaken, is een slecht signaal,” vreest ook professor bio-ingenieurswetenschappen Roeland Samson (Universiteit Antwerpen). “Elke ziekte die erbij komt, is er een te veel. Het kan ook een voorloper zijn van verder uitstel.”
Beperkt autobezit
Die tegenstand tegen LEZ’s hoor je niet alleen in Brussel. In verkiezingsmodus opperde ook de Gentse N-VA al een terugdraaiing en in Wallonië is de invoering van een overkoepelende LEZ vertraagd. Het sociale argument, vaak gebruikt door tegenstanders, wordt dit keer niet expliciet vermeld. Maar het huidige voorstel uit Brussel lag al op tafel in april, in volle verkiezingscampagne, en toen weerklonk dat wel.
“De luchtkwaliteit verbeteren is een goede zaak, maar we moeten Brusselaars ook toelaten om zich op een geschikte manier te kunnen verplaatsen,” zei PS-fractievoorzitter Ridouane Chahid toen. “Brussel is geen eiland. Een andere auto kopen vertegenwoordigt ondraaglijk hoge kosten voor veel te veel gezinnen,” tweette PS’er Philippe Boïketé. De partij Défi
2030
is het jaar waarin het Gewest dieselvrij zou moeten zijn, in 2035 zouden ook benzinewagens niet meer welkom zijn
4.000
extra voertuigen werden in Brussel door de eigenaars ingeleverd sinds de vorige LEZ-sprong in 2022
wou uitzonderingen, Les Engagés een overgangsperiode en MR lagere boetes. Deze week kwam ook de partij Vooruit met de vraag naar betere voorwaarden, specifiek voor lage inkomensgroepen.
“Milieuvriendelijk gedrag stimuleren via consumptiepatronen, zoals autobezit, heeft altijd een negatief effect voor lagere inkomensgroepen,” erkent socioloog Stijn Oosterlynck (Universiteit Antwerpen).
“Alleen gaat het bij de lageemissiezone zelden over de allerlaagste inkomensgroepen. Die wonen vaak op plaatsen met de minst gezonde lucht en hun autobezit is heel beperkt. Vanuit gezondheidsoogpunt zou je de LEZ net heel sociaal en gelijk kunnen noemen.”
Het wordt anders bij de iets hogere inkomensgroepen, van arbeiders tot de lagere middenklasse, zegt Stijn Oosterlynck. “Die groep bezit vaak wél een auto, maar geen bedrijfswagen en heeft niet de middelen om hun wagen snel te vervangen. In die zin is de lage-emissiezone niet sociaal. Bovendien leeft bij de laagste
inkomensgroepen vaak de wens om ooit wel een auto te bezitten. Die droom op sociale vooruitgang en vrijheid mag je niet onderschatten. Je riskeert met dit soort maatregelen het draagvlak voor een breder milieubeleid onderuit te halen. Want als je met een nietconforme wagen wel nog tegen betaling in de LEZ mag rijden, versterk je de perceptie dat het niet om milieubeleid, maar een belastingverhoging zou gaan,” leerde Oosterlynck uit eigen onderzoek.
Socialer zijn volgens hem circulatieplannen. “Die richten de straten anders in en zijn voor iedereen gelijk. De ruimte op de weg en het aantal parkeerplaatsen verkleinen, dus wie de wagen het minst nodig heeft, zal zich eerst aanpassen. Het recht op mobiliteit is niet gelijk aan het recht op een wagen.
Die circulatieplannen komen in Brussel niet snel van de grond, vaak door gelijkaardige tegenstand als bij LEZ’s. In meerdere gemeenten zijn herinrichtin-
gen in de geest van Good Move tegengehouden of teruggeschroefd. “In steden hangt de luchtkwaliteit van veel factoren af, zoals de breedte van de straat en de weginrichting. Wat het best is voor de lucht, is dus niet altijd een-op-een te berekenen, maar we weten wel dat een LEZ zal leiden tot een versnelde verandering – lees, verbetering – van het wagenpark,” zegt bio-ingenieur Roeland Samson.
Een voorbereide bestuurder zal geen vervuilende wagen meer kopen, is de logica. Leefmilieu Brussel bevestigt
dat: sinds de vorige LEZ-sprong in 2022 zijn 4.000 extra voertuigen geschrapt en vooral de laatste maanden leverden mensen hun wagen in. “De sociale effecten daarvan kan je indekken met premies, deelwagensystemen, taxi’s en openbaar vervoer,” zegt Samson.
Deur aan deur uitleggen
Nog beter is een LEZ in het hele land of zelfs Europa, en niet per gewest of stad.” Informatie over premies en vervoersalternatieven raakt niet altijd tot bij de laagste inkomensgroepen, zegt socioloog Oosterlynck. “In Antwerpen is het Oosterweeldossier pas in een stroomversnelling geraakt door het fijnstofargument deur aan deur uit te leggen aan grote groepen van de bevolking, ook arme bewoners langs de Ring,” zegt Stijn Oosterlynck nog. Dat gebeurde in samenwerking met medische centra.
“Het probleem van CO2- en stikstofuitstoot is dat de milieu- en gezondheidseffecten traag op gang komen,” zegt Samson. “Maar de temperatuur in onze steden neemt al toe, er zijn hittedoden, meer allergieën en astma. Mensen vergiftigen, is ook niet sociaal.”
Volgens een recente studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen heeft de LEZ de uitstoot van roetdeeltjes en stikstofdioxide wel degelijk versneld laten zakken in de meest arme wijken van de
LE REPORT DE LA ZONE BASSES ÉMISSIONS EST-IL SOCIAL ?
FR Socialement juste ou simplement malsain ? Que penser de la décision des négociateurs bruxellois francophones de reporter les normes plus strictes pour la zone à basses émissions ? « On ne peut pas sous-estimer le désir de progrès social et de liberté. Demander aux gens d’adapter leur modèle de consommation est certes un peu injuste, mais les empoisonner n’est pas social non plus. »
Brussel. Dat fijnstof kan kankers, hart- en vaatziekten, en astma veroorzaken, maar ook leiden tot meer mentale problemen zoals depressie. Ook luchtmetingen van Airscan en Les Chercheurs d’Air bevestigen de betere lucht sinds de start van de LEZ in 2018. “De internationale trend is om het aantal LEZ’s te verhogen,” zegt Eline Michiels van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. “Bovendien moeten alle Europese lidstaten tegen 2030 aan nieuwe normen over luchtkwaliteit voldoen.”
Het gunstige effect van circulatieplannen op de stikstofuitstoot door verkeer is bovendien acht keer kleiner dan dat van de Brusselse LEZ, zo berekenden onderzoekers van de UC Louvain. De geplande sprong op 1 januari zou volgens die studie 13,5 procent minder stikstofdioxide opleveren ten opzichte van vandaag. Alle volgende fasen leveren minder milieuwinst op.
“Mensen vragen om hun consumptiepatroon aan te passen, is altijd ergens onrechtvaardig. Ik zou het omdraaien: partijen die de LEZ willen tegenhouden vanuit een rechtvaardigheidsprincipe, moeten ook in Europa op tafel kloppen om de autoproducenten strenger te controleren,” vindt Oosterlynck. “Als die alleen propere modellen zouden bouwen, is iedereen ook gelijk voor de wet.”
EVA CHRISTIAENS
IS DELAYING THE LOW-EMISSION ZONE ABOUT POVERTY?
EN Socially just or bad for our health? What to make of the decision of the French-speaking negotiators for the Brussels government to delay the stricter standards for the low-emission zone? “The desire for social progress and freedom should not be underestimated. Asking people to adjust their consumption patterns is always unfair to someone, but poisoning people is not very fair either.”
De werkloosheid in de tijd beperken is een stap terug
Steven Van Garsse
Elke week neemt een BRUZZ-redacteur het nieuws op de korrel
“Brussel riskeert nog meer een stad te worden van haves en havenots”
Meer mensen aan het werk krijgen. Het is de vaste wil van de toekomstige federale regering. En zelfs al zit de formatie momenteel in een dip – de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen is in het hele land losgebarsten. Een van de recepten die N-VA, CD&V, Vooruit, MR en Les Engagés naar voren willen schuiven is de beperking van de werkloosheid in de tijd tot twee jaar.
De impact in Brussel zal niet min zijn. Het Brussels Gewest heeft met bijna vijftien procent de hoogste werkloosheidsgraad van ons land, goed voor zo’n 90.000 werkzoekenden.
De vakbondsorganisatie ABVV heeft, in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen, berekend wat de gevolgen zijn in ons land en in de grootsteden in het bijzonder. In Brussel zou door die maatregel het aantal leefloners met maar liefst 25.950 stijgen. Dat is een toename met 55 procent. Kortom, de Brusselse OCMW’s, die nu al kreunen onder de werkdruk, zullen overspoeld worden door werklozen die hun uitkering kwijtspelen.
Niet alleen het ABVV zegt dat. Ook arbeidsmarktspecialisten gaan ervan uit dat de beperking van de werkloosheid in de tijd de druk zal verhogen op de OCMW’s, én op de ziekteverzekering. En zo komen de kosten weer bij de samenleving terecht.
Ten gronde valt er natuurlijk wel iets voor te zeggen om de werkloosheid in de tijd te beperken. België is een van de weinige landen waar een onbeperkte werkloosheid bestaat. Bovendien is het
statuut bedoeld als vangnet voor wie werkloos wordt, en niet om mensen er jaren in te laten rondhangen.
Une fausse bonne idée
Dat laatste is niet alleen slecht voor de werkzoekenden, het kost de overheid ook handenvol geld, zowel in uitkeringen als in misgelopen belastinginkomsten. Het zet tot slot ook druk op de solidariteitsgedachte. De meeste Belgen zijn best wel bereid om bij te dragen aan het vangnet via werkloosheidsuitkeringen, maar niet als dat tot excessen en misbruiken leidt. En toch is de beperking van de werkloosheid in de tijd in het Brussels Gewest ‘une fausse bonne idée’. Want als het meer werklozen naar de ziekteverzekering drijft, of naar het OCMW, zal dat niet alleen de kosten voor de overheid
deels doen verschuiven, het zal ook veel moeilijker worden om die werkzoekenden te activeren, zeker omdat er duizenden werkzoekenden van de radar riskeren te verdwijnen. Als het de bedoeling is om de werkzaamheidsgraad te verhogen –meer mensen aan het werk –dan is dít alvast een stap terug.
Activering en opleiding
Het valt niet uit te sluiten dat de afschaffing van de werkloosheidsuitkering na twee jaar een groep zal motiveren om snel een baan te zoeken. Een veel grotere groep zal daar echter niet in slagen, eenvoudigweg omdat er geen werk voorhanden is dat aansluit bij hun opleiding of competenties, en deels ook door de discriminatie op de arbeidsmarkt. De armoede zal stijgen, de sociale ongelijkheid ook. Brussel
Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (Défi) zoekt manieren om meer Brusselaars aan het werk te krijgen.
BELGA
riskeert nog meer een stad te worden van haves en havenots.
Veel beter is het daarom om meer in te zetten op activering. VDAB heeft in Vlaanderen aangetoond dat dat mogelijk is, door proactiever de werklozen naar een baan te begeleiden. In Brussel heeft Actiris de werkloosheid aanzienlijk kunnen terugdringen in de periode 2014-2018, maar sindsdien stagneert het aantal werkzoekenden. Uit een audit van het Rekenhof eind vorig jaar bleek dat Actiris, toch goed voor 700 miljoen euro per jaar, manifest onderpresteert in de begeleiding van werklozen. Daar is dus zeker marge tot vooruitgang.
De verplichte competentiebalans die er dankzij minister Bernard Clerfayt (Défi) is gekomen is al een eerste stap in de goede richting, omdat die uitgaat van de talenten en de vaardigheden van de werkzoekenden. Al blijft het gebrek aan scholing nog altijd het grootste probleem.
Dat kan dan weer worden opgelost door in te zetten op opleiding, maar vooral door de Brusselse en Vlaamse arbeidsmarkt nog beter op elkaar te laten aansluiten. Dat vergt een mentaliteitsverandering, aan beide kanten. Vlaamse werkgevers moeten hun argwaan laten varen voor Brusselse werkzoekenden en omgekeerd zijn er nog te veel Brusselse werkzoekenden die werk in Vlaanderen afwijzen, iets waar Actiris dan weer te veel begrip voor opbrengt.
Complexe problemen vergen complexe oplossingen. De werkloosheid botweg beperken in de tijd klinkt dan wel als een manmoedige maatregel van een centrumrechtse regering, uiteindelijk riskeert de Brusselse arbeidsmarkt er allesbehalve haar voordeel bij te doen.
Kort gesprek
Sam Mattheus (VUB) wint Eos Pipet 2024
‘Ik
ben hier ook maar toevallig in gerold ’
Wiskundige Sam Mattheus (30) verdiepte zich in de Ramsey-getallen en ontdekte zo een en ander over grote netwerken.
Sam Mattheus kreeg vorige week de Eos Pipet 2024, een award van het wetenschapsblad Eos in samenwerking met de Jonge Academie. De prijs bekroont elk jaar een jonge, beloftevolle onderzoeker die in Vlaanderen actief is. .
Wat zijn Ramsey-getallen?
Het idee achter die getallen is dat er in grote netwerken, zoals sociale netwerken of logistieke netwerken, altijd structuur te vinden is. In de hersenen bijvoorbeeld zijn er miljarden hersencellen en die kunnen met elkaar communiceren. Of net niet. Als ik nu honderd hersencellen zie die allemaal met elkaar kunnen communiceren, dan is dat misschien niet zo’n verrassing. Maar als we kijken naar miljoenen hersencellen, en als die allemaal met elkaar kunnen communiceren, dan is de vraag of dat een gevolg is van het feit dat die met zoveel zijn, of dat er een bepaalde breinfunctie achter zit. Zelfs in ogenschijnlijk willekeurige netwerken verschijnen er onvermijdelijk deelstructuren als het netwerk groot genoeg wordt.
Kan je dat toepassen op bijvoorbeeld Facebook?
Ja, dat kan. Op Facebook ben je bevriend met mensen, of je bent niet bevriend met hen. Het punt is dat het netwerk zo groot is dat je daar ongetwijfeld groepen in zal vinden van mensen die elkaar allemaal kennen, of groepen van mensen die elkaar allemaal niet kennen. Dat is enkel en alleen omdat Facebook zo groot is, niet omdat er toevallig veel mensen zijn die heel populair zijn of net veel mensen die totaal geen vrienden hebben.
En op kleine groepen? Tien mensen op café op een vrijdagavond?
Ja, voor heel kleine groepen kan het ook. Van die tien mensen zal je er altijd drie kunnen selecteren die elkaar allemaal kennen, of drie die elkaar allemaal niet kennen. Dat lukt trouwens in de praktijk ook al met zes mensen.
Wat kunnen we er concreet mee doen?
Op dit moment niet zo veel. We begrijpen wel voor de eerste keer in dertig jaar beter wat groot nu eigenlijk betekent, als je het over grote netwerken hebt. Nu is het de kunst om dat verder verfijnen, zodat er iets concreets en iets relevants mee kan gedaan worden.
Ben je al jaren door gefascineerd door de Ramsey-getallen?
Nee, grappig genoeg niet. Ik ben er een tweetal jaar geleden toevallig in gerold. Ik las een artikel met een link tussen de Ramsey-getallen en de materie die ik bestudeerde in mijn doctoraat. Ik verdiepte me erin, en kijk: een goeie portie geluk leverde samen met hard werken resultaat op.
6 jongeren in een filmische roadtrip met een
Een groepje jongeren gaat op pad. Met een hoofd vol vragen en een hart vol verlangens. “Jullie zijn de toekomst!”, zegt men. “Maak er wat van!”, zegt men. In de tijd van Anton Bruckner gaf God richting aan het bestaan. Maar waar geloven jongeren nog in de dag van vandaag?
Magnolia grandiflora Fleurt de politieke foto’s aan het paleis op
Als koning Filip politici ontvangt op zijn paleis duikt op de achtergrond van de foto’s met handenschuddende prominenten een bijzonder groene struik op. Het gaat om de Magnolia grandiflora, een steeds populairdere stadsbewoner. door Andy Furniere
De voorbije halve eeuw heeft de Magnolia grandiflora haar groene plaatsje in de stad veroverd. De valse tulpenboom, zoals de magnolia ook wordt genoemd, is goed gewapend tegen luchtverontreiniging en de klimaatopwarming. En dankzij de veelvuldige passages op het paleis, leert de aandachtige kijker haar ook kennen. Hoewel: niet iedereen ziet de winterharde boom staan, want er bestaat zoiets als ‘plantblindheid’.
“Voor heel wat mensen verdwijnen planten helemaal in de achtergrond, omdat ze altijd aanwezig zijn en niet als uitzonderlijk worden beschouwd,” zegt Koen Camelbeke, directeur van het Arboretum Wespelaar in Haacht, ten oosten van Brussel. Magnolia’s zijn een specialiteit van het arboretum, dat onder meer een twintigtal exemplaren van de Magnolia grandiflora heeft staan, de specifieke soort op de foto’s aan het paleis.
“Dat is een plant die er altijd heel gezond en – jawel – fotogeniek uitziet, met glimmende, donkergroene bladeren,” zegt Camelbeke. “Een betrouwbare keuze als achtergrond om de politieke foto’s aan het paleis extra cachet te geven. Daar zal wel over nagedacht zijn.”
Zoals de toevoeging grandiflora suggereert, is het een plant met grote bloemen, die een diameter van 30 cm kunnen hebben. “Ze verspreiden ook een aangename geur, een citrusachtig parfum. Je kan zeggen dat het planten zijn die de zeden verzachten.”
Ook het hout van magnolia’s is in het algemeen erg geurig, wat ze in het Arboretum Wespelaar extra aantrekkelijk maakt voor knaagdieren. “Magnoliahout is kaviaar voor konijnen. We hebben een omheining moeten plaatsen, want er kwamen te veel konijnen aan hun stam knabbelen.”
De Magnolia grandiflora is zowat de pionier van haar plantenfamilie. Het is de
eerste magnoliasoort die in Europa werd ingevoerd vanuit Amerika. In het begin van de achttiende eeuw kwam ze aan in het Franse Nantes, vanwaar ze zich over het continent verspreidde. Die verspreiding heeft een aristocratisch kantje. “In het begin was het vaak de adel die over de ruimte en mogelijkheden beschikte voor deze planten. Ze zagen ze als een uitdaging en soms als een manier om op te scheppen.”
Het duurde even voor de plant in onze contreien helemaal doorbrak, want er werd gevreesd dat hij de winters hier niet zonder schade kon overleven. Vanaf de jaren 1970 verdween die scepsis stelselmatig.
“De laatste vijftig jaar zijn ze populairder geworden in onze streken,” zegt Camelbeke. “Ze staan steeds vaker in stadsparken. Omdat de boom het prima doet bij droge en hete omstandigheden, is hij bestand tegen luchtverontreiniging en ook goed gewapend tegen de klimaatopwarming.”
Om een Magnolia grandiflora te planten, moet je al lang geen aristocraat meer zijn. Let er wel op dat de boom voldoende ruimte heeft en wees voorzichtig bij het snoeien. Wie inspiratie wil opdoen, kan onder meer terecht in Wespelaar. Als je er de magnolia’s dit jaar nog wil zien bloeien, is snel zijn de boodschap, want hun bloeitijd loopt op zijn einde.
• Dankzijzijngrote,glimmendebladerenisdeze wintergroeneboom het helejaaraantrekkelijk. Debladerenzijndonkergroen,lepelvormigen enigszinsleerachtig
• Bloeittijdensdezomermaanden zo’n acht àtienwekenaaneenstuk met grote,witte, aangenaamgeurendebloemen, zo’n 20à30 cmgroot
• Kanindenatuur tot wel 30à35meterhoog worden Eigenschappen
Arboretum Wespelaar is elke woensdag en zondag open van 10 tot 17u. Meer info op www.arboretumwespelaar.be
Reeks nalezen?
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel
Waarom zie ik geen bloemenverkoopsters meer in het centrum?
Luana Difficile zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Linda uit BrusselStad.
Dat er deze nazomer meer bloemen in bloei staan dan andere jaren ligt aan de nattigheid van de afgelopen maanden. Helaas kan de Brusselaar daar niet meteen van profiteren. Een boeketje met echt Brusselse bloemen samenstellen, is haast onmogelijk. Ooit was dat anders. Jarenlang waren er in onze stad tientallen bloemenvelden en brachten verkoopsters de oogst daarvan op pleinen in de stad aan de man.
Toen de Europeanen de wijde wereld introkken – eerst de ontdekkingsreizen, later ook de kolonisaties – keerden ze vaak naar huis terug met zaden en bollen uit verschillende continenten. Bij wijze van experiment kregen ze een plekje in botanische tuinen en serres, zoals de Kruidtuin in Brussel.
Vooral in Neder-Over-Heembeek moeten er in de negentiende en twintigste eeuw verschillende bloemenvelden geweest zijn. Net zoals dat gebeurde met groenten en fruit, verkochten ook zij hun oogst op veilingen. In de Diksmuidelaan was er zelfs een veiling waar enkel bloemen werden verkocht.
Verstedelijking
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
Op de vele bloemenbeurzen wisselden verzamelaars bollen en zaden met elkaar uit. Ook was het chic om in je huis exotische planten uit te stallen. Daar zagen sommigen wel een handeltje in en dus begonnen boeren her en der op hun veld in de stad bloemen te kweken.
In de beginjaren van de veiling waren zo goed als alle sprieten die er te koop waren van Brusselse bodem, verkocht voor behoorlijk lage prijzen. Beetje bij beetje deed ook het buitenlandse groen zijn intrede. Binnenlandse bloemen verloren stilaan terrein, vergeleken met de exemplaren van buiten de grenzen, ook door de opkomende verstedelijking, die de bloemenvelden gaandeweg uit de stad deed verdwijnen. In de hoogdagen van de bloemenweelde boden de mannen hun koopwaar aan op de veiling en verkochten hun vrouwen een deel ervan op straat. Op heel wat pleinen en straathoeken in onze stad stonden de kleurrijke waren in
kraampjes uitgestald. Aan het Beursplein, het Rogierplein, het Anneessensplein, maar ook in andere uithoeken, zoals het Colignonplein in Schaarbeek, het Bockstaelplein in Laken of het Kardinaal Mercierplein in Jette. Flanerende stadsbewoners of bezoekers konden er een kleurrijk boeket laten samenstellen. Vooral de kraampjes op de Grote Markt staan in het Brusselse geheugen gegrift. De laatste bloemenverkoper verdween er in het najaar van 2016. De vaste plekken mogen dan verdwenen zijn, op de vele markten in onze stad zijn nog altijd bloemen te koop. De kans dat ze van Brusselse bodem zijn is wel erg klein. Wie toch graag echt Brusselse bloemen wil, kan sinds een paar jaar terecht op het bloemenplukveld Fleurakker in Jette. Biobloemenboerin Annemie Knaepen droomt ervan om dat veld uit te breiden om nog meer mensen kennis te laten maken met Brusselse bloemen. En dat intussen bijen en vlinders ook het Jetse veld bezoeken, is mooi meegenomen.
Dit weekend wordt op de Memorial Van Damme een punt gezet achter een uniek verhaal in de Belgische en Brusselse sportgeschiedenis. Kevin en Jonathan Borlée krijgen vrijdagavond van koning Filip een onderscheiding, waarna Kevin – Jonathan heeft door het vele blessureleed eerder deze zomer zijn loopbaan al moeten beëindigen –zijn allerlaatste 400 meter zal lopen. Omdat de Memorial dit jaar uitzonderlijk over twee avonden gespreid wordt, zullen de tweelingbroers zaterdagavond ook nog getrakteerd worden op een bain de foule in het Koning Boudewijnstadion.
Tien jaar geleden kwam ik vaak bij de Borlées over de vloer. De VRT wilde gedurende drie jaar het onvoorspelbare parcours van een tiental Belgische atleten richting de Olympische Spelen van Rio vastleggen en voor de familie
atleten verzamelden. De jonge vrijgezel, die zo vlot de weg kende naar My Tannour in Elsene of de trainingen in het Fallonstadion, verloor met een cameraman op de passagiersstoel aan het Reyerscomplex plots alle zin voor oriëntatie. Zelden zag ik beter wat stress bij een aanstormend talent kan aanrichten.
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld. Deze week: het einde van de Borlée-dynastie.
Borlée besloot ik het bijzondere perspectief van de toen twintigjarige Dylan te filmen. Die had het namelijk in zijn hoofd gehaald de discipline te kiezen waarin zijn oudere broers excelleerden. Van alle kanten werd toen gezegd dat Dylan qua karakter meer naar zijn moeder neigde, een ex-atlete die zich midden jaren 1980, in tegenstelling tot haar man Jacques, niet langer thuis voelde in de sportwereld en zich dan maar op schilderen had toegelegd.
Onvergetelijk in dat verband was de Memorial van 2013. Dylan had op 21 juli van dat jaar op het Belgisch Kampioenschap voor het eerst onder de 46 seconden gelopen, zich daarna tijdens de 4x400 meter op het WK in Moskou goed staande weten te houden en om zijn ‘doorbraakseizoen’ te bekronen de roemrijke meeting in Brussel aan zijn programma toegevoegd. Voor het eerst in de moderne atletiekgeschiedenis zouden er drie broers in een en dezelfde race uitkomen. De organisatie kon er niet snel genoeg bij zijn om die 400 meter tot orgelpunt van de meeting uit te roepen.
Die bewuste ochtend stonden we aan de kleine flat van Dylan in Sint-LambrechtsWoluwe te wachten om met hem richting het Sheraton aan Rogier te rijden, waar alle
‘s Avonds was de spanning alleen maar toegenomen. Toen Usain Bolt het volle stadion deed vibreren, stonden wij in het halfduister van een lege opwarmingspiste. Aan het gezicht van Kevin en Jonathan viel nauwelijks enige emotie af te lezen. Daardoor kon vader en trainer Jacques, voor wie de avond – wereldster Bolt als voorprogramma voor de Borlées –ook een persoonlijke triomf was, zich helemaal over de jongste van de groep ontfermen. Talloze keren siste hij één devies in het oor van Dylan: “Denk eraan, de 400 is la rage controlée.”
Een halfuur later volgde een oorverdovend applaus dat iedereen die erbij aanwezig was nog lang zal heugen. Gevraagd of die avond de mooiste Memorial-herinnering is, antwoordt competitiebeest Jacques ontkennend. In zijn beleving gaat niets boven de race van het jaar daarvoor. Toen eindigden Kevin en Jo één en twee. “Welke Belgische atleet kan zeggen dat hij ooit een nummer op de finale van de Diamond League heeft gewonnen?”
Het antwoord moet verbloemen dat uitgerekend in dat jaar Jonathan of Kevin in Londen een olympische medaille had moeten winnen. Alleen liep Jonathan zijn beste race ooit niet in de finale, maar in de reeksen en piekte Kevin te vroeg in het seizoen. Nog altijd is de familie niet klaar om dieper in te gaan op de pijn van die gemiste olympische trofee. Liever benadrukt de afscheidnemende Jacques dat op de recente Spelen in Parijs zijn estafetteteams zonder hun respectievelijke aanvoerders (Cynthia Bolingo en Alexander Doom) toch een Belgisch record liepen. Vrij vertaald: zijn opvolger staat voor een hels karwei.
LUC KEMPEN
Aan de hand van foto’s uit de oude doos vertelt BRUZZ hoe Brussel er lang geleden uitzag.
Iedere vrijdag na BRUZZ 24
ICE OP SPOTIFY
Op zoek naar een Spotify-lijst met de beste nieuwe (Belgische) releases? Dan is de ICE-playlist op Spotify ideaal voor jou.
Volg de ICE-playlist op Spotify
DE SLAAPKAMER
Welke Brusselse ket laat BRUZZ deze week binnen in zijn of haar slaapkamer? Je hoort hun verhaal nu ook op de radio. Elke dinsdag om 9.20 uur op BRUZZ radio
HET OUDE BRUSSEL
‘Als het lekker is, wil iedereen weleens
vegan eten’
Ze zijn nog in de minderheid, de veganisten in Brussel, maar de hoofdstad speelt wel haar rol als voortrekker van plantaardig eten in België. Het Vegan Street Festival zet dit weekend veganisme extra in de kijker én op de kaart. “Vegan restaurants zijn geëvolueerd van junkfoodalternatieven naar een meer verfijnde en gevarieerde culinaire scene.”
door Maya Toebat foto’s Saskia Vanderstichele
Zaterdag 14 september viert de veganistische keuken hoogtij in het Brusselse stadscentrum, want dan vindt op de Vismet de zevende editie van het Vegan Street Festival plaats. Tal van tentjes en foodtrucks brengen er dan plantaardige gerechten aan de man, en lezingen duiken wat dieper in het steeds meer zieltjes winnende veganisme.
Leonoor Leus, organisator van het festival en oprichter van Vegan Brussels, werd zelf zo’n acht jaar geleden veganist, nadat ze zowat haar hele leven vegetariër was geweest.
“Door een vriendin ging ik me steeds meer vragen stellen over eieren en zuivel. Ik wou niet langer deel uitmaken van die gruwelijke industrie,” vertelt ze. “Ik woonde op dat moment in Madrid, waar
twaalf foodtrucks. Nu zijn we al aan de zevende editie toe.”
De stad als voortrekker
Dat het Vegan Street Festival hier aanslaat, is niet verwonderlijk. Grootsteden zijn wel vaker voortrekkers op het vlak van veganisme, blijkt uit een onderzoek naar de eetgewoontes van Belgen, uitgevoerd door iVOX in opdracht van ProVeg vzw, in januari 2024. “Ook dit jaar telde Brussel relatief meer veganisten dan Vlaanderen of Wallonië,” vertelt Annemarie IJkema (ProVeg). “Ook scoort Brussel goed in de categorie die we in 2020 toevoegden: de ‘bijna’-veganisten, die nooit vlees of vis eten, maar wel een tweetal keer per maand zuivel. In dat profiel herkent 5,5 procent van de bevraagde Brusselaars zich, in Vlaanderen 1 en in
“Mensen zetten zich soms af tegen plantaardige voeding omdat vegan met thema’s als woke en politieke correctheid geassocieerd wordt”
Tobias Leenaert
Medeoprichter van ProVeg
er een groot vegan aanbod was. Toen ik naar Brussel terugkeerde, merkte ik dat er nog heel wat werk aan de winkel was. Veel restaurants wisten zelfs niet waarover ik het had als ik zei dat ik vegan was.”
Vanuit dat gemis begon Leus met Vegan Brussels – toen nog Veganize Brussels –, een organisatie die meer Brusselaars en restaurants lekker plantaardig eten wil leren kennen en veganisten wil verbinden. “Het plan was om telkens voor één avond een vegan chef naar een Brussels restaurant te halen en zo een geïnteresseerd publiek op te trommelen.” In 2018 ontstond dan het idee voor een festival, geïnspireerd door een Gents evenement. “Ik had iets kleins in gedachten, maar al snel waren er zestigduizend geïnteresseerden op Facebook. Die eerste editie werd een megasucces, met tienduizend bezoekers en
Wallonië 1,2 procent.”
Brussel past daarmee in het rijtje van grootsteden als Berlijn of Londen, waar het aantal mensen dat puur plantaardig eet ook aanzienlijk groter is dan in het omliggende gebied. “Alles hangt natuurlijk ook af van vraag en aanbod, en in steden wonen vaak meer jongeren, hoger opgeleiden en progressieve mensen,” zegt IJkema. “En vergeet de vraag van toeristen niet, ook die valt niet te onderschatten.”
Ook de reden waarom veganistische Brusselaars geen dierlijke producten meer eten, kwam aan bod in het onderzoek van ProVeg. Dierenwelzijn, de gezondheid en “omdat het lekker is”, maakten de top drie uit. De impact op het klimaat scoort minder hoog, maar speelt wel een rol. Matthijs Van Marcke koos er zeven jaar geleden voor om vegetariër te worden onder invloed van zijn kotgenoten. Hij
De vegan top
• Succulente veganbakker met heerlijke croissants.
DokterHuetstraat108, Anderlecht
• Buddy Buddy café met gebakjesenkoffie opbasis van notenboter. Lakenweversstraat10,Elsene
• Verdō brasserie met eenklassieke Belgischekaart,maardan veganistisch.Denkaantartaar van rodebiet of eentaartje van Vleurgatsesteenweg146,Elsene
• Lucifer Lives Coffee edgy café met huisgemaakte lunchengebak. Hoogstraat120,Brussel
• The Vegan Butcher eenvegetarischeslagervoorwie geenburger of brochette kan missen.
AchilleDetiennestraat6, Schaarbeek
De vleesvervangers van The Vegan Butcher komen tegemoet aan de wensen van mensen die minder vlees willen eten, maar het wel missen.
verdiepte zich meer en meer in milieu- en klimaatkwesties. “Ik leerde over de negatieve impact van dierlijke producten op onze planeet en over de erbarmelijke omstandigheden waarin de dieren die we eten moeten leven. Zo besloot ik om in plaats van vegetariër veganist te worden.”
Clichébeeld van de veganist
Vaak hebben mensen pas vragen rond gezonde voeding en plantaardig eten als ze zich in een – financieel – comfortabele positie bevinden. Uit de bevraging van ProVeg blijkt dat de meerderheid van de Brusselse veganisten makkelijk rondkomt (58 procent) en dat de kostprijs een van de drempels is om vegan te eten. Tobias Leenaert, opiniemaker en medeoprichter van ProVeg en auteur van Naar een vegan wereld, erkent dat. “Als je met andere zorgen zit, zal je je minder snel bekommeren om het leed van dieren. Het clichébeeld van de veganist klopt dus tot op zekere hoogte: het zijn veelal hoger opgeleide, progressieve, jonge mensen, en vaak vrouwen. Toch zie je de laatste jaren ook meer mensen die daar niet aan beantwoorden: mannen, mensen uit een oudere leeftijdscategorie en van een ander opleidingsniveau.”
“Toch denken mensen vaak onterecht dat plantaardig eten duurder is, onder meer door de correlatie met bio. De prijskloof is sinds een tweetal jaar aan het keren,” zegt Leenaert. “In Nederland kost een plantaardige vleesvervanger zelfs evenveel of minder dan vlees. Het hangt ook af van wat je koopt. Als je met peulvruchten kookt, is een maaltijd zeker goedkoper. Mensen van een andere culturele achtergrond zijn dat trouwens meer gewoon. Bijna geen enkele Belg kent een gerecht van zijn grootmoeder dat plantaardig is, terwijl iemand uit om het even welk ander werelddeel dat wel kan.”
Toen Leonoor Leus acht jaar geleden naar Brussel terugkeerde, was het aanbod inderdaad nog beperkt, maar intussen is er veel veranderd. “Het bewustzijn is gegroeid. Succesvolle vegan restaurants, zoals Liu Lin, openden de deuren. Veel uitbaters van eethuizen zijn bereid om te luisteren naar onze tips. Dit jaar hebben we met Vegan Brussels vooral restaurants in de Dansaertwijk begeleid om vegan gerechten te promoten. Nu hopen we dat uit te breiden naar andere wijken.”
Dat lijkt te lonen: elk jaar vallen Brusselse ondernemingen in de prijzen
Lifestyle Brussel, de vegan hoofdstad
op de Belgian Vegan Awards, uitgereikt door BE Vegan. Zo won The Vegan Butcher uit Schaarbeek al de award voor Best Newcomer (2019), Best Product (2020) en Best Catering (2021). Volgens oprichter Benoit Van den Broeck vult The Vegan Butcher een leegte in: die van versbereide vegan gerechten, en gemarineerde en speciale vleesvervangers die je niet in de
“In veel eethuizen weet het personeel niet eens of wat op de kaart staat al dan niet vegan is”
Eva Eysermans Veganist
supermarkten vindt. “Ook onze catering voor bedrijven en particulieren is een succes,” zegt hij. “Onder onze klanten zitten mensen die minder vlees willen eten, maar het wel missen. Een vleesvervanger is dan een laagdrempelige manier om dierlijk vlees over te slaan en te kiezen voor plantaardig ‘vlees’.”
Van junkfood tot een Michelinster
Culinair recensent van BRUZZ Michel Verlinden ziet een verbreding van het aanbod in de stad. “Toen veganisme opdook in Brussel, was het culinaire aanbod vooral gericht op junkfoodalternatieven,” vertelt hij. “Het oorspronkelijke doel leek wel om vleesgerechten te kopiëren door te werken met plantaardige vervangers voor dat vlees. Door de jaren heen is de veganistische scene in Brussel geëvolueerd naar een meer verfijnd en gevarieerd aanbod. Denk aan Verdō, dat de traditionele brasserie door een veganistische bril bekijkt, of Liu Lin, dat een meer verfijnde veganistische Aziatische keuken aanbiedt. Ook Brusselse chef-koks tillen het niveau van de veganistische keuken naar een hoger niveau. Nicolas Decloedt, chef-kok bij Humus x Hortense, bekroond met een groene Michelinster, belichaamt op een iconische manier die vernieuwing.
Bij restaurant Pois Chiche aan de Kapellekerk krijg je de vegetarische en veganistische keuken uit het Midden-Oosten voorgezet. Zonder duif, dus.
Al loopt het niet altijd even goed. De recente sluiting van Le Botaniste in Elsene, van Le Pain Quotidien-oprichter Alain Coumont, toont aan dat het vegan verhaal ingewikkeld blijft.”
Toch zijn nog veel restaurants niet veganvriendelijk, zo merkte ook Eva Eysermans, die al elf jaar in Brussel woont en strikt plantaardig eet. “Er zijn fantastische zaken bijgekomen, zoals Lil Bao of Kitsune, en in supermarkten vind je meer vegan alternatieven,” zegt ze. “Maar in heel
wat eethuizen staat geen enkel plantaardig gerecht op het menu of weet het personeel niet eens of wat op de kaart staat al dan niet vegan is.”
Zelfs al telt Brussel meer veganisten dan eender waar in België, binnen de hoofdstad zijn ze nog altijd in de minderheid. “Het past niet bij de traditionele Belgische keuken om puur plantaardig te eten,” merkt expat Cecilia Ann. “Sommige mensen trekken hun neus op voor veganisten en in traditionele restaurants
LE VÉGANISME VIT À BRUXELLES
FR Si les végans sont encore en minorité à Bruxelles, la capitale reste un précurseur de la nourriture végétale en Belgique. Ce week-end, le Vegan Street Festival mettra le véganisme en lumière. Les végans sont souvent des jeunes gens éduqués et progressistes, et souvent des femmes. Mais ce cliché commence à battre de l’aile, d’autant plus que les restos vegan sont de plus en plus raffinés.
voel ik me niet altijd zo welkom.” Vreemd genoeg lijkt daar de laatste jaren zelfs een politieke factor te zijn bijgekomen. “Polarisatie is vandaag een groot probleem, en dan vooral die tussen conservatieven en progressieven,” merkt Leenaert. “We zien dat sommige mensen zich afzetten tegen plantaardige voeding, omdat ze dat onder dezelfde paraplu plaatsen als woke of politieke correctheid.”
Hoe kan Brussel zich nog meer profileren als plantaardige hoofdstad? Leenaert: “Al jaren proberen we mensen te overtuigen met morele argumenten, maar het is een betere strategie om ervoor te zorgen dat er overal goedkope en lekkere veganistische opties voorhanden zijn. Vaak willen mensen niet luisteren naar de argumenten, omdat ze vlees niet kunnen missen. Als ze al in aanraking gekomen zijn met goede vegan alternatieven, zullen ze sneller de stap zetten om na te denken over de voordelen van een veganistisch eetpatroon.”
Ook Leus gelooft dat inspireren beter werkt dan verbieden. “Vaak zijn traditioneel geschoolde chefs moeilijk te overtuigen, door onwetendheid. Hetzelfde geldt voor andere mensen die zich afvragen hoe ze zonder boter of eieren kunnen koken. Het Vegan Street Festival laat hen op een positieve manier de veganistische alternatieven ontdekken. Dat lukt, want we spreken een breed publiek aan, van diehard vegans tot gezinnen, van mensen die geïnteresseerd zijn in duurzaamheid tot veganisten die vrienden of familie meebrengen, en ook toevallige voorbijgangers. Dat is nodig, want ik heb het gevoel dat het veganistische aanbod in Brussel de laatste jaren erg gegroeid is. Nu moeten we het publiek ervoor creëren.”
EN Vegans are in the minority in Brussels, but the capital is doing its bit as a pioneer of plant-based eating in Belgium. This weekend’s Vegan Street Festival puts veganism in the spotlight. Vegans are often educated, progressive, young people, and not seldom women. But that cliché is starting to become dated. The evolution to a more sophisticated and varied culinary scene certainly helps.
Brussels Clean Festival
11u00 - 20u00
VEGAN BRUSSELS IS ALIVE AND WELL
De slaapkamer
Sophia
Sophia is elf en woont in Schaarbeek. Haar hond heet Lou en is anderhalf jaar oud. “Lou is vandaag naar de kapper geweest, speciaal voor de foto.”
‘Ik wil minder vuilniszakken op straat’
Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat bij Sophia (11) die met haar ouders en hondje Lou in Schaarbeek woont. “Misschien ga ik bij de politie, ik vind het leuk om dingen op te lossen en te onderzoeken.”
door Marjon Udo foto Saskia Vanderstichele
Je bent een grote fan van deze reeks. Wat vind je er zo leuk aan?
Gewoon, al die verhalen horen en die slaapkamer zien. Onlangs had iemand een spiegel met schelpen, toen wilde ik dat ook maken.
Op drie dagen na woon jij je hele leven in Brussel. Denk je dat je hier voor altijd zal blijven? Ik hoop het, want ik heb al mijn vriendinnen hier. En het is hier superleuk. Alles is dichtbij. Er valt altijd wel iets te ontdekken in Brussel. Zelfs in vier jaar kan je hier niet alles gezien hebben.
Wat is je favoriete plek in de buurt?
De plek in het park met de boogschutters. Ik heb zelf al een keer mogen schieten op een bord, maar nog nooit omhoog, de lucht in. Ik ga ook graag naar vriendinnen en naar school.
De bibliotheek van Schaarbeek en jij hebben toevallig dezelfde naam. Ga je er weleens heen? Heel vaak. En ook naar Muntpunt.
Naar welke andere plekken in Brussel ga je graag?
Het centrum. Daar zijn de meeste vriendinnen van mij.
Deze zomer was het op sommige dagen erg heet in de stad. Waar ga je heen om verkoeling te vinden? Wij gaan elk weekend naar zee. Anders gewoon in mijn kamer.
De hele zomer was je aan zee. Wat heb je uit Brussel gemist?
Mijn kamer. Ik heb hier gewoon veel meer spullen dan in ons
appartement in De Panne. Mijn bureau, mijn speelgoed, boeken.
Binnenkort zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Als jij burgemeester zou zijn, wat zou je dan willen veranderen?
Minder vuilniszakken en flessen lachgas op straat. Soms als ik naar school wandel, zie ik zetels op straat. Of tapijten. Ik denk dat mensen te lui zijn om dat naar containers te brengen. En het dan gewoon op straat zetten.
Je agenda is goed gevuld met veel hobby’s. Welke zijn dat allemaal? Turnen, tekenles, notenleer, cello, tennis, zeilen en zeescouts.
Wil je van een van je hobby’s later je werk maken?
Ik wil graag zangeres of actrice worden, of misschien iets met poëzie. Of bij de politie. Ik vind het leuk om dingen op te lossen en te onderzoeken.
Ga je weleens naar een museum of concert?
Deze zomer gingen we naar Rock Werchter waar ik Dua Lipa heb gezien. We zijn ook naar Oscar and the Wolf gegaan. Met mijn papa ga ik vaak naar een museum. Met school hebben we een keer gezongen in BOZAR. Samen met een Franstalige klas.
Spreek je Frans?
Ja. Bijna al mijn vriendinnen zijn Franstalig. In Brussel leer je dat wel, omdat iedereen hier Frans praat.
Welke talen spreek je nog meer?
Engels. Ook wat West-Vlaams. Bij de zeescouts in De Panne.
Langs de muur staan veel bruine verhuisdozen. Zijn die van jou?
Dat zijn boeken van mijn papa. We zijn drie jaar geleden verhuisd. Ik wil ze weg, dan is mijn kamer groter, maar mijn papa wil ze niet in zijn eigen kamer zetten. Als hij ze nergens anders zet, ga ik huur vragen.
Wat zou je met dat geld doen?
In mijn spaarpot stoppen. Dan kan ik er een ticket voor een concert mee kopen. Bijvoorbeeld voor Taylor Swift.
Heb je behalve Taylor Swift en Dua Lipa nog andere helden?
Brihang. Die heb ik ook op Rock Werchter gezien. En Angèle.
Kan je me tot slot nog iets vertellen over jullie hond?
Ze heet Lou en is anderhalf jaar. Ze is vandaag naar de kapper geweest, speciaal voor de foto.
Reeks nalezen?
Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer
‘J’AIME MENER L’ENQUÊTE’
FR Sophia, 11 ans, vit avec ses parents et son chien à Schaerbeek. Ses hobbies sont : la gymnastique, le dessin, le solfège, le violoncelle, le tennis, la voile et les scouts de mer. Et elle aime Bruxelles: « Il y a toujours quelque chose à découvrir ici. » Elle aimerait devenir actrice, ou travailler pour la police. « J’aime mener l’enquête. »
“Er staan verhuisdozen van mijn papa in mijn kamer. Als hij ze nergens anders zet, ga ik huur vragen”
‘I ENJOY INVESTIGATING THINGS’
EN Sophia (11) lives in Schaarbeek/ Schaerbeek with her parents and her dog Lou. Her hobbies are: gymnastics, drawing lessons, solfège, cello, tennis, sailing, and sea scouts, and she loves Brussels: “There is always something to discover here.” When she grows up, she wants to become an actress or join the police. “I like investigating things.”
Onderwijs
Spijbelende jongeren School gaat meteen op bezoek bij de ouders
In de strijd tegen spijbelen riep de middelbare school AnneessenFunck dit jaar de hulp in van Groep Intro, een organisatie die jongeren die ongewettigd afwezig zijn tijdens de lesuren actief opspoort. Ook de ouders krijgen een bezoekje.
“Let the adventure begin,” zo staat geschreven op een van de motiverende blauwe slingers aan de ingang van de middelbare school Anneessens-Funck. Die motivatie is nodig, want de school in het centrum van Brussel kampt al jaren met een aanzienlijk aantal ongewettigde afwezigheden. In het schooljaar 2021-2022 was bijna elke leerling minstens tien halve dagen afwezig zonder geldige reden.
Natuurlijk zullen de slingers het tij niet keren. De school riep daarom de versterking in van Groep Intro, een organisatie die drie jaar geleden met een proefproject begon om spijbelen tegen te gaan, en ondertussen een volwaardig programma heeft uitgedacht om directies bij te staan bij dat hardnekkige probleem.
De bedoeling is dat het team van Groep Intro een maand lang elke dag aanwezig is op de school. In die periode helpen ze de leerkrachten op weg om de afwezigheden consistent te registreren, de oorzaken na te
gaan en die – en dat is het belangrijkste – vervolgens aan te pakken.
Nummer buiten gebruik
BRUZZ mag het team van Groep Intro een dag volgen. Om 7.45 uur staat Thomas Waterschoot samen met zijn twee collega’s paraat om de leerlingen te verwelkomen. Om 8.10 uur begint de eerste les. Enkele laatkomers proberen nog ongezien binnen te komen. Waterschoot en zijn team beginnen meteen met hun eerste taak: nagaan hoeveel leerlingen afwezig zijn.
In principe zouden alle leerkrachten de afwezigheden moeten registreren via de onlinetool Smartschool, maar dat gebeurt niet altijd. “Sommige leerkrachten hebben de registraties nog niet ingevoerd,” zegt Waterschoot. Op zijn lijst staat een tiental klassen, waar het team in samenspraak met de directie zal langsgaan. “Om het probleem op te lossen, moeten we eerst weten wie er afwezig is,” zegt Waterschoot.
“Vaak zijn ze schoolmoe, maar leerlingen hebben soms ook moeilijke thuissituaties”
Thierry De Jonge
Attitudecoach in Anneessens-Funck
Intussen is het 9.30 uur en is het duidelijk wie er niet in de klas zit. Het echte werk kan beginnen: het team belt de afwezige leerlingen op. Als zij niet antwoorden, volgt een telefoontje naar de ouders. Dat blijkt geen gemakkelijke opgave te zijn. Sommige telefoonnummers zijn buiten gebruik, andere ouders nemen niet op.
Enkele leerlingen die wel antwoorden, zeggen in een andere school te zijn begonnen. Andere zijn nog op vakantie of claimen ziek in bed te liggen. Rond 10.30 uur telt de lijst nog drie leerlingen uit de eerste en tweede graad. “De derde graad moet nog gebeld worden, maar we zullen die drie leerlingen alvast een bezoekje brengen,” zegt Waterschoot. De thuisbezoeken moeten de jongeren duidelijk maken dat hun afwezigheid niet onopgemerkt blijft. Zo toont de school dat ze om de jongeren geeft, maar wijst ze hen er ook op dat hun gedrag gevolgen heeft.
Zoek de juiste bel
Waterschoot trekt naar Elsene, zijn collega’s naar Jette en Molenbeek. “De leerling die ik moet controleren, is nog niet naar school gekomen sinds de start van het schooljaar,” zegt Waterschoot, terwijl hij tussen de vijf deurbelknoppen naar de juiste naam zoekt.
Hij belt aan en meteen worden we binnengelaten. Op de tweede verdieping gaat een deur open. “Ben jij de broer van Farah?” Waterschoot vraagt het vriendelijk en stelt zichzelf voor. De jongen knikt. Even later verschijnt het meisje zelf. “Ik heb me bij een andere school ingeschreven,” zegt ze enigszins verward, duidelijk verrast door het bezoek van Waterschoot.
Waterschoot vraagt haar naar haar nieuwe school, wenst haar veel succes en geeft haar mee om ook haar oude school in te lichten. “Bij het begin van het schooljaar komen we dit vaak tegen,” zegt hij. “Al zijn de redenen soms veel complexer.”
Hij herinnert zich een leerling die niet durfde terug te keren naar school door ernstige angstproblemen. “Haar moeder reageerde erg opgelucht toen wij langskwamen. Dankzij samenwerking met zorgleerkrachten en het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) konden we stap voor stap het vertrouwen herstellen, en kon de leerling weer naar school.”
Makkelijk ziektebriefje
Anneessens-Funck is geen uitzondering. Uit de officiële onderwijsstatistieken blijkt dat in het schooljaar 2022-2023 meer dan 12.000 leerlingen in het Nederlandstalige secundaire onderwijs in Brussel
minstens één dag ongewettigd afwezig waren. Bij meer dan 1.200 jongeren was dat zelfs meer dan dertig dagen.
Volgens Annemie Vandenhende van Groep Intro is dat een onderschatting van de realiteit. “Niet alle afwezigheden worden nauwkeurig geregistreerd, omdat dat veel tijd en moeite vergt. Bovendien zitten in die cijfers enkel de ongewettigde afwezigheden. De gewettigde afwezigheden, bijvoorbeeld wegens ziekte met een doktersbriefje, worden niet meegeteld. En zo’n briefje is soms heel makkelijk te krijgen.”
Het is niet alleen zaak om de ongewettigde afwezigheden te tellen, zoeken naar het waarom is nog belangrijker. De redenen zijn uiteenlopend,” zegt Thierry De Jonge, attitudecoach in Anneessens-Funck. “Vaak gaat het om schoolmoeheid, maar veel van onze leerlingen hebben daarnaast moeilijke thuissituaties, waarbij ze soms moeten zorgen voor jongere broertjes of zusjes. Daarnaast zien we ook jongeren die in het drugsmilieu terechtkomen. School is dan geen prioriteit meer.”
Bij die laatste problematiek probeert de school, in samenwerking met het CLB of Groep Intro, de jongeren zo goed mogelijk te begeleiden, al is dat niet altijd evident. “Ze belanden in zo’n milieu door verschillende factoren,” zegt De Jonge. “Dikwijls zijn dat financiële problemen. Daar hebben wij natuurlijk geen oplossing voor, maar we proberen de jongeren
ÉCOLE SECONDAIRE EN GUERRE CONTRE L’ÉCOLE BUISSONNIÈRE
FR Dans sa lutte contre l’école buissonnière, l’école secondaire Anneessens-Funck s’est alliée à Groep INTRO, une organisation de jeunes qui traque les élèves séchant les cours. Même les parents d’élèves sont susceptibles de recevoir une visite. Selon les statistiques de l’enseignement, il apparaît que pendant l’année scolaire 20222023, plus de 12 000 élèves de l’enseignement secondaire néerlandophone de Bruxelles ont été au moins un jour absent sans raison valable.
wel duidelijk te maken dat het belangrijk is om aan hun toekomst te werken. Dat lukt helaas niet altijd.”
Te veel studie
Ook het lerarentekort speelt de scholen parten, zegt coach De Jonge. “Bepaalde vakken kunnen niet gegeven worden, leerlingen moeten dan in de studie zitten. Ze raken gedemotiveerd. Dat ze vaker te laat komen of spijbelen kan daar een gevolg van zijn.”
Gelukkig blijft dat lerarentekort dit jaar voorlopig beperkt, zegt directeur Laurent Neyens. “Wij hebben één voltijdse leerkracht te kort, maar dat betekent wel een halve tot een hele dag geen les voor sommige klassen.”
Toch kijkt Neyens hoopvol naar de toekomst. De aanpak van Groep Intro wierp eerder al zijn vruchten af. Zo is in de Victor Hortaschool in Evere het aantal ongewettigde afwezigheden met dertig procent gedaald na één schooljaar.
Neyens zag ook effect bij de afdeling deeltijds onderwijs van Anneessens-Funck, waar Groep Intro vorig jaar het project opzette. Ook daar zijn er dit jaar vijftig procent minder ongewettigde afwezigheden dan vorig jaar. “Ik hoop dat dat hetzelfde zal zijn in ons voltijds onderwijs,” zegt Neyens.
CHARLOTTE DEPREZ
SECONDARY SCHOOLS GO TOUGH ON TRUANCY
EN This year, the Anneessens-Funck secondary school has called on Groep INTRO for help in the fight against truancy. Groep INTRO is an organisation that actively tracks down young people who skip school and, where necessary, even pays a visit to their parents. Truancy is a problem and official statistics show that in the 20222023 school year, more than 12,000 pupils in Dutchlanguage secondary education in Brussels skipped school without permission for at least one day.
De middelbare school Anneessen-Funck probeert spijbelen aan te pakken door erg kort op de bal te spelen.
door Karl Meesters
Juffen en Meesters
Met een zwaar gevoel in de maag legde ik de directeur van de school uit hoe de beslissing over de nieuwe klasindeling ons had geraakt. We willen geen klaagouders zijn, maar werkelijk alle vriendjes die Dré, onze vierjarige zoon, recent nog op zijn verjaardagsfeestje had uitgenodigd, bleken in de andere klas te zitten. “Dat is toch moeilijk nog evenwichtig te noemen?”
Karl Meesters is concertorganisator bij rien à voir en presentator van het VRT-programma Niks Te Zien, waar hij als slechtziende met bekende gasten op reis gaat. Hij schrijft tweewekelijks over zijn Brussel.
De directeur luisterde aandachtig en gaf daarna een unieke inkijk in de manier waarop de klasindeling gebeurt, en volgens welke parameters: persoonlijkheid, taalvaardigheid, gender, onderlinge relaties, sociale vaardigheden … Zo hoopt het team een omgeving te creëren waarin elk kind het best gedijt.
Als ouder keerden we huiswaarts, wijzer zonder meer, enigszins onder de indruk, maar ook nog niet helemaal gerustgesteld. Niettemin: het schoolteam bedankte ons eerder voor de samenwerking.
Het bleef door mijn hoofd spoken: samenwerking. Ook bij eerdere oudercontacten viel het woord geregeld. Wat me toen ook al verraste. Ik beschouwde
mezelf namelijk als een typische ‘dropouder’ die zijn kind ’s ochtends afzet aan de schoolpoort en ’s avonds weer komt ophalen.
Nochtans weet ik als geen ander hoe belangrijk samenwerking is. Door mijn visuele beperking lukt het afzetten van Dré alleen dankzij de dagelijkse begeleiding van mijn buurvrouw, die mij en hem veilig door het verkeer navigeert.
Turbulente rit
Ook als ik terugkijk naar mijn eigen schoolcarrière, zie ik die samenwerking terugkomen. Met een vader die niet of zelden in beeld was en een heel zorgzame, maar laagopgeleide mama, werd mijn schoolloopbaan op zijn zachtst gezegd een turbulente rit door het Brusselse onderwijssysteem. Als opstandige tiener met lak aan autoriteit bleef ik twee keer zitten en werd minstens evenveel keer van school gestuurd. Ik deed gewoon mijn goesting. Kunnen, maar niet willen: dat was zowat de samenvatting van ieder rapport.
Toch was het telkens die samenwerking die me redde. De samenwerking met een school die niet opgaf, de samenwerking met inspirerende leerkrachten die me met eindeloos veel geduld mijn weg
lieten vinden. Mijn samenwerking met juf Rita, mevrouw Melon, meneer Saubain en al die anderen. Zelfs op mijn moeilijkste momenten, wanneer ik het echt te bont maakte, bleven zij het potentieel in me zien.
Ik ben hen en het Nederlandstalige Brusselse onderwijs dan ook veel verschuldigd. Terwijl datzelfde onderwijs zucht en kreunt onder de capaciteitsdruk, het lerarentekort, de groeiende diversiteit en meertaligheid, het gebrek aan middelen … maken zij, al die juffen en meesters, elke dag het verschil in het leven van Brusselse ketjes, verdwaald in de jungle van hun kinder- en tienerjaren. Het maakt me nederig, en het stelt de kwestie op scherp: hoe kan ik dan, zoveel jaren later, bijdragen tot die samenwerking?
Misschien door mij minder zorgen te maken. Want op de eerste dag van het schooljaar huppelt Dré naar zijn nieuwe klas, en zijn vriendjes van vorig jaar zijn, welja, nog steeds vriendjes.
Reeks nalezen?
Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda 13 > 19/9
‘Politiegeweld maakt me echt kwaad’
Met La nuit se traîne trakteert filmregisseur Michiel Blanchart je op een energieke thriller, die de nachtzijde van zijn Brussel toont. En je langs bordelen uit de bovenstad, betogingen op het Poelaertplein, de steegjes van de Marollen en metrostations van de MIVB jaagt. “Ik wilde Brussel filmen zoals men zelden durft.”
door Niels Ruëll
Nachtelijke autoachtervolgingen. Een bordeel dat opgeschrikt wordt door mensen die elkaar naar het leven staan. Flikken die net iets te enthousiast betogers kreupel kloppen. Een jongeman die met zijn fiets de trappen van een metrostation afdondert in de hoop opgehitste schurken af te schudden. We hebben het allemaal al honderd keer gezien in stadsthrillers. Maar niet in een stadsthriller met Brussel als decor. Met bordelen uit de bovenstad, betogingen op het Poelaertplein, of achtervolgingen in de steegjes van de Marollen of de metrostations van de MIVB.
Ook los van die nieuwigheid is La nuit se traîne een snedige genremix met veel vaart. Debutant Michiel Blanchart verhaalt hoe een onschuldige slotenmaker de verkeerde deur opent en de rest van de nacht flikken en zware criminelen achter zich aan krijgt. Hollywood heeft de film niet afgewacht om bij hem te komen aankloppen.
Sinds wanneer wil jij films maken?
MICHIEL BLANCHART: Sinds altijd. Mijn eerste cameraman was 70 jaar, tien keer ouder dan ik toen was. De buurman wilde zijn camera niet uitlenen, maar was wel zo lief om voor mij te filmen. Na die eerste zotternijen ben ik nooit meer gestopt. Het hek was van de dam toen ik eenmaal mijn ouders had kunnen overtuigen om een camera te kopen. Ik deed niets anders meer. Verhalen bedenken, scènes uitwerken, filmen, monteren op de computer. Ik nam het zo serieus dat het voor mijn vrienden, die zich gewoon wat wilden
amuseren, soms best angstaanjagend moet zijn geweest. (Lacht) We waren nog kinderen, maar we deden alsof we internationale spionnen waren en imiteerden Russische accenten voor de slechteriken. Ridicule clichés. Maar we hebben wel heel wat afgelachen. Film is voor mij altijd serieus geweest. Naar de filmschool gaan was onvermijdelijk.
Je romantische, bovennatuurlijke kortfilm T’es morte Hélène won dertig prijzen en stond in 2022 op de shortlist voor de Oscars. Hoe verklaar je dat succes?
“Het kostte maanden om de MIVB te overtuigen om mee te werken. We moesten alles uitleggen. Waarom met een fiets de metrotrappen afrijden? Hoe doe je dat zonder gevaar?”
In La nuit se traîne speelt Jonathan Feltre een slotenmaker die de verkeerde deur opent en daarna door de politie en zware criminelen wordt achtervolgd door nachtelijk Brussel.
Michiel Blanchart, tussen Jonathan Feltre (links) en Jonas Bloquet (rechts), maakte toen hij 7 was, met zijn 70-jarige buurman als cameraman. “En ik ben nooit meer
BLANCHART: T’es morte Hélène is een best vreemde mix van genres. Op amper twintig minuten laveren we van een romantische komedie met fantasy-elementen naar horror én melodrama. Ik dacht dat ze me voor gek zouden aanzien, zeker in België, dat eerder naar naturalistische cinema neigt. Het onverhoopte succes vloeide voort uit mijn goesting, enthousiasme en oprechtheid. Ik heb de film gemaakt die ik zelf wilde zien. Er is vandaag veel appetijt naar een mengeling van genres. Alles is al verkend. We kennen horror, we kennen drama, we kennen de romcom. Al die recepten zijn wat uitgeput. Maar je kunt ook inspelen op die kennis en verrassen door te switchen tussen horror, emotie, spanning en humor.
Hoe ver sta je met de Amerikaanse remake van T’es morte, Hélène?
BLANCHART: We ontwikkelen de film samen met Sony en Ghost House Pictures, het productiehuis van Sam Raimi. De derde versie van het scenario is af. De studio heeft er zin in en wil dat het vooruitgaat. Straks
leggen we het scenario voor aan acteurs en actrices. Dat is een cruciale stap. Als dat lukt, komt het goed.
In vakblad Variety zei Spider-Man-regisseur Sam Raimi over jou: “Het is bijna zoals bij Spielberg of Fede Alvarez met zijn kortfilm Panic Attack; plots blijkt er uit het niets nog een meester-verteller te bestaan. De geboorte van een artiest.” Een mens zou voor minder aan het blozen gaan.
BLANCHART: Het is tegelijk gênant én het ontroert me. Ik heb Sam nog maar één keer in het echt ontmoet in Los Angeles. Door corona konden we aanvankelijk uitsluitend zoomen. Ik geloof nog steeds amper dat dit allemaal echt aan het gebeuren is. Hij was zo genereus. Ik dacht dat hij de kortfilm sympathiek ging noemen, maar hij vertelde een uur lang heel precies over wat hij allemaal gevoeld had toen hij hem had gezien. Het was surreëel. Ik weet nog altijd niet wat ik ervan moet denken. Máár ik snap wel dat we op elkaar lijken. Zijn films waren een grote inspiratie voor mij. Ik weet niet
hoever ik zal raken, maar het houdt steek. Ik voel me op mijn plaats.
Blijft Brussel je uitvalsbasis als het zo hard blijft gaan?
BLANCHART: Ja. Ik ben op het platteland opgegroeid en ik houd van de buiten, maar de goesting om er weg te vluchten en andere oorden op te zoeken, was groot. Ik woon al tien jaar in Brussel en ik ben echt wel verliefd geworden op de stad. Ik heb in een handvol steden gewoond, maar hier voel ik me thuis. Daarom was het belangrijk om La nuit se traîne echt in Brussel te verankeren. Ik weet niet wat de toekomst brengt. Natuurlijk wil ik mijn vleugels uitslaan. Maar ik hoop echt dat ik mijn hele verdere leven Brusselaar kan zijn. Grotere steden intimideren me nogal rap. Brussel heeft een ideale schaal.
Veel Brusselser dan La nuit se traîne wordt een actiefilm niet.
BLANCHART: Dat was een persoonlijke goesting en drijfveer: via het prisma van genrecinema fantaseren rond de stad waar
maakte zijn eerste film meer gestopt.”
Michiel Blanchart: “Ik wilde via het prisma van de genrecinema fantaseren rond de stad waar ik van hou en waar ik in leef. Niet het Brussel van de postkaarten, maar het Brussel van de Brusselaars.”
ik van hou en waar ik in leef. Proberen Brussel te filmen zoals men het zelden durft. De stad was integraal onderdeel van mijn schrijfmethode. Ik word snel gek als ik voor de computer zit. Ik laat me veel te makkelijk afleiden. Dus wandelde ik elke dag van mijn woning dwars door Brussel naar het productiehuis. Op dat traject bevinden zich het Justitiepaleis, de lift naar de Marollen, de vele steegjes en bijna alle andere locaties uit de film. Ik wilde geen postkaart-Brussel, geen Atomium of Grote Markt. Ik wilde het Brussel dat de Brusselaars kennen, maar op de rest van de wereld overkomt als een universele stad. Dit is een erg heterogene stad met veel verschillende wijken, architecturale stijlen en culturen. Dat is dankbaar voor een film. In Brussel kan veel en dat prikkelt de verbeelding.
Leent Brussel zich makkelijk tot actiescènes?
BLANCHART: Euhm. We waren erg ambitieus en hebben de grenzen van het mogelijke afgetast. Je merkt wel dat deze stad geen actiescènes gewoon is. Je moet telkens
alles uitleggen. Ja, we gaan een auto op zijn dak zetten in het midden van de straat. Nee, maak je geen zorgen om die auto, we ruimen alles op, we zijn professionals. Het kostte maanden om de MIVB te overtuigen om mee te werken. Ze waken over de veiligheid en over hun imago. We moesten
BRUSSELS BY NIGHT 2.0
FR En ce moment dans les salles : La nuit se traîne. Un thriller urbain signé Michiel Blanchart dans lequel un serrurier innocent ouvre la mauvaise porte et se fait poursuivre par des flics et des grands criminels pour le reste de la nuit. « Au travers du prisme du cinéma d’auteur, je voulais fantasmer sur la ville dans laquelle je vis et que j’aime. Pas la ville des cartes postales, mais la vraie ville des Bruxellois. La ville qui titille l’imagination. » Le prochain film de Michiel Blanchart sera tourné avec l’aide de Sam Raimi, le réalisateur de Spider-Man
alles uitleggen. Waarom met een fiets de trappen van een metrostation afrijden? Hoe doe je dat zonder gevaar?
Op welke scène ben je het meest trots?
BLANCHART: De meest ambitieuze en duurste scène is de Black Lives Matterbetoging op het Poelaertplein. We hadden bijna tweehonderd figuranten opgetrommeld. Dat is niet enorm, want ze moesten doorgaan voor tweeduizend betogers. Dus moesten we terugvallen op trucjes en speciale effecten. Maar ook tweehonderd is best veel en we blokkeerden het Poelaertplein. We hadden maar één nacht om alles in te blikken. Het regende tegenslagen. Zo moest onze hoofdrolspeler naar spoed door verschrikkelijke buikpijn, misschien van de stress, en kwam hij met drie uur vertraging toe op de set. De drone weigerde dienst. Maar dankzij de geweldige ploeg en de nauwgezette voorbereiding – elk shot was vooraf gevisualiseerd in een storyboard of in 3D – bekwamen we toch een mooi resultaat.
Je film entertaint, maar raakt ook thema’s als politiebrutaliteit aan. Was dat belangrijk voor jou?
BLANCHART: Het is een actiefilm die een groot publiek wil entertainen en daar schaam ik me niet voor. Maar voor mij gaan alle goeie films over de wereld waarin we leven. Politiegeweld is een onderwerp waar ik echt kwaad van kan worden. Zonder die thematiek zou het een wat lege film zijn.
La nuit se traîne speelt nu in de Brusselse zalen
BRUSSELS BY NIGHT 2.0
EN Michiel Blanchart is about to turn his short film T’es morte Hélène into a US feature film with the help of Spider-Man director Sam Raimi. But first he will treat “his” Brussels to La nuît se traîne, an energetic thriller in which an innocent locksmith opens the wrong door and spends the rest of the night being chased by the police and gangsters. “I wanted to come up with a story around the city I love and live in through the prism of genre cinema. Not the city on the postcards, but the Brussels that the people here know and that stimulates our imagination.”
Michiel Blanchart: “La nuit se traîne is een actiefilm, ja, maar voor mij gaan alle goeie films ook over de wereld waarin we leven. En dus over dingen als Black Lives Matter en politiegeweld.”
kaaitheater.be
Pop & JazzExpo Film
Een lichte slaper
Een klinkende naam is Bess Atwell niet, maar daar mag gerust verandering in komen. Voor haar nieuwe album Light sleeper klopte de singer-songwriter uit Brighton aan bij Aaron Dessner, gitarist van The National en sinds korte tijd ook bff van Taylor Swift. Hij wikkelde Atwells intieme folksongs in een warme deken en gaf haar weemoedige stem vrije baan. Samen met muzikanten van Big Thief en Beirut nestelt ze zich zo ergens tussen Lana Del Rey en Julia Jacklin in.
“Even though we’re eager to pull the trigger, let’s pull the rope,” klinkt het op het vijfde album van Ibibio Sound Machine. De toekomst oogt troebel, maar het Londense collectief rond zangeres Eno Williams en producer Max Grunhard wil zijn pootjes niet laten hangen. Williams en co., die met hun naam verwijzen naar een volk uit het zuiden van Nigeria, trekken aan één koord met zinderende afrobeats, kekke funkhooks en naar de jaren 1980 lonkende elektronica.
Videogames en muziek hebben altijd een innige relatie gehad, maar vaak ging het om kruisbestuivingen met pop, rock of hiphop. Zelden wisselde jazz creatieve sappen uit met de gamingwereld. Daar brengt de Brusselse pianist Casimir Liberski verandering in. Met zijn ReTrio diept hij thema’s op uit vintage videospelletjes en geeft er een Ornette Coleman-achtige freejazztwist aan.
Na een carrière in de wijde, brandend actuele wereld als gelauwerd persfotograaf kerfde Stephan Vanfleteren een plekje uit bij de Belgische kust om een intiemer luik aan zijn kunstenaarsbestaan te breien. Met Atelier blikt de meesterfotograaf vandaag zowel in boekvorm als met een tentoonstelling terug op dertien jaar beeldhouwen met licht, zoeken naar schoonheid en betekenis, verbeelden van wat diep vanbinnen en boven op de huid ligt.
STEPHAN VANFLETEREN: ATELIER 13/9 > 21/12, Hangar, hangar.art
Wordt vervolgd
Het beletselteken. De drie puntjes. Een leesteken dat eindeloos doet voortduren wat eraan voorafging en je vervult met verbeelding over wat volgt. De Anderlechtse ruimte voor experimentele strips en hedendaagse tekenkunst VROOM verbindt de puntjes in het oeuvre van onder meer Daria Chernyshova, Emese Veszely, Laetitia Gendre, Marc Nagtzaam en Sophie Artz voor een expo die Dot dot dot heet en eindelijk een antwoord biedt op de vraag der vragen: ...
DOT DOT DOT 13/9 > 6/10, VROOM, vroomspace.com
Je bent jong en je wilt wat
Voor in België geboren of residerende kunstenaars jonger dan 35 is ArtContest een springplank vanjewelste. Vraag maar aan intussen vlotjes in de kunstwereld gesettelde voormalige winnaars als collectief VOID, Oriol Vilanova of Ariane Loze. De twintigste editie van de wedstrijd houdt die welriekende wortel voor de neuzen van onder anderen Ellen Dhondt, Xavier Duffaut, Shino Matsuura, Mao Wu en Zhixin Liao. (KS)
ARTCONTEST 18/9 > 10/11, La Maison des Arts, artcontest.be
Schreeuw om Lumumba
In het fascinerende filmessay Soundtrack to a coup d’état linkt Johan Grimonprez de moord op de Congolese premier Patrice Lumumba aan jazzmeesters, de Koude Oorlog, Belgische slachtpartijen, de dekolonisatiebeweging, de Civil Rights Movement en Sovjet-leider Nikita Chroesjtsjov. Zijn door jazz voortgestuwde film wervelt inhoudelijk en visueel, en culmineert in de schreeuw van de Amerikaanse jazzzangeres Abbey Lincoln.
SOUNDTRACK TO A COUP D’ÉTAT BE, dir.: Johan Grimonprez
It’s showtime
Met Beetlejuice Beetlejuice komt er een einde aan dik 30 jaar snakken naar een vervolg op de cultclassic van Tim Burton. Die heeft zich zichtbaar geamuseerd met het uitwerken van een bonte stoet knettergekke personages én een morbide maar amusante fantasiewereld. Het verhaal is wat rommelig, maar Winona Ryder geniet van haar comeback en Michael Keaton wervelt ook dit keer als de manische, perverse kwelgeest.
BEETLEJUICE BEETLEJUICE US, dir.: Tim Burton, act.: Winona Ryder, Michael Keaton, Jenna Ortega
Gangmaker
Twintig jaar geleden maakte de Frans-Algerijnse Rabah Ameur-Zaïmeche indruk met Wesh wesh, qu’est-ce qui se passe? en Bled number one. Daarna verloor België hem uit het oog. Cinema Nova breekt een lans voor zijn nieuwste sociaalrealistische misdaaddrama, dat door filmtijdschrift Les cahiers wordt beschouwd als een van de tien beste films van 2023. Cinematek eert hem met een retrospectieve (12/9 > 17/10). (NR)
LE GANG DES BOIS DU TEMPLE FR, dir.: Rabah Ameur-Zaïmeche, act.: Régis Laroche, Philippe Petit
Soundtrack to a coup d’état
Stephan Vanfleteren: Atelier
Bess Atwell
Klein onderhoud
The Smile-drummer Tom Skinner komt solo naar Flagey
‘De wereld kan goed nieuws gebruiken’
Geen drummer is drukker dan Tom Skinner. De Britse slagwerker deed het coronaproject The Smile samen met Radiohead-spilfiguren Thom Yorke en Jonny Greenwood de voorbije jaren uitgroeien tot een van de spannendste rockbands van het moment. Na het bloedmooie Wall of eyes kondigde de groep zonet zijn tweede album van het jaar aan. Daarnaast beroerde hij de drumvellen bij onder meer Alabaster DePlume, Beth Orton, Floating Points en het intussen ter ziele gegane Sons of Kemet, het zinderende jazzcombo rond de Londense saxgod Shabaka Hutchings.
Twee jaar terug voegde Skinner daar met Voices of Bishara zijn eerste album onder zijn eigen naam aan toe. “Ik vond het altijd comfortabel om mij te verbergen achter een alias,” zegt de Londense drummer via Zoom. “Ik had ooit een project dat Hello Skinny heette, maar ik voelde dat het tijd was om dat achter mij te laten en de volgende stap te zetten. Muziek uitbrengen onder mijn eigen naam geeft me het gevoel dat ik totale vrijheid heb om te doen wat ik wil.”
Die vrijheid duwde Skinner op Voices of Bishara richting broeierige freejazz, de muziek die hem als grunge- en metalliefhebbende tiener halfweg de jaren 1990 van zijn sokken had geblazen. “Ik luisterde naar The shape of jazz to come van Ornette Coleman en mijn leven was op slag anders,” vertelt hij. Dat Skinner dit jaar Voices of Bishara live at “mu” uitbracht, is symbolisch: de Londense club “mu” verwijst naar de gelijknamige plaat van de Amerikaanse spirituele jazztrompettist Don Cherry, nog zo’n gamechanger voor Skinner. “Daar was het mij niet om te doen, al is alles wat ik doe in se een eresaluut aan Don Cherry. (Lacht) Ik wilde ook niet per se een live-album uitbrengen, maar toen ik de opnames hoorde, vond ik dat de groep in die livesetting beter tot zijn recht kwam.”
In die band zitten onder meer de saxofoniste Chelsea Carmichael en de cellist Kareem Dayes (die in Brussel vervangen wordt door Francesca Ter-Berg).
Cello speelt een voorname rol op Voices of Bishara, waarvan de titel verwijst naar het label waarop de Amerikaanse cellist Adbul Wadud in 1977 zijn enige soloplaat By myself uitbracht. “Dat album was heel belangrijk voor mij tijdens de lockdowns. Het is heel intiem, direct, meeslepend. Bishara is een Arabisch woord dat ‘goed nieuws’ betekent. Iets wat de wereld toen kon, en vandaag nog steeds kan gebruiken.”
TOM ZONDERMAN
Tom Skinner laat zijn Voices of Bishara op 14/9 weerklinken in Flagey, flagey.be
Select Aanraders van de week
PodiumLiteratuur
DinsdagClubski
Mijn gedacht
Découvrez toute la programmation sur varia.be
Vital Baeken alias Don Vitalski maakt al 35 jaar podia onveilig met alles wat enigszins met literatuur, muziek, stand-up en theater te maken kan hebben. Na corona zette hij met de Legendarische DinsdagClub een wekelijkse revue op poten, waarin iedereen met aanleg voor poëzie, goochelen, burleske dans, opera en sterfscènes zijn ei kwijt kan. Met die dinsdagshow belandt de Antwerpse nachtburgemeester nu in Vorst, waar Brussels talent de kolderkaravaan vervoegt.
DON VITALSKI’S LEGENDARISCHE DINSDAGCLUB 13/9, GC Ten Weyngaert, tenweyngaert.be
Valangst
Hikikomori is een conditie waarbij Japanse jongvolwassenen zich afzetten tegen de buitenwereld door zich in hun kamer op te sluiten. De Italiaans-Brusselse Francesca Grilli componeerde op basis van gesprekken met verschillende van die jongelui een koorzang voor Brusselse jongeren die al zingend balanceren op richels, vensterbanken en balkons. Tussen de angst om te vallen en het verlangen om uit te vliegen.
FRANCESCA GRILLI: RECORD (+ SANDER DECKX: ZONDERZEEËR) 13/9, GC De Kriekelaar, kaaitheater.be
Taalbroblematiek
Het verhaal van Language: no broblem speelt zich af tijdens een treinreis door België, waar de hoofdpersoon de verhalen van reizigers verweeft met die van familieleden, en Nederlands, Engels, Palestijns Arabisch en Hebreeuws zich vermengen. Een Brusselse WijkJury stuurde dit stuk van de Palestijns-Antwerpse Marah Haj Hussein naar het TheaterFestival en nu is het ook weer in Brussel te zien. (MB)
Met Waar ik liever niet aan denk blijkt de Nederlandse schrijfster Jente Posthuma op de sterren te hebben gemikt. Haar tweede roman verscheen al in 2020, maar belandde dit jaar als What I’d rather not think about op de shortlist van de International Booker Prize. In Brussel worden twee momenten opgezet om te praten over en luisteren naar Posthuma’s uniek gevooisde roman over een vrouw wier tweelingbroer uit het leven stapt.
PASSA PORTA LEESCLUB: JENTE POSTHUMA 15/9, Passa Porta & MEET THE AUTHOR: JENTE POSTHUMA 18/9, Muntpunt, passaporta.be
Vlieg op de muur
Het feit dat de Brusselse Alix Garin met een vervolg komt op haar stripdebuut Vergeetmij-niet, is al reden genoeg om bij Librairie Flagey in de rij te gaan staan. Nu die opvolger, Impénétrable, ook nog eens van een weergaloze intimiteit blijkt te zijn, én de Nederlandse Aimée de Jongh ook nog eens blijkt aan te schuiven met haar adaptatie van William Goldings Lord of the flies, weten we met ons enthousiasme geen blijf meer.
Roman Krznaric’ eigen carrière lijkt voorbeeldig te illustreren wat hij probeert aan te tonen: dat ideeën de kracht hebben om verandering teweeg te brengen. Alvast zijn ideeën over empathie, duurzaam denken en het plukken van de dag veranderden in de loop der jaren in internationale, in ruim 25 talen vertaalde bestsellers. Bij Bozar komt de Britse sociaal filosoof zijn nieuwste idee presenteren: Geschiedenis voor morgen (KS)
MEET THE WRITER: ROMAN KRZNARIC 19/9, Bozar, bozar.be
De pittige en kleurrijke Mexicaanse keuken kan in Brussel bogen op een paar prima adresjes. Piña hoort daar zonder twijfel ook bij.
Door de golf van nieuwe restaurants in Brussel waren we Piña, dat net een jaar geleden de deuren opende in Sint-Gillis, even uit het oog verloren. Hoog tijd dus voor een bezoek aan deze taqueria, de naam voor een informeel Mexicaans eettentje waar je taco’s koopt om ze op straat met je handen op te eten.
Piña werd uit de grond gestampt door twee vrienden, Alexis en Dimitri, die elkaar leerden kennen op de hotelschool in Namen. Hun gezamenlijke liefde voor Mexico bracht hen tot dit eerbetoon aan het streetfood van het land. Hun culinaire achtergrond indachtig was het niet de bedoeling om maar wat aan te rommelen.
Weerasethakul
5x2 tickets, Bozar, 16/9 & 19 > 29/9
Bozar nodigt Apichatpong Weerasethakul uit voor een gesprek (16/9) en een expo (19 > 29/9). Mail ‘Sun 16’ of ‘Sun 19’
Dat blijkt al uit de taco’s, die allemaal met een saus op basis van achiote komen, een heerlijk rokerig Mexicaans kruid.
Toen we er ‘s middags binnenstapten, werden we meteen blij van het terras en de openslaande deuren aan de straatkant. Het stedelijke interieur, met zijn van tags voorziene stoelen, kale bakstenen, een muurschildering en afgerasterde keuken, creëert een eigentijdse sfeer.
Als voorgerecht bestelden we een tostada (15 euro) oftewel een gefrituurde maistortilla. In werkelijkheid bestond het gerecht uit twee krokante tortilla’s met daarop een ceviche van garnalen. Het werd geserveerd met een schijfje limoen en gaf een echte smaakexplosie in de mond dankzij de rode en groene paprika, koriander, komkommer, fijngesneden rode ui … Frisser kan haast niet.
Tsar B & Dijf Sanders
5x2 tickets, KVS BOL, 25/9
Dijf Sanders en Tsar B vieren Angelo Badalamenti, de componist van de Twin Peaks-soundtrack. Mail ‘Tsar’
Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be
Als hoofdgerecht kozen we voor de formule met drie verschillende taco’s (12 euro). We waren dol op de vegetarische versie, met naast de zachte en smaakvolle maistortilla ook bonen, koriander, uien en vooral een verrukkelijke chipotle-saus. Ook de versie met pulled chicken was een aanrader, onder meer door de ingelegde uien, die het gerecht een boost gaven. Alleen de taco ‘al pastor’, met varken aan het spit en ananas, overtuigde minder: het vlees was niet zo mals als ‘s avonds, wanneer het direct van het spit komt.
Wat de drankjes betreft, juichten we de aanwezigheid van de tepache (5,50 euro) toe, een uitstekende huisgemaakte limonade op basis van gefermenteerde ananasschillen.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
Dahomey
5x2 tickets, Cinema Palace, 23/9
De Frans-Senegalese Mati Diop kijkt naar wat restitutie van kunst betekent voor een volk dat honger lijdt. Mail ‘Dahomey’
Piña •••
De vijf inzichten
Dalilla Hermans
‘Wees bezorgd om elkaars lot’
Dalilla Hermans is schrijver, journalist, columnist, theatermaker en trajectcoördinator van Brugge 2030. Bij deBuren mag je haar straks alles vragen, wij vroegen haar nu al om vijf inzichten.
door Michaël Bellon
“Do the best you can until you know better. Then when you know better, do better” (Dr. Maya Angelou)
Er werd me in het verleden, toen ik nog vooral gefocust was op antiracistisch activisme, vaak verweten dat ik te veel met het vingertje wees. Ik heb echter altijd begrip voor onwetendheid. Ik weet zelf zoveel niet! Maar als iemand je iets uitlegt en je een nieuw inzicht verschaft, handel daar dan naar en blijf niet halsstarrig vasthouden aan wat je altijd al dacht.
“If there’s a book you want to read, but it hasn’t been written yet, then you must write it” (Toni Morrison)
Deze wijsheid van Toni Morrison is een permanente schop onder mijn kont geweest toen ik twijfelde of ik wel een goede schrijver was, of ik wel echt een boek in me had. Ik zie ze ook als een metafoor voor het vertellen van verhalen in brede zin. Als er stemmen en verhalen ontbreken, dan is het aan degenen die dat erkennen om ervoor te zorgen dat ze gehoord worden.
“We must fight for your life as though it were our own –which it is” (James Baldwin)
Ik geloof er sterk in dat wij allemaal met elkaar verbonden zijn en dat we uiteindelijk, als het erop aankomt, één grote human family vormen. We moeten ons dus tot elkaar verhouden en bezorgd zijn om elkaars lot. Als mensen onderdrukt worden, gaat dat ook over wie wij zelf zijn als mens. Ik wil bijvoorbeeld dat we vechten voor een vrij Palestina, omdat niemand van ons écht vrij is zolang genocide en kolonisatie gedoogd worden.
“You cannot carry out fundamental change without a certain amount of madness” (Thomas Sankara)
Telkens als ik zaken onderneem waarvan velen denken dat ze naïef of onmogelijk zijn, denk ik aan Sankara’s woorden. Je moet een beetje gek zijn om te geloven dat verandering mogelijk is. Ik ben met plezier prettig gestoord op dat vlak.
“Begin!” (ikzelf)
Twijfels, het impostersyndroom, onzekerheid, kritiek: het hoort er allemaal bij voor creatieve personen. Maar begin gewoon. Met iéts. En dan komt er wel wat.
Op 19/9 levert Dalilla Hermans zich over aan de nieuwsgierige aperoreeks ‘Je mag me alles vragen’ bij deBuren, deburen.eu
C’EST PARTY!
Opgepast, wij gaan starten...
En dat doen we zoals altijd met een knallende Seizoensopening op autoloze zondag. Rinkel met ons het nieuwe seizoen in met je BRONKS-TRINGTRING-DELUXE-fietsbel. Smeer een nieuw laagje verf op onze vitrine (of op je eigen gezicht). Vereeuwig je emotionele rit in onze rollercoasterphotobooth. Doorsta je zenuwen met het stress-spiraal. Ga giechelig kakjes vissen. Timmer trots mee aan de zelfbouw-knikkerbaan. Zing je zorgen weg in de kara-allesis-oké-caravan. Of verwonder jezelf over de optredens van jong Brussels geweld.
Klaar voor weer een rollercoaster of only real emotions bij BRONKS?
ZO DIM 22 / 09 12:30–18:00
iedereen is welkom C’EST PARTY ! SEIZOENSOPENINGSFEEST
ONTDEK ONZE PREMIÈRES
Wat staat er op het spel in jouw gemeente?
Volgende week laat BRUZZ het licht schijnen op Koekelberg, Jette, Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem.
Wat zijn er de uitdagingen in en wat staat er politiek op het spel?
Alles over de verkiezingen in BRUZZ magazine, op BRUZZ Radio, BRUZZ TV en natuurlijk op Brusselkiest.be.
Club Night
De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (www.raadvgc.be) is een Brusselse parlementaire instelling, die bestaat uit de 17 Nederlandstalige parlementsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Samen stippelen ze het beleid uit voor onderwijs, cultuur, welzijn en gezondheid.
SECRETARIAATSMEDEWERKER (statutair - voltijds)
Taken en verantwoordelijkheden
Als secretariaatsmedewerker sta je in voor het secretariaat van de griffier en de Dienst Wetgeving. Je biedt administratieve ondersteuning:
• opvolging van agenda’s en briefwisseling;
• gebruik van MS Office programma’s en de gangbare kantoorsoftware;
• coderen, klasseren en archiveren van documenten;
• samenstellen van dossiers;
• registratie van parlementaire stukken;
• reservatie van zalen via de geëigende kanalen;
• inspelen op wijzigingen in parlementaire werkzaamheden;
• verzendingen verzorgen;
• en databanken, parlementaire werkzaamheden en documenten op de website opvolgen.
Geprikkeld?
Profiel van de kandidaat
Je bent houder van een diploma van hoger onderwijs (korte type – bachelor) of daarmee gelijkgesteld. Je bent Nederlandstalig, burger van de Europese Unie met een onberispelijk gedrag en geniet van burgerlijke en politieke rechten.
Aanbod
• Voltijdse functie bij de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie op wandelafstand van diverse metro-, bus- en treinstations.
• Verloning in overeenstemming met je niveau (weddeschaal B1/1 – Secretaris/Secretaresse)
Stuur je cv en motivatiebrief en jouw antwoorden op de screeningvragen (zie QR-code) vóór 13 september 2024, 12u00 naar sollicitaties.poolstok@solvus.be. Voor meer informatie, contacteer Anouck De Cauwer via sollicitaties.poolstok@solvus.be of 03/203.48.20.
Scan hier voor meer info.
VACATURE SUBSCRIPTION MARKETEER
Roularta zit in een digitale versnelling en zoekt een enthousiaste Subscription Marketeer voor Libelle en Femmes d’Aujourd’hui. Jij bedenkt en implementeert innovatieve abonnementenstrategieën en bouwt verder aan een mooie en sterke betrokken community.