Van geïntegreerd naar gedifferentieerdbosbeheer

Page 1

ge誰ntegreerd naar gedifferentieerd bosbeheer Van

Uitgebreide samenvatting van het Bosbeheerplan 2008-2012


Stichting IJssellandschap is een particuliere beheerder van landgoederen en landerijen in de omgeving van Deventer. De stichting bezit circa 3.600 hectare grond en circa 75 panden en beheert tevens 500 hectare voor Stichting Burgerweeshuis en Kinderhuis te Deventer.


Aanleiding Stichting IJssellandschap bezit 1.197 ha bos. IJssellandschap streeft met het beheer van haar bossen verschillende doelen na. Het beheer richt zich op het realiseren van mooie bosbeelden, met aantrekkelijke wandel- en fietsroutes, tot het ontwikkelen van natuurbossen met hoge natuurwaarden. Daarnaast probeert IJssellandschap landschappelijke waarden te versterken en historische parken in oude glorie te herstellen. Tenslotte is bosbeheer voor IJssellandschap (via de verkoop van hout) een belangrijke bron van inkomsten. Om zo’n grote oppervlakte bos goed te beheren is een gestructureerde planmatige aanpak noodzakelijk. Vandaar dat de Stichting elke 5 jaar een nieuw bosbeheerplan opstelt. Het nieuwe beheerplan is geschreven door Buiting Advies en is begin 2008 gereed gekomen. Het plan heeft een looptijd tot 2012. Dit boekje geeft inzicht van de belangrijkste aspecten van het nieuwe bosbeheerplan.


Opbouw van het De opbouw van het nieuwe beheerplan is eenvoudig. Gestart is met het doorontwikkelen van de bestaande bosbeheervisie. In de afgelopen 10 jaar is het totale bezit (de gehele 1.197 ha) beheerd volgens de principes van geïntegreerd bosbeheer. In de nieuwe bosbeheervisie komt daar verandering in. De nieuwe visie gaat uit van de introductie van functiezones. De zones zijn ingedeeld op basis van huidige kwaliteiten van het bos en de door IJssellandschap gewenste beheerdoelen. Er zijn vijf functiezones onderscheiden: Natuurbos, Parkbos, Productiebos, Landschappelijk bos en Recreatiebos. Binnen een zone richt het beheer zich op het optimaliseren van de betreffende functie. Binnen de functiezone natuur gaat het om het (uiteindelijk) realiseren van de Potentieel Natuurlijke Vegetatie, binnen Parkbos om behoud van cultuurhistorie. Alleen binnen de functiezone recreatiebos is nog sprake van een geïntegreerde aanpak: hier spelen zowel bosbeleving, natuurontwikkeling als geld verdienen (door de oogst van hout) een even belangrijke rol. Op basis van de visie is een set met beheermaatregelen ontwikkeld. De maatregelenset kan worden gezien als de gereedschapskist waarmee de in de visie verwoorde doelen in de bospraktijk kunnen worden gerealiseerd. Feitelijk is de maat-

regelset een vertaling van de visie naar handelingsmogelijkheden in de praktijk. Om het beheer te vereenvoudigen zijn de functiezones verfijnd tot Behandelingseenheden. Behandelingseenheden zijn samenvoegingen van afdelingen met gelijke kenmerken. Zo is binnen de functiezone Productiebos onder andere de Behandelingseenheid ‘Donker naaldbos’ onderscheiden. Hierbinnen vallen alle productiebossen die als hoofdboomsoort douglas, fijnspar of Abies (alba & grandis) hebben. Voor de Behandelingseenheid ‘Donker naaldbos’ is vervolgens een concreet beheer geformuleerd. Dit beheer is na te lezen op het Werkblad ‘Donker naaldbos’. Het werkblad start met een beschrijving van de hui-


beheerplan dige situatie. Vervolgens worden de doelen voor de komende vijf jaar gepresenteerd. De doelen zijn een concretisering van de visie. Het werkblad wordt besloten met een opsomming van de maatregelen die kunnen worden ingezet om de korte termijn doelen te realiseren. Welke van deze maatregelen in een specifieke afdeling worden uitgevoerd is naar aanleiding van een terreinbezoek vastgelegd in een tabel. Alle informatie is ingebracht in een Geografisch Informatie Systeem (GIS). Hierdoor is het mogelijk om (in het veld) direct te zien welke maatregelen waar moeten worden uitgevoerd.


Bos van de Toekomst Tijdens het toekennen van maatregelen zijn afdelingen die nu al aan de doelstelling voldoen, gemarkeerd. Deze afdelingen hebben het stempel ‘Bos van de Toekomst’ gekregen. Door het ‘Bos van de Toekomst’ te bezoeken wordt duidelijk welke bosbeelden binnen een bepaalde functiezone in de toekomst te verwachten zijn. Het ‘Bos van de Toekomst’ is ook een manier om de veranderingen met gebruikers van de bossen te communiceren.


geïntegreerd naar gedifferentieerd bosbeheer Van

In de afgelopen beheerperiode heeft IJssellandschap het beheer op geïntegreerde wijze vormgegeven. Dat wil zeggen dat IJssellandschap in haar hele bezit alle bosfuncties gemengd heeft proberen te realiseren. Analyse van de bereikte resultaten laat zien dat bepaalde functies door de keuze voor geïntegreerd bosbeheer niet voldoende tot hun recht zijn gekomen. Binnen het nieuwe bosbeheerplan komt daar verandering in. IJssellandschap heeft afhankelijk van de boslocatie en het ontwikkelingspotentieel functiezones toegewezen. Zodoende is er bij de introductie van het nieuwe bosbeheerplan sprake van een overgang van een geïntegreerd naar gedifferentieerd bosbeheer. Hierbij zijn de volgende functiezones te onderscheiden: Natuurbos, Parkbos, Recreatiebos, Productiebos en Landschappelijk bos. Huidige beheer: Geïntegreerd bosbeheer

Beheer 2008-2012: Gedifferentieerd bosbeheer Euro’s

Euro’s

Productiebos

Recreatiebos

Alle bossen Natuurbos Natuurontwikkeling

Bosbeleving

Natuurontwikkeling

Parkbos & landschappelijk bos Bosbeleving


De kenmerken van een functiezone zijn binnen de bosbeheervisie telkens op dezelfde manier gedefinieerd. Hierdoor komen de verschillen duidelijk naar voren. De definiĂŤring is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

Kenmerk Functiezone

Omschrijving

Beheer

Welke beheervorm wordt nagestreefd? Welke boomsoorten zijn gewenst, welke ongewenst (%-verdeling)?

Boomsoortensamenstelling Structuur Natuurdoelen Recreatie en cultuur Houtoogstoogst

Welke bosstructuur wordt nagestreefd? Welke natuurwaarden worden nagestreefd? Welke recreatieve en cultuurdoelen worden nagestreefd? Wat is het gewenste houtoogstniveau?

PSN-subsidie

Welke pakketten uit de PSN kunnen worden aangevraagd?

Maatregelen

Wat is het niveau van ingrijpen?

Tabel 1: kenmerken van de verschillende functiezones

Functiezone Natuur Binnen de functiezone Natuurbos richt het beheer zich voor de volle 100% op het maximaliseren van natuurwaarden. In totaal is deze functie aan 8% van het bezit van IJssellandschap toegekend (92 ha). Referentie binnen deze functiezone is de Potentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV). PNV staat daarbij voor de vegetatie die zich van nature (dus

zonder invloed van de mens) op een bepaalde locatie zal ontwikkelen. De ontwikkeling van een PNV-bos met het bijbehorende bosmozaĂŻek duurt echter tientallen tot honderden jaren. Om deze ontwikkeling goed te laten verlopen moet een natuurbos altijd een behoorlijke omvang hebben (minimum structuurareaal). Daarom is de functie Natuurbos alleen aan grotere boskernen toekent.


Binnen Natuurbos speelt de productie van hout in de toekomst geen rol meer. De natuurlijke dynamiek bepaald uiteindelijk welke bomen blijven en welke sterven. Waarschijnlijk zal in de eerste jaren juist extra worden geoogst. Deze oogst wordt ingezet om ongewenste boomsoorten te verwijderen en om structuur te creëren. De kap van exoten is noodzakelijk omdat anders de kans bestaat dat ze PNV-soorten gaan overheersen. In de Natuurbossen blijft een groot deel van het huidige padenpatroon gehandhaafd, waardoor wandelen en fietsen mogelijk blijft. Op kwetsbare locaties wordt het padenpatroon verdund om de ontwikkeling van natuurkwaliteit meer kansen te geven.

Kenmerken Natuurbos

bos

Beheer

gericht op realisatie PNV

Boomsoorten

100% inheems, geen exoten en op termijn ook geen groeiplaatsexoten

Structuur

object-oppervlakte

(zo mogelijk) uitgaan van het minimum structuurareaal

bosmozaïek

schaal conform PNV

open ruimte

tijdelijke ‘zwervende’ open ruimte overeenkomstig de PNV; 8-12% van de oppervlakte

verjongingsoppervlakte

(zo mogelijk) uitgaan van tenminste het minimum structuurareaal

bosrand

natuurlijke bosrand, ook binnen het bos langs open ruimten

Natuur

dood hout

natuurlijke, hoge dood-houtvoorraad, kwijnde bomen worden nooit geoogst

Recreatie en cultuur

schoonheid

geen aandacht

paden

minimalisering van de hoeveelheid paden tot de NSW-norm

cultuurhistorie

geen aandacht, cultuurhistorische elementen verdwijnen op termijn

Houtoogstoogst PSN-subsidie

eerst extra oogst (ruimen exoten), uiteindelijk geen oogst doelpakket

Maatregelen Tabel 2: kenmerken van de functiezone Natuurbos

natuurbos na omvormingsperiode geen beheer


Functiezone Parkbos Het beheer van de Parkbossen is gericht op behoud en ontwikkeling van schoonheid en het accentueren van de cultuurhistorische kwaliteit. Deze functie is binnen het nieuwe bosbeheerplan toegewezen aan 7% van het bosbezit (82 ha). Binnen de Parkbossen gaat het om het behouden en ontwikkelen van mooie landgoedbossen. Daarbinnen spelen lanen, houtwallen en andere cultuurhistorische elementen zoals grenswallen, zichtassen en historische dijklichamen een zeer belangrijke rol. Parkbossen bestaan voornamelijk uit inheemse bomen, maar anders dan binnen Natuurbos worden markante exoten gehandhaafd en van tijd tot tijd op een bijzondere locatie ingebracht. De recreatieve en belevingswaarde is binnen Parkbos de belangrijkste kwaliteit. Wandelpaden worden optimaal onderhouden. Houtoogst vindt alleen in de verzorgende sfeer plaats en heeft tot doel statige lanen, mooie individuele bomen en boomgroepen met mooie laag betakte kronen te ontwikkelen. Volwassen bomen worden alleen


geveld indien de vitaliteit slecht is of als de veiligheid van bezoekers in gevaar komt. Zware dode bomen worden alleen op unieke locaties gehandhaafd.

Kenmerken Parkbos Beheer

gericht op historische/esthetische relatie tussen bos en wonen

/recreĂŤren >80% inheemse loofbomen, groeiplaatsexoten zeker toegestaan, ook is er plaats voor (groepen) markante exoten

Boomsoorten Structuur

object-oppervlakte bosmozaĂŻek/verjonging open ruimte bosrand

Natuur Recreatie en cultuur

dood hout schoonheid paden cultuurhistorie

Houtoogst PSN-subsidie

doelpakket

Maatregelen Tabel 3: kenmerken van de functiezone Parkbos

op basis van historische opbouw/ontwerp op basis van historische opbouw, opbouw kleinschalig

groepsgewijs permanente open ruimte op basis van historische opbou w scherpe bosranden, geen aandacht voor mantel en zoom geen dood-houtvoorraad, wel plaatselijk markante boomlijken handhaven voor arcadische sfeer, kwijne nde bomen worden geoogst (veiligheid) maximale aandacht op basis van (historisch) bosontwerp in combinatie met bijzondere elementen hoog aandeel, goed onderhouden, paden op basis van historisch patroon maximale aandacht, ook herintroductie van verdwenen en introductie van nieuwe elementen (anno 2009) alleen in de verzorgde sfeer, geen prioriteit, meestal via dunningen, wel eindvelling op basis van veiligheid, voornamelijk zaag- & brandhout (bu/ei) basis bos (aandeel dood hout voldoet niet) intensief beheer, met name gericht op lanen, boom groepen en parkdelen


Functiezone Productiebos Door het inrichten van Productiebossen en de oogst van hout wil de Stichting op duurzame wijze voldoende inkomsten genereren. Met deze inkomsten worden andere functies gefinancierd. In totaal is bijna de helft van het bos (48%, 575 ha) aangewezen als Productiebos.

Binnen Productiebos is het beheer gericht op het oogsten van zoveel mogelijk kwaliteitshout. Daarbij verliest IJssellandschap het duurzaamheidsbeginsel niet uit het oog: gemiddeld wordt ongeveer 90% van de bijgroei geoogst.

Kenmerken Productiebos Beheer

gericht op de maximalisatie van de opbrengst van kwaliteitshout

Boomsoorten Structuur

maximaal 50% inheems object-oppervlakte

minimale oppervlakte van een object is 25 ha, geen maximum

bosmozaïek/verjonging

efficiënt exploitatiemozaïek o.b.v. maximale verjongingsoppervlakte per boomsoort

open ruimte

tijdelijke open ruimte (‘verjongingsgaten’), schaal op basis van exploitatiemozaïek, permanente open ruimte ontbreekt

bosrand

geen aandacht voor natuurlijke bosranden

Natuur

dood hout

minimale aandacht, kwijnende bomen worden geoogst, alleen onverkoopbare bomen blijven in het bos achter

Recreatie en cultuur

schoonheid

weinig aandacht, langs paden enkele karakteristieke bomen (tot 3 per ha)

paden

alleen bewegwijzerde routes worden onderhouden

cultuurhistorie

alleen aandacht voor speciale elementen

Houtoogst PSN-subsidie

via dunningen, doeldiameter en groepsgewijze uitkap, 70-80% naaldhout, 85-90% van de bijgroei doelpakket

Maatregelen Tabel 4: kenmerken functiezone Productiebos

basis bos gemiddeld intensief, gericht op constante hoge opbrengst van kwaliteitshout


Doeldiameter oogst van indiEen oogstmethode gericht op de t wordt bepaald viduele bomen. Het kapmomen m een bepaalde door het moment waarop een boo iameter). diameter heeft bereikt (=doeld

IJssellandschap maakt binnen de Productiebossen gebruik van natuurvolgende methoden (Pro Silva), zoals natuurlijke verjonging en natuurlijke selectie. Binnen de Productiebossen spelen exoten een belangrijke rol. Het gaat daarbij vooral om snelgroeiende soorten die waardevol hout leveren zoals douglas, Japanse lariks en -in mindere mate- Amerikaanse eik. Maar op de armere bodems blijft grove den een belangrijke productiesoort. De houtoogst wordt gerealiseerd door het uitvoeren van dunningen (selectie), de kap van bomen die de ‘doeldiameter’ (zie kader) hebben bereikt en door groepsgewijze velling. Bij groepsgewijze velling wordt gewerkt richting een zogenaamd exploitatiemozaïek (zie kader) . Binnen de Productiebossen worden geen aanvullende maatregelen genomen gericht op het verhogen van natuurwaarden. De oogst vindt zodanig plaats, dat er weinig dood hout ontstaat. Recreatief gebruik in de vorm van bijvoorbeeld wandelen en fietsen is overal toegestaan, al worden alleen doorgaande routes goed onderhouden. Langs paden wordt slechts een gering aantal markante

Exploitatiemozaïek Een exploitatiemozaïek is een door de mens ingericht bosmozaïek, met als doel het realiseren van een kostenefficiënt bosb eheer. Op het moment dat houtproductie het belangrijkste doel is, wordt bij het uitzetten van verjongingsgroepen rekening geho uden met toekomstig beheer. Uit oogpunt van efficiëntie wordt altij d voor de maximale groepsgrootte per boomsoor t gekozen (0,5 -1,2 ha): het exploitatiemozaïek.

bomen vrijgesteld. Belangrijke cultuurhistorische elementen worden binnen het Productiebos zoveel mogelijk behouden, maar niet vernieuwd.


Functiezone Recreatieb Recreatiebos is het meest multifunctionele bos binnen de bezittingen van IJssellandschap. Het beheer is sterk te vergelijken met ge誰ntegreerd bosbeheer. De Recreatiebossen zijn gesitueerd in de nabijheid van Deventer en de omliggende dorpen. In totaal is 31% van het bos als Recreatiebos aangewezen (370 ha). Binnen de Recreatiebossen richt het beheer zich op het optimaliseren van het recreatieve gebruik in combinatie met de ontwikkeling van natuurwaarden en de productie van kwaliteitshout. Ook het behouden van cultuurhistorische elementen, zoals lanen en singels speelt binnen Recreatiebos een belangrijke rol. Recreatiebossen bezitten meestal goed toegankelijke parkeerfaciliteiten in combinatie met een optimaal onderhouden, intensief padenpatroon. Niet alleen langs de paden is veel aandacht voor schoonheid in de vorm van een hoog aandeel mooie (dikke!) bomen en aantrekkelijke bosbeelden, maar ook wat dieper het bos in. Daarnaast speelt de aanwezigheid van permanente open

ruimten, in de vorm van heidevelden, schraalgraslanden of stuifzanden een belangrijke rol. In Recreatiebos is de productiefactor dienend aan de andere functieaccenten. De houtoogst vindt plaats via dunningen en de uitkap van groepen. Hierbij wordt gewerkt met een mix van inheemse boomsoorten en exoten. Dat betekent dat naast PNV-soorten en andere inheemse boomsoorten in mindere mate exoten (mits ze gezond oud kunnen worden) voorkomen. Ook struikvormers spelen een belangrijke rol. Exoten worden niet actief bestreden, maar bij dunningen wordt altijd voor inheems gekozen. Daarnaast wordt ten behoeve van de natuurwaarde gestreefd naar een kleinschalig bosmoza誰ek en de aanwezigheid van veel dood hout, mits veiligheid niet in het geding is.


bos Kenmerken Recreatiebos Beheer

gericht op de integratie van bosbeleving, natuurontwikkeling en productie

Boomsoorten

uiteindelijk maximaal 20% exoten

Structuur

object-oppervlakte bosmozaïek/verjonging open ruimte bosrand

Natuur

dood hout

Recreatie en cultuur

schoonheid

schaal zo fijnmazig mogelijk, op basis van eigenschappen van de boomsoorten permanente open ruimten tot 15% veel aandacht voor bosranden, ook intern dood-houtvoorraad groter dan binnen PSN noodzakelijk, kwijnende bomen worden niet geoogst ’) veel aandacht langs paden, maar ook voor schoonheid in de rest van de opstanden (‘mooie bosbeelden

cultuurhistorie

hoge intensiteit, goed onderhouden, routes in het bos, veel parkeervoorzieningen aandacht voor de belangrijkste elementen, ook worden elementen vernieuwd oogst is dienend, via dunningen, groepsgewijze uitkap en de oogst van doeldiameters

doelpakket

afhankelijk van de situatie basis bos of bos met verhoogde natuurwaarden gemiddeld intensief, gericht op integratie van beleving, natuurontwikkeling en productie

paden Houtoogst PSN-subsidie

van heel klein tot heel groot

Maatregelen Tabel 5: kenmerken van de functiezone Recreatiebos


Functiezone Landschap Een klein deel van de bezittingen van IJssellandschap bestaat uit verspreid in het agrarische landschap liggende bosjes, houtwallen en singels. Deze elementen zijn in het nieuwe beheerplan samengevoegd tot de functiezone Landschappelijk bos. Het Landschappelijk bos heeft een oppervlakteaandeel van 7% (78 ha).

Kenmerken Landschappelijk bos Beheer

gericht visuele kwaliteit van de randen in combinatie met

Boomsoorten Structuur

>90% inheems

object-oppervlakte bosmozaïek/verjonging

Natuur Recreatie en cultuur

n.v.t., meestal één bosfase afwezig

bosrand

extra aandacht voor individuele bomen in de rand, plaats

geen aandacht, kwijnende bomen oogsten

schoonheid

n.v.t., bos is niet toegankelijk

cultuurhistorie

wel aandacht voor speciale elementen via dunningen, geen doeldiametervelling, 70 – 80%

Houtoogst doelpakket

basis bos

Maatregelen Tabel 6 kenmerken van de functiezone Landschapp

elijk ook bosrand ontwikkeling

bos als contour/derde dimensie in het landschap

paden

PSN-subsidie

meestal beperkt

open ruimte dood hout

periodieke opbrengst

gericht op constante opbrengst van kwaliteitshout elijk bos

van de bijgroei


ppelijk bos

Landschappelijk bos is in de meeste situaties niet toegankelijk voor publiek, maar wel van groot belang voor de beleving van het landschap. De bossen hebben vaak een historie als geriefbos, bijvoorbeeld in de vorm van hakhout. Houtoogst heeft binnen het Landschappelijk bos geen prioriteit. De oogst is louter verzorgend. Doel is het Landschappelijk bos zo oud mogelijk te laten worden. Op die manier leveren deze bossen de grootste bijdrage aan een aantrekkelijk landschappelijk decor.


Behandelingseenheden Binnen het beheerplan wordt de hoofdstructuur gevormd door de functiezonering. Per functie zijn verschillende behandelingseenheden onderscheiden. Een behandelingseenheid heeft als kenmerk dat de afdelingen die ertoe behoren ongeveer in dezelfde ontwikkelingsfase verkeren, meestal dezelfde hoofdboomsoort bevatten en grotendeels op dezelfde manier beheerd zullen worden. Per behandelingseenheid wordt in een werkblad een beschrijving gegeven van de huidige situatie, de korte-termijndoelen en de uit te voeren maatregelen. Per functiezone zijn de volgende behandelingseenheden onderscheiden: Productiebos: 1. Grove den 2. Japanse lariks 3. Donker naaldbos (douglas, fijnspar, Abies grandis en alba) 4. Inlandse eik 5. Overig loofhout 6. Jong bos 7. Cultuurhistorische elementen Parkbos: 8. Gemengd bos 9. Ongemengd bos 10. Cultuurhistorische elementen

Recreatiebos: 11. Gemengd bos met structuur 12. Bos zonder structuur of menging 13. Cultuurhistorische elementen Landschappelijk bos: 14. Compacte boskernen 15. Cultuurhistorische elementen Natuurbos: 16. Bos met gering aandeel exoten 17. Bos met groot aandeel exoten die niet sterk uitzaaien 18. Bos met exoten die sterk uitzaaien

De ligging van de verschillende behandelingseenheden is weergegeven op Kaart Behandelingseenheden.


207n 207o 207m

n

522a

522b

521a 522c

Kaart 6 Blok 2 Behandelingseenheden

522d 522e

1 Productie - Groveden

521f

2 Productie - Jap. lariks

522f 524b

3 Productie - douglas

521h 524d

4 Productie - Inl. eik 5 Productie - Overig loofhout

520e 520d 520f

14 Landschap - compacte boskernen 15 Landschap - cultuurhist. elementen 16 Natuur - weinig exoten

520l

520j

524j

524l 525d

521n

520k 520h

523a

521m

520g

12 Recreatie - ongemengd 13 Recreatie - cultuurhist. elementen

524g

521k

9 Park - ongemengd 11 Recreatie - gemengd

524a

524f

520c

8 Park - gemengd 10 Park - cultuurhist. elementen

524c

524e

521j

6 Productie - jong bos 7 Productie - cultuurhist. elementen

522g

521d

525b 520m

524p 525c

524o 521o 525p

17 Natuur - veel exoten

525g

525r

18 Natuur - sterk zaaiend 19 Natuur - cultuurhist. elementen

525q

Overig terrein Buiting Advies In opdracht van Stichting IJssellandschap Dieren december 2007 Bron: Topografische Dienst Kadaster 0 30 60

120

180

240 Meters

525h 525k

525l 525m


Zone: Natuurbos Behandelingseenheid 16: Bos met gering aandeel exoten

Totale oppervlakte: 14,4 ha

Afdelingen: 116 Huidige situatie Bos dat behoort tot deze behandelingseenheid wordt in de meeste gevallen gedomineerd door inlandse eik of groveden. De meeste afdelingen zijn ongemengd. Er is redelijk veel ondergroei aanwezig, voornamelijk lijsterbes en berk. Voor de natuurwaarde is het gunstig dat het bos nauwelijks exoten bevat, maar het veelal ontbreken van menging, structuur, dood hout en een natuurlijke bosrand is ongunstig. Aangezien deze kenmerken ook van belang zijn voor de recreatie, is ook de recreatieve waarde van het bos niet optimaal. Gewenst resultaat (2007-2012) Een bos met veel structuur, menging, gevarieerde bosranden, dood hout en een natuurlijk bosmozaĂŻek. Uitheemse bomen en groeiplaatsexoten die eerst nog op bescheiden schaal aanwezig waren, zijn geheel verwijderd. Alleen in de opstanden die nog niet aan dunning toe waren, zijn de exoten voorlopig blijven staan. Amerikaanse vogelkers is ook bestreden.

Keuzemaatregelen 4. Inheemse boomsoorten vrijstellen 5. Inheemse loofbomen vrijstellen 9. Hakhout afzetten 10. Structuurverbetering aanbrengen 11. Verjongingsgaten creĂŤren 12. Groepsgewijs niets doen 13. Bosranden ontwikkelen 14. Niet-vitale bomen sparen Voorbeeld van een werkblad

16. Natuurlijke doodhout-voorraad ontwikkelen 17. Groepsgewijs inheemse bomen inbrengen 18. Groepsgewijs inheemse struiken inbrengen 20. Laan verjongen 22. Onderhoudssnoei/doodhout-snoei uitvoeren 23. Amerikaanse vogelkers bestrijden 24. Exoten en groeiplaatsexoten bestrijden 27. Niets doen


Maatregelen Om de verschillende doelstellingen in de vijf functiezones te realiseren heeft IJssellandschap een set met beheermaatregelen ontwikkeld. Hieronder wordt een aantal van deze maatregelen nader toegelicht. De beschreven maatregelen kunnen in verschillende functiezones worden ingezet.

Aanwijzen toekomstbomen De belangrijkste stap bij het sturen van de bosontwikkeling is het bepalen van de bomen of boomgroepen die uit het oogpunt van de doelstelling extra bevoordeeld moeten worden. Dit zijn bomen die door hun betekenis voor natuur, houtproductie en/of beleving voorbestemd zijn om een

25%

20% 20%

25%

25% 20%

25%

25%

25% 20%

lange tijd een rol in het bos te spelen. Dit zijn de zogenaamde toekomstbomen: bomen die uiteindelijk deel gaan uitmaken van het eindbosbeeld. Om de gemaakte keuzes in het veld vast te leggen worden deze bomen soms met een blauwe stip gemarkeerd. In oudere bossen heeft het weinig zin om deze toekomstbomen te markeren. De blesser selecteert hier tijdens het uitzetten van de maatregelen echter wel in gedachten toekomstbomen. In de regel zal voor bos binnen de functiezone natuur gelden dat inheemse bomen worden vrijgesteld en dat de structuur verbeterd wordt. In productiebos daarentegen zullen juist de rechte en productieve bomen vrijgesteld worden. Dit zijn meestal exoten.

Hoeveel procent van de kroon van een boom vrij moet staan om te garanderen dat de kroon zich goed kan ontwikkelen is afhankelijk van de soort en varieert tussen 15 en 75% van de levende kroon.

groepenkap

gewoon dunnen groepsgewijs niets doen


Dunnen: vrijstellen van toekomstbomen Een toekomstboom (al dan niet met blauwe verf gemarkeerd) moet regelmatig, meestal om de vijf jaar, worden vrijgesteld, zodat de kroon ruimte krijgt om zich verder te ontwikkelen. Deze ingreep wordt ‘dunnen’ genoemd. Tijdens een dunning worden de dunningsbomen (de te verwijderen bomen) met een felgekleurde oranje streep op ooghoogte gemarkeerd. Deze bomen worden vervolgens ‘op stam’ (=staande in het bos) verkocht. De opbrengsten van de verkoop worden door IJssellandschap gebruikt om andere doelen (natuurontwikkeling of bijvoorbeeld restauratie van gebouwen) te financieren.

Uitkap van groepen Om de ingroei van jonge bomen te organiseren worden regelmatig verspreid over het bezit van IJssellandschap ‘groepen’ uitgekapt. De open ruimte die hierdoor ontstaat zorgt ervoor dat spreiding in leeftijd ontstaat, waardoor ook in de (verre) toekomst regelmatig bomen kunnen worden verkocht. In het algemeen varieert de oppervlakte van een te kappen groep tussen de 500 m2 en maximaal 1 ha (10.000 m2).

Groepsgewijs niets doen Meestal is ingrijpen in bos noodzakelijk om bepaalde doelen te bereiken. Een goed voorbeeld is het periodiek geven van ruimte aan toekomstbomen. Het is echter nog vrij onbekend dat ook ‘groepsgewijs niets doen’, dus bewust niet ingrijpen, tot goede resultaten kan leiden. Door in een bos bepaalde delen groepsgewijs niet te dunnen neemt de variatie toe. Dat kan bijvoorbeeld als de ondergroei overal even hoog is. Door groepsgewijs delen sterk te dunnen (ondergroei groeit versnelt door) en delen niet te behandelen (ontwikkeling van de ondergroei wordt onderdrukt) wordt afwisseling gerealiseerd. Deze maatregel geldt voor delen van één afdeling en is dus duidelijk een andere maatregel dan in de gehele afdeling ‘niets doen’. De


maatregel is plaatselijk nodig, omdat met afdelingsgewijs niets doen de bestaande structuur nauwelijks wordt verbeterd.

Bosrand ontwikkelen Bosranden zijn met name van groot belang voor de natuurwaarden. Daarnaast zijn bosranden recreatief aantrekkelijk vanwege de visuele afwisseling en

het grote aantal bloeiende struiken. Bosranden kunnen ontwikkeld worden waar bos grenst aan wegen, korte vegetaties (heide, schraalgrasland), vennen of landbouwpercelen. De strakke bosrand wordt doorbroken door op een strook variĂŤrend in breedte tussen 5 en 25m in stappen de kroonbedekking te verlagen tot 20 ĂĄ 40%. Hierdoor krijgen lichtminnende struiken en kruiden de kans zich te vestigen.

Bestrijden van woekerende soorten In het verleden zijn verschillende boom- en struiksoorten vanuit alle delen van de wereld naar Nederland gehaald. Bepaalde soorten, zoals bijvoorbeeld Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik, doen het hier zo goed dat ze de neiging hebben te gaan woekeren. In bosdelen waar dat het geval is, worden deze soorten door IJssellandschap systematisch bestreden. Toch gebeurd dat niet overal: binnen het Productiebos heeft Amerikaanse eik wel een belangrijke rol. Amerikaanse vogelkers wordt overigens wel overal bestreden.

Opbouw dood-houtvoorraad De aanwezigheid van voldoende dood hout is ecologische van groot belang. Vandaar dat IJssellandschap de dood-houtvoorraad in een gedeelte van haar bezit wil verhogen. Dode en kwijnende bomen blijven daarom zoveel mogelijk in het bos staan. Daar waar voldoende dode en kwijnende bomen ontbreken, wordt de voorraad actief verhoogd door bomen te ringen, waarna ze op stam zullen sterven.

Inbrengen van bomen en struiken Als op een locatie bepaalde belangrijke boom- of struiksoorten ontbreken, zal IJssellandschap ze introduceren.


Werkplanning Per boscomplex wordt door IJssellandschap in het kader van het nieuwe bosbeheerplan een mix van de bovenbeschreven maatregelen uitgevoerd. De praktische invulling wordt daarbij afgestemd op het betreffende functieaccent. Zo zal een dunning in een Natuurbos er duidelijk anders uitzien dan een dunning in een Productiebos. Voor een efficiënte uitvoering van het beheerplan is het eigendom van de Stichting in 5 werkblokken verdeeld. Elk jaar worden de noodzakelijk beheermaatregelen binnen één werkblok uitgevoerd. In de andere werkblokken voert IJssellandschap, afgezien van werkzaamheden in verband met calamiteiten (storm), voorbereiding of nazorg, geen ingrepen uit. Elke afdeling wordt zo dus maximaal één maal per 5 jaar gedund. In een werkblok wordt in augustus/september gestart met het verwijderen van de ongewenste boom- en struiksoorten in de struiklaag. Het gaat dan bijvoorbeeld om de bestrijding van Amerikaanse vogelkers. Vervolgens worden in de winter de bomen gemarkeerd die moeten verdwijnen (bleswerk). Het echte oogsten vindt plaats tussen

half juli en half maart. Tussen half maart en half juli wordt in principe niet geoogst, omdat dan de meeste vogels broeden. Verstoring van (zeldzame) planten- en diersoorten moet te allen tijde worden voorkomen. In principe kan IJssellandschap jaarlijks net zoveel hout oogsten als er op het totale bezit bijgroeit. In de praktijk ligt dat niveau door natuurlijke sterfte, stormschade en het achterblijven van boomtoppen iets lager. Bovendien is het plaatselijk gewenst om een voorraad dood hout op te bouwen, waarvoor ook bijgroei moet worden ingezet. Vandaar dat het oogstniveau per functiezone verschilt.


FSC-certificering De bossen van Stichting IJssellandschap zijn FSCgecertificeerd. Het FSC-keurmerk is ontwikkeld door de Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer) en staat voor hout(producten) afkomstig uit gegarandeerd duurzaam beheerde bossen. Het FSC-keurmerk staat tevens voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Door de FSC-standaard toe te passen laat IJssellandschap zien dat de Stichting meer doet dan technisch goed bosbeheer.

Groepscertificering De certificering binnen IJssellandschap maakt deel uit van het zogenaamde groepcertificaat binnen de Nederlandse FSC-standaard. Groepcertificering heeft voor boseigenaren veel voordelen ten opzichte van individuele certificering. Ten eerste zijn de kosten lager en ten tweede kunnen enkele FSC-criteria op groepsniveau worden ingevuld. Boseigenaren binnen de FSC-groep moeten aan de 10 principes van goed bosbeheer voldoen. Deze principes hebben niet alleen betrekking op ecologische aspecten. Naast aandacht voor soortenbescherming komen ook de sociale aspecten van bosbeheer, zoals de omgang met publiek,


nadrukkelijk aan de orde. Het nieuwe beheerplan voldoet aan de FSC-criteria. De introductie van gedifferentieerd bosbeheer kan gevolgen voor de groepscertificering hebben. Per functiezone zijn de volgende verschuiving te verwachten:

Natuurbos, 92 ha • meer menging, meer inheemse bomen en minder naaldhout. • op korte termijn relatief veel oogst als gevolg van het omvormen van uitheems naar inheems en het verbeteren van de structuur. • op lange termijn zullen de ecologische functies en biodiversiteit van het bos verbeteren. Parkbos, 82 ha • geen grote veranderingen ten opzichte van het tot op heden gevoerde beheer. Productiebos, 575 ha • aandeel exoten neemt toe. • toename aandeel naaldhout en (groepsgewijze) menging.

• op korte termijn relatief veel oogst als gevolg van het omvormen van improductieve opstandsdelen. Op lange termijn komen de ecologische functies en biodiversiteit van het bos meer onder druk te staan; Recreatiebos, 370 ha • aandeel exoten neemt (iets) af. • op korte termijn relatief veel oogst als gevolg van het verbeteren van de bosstructuur. • op lange termijn zullen de ecologische functies en biodiversiteit van het bos verbeteren. Landschappelijk bos, 78 ha • geen grote veranderingen ten opzichte van het tot op heden gevoerde beheer.

Per saldo zullen de geschetste effecten elkaar opheffen. Wel zal meer menging ontstaan en is er sprake van het –tijdelijk- vrijkomen van meer dunningshout. Op basis van de uitgangspunten van het nieuwe beheerplan is de tijdelijke verhoging van het oogstvolume op eenvoudige wijze aan de certificerende organisatie te verantwoorden. Er zijn dan ook geen problemen te verwachten in relatie tot het FSC-certificaat.


Colofon Een uitgave van Stichting IJssellandschap In samenwerking met Buiting Advies Tekst Ir. ing. Ronald Buiting Ing. Erik Roest Vormgeving Esther Nijhuis


ge誰ntegreerd naar gedifferentieerd bosbeheer Van

Stichting IJssellandschap Haereweg 4 8121 PJ Olst www.ijssellandschap.nl

Buiting Advies Wilhelminaweg 64 6951 BP Dieren www.buiting.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.