BRUZZ Select - maart 2024

Page 1

Thibaud
‘Ik wil kunnen acteren met totale overgave’

Chantal Akerman, meilleure cinéaste de tous les temps

Bolis Pupul writes a musical letter to his late mother

NL Maandelijks cultuurmagazine • FR Magazine culturel mensuel • EN Monthly cultural magazine
MARCH 2024
Dooms slaat je knock-out in Skunk
Lawrence Abu Hamdan Heba Y. Amin Jalila Baccar Ismaïl Bahri Benjemy Sara Dziri Fakhri El Ghezal Malek Gnaoui Bouchra Khalili Filipe Lourenço Radouan Mriziga & Sondos Belhassen Rabih Mroué Selma & Sofiane Ouissi Samaa Wakim & Samar HaddadKing Winter Family Jozef Wouters Kaaistudios La Mercerie Planetarium Decoratelier K1 info & tickets www.kanal.brussels from Tunis for Brussels 04 –13.04.2024 Original image: Mouna Karray / from the series Nobody Will Talk About Us / 2012-2015, Tunisian southwest

March2024

Onthecover

24 Thibaud Dooms deelteen uppercutuitin Skunk,de nieuwefilm van KoenMortier

Stories

10Bolis Pupul debutssolowith amusicalletter to his late mother

22Laurent Mbaah openteen gaminghalinBozar

34Chantal Akerman n’a jamais été aussiprochedenous

40Aili nousdélectedeson électro-popespiègle

Everymonth

04The secret life of David Numwami

08Stem uit de stad ArnoBoey

16Portret EnkiduKhaled

19WTF? Ghostbusters: frozen empire

19Wide Vercnocke Centrumrat endemaartsebuien

27Eyecatcher BarryCan’tSwim

28In the picture JulesFrançois Crahay

43Viewmaster Magrittedoorde ogen van CharlotteBouckaert

44Eat & Drink 5xCacioepepe

46Streetlife O’Simmie

Picksofthemonth

06Made in Brussels Antoine Moulinardbouwteen safe space inkeramiek

14Music

20Theatre & Dance

30Art & Literature

38Cinema

Cover ThibaudDooms © SophieSoukias

Budding flowers

NL/ Eennieuwelente,eennieuwgeluid, dat bewijzenenkeleopvallendedebutanten indezeSelect.BolisPupulslaatsolo zijnvleugelsuitmeteenwondermooi eerbetoonaanzijnoverledenmoeder. KunstenaarLaurentMbaahdebuteertals curator van degloednieuweBozar Arcade.Ailivondvoorhaarglimmende elektropopinspiratieinhaargeboortelandJapan.EnThibaudDoomsmeptje tegenhetcanvasmetzijneerstehoofdrol in Skunk,denieuwelangspeelfilm van KoenMortier.Stukvoorstukbloesems diezullenuitgroeien tot prachtige bloemen.

FR/ Nouveauprintemps,nouveauson, commeentémoignentquelques débutant.e.sfascinant.e.sdansce nouveauSelectmagazine.BolisPupulse lanceensolo avec unmagnifique hommageàsamèredécédée.L’artiste LaurentMbaahs’initieàlacuration d’expositionpourlaBozarArcade.Ailia trouvé l’inspirationpoursonelectropop lumineusedansson pays natal,leJapon. EtThibaudDoomsnousadministreune belleclaque avec sonrôledans Skunk,le dernierlong-métragedeKoenMortier. Desboutonsqui vont donnerdebelles fleurs,tousautantqu’ilssont.

EN/ Someofthenotabledebutantsin thisSelectissue prove thata new spring bringswithita new sound.BolisPupul spreadshissolowingswithawonderful tribute to his late mother.ArtistLaurent Mbaahdebutsascuratorofthebrand new BozarArcade.Ailifoundinspiration for hershimmeringelectropopinher native Japan.AndThibaudDooms impresseswithhisfirstleadingrolein Skunk,KoenMortier’s new featurefilm. One by one,allblossomsthatwill grow into beautiful flowers.

02-650.10.81, marlies.dedeygere@bruzz.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir COÖRDINATOR SELECT Tom Zonderman ARTDIRECTOR Heleen Rodiers EINDREDACTIE Kurt Snoekx, Sophie Soukias WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Heleen Rodiers, Kurt Snoekx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Nicolas Alsteen, Gilles Bechet, Michaël Bellon, Andy Furniere, Hugues Makaba Ntoto, Tom Peeters, Niels Ruëll, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, George Holmer, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Agneskena, Thomas Ost, Ivan Put, Sophie Soukias, Saskia Vanderstichele, Wide Vercnocke VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Koen Cypers, Flageyplein 18, 1050 Elsene.

BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

3
COLOFON BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar OPLAGE 46.000 exemplaren ADVERTEREN? Marlies De Deygere,
27 34 40

The secret life of David Numwami

‘I virtually lived in the library’

EN David Numwami will soon renew his love for music with a new EP. In the meantime, the Brussels creator of pastelcoloured pop songs feasts on comics.

“I almost lived in that place,” David Numwami chuckles as schoolchildren from the Marollen/Marolles barge into the offerings at the Bruegel library. He is talking about another library, the one in Louvain-la-Neuve, which he went to as a young kid as soon as the school bell told him he could go. “I had no money to borrow anything, but the staff didn’t mind. Next to the library was a media library, where I also spent hours with my headphones on. There was this guy, Jérôme, and he was always recommending things. I spent a lot of time in the comic book shop Slumberland in the city centre too. The owner gave me the occasional comic book.”

At a young age, the Brussels songwriter became enchanted by L’ascension du haut mal (published in English as Epileptic) by French cartoonist David B., and the Frank series by American Jim Woodring. “Or this one here,” he says whilst putting Patrice Killoffer’s Quand faut y aller under my nose. “That is also a comic in black and white, but very psychedelic. When I read that, I felt like I was on drugs.” Numwami started drawing himself and dreamed of making a living as a cartoonist. That changed when he turned sixteen. “I became completely captivated by buildings through François Schuiten’s comics. I wanted to be an architect and enrolled at the La Cambre-Horta School of Architecture.”

As he did not want to make a hard choice, he went on to study philosophy and, in the end, followed his vocation as a musician. But you don’t have to be clairvoyant to discern a link between comics and Numwami’s light-hearted, candy-coloured musical universe. “Whenever I read a comic, I always heard sounds accompanying it,” he laughs. “Boing, krang, dzing! Just as I also hear cartoonish sounds when I see someone walking across the zebra crossing. That is exactly how I depicted it in my music video for ‘Beats’.”

Comics shaped his imagination, says Numwami. “You see those frames, but often you have to give meaning to them in your head. That has given me many insights, even more so than books. You end up in a world that has its own logic, as if you end up in someone’s head. Making music is actually something similar. With my EP Numwami World from three years ago, I basically said: Welcome inside my head.”

The EP I Love You will be released on 15 March by Unity Records. On 21 March, David Numwami will perform at the Ancienne Belgique, abconcerts.be

Made in Brussels

Capital craftsmanship

Een heks in een keramiekwinkel

NL Antoine Moulinard bouwt met keramiekkunst een safe space bevolkt door magische figuren. Zo kaart hij de maatschappelijke uitsluiting van lgbtqia+-personen aan.

Tekst Andy Furniere

Foto Ivan Put

Antoine Moulinard lonkte eerst naar de modewereld, maar bedacht zich na een desastreus verlopen stage. Een openbaring volgde toen hij toevallig bij een keramist terechtkwam. Sindsdien bouwt hij koortsachtig aan een fantasierijk universum, waarin hij de achtergestelde positie van de lgbtqia+-gemeenschap vergelijkt met de rol van bepaalde mythologische personages in oude volksverhalen. Minder dan een jaar na zijn afstuderen veroverde hij een plek in de schijnwerpers op de recente Ceramic Brussels-beurs. Hij won er de Centre Wallonie-Bruxelles/Paris-prijs, die hem later dit jaar een expo in Parijs oplevert.

Je noemt je keramiekuniversum een safe space. Wie kan terecht in dat universum, en tegen welke gevaren beschermt het?

ANTOINE MOULINARD: Het is een veilige plek voor magische personages, zoals heksen en vampiers, die in volksverhalen symbool

staan voor mensen die door hun anders-zijn werden uitgesloten uit de maatschappij. Ik leg de link met lgbtqia+-personen, die vandaag nog altijd ondervertegenwoordigd zijn, ook in de kunstwereld en de media. Ik beeld bijvoorbeeld twee heksen hand in hand af als statement. Sint-Sebastiaan komt vaak terug, een figuur die de lgbtqia+-gemeenschap zich als icoon heeft toegeëigend.

Vanwaar de keuze om veelal meubels en interieurwerken te maken?

MOULINARD: Mijn langetermijnambitie is om mijn eigen paleis te bouwen. Naar analogie met het Palais idéal van Facteur Cheval en geïnspireerd door grootheden als Gaudí. De droom is om een gek maar bewoonbaar huis in te richten met mijn tafels, zetels, open haard ... Dat is ook een commentaar op bourgeois decoratiecodes, waarbij excessieve versiering de praktische kant overschaduwt, met het paleis van Versailles als extreem voorbeeld.

Je stijl wordt vaak als camp omschrijven. Kan je je daarin vinden?

MOULINARD: Ja, ik leg veel ironie en theatraliteit in mijn werk. Er zitten ook veel referenties in aan de popcultuur, in het bijzonder de queer cultuur. Zo verwijzen mijn cowboyfiguren naar de film Brokeback Mountain

Instagram: antoine_moulinard

Powdered foam

EN/ Less waste, still clean. Refizz’s powdered soap lets you make your own shampoo, shower gel, and hand soap at home. Because why carry around water when you have it in the tap at home, founders Anthony and Lewis Hernaut thought. The two brothers live in Brussels and have more products up their sleeve, always vegan and pollution-free. So keep your bottle and go for a refill. (EC)

REFIZZ Shower gel bundle for 35 euro, refill from 26 euro, getrefizz.com

6

Un peu de piment

FR/ Poivres et épices des forêts du Kivu au Congo. Sandrine Vasselin cultive et récolte ses produits en Afrique centrale et les vend à Bruxelles chez Misao. La boutique existe depuis quelques années, mais elle travaille désormais avec d’autres partenaires. Comme la brasserie Cantillon, qui a sorti une bière poivrée aux épices congolaises. Et Misao de proposer un nouveau poivre aux arômes de lambic. (EC)

MISAO Poivre sauvage du Kivu pour 7,50 euros, misao.be

Knap gezakt

NL/ Nog niet kant-en-klaar te koop, maar net zo mooi als je het zelf doet. In de lederworkshops van Keren Haddad uit Ukkel leer je zelf tassen, riemen of portemonnees maken. De kleur kies je zelf. Haddad werkt trouwens ook op bestelling. Een lederen vuilnisbak voor in huis? Een herstelling van een stoel? Het kan allemaal bij Keriko Studio. (EC)

KERIKO STUDIO Workshop ‘Maak je eigen tas’ voor 140 euro via wecandoo.be, Instagram: keriko_studio

Flower power

EN/ Still too cold for a summer coat, but already in the mood for spring colours? Brussels-based Retro Reset has a new batch of puffer jackets with floral prints that are just the ticket. Designer Laura makes the jackets together with an upcycling sewing workshop from Namur, but you can try them on in her boutique in Grand Hospice. To keep you warm and colourful for one last month. (EC)

RETRO RESET Puffer jacket for 285 euro, retroreset.be

Des cartes roses contre le blues

FR/ Marie Van Acker trace gaiement son chemin avec de joyeux dessins. Et quand la vie est dure, la graphiste a toujours sous la main des petits mots d’encouragement qui tombent à pic. Aujourd’hui, elle les décline sur 28 cartes à jouer très pratiques. Parce qu’il n’y a rien que l’on ne puisse surmonter avec un bon repas, une soirée ciné ou – pourquoi pas – en devenant gay, nous apprend le jeu. Cette jeune femme de 24 ans vit à Bruxelles depuis deux ans, après des études à Paris. On espère qu’elle ne perdra pas ses lunettes roses de sitôt. (EC)

JEU DE CARTES POUR QUAND LA VIE C’EST DE LA MERDE 20 euros, marievanackshop.com

Meet spring with freshness

EN/ Unprocessed lemonades are in demand. Brussels-based Drink a Flower creates low-calorie, sparkling drinks based on flowers and plants, completely organic and full of antioxidants. Peach & Lemon, for example, with a dash of honeybush, or Lime & Ginger, with a hint of jasmine. Perfect for making mocktails, too. Let spring come! (TZ)

DRINK A FLOWER Sample pack for 24.99 euro, drinkaflower.be

7

Stem uit de stad

Arno Boey

‘De boer verdween uit de stad en bleef achter in de verhalen van oude vrouwen’

Ik woon nu een jaar in de schaduw van de basiliek. Toen ik net verhuisd was, vertelde de kruidenier aan de overkant me alles wat hij over mijn huis wist. Het gebouw was van een oude vrouw geweest, haar vader had het nog gebouwd. Hij was politicus of dokter en een neef van Trotski. “Trotski heeft je huis bezocht,” knipoogde de kruidenier. “Door die oude vrouw weet ik ook dat hier ooit schapen graasden. Voor er auto’s waren, stonden hier schapen geparkeerd.” Wanneer ik vanuit mijn raam naar de wagens op de middenberm kijk, denk ik aan mijn oma en hoe makkelijk heimwee je meesleept. Ze bouwde het eerste huis in haar straat in Ganshoren. Ik kan me dat niet voorstellen: eerste huizen in nieuwe straten. In de stad slopen we en trekken de hoogte in. Alles wat nieuw is, komt boven op het oude, torens doen het vorige vergeten. Aan het einde van die nieuwe straat lagen velden met witloof en aardappelen. Mijn oma vertelde me daar vaak over. Ze vertelde me over mijn grootvader en zijn boomgaard. Begin jaren 1960 kocht hij een veld buiten Brussel en bouwde er een huisje. Het huisje zou later een huis moeten worden met funderingen en balken om een dak te dragen. Een plek waar de nacht je met rust laat en de ochtend op bezoek mag komen. Met planken en spijkers had hij een droom getimmerd. Hij gaf de droom een naam: Het Zwaluwnest. In de lente moesten mijn nonkels de wanden pekken, later op het jaar stonden mijn tantes op om van het fruit marmelade te maken. Mijn grootvader plantte appelbomen, er stonden perelaars en er vielen kersen en krieken in het gras, zachte pruimen.

STRO OP DE STOEP

Ik weet niet hoeveel seizoenen mijn grootvader van dat fruit heeft kunnen eten. Hij stierf te vroeg en het huisje werd een schuur voor snoeischaren en tuinstoelen. Aan de rand van het veld werd een snelweg naar de stad aangelegd. Daarlangs rijden vandaag boeren de stad in. Er kleeft nu wat modder en stro op mijn straat. Het lijkt hier niet op zijn plaats. We zijn gaan geloven dat de stad en de boer elkaar het liefste mijden. De boer met handen als spitvorken en een kroost om een klasje mee te vullen. Die boer verdween uit de stad, hij nam zijn schapen mee en bleef achter in de verhalen van oude vrouwen.

Ik heb de laatste jaren een paar boeren leren kennen in deze stad. Ze zijn nog jong, maar lieten al een leven achter zich. Ze vonden geen schaduw, geen toren om in thuis te komen. Ze vertrokken niet, ze besloten te blijven en zelf voor schaduw te zorgen. Ze verstoppen zich nu op braakland, in weilanden tussen treinsporen. De boeren die ik ken, krabben de voegen open. Ze leggen bronnen bloot. Ze tonen ons waar het water stroomt. De boeren die ik ken, lezen zich in en verspreiden petities. Ze lijken zo klein in de weerspiegeling van alles wat wet geeft, wat macht heeft. Er is geen haan om hen hier wakker te kraaien, ze staan op voor de eerste bus. Bij het avondeten steken ze een kaars aan en vertellen over het bijenvolk, over wat was en hoe het nu is. In de winter rusten de boeren die ik ken. Ze blazen uit en tellen alles op. De seizoenen drogen in tabellen. Er zijn kosten en baten, en tussen de regels kruipt een mier voorbij. Alles ontsnapt vroeg of laat.

Het wordt lente en ik woon nu al een jaar in de schaduw van de basiliek. Hier groeit geen klaver meer. Zijn tuin heeft mijn grootvader overleefd. Ik heb hem nooit gekend, maar ik heb van zijn appels gegeten. De boeren die ik heb leren kennen, bouwen het eerste huis van de straat. Ze zaaien voor later, voor wie ons overleeft. Er kleeft wat stro op de stoep. “Welkom thuis,” fluit de kruidenier.

8
ARNO BOEY is schrijver en radiomaker. Beurtelings schrijven hij en Marie Darah over het leven in hun stad. © LIZA VANDENBEMPT

LA MONNAIE DE MUNT

OPERA

R ivolu z ione e Nos ta lg i a

LADA

Dans ce spectacle en deux soirées, redécouvrez les plus belles mélodies des premiers opéras de Verdi, assemblées dans une nouvelle histoire qui débute dans le tumulte des années 60 et se conclut 40 ans plus tard.

Veertig jaar na het tumult van mei ’68 worden drie jeugdvrienden geconfronteerd met hun vervlogen idealisme en een onopgelost mysterie. Een gloednieuwe dubbelproductie met de muzikale hoogtepunten uit de zestien eerste opera’s van Giuseppe Verdi.

22, 23, 24, 26, 27, 29 & 30.3.2024 2, 3, 5, 6 & 7.4.2024

Music

Bolis Pupul writes his mother a musical letter

‘I want to keep missing my mother’

EN Those heading to the Listen Festival should prick up their ears for Bolis Pupul. Following his successes with Charlotte Adigéry, the Ghent-based musician debuts solo with Letter to Yu, a tribute to his late mother. “I wish I had travelled to Hong Kong with her.”

Ionce had a green belt,” smiles Bolis Pupul, or Boris Zeebroek in daily life.

“My sister Sarah and I were really into judo. We were both going to be Olympic champions. I was the best in Flanders as a youngster, I never lost a single match.” Zeebroek eventually swapped the tatami for the concert stage, judo bars for chord progressions and fingerings. “As a child, my sister and I were allowed to choose an instrument each, and so our interest gradually shifted. My sister chose the violin, I went for the piano. I have no idea why. I had to play Bach and Mozart, things I had never listened to.”

All this changed when Zeebroek’s father Luc, known in Flanders as the cartoonist, TV and theatre maker Kamagurka, bought a guitar and an amplifier in the music shop of his fellow comedian Peter Van Heirseele alias Herr Seele. “There was a songbook by Beck too in that shop, from his album Odelay,” says Zeebroek. “That’s how I started playing guitar.” Zeebroek senior never forced anything on his children, says son Boris. “He was great at scattering things around, carelessly, as if they had fallen out of his

pockets while walking around. Of course we had some encouragement at home. My father had his studio in our house and there was stuff for drawing and painting lying around everywhere. I remember a New Year’s Eve when the three of us were painting. When the clock struck 12, we ran outside to watch the fireworks and then we just carried on painting.”

They even kept on drawing and painting when on holiday, for fun. “My father’s publisher lived in Greece. We sat on the beach drawing in our sketchbook. Later in the day, my dad went to show his work, and we went to show ours.” That sketchbook has never left, Zeebroek says. He still has one in his bag. “I really enjoy drawing or writing things down. Something that existed only in your mind until then thus becomes part of reality. That also has something frightening about it sometimes.”

in Hong Kong until she was seven, then she and her sisters came here and united with their parents, who were already living in Belgium. She passed away here in 2008 after a cycling accident.”

STROLLING ON MA TAU WAI ROAD

Zeebroek did the same when he travelled to Hong Kong for the first time in his life in 2018. Overcome by jet lag, he stepped out of a minivan into the urban chaos of Ma Tau Wai Road, the street where his mother, Yu Wei Wun, was born in 1959. “My mother lived

As cars whizzed past around him outside the maternity centre where his mother was born and which is now converted into a residential care centre, Zeebroek wrote a letter to his mother. That letter, Letter to Yu, also became the title track of his first solo album. “That wasn’t planned at all, but when I played a recorded version of that letter to Stephen and David (Dewaele, of Soulwax and the label DEEWEE, ed.) they immediately said I should do something with it. They are very good at that, seeing things you don’t see yourself or don’t think are interesting, from a kind of bird’s eye view. That’s how that letter became the frame for my record.”

Zeebroek translated the letter into English and put a vocoder on it. “It felt too naked, I guess I wanted to make it less pathetic. It also captures the blur of that moment; it felt

©
BIEKE DEPOORTER/MAGNUM PHOTOS

like I had walked into a film set. It was really hectic there, and at the same time the sound seemed muffled by the tall buildings.”

He wandered the streets, trying to imagine where his mother and grandparents had walked around. “I wondered what it would have been like if she had stayed there,” Zeebroek says. “It made me very sad.” “Why did it take me so long?” he writes in the letter. “I regret that we never travelled there together. As children, my sister and I preferred to ignore our Chinese roots; the fact that we looked different was often a reason for others to bully us. My mother did send my sister and me to Chinese classes in Brussels when we were about seven or eight years old. But that didn’t really work as we weren’t really interested. And because those lessons were taught in French.” (Laughs)

On the pre-release track “Completely Half”, Zeebroek expresses his feeling of how he, as a child with mixed roots, never felt completely ‘whole’ anywhere. “At school there was a guy from Vietnam called Thang who was a few years older than me. My teacher also called me Thang, just because I had Asian roots like him. That may seem like a minor thing, but it is no fun when you are always being reminded that you are different.”

Being Kamagurka’s children also made them extra special in Ghent. “I didn’t suffer from that, but I did become sensitive to certain things. Opportunism, for example. When you are in the spotlight, there are more and more people who want to hitch their wagon to you and take advantage of you. I have seen that with my father, which is why I spot it quickly.”

WARMING UP GRACE JONES

Boris Zeebroek, who used to form The Hong Kong Dong with his sister and also keeps himself busy as a multi-instrumentalist with The Germans, saw himself catapulted into the spotlight in recent years. Alongside Charlotte Adigéry, with whom he first collaborated on the Soulwax-curated soundtrack to Felix Van Groeningen’s film Belgica, he broke through internationally. Their joint album Topical Dancer received praise at home and abroad, including from British newspaper The Guardian and US online music magazine

Pitchfork.

but he was nice about it. Every time that we went to festivals like Rock Werchter with my dad, everyone used to shout ‘Hey, Kama!’”

The Beatles once played the Hollywood Bowl. “So did Monty Python,” Zeebroek laughs. “It was a surreal moment, but you shouldn’t make it bigger than it is. The people in the front rows were feasting on lobster and caviar and they were not really interested in us, the support act. Then at the back of the arena you have this gigantic mountain that you look up to. That doesn’t really give back much. (Grins) I remember how Charlotte and I looked at each other a lot.”

“As children, my sister and I preferred to ignore our Chinese roots; the fact that we looked different was often a reason for others to bully us”

Over the past two years, the duo toured the world, as far away as the US, where they played supporting act to Grace Jones at the legendary Hollywood Bowl. “But it’s not like we’re super famous,” Zeebroek laughs. “I think where we are now is the best place. We can still walk around the streets in peace. After the show, we went to see Roxy Music in LA. We were recognised a few times then, but people mostly left us alone. Once a man came up to me on a zebra crossing in Mexico City,

Boris Zeebroek alias Bolis Pupul in Hong Kong: “Speaking Mandarin in Hong Kong is like talking French in Flanders.”

Together with Charlotte Adigéry, Zeebroek managed to turn electronic pop into a funky place where Devo, Grace Jones, Talking Heads, and Soulwax came together. They also managed to cover delicate socio-political topics using hip-aiming pop songs full of sharp humour . On his solo record, Zeebroek lets beats and bleeps bounce around and tries to get you to dance even more explicitly in instrumental tracks like “Kowloon”. “When people listen to music, they are first drawn to a voice, but I find it liberating to work without lyrics too.”

A COSMIC RENDEZVOUS

Zeebroek does sing a few times on Letter to Yu, but he also samples traditional chants, a mother and child in the Hong Kong streets, and the doctor he had to visit in Shenzhen. Language plays an important role on Letter to Yu. “I can’t speak Cantonese, but my Mandarin isn’t any better,” it sounds in “Cantonese”. “A common thread in my connection with Hong Kong and China is that communication is complex. There are many misunderstandings. Speaking Mandarin in Hong Kong, is like talking French in Flanders. After my mother passed away, Sarah and I started studying Mandarin again so that we could speak to our grandparents. My grandfather, who landed in Antwerp as a ship cook and started a restaurant there, came from Shanghai and ended up in Hong Kong as a small boy. So they spoke

© BIEKE DEPOORTER/MAGNUM PHOTOS
Interview
Bolis Pupul 31/3, Bozar
31/3, various venues, listenfestival.be
Listen Festival 26 >

both Mandarin and Cantonese. Sarah and I were proud that we could finally speak some Mandarin, but then they pretended not to understand. My grandfather had a love-hate relationship with China.” In turn, Zeebroek’s stage name is a tribute to them. “They always called us ‘Salah and Bolis.’” (Laughs) Pupul is a pet name his father coined for him.

The two most personal songs on Letter to Yu, “Completely Half” and “Ma Tau Wai Road”, have English as their main language. The latter is sung by Zeebroek’s sister, credited as Salah Pupul. “These sounds of China, they belong to you,” she sings. “If there had to be one feature on the record, it was my sister,” Zeebroek says. “In the clip, you see her walking through Hong Kong for the first time. That was a very important moment for her. Even though it has now been a while since my mother passed away, I am still processing that. Part of me also doesn’t want that feeling to go away, I want to be able to stay sad. I want to keep missing her.”

Yu Wei Wun can also be heard on Letter to Yu. “That was the puzzle piece I still needed,” Zeebroek says of the closing track “Cosmic Rendez-Vous”. “My sister and I went in search of recordings of my mother at Stephen and David’s suggestion. Sarah found a tape with my mother talking to an astrologer. My mother was a therapist, but she had big questions of her own. She wanted to understand things better, but at the same time she was very critical. ‘How do you know that?’ you hear her say in that conversation. I find that very beautiful. My mother taught us to go deeper. It is healthy to question yourself now and then.”

MUZIKALE BRIEF

NL/ Aan de zijde van Charlotte Adigéry verzamelde Boris Zeebroek alias Bolis Pupul in het zog van hun gezamenlijke album Topical dancer de voorbije twee jaar de ene adelbrief na de andere. Op het Listen Festival stelt de Gentse zanger en multi-instrumentalist zijn solodebuut Letter to Yu voor, een eerbetoon aan zijn in 2008 overleden moeder Yu Wei Wun.

LETTRE MUSICALE

FR/ Aux côtés de Charlotte Adigéry, Boris Zeebroek alias Bolis Pupul collectionne les lettres de noblesse ces deux dernières années dans le sillage de leur projet commun Topical dancer. Dans le cadre du Listen Festival, le chanteur et multi-instrumentiste gantois présentera son premier album solo Letter to Yu, un hommage à sa mère Yu Wei Wun décédée en 2008

Keep your ears open

Other spectacular sounds at the Listen Festival

A fairytale in church

EN/ Marina Herlop has seen the light. Following her appearance last year at the Église Notre-Dame de Laeken, she is now back there. The Catalan artist (her full name is Marina Hernández López) is a classically trained pianist and singer, but started experimenting with electronics a few years back. In her otherworldly universe, she makes analogue and electronic sounds go hand-in-hand with phonetic vocal lines, giving her music a fairytale feel. Think a mix of Björk, CocoRosie, and Le Mystère des Voix Bulgares.

MARINA HERLOP 26/3, Église Notre-Dame de Laeken

Yeah guitars go!

EN/ Guitars at the Listen Festival? Why not! Especially if Fenne Kuppens is responsible for it. The singer of Belgian post-punk band Whispering Sons is curating an evening in the catacombs of Volta with Plexi Stad and Tramhaus. The first one is a no-wave band from Antwerp that pretends 1982 never went away. The second is a mad bunch from Rotterdam that named itself after a local pita shop. Unctuous, greasy and a touch rancid.

VOLTA CURATED BY FENNE KUPPENS: PLEXI STAD + TRAMHAUS 28/3, Volta

Eclectic party

EN/ For a few years now, Alyah Rivière has been making a name for herself as DJ AliA. Meanwhile, this native of Leuven now based in Brussels has toured all over the world and is acclaimed for her eclectic style. With her AliA Invites nights, she gave a forum to young talent, and recently she has been doing the same with her own label, Artisjok. At the Listen Festival, she pairs her wagon with Maloca, the label of DJ, producer, and globetrotter Le Motel, dedicated to mixing electronic and organic sounds. Following in her wake are M I M I, Mankiyan, INVT, Donia, and many others.

ALIA X MALOCA RECORDS 29/3, C12

Spiritual blend

EN/ This month, Brussels-based DJ and producer Lefto Early Bird will release his new album Motherless Father on Brownswood, the label of British DJ and radio host Gilles Peterson. For the Listen Festival, Lefto Early Bird created an audiovisual performance that merges his love of club music and spiritual jazz with dance, a performance that comes alive thanks to the input of Isabelle Clarençon, Joffrey Anane, Rashad Zangaba, and Kassy Bondoko.

LEFTO EARLY BIRD PRESENTS ‘MOTHERLESS FATHER IN MOVEMENT’ 30/3, Bozar

Tunnel vision

EN/ Every year, the Listen Festival seeks out unique venues. Not only is that enjoyable but it also has great symbolic value in anchoring club music in the urban fabric. The place that captures the imagination the most is the tunnel complex under Louizaplein/Place Louise. CJ Bolland, Nosedrip, Paul Seul, Crystallmess, and the Burenhinder collective will, among others, make the small ring buzz with beats instead of cars. The Lord could not have picked a better day to resurrect. (TZ)

THE TUNNELS 31/3, tunnel complex Louiza/Louise

13

Picks of the month Music

Come (back) home

NL/ Met Curves and bends, things veer maakt Amatorski een opgemerkte comeback. De band die in 2010 doorbrak met het melancholische ‘Come home’ en nog met Stromae tourde, doet het met enkele oude maar vooral veel verse gezichten én frisse inzichten. Na jaren van geluidsexperiment begon Inne Eysermans tijdens de pandemie opnieuw Amatorski-songs te schrijven die op een organische manier allemaal aan elkaar gekoppeld lijken. Sukkelend van klimaat- in gezondheids- in energiecrisis, tussen Black Lives Matter-manifestaties en oorlogen door, had ze de thema’s maar uit de lucht te plukken. De albumtitel komt uit het boek All art is ecological van de Amerikaanse hoogleraar

Timothy Morton, die stelt dat de wereld niet zo binair is als we denken en dat we maar beter werk maken van een paradigmashift die de mens wat minder centraal stelt en focust op de volgende generaties. In plaats van dat er allemaal vingerdik op te leggen, laat Eysermans haar opvattingen liever associatief en discreet binnensijpelen in – ondanks een palet met veel details, field recordings en ambient – opvallend melodieuze en poëtische songs, die al even cyclisch en buigzaam zijn als het leven zelf.

“Welcome to the world in itself,” klinkt het ergens halverwege. Live is het uitkijken naar de miniatuurinstallaties van kunstenaar Winnie Claessens, die de muziek hertalen. (TP)

AMATORSKI 17/3, Ancienne Belgique, abconcerts.be

Adventurous spring

EN/ With Brosella and Jazz Middelheim 2.0, the Brosella team is heading into busy months. Their spring festival gets us into the mood.

Dorian Dumont does Aphex Twin (photo), Eric Thielemans meets Billy Hart, and Frank Deruytter, Dré Pallemaerts, and Jozef Dumoulin present Zwornturf. (TP)

BROSELLA SPRING FESTIVAL 7 > 10/3, LaVallée, brosellaspringfestival.be

Bêtes de scène

FR/ Venus du Texas, le chanteur Eric Burton et le guitariste Adrian Quesada subliment les traditions soul-funk sous le pelage de Black Pumas. Inspiré par les chansons de Sam Cooke et de Curtis Mayfield, le duo recycle les saveurs d’antan pour ériger une musique dans l’air du temps. Chronicles of a Diamond, leur deuxième album, confirme d’ailleurs ce savoir-faire avec l’art et la manière. (NAL)

BLACK PUMAS 16/3, Forest National, forest-national.be

14

Thom Yorke retrouve le sourire FR/ Toujours à l’écart de Radiohead, Thom Yorke et Jonny Greenwood retrouvent le batteur de jazz Tom Skinner pour un nouvel épisode de The Smile. D’abord perçue comme une aventure éphémère, l’échappée prend le large avec Wall Of Eyes, un deuxième album conçu à la lisière du math-rock, de l’afrobeat, de mélodies progressives et d’ornements électroniques subtils et envoûtants. (NAL)

THE SMILE 15/3, Forest National, forest-national.be

De stilte na de storm

NL/ Whispering Sons brak door met een update van de kille new wave uit de jaren 1980, maar sinds voorganger Several others en zeker op het filmisch aandoende The great calm sluipt er variatie in het palet. Frontvrouw Fenne Kuppens studeerde ooit literatuur en zingt met haar stem op de voorgrond over de schoonheid achter de stilte na de tragedie, zelfs pianoballades. (TP)

WHISPERING SONS 20/3, Botanique, botanique.be

De kommer van een generatie

NL/ Terwijl de pandemie de wereld onder de knoet hield, braken er voor Froukje gouden tijden aan: ze vatte de collectieve knaldrang van haar generatie met de single ‘Ik wil dansen’ en groeide uit tot de nieuwe koningin van de nederpop. Een status die ze bevestigde met haar debuutalbum Noodzakelijk verdriet (TZ)

FROUKJE 24/3, Ancienne Belgique, abconcerts.be

As fresh as ice cream

EN/ Roberto Carlos Lange is already on his eighth album, but to date, the multidisciplinary artist has stayed rather under the radar. That is a shame, because the dream pop frolicking like a spring sun that the American with Ecuadorian roots releases under his alias Helado Negro is to be savoured endlessly. (TZ)

HELADO NEGRO 12/3, Botanique, botanique.be

Salute to a sound wizard

EN/ Ryuichi Sakamoto explored the boundary between classical and electronic music, both with the Yellow Magic Orchestra and on his own. Exactly one year after he was ripped away by cancer, the Japanese sound wizard is given a tribute by French-Japanese DJ and visual artist Mika Oki. (TZ)

MIKA OKI PLAYS RYUICHI SAKAMOTO 28/3, Bozar, bozar.be

Coup de cœur

Nicolas Alsteen écrit sur la musique

Hommage XXL à Arthur Russell

Emporté par le Sida en 1992, Arthur Russell aurait eu 73 ans cette année. Disparu, mais vénéré depuis trois décennies, l’esprit du violoncelliste américain hante encore les chansons d’Anohni et de Frank Ocean, mais aussi celles de collectifs enclins à briller sous la boule à facettes (LCD Soundsystem, Hercules and Love Affair). Explorateur du son, le jeune Arthur Russell étudie la musique classique dans l’Iowa mais, bien vite, il ressent le besoin de voyager et de dépasser les frontières de sa formation académique. À 18 ans, il s’installe à Los Angeles, où il compose des titres inspirés par le jazz et le folklore des Indiens d’Amérique. Plus tard, en route vers New York, il collabore avec le poète Allen Ginsberg.

RE-TOUR

Sous le flambeau de la Statue de la Liberté, Russell invente la new wave, se poste aux devants de la vague disco, travaille aux côtés de David Byrne et projette ses visions modernistes du dancefloor via le tube ‘Is It All Over My Face’. Pionnier de la house, il s’aventure aussi du côté méditatif de la force. Ainsi, en 1983, il publie son premier album : un chef-d’œuvre orchestral intitulé Tower of Meaning Initialement conçu comme la bande originale d’un opéra, finalement édité à quelques exemplaires distribués sous le manteau, l’ouvrage refait aujourd’hui surface à la faveur d’une association XXL entre la voix du multi-instrumentiste Peter Broderick et l’Ensemble 0, orchestre assemblé en France autour d’une douzaine de virtuoses. Après avoir revisité l’œuvre originale de Russell, le collectif se retrouve à l’AB pour prolonger l’expérience sur scène. Immanquable !

PETER BRODERICK & ENSEMBLE 0 20/3, Ancienne Belgique, abconcerts.be

15
‘Le théâtre est plus honnête que le cinéma’

FR Établi en Belgique depuis

15 ans, le performeur et metteur en scène irakien a développé un travail basé sur l’intelligence collective et sur une méthode toute personnelle. Son dernier spectacle Donja Hota est à découvrir au Kaaistudios. « Trop souvent, on enferme la créativité tout au fond de soi sans y avoir accès. »

Texte Gilles Bechet

À quinze ans, Enkidu Khaled s’inscrit à l’Institut des Beaux-Arts de Bagdad. En section théâtre. Ce n’était pas son premier choix. « Je voulais être réalisateur de cinéma mais en raison de la situation économique, on ne tournait pas de films et toute l’industrie du cinéma en Irak était à l’arrêt. Les étudiants devaient se contenter de potasser des livres à la bibliothèque. »

Ses deux frères sont déjà réalisateurs et ils lui conseillent de se présenter plutôt à la section théâtre, puisque là au moins, ils travaillent et font quelque chose de concret. « Je ne connaissais rien du théâtre. J’avais vu une pièce avec l’école et ça ne m’avait pas plu. Je devais être le seul enfant qui n’avait pas ri. J’ai fait un essai et tout le monde m’a dit que j’étais très mauvais et que je n’avais aucun talent pour la comédie. J’ai alors choisi la mise en scène. » Et il a eu raison.

Les jeunes étudiants en théâtre se font un nom, ils sont encensés par leurs professeurs et invités sur les scènes de la capitale. Pour Enkidu, c’est la révélation. « J’ai découvert

que le théâtre était plus honnête, plus vrai que le cinéma. On y est vulnérable. C’est un moment spirituel de partage d’énergie avec le public. »

Dans une ville ravagée par la guerre et la violence, la vie devient de plus en plus difficile. On apprend que celui qui n’est pas venu à la répétition s’est fait abattre par un sniper. On risque à tout moment de se faire kidnapper. Enkidu décide de quitter l’Irak pour l’Europe. Alors qu’il voulait initialement se rendre en Grande-Bretagne, il arrive en Belgique, à Anvers. Il n’y perd pas au change. Comme le théâtre est la seule chose qu’il sait faire, on le dirige vers le Monty où on lui propose une résidence et où il apprend d’autres facettes de son métier.

FAIRE LA PAIX AVEC LA GUERRE

À Bagdad, face à la déliquescence de l’enseignement artistique, il rêve d’un outil d’apprentissage simple et reproductible qui permettrait d’éveiller chaque enfant aux valeurs de l’art. « L’idée n’est pas de faire de chaque enfant un artiste mais plutôt de répercuter les valeurs de l’art qui aident à mieux se connaître, s’exprimer, à partager ses émotions et dire comment on se sent. La société irakienne est une société centrée sur le groupe. On ne se préoccupe pas de l’individu et encore moins chez les enfants. Personne ne vous demande comment vous vous sentez alors que dans le théâtre, on vous demande comment vous allez. »

C’est à Anvers qu’il affine et développe ce qui deviendra « The Working Method ». « Trop souvent, on enferme la créativité tout au fond de soi sans y avoir accès. La méthode vous donne des trucs pour ouvrir cette boîte .  » Adaptable à tous les publics, jeunes artistes ou enfants, la méthode s’exporte et se décline Aux Pays-Bas, en Roumanie, à Louvain ou à Anvers.

Il y a eu un moment où Enkidu Khaled ne voulait et ne pouvait plus parler de la guerre pour ne pas être défini par la guerre. Puis, il a

compris que c’était son expérience, et qu’il devait la partager. On était en 2019. Toute la presse donnait des nouvelles des manifestations de protestation au Liban réclamant plus de liberté et la fin de la corruption alors que quelques mois auparavant les jeunes Irakiens descendaient dans la rue pour les mêmes raisons pour se faire tirer dessus. « Il y a eu 800 morts. Personne n’en parlait, que pouvais-je faire ? J’ai demandé au Pianofabriek de pouvoir disposer d’une salle. J’ai invité des journalistes belges, spécialistes du Moyen Orient à venir en parler. C’était Bagdad. J’ai été très surpris de voir que la salle était pleine. Des gens étaient venus de petits villages de Flandre, curieux d’entendre ce qu’on avait à dire. »

Si la guerre est présente dans son travail, elle n’est pas le sujet mais un éclairage pour parler d’autre chose comme dans Tank Tink / One, créé avec Joachim Robbrecht où il a détourné le concept de Think Tank de son contexte militaire. Il y aborde l’impact environnemental de la guerre avec des artistes et activistes venus du Canada, du Kenya ou d’Allemagne. « Je crois que c’est ce que j’ai fait de plus puissant car je combine un sujet fort et des talents individuels. »

Pour son dernier spectacle, à voir au Kaai, Enkidu Khaled a réuni différentes artistes pour évoquer l’héritage de l’écrivaine féministe égyptienne Nawal El Saadawi, créant une identité collective, appelée Donja Honta.» Pour Ghost 99, adapté en 2021 d’un roman de Hassan Blasim, il a demandé à Joachim Robbrecht de remplacer l’auteur irakien dans l’impossibilité de se déplacer. « Ils se sont rencontrés et il a appris le livre en dix jours. Et le plus drôle, c’est qu’une partie du public, des Iraquiens, pensaient que Joachim, le Belge, était vraiment Hassan, l’Irakien. C’est ça, la magie du théâtre. »

Enkidu

16
Khaled présentera Donja Hota les 1 & 2 mars aux Kaaistudios, infos: kaaitheater.be Portrait Enkidu Khaled, metteur en scène
17
Enkidu Khaled: « J’ai été surpris de voir des gens venir de petits villages de Flandre pour entendre ce qu’on avait à dire. »

WTF?

Is het geen tijd om de Ghostbusters te verjagen?

Een van de leukere dingen aan de jaren 1980 is dat ze voorbij zijn. Oost-Berlijners worden niet langer afgeknald als ze over een muur in het midden van de stad klauteren. De Brusselse politie maakt er al veel minder een sport van om mijn vrienden met Marokkaanse roots te treiteren (of erger). En jongeren wordt niet langer voorgehouden dat ze aan aids zullen sterven als ze nog maar denken aan seks. Veel van de popculturele rommel die destijds massaal is geproduceerd, kreeg dan weer rustig de tijd om roemloos te verdwijnen in de nevelen van de, euh, tijd, waardoor de popculturele snoepjes en hits flinker dan ooit fluoresceren. Zoals het veertig jaar oude Ghostbusters. Spreek die titel nog maar uit of vraag ‘who ya gonna call?’ en wie de jaren 1980 bewust meemaakte, begint vanzelf het wereldberoemde themalied van Ray Parker Jr. te neuriën. Sommigen zullen ook spontaan proberen de verdwaasde blikken te imiteren die Bill Murray opzet wanneer hij wordt geconfronteerd met spoken van formaat. Altijd een slecht idee, want dat is zelfs voor professionele clowns hooggegrepen. Murray speelt een van de drie excentrieke, van de unief verjaagde proffen die samen een bedrijfje starten dat voor de inwoners van New York spoken verjaagt. Hun wapens zien eruit als stofzuigers en ontstoppers. Medespokenjagers Dan Aykroyd en Harold Ramis bedachten de entertainende, destijds vernieuwende mix van humor, actie, sciencefiction en een vleugje horror samen met regisseur Ivan Reitman. Het buitensporige succes maakte het onmogelijk om geen vervolg aan Ghostbusters te breien. Maar zowel de televisieserie, de sequel Ghostbusters II (1989), de rond vrouwen gecentreerde reboot (2016), als Ghostbusters: Afterlife (2021) verbleken bij de eerste worp. Toch duikt de vierde Ghostbus-

ters-film straks in de bioscopen op, wellicht zo prominent als Mr Stay Puft, die destructieve, torenhoge maritieme marshmallow uit het origineel. Volgens de door marketeers gelanceerde geruchten keert Ghostbusters: frozen empire terug naar de basis. Zo zal er weer in New York op spoken worden gejaagd. De jonge spokenjagers uit Afterlife moeten met de oude garde samenspannen om te voorkomen dat iedereen doodvriest van angst. Bill Murray en Dan Aykroyd hebben zich laten overhalen om weer mee te spelen. Harold Ramis niet, want die is dood. Net als regisseur Ivan Reitman. Hopelijk is Frozen empire een leuke film, maar zelfs in dat geval is de vraag: waarom zoveel geld, tijd en talent investeren in een project met zo’n geringe slaagkans? Ten eerste kan je om verschillende redenen niet op tegen het origineel. Dat zet zelfs Jason Reitman voorop, de zoon van zijn vader, die mee het scenario schreef. Het is al moeilijk genoeg om een plezierende blockbuster te maken, laat staan een die tegelijk de jongeren van vandaag paait en geld aftroggelt van mensen die aan nostalgie leiden. En vooral: waarom zou je zoiets willen doen?

Laat het verleden met rust en Bill Murray nog veel meer. Die heeft beters te doen. En wij ook. Zoals de strijk, het betaalde werk en uitkijken naar de Ghostbusters van de jaren twintig van de eenentwintigste eeuw, naar een popcornfilm die zo leuk en origineel is dat ze er over veertig jaar nog over bezig zijn. Met een hoofdrol voor de Bill Murray van morgen. De vraag is alleen: who ya gonna call?

Ghostbusters: frozen empire bevriest de bioscopen

18
Wide Vercnocke
Een
varia.be
BELGIËPLEIN - 1020 BRUSSEL 7/7 - 11U00 > 19U00 DESIGNMUSEUM.BRUSSELS
museum gewijd aan design en zijn geschiedenis.

Picks of the month Theatre & Dance

Bruxelles montre son corps

FR/ Depuis 2022, le plasticien chorégraphe Pierre Larauza et la chorégraphe danseuse Emmanuelle Vincent, qui forment la compagnie t.r.a.n.s.i.t.s.c.a.p.e, ont sillonné la région bruxelloise pour réaliser des portraits chorégraphiques de personnes qui ont développé un mouvement ou une pratique physique singuliers. 19 de ces récits, portés et incarnés par leurs autrices et auteurs sont rassemblés dans un spectacle-exposition qui mêle performance, archives et témoignages au son de la musique live de Rokia Bamba. Au cours de cette expérience de trois heures, le public aura l’occasion de faire son choix parmi des propositions très différentes. Nil Görkem revisite la danse soufie ou les

danses traditionnelles

turques avec un vécu contemporain. Lucie Yerlès explore les enroulés et les déroulés du tissu aérien comme autant de points de suspension et de partage. Robert Nathan a nourri et forgé son corps de la pratique du Crossfit, des arts martiaux et du triathlon. Marianne Chargois est travailleuse du sexe, militante et chercheuse. Performeuse et contorsionniste, elle prolonge son expérience du corps dans un BDSM intime et libérateur. Dilnauza Shomarova a transposé en un acte artistique les gestes précis du lancer de couteaux légués par un oncle militaire soviétique. Le corps n’a pas de mots et il a toujours quelque chose à raconter. (GB)

19XBXL 8 > 15/3, Les Halles, halles.be

Nieuwe helden

NL/ Na het succes van Malcolm X, Dear Winnie en Who’s Tupac?, waarin het zijn helden bezong, bleef collectief Jr.cE.sA.r met een kleine kater achter. In een wereld geregeerd door social media is iedereen zijn eigen held. Maar opgeteld lijken die niet in staat de wereld ten goede te veranderen. (MB) JR.CE.SA.R: R.I.S.A (RECKLESS IDIOTS SEEKING FOR ABSOLUTION) 14 > 22/3, KVS BOL, kvs.be

Contemporary krump

EN/ After working for contemporary film-makers and directors, our national krump champion Hendrickx Ntela has begun to direct her own work. The result is the powerful and magnetic Blind, undeniably one of the best dance shows this season. (SOS)

HENDRICKX NTELA: BLIND 21 > 23/3, Théâtre National, theatrenational.be

20

Shitshow

NL/ Theater Artemis maakt theater voor jongeren, Studio Julian Hetzel voor volwassenen. Nu bundelen ze de krachten voor een talentenshow met aandacht voor de schoonheid in het lelijke. Want wat betekent ‘succes’ eigenlijk? En wie bepaalt wat cool is, wat mooi, en wat kunst? (MB)

THEATER ARTEMIS & STUDIO JULIAN HETZEL: DIARREE IS MIJN LIEVELINGSKLEUR 3/3, BRONKS, bronks.be

Fais-moi ton cirque

FR/ 28 spectacles venus des quatre coins du monde, 15 lieux et 63 représentations, le UP FESTIVAL a de l’appétit pour montrer le meilleur du cirque contemporain partout dans la ville. Avec parfois trois fois rien et beaucoup d’imagination, ces artistes nous font rêver le monde, vibrer le cœur et le corps. (GB)

UP FESTIVAL 21/3 > 1/4 , divers lieux, upupup.be

ABCDanse

FR/ Comme un rite de printemps qui fait bouger les corps, le festival biennal de danse contemporaine rassemble créations et reprises d’artistes et de compagnies qui ont tous des liens avec Bruxelles. Avec Thierry Smits, Laure Barsacq (photo), Erika Zueneli & Laura Simi et l’épilogue de la Trilogie de la mémoire de Alessandro Bernardeschi et Mauro Paccagnella. (GB)

FESTIVAL IN MOVEMENT 7 > 23/3, Les Brigittines, brigittines.be

Mette and Manon

EN/ Performer Manon Santkin graduated from P.A.R.T.S. with Mette Ingvartsen, and has over the past two decades collaborated on ten of the Brussels-based choreographer’s creations. They are now revisiting the material and scores of those past performances, and reshaping those rushes by attaching stories to them and reflecting on the pleasure of performing. (MB)

METTE INGVARTSEN: RUSH 27 & 28/3, La Raffinerie / Charleroi Danse, kaaitheater.be

The words of the body

EN/ In the intimate confession-performance Love Me, the Argentinian artist Marina Otero reveals and abandons herself. She looks back on her love stories, her sex life, her family traumas, her inability to love, and the violence inscribed in her body that is ready to burst forth in fury. (GB)

MARINA OTERO: LOVE ME 21 > 24/3, Les Tanneurs, lestanneurs.be

Coup de cœur

Michaël Bellon schrijft over literatuur en podiumkunsten

Tragisch & toxisch theater

Theatermaker Luanda Casella is een genre op zichzelf. De Braziliaans-Belgische brengt hedendaags teksttheater dat zich bedient van hedendaagse mediagenieke vormen – zoals de TED Talk in Short of lying (2018, Sabam Jong Theaterschrijfprijs op Theater Aan Zee), de tv-quiz in Killjoy quiz (2020, selectie voor het TheaterFestival in 2022) of de virtuele wereld van het gamen in Ferox tempus (2022). Met veel ironie, dubbele bodems, intertekstuele verwijzingen en onbetrouwbare vertellers speelt ze postmoderne spelletjes, waarmee ze op een slimme manier hedendaagse onderwerpen aanpakt, zoals fake news, verzet en klimaat.

DISFUNCTIONEEL

In Elektra unbound gaat de huisartieste van NTGent aan de haal met een Griekse tragedie, en uiteraard wordt dat geen droge bewerking. Een regisseur en haar assistent gaan via een auditie op zoek naar de ideale actrice voor de hoofdrol. Maar in hun pogingen om vrouwen uit literaire klassiekers, de popcultuur en social media te verpersoonlijken, en iconische scènes uit de Oresteia te interpreteren, onthullen de jonge kandidates vooral hun eigen problematische zelfbeeld. Zo ontstaat een schouwspel van tragische, disfunctionele families, rampzalige levens en problematische moeder-dochterrelaties. Met haar toxische leiderschap dat trauma’s exploiteert ten dienste van de kunst, blijft ook de regisseur niet buiten schot.

LUANDA CASELLA / NTGENT: ELEKTRA UNBOUND 27 & 28/3, KVS BOL, kvs.be

21

Gaming

Laurent Mbaah opent een dekoloniale arcadehal in Bozar

‘We willen het gamemedium hacken’

NL In de gloednieuwe Bozar Arcade krijgen artistieke games en interactieve storytelling een plaats binnen de muren van het kunstencentrum. Voor de allereerste incarnatie van het platform tijdens het Afropolitan Festival zet multidisciplinair artiest en curator Laurent Mbaah dekoloniale en subversieve digitale videogames in de verf.

Tekst Hugues Makaba Ntoto Foto Ivan Put

Als er iemand gelooft in de kracht van het beeld is het Laurent Mbaah wel. Als grafisch vormgever, artdirector, beeldenmaker, archivist en first-time curator bestaat zijn werk erin om beelden te maken, ondervragen en manipuleren. “Mijn tijd gaat zowel naar persoonlijke projecten als naar het maken van beelden voor of met anderen. In mijn werk wil ik via het narratief de link tussen digitale kunst, identiteit en verzet blootleggen.”

Mbaah interesseert zich in wat in de marge gebeurt. Het liefst opereert hij in collectieve ruimtes die een alternatief vormen voor oppressieve, ‘neutrale’ institutionele ruimtes. Die hebben zelden oog voor het referentiekader en het collectieve geheugen van culturele en etnische minderheden. “In mijn praktijk probeer ik onder meer om nieuwe invullingen te geven aan bestaande representaties van het lichaam door beelden zodanig te manipuleren en vervormen dat er nieuwe betekenissen en nuances ontstaan. Ook belangrijk is wat nog voor dit proces gebeurt: het onderzoek en de documentatie van het referentiekader, alles wat me in staat stelt om beelden te maken en te ontmantelen.”

Je bent uitgenodigd door Bozar om het project Bozar Arcade mee te cureren. Hoe is die samenwerking tot stand gekomen?

LAURENT MBAAH: Ik werd uitgenodigd om het project vorm te geven samen met Jafar Hejazi, die als digitaal dramaturg intern projecten als Bozar Arcade op poten zet, en Isabelle Arvers, die al enkele jaren onder-

zoek doet naar dekoloniale perspectieven op videogames. De samenwerking is een beetje een vervolg op een workshop die ik twee jaar geleden bijwoonde in Bozar en die een eerste kennismaking was met het onderzoek van Isabelle over de thematiek. Voor haar thesis over dit onderwerp reisde ze de wereld af om videogames te ontdekken die buiten het mainstreamcircuit gemaakt worden door onafhankelijke ontwikkelaars in landen en plaatsen die ondervertegenwoordigd zijn in de industrie. Door haar ervaring en rijke kennis over het onderwerp was ze in die zin ook een beetje mijn mentor. Vanuit een diep gevoel van respect en ontzag voor haar werk was ik enthousiast om hieraan deel te nemen.

Tegelijk sluit jouw werk als digitale kunstenaar, storyteller en artdirector perfect aan bij de insteek van deze eerste editie van Bozar Arcade. Hoe benaderde je die eerste ervaring als curator?

MBAAH: Bozar vroeg ons om een gamingruimte te ontwikkelen die thematisch aansluit bij het Afropolitan Festival. Elena Akilo zag als programmator van het festival een match, omdat ik al een tijdje werk rond digitale vraagstukken als de interactieve en educatieve mogelijkheden van

videogames om narratieven te creëren en ondervragen. Omdat dat in het verlengde ligt van de onderwerpen waarrond ik werk, was het evident om te putten uit mijn eigen vocabulaire en onderzoek voor deze editie.

Hoe vullen jullie de Bozar Arcade in?

Laurent Mbaah

— Grafisch ontwerper en multidisciplinair kunstenaar van Kameroense origine uit Frankrijk

— Behaalde een master in grafisch ontwerp aan het ERG in Brussel

— Gebruikt in zijn werk technologie om dekoloniale en collectivistische praktijken over te dragen en te presenteren

MBAAH: Concreet presenteren we zes games met een emancipatorische benadering van storytelling en de beleving van mensen van Afrikaanse afkomst. De verhalen en game play in deze games leggen de nadruk op zelfrepresentatie in digitale ruimtes, specifieke Afrikaanse culturen, gemeenschapsvorming, spiritualiteit en meditatie. Het uitgangspunt in deze games is telkens het lichaam dat als venster dient om deze facetten te verdiepen. Ze zowel van binnenuit als van buitenaf bekijken en mensen uitnodigen om nieuwe vormen van denken en bewustzijn te ontdekken via deze interactieve belevenissen. We maakten ook expliciet de keuze om weg te blijven van sensationele vormen van game play waarbij geweld primeert en zochten eerder naar indiegames die bewustwording stimuleren.

— Won in 2022 een Golden Afro Artistic Award voor digitale kunst

In Destroy the white cube, de kortfilm die je samen met Hady-Salomé Dahan en Kenny Mala Ngombe maakte, gebruikte je beelden uit games als

22

bronnenmateriaal om je het narratief en de verbeelding opnieuw toe te eigenen en westerse artistieke neutraliteit in vraag stellen.

MBAAH: We vroegen ons af hoe je ontsnapt aan de hardnekkige fictie dat er zoiets bestaat als neutraliteit, en dat individu en cultuur enkel neutraal kunnen zijn als ze in het Westen verankerd zijn. Voor ons waren de antwoorden hierop utopie, fantasie en dromen. We wilden dit medium, dat bron van kwaad én bron van emancipatie kan zijn, hacken en er iets nieuws van maken.

Geldt dat ook voor de games die jullie tijdens het festival presenteren?

MBAAH: Er is sowieso een aanpak die volledig afwijkt van het klassieke beeld dat men heeft van gaming, en dat geldt voor alle games die we voorstellen. Kijk bijvoorbeeld naar Water divinity game, een installatie van Henri Tauliaut die de speler onderdompelt in de wereld van Afro-Caraïbische spiritualiteit en mythologie. Je krijgt er te maken met een digitale creatie, gemaakt met tools die gezien worden als technisch neutraal en die hun oorsprong vinden in een wetenschappelijke cultuur. Die hier dus gebruikt worden om een spirituele wereld binnen te stappen die nauw verbonden is met bepaalde geloofsovertuigingen en culturen, zonder dat het opgaat in een soort sciencefiction.

Welke valkuilen zie je daarbij?

MBAAH: We mogen niet uit het oog verliezen dat er ook een extractivistische kant is aan dit verhaal over dekolonisatie van games en andere technologieën. We vergeten te vaak dat het ook gaat om materialen die ontgonnen worden in landen als Congo en die gelinkt zijn aan reële conflicten en menselijk leed. Als we dit niet in het achterhoofd houden, missen we de andere helft van het verhaal. Daarnaast is er ook het risico van narratieven die weinig of niet verankerd zijn in de werkelijkheid van mensen en gemeenschappen in Afrika en eerder een vorm van auto-extractie van culturele rijkdom en kennis zijn, zonder toegevoegde waarde voor de gemeenschappen waaruit geput wordt. Een deel van mijn werk bestaat erin digitale archieven op te bouwen op een manier die coherent is en verweven met de Afrikaanse realiteit. In de praktijk betekent dit werken in collectieven, met mensen in Afrika en binnen de diaspora, en kennis delen.

Bozar opent zijn gloednieuwe Bozar Arcade tijdens het Afropolitan Festival van 29/2 tot en met 16/3, bozar.be

LAURENT MBAAH OUVRE UN HALL D’ARCADE À BOZAR

FR/ Le projet Bozar Arcade offre une place aux jeux vidéo artistiques et aux récits interactifs. Pour la toute première édition du projet lors de l’Afropolitan Festival, l’artiste multidisciplinaire et curateur Laurent Mbaah met en lumière des jeux numériques décoloniaux et subversifs.

LAURENT MBAAH OPENS AN ARCADE GAME HALL IN BOZAR

EN/ The new Bozar Arcade offers artistic games and interactive storytelling a place within the walls of the arts centre. In the very first incarnation of the project during the Afropolitan Festival, multidisciplinary artist and curator Laurent Mbaah is highlighting decolonial and subversive digital games.

2323
Laurent Mbaah, curator van het Bozar Arcade-project: “In mijn werk wil ik via het narratief de link tussen digitale kunst, identiteit en verzet blootleggen.”
‘Ik hou van dit soort vlezige rollen’
Film
Thibaud Dooms imponeert in Skunk
NL Met zijn eerste hoofdrol palmt de Vlaamse acteur Thibaud Dooms het grote witte doek meteen helemaal in. “Mensen die Skunk zien, weten dat ik als acteur veel te geven heb.”

Tekst Tom Zonderman Foto’s Sophie Soukias

In Stasegem, een onooglijk stuk

Vlaamse klei in de schaduw van Kortrijk, dromen kinderen van Hollywood. Of toch Thibaud Dooms, die zich met zijn hoofdrol in Skunk meteen vol in het zoeklicht katapulteert. Niet alleen in België, ook daarbuiten. Op het filmfestival van Berlijn werd de 22-jarige acteur uitgeroepen tot een van de tien

Shooting Stars, waarmee het festival beloftevolle Europese acteurs in de schijnwerpers zet. Daniel Craig en Carey Mulligan gingen hem voor, net als Matthias

Schoenaerts en Martha Canga Antonio, of recenter, Joely Mbundu, die schitterde in Tori et Lokita

“Ik ben al door meerdere stadia van verwerking gegaan,” glundert de jonge West-Vlaming in het kantoor van het Brusselse productiehuis Czar, dat samen met het Amsterdamse productiebedrijf BALDR Film Skunk op de rails zette. “Ik kampte eerst met een megagroot impostersyndroom. Waarom ik? Maar dan besefte ik dat ze me niet zomaar zouden uitkiezen. En dat het een kans is om internationaal door te stromen. Ik heb er intussen veel gesprekken met castingdirecteurs op zitten. Daarvoor heb ik veel aan mijn taal gewerkt: Amerikaans Engels, Brits Engels, interviews bekeken op YouTube, self-tapes gemaakt. Die Shooting Star Award is een aanmoediging om alles serieus te nemen.”

SEKSBACCHANAAL

Thibaud Dooms komt niet helemaal uit het niets. Een musicalvereniging uit Harelbeke duwde hem als kind het podium op. Een van de actrices was Lize Feryn, ze toonde hem de weg naar het Lemmensinstituut in Leuven, waar hij vanaf zijn 13e woordkunst en drama studeerde. Aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) volgde hij theater en dans, hij werd er beloond met de Top Naeff Prijs voor veelbelovend talent. Vorig jaar debuteerde Dooms in de film

Zeevonk van Domien Huyghe. Met Jan Decorte en Sigrid Vinks maakte hij eind 2023 de theatervoorstelling God, nadat hij was ingegaan op een Facebook-zoekertje gericht aan “a bold and beautiful young person to create a new performance.”

“Jan en Sigrid kiezen altijd iemand die ze graag kunnen zien,” grinnikt Dooms. “Dat vind ik een mooi uitgangspunt. Ze hebben mij een totaal nieuwe manier van spelen getoond. Helemaal niet volgens de schoolse methode van mijn opleiding. Ze laten dingen ontstaan vanuit ontspanning, ik heb er geleerd dat forceren of alles uittekenen op voorhand niet per se bijdraagt aan een betere voorstelling. En dat ik goed in het leven moest staan en me er niet voor mocht afsluiten, iets wat ik daarvoor wel deed.”

Dooms kampeerde voor God drie maanden in een flat in de Vlaamsesteenweg in Brussel. “Brussel kan je met niets anders vergelijken. Ik had vooroordelen over de stad, dat je je hier niet op je gemak kan voelen, maar die zijn weggevallen. Intussen ben ik wel weer teruggekeerd naar Kortrijk. Ik voel dat ik een zekere rust nodig heb.”

Bij Skunk belandde Dooms óók via een oproep op Facebook, lacht hij. “Ik dacht, supervet, maar ze zullen mij wellicht nooit vragen. Ik heb de eerste ronde laten passeren, pas daarna ben ik ervoor gegaan. Gelukkig. In Skunk heb ik alles van mezelf proberen te laten zien, en ik heb ook het gevoel dat dat gelukt is. Ik denk dat als mensen de film zien, ze weten dat ik als acteur veel

te geven heb. Ik hou van dit soort vlezige rollen, rollen die een totale overgave eisen.”

In de film van de Brusselse regisseur Koen Mortier (Ex drummer, 22 mei, Engel) kruipt Dooms met al zijn toewijding en talent in het hoofd van Liam Gussé, een 17-jarige jongen uit een disfunctioneel Vlaams gezin. Liams thuissituatie is schrijnend. Zijn ouders (gespeeld door nieuwkomers Sarah Vandeursen en Colin H. Van Eeckhout van de Belgische doommetalband Amenra) drinken en tieren, schoppen en slaan. Mortier weet hoe hij het donkerste zo brutaal mogelijk in beeld moet brengen. Tijdens de seksbacchanalen die ze organiseren, vliegt hun zoon de kelder in. Daar doodt de verwaarloosde Liam zijn tijd met het eindeloos bekijken van de slasherfilm Scalps. Wanneer hij door alles en iedereen met rust wil gelaten worden, schijt hij in zijn broek. Ook als tiener.

MANNELIJK IDEAAL

Thibaud Dooms

— Geboren in 2001, groeit op in Stasegem bij Kortrijk

— Studeert woordkunst en drama aan het Lemmensinstituut

— Volgt theater en dans aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

— Speelt een bijrol in de film Zeevonk en werkt samen met Jan Decorte en Sigrid Vinks aan het theaterstuk God

— Debuteert als hoofdrolspeler in de film Skunk

In de instelling waar Liam wordt geplaatst, vindt hij voor het eerst liefde en vriendschap, maar ook daar hangt voortdurend dreiging in de lucht. Hij verwart liefde met verliefdheid, en knapt uiteindelijk finaal. De rol van Liam was Dooms níét op het lijf geschreven. Zijn leefwereld stond (gelukkig) mijlenver af van die van de getroebleerde tiener. “Je hebt verstandelijk een idee van zo’n situatie, maar je komt daar niet zo dichtbij,” knikt hij. “Ik moest heel hard zijn om hem tot leven te wekken, maar tegelijk zit er ergens ook nog een soort van zachtheid in Liam.” Het verhaal van Liam lijkt te grotesk om te kunnen geloven, maar soms overtreft de fictie de realiteit. Skunk is gebaseerd op het gelijknamige boek van Geert Taghon, die vijftien jaar in de jeugdpsychiatrie werkte in Kortrijk. “Ik heb dat boek twee keer gelezen,” knikt Dooms. “Ik ben ook naar een crisisopvangcentrum getrokken, om echt te kunnen voelen wat het betekent om daar terecht te komen. En om te zien hoe die jonge gasten met elkaar omgaan.”

Dooms vond inspiratie in de transformatie van

25

Matthias Schoenaerts in Rundskop. “Ik zocht een bepaalde intensiteit, iets heel fysieks. Alles moest anders om Liam te worden. Mijn manier van praten, van kijken. Het heeft lang geduurd, maar ik denk dat ik Liam elke draaidag meer gevonden heb. Pas op het einde had ik hem helemaal te pakken. Het feit dat ik soms onzeker was op de set, of overweldigd, dat is allemaal in die rol gekropen en heeft ze meer diepte gegeven. Liam kijkt altijd bang uit zijn ogen, is de hele tijd op zijn hoede. Maar dat was ik ook tijdens de opnames.”

Hoe Dooms als Liam de wereld in tuurt, met al zijn woede, tristesse en onbegrip, vergeet je nooit meer. “Ik heb veel cardio gedaan om slanker te worden. Ik had nog nooit zoveel gesport, en dat samen met een dieet. Ik voelde mij echt veranderen.” Die metamorfose zit mooi gevat in de kortgeschoren kop van Dooms. “Dat was eigenlijk heel fijn. Ik had daarvoor lang heel lang haar gehad. Ik was heel onzeker over mijn uiterlijk. Ik werd vaak aangesproken als ‘mevrouw’ of als ‘meisje’, dat androgyne heeft altijd rond mij gehangen. In Skunk zag ik er voor het eerst mannelijk uit.” Zijn omgeving wende best snel aan zijn korte dos, zegt hij. “Alleen toen ik voor de beginscènes helemaal kaal was, was het heftiger. Als ik dan aan een tankstation stond, voelde ik de argwaan bij de andere mensen.”

ISOLEERCEL

Skunk is hard en rauw, Koen Mortier laat maar weinig licht toe in zijn film. “Toen we aan het opnemen waren, dacht ik vaak: is dit echt?” zucht Dooms. “Maar bij een screening voor mensen uit de jeugdzorg kregen we veel bevestigende reacties. Sociaal werkers zeiden dat ze zich herkend hadden in de jongeren, en in hun begeleiders. Daar werd ik heel emotioneel en droevig van. Het gaat er daadwerkelijk soms zo toe als in Skunk, en het kan nog erger. Het is bizar dat jongeren uit zulke heftige situaties, die elk hun eigen problemen hebben en aandacht nodig hebben, allemaal samen worden gezet. Deze film zal niets veranderen aan de problemen in de jeugdzorg, maar als we het erover hebben, vind ik het al goed.”

Koen Mortier hanteert, samen met director of photography Nicolas Karakatsanis, voor Skunk een onomfloerste, bijna documentaire stijl. Zijn acteurs, waaronder ook Natali Broods, Dirk Roofthooft en Boris Van Severen, acteren op een naturalistische manier. “We zijn op zoek gegaan naar de essentie van acteren,” knikt Dooms instemmend. “We waren niet bezig met het grotere

“Ik vind de denkoefening om in het hoofd van iemand anders te kruipen heel waardevol Het trekt mijn leven open”

allemaal op scherp stonden.”

Een personage als Liam tot leven wekken, is Dooms veel waard. “Ik vind die denkoefening om in het hoofd te kruipen van iemand anders heel waardevol. Het trekt mijn leven open. Liam heeft mij veel kracht en zelfvertrouwen gegeven.” Een paar keer barst Liam uit in woede, waarna hij spartelend naar de isoleercel wordt afgevoerd. Het zijn intense, ongemakkelijk makende momenten in de film. “Ik ben iemand die nooit boos wordt, maar door Liam te zijn, is me dat wel gelukt. Dat vond ik ergens wel een vet gevoel. Dat hij overeind blijft in zijn situatie, vind ik heel dapper.”

DROMEN VAN DROOMS

“Ik heb slechts genoeg inkt in mijn balpen om ‘WEN MAAR NIET AAN MIJ’ op een vette servet te schrijven,” leest een gedicht van Thibaud Dooms een paar scrolls ver op zijn Instagram-pagina. De komende tijd zullen we aan hem mógen wennen, we zullen onze ogen niet van hem kunnen afhouden. “Ik schrijf al een tijd gedichten, ooit wil ik een bundel publiceren. Die zin ging over iets heel existentieels, over de vraag of ik wel of niet in het leven wil staan. (Denkt na) Ik heb momenten gehad waarin ik in een diepe somberte zat, waarin ik dacht, wen maar niet aan mij, ik blijf toch niet lang. Schrijven en acteren verzachten die gedachten.”

geheel, maar heel gefocust op wat elk personage nodig had. We werkten eigenlijk op een heel basaal niveau, en dat vond ik goed. Soms voelde het bijna niet alsof we een film aan het opnemen waren. Iets waarachtig maken, lijkt vanzelfsprekend, maar het is net heel moeilijk. Zelfs klasbakken als Natali en Dirk moesten een nieuwe manier van spelen vinden. Ik denk dat we

Wie het internet afschuimt, stoot op een pseudoniem van de jonge acteur (en aspirant-schrijver): Tibo Drooms. “Haha, die naam heb ik bedacht voor Ze hebben vaak geen tanden meer, mijn afstudeervoorstelling aan de AHK. Mijn co-auteur heette trouwens Lin Terair. (Gniffelt) Dat was een stuk over het sérieux dat soms rond het schrijverschap hangt. Ik besef dat ik heel vatbaar ben voor dat soort getormenteerd kunstenaarschap, maar dat wil ik net niet.” Waarvan droomt Drooms dan wel? “Een duurzame carrière. (Lacht) Maar ik verlang vooral heel hard naar een leven voor mezelf. Een huisje, een hond.”

THIBAUD DOOMS EN IMPOSE DANS LE FILM SKUNK

FR/ Le jeune acteur west-flandrien Thibaud Dooms crève l’écran dans Skunk, le nouveau film du réalisateur bruxellois Koen Mortier. Il incarne Liam, jeune homme de 17 ans, issu d’une famille où règne la violence, qui trouve l’amour dans une institution. Jusqu’à ce qu’il craque.

THIBAUD DOOMS IMPRESSES IN SKUNK, THE FILM

EN/ In his first leading role, the young West-Flemish actor Thibaud Dooms immediately dominates the big screen. In Skunk, the new film by Brussels director Koen Mortier, he plays the role of Liam, a 17-year-old boy from an abusive family who finds love in an institution. Until he snaps.

26
Skunk vanaf 13/3 in de zalen

Passage

Textiles & Rituals

15.03– 01.09.24

Charlemagne Palestine and contributions by Hilal Aydoğdu, David Bernstein, Jennifer Bornstein, Richard Moszkowicz, Elise Peroi, Barbara Salomé Felgenhauer, Zinaïda Tchelidze, Arlette Vermeiren

Jewish Museum of Belgium

Back in the spotlight Jules François Crahay 23.02 — 10.11.24 Rue de la Violette 12 Violetstraat Bruxelles 1000 Brussel(s) fashionandlacemuseum.brussels

In the picture

Fashion designer

Unknown but not unloved

EN It is hard to imagine that the Met Gala, the annual fashion party with extravagant outfits, would ever have chosen the Belgian Jules François Crahay (1917-1988) as inspiration for its theme, an honour that in 2023 did fall to his colleague Karl Lagerfeld. But the Liège-born fashion designer was far too modest and even a little people-shy for that. Whoever says Lagerfeld, thinks Chanel. Whoever says Crahay does not think of fashion houses Nina Ricci or Lanvin. But still, he worked for Maison Nina Ricci from 1952 to 1963 and then for Lanvin until the 1980s, where he put together an impressive number of successful collections. “A new star rises in the sky of Parisian fashion,” Women’s Wear Daily magazine wrote in 1959. Jules François Crahay had just signed his first collection for Nina Ricci as head designer. A collection that was showered with praise. The press compared him to none other than Christian Dior. His creations at Nina Ricci found their way to Princess Paola, first lady Jacqueline Kennedy and actresses Ingrid Bergman and Claudia Cardinale.

You have to wonder as to the secret place where Crahay kept finding the inspiration to turn out successful collections season after season. He himself once stated that he does not believe in inspiration, only work. “Inspiration to me does not exist. I have been asked so many times what inspires me – painting, music, women... There is no such thing as inspiration – I truly believe there is only work.”

WORKAHOLIC

When he was out of contention for weeks in 1961 due to jaundice, they were at a loss at Maison Nina Ricci. Back then, Crahay designed not only the couture line, but also the new ready-to-wear Mademoiselle Ricci line and furs. At the time, Maison Nina Ricci was the third largest fashion house thanks to Jules François Crahay. Newspapers described him as “possibly the most overworked designer in Paris.” In 1964, he moved to Maison Jeanne Lanvin

after a creative disagreement with the heirs of Maison Nina Ricci. There, too, he showed himself a master at capturing the spirit of the times: “the desire for youth emancipation in the 1960s, rejection of Western society by the young, and the pacifist movements that accompanied the desire to re-enchant the world by exploring Eastern cultures and spiritualities,” says the catalogue Jules François Crahay. Rediscovering a Grand Couturier, that accompanies the exhibition at the Fashion & Lace Museum.

CUTTING EDGE

At Lanvin, Crahay had himself noted as one of fashion’s “great colourists with his colourful patterns making his 1970s Lanvin designs hugely desirable and influential.” In his creations, he showed himself to be a genius in print and colour and he pushed the envelope in terms of using cutting edge fabrics. His designs embodied the flower power movement. His last collection for Lanvin in 1984 got him yet another award. Four years later – he was 70 at the time – he died unexpectedly of heart failure in Monte Carlo. Crahay who was “born with a needle in his hand” had for decades managed to make his mark on haute couture. His death was international news, but the brevity of the obituaries indicated that by then he had already been largely forgotten. He had never had the great success under his own name. The new generation of designers employed by fashion houses were better at cultivating their name and image. Crahay often found the meet-and-greet after the show too much. But quite a few couturiers did express admiration for Crahay. Christian Lacroix even dedicated his second haute couture collection to him. Years later, Lacroix made it clear that he was still waiting for the rehabilitation “of the most overlooked of all couturiers.” HELEEN RODIERS

Jules François Crahay. Back in the Spotlight runs until 10/11 at the Fashion & Lace Museum, fashionandlacemuseum.brussels

28
© JEAN-LOUIS GUÉGAN

Below: design sketches for the Jeanne Lanvin 1966 spring–summer haute couture collection by Trude Rein.

29
Above: Jules François Crahay sitting in front of Henrietta Shaw, duchess of Bedford, who is wearing a Crocus suit, and behind her, a model wearing a pink “bourgeron” suit. From Nina Ricci’s 1959 spring–summer collection.
© MARK SHAW
From Jules François Crahay’s 1966 spring-summer haute couture collection for Maison Jeanne Lanvin.

DO 29.02 | 20:30

There never was a box

Tristan Feyten e.a./Femke Van der Steen

THEATER

EIGEN KWEEK

DO 14.03 | 20:30

Rollercoaster  Wes Peden

CIRCUS

DO 21.03 | 20:30

Orphans tg STAN/Kloppend Hert

THEATER PERIFERIK

ZO 24.03 | 11:00

Change

Elsa De Lacerda & Pierre Solot

APERITIEFCONCERT

VR 29.03 | 20:30

Weg van India

Joke Emmers & Visjal Auwerx

THEATER

WO 17.04 | 20:30

Sara Correia WERELDMUZIEK

DO 18.04 | 20:30

De Miskenden LAZARUS/Stefaan Van Brabandt THEATER

ZA 20.04 | 20:30

Isbells MUZIEK

DO 25.04 | 20:30

Dress Code

Julien Carlier/ Abis Company DANS

ZA 04.05 | 20:30

Zefiro Torna KLASSIEK

DO 23.05 | 20:30

Fight Night Ontroerend Goed THEATER

ONTDEK HET VOLLEDIGE CULTUURSEIZOEN OP WWW.WESTRAND.BE
ONTDEK HET VOLLEDIGE CULTUURSEIZOEN OP WWW.WESTRAND.BE Culture — Architecture Rue de l’Ermitage 55 Kluisstraat 1050 Brussels www.civa.brussels C I.II.III.IV. A C I. Expo II. III. IV. A POWER 13.10.23 — 17.03.24 É. R. / V. U. : Jeremy Uhr, CIVA, rue de l’Ermitage 55 Kluisstraat, 1050 Brussels Image Climatic Apparel/About A Worker 2020. © Philippe Rahm architectes

Eyecatcher

Barry Can’t Swim House de l’amour

En 2019, Joshua Mannie s’est jeté dans le grand bain des musiques électroniques sous le nom de Barry Can’t Swim. Cocasse, cette identité de mauvais nageur lui vaut d’emblée la sympathie du public qui, dès les premiers concerts, agite des canoës gonflables comme autant de signes de ralliement aux hymnes festifs prescrits par l’Écossais. L’artiste affole les fans d’électro avec l’album When Will We Land?. Alors qu’il renforce la nouvelle garde électronique britannique, certains lui prédisent déjà un triomphe comparable à celui de Fred again.. « Sans connaissance, tout est vain. » Telle est la devise de l’Université Napier, prestigieuse institution d’Édimbourg, où Joshua Mannie a étudié, avant de plonger dans la musique. L’air de rien, la maxime universitaire s’applique aussi au processus créatif du producteur écossais qui, à l’évidence, connaît parfaitement la grande histoire du beat et des classiques house ou techno. À côté de cette culture électronique sans œillères, l’artiste nourrit également une passion infinie pour les mélodies des Beatles, le jazz ou les rythmes afrobeat introduits, en d’autres temps, par le légendaire Fela Kuti. Né sous le ciel grincheux d’Édimbourg, relocalisé à Londres, Barry Can’t Swim dissipe la brume et chasse la pluie à grand renfort de tubes ensoleillés. Sur son premier album, l’artiste fantasme régulièrement le continent africain depuis son studio d’enregistrement. Sur des titres comme ‘Sonder’ ou ‘Sunsleeper’, par exemple, il entrevoit des connexions ondoyantes entre l’Afrique et l’Occident. Avec ‘Woman’, il esquisse une ode féministe, à la fois soul et éthérée, en compagnie de la chanteuse Låpsley. Pour sa part, ‘Dance of the Crab’ transpose le Carnaval de Rio sur la piste de danse, tandis que ‘Deadbeat Gospel’ explore la trance via le spoken-word et une pincée de R&B. Dans sa façon de réconcilier les traditions musicales en passant par l’éléctro, Barry Can’t Swim rappelle immanquablement le tour de force réalisé par Moby à l’époque de l’album Play À une époque où l’ego s’illustre par écrans interposés, la musique de Barry Can’t Swim prône le rapprochement des corps et la multiplication des célébrations collectives. En 2022, déjà, le producteur publiait le morceau ‘Fiorucci Made Me Hardcore’, un titre directement inspiré par un documentaire dédié à la culture rave. En 2024, cet hommage sonne décidément comme une déclaration d’intention. Dans une piscine, Barry n’est toujours pas à l’aise. En revanche, sur le dancefloor, c’est lui le patron.

Origine Édimbourg, Écosse Talents DJ, producteur et pianiste

Vous le connaissez pour ses sets électro euphoriques dans lesquels house, techno et trance s’unissent à la pop, au jazz et à l’afrobeat. Mais saviez-vous qu’il était fan absolu de John Lennon, Arctic Monkeys et Khruangbin?

Dans le viseur Une tournée américaine sold out et des concerts annoncés à Coachella et Primavera Sound. Instagram barrycantswim

Barry Can’t Swim joue le 17 mars à l’Ancienne Belgique, abconcerts.be

©
HENRY GORSE

Picks of the month Art & Literature

Pièces de résistance

EN/ For its “Edition Zero”, the Biennale of Women in Art is organising a living exhibition of the work of 25 visual and performing artists, all women working and/or living in Belgium. The brand-new initiative cannot be separated from the fresh wind blowing through institutions, historiographies, and minds today, which – happily and finally – is pushing forgotten and silenced lives from the imposed shadows into the limelight. That historical perspective is part of this first edition of the Biennale, which, in addition to an exhibition, sets up meetings, workshops, lectures, and a documentation space to make sense of the reasons behind and the need for this two-weeklong collective approach. But the gaze is just as resolutely and unapologeti-

cally focused on the present and the future, in which still not the most self-evident rights have been won, and even the counter-movement of the sobbing “manosphere” – we see you, Andrew Tate, Donald Trump and fellow misogynists – seems to be increasing the pressure. So, unfortunately, the why is still crystal clear. The answer comes in the form of A Show of Resistance, an exhibition in which artists such as Ilke Cop, Céline Cuvelier, Marijke De Roover, Leen Van Dommelen, Diane Marie Uwase, Nina Rose, Shen Özdemir, and Moïra Deepijan draw on their own strengths with urgent, relevant, and generous work in different media. (KS)

BIENNALE OF WOMEN IN ART –EDITION ZERO: A SHOW OF RESISTANCE 18 > 31/3, Espace Vanderborght, biennaleofwomeninart.com

Gewonnen tijd

NL/ Kunstenaar Herman Asselberghs is al 25 jaar actief aan de filmopleiding van LUCA School of Arts in Brussel. Bij argos toont hij met de hulp van zijn studenten een reeks installaties die focussen op aandacht, dat in deze tijden vrij zeldzame beestje dat tijd met diepte paart. (KS)

HERMAN ASSELBERGHS:

TIME WASTED 2/3 > 30/6, argos, argosarts.org

Visites d’intérieur

FR/ L’Art nouveau et l’Art Déco ont produit à Bruxelles tant de merveilles que l’on ne se lasse pas d’admirer, et d’autres qui ne se dévoilent que trop rarement. Sur trois week-ends et en trois zones géographiques de la Région de Bruxelles-Capitale, une soixantaine de bâtiments les plus divers ouvriront leurs portes. (GB)

BANAD FESTIVAL 9 > 24/3, divers lieux, banad.brussels

32

Pensées de pierre

FR/ Dans les dessins et peintures de Ronny Delrue, les émotions effleurent en surface. Elles sont la traduction directe de ses pensées. Qui s’y dissimulent autant qu’elles s’y révèlent. Sa dernière série s’intéresse aux statues dans les parcs, dans les rues. Des hommes, des femmes figés dans la pierre et lentement effacés par le temps. (GB)

RONNY DELRUE: MOMENTUM (1)’ 7/3 > 20/4, Nosbaum Reding, nosbaumreding.com

Raw fusion

EN/ The title of Guyanese-British sculptor Hew Locke’s first solo show at Almine Rech can be interpreted in two ways. As a tactile reference to the fake hair, cotton, glue, metal...that make up his vibrant, haunting, multilayered works, but also as a reference to the raw histories he rakes up from the past while his eyes are fixed on a different future. (KS)

HEW LOCKE: RAW MATERIALS 7/3 > 13/4, Almine Rech, alminerech.com

All aboard

EN/ The Titanic has captured the imagination ever since it collided with an iceberg in 1912. Titanic: The Artifact Exhibition complements that imagination with stories, reconstructions, and artifacts collected by Paul-Henri Nargeolet, the expert who last year perished during an expedition with the Titan. (KS)

TITANIC: THE ARTIFACT EXHIBITION 15/3 > 30/6, Thurn/Tour & Taxis, titanicexpo.be

Papieren lijf

NL/ Tien jaar schrijverschap had Bregje Hofstede nodig om zichzelf te verliezen en alles te winnen. Met Oersoep dropte de schrijfster en activiste een imposante lijfelijke ervaring in de mentale ruimte van een boek. Bij deBuren komt ze de mystieke kracht van bevallingspijn, seks en psychedelische tripperij toelichten. (KS)

LEESCLUB MET BREGJE HOFSTEDE 12/3, deBuren, deburen.eu

Les mots du peintre

FR/ Chez Jacques Charlier, les mots et les images s’emmêlent les pinceaux, tant et si bien qu’on ne sait pas lesquels sont sortis de l’œuf et lesquels de la poule. Avec cette exposition et la parution du recueil Mot à Mot, le mystère est peut-être en passe d’être résolu. (GB)

JACQUES CHARLIER: LA RAIE DES MOTS 11/3 > 27/4, Le Salon d’Art, lesalondart.be

Coup de cœur

Hallo, den bureel, met Kurt

Akkoord, De laatste dag is een televisieprogramma, haar Feeling-column ‘Baeten Bingo’ wint wellicht nooit de Boon-literatuurprijs en haar laatste echte boek, En ze leefden nog, dateert van 2022. Maar wie zich langs de neus weg in de bovenste schuif van de politieke satire – toch ook een kunst – weet te nestelen, verdient een plek in het hart van deze pagina’s. En behalve Elisabeth Lucie Baeten zijn ook haar twee vriendinnen, Katrien van Politiek PR en Julie van Showbizz PR, welkom. Allebei gefingeerde personages die, gsm in de hand, opereren vanuit het pr-bezemhok in het achterkamertje van de coulissen van de macht.

SCHAAMROOD

Van hen krijgt Conner Rousseau de fijngevoelige suggestie om zijn politieke carrière misschien links te laten liggen, waar ze lag voor hij besliste naar rechts te rukken, en ontvangt Theo Francken als bijlage bij de basisregels Engels ook meteen een moreel kompas. Hahaha, boenk erop, lachen! Intussen heeft Elisabeth Lucie Baeten met dat geboenk op de zere plek al een goeie 200.000 discipelen verzameld op haar socials. Onder hen ook de geviseerde politici, die als volleerde masochisten haar filmpjes liken en delen. Als we er maar om kunnen lachen, toch? Alleen, het zijn de juiste dosis echte pijn en het flinterdunne vliesje tussen Elisabeth Lucie Baeten en haar alter ego’s, die de humor maken. Die werkelijkheid afdoen als een grapje om zelf tweedehandse likes te verzamelen moet schaamrood – de partijkleur van Vooruit? – op wangen toveren. Wat zouden Baeten en vriendinnen van dat alles denken? Een voorzet voor haar passage bij ‘Je mag me alles vragen’ van deBuren.

JE MAG ME ALLES VRAGEN: ELISABETH

LUCIE BAETEN 14/3, deBuren, deburen.eu

33

A closer look

Comment Chantal Akerman est devenue la meilleure cinéaste de tous les temps

Chantal Akerman n’a jamais cessé d’être elle-même et de faire ce qui l’intéressait. L’Histoire du cinéma lui en est infiniment reconnaissante.

Tout le monde aime Chantal Akerman

FR En 2022, son film culte datant de 1975 Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles était labellisé ‘meilleur film de tous les temps’. Depuis, impossible d’ignorer le nom de Chantal Akerman. Neuf ans après sa mort, Bozar et la Cinematek lui consacrent un hommage ambitieux. Comment la réalisatrice bruxelloise est-elle devenue une icône aussi contemporaine ? Tentatives de réponses.

Les habitués de la Cinematek et autres cinéphiles avertis s’émouvaient de l’œuvre de Chantal Akerman bien avant la hype. Mais depuis que son long-métrage Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles s’est hissé à la tête du sondage piloté par la revue britannique de référence Sight and See, devenant le « meilleur film de tous les temps », le monde ne voit plus la réalisatrice, née à Etterbeek en 1950 dans une famille juive polonaise, de la même manière. Et pour cause, son film scrutant la routine quotidienne d’une certaine Jeanne Dielman (interprétée par l’étoile du cinéma français Delphine Seyrig), femme au foyer dans le Molenbeek des années septante, devait détrôner Vertigo d’Alfred Hitchcock et repousser Citizen Kane d’Orson Welles à la

troisième place. C’était aussi la première fois qu’une femme réalisatrice accédait à de tels honneurs. « Lorsque le film a été présenté à la Quinzaine des réalisateurs de Cannes en 1975, la moitié de la salle est partie avant la fin. Mais l’autre moitié a applaudi de toutes ses forces. Je n’ai jamais douté du génie de Jeanne Dielman. Quand je l’ai vu pour la première fois, j’étais en larmes », dit Babette Mangolte, cheffe opératrice et amie fidèle que Chantal Akerman rencontre à New York, et à qui l’on doit, entre autres, les images de Jeanne Dielman et de News from Home Aujourd’hui, Chantal Akerman, qui aurait eu 74 ans si elle n’avait pas renoncé à la vie en 2015, n’a jamais semblé aussi proche de nous. Et peut-être encore plus proche de nous, Bruxellois, puisqu’une fresque en l’honneur du film Jeanne Dielman orne

3535
FOUNDATION © JANE STEIN
COLLECTIONS CINEMATEK & CHANTAL AKERMAN

depuis peu le quai du Commerce de Molenbeek. Le chef-d’œuvre cinématographique de plus de trois heures a bénéficié d’une nouvelle sortie en salles dans des villes comme Bruxelles et Paris, 46 ans après la première, et se stream désormais sur de nombreuses plateformes avec d’autres films de Chantal Akerman (un luxe que l’on doit au travail de numérisation de la Cinematek). Les articles de presse et les podcasts en hommage à la réalisatrice ayant partagé sa vie entre Bruxelles, Paris et New York, pullulent et ses interventions télévisées d’époque connaissent une nouvelle vie sur YouTube. Des extraits, parfois revisités, de ses films et de ses interviews émergent dans nos fils Instagram et Tik Tok.

AKERMAN AVANT METOO

C’est officiel, Chantal Akerman est devenue une icône. Une icône du cinéma mais pas seulement. Une icône féministe, une icône queer aussi. N’en déplaise à certains qui ont voulu voir dans le sacrement de Jeanne Dielman un sabotage de la culture cinématographique par «la culture woke ».

La figure de Chantal Akerman nourrit la pensée féministe d’aujourd’hui, marquée par la déferlante MeToo et autres tempêtes salutaires au sein du monde du cinéma. Comment pourrait-il en être autrement ? En réalisant Jeanne Dielman, Chantal Akerman libérait son personnage principal des

«Chantal est devenue une icône parce qu’elle a pris des risques »

Babette Mangolte cheffe opératrice de Chantal Akerman

fantasmes et archétypes masculins pour montrer ce qui n’avait encore jamais été montré au cinéma. Trois jours dans la vie d’une femme (mère et veuve), affairée à des tâches ménagères réglées comme du papier à musique. Éplucher les patates, cirer les chaussures, faire le lit. Se prostituer aussi, de 17h à 17h30 pour joindre les deux bouts. Une mécanique bien rodée dont le moindre accroc suffit à la faire basculer dans quelque chose d’immensément plus violent.

En réalisant Jeanne Dielman, Chantal Akerman, entourée d’une équipe de tournage presque exclusivement féminine prouvait, à une époque où on n’engageait pas des cheffes opératrices et des preneuses de son, que les femmes étaient tout aussi capables que leurs collègues masculins de faire du cinéma. Et qui d’autre pour incarner Jeanne Dielman que Delphine Seyrig, héroïne des films de Truffaut, Resnais ou Buñuel, qui écumait les plateaux de télévision pour faire savoir qu’elle en avait assez de jouer toujours les mêmes rôles

imaginés par des hommes. L’année de la sortie de Jeanne Dielman, l’actrice prenait elle-même la caméra pour filmer Sois belle et tais-toi, une compilation d’entretiens avec 24 actrices françaises et américaines témoignant des rapports de genre au sein d’une industrie du cinéma dominée par le « male gaze ». Et ce plus de quarante ans avant MeToo.

FAIRE DE L’ART AVEC LA VAISSELLE

Si Delphine Seyrig était une féministe notoire, Chantal Akerman se percevait-elle comme telle ? « (Jeanne Dielman) n’est pas un film à thèse », insiste la réalisatrice de 25 ans dans une double interview aux côtés de Delphine Seyrig, réalisée en 1976 pour la télé française, et devenue culte depuis sa résurrection par l’INA (Institut National de l’Audiovisuel français). « Le film est fait à partir d’images de mon enfance », explique la réalisatrice. « Un homme n’aurait pas fait ce film parce qu’un homme, on lui apprend qu’on ne fait pas de l’art avec une femme qui

36
Impossible d’être insensible aux couleurs et lumières des films de Chantal Akerman, comme en témoigne le plan d’Aurore Clément ci-dessus, extrait des Rendez-vous d’Anna. À droite, le making-of de Portrait d’une jeune fille de la fin des années 60 à Bruxelles où Chantal Akerman dirige Circé Lethem, son alter ego dans le film.
Focus Chantal Akerman
© JEAN-MICHEL VLAEMINCKX/CINERGIE

fait la vaisselle. Je n’ai pas pris le contrepied consciemment. J’ai fait ce qui m’intéressait .» Dans le making-of de Jeanne Dielman, réalisé par l’acteur et réalisateur français Sami Frey, on observe une jeune Chantal Akerman accrochée à sa vision du film et déclinant, avec la plus grande des gentillesses, mais fermement, les propositions d’interprétation de Delphine Seyrig qui souffre un peu de n’être « qu’un pion sur l’échiquier ». «Chantal était très claire sur ce qu’elle voulait », confirme sa cheffe opératrice Babette Mangolte.

Les plans atmosphériques et intensément photographiques qui peuplent les films de Chantal Akerman sont « nés de son imagination très visuelle». « Elle cadrait chaque scène, sans exception. Et elle était ouverte à la couleur comme elle se présentait.»

BRAVADES

«Chantal est devenue une icône parce qu’elle a pris des risques,» dit Babette Mangolte. Refusant de se conformer, Chantal Akerman ne craint pas de montrer à l’écran l’amour et la sexualité entre deux femmes. Dans son film très autobiographique Les Rendez-vous d’Anna, sorti en 1978, avec Aurore Clément en tête d’affiche. Mais déjà aussi dans son court-métrage à portée révolutionnaire Je, tu, il, elle, datant de 1974.

Dans le film de 1996 Chantal Akerman par Chantal Akerman, la réalisatrice rembobine le fil de ses «bravades». La première ayant été de claquer la porte de son école (et plus tard de l’Insas) à l’âge de quinze ans. Sa dernière «bravade» en date étant la réalisation du film en question. Alors qu’on lui avait demandé de tourner le portrait d’un grand cinéaste pour la prestigieuse série française Cinéma de notre temps, elle s’était proposé de faire un film sur elle-même. Mais qui d’autre que Chantal Akerman pour parler de Chantal Akerman ? Surtout quand ses films agissent comme un miroir déformant de sa vie intérieure. Comment ne pas voir en Michèle (Circé Lethem), l’héroïne de Portrait d’une jeune fille de la fin des années 60 à Bruxelles, le double de Chantal Akerman ? Une ado indomptable et à fleur de peau, ayant quitté le lycée pour errer seule dans les rues de Bruxelles avant d’être rejointe par un jeune inconnu, rencontré au cinéma. Un inconnu dont elle se sent étrangement proche, assez proche pour lui confier qu’elle a déjà eu envie de mourir.

La mort et la folie hantent l’œuvre de Chantal Akerman. Depuis son premier court-métrage, Saute Ma Ville datant de 1968. Un film tragico-burlesque où elle interprète

Trois jours dans la vie d’une ménagère de Molenbeek. Jeanne Dielman, 23, quai du commerce, 1080 Bruxelles est le film le plus emblématique de l’œuvre de Chantal Akerman.

une jeune femme préparant son suicide au gaz en chantonnant dans sa cuisine. La mer noire et houleuse dans laquelle disparaît la protagoniste de son chef-d’œuvre La Captive (Sylvie Testud), évoque avec une poésie bouleversante la mélancolie de l’âme. Dans son livre Ma Mère Rit, paru en 2013, elle évoque une maladie « cyclique et chronique », et l’impression d’être « enserrée par les bras d’une pieuvre ». Elle se demande si pour commencer à guérir, elle ne devrait pas arrêter de penser « à toutes ces histoires de survivants ». La pieuvre finira par l’avaler en 2015. Chantal Akerman le sent, elle est traversée par des fantômes. Son cinéma tente d’en dessiner les contours. Des fantômes qu’elle n’identifiera jamais puisque sa mère, juive polonaise rescapée d’Auschwitz, refuse de parler. «Ma mère m’a dit que si je faisais remonter ça à la surface, elle deviendrait folle », confie Chantal Akerman sur le plateau de l’émission

DE AKERMAN-HYPE

française Des mots de minuit en 2000, où elle présente son film et installation D’Est Son œuvre est transpercée par le silence de sa mère. Jeanne Dielman en tête, peut-être.

Des créations multiformes auxquelles Bozar consacre une exposition très attendue, Travelling, doublée d’une programmation à la Cinematek. « Nous laissons beaucoup de place aux propos de Chantal Akerman. Afin qu’elle puisse se définir elle-même », explique Alberta Sessa, coordinatrice de l’exposition, qu’elle évoque comme « un vieux rêve de Bozar, de la Cinematek et de la Fondation Chantal Akerman ». Plonger dans les films, les écrits et les installations de Chantal Akerman, c’est se surprendre à vouloir recomposer le puzzle de son existence. Une existence approchée avec une authenticité et une vulnérabilité rares, par une cinéaste ne s’excusant jamais d’être elle-même. Et c’est, peut-être, ce qui fait d’elle une icône si contemporaine.

NL/ In 2022 werd Jeanne Dielman, 23, Quai du Commerce, 1080 Bruxelles tot ‘beste film aller tijden’ gekroond. Sindsdien is het haast onmogelijk om naast de naam Chantal Akerman te kijken. Bozar en Cinematek wijden een ambitieuze hommage aan de Brusselse regisseur die een hedendaags icoon werd.

THE AKERMAN HYPE

EN/ In 2022, Jeanne Dielman, 23, Quai du Commerce, 1080 Bruxelles was declared to be “the best film of all time.” Ever since, Chantal Akerman’s name has been impossible to ignore. Bozar and Cinematek are now devoting an ambitious tribute to the Brussels director who became a contemporary icon.

37
bozar.be & cinematek.be
Info:
Travelling du 14/3 au 21/7, Bozar Akerman en création du 15/3 au 21/7, Cinematek

Picks of the month Film

Pourquoi a-t-on assassiné JFK ?

FR/ Ce qui compte, ça n’est pas de savoir qui a tué John F. Kennedy à Dallas en novembre 1963, mais pourquoi. Et c’est la question que pose Oliver Stone dans son JFK Revisited, un documentaire élaboré à partir de son thriller politique JFK Le réalisateur de films à succès tels que Platoon, Né un 4 juillet et Tueurs nés vient présenter à Bruxelles JFK Revisited lors du festival de documentaires Millenium. L’homme quatre fois oscarisé apporte aussi dans ses bagages Nuclear Now, un plaidoyer pour l’énergie nucléaire comme solution pour réduire nos émissions de carburants fossiles. Vous ne pourrez débattre avec ce vétéran du Vietnam sur le sujet mais il est possible d’assister à sa masterclass.

Après le festival, vous pourrez vous rendre au cinéma Flagey qui reprend Platoon, JFK, Wall Street et Tueurs nés. L’invité d’honneur Oliver Stone est le grand nom qui sera au centre de l’attention de cette édition de Millenium parmi d’autres documentaires incontournables venant des quatre coins du monde. Mehran Tamadon, par exemple, qui dans Mon pire ennemi, convainc des personnes ayant été interrogées et torturées en Iran par les forces de l’ordre de la république islamique de lui montrer comment se déroule un tel interrogatoire. Pourquoi on a assassiné JFK ne sera donc pas la seule question soulevée au festival Millenium. (NR)

MILLENIUM FESTIVAL 15 > 22/3, divers lieux, festivalmillenium.org

Meester, jij begint weer!

NL/ En jij dacht dat jongelui elkaars leven op school tot een hel kunnen maken? De leerkrachten in Das Lehrerzimmer manipuleren, intrigeren en kibbelen elkaar kapot met insinuaties, foute beschuldigingen, domme acties en heel veel argwaan. Een benauwende thriller die je bij de les houdt. (NR)

DAS LEHRERZIMMER DE, dir.: Ilker Çatak, act.: Leonie Benesch, Leonard Stettnisch, release: 6/3

Wrestling wrestlers

EN/ Zac Efron, a teen idol in the noughties, suspiciously ends up with roles requiring little to no proper clothing. Baywatch is an example but so is The Iron Claw Jeremy Allen White from The Bear also takes his shirt off in this emotional epic about the rise and fall of a family of wrestlers. (NR)

THE IRON CLAW US, dir.: Sean Durkin, act.: Zac Efron, Jeremy Allen White, release: 6/3

38

Bring on the noodles

EN/ Kung Fu Panda is not the worst franchise. Because it taught children to eat noodles and appreciate kung fu. Because it pays tribute to outcasts. And because it is funny. In this fourth film, panda Po is about to become a spiritual leader and must look for someone to take over his Dragon Warrior duties. (NR)

KUNG FU PANDA 4 US, dir: Mike Mitchell, Stephanie Stine, release: 6/3

Fiston mais pas garçon

FR/ L’année passée, la Berlinale a récompensé une enfant de neuf ans d’un Ours d’argent. C’est la plus jeune lauréate du festival. Sofía Otero a obtenu ce prix pour son rôle principal dans un film basque très juste : la quête de l’identité de genre à un jeune âge, et la réaction parfois malheureuse de l’entourage. (NR)

20.000 ESPECIES DE ABEJAS ES, dir.: Estibaliz Urresola Solaguren, act.: Sofía Otero, sortie : 6/3

Interdit de ressentir

FR/ Dans un futur où règne l’IA, les émotions sont diaboliques. Gabrielle fait purifier son ADN mais reste attirée par Louis. Se sont-ils rencontrés dans une vie antérieure ? Pour un cinéma déroutant mais intrigant, cela fait quelques années qu’il faut suivre Bertrand Bonello. Un cadeau pour les cinéphiles. (NR)

LA BÊTE FR, dir: Bertrand Bonello, act.: Léa Seydoux, George MacKay, sortie : 6/3

Italiaanse monsterhit

NL/ In Italië was de debuutfilm van Paola Cortellesi een monsterhit. Vijf miljoen Italianen zagen haar grappige en pakkende melodrama waarin ze zelf een huisvrouw speelt die in het naoorlogse Rome wordt getiranniseerd door haar man. Een brief en haar dochters huwelijk inspireren haar om werk te maken van een beter leven. (NR)

C’È ANCORA DOMANI IT, dir.: Paola Cortellesi, act.: Paola Cortellesi, Valerio Mastandrea, release: 20/3

America at its most absurd

EN/ Lillian is in her last year at school when she finds out that “pizzagate” is not a conspiracy theory at all. It is the start of a picaresque trip with a paedophile neo-Nazi and numerous other (dangerous) sectarian groups. A satirical sampling of America at its nuttiest, not to be taken too seriously. (NR)

THE SWEET EAST US, dir.: Sean Price Williams, act.: Talia Ryder, Simon Rex, Jacob Elordi, release: 13/3

Coup de cœur

Niels Ruëll schrijft over film

Op Offscreen zijn verrassingen een zekerheid

Spring ik een gat in de lucht wanneer Offscreen bekendmaakt dat ze een programma hebben rond de destijds taboedoorbrekende Scandinavische sexploitationen genrecinema van de jaren 1960 en 1970? Nee, al is de nieuwsgierigheid wel geprikkeld. Tel ik de dagen af tot Shadow of fire wordt vertoond? Nee, al ben ik wel benieuwd naar het sluitstuk van de overrompelende anti-oorlogstrilogie van Shin’ya Tsukamato. Dans ik de horlepiep omdat Offscreen dit jaar in het oeuvre van Piotr Szulkin duikt? Dat zou wat belachelijk zijn, want ik ben niet vertrouwd met de visionaire Pool en mijn horlepiep is verroest.

EEN GAT IN DE MARGE

En toch spring ik een gat in de lucht. Er worden in dit land grotere en meer glamoureuze filmfestivals georganiseerd dan Offscreen. Maar geen enkel kan me zo verrassen als het Brusselse festival met een hart voor alternatieve, messcherpe, wonderlijke of markante films uit de marge. Je kan tijdens Offscreen op een film botsen die meer kul dan cult is, en zelfs niet te redden valt door de altijd positieve, nieuwsgierige sfeer in Cinema Nova. Maar het omgekeerde komt zoveel vaker voor: een niet zo bekende film die fantastisch blijkt te zijn. Zoals Out of the blue van Dennis Hopper, bijvoorbeeld, maar zo zijn er tientallen. De specialiteit van het huis is dat je niet één film ontdekt, maar een heel oeuvre, zoals dat van Walerian Borowczyk. En ook voor nog actieve regisseurs met een welgekomen scherp randje zoals Peter Strickland of Lucile Hadzihalilovic heeft het cultfestival een neus. Op Offscreen zijn verrassingen een zekerheid.

OFFSCREEN 6 > 24/3, verschillende locaties, offscreen.be

39

Électro-pop

On joue le jeu avec Aili

‘Le principal, c’est de s’amuser’

FR « Takoyaki » signifie boulette de poulpe en japonais, et c’est ainsi qu’on qualifie les gros orteils dans la famille japonaise d’Aili Maruyama. Nandakke?, le premier album électro-pop de l’artiste belgo-japonaise et son complice Orson Wouters, reprend ce genre d’anecdotes croustillantes, aussi hilarantes que personnelles.

Chanté en japonais sur le ton de la plaisanterie, ‘Dansu’ a connu un succès inattendu à la fin de l’année 2020, en pleine pandémie, mais c’était il y a plus de trois ans maintenant. Quelques singles et clips ont suivi, y compris des diffusions en Amérique, un passage dans la série télévisée flamande Roomies et des concerts intimistes au Japon, le pays d’origine d’Aili Maruyama. C’est beaucoup plus qu’espéré, mais est-ce assez pour enthousiasmer le public ? L’artiste belgo-japonaise s’interroge à haute voix alors qu’elle revient avec Orson Wouters sur leur parcours rocambolesque au centre musical bruxellois Volta, où ils se sentent comme chez eux. Après avoir débuté en tant qu’Aili x Transistorcake, ils ont poursuivi sous le nom d’Aili, également le prénom de la jeune fille qui est revenue en Belgique à l’âge de sept ans avec sa sœur et sa mère flamande, alors tout juste séparée de son père japonais resté à Tokyo.

Excitant ?

AILI MARUYAMA: Oui, et aussi un peu stressant ! Quand ‘Dansu’ est sorti, la musique était encore un hobby. On se voyait en moyenne une fois par semaine pour composer de nouvelles chansons. Nous avons passé un an à peaufiner ce nouvel album. J’ai dû quitter mon boulot ! Beaucoup

de choses dépendent donc de cette sortie.

ORSON WOUTERS: Nous sommes surtout impatients. En tant que musicien indépendant, j’ai investi des heures dans ce projet sans pouvoir rien facturer. C’est donc un sacré pari, très excitant en effet.

Le plus grand défi a peut-être été de transformer ce que certains considéraient au départ comme un gimmick en quelque chose d’ancré ?

MARUYAMA: Oui, je comprends ce que vous voulez dire. Mais sérieusement, ce n’est pas une blague ! Même si la spontanéité et l’humour restent essentiels.

WOUTERS: La musique pop ne doit pas toujours être en anglais

40

non plus. Les gens ne ressentent plus l’envie d’entendre un énième groupe américain. Les jeunes générations, en particulier, font preuve d’une plus grande ouverture. Regardez la popularité de la musique en espagnol ou de la K-pop aujourd’hui.

MARUYAMA: J’ai toujours aimé chanter, mais avant, je ne le faisais que dans ma chambre. Le fait que je chante en japonais n’est pas un hasard, mais ce n’est pas non plus calculé. Je l’ai fait une fois et j’ai continué à le faire après. (À Orson) Est-ce qu’on s’est déjà posé la question ?

WOUTERS: Peut-être brièvement, mais ça faisait déjà tellement partie de notre identité...

À quel point êtes-vous japonisé, Orson, et qu’est-ce que ça vous a fait de jouer au Japon, Aili ?

WOUTERS: On s’est dit que ce serait vraiment cool de pouvoir jouer un jour au Japon, et avant de s’en rendre compte, c’était déjà fait. C’est dingue ! Pour moi, ce n’était pas un choc culturel. J’étais déjà allé à Taïwan et en Chine. Le pays correspond bien à mon caractère. J’aime le désir de cohésion, la rigueur avec laquelle les choses sont faites et le respect des gens les uns envers les autres.

De retour en Belgique, j’ai plus que jamais pris conscience de notre côté parfois chaotique et rustre ici. Chacun se croit l’exception à la règle.

MARUYAMA: Ma famille japonaise était bien sûr très heureuse que je commence à découvrir et à explorer cette partie de ma personnalité. La première fois que j’ai joué en live, c’était bizarre. C’était encore avec les masques et mon père a tout filmé. Mon père et ma grand-mère sont venus me voir à Tokyo et à Nagoya, mais j’ai été plus que ravie de voir des gens de tous âges. Je me souviens d’une femme qui est venue me

demander un autographe pour sa fille de six ans.

Avez-vous un morceau préféré ?

WOUTERS: Ça varie d’un jour à l’autre, mais aujourd’hui, c’est ‘Ichibansen’, qui est un peu plus calme.

MARUYAMA: Cool ! C’est la chanson la plus personnelle de l’album. J’y parle de l’envie que l’on ressent, en tant qu’enfant de divorcés, d’accorder la même attention à ses deux parents. Mais dans mon cas, évidemment, avec un père qui est à 12 heures d’avion, c’était pas facile. Je ne lui ai pas encore envoyé le résultat, mais émotionnellement, il va l’entendre à fond. J’ai aussi intégré sa voix, que j’avais enregistrée lors de nos nombreuses conversations à la table de sa cuisine. D’ailleurs, ma chanson préférée est ‘Up & Down’.

WOUTERS: Notre chanson sportive ! On s’est bien marrés en la faisant : on a augmenté le tempo jusqu’à ce que l’on ne puisse plus accélérer.

MARUYAMA: On était survoltés. Après l’enregistrement, on était cramés. Vous pouvez imaginer à quel point on est impatients de jouer ce morceau en live.

Charlotte Adigéry et Bolis Pupul, proches de vous par l’esprit et le genre, accompagnent leur œuvre d’un engagement social. C’est aussi votre truc ?

WOUTERS: On ne le fait pas délibérément, ou pas encore. C’est un choix. Notre musique n’est pas là pour soulever des questions. C’est un safe space et un exutoire où le principal est de s’amuser.

MARUYAMA: Nous avons beaucoup de respect pour ce que font Charlotte et Boris (Zeebroek, NDLR). D’une certaine façon, nous joignons nos expériences, comme eux. Il s’agirait alors plutôt de mon autre vie, de mon demi-être et de ma lutte avec la langue.

Aili présentera l’album Nandakke ? le 7 mars à l’AB Club, infos : abconcerts.be

ELEKTROPOP MET EEN KNIPOOG

NL/ Na het onverwachte succes van ‘Dansu’ eind 2020, een handvol singles en videoclips, wat airplay in Amerika, een doortocht in de Vlaamse tv-serie Roomies en kleinschalige optredens in Japan droppen Aili Maruyama en Orson Wouters met Nandakke? hun knappe en lekker gekke elektropopdebuut.

ELECTROPOP WITH A WINK

EN/ After the unexpected success of “Dansu” in 2020, a handful of singles and music videos, some airplay in America, an appearance in the Flemish TV series Roomies, and a few performances in Japan, Aili Maruyama and Orson Wouters make their debut with Nandakke?, a deliciously crazy electro-pop album.

© TINA LEWIS HERBOTS

Viewmaster

René Magritte door de ogen van Charlotte Bouckaert

‘Een fruitschaal is een schilderij’

NL Charlotte Bouckaert zet in haar nieuwe performance een gesprek op met een peer. De amateurfilmpjes waarin ook René en Georgette Magritte poëzie halen uit de dialoog met de dingen, inspireren haar mateloos.

In haar nieuwe creatie voor het toneel vindt Charlotte Bouckaert een vertrekpunt bij stillevens uit de schilderkunst. You are an object to me toont performer Marie De Corte, die objecten op een groot, wit, horizontaal canvas manipuleert. Zo organiseert ze een ontmoeting tussen de appels van Cézanne en de vazen van Morandi, en gaat ze in gesprek met een peer. De iconische appels op de schilderijen van René Magritte zijn niet ver weg, en zo kwam ze voor deze rubriek uit bij de geestige en niet zo bekende huis-tuin-en-keukenfilmpjes die de surrealist tussen 1956 en 1967 maakte. “Die filmpjes zijn gemaakt in het huis op de Lambermontlaan in Schaarbeek, waar René en Georgette woonden nadat ze uit Jette verhuisd waren, maar ook in het Josaphatpark of

op vakantie,” vertelt ze. “Het zijn amusante scènes, eigenlijk theatersketches, die Magritte blijkbaar op voorhand uitschreef, maar waar ook wel improvisatie bij te pas zal zijn gekomen.”

Een van de filmpjes heet ‘Dialogue avec des objets’. Daarin luisteren en kijken Nicole Desclin en Jean Seeger naar voorwerpen als een mes, een kaars, een schelp of een masker. Seeger neemt er notities bij, Desclin valt erbij in slaap, en tussendoor wordt er ook gedanst. “De poëzie die ontstaat door dat spel met het alledaagse, de humor die uit het banale wordt gehaald, vind ik heel mooi. Magritte speelt met onze verwachtingen, net zoals op zijn doeken. Door een appel in een veel te kleine ruimte te schilderen prikkelt hij de verbeelding. ‘Les choses visibles cachent toujours

Charlotte Bouckaert kiest René Magrittes ‘Dialogue avec des objets’ (1956)

Amateurfilmpjes

Tussen 1956 en 1967 filmden Magritte en zijn vrienden allerlei geestige scènes in huis of op vakantie Mes en kaars

In ‘Dialogue avec des objets’ zijn de belangrijkste bijrollen voor een mes, een kaars, een schelp en een masker Museum

De filmpjes zijn te zien in de gangen en op de site van het Magritte Museum

Podium

In de performance You are an object to me toont Charlotte Bouckaert hoe zij tegenover de dingen staat (22 & 23/3, KVS BOX, kvs.be)

d’autres choses visibles,’ zei hij mooi.”

Ook Bouckaert heeft een voorliefde voor gewone objecten die iets ongewoons laten zien. “Veel kunstenaars gebruikten het stilleven voor plastische experimenten en ontwikkelden zo hun eigen stijl. Als je goed kijkt, zie je in de stillevens van Picasso, Monet, Georgia O’ Keeffe of Warhol al hun bekendere werk.”

Ook de banale thuissituatie in de filmpjes van Magritte boeit Bouckaert: “Ik heb een archief met foto’s van tweedehandsverkopers die hun fruitschaal online te koop aanbieden. Hoe ze die presenteren, is meestal niet zo banaal. Ik ben ook gefascineerd door hoe mensen dingen op een tafel plaatsen. Dat gebeurt meestal heel intuïtief, maar eigenlijk zijn het allemaal schilderijtjes.”

Tekst Michaël Bellon Foto Ivan Put

Eat & Drink

5 x Cacio e pepe

EN The legendary dish from Rome, cacio e pepe presents a fascinating paradox: the simplest dish in the world is also the most difficult one to make. Here are five places where you can’t go wrong.

1. A sure thing

If you want to enjoy cacio e pepe (€24) the way it is meant to be enjoyed, Certo is the obvious choice. Located in the Sint-Bonifaas/ Saint-Boniface neighbourhood, this pocketsized restaurant is the brainchild of a real character who defines himself “Roman, through and through.” With his salt-and-pepper beard, Federico Mazzoni looks a bit like Roberto Benigni. “In my hometown, we whip out the cacio for any and every occasion, a bit like beer in Brussels,” he explains. At Certo, cacio e pepe is on the menu every day of the week. Do you need an Italian temperament to make this dish successfully? “I think so. For example, if I had my way, I would put ice cubes in gueuze, which proves that people will do silly things when they don’t understand a product. In Belgium, I have seen terrible things: people adding cream, people putting oil in the water with the pasta. When you are cooking pasta, you must never be stingy with the water. The pasta must be able to move around like fish in an aquarium, that’s the key to ensuring that it is cooked evenly,” he explains. The water is very important. “It is often said that there are only

three ingredients needed to make cacio e pepe: pecorino, pepper, and tonnarelli. I think there are four: the water itself is also an ingredient.” The other unique feature of this dish is that it is the only one of its kind that does not require the sauce to be heated. “It’s almost counter-intuitive, but the sauce must not go anywhere near the heat. You should cook the spaghetti in the kitchen and leave the sauce in the bathroom,” he jokes. Indeed, the difficulty of making cacio e pepe lies entirely in the need to combine sauce at an ambient temperature with pasta that has just

been removed from boiling water, so that the cheese does not cook, and the pasta does not go cold. The operation requires a firm jerk of the wrist to toss the pasta in the pan. “One does not master this feat overnight. You fail five, ten, fifteen, or ninety times…then one day, you succeed and find yourself with tears in your eyes.” And if you don’t succeed? Just get yourself down to Certo to sample the incredible selection of natural wines.

CERTO ••••

Lang-Levenstraat 48 Rue Longue Vie, Elsene/Ixelles, www.certo.me

44

3. Affordable

True to its name, Fresca is focused on fresh handmade pasta. It offers tagliatelle served with every kind of sauce. The cacio e pepe is on point and the price is very reasonable (€15.90). We also recommend the arancini served on a stick (like an ice cream), especially the “gricia” version with creamy pecorino and lardons.

FRESCA •••

Avenue Albertlaan 7, Vorst/Forest, frescabruxelles.com

4. Unorthodox

It is interesting to note that cacio e pepe also inspires chefs to create their own variations. In Italy, Riccardo Camanini (Lido 84) caused a stir by inventing a “cacio e pepe in vescica”, a version cooked using pig’s bladder. In Brussels, Lyla Bangels makes a seasonal version, with pecorino, pepper from Nepal, and lemon leaves…in which the pasta is replaced by salsify.

TITULUS ••••

Waversesteenweg 167A Chaussée de Wavre, Elsene/Ixelles, titulus.be

2. Luxurious and indulgent

Filippo La Vecchia, another Roman who moved to Brussels following his adventures in the US, also offers cacio e pepe made the way it should be. What make this place unique, aside from the price (€30), are its boudoir atmosphere, impressive decor, and the fact that the version on offer is made using a unique combination of ten different types of pepper and a mixture of two types of pecorino.

ROMANA ••••

Avenue Legrandlaan 11, Brussel/Bruxelles, osteriaromana.be

5. Unpredictable

Unfortunately, in this Roman restaurant, cacio e pepe (€17), made with Selim pepper, is not always on the menu; the chef decides depending on where inspiration leads him. But when it is, it is well worth sampling, as is the delicious sausage conserved in bee’s wax as a small starter. We also like the quirky beers and natural wines which you can enjoy to a heavy-metal soundtrack.

LA TANA •••

Onderrichtsstraat 27 Rue de l’Enseignement, Brussel/Bruxelles, latana.be

45

Streetlife

La photographe Agneskena parcourt les rues de Bruxelles en quête des reines et rois de la mode

O’SIMMIE (26 ans)

« J’ai toujours été intrigué par la culture urbaine underground et la mode qui va avec. C’est aussi très lié à la musique que je fais et que j’écoute. En ce moment, je dirais que mon style est un mélange de streetwear anglais et français, avec une touche de vêtements utilitaires. Avant, j’achetais souvent mes habits sur Vinted, mais comme le shopping en ligne n’est pas vraiment durable, j’essaie maintenant de trouver des fringues dans des friperies ou des magasins d’usine. En matière de mode, c’est important de ne jamais cesser d’expérimenter. Ne laissez jamais les autres vous dire quoi porter ! »

Théâtre National Wallonie · Bruxelles Hendrickx Ntela 21 > 23.03.2024 Blind Photo Shino Vision www.theatrenational.be

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.