BRUZZ Select - april 2024

Duivel-doet-al Nick Cave waagt zich aan keramiek

Jazz pianist Amaro Freitas dives into the Amazon

Une tempête nommée Eloi

‘J’évacue les blessures du passé’

Every Thursday Evening 11.04 — 23.05 nocturnes.brussels

OPENDEURDAG 20/04 VAN

10U TOT 13U

Brussel

Architecturale parel in groene oase

• Vanaf €199.500

• 1 tot 3 slaapkamers

• Unieke ligging vlakbij Brussel centrum

• Ruime zuidgerichte terrassen

• Prachtig zicht op het Scheutbospark

• Tijdloze afwerking

BEZOEK

Schrijf in via www.motownparc.com

Sales & Info:

Brussels museums in a new light

Onthecover

10Eloi faitsoufflersatornade émotionnellesur les Nuits Botanique

Stories

24 Rockgod Nick Cave ontbindt zijnkeramischeduivels

28 The BRDCST festivaltakesadip into thespiritualuniverse of jazzpianist Amaro Freitas

34 Notrefierténationale Paloma Sermon-Daï sortsapremière fictionensalles

40 Het BIFFF gluurtbijdeburen envindtdaar Jérémy Clapin

Everymonth

04The secret life of Peet

08Bruxelles parle MarieDarah

16In the picture JosefenAnni Albers

18WTF? TheSimon&Garfunkel Story

18Wide Vercnocke Centrumrat tuurtin het zwarte gat

22Portrait IlyasMettioui

31Eyecatcher HoneyDijon

43Viewmaster Urbanartthrough the eyes of JoëlleSambi

44Eat & Drink 5xGluten-free

46Streetlife Jessy

Picksofthemonth

06Made in Brussels Adeepdive into FannyBergerot’sjewellery designs

14Music

20Theatre & Dance

32Art & Literature

38Cinema

Cover:Eloi © OliviaSchenker

An ode to transformation

NL/ Apriliseenovergangsmaand, geprangdtussendewispelturige naweeën van dewinterendezoete verlokkingen van delente. Het uitgelezen momentvoorfestivalszoalsLesNuits enBIFFFomnaardezomer te lonken,en voorartiestenomandermaal te transformeren.RapperPeetontblootzichzelfals sterrenkijker,jazzpianistAmaroFreitas werd eenanderemuzikantnaeentrip doorhetAmazonewoud.Maarvoorde grootstetransformatiezorgtdeAustralischesongschrijverNickCave,diezich outalseenbegenadigdekeramist.

FR/ Avrilestunmoisdetransition, entrelesdernierssoubresautsdel’hiver etlesdouxcharmesduprintemps.Le momentidéalpourlesfestivalscomme LesNuitsetleBIFFFpour rêver del’été, etpourencoreunefoissetransformer pourlesartistes.LerappeurPeetse découvreastronome,lepianistejazz AmaroFreitasestunautremusicien depuisun voyage enforêtamazonienne. Maisc’estlechanteuraustralienNick Cave quioffrelaplusgrandemétamorphose,enserévélantuncéramistede talent.

EN/ Aprilisthemonthoftransition, caughtbetweenthefickleaftermathof winterandthesweettemptationsof spring.Theperfecttime for festivalslike LesNuitsandBIFFF to beckonthe summer,and for artistsonceagain to transform.Inthisissue,rapperPeet showshimselfasastargazer,andjazz pianistAmaroFreitasspeaksabout how hebecameadifferentmusicianaftera tripthroughtheAmazonjungle.Butthe biggesttransformationisprovided by AustraliansongwriterNickCave, who outshimselfasagiftedceramicist.

ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir COÖRDINATOR SELECT Tom Zonderman ART DIRECTOR Heleen Rodiers EINDREDACTIE Kurt Snoekx, Sophie Soukias WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Heleen Rodiers, Kurt Snoekx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Nicolas Alsteen, Gilles Bechet, Michaël Bellon, Andy Furniere, Maren Moreau, Tom Peeters, Niels Ruëll, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, George Holmer, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Agneskena, Thomas Ost, Ivan Put, Sophie Soukias, Saskia Vanderstichele, Wide Vercnocke VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Koen Cypers, Flageyplein 18, 1050 Elsene.

BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

The secret life of Peet

‘Ik kan uren naar de hemel turen’

NL Zijn nieuwe album À demain klinkt introspectiever dan zijn vorige, maar op het podium is Peet nog steeds één brok zonneenergie. Om tot rust te komen lonkt de Brusselse rapper naar de sterren.

Tekst Maren Moreau Foto Thomas Ost

“Mijn vriendin deed mij een telescoop cadeau,” zegt Peet terwijl hij in het Planetarium in Laken binnenwandelt. “Zo zag ik al Jupiter en Saturnus door mijn lens. Ik kan echt uren naar de sterrenhemel turen. Het is het onbekende dat mij erin aantrekt. Ik kijk weleens naar YouTube-filmpjes over astronomie, maar ik ben geen specialist. Misschien gaat het mysterie zelfs verloren als ik de wetenschap erachter leer kennen. Ik verkies de verwondering.” Peet is vooral gefascineerd door de maan, al zou hij een aller-retourtje naar Mars ook zien zitten. “Het moet zo cool zijn om de aarde van bovenaf te zien! Maar misschien valt het tegen. Stel je voor dat je er landt en alles bezaaid ziet liggen met vuilnis!” (Lacht)

Met zijn gevoelige teksten en dromerige hiphop met aanstekelijke jazztoetsen creëerde Peet een eigen universum. Na zijn carrière bij het explosieve hiphopcollectief Le 77 vindt hij steeds meer zijn eigen geluid. “Hoe meer ik evolueer in mijn muziek, hoe minder ik pure rap maak. Maar wie weet, misschien keer ik er ooit nog naar terug. Mijn nieuwe album bevat meer zang en melodie, en de teksten zijn persoonlijker. Zo schrijf ik over een vriend die de weg kwijt is of over de druk die succes met zich meebrengt.”

Met zijn nieuwe single ‘Aquemini’ knipoogt Peet alvast naar OutKast én naar de sterren. Maar als hij een capsule met één song van zijn hand de ruimte in mocht sturen, zou het ‘Foi’ zijn. “Dat nummer gaat over vertrouwen in een goede afloop, zelfs als het even tegenzit. Ik stuur graag een positieve, dansbare boodschap uit. Daarom mag ‘Natural mystic’ van Bob Marley ook mee, een van mijn lievelingsnummers. Peace and love, ik denk dat die ruimtewezens dat ook wel appreciëren.”

Het perspectief van het heelal doet de Brusselse muzikant mijmeren. “Wij zijn als mens maar een stofje. Soms kan dat besef mij overvallen: dat wij op aarde zo klein zijn en in de ruimte al helemaal petieterig. Dat boezemt me geen angst in, ik vind het net indrukwekkend en inspirerend. Hoe klein we ook zijn, we zijn hier wel met een reden. Ik ben zelf niet altijd het zonnetje in huis, maar ik probeer wel positivisme te verspreiden. De wereld zal ik zo niet veranderen, besef ik, maar misschien veroorzaak ik wel een kleine rimpeling rondom mij. Kijk, nu ben ik behalve amateurastroloog ook nog eens filosoof.” (Lacht)

Op 12/4 komt Peets album À demain uit, op 20 en 21/4 volgt een releaseparty en opent er een pop-upstore in de studio’s van Young European Artists, Instagram: drpeet_

Made in Brussels

Capital craftsmanship

A deep dive into mystery

EN Fanny Bergerot creates jewellery that captures the mystery and untamed nature of life under the sea. During Brussels Jewellery Week, her designs can be seen at MAD Brussels.

Text Andy Furniere

Photo Ivan Put

Jewellery maker Fanny Bergerot’s lifelong fascination with undersea life culminated in her label Alga Jewelry. Her imaginative creations seem to have been fished out of an exotic sea, with shapes that remind us of corals, shells, octopuses, and much more. Bergerot takes her inspiration from curiosity cabinets, the futuristic oeuvre of director David Cronenberg, and the Codex Seraphinianus, a surrealist encyclopaedia in which Italian artist Luigi Serafini collected bizarre and fantastical creatures.

Did you want to be a biologist as a child?

FANNY BERGEROT: No, but funnily enough my brother did. He is now a hydrobiologist, studying organisms in water. So we have ended up in the same world, but tackle it from different angles. We regularly laugh about it, asking ourselves what pushed us in that direction, because we grew up around

mountains, not by the sea. I do sometimes go on holiday to Cuba or French Polynesia to observe underwater life. I am very concerned about the fate of coral reefs, which are suffering badly from global warming. One day, I hope to use my work to fund scientific research to contribute to their survival.

What a racts you to marine life and how do you translate that into your jewellery?

BERGEROT: I love the duality of underwater organisms, they are at the same time attractive and repulsive. It gives them a mysterious and untamed aura that I also imbue my work with. Each of my pieces is unique and has a life of its own. I can also get lost in the creation process, it has something meditative and therapeutic about it.

Your studio is located in the iconic former Hotel Continental on De Brouckère, now temporarily transformed into a cultural hub. A special place to work?

BERGEROT: Absolutely, it is not only a workshop but also an ideal exhibition space. Many drop by in the weekend to take a look. There are also many other creators here, which encourages collaboration.

Fanny Bergerot (algajewelry.com) takes part in Particles (25/4 > 5/5) at MAD Brussels, brusselsjewelleryweek.com

Artisanale azijn

NL/ Na een aandoening aan haar ogen gooide Daphné de Crombrugghe haar leven drastisch om. Ze liet haar bureaujob voor wat hij was, trok naar een biologische boerderij in Italië en raakte er verslingerd aan balsamicoazijn, gemaakt volgens een oud recept. Met die nieuwe kennis richtte ze vorig jaar in Brussel de Vinaigrerie Sainte Odile op, met azijn gemaakt op basis van verschillende lokaal gedistilleerde dranken. (TZ)

SAINTE ODILE Flesjes azijn vanaf 12 euro, sainteodile.com

Fun with plastics

EN/ You can stack them, float them, use them as seal stamps, or make them roll on wheels, you can let your imagination decide! Brussels-based Combo Toys is a modern block box full of abstract shapes. Creators Rebecca Cuglietta and David de Tscharner deliberately sought artful and gender-neutral toys for their two little daughters. They poured the result into recycled plastic from Anderlecht-based Bel Albatros. Move over, Lego! (EC)

COMBO TOYS Bones by Combo Studio, 48 euro for 11 items, combo.toys

Dose de réconfort

FR/ Café Joyeux, une chaîne de cafés œuvrant pour l’inclusion, s’associe à Nespresso. Le mélange qu’ils ont créé est non seulement délicieux, mais il contribue également à l’emploi de personnes atteintes de handicap. (HR)

CAFÉ JOYEUX 0,49 euro/capsule, nespresso.be

Twee halven maken een heel

NL/ Daar is de lente, daar is de zon. Wie stijlvol wil zonnekloppen doet dat met de ‘Half-andHalf’. Voor deze zonnebril met uniek design bundelden brillenmaker Jimmy Fairly en het Brusselse designerkoppel Ester Manas, dat bekendstaat om zijn inclusieve mode, de krachten. De bril is geïnspireerd door die keer dat Balthazar Delepierre, de ene helft van het duo, speels Ester Manas’ zonnebril op de zijne zette. Door de bril te vernoemen naar het typische Brusselse drankje half-en-half, brengen ze meteen een ode aan hun stad. (HR)

JIMMY FAIRLY X ESTER MANAS Half-and-Halfzonnebril voor 165 euro, jimmyfairly.com

Rock-’n-Brussels

NL/ Het is eens wat anders dan een Fender of Gibson: een elektrische gitaar van Brusselse makelij. Tao Guitars uit Vorst biedt zeven modellen aan en werkt op bestelling, tegenwoordig zelfs tot in New York, Seoul en Singapore. Achter het merk zitten John en Serge, die alles met de hand doen in hun atelier in de Verbindingslaan 64. Daar kan je trouwens ook terecht voor herstellingen. (EC)

TAO GUITARS vanaf 4.300 euro, taoguitars.com

Tricot durable

FR/ Zohra Capucine s’est formée à la peinture et aux impressions multiples à Brest, puis s’est spécialisée en design textile à La Cambre. Elle combine aujourd’hui ses connaissances dans des vêtements tricotés et des accessoires. Des pièces qu’elle réalise avec des fils de seconde main provenant de France et de Belgique, une contrainte à la fois durable et stimulante sur le plan créatif. (TZ)

ZOHRA CAPUCINE Instagram : zohracapucine

Bruxelles parle

Marie Darah écrit sur la vie dans sa ville

‘J’erre dans Bruxelles comme d’autres se mentent, incapable d’exister’

J’ai laissé tout en l’état

Ton t-shirt plié sur la machine à laver

La chambre et les objets comme la dernière fois

J’ai pas compris pourquoi l’amour

Pourquoi nos mains qui dansent et se tiennent

Tu dis que mes ‘je t’aime’ sont des questions

Auxquelles tu ne peux répondre

T’as plus assez à donner

T’as dit ça

Puis t’as crié qu’on me lâche

- Je veux qu’on me lâche ! -

(Mais je n’te tenais pas...)

J’ai plus rien dit

Mon amour t’écorche

Vif comme du mescal

J’ai eu envie de boire de l’alcool

J’ai eu envie de boire du canal

J’ai attendu des heures sur un banc d’pierre

Matant les réverbères scintiller dans l’eau sale

Mais l’eau du canal est déjà à l’intérieur

Je vis noyé·e depuis trop longtemps

J’erre dans Bruxelles comme d’autres se mentent

Incapable d’exister

Mon amour t’accapare

Prends toute la place

Besoin d’espace

Tu dis que j’mens quand j’dis je t’aime

Sur la grand-place que foulent milles pieds

Que j’mens à moi-même

T’as l’air de mieux savoir que moi alors

J’épluche mes torts en silence dans le fond

J’ai lavé mes dents et demain j’irai travailler

Place Poelaert puis place Flagey puis bus 38

Tram 92 métro Simonis ligne 2 orange et bleu

J’arrête pas de refaire le trajet

Mais je descends plus à ton arrêt

Ou seulement pour reprendre le tram 51 mais pas jusqu’à la fin

Je m’arrête toujours porte de Flandres

Et je marche le Long du canal à contresens

Je frôle les bords

Les larmes échouées

Y’a plus d’chansons dans mon Spotify

Juste le vide qui tourne et ressemble au bruit d’la Mer

J’me d’mande si le canal la rejoint

Si j’étais à la mer j’aurais peut-être sauté Mais je suis sur ce banc d’pierre en plein

Bruxelles

Avec son boucan de voiture et de transports Que j’entends même à travers mon casque

Bluetooth déconnecté

J’ai envie de t’appeler, de fonctionner autrement

Autrement qu’un enfant blessé

C’est fatigant d’être soi 34 ans et délavé·e

Qui peine à sourire

J’ai plus trop froid

J’ressens plus rien

L’eau du canal est intérieure

Sale comme moi

J’attends mon heure

J’vais pas m’tuer j’sais juste pas vivre

C’est trop pénible à recommencer

Une réparation aortique

Et puis je pense que je t’aime vraiment

J’arrive pas à te partager ni te faire sentir libre

Mais je t’aime vraiment comme j’ai jamais osé

J’ai plus envie de recommencer

Mon amour à ses limites et il t’encage

Tous mes cadeaux, tous mes Post-it

Toutes mes pensées cela te grippe

Je te rends malade t’as besoin d’espace

Alors je marche dans Bruxelles qui a gagné

Ses trombes d’eau vont ramener un nouvel été

J’mets plus de son dans mes écouteurs

Sauf pour couvrir le vacarme

Je trottine entre les rames de tram

Je m’élance sur les passages cloutés sans plus r’garder

En priant qu’une voiture m’enlace

Je veux pas mourir

Juste pas vivre sans

Est-ce que le refuge d’un refuge c’est un foyer ?

J’ai perdu les pédales et mon vélo prend l’eau Mes godasses sont boueuses

Et mon cul tout glacé

À force de mêler mes tourments au crachin

J’ai crashé mon exil de toi

Dans le tram 82 direction Drogenbos j’ai froid Mais je finis par m’coucher en caracole sous la couette

Je finis par éteindre le petit vélo rouillé qui flagelle nos souvenirs

Et demain Bruxelles se réveillera grise et pâle

Et dans son centre un petit cœur à bout de forces

Ira au travail à tram à métro ou à pied

Regardera les péniches passer

En se disant que si c’était la Mer

Y si serait jeté

Mais ce n’est que le canal

Et je t’aime encore

Te ghser chem, Mi amor Mais l’amour parfois

Ça ne suffit pas

MARIE DARAH chante, joue la comédie, écrit et slame. En alternance avec Arno Boey, iel se laisse inspirer par sa ville.

© SASKIA VANDERSTICHELE

events

8.04.24 20:00 –22:00 muntschouwburg programme

abdulrazak gurnah

In 2024, the international house of literature Passa Porta will celebrate its 20 th anniversary with a range of activities. The first big celebration is an evening with the winner of the 2021 Nobel Prize in Literature, Abdulrazak Gurnah on April 8, 2024, in collaboration with the Muntschouwburg. The Tanzanian author was first a guest at Passa Porta in 2005, when he was still relatively unknown. His return to Brussels is therefore illustrative of the literary house’s actions and its ambition to welcome and showcase both undiscovered talent and established names.

16.04meet the author: jeremy atherton lin passa porta bookshop (EN| FR)

What’s left of gay bars today? In Gay Bar: Why We Went Out, Asian-American author Jeremy Atherton Lin traces the history of homosexual identity over the last century and a half. A book that has already achieved cult status, a mix of the erotic and the political.

17.04claus & van ostaijen in brussel passa porta bookshop (NL)

Matthijs de Ridder en Mark Schaevers volbrachten de monumentale taak om de definitieve biografie te schrijven van twee auteurs met een gigantische reputatie: Paul van Ostaijen en Hugo Claus. Ruth Joos vraagt hen hoe ze dat tot een goed einde brachten, en samen onderzoeken ze welke sporen de literaire reuzen nalieten in Brussel.

7.05meet the author: sheena patel passa porta bookshop (EN)

I’m A Fan, writer and director Sheena Patel’s debut novel about obsession, social media and power relations, put her on the map as one of the most exciting new voices in British literature. She will be interviewed by Sudanese-Australian writer Yassmin Abdel-Magied, who will be working on her new novel as writer in residence at Passa Porta in Brussels. more on passaporta.be

« Dans l’instant créatif, il n’y a rien d’intentionnel. Mais en réécoutant mes morceaux, j’apprends souvent des choses sur moi-même », dit Eloi.

OLIVIA SCHENKER

Pop

Après l’orage, vient Eloi

‘Je vis mes relations amoureuses de manière très intense’

FR Nouvelle star de la chanson française, phénomène hyperpop, Eloi jongle avec ses sentiments sur un premier album ouvert à toutes les possibilités. Entre urgence romantique et vagues à l’âme magnétiques, sa musique se dresse désormais en tête d’affiche des Nuits Botanique.

Texte Nicolas Alsteen

Véritable kaléidoscope, le premier album d’Eloi mélange les formes et les couleurs, bouleverse les sens et démultiplie les saveurs. Les morceaux enregistrés sur Dernier Orage se promènent ainsi avec le sac à dos chargé de références en tous genres. Eurodance, rap, gabber, chanson française, rock ou drum and bass nourrissent notamment l’imaginaire d’une artiste qui, du haut de ses 26 ans, cite indifféremment l’influence de Brigitte Fontaine, A$AP Mob, The Cure, Mansfield TYA ou Sexy Sushi. « Les ingrédients qui interagissent dans ma musique sont plutôt liés à ma ligne du temps », confie Eloïse Leau, alias Eloi. « Tout dépend de ce que j’écoute sur le moment, de l’espace mental dans lequel je me situe. Tout ça évolue rapidement. À mes débuts, j’étais à fond dans le post-punk et la new wave. Puis, à

force de sortir en club, j’ai intégré le breakbeat et la drum and bass. Mes productions découlent de ce rapport instinctif à la musique. »

Née en 1998, au cœur d’une France dopée par son triomphe à la Coupe du monde de football, Eloi a grandi au carrefour des cultures. Son père, le guitariste Jean-Marie Leau, a notamment prêté ses talents de compositeur à des artistes comme Zazie, Georges Moustaki ou Marie Laforêt. Sa maman, la productrice de cinéma Florence Dormoy, s’affaire pour sa part dans les coulisses de nombreux films et documentaires. « J’ai évolué entre un studio d’enregistrement et des lieux de tournage. Mais je n’avais pas du tout conscience de la notoriété potentielle des gens qui gravitaient autour de nous », raconte la chanteuse. « Je vivais tout ça avec insouciance. » De là à décrire l’enfance comme une période

dorée, il n’y a qu’un pas. Mais Eloi refuse de le franchir. « Sur le plan matériel, je n’ai aucune raison de me plaindre. J’ai évolué dans un environnement propice à toutes les pratiques artistiques. En ce qui concerne la dynamique familiale, en revanche, c’est une autre histoire... Mes parents se sont séparés quand j’avais trois ans. Le divorce, ça reste un truc banal. C’est un phénomène qui touche un couple sur trois. Mon cas n’a donc rien d’exceptionnel. Mais d’un point de vue émotionnel, j’ai longuement souffert de la situation. Quand on est enfant, on voit et on sent bien plus de choses qu’il n’y paraît. Moi, par exemple, j’étais extrêmement sensible. »

DU PIANO CLASSIQUE À WEJDENE

Installée sur les bancs de l’École des arts décoratifs de Paris, Eloïse Leau s’essaie d’abord au cinéma d’animation, avant de s’orienter vers les cours dispensés en

Interview Eloi 27/4, Botanique

« image imprimée ». « C’est une formation qui touche aux domaines de l’édition et de l’illustration. Durant cette période, j’ai étudié le dessin, le mouvement, le montage, la narration, etc. » Rétrospectivement, c’est pourtant la musique qui joue le premier rôle formateur. « Quand j’étais petite, ma grandmère maternelle m’a appris à jouer de la musique classique au piano. Puis, plus tard, je me suis intéressée aux techniques de production… »

Au printemps 2002, Eloi fait irruption dans nos vies en chantant ‘jtm de ouf’, une version mutante d’un tube populaire de la chanteuse R’n’B Wejdene. «J’ai repris ce morceau à force

Les Nuits Botanique 24/4 > 5/5, divers lieux, botanique.be

« Cet album est une sorte de tempête émotionnelle. Il s’est construit autour de ressentis accumulés au fil des années »

de l’entendre partout où j’allais. En l’enregistrant, je n’avais aucune attente. L’idée que cette reprise puisse devenir un succès, ça n’entrait pas du tout dans mes plans. » L’affaire tourne pourtant en boucle sur les

© OLIVIA SCHENKER

réseaux. Voix pimpée à l’Auto-Tune, refrain branché sur un rythme exalté, Eloi reçoit d’emblée l’attention des médias qui, du jour au lendemain, lui accolent l’étiquette de nouvelle star de l’hyperpop. « J’associe ce terme à la musique électronique de Sophie et aux signatures du collectif londonien PC Music », dit-elle.

Entre déferlantes de synthés distordus, beats distillés en hyperventilation et voix féminines texturées à outrance, le courant hyperpop se porte également au chevet de la société de consommation, en puisant des idées dans l’univers de la pub ou dans celui de la cyberculture. « C’est quand même une vision assez extrême de la musique », souligne Eloi. « Je peux comprendre qu’on me rattache à ce mouvement. Mais je ne suis pas certaine de cocher toutes les cases du genre. »

AMOUR TOUJOURS

Dans le clip qui accompagne la sortie de ‘jtm de ouf’, Eloi défenestre une réplique de Kirby, un célèbre personnage de jeux vidéo. Entre deux refrains, elle défigure aussi une peluche à l’effigie de Winnie l’ourson. Sous ses airs de fête, sa reprise flaire la bonne excuse pour régler des comptes avec le monde de l’enfance. « Composer des chansons, c’est assurément un moyen d’exprimer des émotions. Dans l’instant créatif, il n’y a rien d’intentionnel. Mais après coup, en réécoutant mes morceaux, j’apprends souvent des choses sur moi-même. Chez moi, la musique est une forme inconsciente de catharsis. »

Sur l’album Dernier Orage, Eloi chante l’amour sous toutes ses formes, mais toujours dans l’excès. Le pied enfoncé sur l’accélérateur comme dans un remake du film Thelma et Louise, la chanteuse vit ses sentiments à fond les ballons et, surtout, sans concession.

« En grandissant, j’ai appris à mieux canaliser mes émotions », assure-t-elle. « Mais de base, c’est sûr : je vis mes relations amoureuses de façon super intense. J’ai besoin de ressentir un véritable engagement de la part de l’autre. Cela fait certainement écho à mon passif familial. Si l’amour est un thème omniprésent sur l’album, il doit aussi se comprendre au sens large. Parce qu’il

touche à la fois au couple, à la famille et aux potes. »

TOURNER LA PAGE

Capable de transposer les codes de la chanson française dans les décors fantasmés d’une rave party emo, Eloi déballe quatorze morceaux sous la pochette de son Dernier Orage. « Le titre du disque évoque le soulagement ressenti après les coups de tonnerre », explique-t-elle. « Pour moi, cet album est une sorte de tempête émotionnelle. Il s’est construit autour de ressentis accumulés au fil des années. J’avais besoin d’en parler. En ce sens, Dernier Orage est une façon de tourner la page et d’évacuer les blessures du passé. »

Résolument tournée vers l’avant, Eloi aménage actuellement son prochain album au cœur de son jardin secret : un lieu dénommé Novembre Éternel. « C’est le nom de mon label », précise-t-elle. « Dans ma vie, le mois de novembre a toujours été lié au début ou à la fin d’une histoire. C’est une période qui, à titre personnel, est associée à de grands chamboulements. En 2022, j’avais sorti un morceau intitulé ‘Novembre Éternel’. J’ai utilisé le titre de cette chanson à l’heure de créer ma propre structure. Dès mes débuts, j’ai ressenti le besoin d’être en contrôle. Monter un label, c’est l’opportunité de maîtriser tous les aspects du métier. Cela me permet de préserver mon indépendance et ma liberté d’action. » En attendant le prochain mois de novembre, Eloi met aujourd’hui le cap sur le printemps avec, en ligne de mire, un concert aux Nuits Botanique. Assurément l’un des rendez-vous incontournables du festival.

EMOTIONELE STORM

NL/ De nieuwe ster van het Franse chanson luistert naar de naam Eloi. Op haar eerste album, Dernier orage, jongleert het hyperpopfenomeen met haar gevoelens en toont ze zich open voor alle mogelijkheden. “Voor mij is dit album een emotionele storm.” Deze maand vertolkt ze haar tussen romantische urgentie en magnetische weemoed laverende songs op Les Nuits.

EMOTIONAL STORM

EN/ The new star of French chanson goes by the name of Eloi. On her first album, Dernier orage, the hyper-pop phenomenon juggles her feelings and opens herself up to all possibilities. “For me, this album is an emotional storm.” This month, she will perform her songs oscillating between romantic urgency and magnetic melancholy at Les Nuits.

5x Les Nuits

Les incontournables du festival

Eau de vie

FR/ Poétesse primée, activiste de la cause afro-américaine, féministe engagée, Jamilia Woods est l’une des plus grandes voix de la soul moderne. Aperçue aux côtés de Baloji dans la B.O. du film Augure, l’artiste de Chicago débarque aux Nuits pour présenter les chansons de Water Made Us. Référence à une citation de Toni Morrison (« L’eau a une mémoire parfaite et essaie toujours de revenir là où elle était »), l’album est assemblé autour de souvenirs, de lieux visités et de personnes aimées.

JAMILA WOODS 26/4, Botanique

Fine fleur de la techno

FR/ Première femme de l’histoire à soulever le César de la meilleure musique originale (pour le film À plein temps), Irène Billard est issue des Beaux-Arts de Paris. D’abord photographe et vidéaste, elle se révèle ensuite, sur scène, dans la peau d’Irène Drésel. C’est sous cet alter ego qu’elle bouscule les codes de la techno. À la pointe du raffinement et d’une mélancolie latente, ses beats pénètrent les consciences et, tout en puissance, fracassent les attentes.

IRÈNE DRÉSEL 2/5, Botanique

Aux portes des Halles

FR/ Né à Londres sur les cendres du dubstep, le projet Mount Kimbie poursuit sa mue au gré des visions de ses architectes, Kai Campos et Dominic Maker. Désormais relocalisé en Californie, ce dernier produit des morceaux pour James Blake, Rosalía, Travis Scott ou Arlo Parks. Entourés par l’ami King Krule, les deux cerveaux de Mount Kimbie se sont retrouvés au milieu du désert des Mojaves pour concocter un quatrième album : un joyau de pop moderne qui se dévoilera sous les voûtes des Halles de Schaerbeek. De quoi se mettre en jambes pour les Nuits.

MOUNT KIMBIE 2/5, Les Halles de Schaerbeek

Nouvelle reine du jeu

FR/ Artiste «extraterrestre», Mélanie Crenshaw incarne, ici-bas, le renouveau du rap français. Sous un nom de scène qui donne envie de chanter, Lala &Ce met de la sensualité au cœur d’un hip-hop à la lisière des genres. Fluide, super hybride, sa formule étire le flow au-delà des convenances. Bordé d’amours au féminin et de coups de poing anticapitalistes, l’album Solstice confirme la singularité de la chanteuse franco-ivoirienne qui, seule ou en compagnie des potes La Fève et Dinos, est en train rebattre les cartes du jeu.

LALA &CE 3/5, Halles de Schaerbeek

No limit

FR/ La meilleure soirée des Nuits Botanique est peut-être celle qui donne accès aux quatre salles du festival : le concept «All Access» vend ainsi du rêve au prix d’un seul ticket. Venue d’Angleterre, des États-Unis, de Bruxelles ou d’ailleurs, la crème des musiques alternatives se rassemble aux abords de la rue Royale : Actress, Beak>, bar italia, Big|Brave, NAH, Tapir!, Loverman, Lambrini Girls, David Numwami et bien d’autres (27 artistes au total) composent l’affiche XXL de ces Nuits Botanique 2024.

ALL ACCESS 4/5, toutes salles

Picks of the month Music

De wereld aan hun voeten

NL/ “En je zou bijna vergeten wat je wou toen je honger had / Want je hield van Vlaanderen / Maar Vlaanderen hield niet van jou,” zong Hubert Tuyishime twee jaar geleden in hun single ‘Vlaanderen’. Een rauwe lap folksoul waarin de non-binaire singer-songwriter uit Antwerpen hun vocale kracht met veel verve etaleerde en zo ook hun even broze als glanzende alias Porcelain id lanceerde. Die ongepolijste pracht koestert die nog steeds, maar op hun dit voorjaar uitgebrachte debuut Bibi:1 heeft

Tuyishime hun klankenarsenaal flink uitgebreid. Aan producer Youniss Ahamad vertelde Tuyishime dat die met hun nieuwe geluid ergens tussen Nick Cave en Kanye Wests’ Yeezus wilde landen. Aangejaagd

door hun machtige stem slalomt die zo tussen melodieuze r&b, industriële noise, orkestrale avant-folk, koortsige jazz en hoekige elektronica. Een gelaagde soundtrack voor de transformatie die die doormaakte na hun verhuis van het landelijke Heist-op-den-Berg naar de metropool aan de Schelde, en de vervreemding die daarmee gepaard ging. Het Nederlands heeft die intussen opgeborgen, Tuyishime zingt nu uitsluitend in het Engels. Het versterkt hun unieke, internationale uitstraling. Met het zinderende ‘Man down!’ deelt Tuyishime een songtitel met Rihanna. In een ander universum scoorde die er ook een hit mee en lag niet alleen Vlaanderen, maar hele wereld aan hun voeten. (TZ)

PORCELAIN ID 21/4, Ancienne Belgique, abconcerts.be

Master of the groove

EN/ While Stephen Bruner aka Thundercat can be heard finger-picking his bass on records by his mates Kamasi and Kendrick, he also continued to develop his own groovy mix of avant-garde jazz, hip hop, and funk. This month, you can look forward to seeing the visionary from Los Angeles play at the AB. (TP)

THUNDERCAT 9/4, Ancienne Belgique, abconcerts.be

Décollage immédiat !

FR/ Élevée en Suisse par des parents sri lankais, Priya Ragu est, à 38 ans, perçue comme l’une des plus belles promesses du R&B. Avant d’en arriver là, et pour répondre aux attentes de ses parents, Priya a travaillé pour une célèbre compagnie aérienne. Non loin de M.I.A. ou de SZA, ses compos se dansent aujourd’hui à la jonction du rap, du R&B et du folklore musical de la communauté Tamoul. (NAL)

PRIYA RAGU 15/4, Ancienne Belgique, abconcerts.be

L’électro magnétique

FR/ Sous les quatre lettres de Jlin, Jerrilynn Patton opère à la pointe des musiques électroniques. Influencée par la techno, le minimalisme, mais aussi par les compositions de Miles Davis ou d’Igor Stravinsky, l’Américaine séduit au-delà des cercles spécialisés. Passée à un cheveu du Prix Pulitzer l’an dernier, Jlin revient avec Akoma, un album ficelé avec Björk, Philip Glass ou encore Kronos Quartet. (NAL)

JLIN 19/4, Bozar, bozar.be

Fluïde muziek

NL/ Ja, in Something in the room she moves alludeert Julia Holter ook op de Beatles-track met ongeveer dezelfde zanglijn. Geïnspireerd door de transformeerbaarheid van het menselijke lichaam wilde de Californische muzikante de eloquent geboetseerde tracks op haar nieuwe album zo fluïde mogelijk doen klinken. Alsof ze moesten veruiterlijken hoe liefde ook onze zenuwbanen omleidt. (TP)

JULIA HOLTER 10/4, Botanique, botanique.be

Klaar voor een knuffel

NL/ Met Dishwasher_ gaf ze de new wave van de Belgische jazz extra glans, Zwangere Guy en Lander Gyselinck bedeelde ze met lyrische baslijnen, en in het gezelschap van Stéphane Galland rekte ze de klassieke jazz op. Met Sonic Hug is de Brusselse bassiste Louise van den Heuvel eindelijk klaar om zélf een plek in de spotlights op te eisen. Hier met die knuffel! (TZ)

SONIC HUG 19/4, Flagey, flagey.be

Sigh of relief

EN/ Her recently released album Big Sigh, on which she adds some more synthetic noise to her folk-pop songs, has made the British singer-songwriter and producer Marika Hackman a lasting success. The sigh is one of relief when it turns out that the more adventurous paths don’t lead us away from Hackman’s initial charm. (TP)

MARIKA HACKMAN 8/4, Botanique, botanique.be

Le chant du chœur

FR/ Aux confins des orchestrations traditionnelles d’Afrique de l’Ouest et du rock bruitiste, Avalanche Kaito met la transe au cœur d’une musique sans frontières. Formé par un griot burkinabé et des musiciens rattachés à Why the Eye? ou Facteur Cheval, le trio bruxellois déballe à Bozar une compo orignale, entièrement dédiée au chant choral. (NAL)

AVALANCHE KAITO 20/4, Bozar, bozar.be

Coup de cœur

Tom Zonderman writes about music and art

When doves fly

“200 balles, monsieur,” the stallwoman at the flea market in Gare Maritime said smilingly late in February. I had fished out an LP by the British funk group Cymande from one of the three Curver boxes she had placed on some rickety tables in a far corner of the hall. When I asked about the price of the album, the fire in my eyes quickly extinguished. How much can a cracking piece of vinyl with a thumbed cover be worth? Admittedly, Cymande (a Caribbean word for “dove”, which rhymes with “spray”) is a particularly tasty cult treat. The nine-man band was a child of the 1970s, when James Brown’s hard funk was softened with orchestral frills under the influence of artists like Curtis Mayfield and Roy Ayers. The London-based band added some committed lyrics and exotic flavour enhancers; its members had roots in the Caribbean and Latin America. An album called Arrival was released in 1981, but by then the group had unfortunately been disbanded for several years because the British music scene was not ready for so much lyrical funk.

ECHO

But then along came hip hop, and Cymande’s music was eagerly sampled by the new kids on the block. Without Cymande, no Fugees or De La Soul. Jazzie B from Soul II Soul and Mark Ronson are unconditional fans, according to the new documentary Getting It Back: The Story of Cymande. How can you blame them? Cymande’s sound today echoes the music of hip bands like Khruangbin and so the “most influential band you’ve never heard of” also went back to playing live. Fortunately, a ticket for their show at the AB will not set you back “200 balles.”

CYMANDE 18/4, Ancienne Belgique, abconcerts.be

In the picture

Josef en Anni Albers

Pionierend powerkoppel

NL Anni en Josef Albers vormden een powerkoppel avant la lettre. Ze werkten nooit samen, maar legden elk in hun eigen domein de fundamenten van de moderne kunst. Anni deed dat aan het weefgetouw, terwijl Josef aan zijn schildersezel obsessief de werking van kleur ontleedde. De kiem voor hun levenslange verbintenis, amoureus en artistiek, werd gelegd aan de legendarische Duitse kunstacademie Bauhaus, waar ze elkaar ontmoetten in 1922. Al snel werden ze een koppel en enkele jaren later trouwden ze.

Allebei waren ze buitenbeentjes op de school, die er op het vlak van sociale klasse en gender nog conservatieve ideeën op na hield. Josef (1888-1976) door zijn arbeidersachtergrond en Anni (1899-1994) omdat ze een vrouw was. Allebei rebelleerden ze tegen het keurslijf waarin de school hen wilde dwingen. Josef weigerde zich in die tijd op de schilderkunst te storten, zoals zijn docenten wilden, omdat hij een voorkeur had voor glaskunst. Hij bewees zijn grote gelijk met vernieuwende werken, die door geldgebrek vaak werden vervaardigd van materialen van op de vuilnisbelt, en schopte het tot docent.

De elf jaar jongere Anni daarentegen wilde wel schilderen, maar de schilderkunst was aan Bauhaus enkel voorbehouden aan mannen, net als onder meer houtbewerking en beeldhouwen. Vrouwen werden aan het weefgetouw gezet, in eerste instantie tot frustratie van Anni. “Het lot legde slappe draden in mijn handen,” foeterde ze. Maar zij rebelleerde door de weefkunst te innoveren, door haar gebruik van nieuwe materialen en technieken.

NAAR HET LAND OF THE FREE

Vandaag wordt Anni Albers gezien als grondlegger van de moderne textielkunst. “Pictorial weavings,” noemde ze later haar werken. Ze hadden geen puur decoratieve functie, maar de status van kunst, die de volle aandacht van de kijker verdiende. In

1949 kreeg ze als eerste textielkunstenaar een solotentoonstelling in het New Yorkse Museum of Modern Art (MoMA). In 1933 had het kunstenaarskoppel Duitsland ingeruild voor de Verenigde Staten, nadat de Bauhaus-school onder de dreiging van het naziregime de deuren had gesloten. Dat Anni van Joodse afkomst was, maakte hun vertrek urgenter. Ze werden eerst docent aan het Black Mountain College in North Carolina, een universiteit die het Bauhaus van Amerika wilde worden.

OGEN OPENEN

Hun verhuis opende ook de deur naar Latijns-Amerika, dat voor beiden een onuitputtelijke bron van inspiratie zou vormen. Ze werden aangetrokken door de precolumbiaanse beschavingen, architectonische vormen en felle kleuren. Anni verdiepte zich in precolumbiaanse weeftechnieken en verwerkte ze in haar eigen creaties. Josef stapte over naar de schilderkunst nadat veel van zijn glaskunst de verhuis niet overleefde en ging zich focussen op de fysieke en emotionele werking van kleur. Het leidde tot zijn beroemde reeks Homage to the square: tweeduizend schilderijen met kleurenstudies in een vierkant vlak.

Anni en Josef waren allebei ook bevlogen lesgevers. Josef vatte hun onderwijsfilosofie samen in het motto ‘to open eyes.’ Ze wilden hun leerlingen de ogen openen voor de wonderen van de wereld en het leven. De tentoonstelling Josef en Anni Albers. Een gevierd modernistisch koppel in Villa Empain biedt niet enkel een overzicht van hun oeuvre, maar toont ook hoe ze invloed uitoefenden op nieuwe generaties kunstenaars, met bijdragen van onder anderen Charlotte von Poehl, Bernard Villers en Damien Poulain. ANDY FURNIERE

De tentoonstelling Josef en Anni Albers. Een gevierd modernistisch koppel loopt van 10/4 tot en met 8/9 in Villa Empain, villaempain.com

Boven: Josef Albers wijdde tweeduizend schilderijen aan kleurenstudies in een vierkant vlak, hier: Study for Homage to the square – lone light uit 1962.

Onder: Anni Albers verdiepte zich na haar verhuis naar de VS in precolumbiaanse weeftechnieken en verwerkte ze in haar eigen creaties, hier: W/Co uit 1974.

Josef en Anni Albers, omstreeks 1935, toen het koppel net Duitsland had ingeruild voor de Verenigde Staten.

WTF?

Does the Simon & Garfunkel Story really tell us everything?

With more than 100 million records sold, Simon & Garfunkel are among the most iconic duos in the history of popular music, but that never meant that they became best friends. On the contrary, they often aired their internal squabbles in public. That is the main reason why they hardly every responded to requests from concert promoters to cash in on their endless string of Sixties hits. Thus, the way was open for tribute bands, certainly after Paul Simon said goodbye to his live audience in 2018. Of these, the Simon & Garfunkel Story proved to be the most successful. Having toured in America, the production that lies midway between concert and theatre show has now touched down in continental Europe. They invariably do so with two vocalists who approximate the timbre and looks of the original singers. Their “story” focuses on the road to the top and the highlights. Because the split in 1970 was about more than the protagonists simply “growing apart” let’s remind ourselves. Simon and Art Garfunkel met as 11-year-olds in primary school in Queens, New York. They started playing music together, shared their first cigarette, a starring role in the school musical Alice in Wonderland, and a love for The Everly Brothers. For a while it seemed they would become BFFs but in fact, the first cracks in their friendship appeared already in their teens. At 82, those cracks still are not fixed. In the wake of their debut single “Hey, Schoolgirl”, released at the age of 16 as Tom & Jerry, their then record boss asked Simon to record two solo singles too, but he “forgot” to tell his partner. Even before the duo’s career really took off in 1963 under the moniker Simon & Garfunkel, Garfunkel, who was just the singer, already considered Simon, the songwriter, a traitor. Two years after its release, “The Sound of Silence” would become

their first number one. Spurred by the film The Graduate, “Mrs. Robinson” became an even bigger hit and their album Bridge over Troubled Water was yet to be released. But internally, things went from bad to worse. Being short and failing at relationships made Simon depressed and Garfunkel exploited these doubts. In a 2017 biography, Simon looks back at a photo shoot in which Garfunkel said to him: “Whatever happens, I will always be bigger than you.” Both were jealous of the other’s role in the duo. Garfunkel said in his memoirs that Simon’s betrayal at 16 has always stayed with him, adding delicately: “Paul won the royalties, I won the girls.” In turn, Simon gave the duo the death knell by realising that he did not need “Artie” to make a career at all. After the split, the two occasionally got together, including for their acclaimed Central Park concert in 1981 and an Old Friends tour in 2003 and 2004, but trust was never restored. After a final tour had to be cancelled in 2010 due to Garfunkel’s problems with his voice, Simon blamed him for not being honest, the final end of the collaboration.

In the tribute version, the frictions have been polished away. The emphasis is on a skilful, if rather well-behaved performance of the harmonies of “Homeward Bound” and “Cecilia”, among others. “Public school kids,” one online reviewer called the musicians. The singer-actors were cast by director Dean Elliott to sound like the originals. In Brussels, James William Pattison and Charles Blyth are the Simon & Garfunkel on duty. Goosebumps are not included in the price, a trip down memory lane is.

TOM PEETERS

The Simon & Garfunkel Story will be told on 3/4 at the Koninklijk Circus/Cirque Royal, cirque-royal-bruxelles.be

Danse et cirque pour jeune public Dans en circus voor kinderen

Bas les pattes

[ 4+ ] Barjo & Cie

Grotte-nid-temple-maison  [ 4+ ] tout petit

Breakomaton [ 4 > 99 ] Les Daltoniens

Detour Cypher (battle)

[ 4 > 99 ] No Way Back

We are in this together

[ 4 > 99 ] Vloeistof (NL)

CIRQUE CIRCUS

L’oiseau que je vois

[ 5+ ] Kyung-a Ryu Dance Cie

99 cm

[ 6+ ] Iara Gueller

Absurde

[ 8+ ] Anton Lachky Company

Ma part d’Ombre

[ 8+ ] Sofiane Chalal / Cie Chaabane (FR)

Danses en dormance

[ 9+ ] Marian Del Valle

March on!

[ 12 > 99 ] Maria Eugenia Lopez

EN PLEIN AIR | IN DE OPENLUCHT GRATUIT | GRATIS

Picks of the month Theatre & Dance

Afscheidsfeest

NL/ Na vijf jaar trekt

Decoratelier as we know it de deuren van de oude suikerfabriek in de Manchesterstraat achter zich dicht. De fijne plek waar Decoratelier van kunstenaar Jozef Wouters en zijn vele partners de afgelopen jaren talloze projecten uitwerkte en festivals zoals Something When It Doesn’t Rain en Making Time organiseerde, wordt verder uitgebouwd tot een culturele hub.

Daarom wil Decoratelier elders artistieke en sociale krachten gaan losmaken. Over die verhuis naar een ander gebouw in Molenbeek, met een aangepaste werking, zou later meer nieuws volgen. Maar natuurlijk vertrekt Decoratelier niet zonder waardig afscheid uit de Manchesterstraat. Dat afscheid bestaat uit het drie weken durende

festival It For Now.

Curatoren Marie Umuhoza en Vincent Focquet stelden een eclectisch programma samen met film, cabaretavonden, feesten, concerten, lezingen en gesprekken, optredens, installaties en luistersessies. Die worden telkens gecreëerd samen met een van de partners uit het artistieke netwerk van

Decoratelier: Hishek Bishek, Volta, Fatsabbats, Brikabrak, Gouvernement, Volksroom, Soa Ratsifandrihana, Frizbee Ceramics, Dakh, He4rtbroken, Laure Prouvost, Otark, Auguste Orts, Jokkoo Collective, Ateliers Indigo en Toestand. Voor de concrete snode plannen van deze veelzijdige artiestenverzameling raadpleeg je best de kanalen van Decoratelier. That’s it for now (MB)

IT FOR NOW 17/4 > 4/5, Decoratelier, damagedgoods.be

Heavenly glory

EN/ In It Is Like a Finger Pointing a Way to the Moon, Moya Michael collaborates with three other artists, guided by Bruce Lee’s allusion to a Zen Buddhist wisdom in the film Enter the Dragon: “Don’t focus on the finger or you’ll miss all that heavenly glory!” (MB)

MOYA MICHAEL: IT IS LIKE A FINGER POINTING A WAY TO THE MOON 19 > 25/4, KVS BOX, kvs.be

Dernière frontière

FR/ Entre théâtre, danse et art plastique, Sophie Warnant poursuit un travail scénique toujours ancré dans le réel. Dans sa dernière pièce, elle transpose, sans mots et avec son corps, sept années de recherches et d’expériences immersives sur la mort. Et donc sur la vie. (GB)

SOPHIE WARNANT: MACC(H)ABÉES

16 > 27/4, Atelier 210, atelier210.be

Your papers!

EN/ With his body, that of a black trans man wounded by humiliation, hate, and pain, but also nourished by beauty, joy, and pride, Brussels-based choreographer Eli Mathieu-Bustos transposes the slap in the face that is racial profiling with his unique form of improvised dance. (GB)

ELI MATHIEU-BUSTOS: HAVE A SAFE TRAVEL 16 > 20/4, La Balsamine, balsamine.be

Conscience du corps

FR/ Dans ce spectacle porté par une écriture collective, les quatre interprètes colmatent les brèches laissées par un événement traumatique. Dans une insurrection frondeuse et sensorielle, elles insufflent à leurs corps la capacité d’agir à nouveau. (GB)

MEDEA ANSELIN & ALICE VALINDUCQ: BRÈCHES 18 > 27/4, Théâtre Varia, varia.be

Elektro-Tibetaans NL/ Met elektronische muziek, experimentele zang en bewegende beelden creëert het nieuwe collectief XENOMETOK van zangeres Yesh, kunstenares Valentina Demicheli en de Tibetaanse activist Paelden Tamnyen een muziek- en dansvoorstelling over drie zussen, de bewegingen van vorige generaties en de overdracht van eeuwenoude Tibetaanse rituelen. (MB)

XENOMETOK: 49 DAYS 5 & 6/4, Les Halles, kaaitheater.be

Van Somalië naar de KVS

NL/ De hedendaagse opera Ali van regisseur Ricard Soler Mallol en componist-multimediakunstenaar Grey Filastine vertelt het waargebeurde verhaal van de 14-jarige Ali Abdi Omar. Via de dodelijke migratieroute door de Hoorn van Afrika ontsnapte hij aan de terreur in zijn thuisland Somalië om in Brussel-Zuid te arriveren. Ali schreef mee aan het libretto. (MB)

GREY FILASTINE, WALID BEN SELIM, BRENT ARNOLD, RICARD SOLER MALLOL: ALI 21 > 27/4, KVS BOL, lamonnaiedemunt.be

Solo in plural

EN/ The dancer and choreographer Michèle Noiret looks back on her forty-year career in this fragmented danced self-portrait. She playfully leads the audience astray in this labyrinthine narrative in the singular plural which, with apparent simplicity, smashes the codes of representation. (GB)

MICHÈLE NOIRET: UP CLOSE! 23 > 27/4, Les Brigittines, brigittines.be

Coup de cœur

Sophie Soukias

écrit sur la photographie, le cinéma et les arts de la scène

Ne pas détourner l’oreille

Ne bougez pas de Bruxelles en avril car le festival Dream City quitte la Médina de Tunis pour venir à vous. L’occasion rêvée de s’immerger dans une sélection de spectacles, talks, musique et films qui décentrent le regard et rebattent les cartes du jeu de l’art contemporain. Le tout signé par des artistes parmi les plus inspirant.e.s de leur génération. Comme le Jordanien, basé entre Beyrouth et Dubaï, Lawrence Abu Hamdan.

TÉMOINS AUDITIFS

Exposé dans le monde entier, sollicité par le Moma, le Tate ou le Centre Pompidou, l’artiste se considère comme une private ear chargée d’enquêter sur les sons à teneur hautement politique et d’en partager l’écoute. Faisant de chaque auditeur un témoin supplémentaire. En 2017, il collaborait avec Amnesty International et Forensic Architecture pour reconstituer le paysage sonore d’une prison syrienne. Bird Watching avait, à l’époque, marqué d’une empreinte indélébile le Kunstenfestivaldesarts. De retour à Bruxelles et en collaboration avec Kanal, Lawrence Abu Hamdan investira notre Planétarium avec une installation immersive recréant l’ambiance sonore du ciel libanais, constamment traversé par des avions de chasse israéliens à des fins de surveillance et d’intimidation. Une bande-son de la violence qui fait tristement écho à l’actualité du Proche-Orient et dont il importe de ne surtout pas détourner l’oreille.

LAWRENCE ABU HAMDAN: DAGHT

JAWI 6/4, Planétarium de Bruxelles, kanal.brussels

‘L’amour, c’est une question de vie ou de mort’

FR Au théâtre Le Rideau, le metteur en scène Ilyas Mettioui présente son diptyque Écume, reflet d’une pratique indomptée où la soif de liberté individuelle rejoint la force du collectif. Retour sur un destin qui prend sa source dans les Marolles. « Autrefois, je ne comprenais pas que les gens puissent aimer aller au théâtre. »

Texte et photo Sophie Soukias

« Mon père nous faisait systématiquement poser à côté de fleurs », s’enthousiasme Ilyas Mettioui en s’imprégnant du parfum naissant des cerisiers blancs qui peuplent la cour intérieure du théâtre ixellois Le Rideau. « Il devait se dire que c’est beau sur une photo, que ça fait bien... Mon père nous a quittés mais on continue à faire des photos en famille parmi les fleurs. »

Né en 1988 à Bruxelles dans une famille ouvrière marocaine, Ilyas Mettioui grandit dans les Marolles puis dans un logement social du côté d’Evere. La vie de quartier contraste avec la population privilégiée des écoles bourgeoises qu’il fréquente. « J’ai ce souvenir d’un paquet de chips qui tournait dans la cour de récréation et que je m’étais servi sans dire merci. C’est quelque chose qu’on m’avait reproché, c’était vu comme un manque d’éducation. Or, d’où je venais, on partageait tout et un merci serait très mal passé.» Qu’à cela ne tienne, Ilyas Mettioui encaisse et se fond dans le décor.

Même scénario lorsqu’il s’inscrit un peu par hasard à l’école de théâtre IAD où dans sa classe, il est le seul étudiant d’origine

maghrébine issu d’un milieu populaire. « Je visais l’université mais je n’en avais pas le courage. Je venais de perdre un proche et je traversais une période difficile. Ça peut paraître fou mais à ce moment-là, choisir le théâtre, c’était choisir la facilité. J’adorais jouer, mais je ne comprenais pas que des gens puissent aimer nous voir jouer. » C’est en cours de route que les doutes s’invitent. « Je me comparais aux autres, moi qui n’allais jamais au théâtre. »

OFFRIR UN VOYAGE

En troisième année à l’IAD, son instinct le met sur la route du spectacle Guantanamo où Mourade Zeguendi (Les Barons, Dikkenek) interprète un berger afghan enfermé dans la prison militaire éponyme. « Il s’est passé quelque chose. Ça me parlait. Mourade jouait avec l’accent des Marocains de Bruxelles. J’aimais la liberté de la pièce et sa dimension subversive sans annoncer de vérités. » Les portes des théâtres s’ouvrent pour Ilyas Mettioui, son horizon se fait sans limites. « Au plus je voyais de pièces différentes, au plus j’aimais le théâtre.»

De fil en aiguille, il rencontre la danse. « Je percevais la danse contemporaine comme de la masturbation intellectuelle, maintenant j’adore. C’est un spectacle de Peeping Tom qui m’a converti. Il y avait juste assez de narration pour adhérer à l’histoire. » Aujourd’hui, le théâtre intensément physique d’Ilyas Mettioui ne peut se penser en dehors de la danse. Dans ses spectacles, le corps est aussi légitime que les mots et l’émotion n’en est qu’amplifiée. « Je veux offrir au spectateur un voyage.»

Son premier voyage, il le compose en 2013 en signant la pièce Contrôle d’identités où, entouré d’amis acteur.ice.s, il semait le doute et dézinguait les clichés qui nous collent à la peau. S’enchaînent des collaborations comme acteur avec des metteurs en scène tels que Cathy Min Jung, Paul Pourveur, Mohamed Allouchi. En 2020, il est engagé à Paris pour assister Tiago Rodrigues dans la

mise en scène de La Cerisaie de Tchekhov avec Isabelle Huppert. « J’ai une super relation avec Tiago mais Paris, c’était un autre monde. J’ai dû changer d’attitude pour m’imposer, je me suis même retrouvé à acheter une veste en velours rouge pour être crédible. Or, ça ne m’intéresse pas de mettre en avant mon savoir, je veux tisser des relations organiques avec les gens. »

TRÈS REMONTÉ

En réponse, Ilyas Mettioui crée Ouragan, l’histoire d’Abdeslam, livreur à vélo, et prisonnier de son prénom. « J’étais très remonté à ce moment-là. » Fatigué de s’adapter « à un monde de blancs », le metteur en scène y dénonce les micro-violences, plus ou moins invisibles, qui empêchent les gens comme son personnage Abdeslam de s’épanouir dans la société.

À la colère succède l’espoir. Le metteur en scène suit son cœur, multiplie les rencontres et décloisonne les formes théâtrales. En mêlant texte et danse, mais aussi en invitant sur scène des acteur.ice.s de tous âges et horizons, professionnels ou amateurs, dénichés au fil d’ateliers qu’il organise gratuitement. « J’aime réunir des gens qui ne pensent pas forcément de la même façon. Ça nous fait grandir. » Dans son diptyque Écume, il brouille fiction et réel pour repenser le monde en compagnie d’individus en lutte avec leur destin, qui semble couru d’avance.

Au cynisme qui avait jadis pu l’habiter, Ilyas Mettioui oppose la force du collectif (pierre angulaire de son spectacle Recordar, c’est vivre à nouveau, fruit d’une coécriture), et par conséquent: l’amour. « Un amour véritable permet de surmonter la blessure de ne pas être aimé par tout le monde. C’est ce qui permet de rêver et de s’engager. C’est une question de vie ou de mort. »

Du 12 au 20/4, Ilyas Mettioui présente au Rideau le second volet de son diptyque Écume (Hofstade) suivi du premier volet (Knokke-leZoute) du 20 au 27/4, infos : lerideau.brussels

Ilyas Mettioui, metteur en scène

« Mon père nous a quittés mais on continue à faire des photos en famille parmi les fleurs », dit Ilyas Mettioui.

A closer look

Waarom waagt rockgod Nick Cave zich aan duivelse keramiek?

‘Naast zingen en schrijven, kan hij ook nog eens kleien’

NL Er is een nieuw album gerijpt in de ziel van Nick Cave en zijn Bad Seeds, muziek die hij dit najaar live kracht zal bijzetten aan de oevers van de Schelde. Maar alvorens hij zijn muzikale duivels ontbindt, toont de songschrijver zich in Brussel als een bezeten keramist.

Tekst Tom Zonderman

Sommigen staken hun handen in de aarde. Anderen gingen wandelen en zagen een nieuwe wereld ontluiken. De meesten ontdekten wat onthaasten écht betekent. De pandemie bracht een hoop ellende met zich mee, maar ook een manier van leven die de tijd vertraagde, en (hopelijk) nieuwe inzichten bood. Ook Nick Cave outte zich als gewone sterveling, die zich met de aanwassende zeeën van tijd raad zocht. De uitweg lag voor de hand, en in zijn handen: hij begon te kleien.

“Emilia, op dit moment glazuur ik keramische beeldjes in mijn atelier aan de oevers van de Ouse in Lewes,” antwoordde Cave afgelopen januari op The Red Hand Files, de website die evenveel wijsheden van de man spuit als dagboekconfessies, op de vraag van een Franse fan naar wat hij aan het doen was. “Dat ik een serie keramieken beeldjes maak, lijkt me net zo raadselachtig en willekeurig als alles wat ik ooit heb gedaan,” vervolgt de naar Engeland uitgeweken Australische songschrijver zijn ant-

woord. “Tijdens de lockdown werd ik op een ochtend wakker met het verlangen om iets uit klei te vervaardigen, een felrode duivel om precies te zijn. Het was een volkomen toevallige impuls.”

Intussen heeft hij twee assistenten, de tweeling Liv en Dom Cave (in een Cave-universum is niets onmogelijk), laat hij nog weten, die hem helpen met de “monumentale taak van het glazuren van de beeldjes ter voorbereiding op een tentoonstelling in Brussel. (...) Mijn keramiek is gegroeid uit een klein, vaag verlangen dat ik moest nastreven, en kijk nu, ik ben een echte keramist.”

GEEN KITSCH MAAR KUNST

Die tentoonstelling in Brussel heet The devil – a life en zal plaatsvinden bij Xavier Hufkens, de prestigieuze galerie die onder meer ook grote hedendaagse kunstenaars als Tracey Emin, Thierry De Cordier en Thomas Houseago vertegenwoordigt. Die laatste nodigde Cave vorig jaar uit in het Sara Hildén Art Museum in Tampere, Finland, om er voor het eerst zijn gebakken

aardewerk te tonen. Ook Brad Pitt debuteerde er als beeldend kunstenaar.

De werkjes die Cave zal exposeren zijn zogenaamde ‘flatbacks’: geglazuurde, vaak in pastelkleuren geschilderde keramieken werkjes die als schouwdecoratie dienden en aan de achterkant niet werden afgewerkt. Ze werden in de achttiende en negentiende eeuw veelvuldig vervaardigd in het graafschap Staffordshire en waren erg populair. De doorgaans anoniem gemaakte victoriaanse beeldjes waren een soort van tv avant la lettre en beeldden veelal pastorale taferelen, (huis)dieren of notabelen uit.

Cave zou Cave niet zijn als hij er geen twist aan zou geven. Met The devil – a life vertelt hij in zeventien stadia het verhaal van de duivel als een allegorisch personage dat de wisselvalligheden van het leven op een menselijke manier ervaart, van kind tot oude man. Het verhaal is opgebouwd als een parabel, die het pad beschrijft van onschuld naar kwaad en uiteindelijk vergeving.

“Nick Cave maakt mooie muziek, componeert uitstekende soundtracks, is een goede verteller, schrijft lezenswaardige romans én vervaardigt nu ook extreem interessant keramiekwerk,” gniffelt Bent Van Looy, zelf een niet onaardig getalenteerde muzikant en beeldend kunstenaar. “Dat hij zijn beladen universum, dat doordrongen is van religie en geloof, schuld en boete, het goede en kwade, God en de duivel, op een heel naïef, bijna schattig medium transporteert, vormt een mooi contrast. Als massaproduct, of bijna gebruiksvoorwerp, kunnen die flatbacks misschien kitscherig ogen, maar in de handen van Cave, die er een verhaal op projecteert dat doordrongen is van betekenis en persoonlijk trauma, worden ze kunst.”

A closer look Waarom waagt rockgod Nick Cave zich aan duivelse keramiek?

De Australische zanger, die er op zijn 66e zelf wat geglazuurd begint uit te zien maar verder vitaler is dan ooit, heeft bovendien de tijdgeest mee. Keramiek is hip, zo bleek begin dit jaar nog uit Ceramic Brussels, de eerste internationale beurs voor hedendaagse keramiek. De heropleving laat zich ook in Brussel voelen, kijk maar naar het gretig verhandelde werk van keramisten als Eric Croes en Antoine Moulinard.

WOORDHOUWER

“Ik vind het altijd interessant wanneer oude technieken bovengehaald worden om iets nieuws mee te doen,” zegt Jan Verstraeten,

die ooit als conceptueel kunstenaar begon, maar nu vooral bekend is van zijn muziek. Sinds enige tijd probeert hij schilderkunst in Instagram te integreren, met foto’s die hij bewerkt met penselen en stiften tot er een niet zelden monsterlijk universum uit groeit. Verstraeten begrijpt de demarche van Nick Cave heel goed, voor hem zijn muziek en beeldende kunst één geheel. “Ik benader muziek nog altijd als een kunstenaar. Ik denk daarbij voortdurend in een soort van beelden, alsof ik een soundtrack bij een film maak. Ik kan die muziek zelfs niet goed vinden, als de wereld die ik errond creëer maar interessant is. Artwork is het eerste

“Muzikanten of kunstenaars zijn gewoon prutsers die graag knutselen met niets, om daar dan iets van te maken”

Brihang

Volgde voor hij rapte een opleiding als beeldhouwer

wat je ziet van een artiest. Ik vind het moeilijk om naar muziek te luisteren als ik het artwork niet mooi vind, ook al is die muziek prachtig.”

De Brusselse rapper Brihang boetseert zijn verhalen vandaag met woorden, maar ooit volgde hij in Gent een opleiding als beeldhouwer. “Ik ontdekte er de kracht van klei, van ruimtelijk inzicht, van nadenken over objecten,” zegt hij. “Daarna ben ik overgeschakeld op installatiekunst en abstracter beeldhouwwerk.” De muziek heeft het vandaag van de beeldende kunst overgenomen, maar voor Brihang is teksten schrijven net zo goed een vorm van beeldhouwen. “Je neemt weg en je voegt toe, net zoals met kleien.”De rapper vergelijkt zijn werkwijze graag met die van de Nederlandse beeldend kunstenaar Mark Manders. “Die loopt elke dag door zijn atelier, werkt aan dit, prutst wat aan dat. Er ontstaat een voortdurende beweging tussen al die kunstwerken, die stilaan vorm krijgen. Met mijn teksten is dat ook zo.”

Ze zijn allemaal verhalenvertellers die een vorm zoeken voor dat verhaal, zegt Brihang. “Of dat nu een schilderij is of een song, dat maakt niet zoveel uit. Muzikanten en kunstenaars zijn gewoon prutsers die graag knutselen met níéts, om daar dan íéts van te maken. Natuurlijk is het mooi meegenomen dat je, zoals Nick Cave, al een platform hebt opgebouwd met je muziek. Met zijn keramiek voegt hij daar nog een nieuwe laag aan toe, waardoor je hem als fan beter kan begrijpen. Ik vind het fijn dat hij uit verveling het leven opnieuw heeft ontdekt, uit nietsdoen groeit zoveel schoonheid. Ik hoop dat ik me binnenkort ook ga kunnen vervelen, om dan tot nieuwe inzichten en nieuwe vormen te komen. (Lacht) Het beeldhouwen kriebelt ergens nog wel. Als ik ooit een andere plek ga zoeken buiten Brussel, moet er zeker een atelier bij.”

WHAT IS THIS SHIT?

“What is this shit?” zei de Amerikaanse cultuurcriticus Greil Marcus over het dubbelalbum Self portrait van Bob Dylan in 1970. Hij had het over diens muziek, een bundel ongeïnspireerde covers en afleggertjes, maar hij had het net zo goed over de door Dylan zelf geschilderde hoes van zijn plaat kunnen hebben. Muzikanten die zich aan een andere kunstvorm waagden, zoals Bob Dylan, werden vaak meewarig bekeken.

“Dat is nog altijd problematisch,” zucht Bent Van Looy. “Mensen hebben graag dat de dingen veilig omlijnd zijn. Ik ben heel jaloers op monomane genieën, die de hele dag aan

Nick Cave in zijn creatieve grot: “Tijdens de lockdown werd ik op een ochtend wakker met het verlangen om iets uit klei te vervaardigen, een felrode duivel om precies te zijn, het was een volkomen toevallige impuls.”

© NICK CAVE

“Door het internet hebben de gatekeepers van wat we al dan niet goed mogen vinden aan macht ingeboet,” zegt muzikant en beeldend kunstenaar Jan Verstraeten. “Het publiek is er niet mee bezig of iemand die muziekmaakt

één ding werken. Maar er zijn ook mensen die gulziger in het leven staan en die van alles willen proberen. Sommige dingen laten zich ook niet in een song gieten, soms moet je een beeld in klei of een schilderij maken.” Toen Van Looy daar onlangs in zijn programma Culture Club op Radio 1 een boompje over opzette met de Duitse schilder en muzikant Helmut Middendorf, luidde het oordeel van die laatste: “Schoenmaker, blijf bij je leest.” “Inderdaad,” lacht Van Looy, “maar dat geldt dus níét voor Nick Cave.”

Jan Verstraeten ontwaart toch wat mildheid op dat vlak. “Door het internet hebben de gatekeepers van wat we al dan niet goed mogen vinden aan macht ingeboet. Als mensen in jou geïnteresseerd zijn en jou volgen, kan je op zich zelf een optreden of een expo organiseren. Het publiek is er niet mee bezig of iemand die muziekmaakt ook schildert of kleit. Alles wat Nick Cave doet, wordt meteen als goddelijk gezien, en daar maak ik weleens grapjes over. Maar zijn keramiekwerk, waarin hij dat zeemzoete mooi laat clashen met dat duivelse, is écht heel mooi. Als ik niet zou weten dat hij het heeft gemaakt, zou ik het nog mooi vinden.”

Multidisciplinariteit wordt de laatste jaren ook steeds meer gemeengoed in kunstkringen. “Andy Warhol is daar met zijn werk voor The Velvet Underground een voorloper in geweest. Hij maakte daarnaast polaroids van bekende mensen, maar ook van onbekende stervelingen en plaatste die door elkaar, waardoor iedereen een soort van

rockster werd.” “Bij popmuziek is de beeldcultuur heel belangrijk,” beaamt Van Looy. “Het is geen toeval dat zoveel muzikanten naar de kunstschool zijn geweest.” Voor hij werd opgeslorpt door de muziek, studeerde Cave schilderkunst in Melbourne, Van Looy volgde zelf Sint-Lucas in Gent.

EEN WILDE GOD

“It’s not only rock ‘n’ roll,” predikte Bozar in 2008 in een tentoonstelling waarin muzikanten als David Byrne, Devendra Banhart en Anohni zich outten als plastische kunstenaars. Ook Bent Van Looy maakte deel uit van die expo. Toen was hij nog vooral muzikant, die schilderen als “iets voor later” beschouwde, nu bereidt hij zijn tweede expositie als beeldend kunstenaar voor. “Ik heb bijna twintig jaar in een band gespeeld, maar nu past schilderen beter bij mijn leven. Muziekmaken is heel sociaal, een wervelend bestaan, heel veel mensen ontmoeten, wachten, soundchecken, afhangen van anderen. In een atelier zitten, heeft een heel andere energie. Als ik Nick

Cave een beetje ken, weet die dat best te waarderen. Het is een totaal andere manier van iets maken en over de dingen na te denken, een solitaire bezigheid waar ik zelf ook nood aan heb, zo blijkt. Ik maak nog wel muziek, maar niet met het oog op een release. Terwijl ik met schilderen nog lang niet klaar ben. Meer nog, ik sta pas aan het begin van iets.”

Of Nick Cave met zijn beeldhouwwerk ook aan het begin van iets groters staat, zal nog moeten blijken. “Als ik de grote kruispunten in mijn eigen leven onder de loep neem, lijkt het erop dat de drijvende kracht achter de richting van de reis bijna altijd intuïtief was, zelfs toevallig, zonder dat er serieus over werd nagedacht of het de juiste beslissing was of niet,” schrijft hij in zijn antwoord aan Emilia. “Ik had ooit het gevoel dat de weg van het bestaan volledig willekeurig en ongepland was, maar nu ben ik daar niet meer zo zeker van.” Wat wel zeker is: na de duivel komt de Heer, de nieuwe plaat die de nieuwbakken keramist eind augustus op de wereld loslaat heet ... Wild God. Amen.

UN CÉRAMISTE DE TOUS LES DIABLES

FR/ L’esprit de Nick Cave et de ses Bad Seeds a donné vie à un nouvel album. Une musique qu’il incarnera en live sur les rives de l’Escaut cet automne. Mais avant d’avoir le diable au corps sur scène, l’auteur-compositeur australien s’expose à Bruxelles en tant que céramiste endiablé dans le cadre de The Devil – A Life

A DEVILISHLY GOOD CERAMICIST

EN/ The soul of Nick Cave and his Bad Seeds has nurtured a new album into life. But before he unleashes his musical devils along the banks of the Scheldt this autumn, the Australian songwriter will be showing himself as a possessed ceramicist in Brussels with the exhibition The Devil – A Life

ook schildert of kleit.”

THE ARTIST AND XAVIER HUFKENS, BRUSSELS

Nick Cave: The devil – a life 5/4 > 11/5, Xavier Hufkens

Jazz

Tune in to Amaro Freitas’ organic music society at the BRDCST festival

It’s like a jungle sometimes

EN Every year, the BRDCST festival celebrates the outer edges of the musical spectrum. Electronics innovator Autechre heats things up, Tirzah curates an entire evening, and Oneohtrix Point Never wows out, but we especially reach for a dip into the spiritual universe of Brazilian jazz pianist Amaro Freitas.

Text Tom Zonderman

Anyone who has ever spent a few minutes in the tropical rainforest knows that the jungle is like an orchestra. There can be no better place to experience that polyrhythmic cascade of sounds than the Amazon forest, mother of all primeval forests. Amaro Freitas discovered this too as he travelled into the Amazon basin a few years back for a concert in the opera house of Manaus, the metropolis where the Rio Negro and the Solimões merge into the world’s largest river, the Amazon.

“That confluence is a wondrous spectacle,” the Brazilian jazz pianist says over Zoom from his home in Recife. “You see the black and brown water flowing side by side without mixing. I found that a very powerful image, it made me emotional. I saw a totally different Brazil there, a Brazil I did not know.” For Freitas, who grew up in the north-eastern province of Pernambuco, it was very symbolic of how Brazilians live together but also live alongside each other. As a musician, but also as a human being, the pianist is a great connector. A link between Western and Latin American music, a connection between the present and the past, and a bridge builder between people and cultures.

INTRIGUING INTERSECTION

Amaro Freitas calls his music “decolonised jazz.” “Our history has always been seen

Jobim or Vinicius de Moraes. But they never talk about Johnny Alf, a black musician who has been equally important to the genre. I want to change that and make young people reflect about our history and culture in a different way.”

through colonial eyes,” he says. “I want to look at it in a different way, and add the perspective of black Brazil and its indigenous people.” Sankofa, Freitas’ previous album, was a spiritual search for the forgotten stories, ancient philosophies, and inspiring figures of Black Brazil. The title referred to a Ghanaian term to show that you can move forward by learning lessons from the past. With the song “Vila Bela”, for example, Freitas honoured Tereza de Benguela, a “black queen” who led a movement that opposed slavery in the 18th century. “She took the guns off the settlers and turned them into tools,” Freitas says. “I really liked that, but I was never told that story as a child.”

In “Baquaqua”, Freitas recalled Mahommah Gardo Baquaqua, a former slave from West Africa who fled to New York in the 1840s and wrote a book about his life there. “Tereza de Benguela, Baquaqua, but also musicians like Milton Nascimento are symbolic figures for me. And there are more. When people talk about bossa nova, they always mention people like Tom

Amaro Freitas

Musically, Freitas stands at an interesting crossroads. In his percussive piano playing he unites the rhythms of traditional frevo and baião music with the quirky fingerwork of Thelonious Monk. Lyrical melodies he breaks open with hammering keys. “I grew up in an evangelical church community on the outskirts of Recife, everything there revolved around melodies, as in European music,” he says. “I have always loved composers like Bach, Chopin, and Mozart.” That was nice, but they did not make him feel black. They also did not allow him to wear his frizzy hair. In the frantic “Dança dos Martelos” on his new album, that harmonic aspect merges with his black roots. “I guess my right hand is the link to Europe, and my left hand plays the African rhythms that have been brought along to Brazil, the samba, the maracatu, and the likes.”

— Born in 1991 in the slums of the north-eastern coastal city of Recife in Brazil

— Grows up in an evangelical community and studies classical music

— Debuts as a jazz pianist in 2016 with the album Sangue Negro

— Plays at Montreux Jazz in 2019

— For his new album Y’Y, he headed to the Amazon

A HAND IN THE PIANO

And so Amaro Freitas stood there, at the confluence of two mighty rivers, deep into the Amazon basin. The trip became a rebirth for the pianist as well as a search for connection. “I can’t swim, but I dove into the water anyway,” he says. “That was not very smart (laughs), but I also found myself close to the famous floating houses, so I felt safe. The photographer who travelled with me liked the light and asked me to do another dive.”

That picture became the cover for his new album, Y’Y Y’Y (pronounced “eey-eh, eey-eh”) means water or river in the language of the Sateré-Mawé, a tribe in the Amazon jungle that Freitas visited shortly thereafter. “I suddenly realised how close these people are to nature, and how we have lost that contact in our lust for modernity, and how we should cherish our beautiful planet, with its rivers, forests, and oceans.”

For Freitas, it was clear that his album would be a spiritual ode to the forest and its rivers, a call to respect and cherish it, seeing it as our ancestor. He bought new instruments to translate natural jungle sounds into the studio and experimented with new sounds and structures. Shortly before, he had fallen under the spell of John Cage and

his “prepared piano”, the technique by which the American composer and music theorist placed objects on the strings of his instrument to distort its timbre. Freitas wanted to do the same, but in his own way. “I put my hand in the piano for the first time ten years ago,” he explains. “I thought, wow, that’s

SPIRITUELE DUIK

amazing. But I wanted to give the western idea of that prepared piano a Brazilian interpretation. Brazil, that’s rhythm, that’s dance, that’s tropical heat.”

ORGANIC MUSIC SOCIETY

Inspired by Brazilian percussionist Naná Vasconcelos’ album Amazonas, Freitas began tinkering with Y’Y. He took his experiments further with the prepared piano and had New York harpist Brandee Younger and guitarist Jeff Parker add sounds from a distance. In Italy, he took to the studio with London jazz guru Shabaka Hutchings and Hamid Drake, who worked as a percussionist with, among others, Herbie Hancock and Don Cherry.

The reference to Don Cherry is more than coincidental. In Freitas’ compositions referring to Brazilian mythology like “Mapinguari” and “Uiara”, in which he evokes sounds of the forest with shakers, whistles, and percussion, you can hear echoes of Don Cherry’s iconic spiritual jazz album Organic Music Society. “It took a lot of time and effort to get the balance between lyricism and experimentation right,” Freitas explains. “Many may wonder if this is jazz or bossa nova. But it’s something else, it’s free music.”

The BRDCST festival runs from 4 to 8/4 at the Ancienne Belgique, Amaro Freitas plays on 6/4, abconcerts.be

NL/ Het BRDCST-festival viert in de AB elk jaar de uithoeken van het muzikale spectrum. Elektronicavernieuwer Autechre warmt op, Tirzah cureert een hele avond en Oneohtrix Point Never wuift uit, maar wij reikhalzen vooral naar een duik in het spirituele universum van de Braziliaanse jazzpianist Amaro Freitas.

PLONGÉE SPIRITUELLE

FR/ Le festival annuel BRDCST nous emmène à l’AB aux confins du spectre musical. Le groupe électro novateur Autechre se charge de vous envoûter, de même que Tirzah et Oneohtrix Point Never, mais nous retenons spécialement notre souffle pour un plongeon dans l’univers spirituel du pianiste jazz brésilien Amaro Freitas.

Eyecatcher

Honey

Dijon Madonna’s favourite DJ

The news website Gay Star News recently published a list of artists that any queer person must not miss at Glastonbury. Honey Dijon stood out. The American DJ and producer only recently became the talk of the town. Although she was already making a name for herself in the dance scene as a house pioneer and transgender activist, the mainstream did not find its way to her until Madonna and Beyoncé started working with her. That led to a Grammy Award last year – she was a fifty-something by then –for her production part on the tracks “Alien Superstar” and “Cozy” from Beyoncé’s Renaissance album. By involving black LGBTQIA+ pioneers from the ballroom and dance scene, she wanted to give that community heart. Last year, she got to open Madonna’s Celebration Tour in London and New York. The Queen of Pop had already called her her “favourite DJ” and had included her radio mix of “I Don’t Search I Find” on Finally Enough Love: 50 Number Ones. When the DJ and producer also got to open for the icon in her hometown of Chicago last month, she wrote on her socials that things had come full circle.

Roots Chicago, US Talents DJ sets mixing house, techno, and disco, transgender activism

You might know her from hosting a stage at Tomorrowland, her Grammy Award-winning production work on Beyoncé’s Renaissance, and opening for Madonna But did you know that she has her own fashion brand, a sublabel of Comme des Garçons, called Honey Fucking Dijon Instagram honeydijon

As a black transgender woman in the music industry herself, Dijon has since become a mouthpiece for queer talent. The artist whose name in daily life is Honey Redmond grew up in a middle-class family in Chicago, the birthplace of house. In the 1990s, she started deejaying herself under the mentorship of Derrick Carter and made a name for herself on the local house circuit. Often bullied as a teenager for her (struggle with her) gender identity, she called her move to New York her salvation. There she entered a vibrant underground scene and open club culture, and got to indulge in fashion shows, while adding a hefty dose of rock ‘n’ roll and disco influences to her house and techno sound.

Since then, she played sets during catwalk presentations by Louis Vuitton and Dior, got to curate the opening night of Grace Jones’ Meltdown festival, and released her own work. The Best of Both Worlds was released in 2017, the successor Black Girl Magic in 2022. The cover of that record – a 3D image of a naked Dijon – references Jones’s iconic Nightclubbing cover, but is at the same time a statement. “I have a beautiful Black body, and I wanted to celebrate this,” she said in The New York Times. Last summer, she played sets at the CORE Festival and on Tomorrowland’s CORE Stage, which she co-hosted. Her performance at Hangar Festival will be followed by a second visit to Dour this summer.

TOM PEETERS

Honey Dijon will play at the Hangar Festival on 27/4, thehangar.be

Picks of the month Art & Literature

Kijk je ogen uit

NL/ In artistieke buiken gaan de lentekriebels altijd het wildst tekeer in april. Dan strijkt de beurs voor hedendaagse kunst Art Brussels neer en neemt steevast de hele stad op sleeptouw. Dit jaar meert de kunstmastodont, opgericht in 1968, na een jarenlang verblijf op Thurn & Taxis, opnieuw aan in Brussels Expo. Maar de aloude formule blijft overeind. Voor verzamelaars uit binnen- en buitenland biedt de kunstbeurs de mogelijkheid om de fine fleur van de hedendaagse scene onder één dak te zien, voor mensen die hun geldbeurs angstvalliger in de gaten houden, is het een moment om de ogen uit te kijken aan kunst en gekrioel. Ook dit jaar compartimenteert Art Brussels zijn waar in verschillende secties: ‘Prime’ reikt vaste waarden aan, ‘Discovery’ laat toe

ontdekkingen te doen, ‘Rediscovery’ haalt helden uit de vergetelheid, en ‘Invited’ brengt frisse, originele uitdagers van het galeriemodel naar het hol van de leeuw. Solo’s zijn er van onder meer Patrick Van Caeckenbergh, Bernd Lohaus en Hadassah Emmerich. En met de KickCancer Collection kan je voor 400 euro een fraai, origineel kunstwerk op postkaartformaat aanschaffen, pas achteraf kom je te weten van wie het is. Voor wie zich na een paar uur kijken of kopen wat slapjes voelt worden, hebben we maar één boodschap: trek de stad in, de kunstenaars, galeries, musea, artist-run spaces, stichtingen, collecties en alternatieve circuits die er elke dag thuis zijn, zijn van onschatbare waarde. (KS)

ART BRUSSELS 25 > 28/4, Brussels Expo, artbrussels.com

New visions

EN/ By combining and integrating their respective artforms, Ammo, an illustrator and poster designer, Elzo, a visionary collage artist, Hell’o, a duo of artists with a strange yet familiar world, and Studio Biskt, a mix between visual art and industrial design, have created a show like a visual roller coaster. (GB)

CRACKED PERSPECTIVE 12 > 28/4, LaVallée, lavallee.brussels

Derrière le bar

FR/ Avec Gay Bar, l’auteur américain a publié un livre au succès immédiat. Autour de ce lieu de refuge et de rencontre pour une clientèle marginalisée, Jeremy Atherton Lin a écrit une enquête qui mêle reconstitution historique, anecdotes érotiques et analyse politique. (GB)

MEET THE AUTHOR: JEREMY ATHERTON LIN 16/4, Passa Porta, passaporta.be

Sans filtre

FR/ Surdoué qui adapte son style aux histoires qu’il veut raconter, Bastien Vivès appuie où ça fait mal en refusant l’autocensure. Pour cette première expo bruxelloise, il présente une série d’étonnantes images à l’aquarelle sur les influences BD, ciné, télé qui ont fait de lui l’auteur qu’il est. (GB)

BASTIEN VIVÈS : HÉRITAGES 12/4 > 11/5, Huberty & Breyne, hubertybreyne.com

Highest distinction

EN/ It is not every day that a Nobel Prize winner comes to Brussels. But when Passa Porta celebrates its 20th birthday, that extra something is possible. Abdulrazak Gurnah won the highest literary distinction in 2021, at De Munt/La Monnaie, the Tanzanian-born British author, once himself a refugee, will give a voice to those who have been neglected by history. (KS)

MEET THE AUTHOR: ABDULRAZAK GURNAH 8/4, De Munt/La Monnaie, passaporta.be

Buda’s renaissance

NL/ Met de openluchtexpo Border Buda willen curatoren Anna Laganovska en Koi Persyn samen met twaalf kunstenaars de blik weer op het te lang genegeerde industrieterrein in Machelen, Vilvoorde en Brussel richten en het met verbeelding doen heropleven. (KS)

BORDER BUDA 26/4 > 26/5, Buda-industrieterrein, borderbuda.be

Club Mauk

NL/ Met een naam als Jan Vantoortelboom is het schrijverschap wel heel moeilijk te weigeren. Zeker als je het ook nog eens zo meesterlijk beheerst dat je na een Bronzen Uil voor je debuut, De verzonken jongen, ook nog eens een Boekenbon Literatuurprijs weet te vergaren. Bij deBuren gooit Vantoortelboom zijn winnende Mauk in de groep. (KS)

LEESCLUB MET JAN VANTOORTELBOOM 23/4, deBuren, deburen.eu

Futur à construire

FR/ C’est quoi l’avenir que nous voulons pour notre planète ? Dans un dispositif expérimental et prospectif, au croisement de l’art, du design et de l’écologie, la fondation Thalie propose un parcours où des œuvres de sa collection dialoguent avec celles des artistes invités. (GB)

REGENERATIVE FUTURES 13/4 > 28/9, Fondation Thalie, fondationthalie.org

Coup de cœur

Kurt Snoekx is editor

Us and them

I will never be rid of my doubting nature. Could that be because I am a Libra? Or due to my upbringing? Or because of the arts that are so dear to me, but which inevitably make the world an unstable place? No idea. What I do know is that one of my most precious memories of what doubt can do harks back to a conversation in 2019 with Eileen Myles, the New York writer, poet, and performer who, since the reprint of their 1994 book Chelsea Girls and the publication of their poetry collection I Must Be Living Twice, has been embraced by lovers of uncompromising poetry all over the world. Eileen Myles is non-binary and started using the pronouns “they” and “them” because “I knew in my life and in my living, in my day, in my writing, I am many different genders all the time, and I realised that ‘they’ held that as a pronoun.”

A ROOM TO CALL OUR OWN

Is “they” not sometimes a lonely word, I asked them during that conversation. “I never miss the ‘he’,” they answered, “but I do miss the ‘she’ from time to time.” Doubt, in other words, even after that huge gesture to create an identity of their own. That doubt, that multiplicity, and fluidity are also found in their vibrant and haunting words. In poetry that radically opens up to the voiceless, homeless, and powerless, giving them a voice, power, and shelter. With their poetry, Eileen Myles has not only created a room of their own. They have built an entire flat with rooms for all of us to call our own. That is what the best artists do: they do not to make the world an unstable place, but rather affirm the inescapable instability of human nature. In doing so, they change the tune from “us” versus “them” into a raw melody that draws us closer to one another.

MEET THE WRITER: EILEEN MYLES 30/4, Bozar, bozar.be

Cinéma

Après Cannes, Paloma Sermon-Daï s’apprête à conquérir nos salles

‘Je refuse de juger mes personnages’

FR Trente ans à peine et saluée par les plus grands festivals. Le cinéma de Paloma SermonDaï transpire la Wallonie, la vraie vie et le talent. Il pleut dans la maison, récompensé lors de la Semaine de la Critique à Cannes, sort en salles. « Je ne pensais pas que le métier de cinéaste m’était accessible. »

Texte & photos Sophie Soukias

Dans son précédent film et premier long-métrage Petit Samedi, la Bruxelloise d’adoption Paloma Sermon-Daï retournait dans son village natal en bord de Meuse pour filmer le combat de son frère Damien contre sa dépendance à l’héroïne, épaulé par sa mère. Le documentaire, qui, outre ses multiples prix, s’était frayé une place jusqu’à la prestigieuse Berlinale 2020, dévoilait deux personnalités aussi fortes que fragiles dont la présence face caméra n’avait rien à envier aux grands acteurs de métier. Pour son second long-métrage, la réalisatrice imagine une fiction dans le territoire géographique de son enfance avec des acteurs non-professionnels dans les rôles principaux, toujours castés au sein de son cercle familial. Alors que l’été bat son plein non loin du Lac de l’Eau d’Heure, Purdey, 17 ans, et son petit frère Makenzy (ils portent les mêmes prénoms dans la vraie vie) sont livrés à eux-mêmes dans une maison qui menace de les engloutir. Une interprétation bluffante des frère et sœur Lombet que seul un savoir-faire comme celui de Paloma Sermon-Daï pouvait révéler. « Avec un peu de patience et un peu de travail, on a tous des choses à dire. »

Après votre passage à Cannes, on a beaucoup parlé de vous comme la relève du cinéma social belge. Est-ce une étique e qui vous convient ?

PALOMA SERMON-DAÏ: Je suis contente qu’on pense à moi comme ça. Je suis très admirative d’un cinéma comme celui des frères Dardenne, par exemple. Mais ça reste une étiquette difficile à porter parce que je crains que les gens aient des a priori, qu’ils se disent qu’ils n’ont pas envie d’entendre parler de deux gamins en Wallonie. En

Belgique, le spectateur a tendance à penser qu’il a assez de soucis comme ça que pour aller voir les problèmes des autres au cinéma. J’ai envie de dire aux gens que je n’ai pas cherché à faire un film social sombre et plombant. Au contraire, c’est un film d’été.

Contrairement à ce que le titre laisse présager, il pleut finalement assez peu dans Il pleut dans la maison.

SERMON-DAÏ: C’est un film très caniculaire. Il y fait très beau et on y transpire beaucoup. On a tous vécu ces étés d’adolescence un peu lents où on a envie de faire des bêtises pour ressentir quelque chose. Je voulais filmer le dernier été dans leur maison de deux adolescents livrés à eux-mêmes. C’est sûr que ça n’est pas évident de voir des gens qui souffrent de pauvreté dans un film mais ils ont aussi beaucoup d’humour. Parfois, la misère est tellement insoutenable qu’il faut parvenir à en rire. Je crois que ça me vient de ma famille. On a parfois vécu des choses très dures, mais on a toujours conservé notre sens de l’humour.

Vous vous êtes formée en techniques de l’image à l’HELB et à l’Inraci, aviezvous dès le départ l’ambition d’être réalisatrice ? SERMON-DAÏ: Pas vraiment. Je viens d’une famille qui n’est pas du tout là-dedans.

J’ai longtemps imaginé que ce métier ne m’était pas du tout accessible, certainement parce que je manquais de représentations. Petite, mes références provenaient surtout du cinéma américain qui était dominé par des réalisateurs masculins. Quant au cinéma belge, à part quelques comédies, je ne connaissais pas grand-chose. Je me suis d’abord lancée dans le théâtre avant de me rendre compte que je n’étais pas à l’aise devant la caméra. Je sentais, par contre, que j’avais plein de choses à exprimer alors je me suis tournée naturellement vers l’image.

Qu’est-ce qui vous a donné la force de croire que vous pourriez tourner vos propres films ?

SERMON-DAÏ: En travaillant comme troisième assistante caméra sur des tournages, j’ai pu observer la grosse machinerie qu’était le cinéma et ça m’a donné envie de proposer autre chose. Je me suis mise à imaginer des productions avec moins de gens et moins de moyens. Comme je n’ai pas été formée à la réalisation, il m’est arrivé de me sentir un peu complexée. J’ai contourné le problème en essayant d’oublier ce que font les autres, en inventant ma propre méthode.

Paloma Sermon-Daï

Les têtes d’affiche d’Il pleut dans la maison, les frère et sœur Lombet, ne se projetaient peut-être pas non plus dans le monde du cinéma. Qu’est-ce qui vous a convaincue de confier ce film à des non-professionnels ? Et pourquoi eux ?

— Naît à Namur en 1993 et grandit à Sclayn en bord de Meuse

— Étudie l’image à Bruxelles (HELB puis Inraci). Son film de fin d’études Makenzy (2017) tourne dans des festivals internationaux

— Son premier long-métrage Petit Samedi (2021) assoit sa reconnaissance critique

— Son long-métrage de fiction Il pleut dans la maison reçoit le prix French Touch à la Semaine de la Critique cannoise 2023

SERMON-DAÏ: L’idée du film a émergé à un moment où je commençais à avoir du recul sur ma propre adolescence. Je voulais toucher une dimension particulière de la jeunesse wallonne tout en y mettant quelque chose de moi. Je n’ai pas pensé à Purdey et Makenzy Lombet tout de suite, mais on a tellement de points communs qu’à un moment donné, travailler ensemble est devenu une évidence. Avant le tournage, le film était écrit aux deux tiers et j’assumais qu’il y aurait une part d’improvisation : des petits moments de rires et de paroles spontanées qui ne leur appartiendraient qu’à eux. Purdey est la fille de mon

Il pleut dans la maison sortie en salles: 10/4

demi-frère et j’avais déjà eu l’occasion de la mettre en scène avec Makenzy dans le cadre d’un court-métrage d’école.

Pensez-vous que vos références cinématographiques d’enfance, les grosses productions américaines et les comédies belges, exercent une influence sur votre cinéma ?

SERMON-DAÏ: Certainement. Le principal c’est de regarder des films. Peu importe la porte d’entrée dans le cinéma, pourvu qu’on y rentre. J’assume ma culture de baraki (rires). Je suis pour l’éclectisme. Dans ma jeunesse, j’ai regardé beaucoup de téléréalités et de trucs stupides, et c’est pas grave.

La frontière entre téléréalité et cinéma documentaire peut parfois s’avérer très floue.

SERMON-DAÏ: C’est sûr. La téléréalité aiguise l’œil à détricoter les relations humaines et peut inspirer des dialogues. On ne se dispute pas dans une téléréalité comme on se dispute dans des films très écrits, par exemple. Quand je demandais à Purdey et Makenzy, qui n’ont pas de culture cinématographique, de se disputer, il est fort probable qu’ils aient pris comme référence la téléréalité. Quand ils s’engueulent, on a l’impression d’être dans Les Anges de la Téléréalité parce qu’ils se taquinent et s’insultent. C’est la vraie vie quoi.

C’était important qu’ils s’expriment à leur manière.

SERMON-DAÏ: Tout à fait. On sent aussi très fort chez eux l’influence du rap. Quand tu demandes à Makenzy de boxer dans une scène, il est super heureux parce que ça fait clip de rap. L’argot qu’ils utilisent est fait de mots qu’on n’entend même jamais en Belgique. Ils reprennent des trucs de rappeurs français et finissent par parler comme dans le «9-3 ». Le tout mélangé à des formulations très wallonnes. C’est très particulier. À travers ces dialogues d’ambiance, ils racontent une réalité sociale. C’était important pour moi de ne pas les brider dans leur façon de parler même si leur humour et leurs remarques ne sont pas forcément politiquement corrects. Mais ça correspond à une réalité de l’adolescence aujourd’hui et ce n’est pas en la censurant qu’on va la faire disparaître, de toute façon.

Que ce soit dans votre précédent film, le documentaire Petit Samedi consacré à votre frère et à votre mère ou dans votre fiction Il pleut dans la maison, les femmes incarnent des personnalités fortes, bienveillantes et

‘Dans ma famille, on a parfois vécu des choses dures mais on n’a jamais perdu le sens de l’humour’

surtout très lucides.

SERMON-DAÏ: Ça vient certainement du milieu dans lequel j’ai grandi. J’ai vécu avec beaucoup de femmes très courageuses qui étaient obligées de prendre les choses en mains. Dans une réalité un peu dure comme celle que je filme, j’ai envie de voir des combats, et des réussites dans ces combats. J’ai envie de voir de l’émancipation. Le personnage de Purdey essaie de briser un plafond de verre. Elle a envie de plus de stabilité et rêve d’un avenir meilleur. Son frère est plus jeune et plus vulnérable, donc il a davantage besoin de protection.

Vos films ne se focalisent pas sur un seul personnage qui serait le protagoniste, ils s’in-

NATIONALE TROTS

téressent davantage aux dynamiques au sein d’une même famille.

SERMON-DAÏ: C’est parce que j’essaie de ne jamais juger mes personnages. Et pour ne pas les juger, je suis forcée de montrer un contrepoint. En tant que spectateur, on pourrait, par exemple, être très dur envers le personnage de Makenzy et se dire que c’est un petit branleur qui est violent et qui se moque. Mais quand on le voit dans les yeux de sa sœur, on comprend que c’est un gamin de quinze ans. C’est elle qui lui redonne un peu d’humanité. Je suis très intéressée par ces duos d’amour inconditionnel, qu’il s’agisse d’amour filial ou fraternel. La marge est très fine entre une relation toxique et une relation d’amour inconditionnel.

Pourquoi être passée du documentaire à la fiction ?

SERMON-DAÏ: Le documentaire, c’était parce que j’avais envie de faire un film avec mon frère. Et ce que je n’ai pas pu raconter dans mon documentaire, j’avais envie de le raconter sans tabou dans un film de fiction. Je pouvais parler d’un parent absent sans mettre mes proches dans l’embarras. Il pleut dans la maison m’a offert la liberté dans le fond et dans la forme dont j’avais intensément besoin à ce moment-là.

Une liberté saluée puisqu’Il pleut dans la maison a été couronné du prix French Touch à la Semaine de la Critique. Quels souvenirs gardez-vous de l’expérience cannoise ?

SERMON-DAÏ: C’était super. On a eu énormément de chance de bénéficier d’une telle exposition. Ce qui est beau, c’est que j’ai vécu Cannes dans les yeux de Purdey et Makenzy. C’était la première fois que Makenzy prenait l’avion, donc c’était un peu les vacances. Ça m’a permis d’oublier un peu l’industrie du cinéma. On a vécu de très beaux moments quand on a présenté le film. On était conscients d’être à Cannes mais on a aussi passé beaucoup de temps à la plage et à manger des glaces. C’était simple et léger.

NL/ Ze is amper 30 jaar, maar thuis op de grootste festivals. De films van de Brusselse Paloma Sermon-Daï ademen haar geboortegrond Wallonië, het echte leven, en puur talent. Il pleut dans la maison, bekroond op de Semaine de la Critique in Cannes, speelt nu in de zalen. “Ik dacht niet dat ik filmmaker kon worden.”

NATIONAL PRIDE

EN/ Barely thirty years old and lauded at the biggest festivals. The films by Brussels-based director Paloma Sermon-Daï exude her native Wallonia, real life, and talent. Il pleut dans la maison, awarded at Cannes’s Semaine de la Critique, is now in cinemas. “I didn’t think film-making was accessible to me.”

Picks of the month Film

American nightmare

EN/ Sure, it may be a bit provocative or sensational, just months before a presidential election, to bring out an action film that depicts perhaps America’s biggest nightmare: a Second American Civil War. But we are confident that director and screenwriter Alex Garland has made it a visually extraordinary and substantively ambitious film. After all, that is what he always tries to do. And usually with success. His 2014 film Ex Machina, starring Alicia Vikander as a highly advanced humanoid robot, was an intelligent parable about artificial intelligence.

Annihilation (2018) was a visually amazing science-fiction film with Natalie Portman and a hefty pinch of Tarkovsky (Stalker, Solaris).

Garland does not give much explanation as to why this Civil War happened. Texas and California form a separatist coalition of “Western Forces”, and the film follows a group of journalists led by veteran war photographer Lee Smith, played by the underrated Kirsten Dunst.

As they march on Washington, they see up close how horrifyingly fast horror and dehumanisation can win. How far can and will they go in depicting the madness?

Does journalism too lose its relevance at that point?

The film that will open the Brussels International Fantastic Film Festival (BIFFF) is no laughing matter but hopefully a haunting stayer. (NR)

CIVIL WAR US, dir.: Alex Garland, act.: Kirsten Dunst, Cailee Spaeny, Wagner Moura, release: 17/4

Daily dose of darkness

EN/ In Cannes, Asphalt City narrowly avoided being laughed at. If you’re in for a bit of pulp, pent-up drama, or gloom, don’t let that influence you. You would be missing out on an intense genre film that zooms in on the darkness that New York ambulance drivers have to deal with almost daily. (NR)

ASPHALT CITY US, dir.: Jean-Stéphane Sauvaire, act.: Sean Penn, Tye Sheridan, release: 3/4

Liever celstraf dan loonslaaf NL/ Een bankmedewerker zit liever drie jaar in de cel voor een overval dan zich nog 25 jaar naar het werk te moeten slepen. Een collega moet het gestolen geld verstoppen. Deze sluwe en guitige misdaadkomedie uit Argentinië kronkelt heerlijk onvoorspelbaar. De verrassing van de maand. (NR) LOS DELINCUENTES AR, dir.: Rodrigo Moreno, act.: Daniel Elías, Esteban Bigliardi, release: 3/4

Popcornplezier

NL/ In een vorig leven was regisseur David Leitch (John Wick, Deadpool 2) de stuntman van Brad Pitt en JCVD. Overvalt hij ons daarom met een verhaal over een stuntman die zijn regisserende ex te hulp schiet? Volgens de Amerikaanse pers is dit de perfecte popcornfilm, met hoofdrollen voor Ryan Gosling en Emily Blunt. (NR)

THE FALL GUY US, dir.: David Leitch, act.: Ryan Gosling, Emily Blunt, release: 24/4

Menacé par le glamping

FR/ Un père célibataire et sa fille profitent d’une vie simple dans une oasis de verdure non loin de Tokyo. Un promoteur immobilier veut y installer un site de glamping. Ne vous attendez pas à du simplisme mais à beaucoup de finesse, car Evil does not exist est signé Ryûsuke Hamaguchi. Il y a deux ans, le grand conteur japonais remportait l’Oscar avec Drive My Car (NR)

EVIL DOES NOT EXIST JP, dir. : Ryûsuke Hamaguchi, act. : Hitoshi Omika, Ryô Nishikawa, sortie : 10/4

Tennis met Zendaya

NL/ Een blessure duwt een tennisster (Zendaya uit Dune en Euphoria) richting coaching. In een cruciale wedstrijd neemt haar man het op tegen zijn beste vriend, haar ex. Verwacht niet te veel tennis of sportdramaclichés, de regie was in handen van stilist Luca Guadagnino (Call me by your name). (NR)

CHALLENGERS US, dir.: Luca Guadagnino, act.: Zendaya, Mike Faist, Josh O’Connor, release postponed to: 1/5

No, no, no

EN/ After Bob Marley: one love, Bohemian rhapsody, and Rocketman, yet another pop star biopic is angling for your purse. There is no shortage of tragedy in Amy Winehouse’s life. Blessed with a fabulous soul voice, the London girl scored world hits with “Back to black” and “Rehab”, but went down with the world watching. (NR)

BACK TO BLACK UK, FR, US, dir.: Sam Taylor-Johnson, act.: Marisa Abela, Eddie Marsan, release: 24/4

Vue sur courts

FR/ L’an dernier, le Brussels Short Film Festival a accueilli 22 500 spectateurs. L’excellente ambiance est un atout, mais cela repose surtout sur une solide programmation. Pour vous donner une idée : les 45 films de la compétition internationale ont été sélectionnés parmi 3 000 films provenant, entre autres, du Mexique, de Taïwan et du Kosovo. (NR)

BRUSSELS SHORT FILM FESTIVAL 24/4 > 4/5, bsff.be

Coup de cœur

Niels Ruëll

écrit sur le cinéma

Morts et déterrés

Oubliez Indiana Jones ou Lara Croft, c’est Arthur le pilleur de tombes du moment. On ne le reconnaît pas à son fouet ou à ses courbes, mais à sa barbe de trois jours, à son inséparable cigarette et à son costume blanc qui a connu des jours meilleurs. Lui aussi a connu des jours meilleurs : du temps de sa bien-aimée Beniamina. Un rôle brillant pour Josh O’Connor (The Crown, God’s Own Country) Arthur fait ce qu’il sait faire: détecter où sont enfouis depuis des siècles les plus grands trésors archéologiques. Certains appartenaient aux Étrusques. Ils sont déterrés par les tombaroli : une bande de forbans dans la Toscane des années quatre-vingt. Avec encore moins de scrupules, des personnages de l’ombre revendent les objets à de riches collectionneurs ou à des musées renommés. Au début, Arthur ne se pose pas trop de questions. Il préfère visiter l’ancienne villa délabrée de la grand-mère de son amante. Elle regorge d’objets datant d’autres époques.

GRÂCE ÉTERNELLE

Cette grand-mère, et ce n’est pas un hasard, est interprétée par l’éternellement gracieuse Isabella Rossellini. L’actrice de Blue Velvet de David Lynch est la passeuse idéale entre le cinéma d’hier et d’aujourd’hui. De petits défauts empêchent La Chimera d’être aussi grandiose que Lazzaro Felice, le film qui a fait d’Alice Rohrwacher l’une des réalisatrices les plus originales d’Europe. Mais ce n’est qu’un détail. La Chimera est un film sublime qui vous fait sentir que le passé n’est pas totalement coupé du présent, mais qu’il y est désespérément entrelacé. On en arrive à se demander si, dans certains cas, il ne vaut pas mieux laisser le passé enterré.

LA CHIMERA IT, dir. : Alice Rohrwacher, act. : Josh O’Connor, Isabella Rossellini, sortie: 3/4

Het BIFFF besnuffelt (eindelijk) de Franse genrefilm

‘De realiteit verveelt me vaak’

NL Het Brussels International Fantastic Film Festival (BIFFF) is fantastisch goed in het ontdekken van talent uit alle uithoeken van de wereld, maar vergeet soms gewoon eens bij de buren te kijken. Dat maken ze goed met ‘French Connection(s)’, een focus op Franse genrecinema én de vertoning van Pendant ce temps sur terre, een eigenaardige scififilm van Jérémy Clapin.

Tekst Niels Ruëll

Moet je ook BIFFFen als je geen lol beleeft aan extreme horror of trash die pas plezant wordt als je er geestdriftig in groep naar kijkt? Het Brussels International Fantastic Film Festival vindt de vraag terecht zo afgezaagd als oneigenlijk gebruik van een kettingzaag in genrefilms. Ten eerste ontfermt het bijzonder populaire festival zich met evenveel liefde over thrillers, sciencefiction en alles met een vleugje fantastiek. Ten tweede heeft het festival een fantastisch trackrecord wat het reveleren betreft van grote talenten van over de zeven wereldzeeën. De Zuid-Koreaanse rasverteller Bong Joon-ho, bijvoorbeeld, was er járen voor hij Oscars en Gouden Palmen begon te winnen met Parasite al kind aan huis. Op die brede blik mag het BIFFF trots zijn, al verliest het daardoor de buren soms wat uit het oog. En dat is zonde, want de voorbije jaren stonden daar, meestal op eigen kracht, enkele razend interessante regisseurs die niet bang zijn van genre. Het beste voorbeeld

is Julia Ducournau, die de Gouden Palm won met het bodyhorror omarmende Titane

Die blinde vlek spoort nu het BIFFF aan tot een kleine inhaalbeweging. Met ‘French Connection(s)’, een knipoog naar de gelijknamige thriller van de overleden grootmeester William Friedkin, focust het festival op Franstalige BIFFF-films. Zo presenteert het festival onder meer Pendant ce temps sur terre, een eigenzinnige scififilm van Jérémy Clapin, mét oneigenlijk gebruik van een kettingzaag. Al zet dat detail je wel op het verkeerde been.

DE RUIMTE KIJKT TERUG

Pendant ce temps sur terre gaat over een 23-jarige vrouw die in het rusthuis van haar moeder werkt, liever strips tekent, en nog steeds heel erg in de knoop ligt met de mysterieuze verdwijning van haar door iedereen bewonderde broer: een ruimtevaarder, die nooit terugkeerde van een missie.

Het wordt er niet makkelijker op wanneer buitenaardse stemmen haar dwingen om vijf mensen te vinden die ze kunnen

gebruiken om eens op aarde rond te kijken.

“Raken we niet allen gefascineerd wanneer we naar de sterren kijken en de oneindigheid van de ruimte aanschouwen? Al die plekken die we nooit zullen bereiken,” zucht regisseur en scenarist Jérémy Clapin. “Het is een sprankelende fascinatie, maar ook een gevaarlijke: je kan er slaaf van worden. Wat oneindig veraf is, werpt me terug op mezelf. Wanneer ik naar de ruimte kijk, overvalt me het gevoel dat de ruimte terugkijkt. Een beetje zoals het heden naar het verleden of de toekomst kijkt, en omgekeerd, zonder ooit samen te vallen. Of zoals de wereld van de levenden en de wereld van de doden elkaar aankijken zonder ooit samen te vallen.”

Naar Clapins nieuwe film wordt uitgekeken. Hij kreeg veel bijval voor zijn debuut J’ai perdu mon corps, een zinderende animatiefilm over een afgesneden hand die de stad doorkruist in een poging de rest van het lichaam terug te vinden. “Succes is relatief. De pers was laaiend enthousiast, en ik mag niet mopperen over de internationale

In Pendant ce temps sur terre hoort een jonge vrouw buitenaardse stemmen. Regisseur Jérémy Clapin: “De ruimte is een gevaarlijke fascinatie.”

erkenning, maar daarom was de film nog geen commercieel succes. Ik blijf nederig. De bijval maakt het me ook niet makkelijker. J’ai perdu mon corps creëert bepaalde verwachtingen. Maar ik wil niet in herhaling vallen, ik wil mezelf telkens opnieuw uitvinden en nieuw terrein verkennen.” Pendant ce temps sur terre paart liveaction met enkele animatiepassages.

LEVE DE VERBEELDING

Sciencefiction en genrefilms kunnen bezwaarlijk de speerpunten van de Franse cinema worden genoemd. Maar in die onderwaardering ziet Clapin net mooie kansen. “Of het nu over animatiefilms voor volwassenen gaat of over genrecinema, ik draai het graag om: omdat er geen verpletterende traditie is, liggen de kansen voor het grijpen.” Pendant ce temps sur terre is geen volbloed sciencefictionfilm, maar flirt met verschillende genres. “Ik probeer te spelen met de codes en de verwachtingen, ik ben er niet op uit om een afkooksel te maken van iets wat al eens is gemaakt, ik reproduceer

geen mechanisme dat al eens succes had. Ik probeer iets nieuws op tafel te leggen.”

Clapin vindt in de fantastiek een grote vrijheid. “Ik sta mezelf toe om me in de fantastiek te begeven – iets wat lang niet elke Fransman zichzelf toestaat –, maar bepaal zélf de dosering. Ik snap niet dat dat niet vaker gebeurt. Er gaan nieuwe deuren voor je open wanneer je niet terugdeinst voor fantastische elementen. Er zijn metaforisch meer mogelijkheden, je kan heel creatief zijn met perspectieven. Dat is dankbaar voor een verteller.”

Net als zijn hoofdpersonage Elsa is Clapin

makkelijk afgeleid of snel verleid tot een vlucht in de verbeelding. “Ik heb drie kinderen. Ik kan het me niet meer veroorloven om heel lang afwezig of in gedachten verzonken te zijn (lacht), maar ik kan niet verbergen dat de realiteit me vaak verveelt of zelfs afschrikt. Er zijn veel aspecten van de realiteit waar ik niet mee kan leven. En ja, dan vlucht ik in de verbeelding. Leve de verbeelding!”

BIFFF vindt plaats van 9 tot en met 21/4 op Brussels Expo, bifff.net; Pendant ce temps sur terre komt op 8/5 in de zalen

BIFFF ENTRE AMIS ET VOISINS

FR/ Le BIFFF, le festival international du film fantastique de Bruxelles, a l’art de découvrir les talents du monde entier, mais néglige parfois un peu ses plus proches voisins. Il se rattrape cette année avec un focus sur le cinéma de genre français et une projection de Pendant ce temps sur terre de Jérémy Clapin.

BIFFFING WITH THE NEIGHBOURS

EN/ The Brussels International Fantastic Film Festival is great at uncovering talent from all over the world, but sometimes forgets what is near-by. This time, they make up for that with a focus on French genre films and a screening of Pendant ce temps sur terre, Jérémy Clapin’s peculiar sci-fi film.

Soon at AB

Fri 10 MEI

Yasiin Bey performs MF DOOM

APRIL

WED 10 APR

Kowari

FRI 12 APR

LYNN

SUN 14 APR

De Beren Gieren

Present ‘What Eludes Us’

MON 15 APR

Priya Ragu

MON 15 APR

Novo Amor

TUE 16 APR

Declan McKenna

SAT 20 APR

VIMBA

w/ ADJO & PVLM + Juls + Bo Meng

SUN 21 APR

Porcelain id

TUE 23 APR

James Brandon Lewis Quartet

THU 25 APR

Michelle David & The True-tones

FRI 26 APR

M Huncho

Fri 26 APR

M Huncho

FRI 26 APR

Zap Mama

Special guests: Selah Sue + K.ZIA

SAT 27 APR

Akua Naru

MEI

WED 01 MEI

Shabazz Palaces

FRI 03 MAY

Alias

TUE 07 MEI

PVRIS + Scene Queen

FRI 10 MEI

Yasiin Bey

Performs MF DOOM

WED 15 MEI

Krisy

SAT 18 MEI

Lil Yachty

Support: Jean Dawson

THU 23 MEI

Myles Smith

SAT 25 MEI

Freddie Konings

WED 29 MEI

International Anthem

Presents Bex Burch + Ruth Goller + Ibelisse Ferragu i

JUNI

MON 03 JUN

Jessica Prat

Special guest Joanna Sternberg

FRI 07 JUN

Slow Pulp

THU 26 JUN

Chelsea Wolfe

Support:Kælan Mikla

ENTREZ DANS LE MONDE DE L’ART NOUVEAU STAP IN DE WERELD VAN ART NOUVEAU

Mon 15 APR

Priya Ragu

Info

artnouveaupass.brussels

Maison Hannon ©Anujin Magnaijargal

Viewmaster

Urban art through the eyes of Joëlle Sambi

‘I saw what I expected to see’

EN In Maison chaos, Joëlle Sambi portrays a 100-yearold woman who lists every act of violence she has experienced in her life. The violent fresco by an anonymous graffiti artist in the streets of Brussels caused a short-circuit in her head.

Text Gilles Bechet Photo Ivan Put

The first time Joëlle Sambi saw the biblically inspired fresco depicting a killing that never happened, it was as if there was a short-circuit in her brain. “I saw what I wanted to see, what I expected to see in a public space.”

One after another, Caravaggio paintings sprang to mind. Instead

of a reference to the Sacrifice of Isaac, she saw Judith Beheading Holofernes, in which, to save her besieged people, Judith assassinates and decapitates an Assyrian general after having seduced him. “When a woman commits a violent act, it is judged more severely, as if we do not have that right, as if violence is not legitimate for us.” Many consider violence a major feature of her texts. She finds this surprising. “I have been told that there is a lot of violence, but there are also lots of other things: love, kindness, tenderness, rebellion, and hope. When a woman attempts to protect or defend herself, she shows kindness towards herself.”

However defined, the theme of violence is revisited in her new show Maison chaos. “A 100-yearold woman, reading a long letter,

Joëlle Sambi chooses a fresco inspired by the Sacrifice of Isaac (2017)

Night work

Painted one night in January 2017 on a wall on Boulevard Barthélémy by a graffiti artist who chose to remain anonymous Tensions

Following the commotion generated by the image, the then Mayor of Brussels, Yvan Mayeur, announced that he would have it covered up if it caused tensions. It is still there

Maison chaos

In Maison chaos (3 > 13/4, Théâtre National), Joëlle Sambi draws on poetry, slam, classical singing, electronic music, video, and sound

tells the story of every instance of violence she has experienced in her life and how she learned to duck and weave her way through the violence of the patriarchy.”

Joëlle Sambi’s poetry is bursting with images, she is very visual. In the city, however, what grabs her, what speaks to her, is not images but words. “When I am out walking, I observe a lot, I look around, at the words that are written and the little stickers. I am fascinated by the bits of paper and the words you can decipher on the walls of clubs. Sometimes, people reply to each other and it’s like a whole alternative language emerges. It gives colour to a place and, depending on what I read, I can guess what kind of place it is.”

In Joëlle Sambi’s texts, words can cut like blades, and you cannot lift your hands to prevent their blows from reaching your ears.

5 x Gluten-free

EN Allergies and food intolerances are affecting more and more people. Problems relating to gluten, for example, are both unpleasant and frustrating. Check out our survival guide.

Text Michel Verlinden Photos Saskia Vanderstichele

1. Don’t panic

The brainchild of Alain Coumont, who also gave us Le Pain Quotidien, Le Botaniste boasts seven locations (in Brussels, Ghent, and New York). Its approach centres on entirely plant-based dishes that are designed specifically for people who prioritise eating healthy; the menu is 99% organic. So, does that mean one should expect no-frills cuisine? That would be a miscalculation at a time when society is concerned about the rise in ailments; the World Health Organization predicts that one in two people will suffer from allergies by 2050. Le Botaniste has hit the nail on the head by aiming for heartwarming dishes with a “reassuring familiarity.” The menu is mouthwatering as well as catering to coeliacs and people with other food intolerances: a vegetable tajine with quinoa (€13.90), chili sin carne (€13.90), sushi roll (€7.50), etc. The only setback is that the pasta Bolognese (€12.90) is not gluten-free (an option that is available in the New York restaurants). When we visited the establishment on Baljuwstraat/Rue du Bailli, where the decor resembles that of an old pharmacy, the menu was severely reduced: no Bolognese

and no chili. Too bad. Instead, we opted for the lunch combo for €12.50. It consisted of two generous bowls. The first contained an intensely flavoursome parsnip and parsley soup. Its oily texture suggested a high concentration of vegetables; it is tempting for restaurateurs to water down this type of dish. It was served with some lovely seeded bread, gluten-free of course. The main course, a dish named the “Tibetan Mama” (€14.50), was equally packed with flavours. It combined perfectly cooked brown rice, delicious curry sauce with coconut, vegetables, and, best of

all, some excellent kimchi. Our only complaint is that the dish was served lukewarm. The desserts made up for this minor disappointment: a brownie (€4.90), a chocolate and pecan cookie (€3.50), or a very crunchy quinoa and peanut butter cookie (€3.50), all free from wheat flour. The choice of drinks includes Grisette Blonde (€3.90), also guaranteed gluten-free, and a homemade iced tea (€3.50) that lacks a bit of originality.

LE BOTANISTE •••

Baljuwstraat 10 Rue du Bailli, Brussel/Bruxelles, lebotaniste.eu

3. Consecrated bread

This gluten-free bakery, a concept that originated in Paris, offers a range of certified organic breads and mouthwatering pastries, including superb brownies. The rice flour used here is ethically sourced from a rice paddy in the Po Valley and processed in a mill in France. It is possible to sit in to enjoy your lunch: a bowl of soup, focaccia, bruschetta, etc.

CHAMBELLAND •••

Hogeschoollaan 42 Avenue de l'Université, Elsene/Ixelles, chambelland.com

4. Gluten-free brunch

Terter offers a 100% plant-based menu that is guaranteed to be gluten-free and homemade. During the week, they serve excellent breakfasts, including scrambled tofu, granola, and a trio of pancakes. But it is the brunch, available in either a “savoury and sweet” or “savoury” version, on Saturdays and Sundays that constitutes their main feature. A festival of flavours created by Catherine Tabard and Julien Nève.

TERTER ••••

Rue Antoine Bréartstraat 82, Sint-Gillis/ Saint-Gilles, Instagram: terter_fabriek

2. Consolation

Frustrated that you cannot enjoy a good spaghetti Bolognese? Les Tontons, a place that does Italian food with a Belgian twist, offers a “Bolognese” (€16 for a “normal” portion) just like at home. What’s more, it is possible to choose gluten-free pasta (for an extra €4). We love the minced pork supplied by Hoeve Cuvry in Beersel. Don’t miss out on the 100% beef “manzo” sauce.

LES TONTONS ••••

Dekenijstraat 69 Rue du Doyenné, Ukkel/Uccle, tontons.be

5. Vast choice

Near the Grote Markt/Grand-Place, this place offers a wide selection: salads, bowls, finger food, focaccia, etc. We were particularly impressed by the waffles, both sweet and savoury, made using ingredients such as potatoes, chickpeas, and corn. We love the extensive selection of beers, which includes several gluten-free options (worth a mention since it is so rare).

THE SISTER BRUSSELS CAFÉ •••

Vlees-en-Broodstraat 3 Rue Chair et Pain, Brussel/Bruxelles, thesistercafe-brussels.com

Jessy (29)

I dress by feeling. I love simple, pretty dresses with loads of jewellery but I like an oversized fit with a pair of boots and a hat just as much. I also like combining different types of fabrics and I mostly wear black and earthy tones. I get a lot of inspiration from runway shows, so much artistic talent comes together there. My pieces are mostly thrifted. I also buy a lot from artists who make their own clothes, local shops, and small independent brands. Vestiare Collective is my favourite app when I look for eye-catching pieces! For me, the most important thing in fashion is to do what makes you feel good.

Streetlife

Photographer Agneskena scours the streets of Brussels for fashion kings and queens

FLAGEY

THU 18.04

SPRING 24

FLAGEY

SAT 20.04

FLAGEY

FR 26.04

BOZAR

SUN 19.05

FLAGEY

THU 23.05

FLAGEY

SAT 25.05

CLOSE ENCOUNTER

OPEN REHEARSAL: KALLIWODA & MENDELSSOHN

KALLIWODA & MENDELSSOHN

MASTERS OF A REFINED MUSICAL STYLE WITH FABIO BIONDI (CONDUCTOR)

LIGETI/BARTÓK

TRADITIONAL FOLK MELODIES, INTRICATE RHYTHMS, INNOVATIVE TECHNIQUES WITH KAZUSHI ONO (CONDUCTOR) & JAN MICHIELS (PIANO)

CINE-CONCERT: ENTR’ACTE & UN CHIEN ANDALOU

CELEBRATING 100 YEARS OF SURREALISM

CLOSE ENCOUNTER

OPEN REHEARSAL: SCELSI, MURAIL & AMBARCHI

SCELSI SOUND MAGIC

MELODY IS FORMED FROM NOISE WITH OREN AMBARCHI, YARON DEUTSCH & TOM PAUWELS (GUITAR) & ILAN VOLKOV (CONDUCTOR)

CONCERTO

MICHIEL DELANGHE

RICARD SOLER MALLOL

21, 23, 24, 25, 26 & 27.4.2024