Italian lifestyle www.buonissimo.be
Nr. 01/2013 € 4,95
magazine voor en door liefhebbers van Italië
nieuw
1ste
gloednieuwe italomagazine
•
gastronomie •
reizen •
cultuur •
mode
SMEG CLASSICI OVEN SFP390X. ENERGIEKLASSE A-20%
- PUGLIA - editie najaar
Tijdloos design. Eindeloos efficiënt.
MARINA
Rocco Granata’s jeugd
puglia
Eenvoud siert de hak van de laars
GUIDO GUIDI Fotograaf en neorealist
ITALIAANSE TOPKOKS
Giamba, Marangon, Giacomazza
© 2013/n01
www.smeg.be
Be_Smeg_Ik_ga_je_vais_SFP390.indd BSM_013_cover.indd 1 0813-0335_Adv Buonissimo.indd 1 1
§
30/07/13 28/08/13 11:40 10:15
30/09/13 03:49
? e f i l r o f y Craz
l o r e p A ! z t i r p S
3 2 1
cco e s o r P delen rol e p A n e l de r e t a w t i e spu scheutj ijf je Ijs en
pelsch
aasap een sin
Ons vakmanschap drink je met verstand.
BSM_013_cover.indd 2
30/09/13 03:49
Ciao Buonissimo-lezer, Apetrots zijn wij. Voor u ligt de allereerste uitgave van onze gloednieuwe glossy over Italië: Buonissimo. Toen we enkele maanden geleden onze vereniging Taste Italy vzw boven de doopvont hielden, leek de belangrijkste bestaansreden ervan, de uitgave van een italomagazine, nog enorm ver van ons verwijderd. Met veel hard werken en de steun van een groep enthousiaste medewerkers zijn we nu zo ver. Wij zijn trots om verschillende redenen. Zo is Buonissimo zonder meer het eerste magazine voor en door liefhebbers van Italië. Toen we enkele maanden geleden een oproep lanceerden voor auteurs die een artikel wilden plegen over hun favoriete land, hadden wij nooit vermoed dat er zoveel mensen met passie voor Italië waren. Onze dank gaat daarom uit naar al wie een redactionele (of andere) bijdrage aan ons magazine heeft gedaan. Trots zijn we ook op onze groeiende community in de virtuele wereld. Het aantal likes op onze facebookpagina’s groeit gestaag aan. Als je nog geen deel uitmaakt van onze virtuele wereld, nodigen we je bij deze uit om even te surfen naar www.facebook.com/passionegusto, of tik gewoon taste-italy in het zoekvenster in. Wij voorzien onze websites en facebookpagina’s regelmatig van nieuwtjes.
Mi Piace
De bestaansreden van Taste Italy is de promotie van Italië en alles wat Italiaans is. Bent u zo gepassioneerd als wij over ons favoriete land? Sluit u dan bij ons aan: we zijn immers allen amici, amici van Italië.
TASTE-ITALY
Namens Taste Italy vzw & Buonissimo, italian lifestyle magazine
Volgende editie voorjaar 2014 Thema: Sicilia
Steven Van Raemdonck, Dirk Michiels, Gabriele Pellegrini
COLOFON
Buonissimo is een uitgave van Taste Italy vzw (V.U.) - L.Van Bauwelstraat 8 bus 1 - B-2222 Heist-op-den-Berg. Jaarabonnement enkel mogelijk als lid van vzw Taste Italy - België: € 25/jaar. Nederland: € 30/jaar • verschijnt tweemaal (voor- en najaar) Hoofdredactie Steven Van Raemdonck Art Director & Design Gabriele Pellegrini Grafische vormgeving Eva Nowosielska-Falconieri Sales & Publiciteit Dirk Michiels, Gabriele Pellegrini Werkten mee aan dit nummer Marc Vandenbon, Luc Bosmans, Bart Tordeurs, Dorinda Dekeyser, Catherine Duprès, Michaël Van Raemdonck, Steven Van Raemdonck, Dirk Michiels, Remo Varkevisser, Jacqueline Verwer, Janny van der Vlies, Erik Cajot, Antonio Masciello, Koen Branckaerts, Gabriele Pellegrini, Nadja Verjans, Paul Grimmon, Anne Coen Met dank aan: CVO’s, ModeMuseum Hasselt Fotografie & cover Dirk Michiels, Lani & Yana Pellegrini, Matthias Callay, Luc Bosmans, Erik Cajot, Dirk Huybrechts, Kristof Vrancken & Shutterstock Digital Marketing Marco Caforio, Gabriele Pellegrini Websites magazine: www.buonissimo.be • vereniging: www.taste-italy.be Contact Fax 03/248 68 88 info@taste-italy.be (vereniging) • info@buonissimo.be (magazine) De in Buonissimo geplaatste advertenties zijn de uitsluitende verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, bemiddelaar of adverteerder. Buonissimo streeft naar een zo groot mogelijke betrouwbaarheid van de opgenomen informatie. De redactie kan in geen geval en op geen enkele wijze hiervoor aansprakelijk gesteld worden. Buonissimo en Passione e Gusto zijn merknamen van Abbey Street bvba uitgebaat door Taste Italy vzw. ©2013. Alle rechten voorbehouden.
TASTE ITALY
2
contenuto
Cultura • Gastronomia • Arte • Design • Cucina Italiana • Moda
04 Chi Siamo
20 Castel del Monte
Taste Italy vzw… wie zijn wij?
Een slot met heel veel vraagtekens …
22 Joodse Revival in Trani
Puglia herontdekt erfgoed …
26 Terra ai reduci
De geschiedenis van het “Opera Nazionale Combattenti” …
30 Egnazia
In het spoor van de Romeinen …
34 Polignano a Mare 08 ROCCO GRANATA
Het gebeurt niet zo vaak …
Nel Blu dipinto di blu
36 PUGLIA
Testimonianza di un’infanzia …
38 Cucina Italiana
Sfogliatelle alla crema di semolino
16 Puglia
Puglia is allang geen arme regio meer …
42 De Natte Straten van Venetië
Geen auto’s in de Dogenstad …
46 Liana & Fabio Marangon
Kwarteeuw Italiaanse authenticiteit …
48 Guido il Misterioso
Adept van Italiaans neorealisme
contenuto 50 Museo Nazionale Romano te Rome
Wie op citytrip vertrekt …
68 Giamba Pasquali
Outlow met passie
56 Nuovi prodotti
Design, gastronomia, bibite, …
70 Hendrik Cleiren
58 Giuseppe Giacomazza
La seconda generazione
60 Presto ma non troppo
Met Ottorino Respighi dwars door Rome
62 Keramiek als kunstvorm
Familiebedrijf Edelweiss uit “città della ceramica” …
64 Moda Made in Italy
ModeMuseum Hasselt op zijn Italiaans
Italië inspiratiebron voor kunstschilder
74 Simba Abarth 1150 Corsa
Franse Italiaan of Italiaanse Fransman?
76 Pietro Mennea Eroi Italiani
80 Politiek & Italië
Stormachtig huwelijk …
84 Mysterie en historische sluiers
Het waarom van Italië en zijn magie …
88 In ritardo o troppo di ritardo
Come le culture possono avere una prospettiva …
92 Appuntamenti
Agenda oktober, november, december, …
94 Gezocht
Taste Italy vzw is steeds op zoek naar …
95 Film
IO e te, …
96 Nederlandstaligen in Italië
Samantha Mommens
TASTE ITALY
4
Chi siamo
wie Chi zijn siamo wij noi Taste Italy vzw... wie zijn wij? Taste Italy vzw werd opgericht door Dirk, Gabriele en Steven die een passie hebben voor Italië en alles wat Italiaans is. Om zoveel mogelijk mensen te laten meegenieten van hun netwerk rond Italië en Italiaanse producten, hebben zij een vereniging opgericht. Hebt u een idee of een suggestie voor samenwerking? Stuur een email naar info@taste-italy.be Het doel van vzw Taste Italy bestaat uit het samenbrengen van alle liefhebbers van de Italiaanse “way of life”, en ze laten proeven van het allerbeste uit Italië, letterlijk zowel als figuurlijk. Taste Italy heeft immers een neus voor Italiaanse authenticiteit! Taste Italy draagt zijn boodschap uit via het eigen magazine, Buonissimo, en via het eigen Italiaans event Passione e Gusto. Daarnaast werkt Taste Italy samen met initiatieven die als thema Italië hebben, zoals bijvoorbeeld recent nog de Italiaanse Dag van de stad Tongeren. Taste Italy organiseert en steunt voordrachten, workshops, productvoorstellingen en culturele initiatieven, voor zover Italië als thema centraal staat.
Buonissimo, ons magazine Buonissimo, het magazine dat u op dit eigenste ogenblik vasthoudt, is de trots van Taste Italy vzw. Ons ledenblad verschijnt tweemaal per jaar, in voor- en najaar. Buonissimo houdt je op de hoogte van de activiteiten van Taste Italy vzw. Maar er is veel meer. Elk magazine bevat reportages over allerhande met Italië gelinkte onderwerpen. Een niet onaardig deel van de artikels is in de Italiaanse taal geschreven: nuttig voor wie Italiaans studeert of wil leren kennen. Door zijn mooie vormgeving is het een hebbeding dat perfect op je salontafel past. Buonissimo magazine wordt thuisgestuurd naar alle leden van Taste Italy vzw, en is ook als losse uitgave te koop bij een selecte groep verdeelpunten. Deze vindt je steeds op onze website.
TASTE ITALY
6
Taste Italy
Telefoonnummer
Postcode
Straat/nr/bus
Ik knip deze bon uit of kopieer hem en stuur ingevuld terug naar vzw Taste Italy, L.Van Bauwelstraat 8 B-2222 Wiekevorst, fax naar 03/248 68 88 of scan in email naar info@taste-italy.be
Gemeente
Geboortedatum
Voornaam Naam Geslacht m/v
Ik vermeld in de mededeling “lid 2013 + mijn naam en adres”. Ik ontvang mijn persoonlijke lidkaart die me voordelen geeft en twee nummers van Buonissimo magazine per jaar. Via mail blijf ik op de hoogte van Taste Italy’s voordelen en word ik uitgenodigd voor Taste Italy’s activiteiten.
JA, ik word nu lid van Taste Italy vzw. Ik stort 25 euro (30 euro als ik in Nederland woon) op IBAN BE36 6528 2999 0181, BIC HBKABE22 van vzw Taste Italy, L.Van Bauwelstraat 8 B-2222 Wiekevorst.
Onze activiteiten Taste Italy vzw organiseert op jaarbasis een aantal activiteiten waarbij onze leden steeds een streepje voor hebben. Op het programma: voordrachten, presentaties en workshops, maar evenzeer netwerkavonden of informatiesessies met als thema Italië. Passione e Gusto tenslotte is ons eigen Italië-event. Blijf op de hoogte van onze recentste activiteiten via de activiteiten kalender op onze website www.taste-italy.be.
Ledenvoordelen Taste Italy vzw onderhoudt goede contacten met invoerders van Italiaanse producten, Italiaanse restauranthouders, organisatoren enzomeer. Onze goede contacten leveren direct voordeel voor u als lid: kortingen op voorstellingen, producten enz op vertoon van uw lidkaart.
Bent u ook zo’n echte Italië-fanaat? Wilt u genieten van alle voordelen als lid van Taste Italy vzw? Wilt u Buonissimo magazine thuisgestuurd krijgen? Word vandaag nog lid door overschrijving van 25 euro (30 euro indien u in Nederland woont) op rekeningnummer BE50 8804 2699 1118, BIC HBKABE22 van vzw TasteItaly. Schrijf u in via onze website www.taste-italy.be/lid-worden of gebruik onderstaande coupon. Uw lidgeld biedt u: • tweemaal per jaar (voorjaar-najaar) het nieuwe Buonissimo magazine, formaat A4, 100 pagina’s, bij u thuis in de bus • extra voordelen op de door Taste Italy georganiseerde activiteiten • onze electronische nieuwsbrief met berichten over alles wat Italiaans is • exclusieve invitaties voor Italiaanse activiteiten, netwerkavonden, enzomeer
TASTE ITALY
8
MARINA
Terug naar de roots van
Rocco Granata Het gebeurt niet zo vaak – zeg maar gerust: zelden – dat een film gemaakt wordt gebaseerd op het leven van iemand die nog “onder ons” is. In voorkomend geval hebben we het dan al snel over levende legendes. De figuur van Rocco Granata, die belicht wordt in de nieuwe Belgisch-Italiaanse filmproductie “Marina”, is er zo eentje. Ondanks een drukke agenda, vond Rocco tijd voor een praatje met Buonissimo over de nieuwe film, zijn nieuwe cd én de heruitgave van zijn biografie.
Buonissimo: Wat doet het met een mens - zelfs een wereldberoemd mens als Rocco - dat er bij leven een film over jezelf wordt gemaakt? Natuurlijk is het een eer voor mij, maar anderzijds was het ook gewoon een project waar al lang over gesproken werd. Als ik erover nadenk is het vooral een eerbewijs aan mijn ouders die zoveel opgeofferd hebben voor ons. Zij zouden wel ongelooflijk fier geweest zijn. En natuurlijk voor de kleinkinderen is het een heel evenement. Een film over hun ‘Nonno’. Mijn kleinzoon Toto speelt een figurantenrolletje : hij zit in de klas naast ‘Rocco’. Buonissimo: Je hebt de film al gezien. Krijgen we een getrouw beeld van hoe het werkelijk was? Is er veel fictie of fantasie bijgevoegd? Ja, ik heb de film gezien. Maar voor mij is het heel moeilijk om objectief te zijn. Mijn kinderen kunnen dat ook niet. Uiteraard vinden ze de film fantastisch. Mijn dochter huilt van het begin tot het einde : ze ziet haar grootouders en hoort het Calabrees dialect weer waarmee
ze opgegroeid is. Het is een heel getrouw beeld, alles is zoals ik het in mijn boek geschreven heb. Alleen had ik toen niet zoveel tijd voor de meisjes. Muziek kwam eerst (lacht). Buonissimo: Ben je actief bij het filmproces betrokken geweest? Heeft men je gevraagd over de schouders te kijken voor het scenario? Ja, ik was betrokken bij het filmproces. Ik heb het scenario verschillende keren gelezen en beetje bij beetje gebeurden er aanpassingen tot ik het goed vond. Het was niet altijd gemakkelijk want film is mijn wereld niet, maar ik stelde volledig vertrouwen in Stijn. Hij is een fantastische regisseur en bovenal een fantastisch mens. Buonissimo: Ben je effectief zelf op de set geweest? Ik ben verscheidene keren op de set geweest. Soms was het moeilijk en vooral heel emotioneel. Zo was ik aanwezig bij een scène met Matteo en Donatella (die respectievelijk Rocco en zijn mamma spelen n.v.d.r.). Het ging om een gesprek dat ik werkelijk ooit gevoerd heb
TASTE ITALY
10
MARINA
met mijn moeder. Het was zo levensecht dat de tranen me over mijn wagen vloeiden (wordt ook nu weer emotioneel). De speech coach die naast mij stond was zo aangedaan dat hij ook begon te huilen. Buonissimo: Heb je enige invloed gehad op de keuze van acteurs? Hoe vind je dat ze het er vanaf brengen? Ik heb geen inspraak gehad bij de keuze van de acteurs. Voor alle duidelijkheid: ik wilde dat ook niet. Ik had uit de gesprekken met Stijn begrepen dat hij vooral goede acteurs wilde. Een film maken is kostelijk daardoor wou Stijn echt professionele mensen. Hij had van bij het begin Matteo Simoni in zijn achterhoofd al had hij dat aan hem zelf niet verteld. Matteo zelf heeft er alles voor gedaan om uitgekozen te worden : hij ging naar Calabrië om Calabrees te leren, leerde accordeon spelen en ging dan pas naar de auditie. Zoals zelfs de grote Marlon Brando zich ook voorbereidde op zijn rol voordat hij auditie ging doen voor ‘The Godfather’. Dit vechten om te bereiken wat je wil, herkende ik : ik had ook zo gevochten omdat ik in ‘Marina’ geloofde. Matteo heeft het fantastisch gedaan. Ik hoop dat hij in het buitenland ook
wordt opgemerkt en dat hem een internationale carrière wacht. Evelien is mooi en ondeugend. Een heel aangename verrassing voor mij is de zoon van Jan Decleir, Jenne. Hij heeft een kleine rol, maar niet alleen bij mij, maar bij iedereen die de visie zag, blijft zijn personage bij. Buonissimo: Door de hype rond de film zou men bijna vergeten dat je in eerste instantie nog steeds muzikant bent. Voor je nieuwe album “Argentina” heb je je laten inspireren niet zozeer door je geboorte- of adoptieland, maar door Argentinië notabene. Hoe kom je daarbij? Aan de basis van de mijn nieuwe CD ‘Argentina’ ligt een CD’tje dat ik toegestuurd kreeg door een Argentijns muzikant, Enrique Noviello. Mijn dochter Jessica had het beluisterd, vestigde er mijn aandacht op en had de muzikant op het kantoor uitgenodigd. Het klikte meteen tussen ons. Dat lag ook voor de hand want zoals iemand mij schreef ‘Argentijnen zijn eigenlijk Italianen die Spaans spreken’. Daaruit groeiden het idee, de composities, de CD en onze vriendschap.
Buonissimo: Is het anders of moeilijker om in het Spaans te zingen dan in het Italiaans of Nederlands? Kan je hetzelfde gevoel brengen als in je moedertaal? Natuurlijk was het anders. Ik moest er meer bij nadenken . Maar het is Argentijns Spaans, wat sowieso al anders klinkt. Al bij al viel het voor mij erg mee.
Mijn muziek is mijn passie en mijn passie is mijn werk. Het zal nooit veranderen.
Buonissimo: Weldra verschijnt ook de nieuwe versie van je autobiografie “Mijn leven� bij Lannoo. Kan je daar iets over vertellen? Het boek is er gekomen omwille van de film: Stijn vroeg me om mijn herinneringen eens op te schrijven, zodat hij hieruit gemakkelijker een scenario zou kunnen distilleren. Zonder Stijn zou het boek er nooit gekomen zijn. Want eerlijk gezegd, het was een heel zwaar werk en soms kan ik niet geloven dat ik dat klaargespeeld heb. Buonissimo: Hoe doe je het om na een rijk leven met vele uitschieters nog enthousiast te geraken over nieuwe projecten? Wat houd je aan de gang? Uiteraard blijf ik enthousiast. Hoe zou het ook anders. Mijn muziek is mijn passie en mijn passie is mijn werk. Het zal nooit veranderen. Mijn kinderen vinden dat ik het een beetje rustiger aan moet doen. Net als jij staan zij erover verwonderd hoe ik steeds met nieuwe projecten kom. Ze vinden dat ik alles bereikt heb waarvan iemand kan dromen. Maar neen, stoppen kan ik niet. Steven Van Raemdonck
TASTE ITALY
12
MARINA
MARINA, DE FILM komt er toch verdraaid dichtbij. Basis van het verhaal is immers Rocco’s biografie “Mijn leven”, meer bepaald zijn jeugdjaren als jonge Italiaanse immigrant in Limburg. Hieraan zijn door de makers een aantal kenmerken toegevoegd, die “Marina” een zeer universeel karakter geven. Je kan het verhaal bekijken als een nog steeds actueel verhaal over immigratie (denk maar aan de ontelbare nieuwsitems over Afghanen, Syriërs… dezer dagen), maar ook als een typisch “coming of age” verhaal voortgestuwd door een vader-zoon conflict. Wat het project rond “Marina” uitzonderlijk maakt, is de samenwerking tussen Rocco Granata’s land van herkomst Italië en zijn adoptieland België. Deze samenwerking is niet louter financieel, maar ook inhoudelijk. Daarnaast is er natuurlijk ook de cast. Er werd immers geopteerd voor authenticiteit, waardoor de rollen van vader en moeder als vanzelfsprekend bij Italiaanse acteurs werden neergelegd. En niet van de minste: Luigi Lo Cascio (“La meglio gioventù”) speelt de rol van vader Salvatore, terwijl Donatella Finocchiaro (“Angela” van Roberta Torre) het personage van Rocco’s moeder voor haar rekening neemt. En aan wie kon de hoofdrol van Rocco beter toevertrouwd worden dan aan een jonge Vlaamse acteur met Italiaanse roots? De 26-jarige Matteo Simoni heeft reeds heel wat toneelervaring, en speelde mee in diverse TV-series. Ook zijn filmervaring is ondanks zijn jonge leeftijd aanzienlijk, met rollen in “Zot van A” en “Weekend aan zee”.
Wat?
Wie?
Rocco Granata wordt geboren in het Calabrese dorpje Figline Vegliaturo. In 1948 – Rocco is dan tien jaar – beslist zijn vader zoals vele Italianen uit het zuiden om zijn geluk te beproeven in België als mijnwerker. Een jaar later laat hij zijn gezin overkomen: een grote schok voor de jonge Rocco. Ondanks de vreemde taal en cultuur wil Rocco zijn zoals iedere jongen van zijn leeftijd, en het beste maken van zijn leven. Om het rauwe mijnwerkersbestaan te ontvluchten, vindt hij een uitweg in zijn passie: muziek. Tegen de overtuiging van zijn vader in…
Matteo Simeoni (Rocco), Luigi Lo Cascio (vader Salvatore), Donatella Finocchiaro (moeder Ida), Evelien Bosmans (la ragazza), Warre Borgmans (meneer Somers), Chris Van den Durpel (Tony Bruno). Verder met o.a. Cristian Campagna, Maite Redal, Mattias Van de Vijver en Karel Vingerhoets.
Hoe? De makers van de film, regisseur Stijn Coninx en producent Peter Bouckaert, mogen dan beweren dat “Marina” geen echte “biopic”is, deze film, die vanaf november in de zalen loopt,
Wanneer? De release is voorzien op 6 november 2013.
Inkom GRATIS
zon. 8
december 11-18u ‘t Bau-huis
Slachthuisstraat 60
www.passionegusto.be “Nieuw Buonissimo magazine HIER verkrijgbaar”
TASTE ITALY
14
Reis la storia
TASTE ITALY
16
puglia
puglia Eenvoud siert de hak van de laars
Bont, vrolijk en luidruchtig, zo verloopt het alledaagse leven in de hak van de Italiaanse laars. De regio Puglia verbaast de bezoeker die er voor het eerst komt. Het is de magische streek van de hagelwitte trulli. Je ontdekt er de minder monumentale en minder weelderige kant van ItaliĂŤ. En toch houden de ApuliĂŤrs van hun land en zijn ze trots op de lokale tradities.
Puglia is allang geen arme regio meer waar ooit je bezittingen vogelvrij werden verklaard en waar je een grote kans liep om op klaarlichte dag te worden beroofd. Twintig jaar geleden was Puglia nog een ongerepte streek, een vertrekpunt voor de globetrotters en interrailers die vanuit Bari en Brindisi de boot naar Griekenland namen. Ze hadden er geen idee van dat ze de mooiste stad van het zuiden, de barokstad Lecce, links lieten liggen.
Overweldigende schoonheid Al in de Oudheid en nog voor de komst van de Grieken was Puglia een vruchtbare en welvarende streek. De collectie keramiek en sieraden in het Archeologisch Museum van Taranto spreekt boekdelen. Er zijn talrijke manieren om de Apulische cultuur te leren kennen en erachter te komen in welke mate de geschiedenis de streek en zijn bewoners heeft gevormd. Geniet van de overweldigende schoonheid van de Piazza del Duomo in Lecce. Of ontdek het pittoreske historische centrum van de binnenlandse stadjes Cisternino, Conversano en Ruvo. De huizen vormen er een puzzel in een kluwen van steegjes. Ook de havensteden Otranto en Monopoli zijn een lust voor het oog. Hier is de Adriatische kust op zijn mooist.
Raadselachtige huisjes In de regio versmelten de gebouwen met het landschap en met de trulli, raadselachtige stenen huisjes met een kegelvormig dak. Het verhaal doet de ronde dat in de zestiende eeuw een graaf in Alberobello zijn onderdanen dwong om eenvoudige huizen te bouwen die weer makkelijk af te breken waren. De graaf was immers niet bereid de grondbelasting te betalen die door de koning van Napels werd geheven. Zo ontstond het idee om de kalkstenen die her en der op de landbouwgrond verspreid lagen te verzamelen, en er zonder cement een huis van te bouwen. Vaak zijn de daken van de trulli voorzien van vreemde uiteinden in de vorm van een bol, driehoek, cirkel of ster. Ze verwijzen naar oude religies en heidense culturen.
TASTE ITALY
18
Reis la storia
Het nieuwe Toscane In de Valle d’Itria – de driehoek Bari, Taranto en Brindisi – kun je ver weg van het stadsgewoel voor verrassend weinig geld terecht in een hotel of bed & breakfast. Wie op zoek is naar een authentiek Italiaans verblijf voelt zich de koning te rijk in een ‘masseria’, een tot charmehotel omgetoverde eeuwenoude boerenhoeve. In Trani, Vieste of Gallipoli moet je beslist een appartement met uitzicht op zee huren. Het is ook zalig om in Lecce, Locorotondo of Martina Franca in een stijlvol oud herenhuis te logeren. Beroemdheden zoals Francis Ford Coppola, Gérard Depardieu, Mickey Rourke, Helen Mirren en Michail Gorbatsjov hebben hun hart verloren aan Puglia en zijn de trotse bezitters van een landgoed in dit nieuwe Toscane.
Mooiste stranden van het land Volgens de Italianen behoren de stranden van Puglia tot de mooiste van het land. Dat merk je duidelijk in augustus, wanneer zij massaal vakantie nemen. Toch liggen zonnekloppers er niet rijendik naast elkaar zoals aan de Costa del Sol of aan de Rivièra. Daarvoor is de uitgestrekte kustlijn te lang en te afwisselend. Van woeste rotskusten bezaaid met grotten tot inhammen met duinen, parelwit zand en een azuurblauwe, heldere zee. Hotpots zijn het noordelijk gelegen schiereiland Gargano, centraal Puglia tussen Bari en Brindisi, en de badplaatsen Santa Maria di Leuca en Otranto in het uiterste zuiden.
Graanschuur van Italië Puglia staat bekend als de graanschuur van Italië en levert een groot deel van het graan dat voor de bereiding van pasta secca wordt gebruikt. In de zorgvuldig bewaterde vlakten telen de boeren onder meer tomaten, courgettes, broccoli, aubergines en peulvruchten zoals kikkererwten, linzen en bonen. Puglia is tevens de grootste olieproducent van Italië. Het bevoorraadt met zijn kruidig-fruitige en zuurhoudende olie uit volrijpe olijven niet alleen de regio, maar exporteert het groene goud eveneens naar andere Europese landen. Veel van de typische gerechten uit het Middellandse Zeegebied vinden hun oorsprong in Puglia. De eenvoudige en toch bijzonder smakelijke Apulische keuken werkt doorgaans met veel verschillende en hoogwaardige ingrediënten. De filosofie van het genieten is meer dan 2500 jaar geleden, toen Puglia bij Magna Graecia behoorde, van de Grieken afgekeken. Ook nu nog zijn de feestdagen er een gekoesterde traditie: veel vrolijkheid, knapperig lams- en geitengebraad, oprecht gemeende gastvrijheid, pittige kaas en goede wijn.
Kletskop met vijgen en wijn Typische gerechten variëren van vismaaltijden in de kuststreken tot stevige vleesgerechten in het binnenland en fantasierijke groenteschotels in de heuvels. De meest bekende specialiteit van de streek zijn de orecchiette of ‘kleine oortjes’, een pasta gemaakt van volkoren graan die met een eindeloze variatie aan sausen wordt bereid. Natuurlijk zijn ook verse vis- en schaaldieren in overvloed te vinden in dit kustrijke gebied van Italië. Lekkerbekken smullen er van pasta met mosselen, gevulde panzerotti en mignucchi, een soort gnocchi. Eveneens geliefd zijn allerlei in olijfolie gegrilde groentesoorten. Kwatongen beweren zelfs dat de traditionele pizza gebakken in houtgestookte ovens van oorsprong Apuliaans is. Ook voor dolci schuiven de inwoners van Puglia maar al te graag aan. Er is een enorm aanbod van taartjes, koekjes, snoepjes en toetjes. Ongelooflijk zoet is bijvoorbeeld cartellate, dat lijkt op een kletskop, waarin vijgen en wijn zijn verwerkt. Puglia is bovendien vermaard om een groot aantal typische drankjes. Een heel bijzondere koffie, waarin je citroenschil en Amaretto di Saronno herkent, wordt geserveerd in Polignano a Mare. Het recept wordt echter strikt geheim gehouden. Espressino, wat in veel cafés kan worden besteld, houdt het midden tussen een cappuccino en een caffè macchiato. Latte di mandorla is een heerlijke frisse drank gemaakt van amandelmelk en water. Puglia is tevens een van de grootste wijnproducenten van Italië. Een bekende dessertwijn is de Moscato di Trani, die traditioneel wordt gebruikt om amandelbiscuits in te dopen. Buon appetito! Erik Cajot
TASTE ITALY
20
puglia
CASTEL DEL MONTE Een slot met heel veel vraagtekens Het Castel del Monte in de regio Puglia siert het allerkleinste muntstukje, dat van 1 eurocent. En dat is niet zo verwonderlijk, zeker niet als je de acht beeldzijden van de Italiaanse euromunten met elkaar vergelijkt.
e
n goede eeuw geleden was dit monument nog een ruïne en werd het uiteindelijk door de staat gekocht voor de prijs van 25.000 lire. Dit bedrag omzetten in huidige euro’s is uiteraard grotesk. In de koopakte stond wel vermeld dat de overheid de taak op zich zou nemen om het geheel in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Het duurde echter nog vele tientallen jaren voordat aan die belofte werd voldaan, wat in Italië wel vaker voorvalt... Hoewel prachtig heropgebouwd geraak je als bezoeker wellicht meer onder de indruk van de ligging dan van het bouwwerk zelf. Al van kilometers ver rijst het op uit het glooiende landschap. Geen enkel ander gebouw belemmert het uitzicht, alleen enkele bomenrijen onttrekken het soms aan het oog. Maar wat was de functie van een dergelijk monument in the middle of nowhere? Zeker niets militairs. Een kasteel verdedigt iets: een haven, een handelsplaats, een strategische weg, een stad, een vindplaats van belangrijke grondstoffen… Maar hier vinden we niets van dat alles terug.
Hoewel prachtig heropgebouwd geraak je als bezoeker wellicht meer onder de indruk van de ligging dan van het bouwwerk zelf.
Laten we even teruggaan in de tijd. Het kasteel werd omstreeks 1240 opgetrokken onder de regering van Frederik II van Hohenstaufen, of voor de Italianen, Federico II di Svevia (Zwaben). Onder zijn leiding werden er in Italië zo’n tweehonderd versterkingen gebouwd. Maar dit gebouw is uniek in zijn vorm: het is het enige slot dat achthoekig is. Het geheel ademt het getal acht uit: op elke hoek staat een achthoekige toren en beide verdiepingen tellen acht trapeziumvormige kamers. Ook het binnenplein vertoont dezelfde vorm, met in het midden een achthoekig waterreservoir. Misschien heeft de bouwheer zich voor de vorm laten inspireren door de Paltskerk in Aachen of de San Vitale in Ravenna. Vergeten we ook niet dat Frederik II net terug was van de zesde kruistocht, tijdens welke hij in Jeruzalem de Moskee van Omar had aanschouwd. Binnenin het Castel del Monte zijn trouwens prachtige Arabische mozaïeken te bewonderen. Het cijfer 8 komt ontelbare keren voor bij de talloze bloemen- en plantenmotieven. Volgens sommigen refereert de achthoek naar de kroon van het Heilige Roomse Rijk.
De aarde is een vierkant Minder begrijpbaar wordt het wanneer men aan dit bewuste cijfer een hogere symbolische waarde wenst toe te kennen. De aarde wordt dan voorgesteld als een vierkant, de hemel als een cirkel. Waar beide geometrische figuren samen worden gebracht, bij voorbeeld bij het bouwen van een vierkante tempel met een koepeldak, bekomt men op de snijpunten ervan de perfecte achthoek. Dit wordt zelfs in verband gebracht met de vorm van de vroegmiddeleeuwse doopvonten: achthoekig van vorm met een koepelvormig deksel. Kortom: de aarde komt in contact met de hemel, of met andere woorden: de sterfelijke mens die door het doopsel wordt toevertrouwd aan de onsterfelijke god. Tot dusver kan iedereen wellicht nog volgen, maar bij dit kasteel gaat men nog veel verder. Puglia lag voor de pelgrims zowat halverwege tussen het westen en de oosterse heilige plaatsen zoals Jeruzalem. Het was ook van hieruit (Bari en Brindisi) dat vaak de overzeese tocht werd aangevat. Deze bedevaarders genoten de bescherming van de Tempeliers. Nu lag die ridderorde bij de toenmalige machtsdragers niet in de bovenste lade omwille van hun onafhankelijkheid, rijkdom, macht… Ook niet bij Frederik II. Maar deze was wel zo verstandig hen niet al te veel in de weg te leggen precies omwille van hun economisch en financieel belang. Toch confisqueerde ook hij hun enorme bezit wat hij later bij testament terugschonk. Ondertussen had hij een groot deel van het kapitaal wel al gebruikt voor enkele oorlogen en talloze bouwwerken, onder andere het Castel del Monte.
Maar er is meer. De Tempeliers hadden volgens de overlevering ook enkele precieuze relikwieën in hun bezit zoals de doornenkroon van Jezus, het teiltje waarin hij tijdens het Laatste Avondmaal de voeten van zijn apostelen waste en, hoe kan het ook anders… de Heilige Graal! Het spreekt dan ook van zelf dat dergelijke kostbaarheden een even luxueuze omgeving vereisten. De believers zien in al het marmer en de talloze versieringen niet meer of minder het bewijs dat het bouwwerk moest dienen als een soort van tempel. Alleen zou Frederik II er nooit in slagen deze relieken in bezit te krijgen. Mochten ze al bestaan hebben. Rond de financiering van het kasteel doet nog een andere legende de ronde. Ooit zou op de heuvel een oude tempel hebben gestaan, bekroond met een beeld met daarop de woorden: ‘Il mio capo è di bronzo ma a levar del sole a calendi die maggio sarà d’oro’ (*). Gedurende vele eeuwen bleef de betekenis van deze woorden in het duister tot een Sarazeen (de Wijzen komen blijkbaar altijd uit het oosten) de oplossing vond. Op de eerste mei, bij het opkomen van de zon, begon hij te graven precies op die plaats waar de schaduw van het hoofd op de grond viel. En jawel, een enorme schat van kostbaarheden en goud werd boven gehaald. Daarmee werd dan het kasteel gebouwd.
Intellectueel centrum Nu terug naar de realiteit. Frederik II bezat een grote intellectuele bagage. Zo zou hij zes talen hebben gesproken (onder ander Hebreeuws en Arabisch) en zeer veel contacten hebben onderhouden met het Oosten. Ook liet hij zich graag omringen door intellectuelen uit zijn tijd. De Schotse filosoof, astronoom (sommigen gewagen zelfs van magiër en tovenaar) Michael Scot, die vaak bij hem aan het hof verbleef, kreeg zelfs de opdracht om de werken van Aristoteles te vertalen. Hij voorspelde dat Frederik II zou sterven in een oord waarvan de naam afkomstig was van een bloem. En dat gebeurde ook. In 1250 blies Frederik II zijn laatste adem uit in het Castel Fiorentino, iets ten noorden van Lucera. Van dit kasteel blijft haast niets meer over. Een stèle verwijst nog naar de vroegere koning. Dante heeft voor diezelfde Scot een plaatsje voorzien in zijn Inferno. Maar na dit alles blijven we met de vraag zitten: wat was nu eigenlijk de functie van dit schitterend bouwwerk? Marc Vandenbon (*) ‘Mijn hoofd is van brons, maar bij de opkomst van de zon begin mei verandert hij in goud’
Over de auteur: voor Bruggeling Marc Vandenbon is Italië een ware passie. Hij bezocht het land talloze keren en bundelde zijn kennis in zijn boek “Innemend Italië”.
TASTE ITALY
22
Puglia
Na Bari en Otranto werd de stad Trani een beroemd centrum voor de studie van het Jodendom.
Joodse revival in Trani Puglia herontdekt erfgoed Historisch gezien is Puglia een van de belangrijkste gebieden van de Joodse diaspora, maar tegelijk een van de minst bekende. Nochtans ontstonden belangrijke Joodse gemeenschappen in steden als Bari, Otranto en Trani. De Apulische Joodse gemeenschap kende veel hoogte- en dieptepunten doorheen de geschiedenis, en was na de passage van Hitler nagenoeg verdwenen. Nu is ze weer spring levend als nooit tevoren.
R
eeds in de 12e eeuw was een belangrijke Joodse gemeenschap gevestigd in Trani. Deze zouden zijn overgekomen vanuit het koninkrijk Napels, Sicilië, Spanje en Portugal om te ontvluchten aan vervolging. Toen Willem I van Sicilië de stad Bari verwoestte in 1156, namen veel Joden hun toevlucht tot de stad Trani. Verdere aangroei kwam er ook vanuit Frankrijk, waar de Joden niet welkom waren onder Filips II. Naast al deze negatieve factoren, was er de uitstekende ligging van de haven van Trani, met alle handelsmogelijkheden vandien. Onder hun impuls groeide Trani gedurende enkele eeuwen uit tot een epicentrum van de handel met het Oosten.
De Joodse wijk in Trani werd Giudecca genoemd, en lag in het oudste deel van de stad binnen de stadsmuren en vlakbij de haven. In de originele plaats- en straatnamen merk je tot vandaag de Joodse invloed zoals bij Via Scolanova, Via Sinagoga, Via Della Giudecca, Vico La Giudea, Via Moisè da Trani. Na Bari en Otranto werd de stad Trani een beroemd centrum voor de studie van het Jodendom. Hier werd in 1180 Isaiah ben Mali geboren, die zou uitgroeien tot één van de belangrijkste onderzoekers van de Talmoed - de mondelinge leer, een reeks commentaren van schriftgeleerden
TASTE ITALY
24
puglia
en belangrijke rabbijnen op de Tenach, de bijbel van het Jodendom. Hij schreef commentaren op zowat de hele Talmoed, waarbij hij er in slaagde de moeilijkste onderwerpen op een duidelijke manier uit te leggen. Binnen de middeleeuwse stadsgrenzen bestonden liefst vier synagoges, die onder het bewind van Karel III van Durazzo christelijke namen kregen. Hiervan bestaan er nog twee, namelijk Sant’Anna en Santa Maria Scolanova. Het zijn meteen de twee enige overgebleven syangoges in Zuid-Italië, die recent werden gerestaureerd en toegankelijk zijn voor het publiek, eerstgenoemde in de Via la Guidea als museum dat de geschiedenis van de Joden in Trani vertelt. Rond 1500, toen de Spaanse inquisitie ook Puglia bereikte, werden de meeste Joden verdreven of doodgemarteld. De meeste Joodse bezittingen werden in beslag genomen. Het was in deze periode dat de vier synagoges werden ingewijd als katholieke kerken. Een deel van de overlevenden vluchtte naar het noorden, de meesten naar Griekenland en de Egeische eilanden. Zo werden Joodse kolonies gesticht in Corfu, Arta en Saloniki. Ook daarna was de lijdensweg van de Apulische Joden doorheen de geschiedenis niet ten einde. Onder invloed van nazi-Duitsland kwamen velen onder hen om tijdens de Holocaust. Maar de Joodse gemeenschap bloeit opnieuw. De start voor de wedergeboorte van de Joodse gemeenschap in Trani werd gemaakt in 2004 met als belangrijk element de restauratie, ontkerkelijking en herinstelling tot synagoge van de Scolanova. Op 5 september van dat jaar organiseerden de Joden van Trani een eerste Europese Joodse Cultuurdag met tentoonstellingen, een boekenbeurs, conferenties en proeverijen van de Joodse traditionele keuken. De Joodse Gemeenschap van Napels maakte van Trani een satellietgemeenschap. In 2009 mocht Trani eens te meer gastheer spelen voor de eerder genoemde Europese Joodse Cultuurdag.
Tussen 2 en 8 september vorig jaar vond het Lech Lechà (Hebreeuws voor “ga naar jezelf”, het 5e en 6e woord van de parshah) plaats, een festival met elementen van kunst, cultuur, literatuur en godsdienst dat doorging in Trani, o.a. gesponsord door de regio Puglia en de Unie van Joodse Gemeenschappen. Het plaatselijke restaurant Il Marchese del Brillo di Trani op de Piazza Giuseppe Mazzini, vlakbij de Scolanova synagoge, bereidde koosjer gerechten, en een publieke Shabbaton (een viering georganiseerd op de sabbat) met ochtenddienst in open lucht besloot de week in stijl. Hart van het evenement was de eerder vernoemde Scolanova synagoge. Al deze festiviteiten werden op touw gezet om de revival van en hernieuwde aandacht voor de Joodse cultuur in Puglia kracht bij te zetten, en dat 500 jaar nadat ze verdreven werden of verplicht werden zich te bekeren tot het christendom. Steven Van Raemdonck
TASTE ITALY
26
puglia
terra ai reduci De geschiedenis van het “Opera Nazionale Combattenti” In het begin van de 20e eeuw onderging Italië een zware crisis op het gebied van grondbezit, een gevolg van het ontbreken van overheidsinitiatieven en investeringen. Het feodale systeem was nog steeds in voege, de boeren pachtten hun gronden van de grootgrondbezitters en de opbrengst werd gedeeld met de grondeigenaar. Het “Opera Nazionale Combattenti” (ONC) was een instelling die opgericht werd na de eerste wereldoorlog. Het motto was “land aan de veteranen” (terra ai reduci).
H
oofddoel was de oorlogsveteranen opnieuw aan land en werk helpen zodat ze voor hun gezin in het noodzakelijke levensonderhoud konden voorzien als compensatie voor de geleverde strijd voor het vaderland, een beetje naar Oud-Romeins gebruik om ex-legionairs een stuk land te geven. Daarnaast was een belangrijk doel de financiële ondersteuning van de landbouw, onteigeningen en herverdeling van grond. In de jaren na de eerste wereldoorlog, een periode van crisis en werkloosheid, was het gebruik van de gronden noodzakelijk om de zware levensomstandigheden draaglijker te maken en voor de re-integratie van de oorlogsveteranen in het arbeidscircuit. Het ONC was genoodzaakt een groot aantal gezinnen te helpen. De ontwikkeling van de landbouw zou het wondermiddel zijn, de oplossing voor de moeilijke levensomstandigheden. Het regime van Mussolini voerde vanaf 1926 met de hulp van het ONC een grondige hervorming door van de landbouw door de bescherming van de bodem, het droogleggen van moerassen en irrigeren van gronden. Daardoor kwam er een migratie op gang van duizend arbeiders die hierbij werk vonden. De drooglegging van de “Agro Pontino” of Pontijnse moerassen in Lazio was één van de grote successen van het fascistische regime. In heel Italië werden in de jaren ’30 duizenden hectaren moerassen drooggelegd om land te winnen en werden gronden herverdeeld. Vanaf 1936 werden de eerste boerderijen (Poderi) toegekend aan honderden soldaat- landbouwers.
TASTE ITALY
28
puglia
Het ONC werd in 1938 belast met de uitvoering van de verkaveling van de ‘Tavoliere delle Puglie’, een gebied in het noorden van Puglia. Naast grote grasvlakten werd er voornamelijk graan geteeld, wat nu nog steeds zo is voor de productie van pasta. Er werden tevens landwegen, waterwegen en andere voorzieningen aangelegd zodat hele dorpen ontstonden waar de bewoners alles vonden wat zij nodig hadden. Op deze vlakten van Puglia werden zo’n 770 boerderijen gebouwd (de landgoederen van Mussolini). Deze “poderi” kregen allemaal een nummer, waarvan tot vandaag een aantal bewaard bleven.
Zo is er bijvoorbeeld het wijnhuis “Podere29”. Podere29 was de naam die het ONC gaf aan het perceel waar het huidige wijnhuis van Giuseppe Marrano staat. In 2004 kocht hij in de località Borgo Tressanti nabij Cerignola, op 10 km van de Adriatische kust, het terrein waar tot dan graan geteeld werd. Hij begon met de aanplant van een autochtoon en nobel druivenras uit Noord-Puglia, de Nero di Troia. Dit jonge wijnhuis maakt twee rode wijnen op basis van deze Nero di Troia: de Gelso Nero en de Gelso d’Oro. “Wij hebben niet meer gedaan dan in stand houden wat er al was, met respect voor het verleden, voor wat anderen er reeds voor gepresteerd hebben,” aldus Giuseppe Marrano. “De naam hebben we behouden zoals hij is, eenvoudig, duidelijk, echt en met het historische verhaal erachter dat we willen vertellen”. De wijnen van Podere29 zijn te verkrijgen bij invoerder bere.bene in Lier. Paul Grimmon / Anne Coen
bere.bene, Veemarkt 7 2500 Lier. www.berebene.be
Boek NU
het vakantiehuis van uw dromen!
Ristorante Hotel
& Loungebar MARIVO CUENDET BELGIË Achterbist 27 - 2560 Nijlen Tel. 03 / 411 00 44 info@cuendet.be
www.cuendet.be
Hoogkamerstraat 296 - Temse Riemstraat 5 - Antwerpen-Zuid Tel. 0475 71 56 24 www.antwerpen.scavolinistore.net
keukens - kasten badkamers - maatwerk
since 1977
HASSELT
www.dai-cugini.be
ALTIJD TOONZAAL KOOPJES
Genkersteenweg 350 • 3500 Hasselt R +32 (0) 11 22 24 54 H +32 (0) 11 32 50 13
TASTE ITALY
30
Puglia
EGNAZIA In het spoor van de Romeinen Meer en meer bezoekers vinden de weg naar Puglia. Ook naar bestemmingen die je bij geen enkele reisagent kan boeken. Wie op zoek is naar archeologische sites, komt in het zuiden volop aan zijn trekken. Getuigenissen van de Romeinse en Griekse cultuur vind je zowel midden in de stad, zoals het Romeinse amfitheater van Lecce, als buiten de centra. Eén van de indrukwekkendste plaatsen is ongetwijfeld Egnazia, nabij Fasano in de provincie Brindisi.
N
et zoals andere steden kende Egnazia, in het Grieks Gnathia, een bewogen geschiedenis van elkaar opvolgende heersers en culturen. De eerste sporen van bewoning vinden we terug in de 15e eeuw voor Christus, met een huttendorp op de plaats van de huidige site. In de IJzertijd kreeg de stad te maken met bezettingen van volkeren uit de Balkan. In de 8e eeuw voor Christus viel de stad in handen van de Messapiërs. Wanneer de Romeinen op het toneel verschenen, was het voor de Messapiërs in Egnazia gedaan: de hele Salento (de hak van de Italiaanse laars) kwam vanaf de 3e eeuw voor Christus onder Romeins bewind. Gnathia werd Egnathium.
Ook de necropolis buiten de stadsmuren dateert van de Messapiërs. Wat echter onmiddellijk in het oog springt, is de goed bewaarde via Traiana. Keizer Traianus liet deze weg aanleggen als alternatief voor de via Appia Antica. In Beneventum had de reiziger naar Brindisi de keuze tussen de de Antica die langs Taranto in Brindisi uitwam en de Traiana die Bari, en dus ook het kleinere Egnazia, aandeed. Brede karresporen wijzen erop dat de straat een echte doorgangsweg was. Net voor de via Traiana ligt een grote oven die werd gebruikt om ruime potten in klei in te bakken. De oven werd gebouwd op de restanten van Messapische graven, zoals blijkt uit de grafvoorwerpen die hier werden teruggevonden.
Dat de klassieke auteurs Strabo, Plinius en Horatius Egnazia in hun geschriften vernoemen, is geen wonder: ook nu nog charmeert de site omwille van de prachtige ligging. Vlakbij de zee, met zicht op de omringende heuvels lijkt de beschrijving zo uit een toeristische brochure te komen. Bovendien lag Egnazia op de belangrijke verbindingsweg tussen Bari en Brindisi, wat de stad verzekerde van talrijke handelscontacten. Vooral tijdens de Romeinse periode ontwikkelde de stad zich tot een levendig handelscentrum. “ Wie van Bari naar Brindisi reist, houdt halt in de stad Egnazia, zowel via zee als over de weg”, schrijft Strabo. Na de val van het Romeinse Rijk en de daarbij horende onrusten ging de stad net als zovele andere mee ten onder. Tijdens de Middeleeuwen was er bewoning, maar na de 10e eeuw verviel de stad tot een ruïne. Hoewel grafdieven en andere rovers hun weg al eerder vonden, begonnen de georganiseerde opgravingen in Egnazia pas in 1912. Een groot gedeelte van de site wacht nog op fondsen om blootgelegd te worden. In 2001 startte de universiteit van Bari met de zoektocht naar het Romeinse forum van Egnazia. Archeologen vonden heel wat informatie over de stedelijke veranderingen. Zo zou de stad nog tot de 13e eeuw bewoond zijn, aanzienlijk langer dan men oorspronkelijk dacht.
Klein maar fijn, alle elementen van de Romeinse stad vind je ook terug in Egnazia. Niet zo groot als in Rome, maar toch voldoende om een goed beeld te krijgen van het dagelijks leven in de stad. Recht werd er gesproken in de basilica, een groot gebouw met rechthoekig grondplan,
Een bezoek aan Egnazia plan je het best in de voormiddag, het kan er erg warm worden en veel schaduw biedt de site niet. Van de Messapiërs kan je nog de indrukwekkende omwalling bewonderen: een muur van 7 m hoog en 2 km lang beschermde 40 hectaren stadscentrum.
TASTE ITALY
32
Puglia
waarvan nog enkele zuilen recht staan. Bij de basilica hoorde een zaaltje met de mozaïek van de Drie Gratiën, die kan je in het museum bewonderen. Een beetje verder ligt het amfitheater, dat verschillende functies had. Of er ooit spectaculaire gevechten zijn beslecht, is onduidelijk. Zeker is dat de ruimte werd gebruikt als heilig theater voor de Attideia, de feesten ter ere van Attis. Van 15 tot 28 maart herdachten de Romeinen de dood en wedergeboorte van Attis. Volgens de overlevering kwam de vader van Attis, de bisexuele demon Agdistis, ter wereld uit een druppel sperma van de oppergod Zeus. De goden van de Olympus waren zo geschrokken door de kracht en de wreedheid van Agdistis dat ze hem kastreerden. Uit een druppel bloed ontstond de amandelboom (of de granaatappelboom). Toen Nana, de dochter van de riviergod Sakarya, een vrucht uit de boom plukte, raakte ze zwanger. Ze bracht een zoon ter wereld die ze Attis noemde. De jongen vluchtte in de bergen om later met de dochter van koning Midas te trouwen. Tijdens het huwelijksfeest kwam hij zo onder de indruk van Agdistis/Cybele dat hij zichzelf kastreerde. Cybele zorgde ervoor dat zijn lichaam niet kon ontbinden, Attis werd herboren als de eeuwiggroene pijnboom. De cultus van Cybele vierden de inwoners van Egnazia trouwens vlakbij het amfitheater, in het heiligdom van de Oosterse goden. Ooit stond hier een marmeren beeld van Attis, het hoofd ervan staat in het museum. De wandeling door de Romeinse stad brengt je dan naar het meest noordelijke punt, de acropolis. Dankzij de ligging kende de acropolis een dubbele functie. Enerzijds als uitkijkpost voor de verdediging van de stad, anderzijds als kunstmatige haven. Hier meerden de boten aan en werden ze gerepareerd. Op de acropolis stond later een hellenistische tempel. Als je je rug naar de zee keert en naar het binnenland wandelt, kom je langs de fundamenten van de huizen. Insulae, woningblokken, helemaal volgens het klassieke Romeinse model. Je ziet er nog duidelijk hoe de kamers gebouwd zijn rond een binnenplaats, die het regenwater
opving en verdeelde over citernes in de buurt. Een mooie afsluiter van je bezoek aan Egnazia is het museum. Je vindt er een belangrijke collectie vazen die onder meer de typische “stile di Gnathia” illustreren, een techniek waarbij op een blinkende zwarte achtergrond witte, gele en rode figuren werden geschilderd, soms met verwijzingen naar Dionysos. De kans is groot dat je tijdens je bezoek aan de archeologische site en het museum niet veel mensen bent tegengekomen. Terwijl toeristen elkaar verdringen in de nauwe straatjes van Alberobello om toch maar die oudste trullo te fotograferen, heb je in Egnazia nog de tijd om rustig rond te wandelen over de Romeinse wegen en om te genieten van het prachtige landschap dat onaangetast lijkt. Je kan je zelfs, met een beetje fantasie, het bruisende leven in deze kuststad voorstellen. Wie op zoek is naar een authentiek stukje geschiedenis in Puglia kan aan Egnazia niet voorbij gaan. Dorinda Dekeyser
Dorinda Dekeyser is leerkracht Italiaans in de avondschool van Leuven. In die functie is ze hoofdredacteur van Pasaporte, de krant van het CVO Leuven.
Praktische informatie De archeologische site en het museum van Egnazia kan je bereiken via de SS 379, uitrit Fasano-Savelletri, in de provincie Brindisi. Openingsuren Museum: 8.30 - 19.30
Archeologisch park maart: 8.30 - 17.30 april-sept: 8.30 - 19.15 oktober: 8.30 - 18.00 nov.-febr: 8.30 - 16.30
www.emozioni.be
100% ITALIA
TASTE ITALY
34
puglia
Polignano a Mare Nel blu, dipinto di blu Zo’n 35 km ten zuidoosten van Bari ligt Polignano a Mare. Blanke huisjes balanceren er op witte kalkrotsen die uit de zee oprijzen. Onderaan zijn ze door de zee uitgehold tot een kluwen van meer dan veertig grotten. Het is niet voor niets dat Polignano a Mare ook wel bekend staat als la Perla dell’Adriatico (de Parel van de Adriatische Zee).
E
en stuk Griekse kust sloeg op drift en versmolt met de Apulische kust. Zo luidt althans een oude legende. Net zoals op zovele andere plaatsen in Zuid-Italië en Sicilië, meerden Grieken na een lange tocht vanuit het moederland hier aan. De huidige naam Polignano a Mare is dan ook afgeleid van de oorspronkelijke Griekse, Polis Nea(num) of ‘nieuwe stad’, net zoals bij Napels (Neapolis), haar naamgenoot met meer faam. De bijzondere geografische ligging en de vele natuurlijke havens in de regio droegen reeds in de oudheid bij tot de ontwikkeling van de streek. Polignano a Mare vestigde in het Romeinse Rijk dan ook al snel zijn naam als een bloeiend handelscentrum en als kruispunt tussen oost en west voor reizigers uit verschillende culturen. Ze bleven door de eeuwen heen naar dit strategische punt toestromen: Arabieren en Byzantijnen, Normandiërs (de reden waarom je wel eens blonde Pugliesi tegenkomt) en Spanjaarden volgden elkaar op en hebben onuitwisbare sporen van hun aanwezigheid achtergelaten in het stadsplan en de architectuur van Polignano.
Polignano is de geboorteplaats van Domenico Modugno of ‘Mimmo’, zoals hij hier nog genoemd wordt
Als je vanuit het noorden (Bari) langs de kustweg komt, verwelkomt een drie meter hoog, met wijd geopende armen zingend standbeeld van Domenico Modugno je op de straat die naar hem vernoemd is. Iedereen kent de all time klassieker ‘Nel blu dipinto di blu’ (‘Volare, ho-ho! Cantare…’) wel. Geen wonder, het is wereldwijd meer dan 20 miljoen keer over de toonbank gegaan. Polignano is de geboorteplaats van Domenico Modugno of ‘Mimmo’, zoals hij hier nog genoemd wordt. Je gaat verder naar het oude stadsdeel via de Ponte Lama Monachile, die gebouwd is op de resten van een Romeinse brug die onderdeel uitmaakte van de Via Traiana. Die zijtak van de beroemde Via Appia verbond Rome met de belangrijke haven van Brindisium (Brindisi). De brug overspant nu de droge bedding van een rivier die in zee eindigt met een ingesloten keienstrandje, wat een prachtige, azuurblauwe zee oplevert. Je stuit er op een van de mooiste uitzichten op de Adriatische kust.
Door een indrukwekkende boog aan je linkerkant, de zestiende-eeuwse Arco Marchesenale, wandel je het historische centrum binnen. Je loopt recht naar het Piazza Vittorio Emmanuele (of Piazza dell’Orologio), waar de indrukwekkende Santa Maria Assunta met zijn romaanse campanile wacht. Vraag er of je het onlangs gerestaureerde, 15e-eeuwse meesterwerk van de Venetiaanse meester Vivarini mag zien in de sacristie. Van aan de kerk vertrekken de karakteristieke smalle straatjes met trapjes, waarvan sommige uitkomen op de zee met betoverende uitzichten op de rotsformaties waarop de stad rust. Winkeltjes, terrasjes, en gezellige restaurantjes zijn nooit ver uit de buurt. Ook de grotten zelf, waarvan sommige met een doorsnede van 30 m, zijn zeker een bezoek waard. Dat kan per bootje, maar ook de ongerepte zeebodem hier is een paradijs voor duikers en liefhebbers van snorkelen. Exponent van het adagium ‘location, location, location!’ is de Grotta Palazzese, gelegen onder het gelijknamige hotel en omgevormd tot restaurant. Je zult niet gauw een romantischer plekje vinden om te dineren bij schemerlicht.
Half juni feest Polignano drie dagen ter ere van haar stadspatroon San Vito. De beeltenis van San Vito wordt van op zee naar de kust gebracht, alwaar een massa volk hem met duizenden lichtjes ontvangt. Er volgt een processie door de stad die met traditionele lampen versierd is. De drie dagen worden vervolledigd met optredens en vuurwerk. Zo’n warme ontvangst zal u de rest van het jaar niet te wachten staan. Al maken die wijdgeopende armen van ‘Mimmo’ veel goed! Koen Branckaerts
Koen Branckaerts is leraar klassieke talen in het Limburgse.
TASTE ITALY
36
IN ITALIANO
i
Puglia
Testimonianza di un’infanzia nella
La Puglia trae il suo nome da Apulia che deriva da a-pluvia il cui significato è “priva di pioggia.
I
romani affermavano che il caldo era tale che, alcune volte, la terra e gli uomini perdevano le proprie virtù. A proposito del caldo che si soffre nella campagna Daunia una volta si raccontava che…: I “cafoni” pugliesi, essendo sempre arrabbiati verso il Padreterno per il forte caldo, venivano , dopo la loro morte , mandati all’inferno. Nell’entrarvi la loro esclamazione era la seguente: “ Ooohh, finalmente un po’ di fresco. Il termine cafone non identificava il cosiddetto uomo maleducato, ma era un nomignolo che caratterizzava chi viveva nelle “cafonerie “ (dei locali dove, insieme ai muli e cavalli aveva la propria stanza il cafone che li governava (dava da mangiare) e li ripuliva. La regione Puglia si estende da nord a sud per oltre seicento Km. Chi ha tempo e denaro per visitare la Puglia, si trova ad avere percezioni e sensazioni sempre diverse sia per la variabilità dell’ambiente che per la differente cultura della gente. La parte più alta è la Daunia con il suo subappenino, dove si osservano paesi arroccati sulle colline con la facciata delle loro case imbiancate di calce. Più a sud troviamo il tavoliere con la sua grande ricchezza di frumento, qui incontriamo Foggia, Manfredonia ed il Gargano (territorio roccioso ed aspro con Monte Santangelo a picco sul Mare con la sua grotta ove L’arcangelo sottomise lucifero ed infine la parte che da Bari si estende sino a Lecce, ricca di olivi secolari, masserie Fortificate, Cattedrali Romaniche, mari bellissimi quali quello di Mattinata, Polignano, Ostuni, Gallipoli. Nell’entroterra Troia, Ascoli , Candela il cui territorio, a secondo delle stagioni, si veste di verde, di giallo e di rosso ed il cui aspetto metafisico rapisce l’animo. Scendendo ancora più a sud si incontrano le straordinarie Cattedrali Romaniche con influenze bizantine di Ruvo di Puglia, Corato, Trani , i Trulli ad Alberobello, le grotte di Castellana ed infine la bellissima architettura Barocca di Lecce.
Io provengo dal territorio della campagna Daunia ed avendoci vissuto per 18 anni, identifico la puglia solo nel ricordo della mia masseria e del mio paese chiamato Bovino che è stata una vecchia colonia Romana. Ancora oggi troviamo riscontro delle varie differenze sociali tra gli abitanti che si dividevano in fasce. Alla terra appartenevano : gli zappatori, i fittavoli, i campieri , i latifondisti. All’urbano: i nulla tenenti e nulla facente, i mestieranti, gli spazzini, i fontanieri, i bottegai, gli impiegati comunali, la classe medica, gli avvocati ed i notabili. La mia famiglia faceva parte dei fittavoli; il nonno aveva preso in affitto da un latifondista sessanta ettari di terreno nei quali insieme a capre, pecore, mucche, cavalli e galline ho trascorso la mia infanzia. I fittavoli vivevano nelle masserie dovendosi occupare, nelle varie stagioni, dei vari lavori agricoli e quotidianamente custodire ed allevare i propri armenti. Gli zappatori per la loro ostentata e dimostrata miseria non avevano, nella società bovinese, nessuna importanza. Se si voleva offendere qualcuno gli si dava dello zappatore, per significare ignoranza e miseria.
La realta’ dell’apparire era ed è tutt’oggi uno di quei famosi difetti trasferitoci dai romani che i miei compaesani non hanno saputo né voluto eliminare dalla propria vita. Oggi questa bistrattata figura è quella che ho come riferimento nel mio agire quotidiano. Considero lo zappatore un vero e proprio maestro da cui attingere comportamenti e modo d’essere, in quanto lo ritengo dotato di un’innata capacità di non sottomissione e di sopravvivenza che sempre più viene a mancare nei comportamenti delle nostre generazioni assoggettate al superfluo, ammanettate dai dogma delle varie religioni e dai vari poteri politici e economici che li rendono degli schiavi senza catene.
spreco di tempo e di cose. Pensa, mi disse, io non portavo i lacci alle scarpe per due motivi: Primo che essendo di cuoio, elementi così preziosi non potevano essere al servizio delle scarpe, secondo che il non averli mi dava il vantaggio di guadagnare il tempo dovuto per legarli e slegarli. Non gli raccontai quello che facevo, ritenendolo un racconto privo di qualsiasi interesse, ma ascoltai appassionato l’avventura completa della sua ricchissima esistenza. Quella sua essenzialità, quella sua capacità di non lasciarsi soggiogare da nessuna lusinga neanche dalla grande tentazione dell’America, mi stanno accompagnando nel progetto di parte della mia esistenza.
Lo zappatore che io ho conosciuto non si è mai lasciato intrappolare dalle varie offerte economiche, non ha comprato trattori, gasolio, concimi, ma con la sua zappa, il suo asino o il suo mulo, ha giorno dopo giorno dissodato il suo campo, raccogliendone i frutti e valorizzando al massimo tempo e cose.
Gli chiesi: ritornando indietro, visto che chi è emigrato in America sembra si sia arricchito, sareste partito con loro?
Uno dei più anziani, incontrato nella villa comunale del mio paese in una delle mie ultime vacanze, interessato a quello che io facevo, mi esternò la sua incapacità a comprendere la inutile abitudine della nuora a ripulire continuamente laddove era gia’ pulito rimproverandogli l’imperdonabile
La sua risposta fu: Ho avuto sette figli, mia moglie è sempre venuta con me a zappare, non ci è mai mancato il pane né il paese, in America i miei parenti si sono fatti i soldi ma al prezzo di lasciare qui in Italia padre, madre e fratelli e qualcuno non è stato capace neanche di mantenersi la nuova famiglia. Antonio Masciello
TASTE ITALY
38
CUCINA ITALIANA
Sfogliatelle alla crema di semolino
Niveau: gemiddeld Personen: 4 Tijd: ca. 1 uur Vegetarisch
270 g vers bladerdeeg (1 rol) 250 ml melk 30 g griesmeel 4 eieren basterdsuiker poedersuiker citroen boter zout
{
Sfogliatelle met griesmeelpudding
r
Breng de melk aan de kook met 50 g basterdsuiker, een stukje citroenschil en een snufje zout. Verwijder de citroenschil als de melk kookt en strooi het griesmeel erin. Zet de pan terug op het vuur en roer door tot het griesmeel romig wordt. Voeg 3 eidooiers en 10 g boter toe, roer goed door en laat afkoelen. Verwarm de oven voor op 190°C. Rol het bladerdeeg iets uit met een deegroller en rol het vanaf de korte kant op. Snijd de rol in plakken van 0,5 cm dik. Rol de plakken met de deegroller iets uit en bestrijk ze met 1 geklutst ei. Leg in het middel van elke plak deeg wat griesmeelpudding en vouw het deeg dicht tot halve maantjes. Kwast het deeg opnieuw in met ei en bak de sfogliatelle ca. 20 minuten in de oven. Geef de sfogliatelle bestrooid met poedersuiker.
Wijn: zoet, aromatisch en geurend naar bloemen en kruiden. Bijvoorbeeld Oltrepò Pavese Moscato.
r Niveau: makkelijk Personen: 6 Tijd: ca. 1 uur
Tiella Tiella, het vaandel van Bari
Streekgerecht Puglia 500 g mosselen 500 g aardappels 300 g rijst 300 g kleine tomaten (dadel- of kerstomaten) 2 uien geraspte pecorino knoflook peterselie extravergine olijfolie zout en peper
Borstel de mosselen, spoel ze schoon en stoom ze open in een pan. Verwijder bij elke mossel de lege helft van de schelp. Schil de aardappels en snijd ze samen met de uien in dunne plakjes. Hak een bosje peterselie met 2 knoflooktenen fijn. Snijd de tomaten doormidden of in grove parten. Verwarm de oven voor op 180°C. Leg een laag van plakjes ui in een ovenschaal. Bestrooi de uien met het peterseliehaksel en besprenkel ze met 2 el olie. Leg een laag van plakjes aardappel op de uien. Leg de mosselen en de tomaten op de aardappels. Bestrooi met pecorino, zout en peper en besprenkel met 4 el olie. Verdeel de droge rijst gelijkmatig over het geheel.
{
Dek de schaal gedeeltelijk af met plakjes aardappel. Sprenkel er nog een scheutje olie over en bestrooi met nog wat fijngehakte peterselie. Voeg water toe tot het geheel onderstaat en zet de schaal ca. 30 minuten in de oven. Controleer aan het eind of de rijst gaar is.
Vroeger kon je aan dit gerecht de rijkdom van een familie meten, door de mosselen op de rijst en de aardappels te tellen
Tiella is te vergelijken met paella volgens Massimo Alberini, een historicus op het gebied van gastronomie. Niet alleen omdat de namen op elkaar lijken, die overigens beide voortkomen uit de pannen waarin men de gerechten bereidt (een tiella is een lage, ronde schaal van terracotta met vier kleine handvaten; een paella is een grote lage koekenpan van ijzer). De ingrediënten van de twee gerechten zijn ook vergelijkbaar: vooral rijst, tomaten en schelpdieren (de Spaanse mariscos). Ook de achtergrond van beide gerechten heeft overeenkomsten. Beide gerechten zijn ontstaan als armeluisgerecht met de weinige ingrediënten die voorhanden waren.
Symbool van een stad Zoals paella de koningin van Valencia is, is tiella - hoewel minder beroemd - het symbool van de keuken van Bari. In Bari kon je vroeger aan dit gerecht de status van een gezin aflezen. De rijken deden er veel mosselen in, de armen minder of helemaal geen, zodat ze het met rijst en aardappels moesten doen. Tegenwoordig is tiella nog steeds een alledaags gerecht in Bari, zonder verschillen met vroeger, behalve wanneer huisvrouwen of restaurateurs hun fantasie erop botvieren. Soms maken ze kleine variaties door ingrediënten uit het seizoen aan dit mediterrane gerecht toe te voegen.
TASTE ITALY
40
CUCINA ITALIANA
Tarallucci Ringbroodjes uit Puglia
r Niveau: gemiddeld 12 stuks Tijd: ca. 50 min. + wachttijd Streekgerecht Puglia 300 g bloem 3-4 el + een beetje olijfolie 12 g verse (of 5 g gedroogde) gist dille korianderzaadjes zout zwartepeperkorrels
{
Materialen: keukenmachine of elektrische handmixer met deeghaken keukenpapier bakpapier
Los de gist op in 150 ml lauwwarm water. Kneed de bloem, de olie, 6 g zout, wat versgemalen peper en het water met de gist met de machine tot een deeg. Laat het deeg afgedekt rijzen tot het verdubbeld is in volume. Kneed wat fijngehakte dille en 1 tl fijngestampte koriander door het deeg. Verdeel het deeg in 12 bolletjes. Druk de bolletjes wat platter en maak een gat in het midden (tarallucci). Kook de tarallucci ca. 6 minuten in ruim water met wat zout. Giet de tarallucci af en laat ze uitlekken op keukenpapier. Verwarm de oven voor op 220°C. Leg de tarallucci op een met bakpapier beklede ovenplaat, bestrijk ze met olie en bak ze in de oven tot ze goed krokant zijn. Tarallucci zijn typische broodjes uit het zuiden van ItaliÍ. Het brood kan zoet (met honing) of hartig (met kruiden) zijn. Kenmerkend is dat men het brood eerst in water kookt en daarna in de oven bakt.
r Orecchiette con broccoli, patate e peperoncino
350 g broccoli, schoongemaakt 250 g orecchiette 200 ml groentebouillon 100 g aardappel, geschild 80 g ui 3-4 el extravergine olijfolie 3 ansjovisfilets rode peper zout
{
Orecchiette met broccoli, aardappel en rode peper
Niveau: gemiddeld Personen: 4 Tijd: ca. 25 min.
Snipper de ui en fruit hem ca. 2 minuten in 1 el olie. Voeg de in stukjes gesneden aardappel toe en bak hem ca. 1 minuut. Schenk de kokende groentebouillon erbij. Doe een deksel op de pan en laat het geheel ca. 7 minuten koken. Snijd de broccoli in roosjes, doe ze in de pan en kook ze ca. 5 minuten mee. Voeg indien nodig zout toe. Breng ondertussen het water voor de pasta aan de kook. Doe wat zout bij het water en kook de orecchiette ca. 9 minuten. Giet de orecchiette en de broccoli af. Bak ze samen kort op hoog vuur in een koekenpan met de resterende olie, wat in stukjes gesneden rode peper en de in stukjes gesneden ansjovisfilets tot het geheel goed op smaak is.
TASTE ITALY
42
Viaggio
De natte straten van Venetië Geen auto’s in de Dogenstad Varen is onlosmakelijk verbonden met de Venetië. Op alle mogelijke manieren, en dat mag je letterlijk nemen: op alle mogelijke manieren en voor alle mogelijke doeleinden.
J
e trip naar Venetië met de auto eindigt op Tronchetto, het parkeereiland vlak voor Venetië of op Piazzale Roma, waar ook de eindhaltes zijn van de autobuslijnen vanaf het vaste land. Daar je auto achterlaten kost bijna evenveel als een hotelkamer!
De meeste citytrippers komen echter met het vliegtuig, hetzij via Aeroporto Marco Polo, hetzij via de luchthaven van Treviso, als je vliegt met een lagekostenmaatschappij. Vanaf de luchthaven van Venetië kan je nog kiezen tussen rijden en varen. De snelste en goedkoopste manier is gebruik maken van Linea 5, de blauwe bus waarmee je ook op Piazzale Roma aankomt. Deze lijn hoort bij het bedrijf ACTV, en maakt deel uit van het abonnement dat je kan kopen om 12, 24, 48, 72 uren of een hele week te varen met de “vaporetto”. Daarover later meer. Vanaf dat punt wordt de keuze alleen maar eenvoudiger: wandelen of varen. Het gekendste is natuurlijk de gondel. Hoewel dit boottype ooit zijn carrière begon als vervoermiddel voor diverse doeleinden, is het verworden tot een toeristisch gebeuren bij uitstek. Je vindt gondeliers verspreid over de hele stad. Op een aantal plaatsen zijn er grotere “gondelhavens”, bijvoorbeeld aan de Piazetta, bij het Dogenpaleis, in de buurt van de Rialtobrug en aan de Bacino Orseolo, aan het andere
eind van Piazza San Marco. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, zijn gondeliers niet opdringerig. Ze prijzen uiteraard hun waren aan, dat is hun volste recht. Wees echter op je hoede, want zodra je instapt, heeft de gondelier altijd iets extra’s te bieden, een klein ommetje voor een ‘special price’, meestal voor de ‘donna’ aan boord, maar dat ommetje betekent vaak alleen maar extra kosten bovenop de standaardprijs die toch al tussen 80 en 100 euro ligt voor 45 minuten. Bovendien, als je dit
afklokt, dan zit in die tijd het in- en uitstappen al inbegrepen. Toch is een gondeltocht voor de liefhebbers van romantiek een must, al was het maar eens in je leven. Wil je absoluut in een gondel varen en weinig geld uitgeven, neem dan een van de traghetti, een oversteekgondel over het Canal Grande. Bijvoorbeeld aan de vismarkt, de Pescheria, word je voor 2 euro naar de overkant gebracht. Het duurt maar even, maar je hebt toch van het gondelgevoel kunnen proeven. Een andere mogelijkheid om privé te varen zijn de watertaxi’s. Tenzij je net de Lotto gewonnen hebt, is dit type van watertransport te mijden, eveneens omwille van de prijs. Komt een taxi van het hotel je ophalen aan de luchthaven, dan heb je hoogstwaarschijnlijk bij één van de tophotels in Venetië geboekt. In de buurt van San Marco krijg je soms een gratis rit met een watertaxi aangeboden naar Murano, het glaseiland naast Venetië. Dat tochtje is ook gratis, maar je wordt wel aan de privé
Toch is een gondeltocht voor de liefhebbers van romantiek een must, al was het maar eens in je leven.
steiger van een glasfabriek afgezet, en je loopt een hele tijd door die supergrote winkel vooraleer je de uitgang hebt gevonden. En terugkeren naar Venetië is dan weer voor eigen rekening. Dat laatste hoef je natuurlijk niet met een watertaxi te doen. Je kan gebruik maken van het openbaar vervoer, de vaporetti of motoscafi van het eerder genoemde ACTV. Vergelijkbaar met de metro in Londen of Parijs, beschikt Venetië over meerdere lijnen, bevaren door boten uiteraard, die je snel en doeltreffend van de ene plek naar de andere brengen. Je kan een routekaart downloaden op de site hellovenezia.com (onder het menu item “trasporti”). Tickets kan je goedkoper vooraf bestellen via ACTV.it. Met dit ticket in de hand, kan je je bezoek aan de Dogenstad perfect organiseren: je wandelt een stukje en je vaart een beetje. Wetende dat een enkel ticket al snel 7 euro voor een uur kost, tel je de winst en het comfort van een abonnement snel uit. Er zijn niet minder dan 24 lijnen, waarvan sommige tot diep in de lagune varen. Een tiental lijnen blijven in de buurt van de historische binnenstad, waarbij de toeristische toplijn de Linea 1 is, die vaart van Piazzale Roma tot aan het Lido via het Canal Grande. Als je een plekje op de voorsteven kan bemachtigen, vaar je een uur lang door de mooiste straat van de wereld, als het ware door een openluchtmuseum: aan beide zijden van het kanaal staan immers talloze prachtige Palazzi. De Capitool reisgids Venetië geeft daarover reeds een bijzonder goede, geïllustreerde indruk. Naast ACTV baat ook het bedrijf Alilaguna (gele boten) een klein aantal lijnen uit, als toerist is deze organisatie minder interessant.
TASTE ITALY
44
viaggio
Als je een plekje op de voorsteven kan bemachtigen, vaar je een uur lang door de mooiste straat van de wereld, als het ware door een openluchtmuseum.
Naast het personenvervoer, verzorgen boten van verschillende grootte en vorm het vervoer van alles wat je je maar kan inbeelden. Supermarkten worden bevoorraad door de vrachtwagen op een ponton zo dicht mogelijk bij de zaak te brengen. Bouwmaterialen (tot betonmolens toe), hotel linnen, etenswaren, wijn en andere dranken, het komt allemaal per boot via de kanalen en kanaaltjes. Zo kom je soms ook de Bofrost of Igloboot tegen. Op diverse plaatsen ligt een vaste groenten- en fruitboot, waar de lokale bevolking zich komt bevoorraden. Maar ook Politie, brandweer, ambulance, douane moeten gebruik maken van boten om interventies te doen. Zij zijn trouwens de enige boten die sneller mogen varen dan de lage maximum snelheid. Hoewel meestal geen plezieropdracht, is het toch spectaculair om deze diensten door de kanaaltjes te zien razen. Zelfs hun laatste reis doen de Venetianen per boot. De begraafplaats San Michele is een eiland vlakbij de Fundamente Nove. Speciaal omgebouwde watertaxi’s brengen het stoffelijk overschot over het water naar de laatste rustplaats. Bezoekers kunnen met de lijn 4.1 of 4.2 het Cimitero bezoeken, ook als toerist een indrukwekkende plek om te bezoeken. Het varen op zich is en blijft een topattractie van la Serenissima, dat merk je pas echt als je na enkele dagen terug op Piazzale Roma aankomt om terug te keren naar huis. Het lijkt sterk, maar op dat moment moet je weer even wennen aan koning auto. Aan alle Venetiëgangers, goede vaart! Luc Bosmans
Luc Bosmans is apotheker, gepassioneerd amateurfotograaf en smoorverliefd op Italië, in het bijzonder op Venetië. Hij deelt graag zijn ervaringen met andere geïnteresseerden en geeft regelmatig voordrachten over diverse onderwerpen, waaronder uiteraard Venetië en Italië. Als voorzitter van Davidsfonds Wase Polders organiseerde hij al meerdere keren een citytrip in kleine groep naar de Dogenstad. U kan hem contacteren via mail: bosmans.luc@skynet.be.
Amici in gastronomia ieve kaart Uw exclus ns genot voor Italiaa
Ontdek & activeer je EXCLUSIEVE voordeelkaart op aTavola.be
amici-amici.be/gastronomy/ ieve kaart Uw exclus ns genot voor Italiaa
Ontdek & activeer je EXCLUSIEVE voordeelkaart op oSoleMio.be
TASTE ITALY
46
Gastronomia
25 anni
“Misschien wel zijn belangrijkste inspiratiebron bleef het zelfgemaakte kookboekje van zijn grootmoeder, vol met krantenknipsels en culinaire aantekeningen.�
g cucina Marangon, turnhout
Liana en Fabio Marangon Kwarteeuw Italiaanse authenticiteit
Op 22 september jongstleden was het precies 25 jaar geleden dat Cucina Marangon de deuren opende. Het uitbaten van een restaurant lijkt voor het Italiaanse koppel vandaag de evidentie zelve, maar dat is niet altijd zo geweest. Terwijl Liana wel enige ervaring omtrent mise en place had opgedaan in de hotelschool, miste Fabio als kok ervaring. In 1989 liep hij voor het eerst drie weken stage in het Zuid-Limburgse Italiaanse restaurant Pirandello. Na een veertiendaagse stage in het tweesterrenrestaurant Scholteshof bij Roger Souvereyns vertrok hij richting Italië, tot wel viermaal toe: een enorme investering voor een jonge starter. Geïnspireerd door de lekkere Italiaanse volkskeuken van zijn moeder ging hij op zoek naar zijn Italiaanse culinaire en culturele wortels, vooral uit de Veneto en Noordoost-Italië. Hij werkte in de meest gerenommeerde restaurants, zoals het tweesterrenrestaurant “Il Desco” in Verona, het prestigieuze villahotel “Villa Cipriana” nabij Treviso en het tweesterrenrestaurant “La Tenda Rossa” in de omgeving van Firenze. Vooral liet hij zich ongewongen inspireren door La Mia Nuova Grande Cucina Italiana, van de beroemde Milanese driesterrenkok Gualtiero Marchesi. Zo verwierf Fabio zijn aanleg voor synthese en eenvoud in gerechten. Dé voornaamste drijfveer, zelfs na al die jaren, blijft vooral de geweldige samenwerking tussen het koppel. Liana en Fabio delen zondermeer dezelfde passie voor heerlijke Italiaanse authentieke gerechten. Fabio’s gerechten met vooral regionale ingrediënten worden in een gastvrij kader geserveerd door gastvrouw Liana. Het belangrijkste verschil met de Italiaanse volkskeuken is de lichtere interpretatie van traditionele bereidingen. Steeds speelt één ingrediënt de hoofdrol, waarvan de smaak bovendien honderd procent gerespecteerd wordt.
Openingsuren Ristorante: dinsdag, donderdag en vrijdag van 11u30 tot 14u en van 18u30 tot 21u30 woensdag en zaterdag van 18u30 tot 21u30 zondag van 12u tot 14u30 en van 17u tot 20u Enoteca: Zaterdag van 15u tot 18u en op afspraak
TASTE ITALY
48
arte
Guido il misterioso Adept van Italiaans neorealisme Tijdens de voorbije editie van het Fotofestival Knokke-Heist (24 maart-9 juni jl.) viel de eer te beurt aan een Italiaans fotograaf om de eerste editie van een gloednieuwe internationale prijs in de wacht te slepen. Guido Guidi ging immers aan de haal met de PixSea Award.
D
eze PixSea Award bestaat uit twee luiken. De Emerging Artist Award gaat naar een jong, opkomend talent. Daarnaast is er de Oeuvre Award, die gaat naar een fotograaf die het afgelopen decennium zijn stempel heeft gedrukt in zijn vakgebied en wiens werk een rol speelt in de actualiteit. Het is deze laatste categorie die gewonnen werd door de Italiaan Guido Guidi.
Guido Guidi was een van de eersten om een nieuwe Italiaanse landschapsfotografie te introduceren, met een scherp oog voor cultuur en geschiedenis binnen een eigentijds, stedelijk kader.
Guidi werd geboren in Cesena (Emilia Romagna) in 1941, waar hij nog steeds werkt. Hij studeerde architectuur in Venetië, maar verliet deze piste eind jaren 60 om zich volop op de fotografie te storten. Hij was een van de eersten om een nieuwe Italiaanse landschapsfotografie te introduceren, met een scherp oog voor cultuur en geschiedenis binnen een eigentijds, stedelijk kader. Hij is duidelijk beïnvloed door de succesvolle periode van de Italiaanse neorealistische films. In 1989 richtte hij met o.a.William Guerrieri de stichting voor hedendaagse fotografie, Linea di Confine op. Zijn werk werd tentoongesteld in de beroemdste cultuurtempels van vandaag, zoals het Centre Pompidou te Parijs, de Biennale di Venezia, het Guggenheim in New York en het Museum of Contemporary Art in Chicago. Ondanks dit wereldsucces bleef hij zijn eigen regio trouw, en is hij docent aan het Istituto Universitario di Architettura in Venetië en aan de Accademia di Belle Arti in Ravenna. Recent publiceerde Guidi het boek “Guido Guidi, A new map of Italy”. Het werd vormgegeven door fotograaf John Gossage, en bevat een selectie van 50 kleurenfoto’s van de afgelopen twintig jaar. Het gaat hierbij zowel om werk dat reeds voorheen verscheen, alsook om een aantal nooit voorheen gepubliceerde foto’s. Guidi koos voor alternatieve locaties en
hield zich ver van bekende vakantiebestemmingen. Hij meed bewust alle folkloristische stereotypes en richtte zich op alledaagse maar toch bijzondere dingen.
De foto’s zelf meten 20 x 25 cm (8 bij 10 inch), terwijl het boek net iets groter is (10 bij 12 inch). Door deze vormkeuze komen de foto’s geweldig sterk uit de verf. De onderwerpen die Guidi aan bod laat komen, bestaan enerzijds uit portretten van vreemden en vrienden, anderszijds uit ruwe landschapsfoto’s met kleine steegjes, vuilnis, verweerde muren en villa’s, en verlaten bouwwerven doorheen Italië.
Guidi beschrijft zijn eigen werk zelf als “lelijke foto’s”, maar dan wel lelijk in die zin dat ze origineel en gecompliceerd in hun eenvoud zijn, tegelijk kunstzinnig en doorvoeld. Zijn werk laat de kijker zelden onberoerd en laat hem geen keuze dan er diep naar te kijken om de schoonheid in de lelijkheid te ontdekken. Steven Van Raemdonck
Guido Guidi, ‘A New Map of Italy’ een selectie van 50 kleurprints uit de jaren 1983 tot 2007, Loosestrife Editions, Washington.
TASTE ITALY
50
cultura
Het Museo Nazionale Romano te Rome Wie op citytrip vertrekt naar Rome hoopt natuurlijk op een Italiaans zonnetje en heerlijke temperaturen. Toch kan het in Italië net zo goed regenen als in de grijze Lage Landen. Gelukkig telt Rome meer dan honderd kleine en grote musea plus meer dan driehonderd kerken. Tel daar nog eens winkels en horeca bij en je hebt meer dan voldoende mogelijkheden om een interessant regenprogramma samen te stellen. Mijn suggestie: voor slechts zeven euro mag je verspreid over drie dagen, vier topmusea bezoeken die deel uitmaken van het Museo Nazionale Romano. Dat moeten we zien!
N
et het treinstation Roma Termini uitgewandeld zien we meteen twee locaties van het vermaarde Museo Nazionale Romano: rechts le Terme di Diocleziano en links het Palazzo Massimo. De andere twee sites (Palazzo Altemps en de Crypta Balbi) bevinden zich in het hart van de oude stad vlakbij de Piazza Navona. Het Museo Nazionale Romano is dus een verzamelnaam voor deze vier sites en staat onder toezicht van de Soprintendenza Speciale per i Beni Archeologici di Roma.
Het thermencomplex van Diocletianus was een enorm badhuis van wel dertien ha groot. Meteen ook het grootste in zijn soort en gebouwd vanaf 298 in opdracht van keizer Maximianus. Aangezien hij de mindere was van medekeizer Diocletianus werden de thermen naar deze laatste genoemd. De thermen boden plaats aan drieduizend personen die tegelijkertijd konden baden. Het deel dat je vandaag kunt bezoeken is slechts een fragment van de totale oppervlakte die de thermen hier ooit bestreken. Verschillende gebouwen in de omgeving zijn vernoemd naar de thermen zoals o.a. het treinstation Roma Termini (wat dus niks met “terminus” te maken heeft). Naast de baden telde het complex ook tal van andere gebouwen zoals een gymnasium, een bibliotheek en expositieruimtes voor kunsttentoon-
stellingen. Toen de Goten in 537 de aquaducten saboteerden die de thermen van water voorzagen, raakten de thermen in verval. Wanneer we het museum binnentreden staan we meteen in het prachtige Chiostro di Michelangelo. Rondom een groene binnentuin ontwierp Michelangelo een fraaie kloosteromgang, een van de grootste in Italië,
die in verbinding staat met de kerk Santa Maria degli Angeli e dei Martiri. Deze vrij te bezoeken kerk werd gebouwd in de grote zaal van het frigidarium van het voormalige thermencomplex en geeft een goed beeld van de omvang en de grootsheid van het oorspronkelijke gebouw. De kloostertuin is echt een oase van rust. Het is moeilijk te geloven dat we ons midden in een hectisch drukke stad bevinden. In de tuin en onder de arcades staan ruim vierhonderd archeologische vondsten, vooral sarcofagen, sculpturen, altaren en beelden uit de keizertijd. Het epigrafisch museum illustreert aan de hand van duizend inscripties de sociale, politieke, administratieve, economische en religieuze aspecten van de Romeinse antieke beschaving, tentoongesteld in een verrassend modern en strak interieur, verspreid over drie verdiepingen in het voormalige klooster. Het museum bewaart meer dan tienduizend vondsten waarvan er dus maar een tiende getoond worden.
Wanneer we de grote aula decima binnenstappen, staan we meteen perplex. Dit bakstenen gebouw was ĂŠĂŠn van de vele kamers rond de badruimtes zoals het caldarium, tepidarium en het frigidarium. De fascinerende hoogte van de gewelven geeft nog zeer goed de grandeur van het badcomplex weer. In de muren bevinden zich tal van nissen die bestemd waren om schitterende beelden en andere kunstvoorwerpen te exposeren. Met enige fantasie lukt het best om je een oude Romein te wanen die hier dagelijks kwam baden en zijn stadsgenoten ontmoette. We steken de straat over voor een bezoek aan het Palazzo Massimo alle Terme. Dit paleis is genoemd naar de adellijke familie Massimo die op deze plek een villa bezat. Midden 19de eeuw werd de villa deels gesloopt om plaats te maken voor het prestigieuze treinstation Termini. In 1883 startte de jezuĂŻet Massimo met de bouw van het huidige palazzo. De Italiaanse staat kocht het pand aan in 1981 waarna het een deel van het Museo Nazionale Romano werd.
TASTE ITALY
52
Reis la storia
{ In vele zalen verspreid over vier verdiepingen wordt de evolutie van de Romeinse artistieke cultuur getoond waarin we de geschiedenis, mythen en het dagelijkse leven in het antieke Rome kunnen herbeleven. Meteen worden we aangenaam verrast door een galerij vol met beelden en reliëfs uit de republikeinse en keizerlijke periode. Vooral een schitterend standbeeld van keizer Augustus Pontifex Maximus trekt alle aandacht naar zich toe. Even een zaalwachter zoeken om te vragen of we een foto mogen maken. Net als in de thermen blijkt dat gelukkig geen enkel probleem te zijn. De zalen zijn prettig ruim, goed belicht en sterk gedocumenteerd. We wandelen samen met pakweg tien andere bezoekers door de zaal. Hier dus geen ellenlange wachtrijen en drummende bezoekers zoals in sommige andere musea te Rome. Er heerst een zalige rust om in alle sereniteit te kunnen genieten van de honderden prachtige beelden. Als we er één werk mogen uitkiezen, dan is dat zonder twijfel ll Pugile in riposo. Deze rustende bokser uitgevoerd in brons is een prachtig Grieks origineel dat werd teruggevonden tijdens opgravingen in de thermen. De houding en de gelaatsuitdrukking van de atleet zijn zo levendig dat je het gevoel hebt dat hij zo meteen zal opstaan om de wedstrijd aan te vatten.
zal tegenkomen. Veel muren en plafonds zijn dragen nog de decoratieschilderingen uit de 16de en 17de eeuw en het binnenplein met de monumentale fontein straalt een statige rust uit. Wat een plek in het hart van Rome! Het museum herbergt belangrijke collecties antieke kunstwerken waaronder een aantal prachtige Egyptische stukken verspreid over twee verdiepingen. De veelal monumentale Griekse en Romeinse beelden die je in de verschillende kamers kunt bewonderen werden in de 16de en 17de eeuw door verschillende Romeinse adellijke families verzameld. Het grootste deel van de tentoonstelling bestaat uit de collectie Boncompagni Ludovisi, de collecties Mattei e Del Drago en een aantal kunstwerken van het geslacht Altemps.
Vier topmusea die deel uitmaken van het Museo Nazionale Romano: le Terme di Diocleziano, het Palazzo Massimo, Palazzo Altemps en de Crypta Balbi. Het Museo Nazionale Romano is dus een verzamelnaam voor deze vier sites en staat onder toezicht van de Soprintendenza Speciale per i Beni Archeologici di Roma.
Op de tweede verdieping vind je tal van schilderijen, mozaïeken en fresco’s waaronder de prachtig geschilderde tuin uit de beroemde Villa di Livia en de kamers van de Villa della Farnesina. In deze ruimten kan je je pas echt goed inbeelden hoe de ruïnes die je buiten in de stad bezoekt, aangekleed en versierd waren. In kleinere ruimten beeldt men de inrichting van prestigieuze Romeinse woningen met muren vol prachtig gerestaureerde fresco’s en mozaïeken uit. Alleen wie rijk was, kon zich dergelijke luxe veroorloven.
Voor het derde bezoek trekken we naar het centrum van de stad. Haast in het verlengde van de wondermooie Piazza Navona vind je de Piazza di Sant’Apollinare, genoemd naar de Basilica di Sant’Apollinare, gebouwd op de ruïnes van een antieke tempel voor Apollo. Hier vlakbij vind je de ingang van Palazzo Altemps. Dit paleis dankt zijn naam aan kardinaal Marco Sittico Altemps, die het aankocht in 1568 na zijn verkiezing tot kardinaal te Rome om er zich permanent te vestigen. De sfeer in dit gebouw is totaal anders dan in Palazzo Massimo. Hier heb je echt de indruk dat je elk moment de kardinaal en zijn gevolg
De meeste antieke beelden werden fraai gerestaureerd tijdens de 16de en 17de eeuw door het kruim van de beste beeldhouwers uit die tijd zoals Gian Lorenzo Bernini, Alessandro Algardi en Ippolito Buzio. Werkelijk adembenemend is de schitterende arcade op de tweede verdieping. Hier zie je nog een aantal van de originele fresco’s en decoraties uit de tijd van de kardinaal. In de verte horen we het rumoer van de stad maar over de binnenplaats scheren zwaluwen op zoek naar laagvliegende insecten. De avond wordt ingezet en de lampen in de zalen van het paleis worden aangestoken.
Voor het vierde bezoek aan het Museo Nazionale Romano wandelen we enkele straten verderop naar de Via delle Botteghe Oscure. Dit is een zijstraat van het drukke Largo di Torre Argentino, het plein waar veel trams en bussen vertrekken en aankomen. Het opzet van het museum Crypta Balbi is totaal anders dan de drie andere sites. De tentoonstellingsruimte is vrij beperkt. De echte schatkamer bevindt zich achter een gesloten deur. We melden ons aan bij de kassa voor een geleid bezoek. Er zijn elke dag meermaals geleide bezoeken in het Italiaans of Engels voorzien zonder extra kosten. Het museum is verdeeld in enkele gebouwen uit verschillende opeenvolgende historische periodes. Het museum vertelt zo het gelaagde verhaal van dit complex sinds de oudheid tot de twintigste eeuw: van het Teatro dit Balbo, het stedelijk landschap uit de 5de eeuw, middeleeuwse
TASTE ITALY
54
Reis la storia
kerken, huizen en winkels tot en met het Conservatorio di Santa Caterina della Rosa. Fascinerend, zeker als je bedenkt dat die honderden jaren bouwgeschiedenis overal in de stad terug te vinden is! Het theater van Lucius Cornelius Balbus dateert uit de eerste eeuw en bood plaats aan elfduizend toeschouwers. Met een diameter van negentig meter was dit het kleinste van de drie theatergebouwen op het Marsveld. Het theater bestond uit drie verdiepingen met open arcaden en was gedecoreerd met Egyptische onyx en marmer van de duurste kwaliteit. Achter het podium bevond zich een grote porticus: de Crypta Balbi. Dit was een rechthoekig plein, omsloten door open zuilengalerijen waar de toeschouwers tussen de voorstellingen konden pauzeren. In het midden van dit fraaie plein was tevens een tempel gebouwd.
Pas tijdens de jaren ‘80 van vorige eeuw werd gestart met de grootschalige opgravingen van dit complex. Ondanks eeuwen van roofbouw en vernielingen bleken veel resten van het oorspronkelijke complex nog goed bewaard. Achteraan stonden zelfs enkele muren van de porticus nog overeind, sommige tot twaalf meter hoog, goed verborgen achter muren uit latere tijden. Enkel in dit deel van het Museo Romano Nazionale kun je echt de authentieke sfeer van het antieke Rome en de latere perioden proeven omdat je gewoon midden de restanten staat. Je wandelt op de antieke straatstenen, je leest de structuur van de vergane gebouwen af aan de nog aanwezige zuilen en muren. Meer info: http://archeoroma.beniculturali.it/node/481
Na de grote brand in 80 na Chr. werd de porticus herbouwd. De zuilengalerijen werden vervangen door een gebouw met meerdere verdiepingen en de buitenmuur werd dichtgemetseld. De tempel in de porticus werd omgebouwd tot een kerk en in de halfronde aanbouw werd glas gemaakt en marmer verbrand. Deze glasoven is nu nog steeds te zien.
Tekst & foto’s: Bart Tordeurs
TASTE ITALY
56
STILO DI VITA
p Op koffieontdekking met Illy Koffiemerk Illy uit Triëste lanceert een ideale formule om kennis te maken met diverse smaken uit het “Iperespresso” gamma: de Discovery Box. In deze box liefst vier verschillende varianten van de capsules, van de Illy Blend tot de Illy Monoarabica Brasil. Deze capsules zijn te gebruiken met de Francis Francis Iperespresso toestellen, die je op de markt vindt vanaf 139 euro. De Discovery Box kost 15,66 euro en is verkrijgbaar in de e-shop en verdeelpunten van Illy. www.illy.be
Morellato juwelen Topchef voor een dag Re Lasagna, een fabrikant uit Bologna, lanceert de “Lasagna alla Bolognese nel Bauletto” of lasagna in een box. Inititatiefnemer en chefkok Gilberto Argini: “Ik wilde iedereen wereldwijd laten kennismaken met de unieke smaak van de keuken uit Bologna”. De box bevat alleen de beste ingrediënten om van je lasagna een heerlijk succes te maken. Argini runt in Bologna zijn “Taverna Re Lasagna”, een bedrijf gespecialiseerd in verse pasta. Want als Bologna ‘la grassa’ (de vette) wordt genoemd, is dit in eerste instantie wel te danken aan de unieke smaak van Bolognesesaus… www.relasagna.com
In de nieuwe collectie van Morellato jewels ligt het accent op de natuurlijke hoorn. De schaduweffecten van dit natuurlijk materiaal zorgen ervoor dat elk juweel uniek wordt. De verschillende vormen belichamen de hedendaagse principes van harmonie en design.
p Een snelle Maserati rond je pols
Lekkere saus voor zelfgemaakte pizza
Maserati heeft zijn eigen lijn uurwerken, waarin je de stijlkenmerken van de knappe wagens terugvindt: de drietand, natuurlijk, maar ook het verticale rooster van de granturismo, de velgen en de meters die je je doen voelen als in een cockpit. Deze klassieke maar tegelijk sportieve horloges getuigen van de zorg waarmee Maserati ze heeft ontworpen. Net als zijn wagens!
Met Pizza a Casa lanceert het Italiaanse merk een nieuwe saus voor het versieren van je handgemaakte pizza. In een handig tetrabrikformaat, goed voor het vullen van twee pizzabodems. Het brikje is na gebruik afsluitbaar, waardoor het langer vers blijft. Pizza a Casa is verkrijgbaar in de meeste warenhuizen. www.elvea.be
Aranciata rossa van San Pellegrino Het Italiaanse merk, gekend van zijn mooi gestileerde flessen in restaurants en bij je thuis, lanceert nu een frisdrank op basis van bloedappelsienen: Aranciata Rossa. De lichtbittere smaak van bloedappelsienen leent zich uitstekend tot dit drankje, dat zich nestelt in de typische traditie van niet-alcoholische aperitieven van Italiaanse makelij. Bij ons is de Aranciata Rossa verkrijgbaar in uw warenhuis in een sixpack blikjes van 33 cl.
Smeg lanceert “Smeg 500” Een product dat de unieke eigenschappen van twee gegeerde Italiaanse merken combineert: dat kan alleen leiden tot een absolute topper. De samenwerking tussen Fiat en Smeg levert de schitterende “Smeg 500” designer koelkast op. Het woord koelkast kleven op dit uitzonderlijk stukje Italiaans design is het zondermeer tekort doen. De Smeg 500 bestaat in wit, rood, blauw en groen en kan rechtstreeks besteld worden via marketing@smeg.be www.smeg .be
TASTE ITALY
58
Gastronomia
Vicenzo kookte vanaf de eerste dag volgens de traditie van zijn ouders: de authentieke Siciliaanse keuken.
g La Botte, genk
GIUSEPPE GIACOMAZZA La seconda generazione De Geschiedenis van de familie Giacomazza is atypisch voor de Italiaanse gemeenschap in Limburg. Terwijl meeste Italianen in de jaren vijftig naar hier kwamen om in de koolmijnen te komen werken, begint het Belgische verhaal van de Giacomazza’s slechts in 1977. Stamvader Vincenzo en echtgenote Giuseppina zijn afkomstig uit Siculiana (Sicilië). In 1977 kwamen ze in Genk op huwelijksreis bij Stefano Guarraci, een oom van Giuseppina. Ze bleven hier plakken omdat Vicenzo droomde van een nieuw leven. Tot dan had hij sinds zijn zestiende gewerkt op een cruiseschip waarmee hij de hele wereld rondvoer. Hij werkte in de keuken waar ze met zo’n 50 man elke dag voor 1200 gasten kookten. Leerrijk en boeiend, maar na iedere vakantieperiode van zo’n 45 dagen was hij 8 maanden van huis. Moeilijk te combineren met een gezin. Daarom ging hij aanvankelijk aan de slag als lasser bij Ford. In 1980 opende hij een eigen zaak omdat hij vastgesteld had dat er in Genk maar één Italiaans restaurant was. Vicenzo kookte vanaf de eerste dag volgens de traditie van zijn ouders: de authentieke Siciliaanse keuken. Een aantal jaren terug zette Vicenzo een stapje terug en gaf zijn zonen Giuseppe (Pepe) en Gaspare - seconda generazione - de vrijheid om de zaak uit te bouwen. Pepe leidt het keukenteam en laat zich met raad en daad bijstaan door zijn vader. Hij volgde hotelschool in Hasselt, maar koken deed hij al veel vroeger. Op zijn negende maakte hij zijn eerste pizza’s en op zijn vijftiende stond hij al in de keuken om weekendwerk te doen. Nooit heeft hij ergens anders gekookt. Uiteraard gaat hij regelmatig uit eten bij een collega, maar zijn inspiratie haalt hij vooral uit de dagelijkse praktijk. Pepe ziet zijn job als het spelen van een Champions League finale. Iedere dag. Omdat hij niet kan verdragen dat een klant ontevreden is. Koken is zijn ware passie, en iedere dag staat hij tevreden op omdat hij er opnieuw kan invliegen. Sinds een aantal jaren is Pepe ook één van de vaste gezichten op de kookzender Njam. Zijn Vlaamse vrouw Inez en jongere broer Gaspare, die ook sommelier is, zorgen voor het onthaal. Zij doen dit met het nodige succes, want sinds enkele jaren is La Botte één van de culinaire hotspots in Limburg. Het strakke interieur, ontworpen door Victor Simoni, doet niet meteen aan Italië denken. Maar de ontvangst en de drukte zijn echter molto Italiano.
La Botte Europalaan 99, 3600 Genk • Tel. 089 36 25 45 (alleen telefonische reservaties) • dinsdag en woensdag gesloten www.labotte.be
TASTE ITALY
60
Musica
Presto ma non troppo Met Ottorino Respighi dwars door Rome (deel 1) Rome spreekt tot ieders verbeelding, dat staat buiten kijf. Dit was ook zo voor de Italiaanse componist Ottorino Respighi. De stad betekende zo veel voor hem dat hij er over een periode van veertien jaar maar liefst drie briljante symfonische gedichten over schreef: de Romeinse Trilogie. Neem het uzelf niet kwalijk als de naam bij u geen belletje doet rinkelen. Hoewel de man niet onder moet doen voor wereldberoemde collega’s zoals Verdi en Vivaldi, is Respighi wat op de achtergrond verdwenen. Dit artikel is dan ook een eerbetoon aan een ondergewaardeerd componist. Met behulp van zijn muziek kunt u de hoofdstad van Italië eens op een andere manier bekijken en bezoeken: een aanrader die Respighi zelf ter harte nam. La fontana di Tritone
De man achter de muziek Ottorino Respighi werd geboren in Bologna op 9 juli 1879. Zijn vader was een lokale pianoleraar, die hem al op jonge leeftijd piano en viool leerde. Viool bleek hem meer te liggen dan piano. Hij koos er dan ook voor om zich verder te vervolmaken in dit instrument, samen met altviool en compositie, aan het Liceo Musicale in zijn geboortestad. Een jaar na zijn diploma, we schrijven dan het jaar 1899, verhuisde hij naar Sint-Petersburg en speelde daar mee in de Keizerlijke Opera. Hij leerde daar Nikolaj Rimski-Korsakov kennen, bekend van de ‘Vlucht van de hommel’. Die onderrichtte hem verder in compositie en orkestratie. Het is vanaf 1903 dat zijn levensloop voor ons interessant wordt. Na zijn vertrek uit Sint-Petersburg vestigt Respighi zich in Rome om daar mee te spelen in de Accademia Nazionale di Santa Cecilia. Daar krijgt hij voor het eerst de indrukken van de stad over zich heen die later de basis zullen vormen van zijn Romeinse Trilogie. In 1924 wordt hij in dezelfde academie benoemd tot directeur, maar reeds in 1926 geeft hij zijn ontslag om zich volledig aan het componeren te kunnen wijden. Dit was geen domme keuze. In tegenstelling tot vandaag was hij in zijn tijd
een populaire componist, en zijn werken verkochten als zoete broodjes over heel de wereld. Vooral het tweede deel van de Romeinse Trilogie, Pini di Roma , maakte hem in één klap steenrijk. Hij stierf dan ook gelukkig, in Rome, op 18 april 1936 ten gevolge van een hartstilstand. Zijn stoffelijk overschot werd een jaar na zijn begrafenis in Rome verplaatst naar zijn geboortestad Bologna.
Fontane di Roma Na dit intermezzo over zijn levensloop focussen we op zijn werk, te beginnen met Fontane di Roma. Geschreven tussen 1914 en 1916, is dit het eerste deel van de trilogie. De titel zegt eigenlijk alles al: dit werk, bestaande uit vier delen, beschrijft telkens een andere fontein in de stad op een ander moment van de dag. Deze structuur van vier delen met telkens een ander thema zijn ook in de twee andere werken terug te vinden: Pini di Roma beschrijft de alom bekende Italiaanse cipressen en Feste Romane enkele feesten. Even ter verduidelijking wat technische uitleg: een opus zoals deze drie werken wordt in de muziekwereld “suite” genoemd. Mocht een element
uit de trilogie uit slechts één deel bestaan en geen vier zoals hier, zou het een “symfonisch gedicht” genoemd worden. Bij suite en symfonisch gedicht wordt een thema beschreven aan de hand van muziek. Dat thema kan echt van alles zijn: van een legende (Shéhérazada van Rimski-Korsakov) tot een rivier (De Moldau van Bedrich Smetana) of in het geval van Respighi fonteinen, bomen en feesten. La fontana di Valle Giulia all’alba Via Valmichi, 00197 Roma
La fontana di Trevi al meriggio Piazza di Trevi, 00187 Roma
Geschreven met de intentie het ochtendgloren na te bootsen, begint Fontane di Roma erg vredevol. De inspiratie voor deze rustgevende klanken moest in Respighi’s tijd niet ver gezocht worden: de omgeving van de fonteinen waren toen nog erg idyllisch, op de grens van wat je nog net het platteland zou kunnen noemen. Tegenwoordig is het pleintje opgeslokt door de banlieu van Rome en is de vreedzaamheid van vroeger helemaal verdwenen. Het plein en de directe omgeving kregen hun laatste make over in 1911 ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling. Een voorbeeld daarvan is de Galleria nazionale d’arte moderna e contemporanea (GNAM) van de architect Cesare Bazzini. In meer dan 70 zalen worden kunstwerken tentoongesteld van onder andere Mondriaan, Monet en Cézanne.
De Trevifontein vormt in deze suite het hoogtepunt. Dat is de fontein voor de stad Rome ook, als één van de meest bezochte attracties. Met een breedte van 26 meter en een hoogte van 22 meter is het tevens de grootste fontein van de stad. De naam is ontleend aan ‘tre vie’ omdat er vroeger 3 wegen uitkwamen op het plein waar de fontein staat. Met behulp van een stevige brok koperblazers, pauken en ander slagwerk wordt de trotse Neptunus beschreven, blakend in de middagzon en zonder twijfel de centrale figuur van heel de fontein. Ook deze fontein werd ontworpen maar niet gebouwd door Bernini. Dat gebeurde pas 50 jaar later door Nicola Salvi. Let bij een bezoek aan dit monument op de twee paarden die de strijdwagen van Neptunus verder trekken: het ene paard is rustig, het andere paard steigert, en vormen zo een metafoor voor de zee met haar twee uitersten: zo glad als een spiegel of met dermate hoge golven dat zelfs de grootste schepen er in vergaan.
La fontana di Tritone al mattino Piazza Barberini, 00187 Roma
La fontana di Villa Medici al tramonto Viale della Trinità dei Monti 1, 00187 Roma
Nu de kilte van de nacht wat verdreven is en de eerste zonnestralen het land verwarmen, is het tijd voor een vrolijker deuntje. De sereniteit van de fonteinen aan de via Valmichi maken plaats voor het speelse karakter van de vier dolfijnen die Triton in zijn schelp omhoog houden. Bernini bouwde deze fontein tussen 1642 en 1643 in opdracht van paus Urbanus VIII. Hij liet zich inspireren (net als Respighi trouwens) op de gedichtenbundel ‘Metamorfosen’ die de Romein Ovidius schreef, waarschijnlijk in 1 na Christus. Een van de belangrijkste kenmerken van het gedicht is het ludieke karakter ervan: de goden worden afgeschilderd als gewone mensen met hun zwaktes en verlangens, in plaats van als verheven en trotse figuren. Respighi wist dit goed te vertalen in zijn muziek: op sommige momenten lijkt het alsof de trompetten de rest van het orkest zitten uit te lachen.
Het werk bolt langzaam uit en zal uiteindelijk stoppen op dezelfde manier waarop het begon: zeer kalm, zeer sereen. In dit laatste deel beschrijft Respighi de fonteinen in de tuin van de Villa Medici. Het landhuis werd gebouwd door Ferdinando I de’ Medici, groothertog van Toscane op het einde van de 16de eeuw. In 1803, tijdens de Franse overheersing bracht Napoleon Bonaparte er de Franse Academie in onder. De bedoeling was om jonge Franse kunstenaars die de Prix de Rome gewonnen hadden, daarin te huisvesten tijdens hun verblijf in de stad. Dat was immers wat je kon winnen: een studiereis naar Rome. Tegenwoordig bestaat de prijs niet meer in deze vorm, maar hij wordt nog elk jaar uitgereikt in verschillende landen en dit al sinds 1663! Michaël Van Raemdonck
TASTE ITALY
62
stilo di vita
Keramiek als kunst�vorm Familiebedrijf Edelweiss uit “città della ceramica” Nove Het is juni als we in Noord-Italië op weg zijn naar Nove, maar we kunnen nu pas genieten van één van de eerste lentedagen van het jaar. Nove is gelegen aan de oevers van de Brenta in de regio Veneto, vlakbij Vicenza en aan de voet van de Dolomieten. Nove doet haar naam als ‘Città della Ceramica’ eer aan. Bij het binnenrijden van het stadje zien we bijna op iedere straathoek wel een fabriekje tussen de woonhuizen staan dat bij ons al lang naar het industrieterrein verbannen zou zijn. Maar in Nove floreert de keramiekindustrie gewoon in de woonwijken.
V
andaag kennen we het Italiaanse keramiek voornamelijk als rijk beschilderde schalen en borden met bijvoorbeeld tomaten en olijven. Daar is wel wat aan vooraf gegaan. Reeds vanaf 1600 wordt er in Nove keramiek gemaakt. In de zeventiende eeuw stijgt in Europa de vraag naar het kostbare Chinese porselein. Nederlandse keramisten imiteerden dit en veroorzaakten een invasie op de markten van de Republiek Venetië. In 1728 werden pogingen ondernomen om die import te verminderen door het stimuleren van lokale productie. Zo werden de belastingen verlaagd voor degenen die porselein konden produceren. Een gedenkwaardig moment voor de lokale productie was de komst van Giovanni Battista Antonibon. In 1727 begon hij in het oude huis van zijn vader in Nove een fabriek die zou uitgroeien tot één van de belangrijkste keramiekfabrieken in de Republiek Venetië. In de daarop volgende jaren zorgt het wijdverbreide gebruik van terraglia – een goedkoop mengsel van klei uit Engeland met een witte uitstraling - tot een onverwachte concurrentie tussen het Italiaanse keramiek en het Chinese porselein, mede dankzij de Antonibon fabriek. Zij slaagden er immers in een formule te ontwikkelen die de Engelse klei imiteerde.
In de eerste decennia van de twintigste eeuw vindt er een verschuiving plaats van de klassieke stijl van de voorgaande eeuwen en komt er een modernere lijn. Edelweiss Ceramiche, het doel van ons bezoek ligt ook tussen de woonhuizen. Als we aanbellen, wordt het hek automatisch geopend en komen we via de hal van het woonhuis op een binnenplaats die naar de ingang van de fabriek leidt. Bij binnenkomst zien we gelijk de twee grote ovens. We worden omgeven door stapels keramiek, borden, schalen, kopjes en flessen in allerlei soorten en maten. Alles is rijkelijk gedecoreerd met tomaten, olijven, citroenen, die voor een ultiem Italiaans gevoel zorgen. We worden hartelijk verwelkomd door Roberto en Miriam, de directeur en zijn vrouw, die ons vol trots hun bedrijf presenteren. Ze vertellen ons dat in 1970 Francesco Morlin, de vader van Roberto,’Ceramiche Artistiche Edelweiss’ heeft opgericht. Ondanks de nabije bergen klinkt ‘Edelweiss’ niet meteen Italiaans. Miriam vertelt dat haar schoonvader destijds de naam ‘Edelweiss’ op een pakje sigaretten zag staan. Hij vond het een erg mooie naam, het liet hem niet meer los. Toen hij zijn bedrijf oprichtte, had hij snel beslist hoe hij het wilde noemen.
Alles is rijkelijk gedecoreerd met tomaten, olijven, citroenen, die voor een ultiem Italiaans gevoel zorgen
Edelweiss is een echt familiebedrijf, waarin tot vandaag verschillende familieleden werkzaam zijn. De Morlins combineren de ambachtelijke kunst van het keramiek maken met het creëren van moderne voorwerpen, geïnspireerd door de natuur maar altijd met respect voor de traditie van het verleden. Vanuit de wens om producten van een hoge kwaliteit te bieden, wordt alles volledig met de hand gemaakt en beschilderd. Van traditioneel tot modern, bij Edelweiss zijn ze steeds op zoek naar die perfecte lijn, of dat ene ontwerp, om zo aan de wensen van de opdrachtgever te voldoen. De opdrachtgever kan kiezen uit de bestaande collecties, maar alle producten kunnen ook aangepast worden aan individuele wensen die met behulp van de vakmensen van Edelweiss worden gerealiseerd. Er wordt steeds geïnvesteerd in nieuwe technologieën. Voor de realisatie van de producten worden alleen de beste mengsels van lakken gebruikt, zonder giftige stoffen zoals lood. Roberto Morlin is van mening dat de beste investering voor een goede commerciële toekomst ligt in het nastreven van kwaliteit. Door terug te grijpen naar de ouderwetse manier van keramiek maken, dus met de hand vervaardigde voorwerpen, zorg je dat het symbool “Made in Italy” ergens voor staat.
Het gebruikte basismateriaal is een mengsel van klei uit de regio. Deze wordt in stukken verdeeld en op maat gesneden. In een handbediende machine zit de desbetreffende mal die nodig is om een schaal of bord met of zonder reliëf te vormen. Daarna wordt alles met de hand schoongemaakt en loshangende stukjes klei verwijderd. Alles wordt op mobiele rekken gezet, zodat het na het drogen, (afhankelijk van het formaat en de tijd van het jaar, duurt dit ongeveer een dag), zo de oven in gereden kan worden. Duizend graden en twaalf uur verder, komt het keramiek uit de oven. Vervolgens gaat het naar de decoratieafdeling waar alles met de hand wordt beschilderd. De schilders volgden allen een speciale vakopleiding voor het schilderen op keramiek aan een school in Nove. Na het beschilderen wordt ieder stuk in een bad van witte vernis gedoopt. Hierdoor verdwijnen de beschilderingen, maar die komen weer te voorschijn nadat alles voor een tweede keer 12 uur op 1000° in de oven heeft gestaan. Hierna zien we de kleurige en fleurige beschilderingen waarvoor het keramiek zo bekend is. Na het inpakken is het keramiek klaar om naar klanten uit heel Europa verstuurd te worden. Het keramiek van Edelweiss is in Italië ondermeer verkrijgbaar in twee eigen winkels aan het Gardameer. In Nederland en België kan u terecht in de webwinkel ItaliaShopping.nl van La Gestion.
Tekst: Janny van der Vlies Fotografie: Henny van der Vlies Bronnen: Museo della Ceramica Nove, Wikipedia
TASTE ITALY
64
MODA
Een bezoek brengen aan
MODA – Made in Italy kan nog tot 9 februari. Met je TASTE-ITALY lidkaart betaal je slechts € 3 ipv € 5 voor je bezoek aan het modemuseum. Doen!
MODEMUSEUM HASSELT OP ZIJN ITALIAANS
MODA – Made in Italy 20.06.2013 – 09.02.2014
Het Modemuseum geeft haar ruimten met de tentoonstelling MODA – made in Italy een Italiaanse toets. Door de modegeschiedenis in Italië als centraal uitgangspunt te nemen krijgt het museum de kans om diverse aankopen en schenkingen uit haar collectie aangevuld met talrijke bruiklenen, in de kijker te plaatsen. Dat is niet de enige reden om de Italiaanse modegeschiedenis centraal te plaatsen, ze neemt vandaag immers nog steeds een prominente plaats in op de internationale modekaart, dit naast centra als Parijs, Londen en New York. Het beeld dat we gevormd hebben bij de Italiaanse mode moeten we verbinden aan de “Italian Look”, een concept gebaseerd op de ready-towear industrie in de jaren 1970. De fundamenten van de “Italian Look” en de Italiaanse mode situeren zich echter veel vroeger. Zo genoot Italië voor WOII reeds over een grote bekendheid omwille van haar traditionele kleermakerij. Het verhaal dat we jou als bezoeker willen vertellen start dan ook vlak na WOII in 1946 wanneer de Florentijnse zakenman Giovanni Battista Giorgini modeshows begint te organiseren en zo de Italiaanse mode op de kaart weet te zetten. De traditie van hoogwaardige materialen en stoffen kan dankzij de economische situatie na WOII dan weer op grote schaal verspreid en machinaal worden geproduceerd. Daarnaast wordt er ook een link gelegd met de filmindustrie in Hollywood waar ontwerpers uit Rome een bijzonder plek verwerven. Op deze manieren maakt de wereld kennis met de stokpaardjes van de Italiaanse mode: tricot en vrijetijdskleding, glamoureuze avondkleding, tailoring en ook huizen gespecialiseerd in accessoires krijgen veel faam. Maak in deze tentoonstelling dan ook kennis met ontwerpers als Emilio Pucci, Gianni Versace, Lancetti en Missoni. Modemuseum Hasselt brengt met MODA - Made in Italy het bijzondere verhaal van de Italiaanse mode tot leven aan de hand van een visueel verhaal bestaande uit kleding, film en fotografie. Via uiteenlopende thema’s kan je een blik werpen op de verschillende tijdssegmenten en hoogtepunten van de geschiedenis van de “Italian Look”. Een must voor elke liefhebber van Italië.
TASTE ITALY
68
Gastronomia
“Ik ga er iedere dag volledig voor”,zegt Giamba. “Iedere dag moet ik mij na afloop volledig leeg voelen omwille van wat ik gepresteerd heb, dan pas voel ik me happy”
g Giamba, Tienen
Giamba Pasquali
Outlaw met passie…
Giambasilio (Giamba) Pasquali is een fenomeen. Geboren in Houthalen uit Italiaanse ouders afkomstig van San Martino in de Marche. Van la mamma leerde hij de knepen van het vak. Thuis werd er iedere dag lekker en vers gegeten en vooral: ze namen er de tijd voor. Zijn eerste restaurant opende hij in 1974: Villa Borghese in Hasselt. Daarna ging het o.m. via Antwerpen, Italië, Heusden-Zolder, Houthalen, New York - waar Giamba 2,5 jaar verbleef en Leuven tot nu in Tienen. Giamba wordt niet graag restauranthouder genoemd. Liever hoort hij dat hij een belijder is van de Italiaanse eetcultuur. Want op restaurant gaan is zoveel meer dan eten alleen. Een goede restaurateur is meer dan alleen iemand die eten maakt: hij is in de eerste plaats een goede bemiddelaar. Verder zweert Giamba bij puurheid, versheid en eenvoud. Dingen die in menig ristorante ver te zoeken zijn. En natuurlijk je vak kennen. Het volstaat immers niet dat je een mooi doek, nieuwe penselen en goede verf hebt, je moet ook nog kunnen schilderen. Wat opvalt bij Giamba: het ontbreken van een kaart. “Ik kook dagvers wat ik op de markt vindt”, zegt hij. “Waarom zou ik een diepgevroren lamsbout klaarmaken als er verse zeetongetjes voorhanden zijn? Bovendien brengt een vaste kaart hoge kosten met zich mee, vooral als je alles dagvers op het bord wil”. De mare dat je bij Giamba geluk moet hebben omdat je er de ene dag superlekker eet en het de andere dag wat minder is, doet hij af als “bullshit”. “Ik ga er iedere dag volledig voor”, zegt Giamba. “Iedere dag moet ik mij na afloop volledig leeg voelen omwille van wat ik gepresteerd heb, dan pas voel ik me happy”. Giamba gaat prat op beroemde gasten zoals Guy Verhofstadt, wijlen Frank Vandebroucke, Jeroen Meus, Herwig Van Hove, Felice zaliger… Deze komen niet voor de chichi zoals in de meeste sterrenrestaurants. Hij wil dat het over de essentie van het koken gaat en dat iedereen zich thuis voelt. Zijn deur staat altijd open en de klanten zijn stuk voor stuk vrienden geworden. Ook een wijnkaart ontbreekt. “Wijnkaarten zijn onzin”, zegt hij. “Daar kan ik me niet mee bezig houden. De ene keer wil een klant juist weer iets en de andere iets anders. Als een klant niet akkoord gaat met mijn keuze, stuur ik hem naar mijn wijnkelder en laat ik hem zelf een fles uitkiezen. Ik heb namelijk geen geheimen. Kijk, ik serveer altijd een degelijk glas spumante als aperitief. En toch zijn er die nog willen dat ik de schuimwijn verknal met crême de cassis.” Zelf geniet hij iedere dag van een goed glas wijn. “Veel beter dan valium. Daarbij ben ik geen wijnracist en kan ik ook genieten van een goed glas Franse wijn”, aldus de restauranthouder. Op de vraag of hij ooit terug gaat naar Italië, is het antwoord negatief. “Alleen op vakantie, maar ik verlaat België niet. Hier wonen al mijn vrienden. Het restaurant in Tienen dat ik run samen met mijn dochter Evi, zal waarschijnlijk mijn laatste kunststukje zijn. Kijk koken is geen exacte wetenschap maar wel een uiting van gemoedstoestand en creativiteit. Ik krijg hier veel appreciatie. Laat mij maar rustig verder doen”. Wij zullen hem alvast niet tegenhouden…
Giamba en Evi PASQUALI Gilainstraat 134 / 3300 Tienen 016 81 33 60 traiteur open: 10u30 - 18u00 restaurant vrijdag- en zaterdagavond enkel op reservatie gesloten: zon- & maandag
TASTE ITALY
70
arte
Hendrik Cleiren ItaliĂŤ inspiratiebron voor kunstschilder
Schilderijen en tekeningen in Italiaanse stijl trekken een italofiel nu eenmaal makkelijker aan dan een of ander Kempens landschap. Logisch dus dat we vroeg of laat op het werk van Hendrik Cleiren zouden stoten. Deze Kieldrechtenaar laat zich regelmatig inspireren door Italiaanse taferelen, waarbij Venetië als leidraad zijn voorkeur geniet. Een vraaggesprek met deze kunstschilder. Buonissimo: Hendrik, je bent opgeleid als tekenaar. Toch heb je je op het schilderen gestort. Hoe komt dit? Omdat tekenen de basis is van heel wat artistieke disciplines, leek het me verstandig om daar mijn studiekeuze van te maken. Van in het eerste leerjaar herinner ik me de enthousiaste reacties van juffrouw Jeanne bij het bekijken van mijn tekeningen. Wat mij doodnormaal leek, wist bij sommigen toch emoties los te maken. Mijn grootmoeder merkte op dat ik eigenlijk wel dankbaar mocht zijn met zo’n talent. In die tijd werden mijn tekeningen voornamelijk geboren uit indrukken die mij niet onberoerd lieten. Zo was een plaatselijke tentoonstelling van de missioneringswerken in Belgisch Kongo het startsignaal voor een reeks tekeningen met kleine zwarte mannetjes met strooien rokjes, in een dorpje van hutjes met strooien daken, omgeven door een exotische wereld gevuld met olifanten, krokodillen, nijlpaarden, leeuwen en hyena’s. Het plezier om met een simpel potloodje en een blad papier een totaal nieuwe wereld te kunnen scheppen en de aanmoedigingen van mensen die voor mij belangrijk waren, liggen waarschijnlijk aan de basis van mijn keuze om met tekenen mijn leven te vullen. Op mijn 7de stond mijn levensweg voor mij al haarscherp uitgestippeld: ik zou tekenaar worden! Dus 11 jaar later stond ik te trappelen van ongeduld om eindelijk aan mijn echte opleiding te beginnen: vrije grafiek in Sint Lukas – Antwerpen. De ontnuchtering volgde na de studies: nergens werd een kunstenaar gevraagd! Zo kwam ik in de reclamesector terecht, als art director bij McCann Ericson. Buonissimo: Na je werk in de reclame ging je full time schilderen. Het vergt wel enig lef om jezelf te vestigen als fulltime kunstschilder. Hoe start je zoiets op? Vele beslissingen in mijn leven die zogenaamd iets met lef te maken hebben, komen vooral vanuit het besef dat tijd je hoogste goed is. Toen ik 50 werd, kwam het “nu of nooit” gevoel. Mijn hele leven had ik mijn creativiteit ten dienste gesteld van merken en bedrijven. Mijn eigen ‘lancering’ als beeldend kunstenaar stond haaks op al wat ik voorheen gedaan had. Eigenlijk had ik geen idee van die ‘markt’, laat staan een uitgewerkte strategie. Mijn plan leek bijna de samenvatting van hoe het niet moet. Maar dat was voor mij net de bedoeling. Enkel een paar losse flodders in de stijl van ‘laat gewoon goed werk zien op de juiste locatie en dat verkoopt zichzelf wel’. Op die manier viel mijn lot, om een of andere reden, moeiteloos in de juiste plooi. Buonissimo: Je keuze aan onderwerpen is ruim en gevarieerd. Hoe kom je tot die keuze? Het is inderdaad zo dat ik graag wissel van onderwerp. Zo blijven portretten van stieren, paarden en natuurlijk mensen me boeien. Dit werk doe ik meestal in opdracht, net zoals ik soms bedrijfsopdrachten afwerk. Zo kan je
TASTE ITALY
72
Reis la storia
Guido Guidi, ‘A New Map of Italy’ een selectie van 50 kleurprints uit de jaren 1983 tot 2007, Loosestrife Editions, Washington.
in de Delhaize van Willebroek een compositie van de brug van Willebroek bekijken, een werk van liefst 17 meter op 2 meter! Het boeiende aan dit soort werk is de combinatie van mijn jarenlange ervaring als design consultant en de ‘artiest’ die op een totaal andere manier tot een nieuw concept komt. Buonissimo: Ondanks die portretten en opdrachten heb je een duidelijke voorliefde voor bepaalde Italiaanse thema’s. Zo zie ik een aantal Venetiaanse onderwerpen in je werken. Vanwaar die voorliefde voor Venetië? Ondanks de miljoenen foto’s, schilderijen en etsen die van Venetië reeds gemaakt zijn, blijft deze stad inspireren. De drang om er nog eentje aan toe te voegen, blijft bestaan… Daarvoor ga ik vroeg op pad, voor dat de toeristen er zijn, en liefst in de zomermaanden omdat je dan al vroeg mooi licht hebt. Uit de honderden genomen foto’s filter ik achteraf, in het atelier, een paar voorbeelden die de basis vormen voor een nieuw schilderij. De foto gebruik ik vooral om de verhoudingen en het licht te bestuderen. Het schilderij wordt in mijn hoofd in een beperkt kleurenpalet omgezet en dan start ik met de compositie op doek. Venetië is een levende tijdmachine. Bekijk aandachtig enkele schilderijen van een paar eeuwen geleden van Canaletto of Guardi, denk er een paar vaporetti en enkele toeristen bij en je staat terug in het hedendaagse Venetië. Je weet tot op de meter nauwkeurig waar sommige historische figuren in Venetië gelopen hebben. Je kan van op de kade van de Riva degli Schiavoni op een trede van de La Pietà kerk uitkijken over het water, in het volle besef dat op diezelfde trede ooit Antonio Vivaldi datzelfde water overschouwde, want hij was daar koster! Dat raakt me veel meer dan, pakweg, een ‘meet and greet’ met the Rolling Stones.
Buonissimo: Je houdt blijkbaar ook van de Italiaanse sfeer in het algemeen. Hoe kom je aan die thema’s? Waar baseer je je op? De sfeer van een land wordt meestal gevormd door verschillende treffende elementen die versmelten tot een nieuw harmonieus idee. Voor mij werd mijn idee van Italiaanse sfeer gevormd door de films van regisseurs als Frederico Fellini en Bernardo Bertolucci. Vooral de visuele kracht van die beelden zette me aan tot de Italië schilderijen. Deze reeks werken is een mix van bestaande beelden en fantasie… meestal gekruid met een stukje magie en schoonheid van de Italiaanse vrouwen. Buonissimo: Hoe kunnen geïnteresseerde liefhebbers met je contact opnemen? Even mijn naam Googelen (Hendrik Cleiren) en je ziet al snel een Facebookpagina waarop een en ander te bekijken valt. Verder kan het via e-mail: hendrik.cleiren@gmail.com of via +32(0)476 09 93 97
Wines, presents and pleasures
Exclusieve & unieke producten voor decoraties, interieurs en italiaanse wijnen om te genieten www.la-passione.be
Snelwegstraat 16 • B-3550 Heusden-Zolder • +32 498 57 02 94 • info@la-passione.be
Decorations, workshops& essences
LPV_bsm013v2.indd 1
26/09/13 15:38
CUCINA I TA L I A N A LA
betaal voor 3 nummers slechts €9,95 De Italiaanse keuken in huis La Cucina Italiana brengt u de geheimen van de échte Italiaanse keuken. Zuivere producten, liefde voor ingrediënten en aandacht voor de bereiding, daar draait het om. Puur genieten!
Kijk voor meer informatie op:
www.cucinait.nl/actie
TASTE ITALY
74
SULLA STRADA
Simca Abarth 1150 Corsa Franse Italiaan of Italiaanse Fransman?
Abarth bouwde vooral in de jaren zestig veel sportieve auto’s vaak op basis van zowel koetswerken als motoren van bestaande fabrikanten. Fiat is wel de bekendste, maar ook een Porsche, Ferrari of Cisitalia kon door Abarth worden aangepast om nog sportievere prestaties te leveren.
Begin jaren 60 stond Abarth op het toppunt van zijn roem na diverse overwinningen in wedstrijden. De naam Abarth stond synoniem voor stevige prestaties. De band met Fiat was reeds sterk, zeker, maar Abarth veroorloofde zich nog steeds enkele zijstapjes. Zo richtte hij zijn pijlen ondermeer op het Franse Simca. Abarth paste gewoon het succesrecept toe dat hij gebruikte voor Fiat: neem een populair model (voor Fiat de 500 en 600) en maak dit seriemodel beter. De fabrikant uit Poissy, ooit ontstaan uit Fiat, had sinds 1961 de succesvolle Simca 1000 in zijn programma. Tijdens het Autosalon van Turijn in 1963 presenteerde Abarth een aangepaste, snelle versie van deze 1000 in vier verschillende uitvoeringen: een basis 1150, een 1150 S, 1150 SS en tenslotte de 1150 Corsa. De wagen waar we het hier over hebben, is het topmodel, de 1150 Corsa. Met de nodige technische aanpassingen haalde Abarth een topsnelheid van 170 km/u uit deze kleine wagen. De foto’s bij dit artikel zijn getuigen van een uniek stuk, en dat mag je letterlijk nemen: het is het enig overgebleven exemplaar van het topmodel “1150 Corsa”, te bewonderen in het Abarth Works Museum van Guy Moerenhout in Lier.
Uiterlijk was de auto herkenbaar aan een rood embleem op de achterzijde. De versies S, SS en Corsa hadden een afwijkend front met een grille. Dit in verband met de plaatsing vooraan van de radiator wat zorgde voor een betere koeling en daardoor voor betere prestaties. De ‘normale’ 1150 had de radiator immers achterin bij de motor en had de grille vooraan bijgevolg niet nodig. Op de neus zit eveneens een rood embleem met de tekst “Simca Abarth 1150”. Bij de drie snelste versies was dit aangevuld met een roostertje waarin het embleem met de schorpioen was geplaatst. Simca zelf had geen interesse om deze vier modellen te verkopen, mede door de invloed van Chrysler. Hierdoor was Abarth genoodzaakt ze zelf aan de man te brengen: zo werd een Fransman toch een Italiaan… Remo Varkevisser en Steven Van Raemdonck, met dank aan Albert Brouwer.
Abarth Works Museum, Industriestraat 1, 2500 Lier. Open op afspraak. www.abarth-gmr.be
FINSE LEGENDE Het hier afgebeelde model heeft een heel aparte geschiedenis, die we u niet willen onthouden. Tijdens een bezoek aan Finland kwam het Guy Moerenhout ter ore dat er nog ergens in een garage een Abarth Simca 1150 stond. Bleek het dit unieke exemplaar te zijn, die op naam stond van de Finse Simca-invoerder en was omgebouwd voor Finse races op ijspistes. Daartoe was de versnellingsbak aangepast naar slechts twee versnellingen. Toch had de importeur ook de originele zesversnellings-bak goed verpakt weggeborgen. De wagen bleek een kleine legende in Finland, en was gebruikt door diverse lokale piloten. Toen Moerenhout de wagen exporteerde naar België, gaf dit in Finland behoorlijk wat ophef, met een reportage op de Finse tv op de koop toe.
TASTE ITALY
76
IN ITALIANO
i
Pietro Mennea Eroi Italiani È morto il 21° marzo in una clinica a Roma, all’età di 60 anni, Pietro Mennea, ex velocista azzurro, olimpionico e per anni primatista mondiale dei 200 metri. Era nato a Barletta (Puglia) il 28 giugno 1952. Da tempo lottava con un male incurabile.
I
l mare di Formia deve essersi intristito di brutto stamattina. Pietro Mennea è morto a 60 anni e pochi mesi – era nato a Barletta il 28 giugno del 1952 - e oltre alla sua Barletta, al suo studio di avvocato, ai tanti stadi frequentati, al dolore di sua moglie Manuela, c’è venuto da pensare a quei giorni infiniti fra l’hotel Miramare e la scuola dello sport di Formia, la sua seconda casa, diventata negli anni prima, primissima, alle mille ripetute sui 150 metri, gli allenamenti durante le feste di Natale, di Pasqua e di Capodanno, lui con quella strana tuta blu della nazionale che portava larga larga e il professor Vittori con il cronometro in mano. L’atletica era la sua vocazione, il terreno su cui aveva scelto di spremere se stesso, come disse lui in una delle tante biografie: “da quando non contavo nulla a quando una gara era diventata un esame”. E che esami. Quelli vinti, stravinti, sempre con qualche retroscena alle spalle, riempito da un’insicurezza che si trasformava in forza della natura. La natura di uomo normale che s’era messo a sfidare i marziani. Pietro Mennea è stato campione olimpico a Mosca nel 1980 sui 200 metri, un anno prima s’era preso a Città del Messico il primato del mondo con quel 19”72 che sarebbe rimasto sul trono fino al 1996 (lo battè Michael Johnson prima degli anni dell’uragano Bolt), 6018 giorni di regno, e che ancora oggi è il migliore tempo di un europeo sulla distanza. Ma nel suo curriculum interminabile c’è di tutto: i tre titoli europei fra Roma ’74 (100) e Praga ’78 (100 e 200). E poi un argento mondiale con la staffetta a Helsinki ‘83. Ma a proposito di staffetta, chi non ricorda quella prodigiosa rimonta che portò al bronzo la 4 x 400 a Mosca? E non uno, ma due ritorni, come se l’atletica fosse qualcosa di cui non si riusciva a fare a meno, prima nell’82, poi nell’87. In tutto cinque finali olimpiche, 528 gare per 52 presenze in Nazionale.
Era tutto cominciato a Barletta, dove aveva cominciato con l’Avis. La pista che ha difeso con il cuore negli ultimi anni in cui l’avrebbero voluta smantellare, quella in cui realizzò quel 19”96 post olimpico, un’altra medaglia d’oro per lui. Poi era venuta quella notte a Termoli, il giorno in cui Tommie Smith l’aveva preceduto nell’albo d’oro del record del mondo dei 200 metri. Il giorno dopo avrebbe dovuto correre lui, una gara giovanile. Il momento in cui scatta qualcosa, in cui senti dentro di te una storia che prende la strada giusta. Quella che l’avrebbe portato al bronzo di Monaco, alla delusione del quarto posto di Montreal, a Praga, a quel ragazzino messicano con cui aveva condiviso la vigilia delle Universiadi nel villaggio di Città del Messico, un’amicizia portafortuna di cui ci aveva parlato a lungo. Quindi Mosca, la botta sui 100 metri, il “non corro” prima dei 200, un grande tira e molla dell’animo. E ancora il primo ritiro e poi il ritorno a Helsinki e quel viaggio all’inferno, 1984, a Los Angeles già andata, l’”assaggio” del doping, quasi il gusto perverso di vedere per un solo attimo ciò che era più lontano da lui, un atleta tutto e solo allenamento. Raccontò e poi si mise a lottare contro il doping a testa bassa: libri, denunce, proposte di legge. Già, la Legge. Mennea ne aveva fatto la sua seconda vita. Giurisprudenza, la sua prima laurea, nell’89, subito dopo Seul. E poi Scienze Politiche, Lettere, Scienze Motorie. Un record del mondo pure questo. Se n’è andato a 60 anni. Vivendo tante vite. A un certo punto, finiti tutti i ritorni possibili, aveva cominciato a non sopportare l’atletica. Qualcosa di strano, come se si fosse convinto che quell’impegno, quelle corse, gli avessero portato via tutta la vita che c’era. Era finito pure nel calcio, procuratore di giocatori e poi direttore generale della Salernitana alla fine degli anni ’90. Ma non era il
suo ambiente. Quindi, in politica, deputato europeo con Di Pietro e relatore del Rapporto sullo sport votato a Strasburgo nel 2000. Poi era tornato al mestiere di avvocato, aveva riscoperto l’atletica, facendoci pace. Voleva dare, voleva trasmettere anche se lo sport, lo sport che deve organizzare, dirigere, promuovere, non era riuscito mai a considerarlo una risorsa. Il matrimonio con Manuela aveva spostato parecchio in questa trasformazione. Forse si era finalmente reso conto dell’importanza delle pagine scritte incontrando il gusto di rileggerle. Gli piovevano i complimenti di tutto il mondo. Quelli di Mourinho, per esempio, che dichiarò di essersi ispirato a lui. Questi ultimi mesi li ha vissuti in silenzio. E noi qui a interrogarci su un segnale che ci avrebbe potuto portare a quel dramma che si stava consumando e di cui non sapevamo niente. Una scheggia di conversazione riferita da un amico: “Scusa, non ti ho potuto rispondere, ero in clinica”. Di certo c’è lo smarrimento di tutto lo sport italiano, soprattutto delle persone di mezze età, quelle abituate al “Mennea, Mennea” pronunciato tante volte da Paolo Rosi, quelle che da ragazzini prendendo l’autobus al volo si sentivano dire dal conducente “e chi sei, Mennea!”. Da oggi quegli italiani lì si sentono più vecchi, più soli, più tristi. Valerio Piccioni La Gazzetta dello Sport www.gazzetta.it 21 marzo 2013
TASTE ITALY
78
Reis la storia
TASTE ITALY
80
L’ITALIA DI OGGI
Politiek en Italië: stormachtig huwelijk Recentste verkiezingen brengen eens te meer chaos Op 2 juni 1946 werden de grondslagen gelegd van het naoorlogse Italië. In een referendum besliste een nipte meerderheid dat Italië niet langer een monarchie, maar wel een republiek zou worden. De nieuwe republikeinse grondwet trad in werking op 1 januari 1948. Met wat overdrijving zou je kunnen zeggen dat met deze grondwet ook de politieke chaos, die tot vandaag duurt, in Italië het levenslicht zag.
I
n de naoorlogse periode tot 1994 was de politieke situatie, op zijn zachtst gezegd, instabiel met liefst 50 verschillende kabinetten. De partijpolitiek werd gedomineerd door de communistische partij PCI, de christendemocraten van DC en de sociaaldemocraten van de PSI. Na de fascistische oorlogsjaren was het bijna logisch dat de PCI het zeer goed deed in Italië, met meer dan 30% van de stemmen. Niettemin beheerste de DC tot 1982 de Italiaanse politiek. Het “oude” politieke systeem met de drie traditionele partijen werd voorgoed uitgerangeerd na de passage van Bettino Craxi, Italiës bekendste niet-DC premier, die er als enige in slaagde zo goed als zijn volledige ambstermijn uit te doen. Tussen 1992 en 1994 gingen uiteindelijk zowel PSI als DC ten onder aan allerlei schandalen, na de operatie “Mani pulite”. Wie dacht dat, na deze grondige politieke schoonmaak, Italië van chaos en corruptie verlost was, kwam helaas in de daaropvolgende decennia bedrogen uit. Wel kwamen er nieuwe politieke formaties, met Forza Italia (Silvio Berlusconi), de xenofobe partij Lega Nord (Umberto Bossi) en de post-fascisctische partij Alleanza Nazionale voorop. Een nieuwe kieswet, gestemd in 1993 zorgde oorspronkelijk voor meer stabiliteit, en bestond uit een meerderheids- en proportioneel systeem. De jaren 90 werden gekenmerkt door rechtse kabinetten. Deze stemden in 2005 een nieuwe kieswet, opgesteld door Lega Nord-minister Roberto Calderoli, die zijn eigen creatie “una porcata” noemde - vrij te vertalen als zwijnerij of varkensstreek. Deze kieswet bevoordeelt de winnaar en hecht geen belang meer aan kiezen voor een persoon (naamstem). Het is deze kieswet die eens te meer zwaar ter discussie staat na de verkiezingen dit voorjaar. Hoe werkt het? Van de Kamerleden wordt 75 procent op basis van een meerderheidsstelsel gekozen (de winnaar in een district behaalt de zetel) en 25 procent via evenredige vertegenwoordiging. Bij de verkiezingen
van de 630 Kamerleden is het land verdeeld in 26 kiesdistricten die 617 leden kiezen. Daarnaast kiest Valle d’Aosta een lid en worden 12 leden door Italianen in het buitenland gekozen. Bij de toewijzing van zetels via districten worden diverse kiesdrempels gehanteerd (o.a. 4% voor afzonderlijke partijen, 2% voor partijen in een coalitie). Een coalitie die de meerderheid haalt, maar geen 340 zetels, krijgt extra zetels toebedeeld (tot ongeveer 54% van het totale aantal zetels). De kiesgerechtigde leeftijd voor de Kamer is 18 jaar. Het is hiermee zonneklaar dat dit stelsel coalitievorming tussen partijen bevordert, en vorming van kleine partijen ontmoedigt.
Calderoli noemde zijn eigen kieswet “una porcata”, een zwijnenstreek
De 315 leden van de Senaat worden in 20 regio’s gekozen, met daarnaast 6 zetels die door Italianen in het buitenland worden gekozen. Ook hier gelden kiesdrempels om voor een zetel in aanmerking te komen. Een coalitie die in een regio de meerderheid haalt, krijgt direct 55% van alle zetels van die regio. Kiezers moeten 25 jaar of ouder zijn. Het zal hiermee duidelijk zijn dat het systeem complex is, en ook voor de Senaat coalitievorming van meerdere partijen bevoordeelt.
TASTE ITALY
82
politiek
De kieswet en de daarmee verbonden neiging tot voorafgaande coalitievorming leidde in de recentste verkiezingen tot een complete patstelling. Immers, wie in Italië wil regeren, heeft een meerderheid nodig in zowel Kamer als Senaat. De meerderheid in de Kamer ging naar het centrumlinkse blok van Luigi Bersani, terwijl in de Senaat niemand de 158 zetels vereist om te regeren nog maar benaderde. Het enige compromis waartoe politiek Italië zeven weken na de verkiezingen in staat bleek – niet zonder de nodige commedia dell’arte en verwoede andere pogingen - was het toekennen van een tweede ambtstermijn aan de hoogbejaarde president Giorgio Napolitano, die met grote tegenzin en ongetwijfeld uit vaderlandsliefde aanvaardde. Zijn eerste speech in zijn tweede ambstermijn mocht er meteen wezen: hij maakte ruim de tijd om de Italiaanse politici de mantel uit te vegen. Hij noemde het ondermeer onvergeeflijk dat de politici er niet in geslaagd zijn de kieswet Calderoli te wijzigen, nochtans volgens hem (en met hem zowat de hele natie) de voornaamste reden waarom regeringsvorming onmogelijk bleek. Napolitano’s rede werd met een staande ovatie onthaald, behalve dan door de verkozenen van Beppe Grillo’s partij M5S die niet applaudisseerden maar tenminste het respect toonden om op te staan. Zij zien Napolitano als een typisch overblijfsel van het oude politieke systeem waar zij net tegen protesteren. Intussen hield de leider van de Democratische Partij, Pier Luigi Bersani, de eer aan zichzelf en trad af als voorzitter van zijn partij: eens te meer een teken van het failliet van de Italiaanse partijpolitiek én de falende kieswet. De voornamelijk ceremoniële functie van Italiaans president bevat één belangrijke politieke bevoegdheid, met name de aanstelling van een nieuw premier. Daarvan maakte Napolitano dankbaar gebruik. Het wit konijn dat hij zeer diep in zijn hoed vond, heet Enrico Letta, tweede man van de Democratische Partij (PD). Letta, reeds minister in kabinetten in de jaren 90 en onder Romano Prodi, heeft er voor gezorgd dat Italië eindelijk een regering heeft. Hoognodig, zo zeggen vooral economische analisten, want het was vijf voor twaalf voor de Italiaanse zieltogende economie. Alarmerende cijfers genoeg. De voorbije jaren verloor de Italiaanse economie liefst 31.000 ondernemingen. De industrie kromp in diezelde periode met 24%. In 2007 werden nog 2,5 miljoen Italiaanse wagens verkocht, in 2012 waren er dat nog slechts 1,4 miljoen stuks, precies het volume van 34 jaar geleden. De bouwsector kromp in 2012 met 14% ten opzichte van het jaar voordien, en het aantal verkochte huizen zelfs met 29%. Een geluk nog dat de voorzitter van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi, een landgenoot van Letta is. Ongetwijfeld zien we in de komende maanden de inzet van zogenaamde OMT’s (Outright Monetary Operations), waarmee de ECB kan tussenkomen in het voordeel van landen met problemen op het gebied van financiering. Wie van een OMT wil genieten, moet een saneringsakkoord afsluiten met Europa. Precies dat
is de reden waarom de regering Letta zo snel op de been kon worden gebracht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Letta luttele uren na zijn aanstelling als premier reeds een bliksembezoek bracht aan Parijs, Brussel en Berlijn. Dat er niet veel sightseeing van gekomen is, lijkt welhaast zeker. Bij het ter perse gaan hebben de vijf ministers van de partij van Berlusconi in de regering-Letta ontslag genomen. De voorbije week had de Pdl van Berlusconi al gedreigd met het laten vallen van de regering als hun leider uit de Senaat zou worden gezet. Wat effectief zou gebeuren vanwege de veroordeling wegens belastingfraude. Door het ontslag van de ministers heeft de regering Letta geen meerderheid meer, en zal wellicht een nieuwe coalitie moeten gevormd worden. Het volgende hoofdstuk in deze saga, die ongetwijfeld vervolgd wordt... Steven Van Raemdonck
UITSLAG VERKIEZINGEN 2013 Senaat Coalitie van centrumlinks: 31,63% - 124 zetels Partito Democratico 27,43% Sinistra ecologia libertà: 2,97% Andere: 1,23% Coalitie van centrumrechts: 30,72% - 117 zetels Popolo della libertà: 22,3% Lega Nord: 4,33% Andere: 4,09% Movimento 5 Stelle: 23,79% - 54 zetels Mario Monti: 9,13% - 20 zetels
Kamer Coalitie van centrumlinks: 29,54% - 347 zetels Partito democratico: 25,41% Sinistra ecologia libertà: 3,2% Andere: 0,93% Coalitie van centrumrechts: 29,18% - 125 zetels Popolo della libertà: 21,56% Lega Nord: 4,08% Andere: 3,54% Movimento 5 Stelle: 25,55% - 109 zetels Mario Monti: 10,56% - 49 zetels Scelta civica: 8,3% Udc: 1,78% Fli: 0,46%
Stationsstraat 26 - 3980 Tessenderlo
www.savoirvivre-tessenderlo.be
Stationsstraat 59 • 9700 Oudenaarde tel: 055.30.48.88 • fb126788@skynet.be
www.colosseo.be
Sluiting : Woensdag, Donderdagmiddag
TASTE ITALY
84
STORIA
ITALIË:
Mysterie en historische sluiers, historische wandelingen, vertellingen... traditie, verleden, heden. Het waarom van Italië en zijn magie. (deel 1)
Wat is dat magische Italië? Is dat het Italië van de gastronomie, de heerlijke wijnen, de bruschetta al pomodoro, de mozzarella di bufala, de tortellini of tortelloni, de spaghetti alle vongole, de unieke olijfoliën? Of zijn het de fantastische landschappen van Toscane met de klaprozen in het voorjaar en de zonnebloemen in de zomer? Of liever de overdonderende culturele rijkdommen zoals de koepel van “il Brunelleschi” in Firenze of de gigantische archeologische sites van Pompeji, of de indrukwekkende marmergroeven van Carrara die aan de basis liggen van de schitterende beeldhouwwerken van Michelangelo?
ˇ Firenze: middeleeuwse wijk rond het huis van Dante Alighieri
I
edereen heeft zowat zijn eigen lijstje waarom Italië.......Italië is. Maar misschien moeten we ons effectief afvragen, wat is dat toch met dat Italië? Waarom staan er bijvoorbeeld oneindig veel Italiaanse monumenten en sites op de lijst van de Unesco, een unieke parameter voor werelderfgoed? Geen enkel ander land ter wereld kan op dat vlak Italië evenaren. Ligt het aan de mensen die het land geschapen hebben? De Italianen? Maar wie zijn dan die Italianen??? Oude Romeinen, Etrusken, Grieken? Een mix met Spanjaarden, Noord-Afrikanen, Noormannen, Fransen? Of moeten we eerder spreken over fiorentini of napoletani of milanesi en ga zo maar door. In ieder geval zorgden zij voor dat gigantische patrimonium. Samen met een heel bijzondere levensstijl, die een mix lijkt te zijn van ingebakken nonchalance en een perfect gevoel voor elegantie en schoonheid. Om intussen hun wereldberoemde eetcultuur niet te vergeten. We kunnen aan Goethe denken, die stelde dat de sleutel tot Italië op Sicilië te vinden is. De grote Goethe heeft heel wat afgereisd in zijn leven. Reizen in zijn tijd kende een totaal andere dimensie dan wat wij tegenwoordig als reizen begrijpen. Het was de tijd van de “Grand Tour”.
ˇ Firenze en de Arno
ˇ Piano Grande en Castelluccio di Norcia, Umbria
TASTE ITALY
86
Reis la storia
ˇ Golf van Napels, zicht vanaf de Villa van San Michele, Capri, richting het schiereiland van Sorrento
Dit betekende niet het Macdonald’s systeem, in de zin van een hap en weer wegwezen, neen. De “Grand Tour” was iets als Slow reizen, te vergelijken met de principes van Slow food nu. Dit reizen à la Goethe is waarschijnlijk een eerste stap in de goede richting van “wat is feitelijk Italië”. En zo kom je dan terecht op schijnbaar godvergeten plaatsen waarvan men denkt “hier is er niets”. Niets? Neen, niets. En toch… niets in Italië… dat bestaat niet. Want plots loop je iemand tegen het lijf. Die zeult je mee naar een in slaap gevallen voorgevel waar door een piepend luik een mandje verschijnt met erin.....een sleutel. Een hele resem klanken in één of ander lokaal Italiaans dialect maakt snel duidelijk dat dat de sleutel is van het lokale kerkje waar er, weeral, niks te zien is? En met het kraken van eeuwenoude deuren opent er zich voor de ogen van deze verdwaalde toerist een wonderbaarlijke wereld aan ervaringen. Achter slot en grendel zitten ware schatten onder eeuwenoud stof. Hier kan je niet onderuit. Verleden en traditie zitten volledig vertakt in het leven van elke dag. Ook temidden van de musicerende vespa motoren die over een kruispunt heenstormen met als decor één of andere barokkerk. Of aan een toog van een Italiaanse bar met op de achtergrond de hemelse klanken van stomende melk voor een perfecte cappuccino. Hetzelfde gevoel krijg je wanneer je een trendy restaurant binnenstapt met uitgepluisde design onder steenoude gewelven die de tand des tijds wonderwel doorstaan hebben.
ˇ Cenacolo del Ghirlandaio, Ognissanti, Firenze
Om dat alles te begrijpen kan een ware duik in het Italiaanse verleden wellicht verheldering brengen. De Italiaanse geschiedenis blijkt één grote, boeiende roman te zijn. Een immens verhaal dat begint bij het ontluiken der tijden duizenden jaren voor Christus wanneer de eerste mensen de zware ijstijden overleefd hebben. Deze zwervers beginnen te merken hoe vruchtbaar de Italiaanse laars is met zijn groene bergen en valleien, waar wilde grassen welig tieren en waterbronnen leven schenken. Waar sommige van die waterbronnen zich ontwikkelen tot belangrijke rivieren die snel hun weg naar de zee zoeken
REIZEN ZOALS GOETHE Reizen in de tijd van Goethe was traagjes proeven en genieten én doordringen tot in het hart van Italië. Dat was ook het wezen van de Grand Tour die door zoveel Engelsen, Duitsers en Europeanen ondernomen werd in de 18de en 19de eeuw. Zij moesten nog tijd nemen om iets te beleven. Geen knop op het foto-apparaat. Meestal hadden ze tekenaars of schilders bij en zo bestaan er prachtige getuigenissen van een Goethe met op de achtergrond het grafmonument van Cecilia Metella op de Via Appia of fantastische schilderingen van de Cascate delle Marmore. Dan moet je er even bij stilstaan welke indrukken over die mensen heengingen, hoeveel tijd ze ervoor namen, gewoon al om de schildersezel te installeren en vervolgens de hitte van de zon op hun vel te voelen of een plots opkomend onweer te doorstaan. En ondertussen het leven van elke dag voor hun ogen te zien passeren. Wonderbaarlijke tijden...
ˇ La Castellina op het centrale plein van Norcia
ˇ De Sassi van Matera
ˇ Vesuvius en Napels
zoals de Arno, de Tiber en de Po. Of waar vele eeuwen later aquaducten verschijnen die dit water naar fantasierijke fonteinen leiden. Het waren die zwervers die het dichtst bij de natuur stonden. Ze merkten hoe er in de natuur een cyclus zit, hoe de fameuze Primavera telkens opnieuw leven en vruchtbaarheid brengt. Ze zullen zich vestigen en het voorbeeld van het oude nabije Oosten aan de andere kant van de Middellandse Zee volgen en zelf graan gaan kweken. Dit leidt tot overschotten en vormt het begin van handel en economie. Door de lange uitgestrekte vorm van het Italiaanse schiereiland, de fameuze laars, is er daarenboven geen enkele gemeenschap die ver van de zee leeft. Men hoeft maar de waterlopen te volgen en men bereikt snel de zandstranden van de Adriatische kusten of de belangrijke riviermondingen van de Tyrrheense Zee waar zich de haven van Pisa ontwikkelt of waar de Golf van Napels door zijn onovertroffen schoonheid misschien wel elke andere baai de loef afsteekt. De langgerekte vorm van Italië lijkt letterlijk een brug te zijn van zuid naar noord, van oost naar west, van de Middellandse Zee naar Europa, van Egypte en Syrië en het oude Nabije Oosten via Griekenland tot (letterlijk) die fameuze laars van Italië. De hiel van Italië, Puglia vandaag, is precies het eerste bruggenhoofd en kijkt naar het oosten. Daar heb je ‘s morgens de eerste zon van Italië. Sicilië, het oude Trinakria, gedijt aan de andere kant van de laars, als een soort driehoekige rotonde op de weg naar het westen, een unieke broeikas van culturen die er mekaar gekruist en ontmoet hebben, en dat nog steeds doen.
Daar, via die zeeroutes, begint de eerste beschaving te zinderen, ontstaan er vonken en groeit er iets onmetelijks dat uiteindelijk zal uitbarsten tot één van de grootste en boeiendste culturen die onze wereld kent. Resultaat: het Italië van vandaag dat zoveel mensen betovert en geestdriftig maakt... Vanaf de volgende uitgave stappen we samen doorheen de onmetelijke geschiedenis van Italië, op zoek naar het ware hart van het land, op ontdekking naar die sleutel van wat Italië feitelijk is. In de volgende editie gaan we ten huize van de oude Grieken, de Etrusken en de talrijke Italische volkeren die hun tijdgenoten waren. Van Toscane tot Campanië, Sicilië en de fantastische Apennijnenbergen van noord naar zuid. Catherine Dupres
Catherine Dupres is historica en via de organisatie “Lingua e Cultura” brengt ze cultuurlessen en lezingen. Ze organiseert op een ietwat eigenwijze manier didactische cultuurreizen naar Italië met historische vertellingen en bespiegelingen, dit in samenwerking met erkende reisbureau’s of verenigingen. In het novemberverlof staat Firenze op het programma. In 2014 Rome, Golf van Napels en Salerno, Firenze en meer. Info: catherine.dupres@linguacultura.be of www.linguacultura.be
TASTE ITALY
88
IN ITALIANO
i
In ritardo o troppo in ritardo:
un mondo di differenza Come le culture possono avere una prospettiva diversa Questo articolo parla di tre paesi e le loro differenze. I tre paesi discussi sono l’Olanda, il Belgio e l’Italia. La prima differenza tra di loro riguarda la lingua che viene parlata. In Italia si parla italiano, una lingua romanza rispetto agli altri due paesi dove si parla olandese (in questo articolo mi riferisco all’Olandese anche per il Fiammingo), una lingua germana. Oltre a questa differenza, c’è un’altra grande differenza tra di loro: la loro religione. Il Belgio e l’Italia sono paesi tradizionalmente cattolici, in contrasto con Olanda ch’è protestante. Forse si pensa che queste differenze non siano importante, ma invece riflettono le caratteristiche che possono spiegare una parte del comportamento delle populazioni belga e italiana. 1. L’influenza della religione Per mostrare l’influenza della religione nei paesi, prenderei un esempio molto chiaro: la presenza del papa. Per quelli che non sanno dove vive: il Papa vive in città di Vaticano che si trova a Roma, in Italia. L’influenza del papa non si limita alla vita quotidiana degli italiani; la sua influenza è molto più profonda. Quasi tutti i politici sono catolici e Roma, il centro della politica italiana, è anche cattolica. Quelli che non sono cattolici, sembrano cattolici per fare la bella figura1. I politici capiscono che il loro controllo può aumentare quando sembrano cattolici e quando supportano la chiesa. Questo è ciò che dà più potere al Papa. Quindi, anche se la Chiesa e lo Stato devono essere separati, questi si influenzano a vicenda e sono impigliati. Questo si vede molto chiaramente nel evento che è successo nel gennaio 2008, quando il rettore dell’Università degli Studi di Roma La Sapienza invitò papa Benedetto XVI affinché inaugurasse l’anno accademico il 17 gennaio. Però, una controversia nacque contro questa decisione del rettore. Anche se aveva un invito, numerosi docenti, scientifici e studenti non volevano che venisse. Erano dell’opinione che la chiesa e la scienza non dovrebbero essere mescolati. Nonostante il fatto che siano cristiani, non praticano la loro religione pubblicamente come le generazioni precedenti; sono più critici. Nonostante che le proteste fosserp state ascoltate, l’invito non
è stato ritirato. Invece, quando il papa ha scoperto che non sarebbero venute tanti persone, rifiutò l’invito. Questo era inaccettabile per molti politici in Italia e minacciarono di ritirare il loro sostegno all’università. Tuttavia, questo non avrebbe risolto il problema. Al papa è stato chiesto di dare il suo discorso il giorno dopo non all’università, ma dal casa sua. Oltre ai cristiani, quasi tutta la comunità politica era presente. Lo hanno fatto per mostrare il loro sostegno della chiesa e del papa. Questo dimostra perfettamente il potere del papa: usando il suo potere religioso, influenza la politica italiana. Questo non sarebbe accaduto in Belgio o nei Paesi Bassi. Nei Paesi Bassi non è la religione principale e dato che il papa non vive in Belgio, non è probabile che la stessa cosa succede in Belgio.
2. La società multiculturale In Italia gli stranieri devono assimilare, nel senso che dovrebbero adattare il loro stile di vita a quello della società italiana. L’assimilazione è parte della mentalità dei cattolici che favorisce il modo di pensare e lo stile di vita degli italiani. Si può anche sostenere che il maggior parte dei cattolici italiani ha difficoltà ad accettare altre religioni nella loro società. Il cattolicismo domina l’Italia e influenza quasi ogni aspetto della vita italiana.
In Olanda questo è diverso: gli olandesi hanno una mentalità relativamente aperta e sono abbastanza tolleranti. Questo risulta in meno problemi degli immigranti di stabilirsi in Olanda rispetto ad altri paesi. Una spiegazione per questo è il fondamento protestante. Gli olandesi hanno sempre rispettato le altre religioni e i modi di vita. Hanno imparato che non sono responsabili per gli altri e che tutti si devono affrontare Dio da solo: ognuno è responsabile di se stesso. Oltre di questo, altre religioni hanno sempre vissuto senza problemi nella zona dei Paesi Bassi, come gli ebrei. Questo ha anche creato un modello di consenso per mantenere tutte le differenze di equilibrio. Un’altra cosa che ha influenzato lo stile di vita olandese è lo sfondo coloniale (questo include la popolazione fiamminga di oggi). A causa delle colonie che avevano, impararono a negoziare. Questo gli ha insegnato che ci sono altre culture nel mondo che dovrebbero essere rispettate. Dal momento che gli olandesi erano una potenza mondiale, avevano bisogno di mantenere la loro posizione. Il rispetto delle altre culture ha contributito al loro potere e i loro successi commerciali. Oggi ci sono tanti musulmani che vivono in Olanda. Questi giorni c’è una discussione del Eid2; la festa che segna la fine del Ramadan. I musulmani vorrebbero che diventa una festa ufficiale e nazionale. In Italia questa discussione sarebbe impensabile. Interessante, ma non caratteristica, è la parola italiana per le persone che non sono dell’Italia: si chiamano stranieri. Questa parola si riferisce a strano in italiano; perché gli stranieri sono considerati strani
per gli italiani (non sono considerati simili). Gli italiani accettano gli stranieri nel loro paese, se non causano troppi problemi e se si adattano al sistema culturale che include la lingua italiana. Questo spiega anche perché gli italiani sono sempre felici se scoprono che gli stranieri parlano italiano, anche se fanno molti errori. Gli italiani apprezzano lo sforzo che fanno gli stranieri.
3. Lo status Lo status è un valore molto importante nella società italiana ed è ciò che per cui si vive. Lo status definisce chi si è e che cosa si è capaci da fare. Le famiglie spesso sono giudicate per il loro status all’interno della società, perché le rende migliori o peggior di altre persone che vivono nella stessa società. In Italia lo status deve essere mostrato. Quando una famiglia ha una seconda casa questo viene sottolineato ed indica che la famiglia è migliore rispetto alle altre famiglie. Può essere legato ai beni materiali, ma non sempre è il caso. Può anche essere il comportamento: il fare la bella figura è intrecciata con lo status-complesso degli italiani. Il successo di varie linee di abbigliamento come Valentino e Dolce & Gabbana può essere spiegato con il significato dello status. Gli italiani ammirano le persone, specialmente quando sono loro stesse a fare la loro fortuna. Ovviamente questo non vale per tutti gli italiani, perché sono individuali, ma questo è la tendenza. Gli olandesi invece sembrano meno interessati nello status. Non è una delle norme o dei valori più importanti nella società olandese. Gli olandesi lavorano per creare un mondo migliore, svilupparsi o per migliorare le proprie competenze, ma non per aumentare il loro status.
TASTE ITALY
90
IN ITALIANO
Quando un olandese ha una seconda casa, preferisce a non menzionare questo. Non perché si vergogna, ma perché non ha la necessità di parlare di questo. Avere un status elevato all’interno della società è considerato come un privilegio e non come una necessità. Qui anche vale che questo è la tendenza, perché si trovano olandesi che vogliono mostrare le loro possessioni. Ecco qui un’esempio in cui la consequenza dello status viene mostrato bene che succede spesso: un straniere ed un italiano hanno un’appuntamento a mezzogiorno. Lo straniero è lì a mezzogiorno in punto, ma l’italiano non c’è. L’italiano è in ritardo, perché gli italiani importanti (con lo status elevato) spesso sono in ritardo. Una regola non scritta per gli italiani è: chi è importante, arriva in ritardo. Lo straniero è infastidito e se ne va. L’italiano, a cui lo status è importante, arriva in ritardo, non sapendo lo straniero si è offeso ed è già partito. In questo caso lo status può avere una conseguenza molto profonda, perché si perde la possibilità di fare il commercio e quindi si perdono soldi senza che ci si realizzi. La prossima volta parlerò del ruolo della globalizzazione, della comunicazione e del nazionalismo. Tutti e tre i temi hanno un effeto sulle società e spiegano meglio come si differiscono. La volta scorsa ho spiegato come l’influenza della religione, della società multiculturale e dello status sono integrati nella società olandese, nella società belga e nella società italiana. Queste questioni ci mostrano come i paesi sono diversi, ma mostra anche un motivo perché sono formati in questo modo e come si affrontano i problemi. Il Belgio, l’Italia e l’Olanda hanno uno sfondo diverso e quindi un piano diverso per ogni problema.
4. Il nazionalismo Sembra che gli olandesi non siano nazionalisti. Non hanno un sentimento molto forte che collega la populazione al paese. Però, ogni tanto questo collegamento viene espresso, per esempio quando ci sono competizioni internazionali (mi riferisco alla Coppa del Mondo, calcio) o gli Olimpiadi. In questi casi gli olandesi sono molto collegati con il loro paese. Oltre allo sport, sembra che la casa reale rafforza questo collegamento. Per dare un esempio classico: il vecchio il giorno della Regina, il 30 aprile.3 Adesso la data è cambiata per lo scambio di Beatrix ad Alexander, ma tutti si vestivano in abbigliamenti arancioni e festeggiavano il compleanno della regina. La struttura di questo giorno probabilmente rimarrà la stessa, anche se la persona è cambiata. In Italia questo non è il caso, per diversi motivi. Per iniziare non hanno più una famiglia reale, come l’Olanda e il Belgio la conoscono. Accanto a questo, si sentono più legati con la regione dove sono nati. Questo fenomeno si chiama campanillismo. La spiegazione di questo si può trovare nella storia italiana: prima del 1861 non era un paese unito. Il nazionalismo si basa su un certo senso di comunità, come una lingua o una storia comune, e questo non c’era. Le comunità erano regionali e non nazionali, oltre a questo la penisola italiana era divisa in alcuni paesi prima del 1861 e non come un paese unito, come noi la conoscono oggi.
Il paese è grande e e ogni regione ha la sua storia, per motivi geografici e per altre influenze, come le invasioni dell’estero. È per quello che gli italiani non si sentono molto legati a il paese unito, ma più alla regione.
5. La globalizzazione La globalizzazione è il fenomeno per cui le economie e i mercati nazionali diventano sempre più interdipendenti, diventando un unico sistema mondiale. Questo fenomeno succede in tutti i tre paese. Oggi, il Belgio è la ventunesimo economia del mondo. L’Olanda è tra le venti maggiori economie del mondo e l’Italia è la quinta economia del G8 (i paesi più ricchi del mondo) e la settima economia del mondo. Quasi tutti i paesi dell’Unione europea sono fortemente globalizzati rispetto agli altri paesi del mondo. Il Belgio è il paese più globalizzato del mondo, basando ci sul indice KOF della globalizzazione generale del 2008. I Paesi Bassi si trovano al posto 6 e l’Italia so trova al posto 18 nella classificazione. Questo numero generale può essere suddivisa in due o tre categorie: la globalizzazione economica, la globalizzazione sociale e la globalizzazione politica. La globalizzazione economica indica il grado in cui un paese è commerciale in tutto il mondo. La globalizzazione sociale contiene l’impatto della globalizzazione sulla vita quotidiana, come la famiglia, la società, l’occupazione e la protezione sociale. Interessanti sono le differenze tra l’Olanda/il Belgio e l’Italia: per quanto riguarda la globalizzazione economica, l’Olanda si trova al posto 10, il Belgio al posto 3 e l’Italia al posto 33. Ciò può essere parzialmente spiegato dall’importanza dell’importazione e dell’esportazione: Rotterdam ed Anversa sono i più grandi porti d’Europa. La grande differenza rispetto alla globalizzazione sociale olandese/belga e quella italiana può essere spiegato dai servizi sociali. L’Olanda e il Belgio hanno un alto livello di servizi, ma l’attribuzione di diritti è selettiva. Oltre da questo, i dipendenti e le organizzazioni dei datori di lavoro svolgono un ruolo importante e il ruolo del governo nel mercato del lavoro è limitato. In Italia le pensioni sono più alte, però c’è una sicurezza sociale più bassa. Per quelli che non lavorano ci sono pochi servizi sociali disponibili. Questo viene tradotto nel posto dove si trovano l’Italia, l’Olanda e il Belgio sulla lista della globalizzazione sociale: L’Italia si trova al posto 33, l’Olanda al posto 5 e il Belgio al posto 4.
6. La comunicazione La comunicazione è diversa in ogni cultura. Quelli che parlano olandese tendono a concentrarsi di più sul messaggio verbale, quando gli italiani si concentrano di più alla comunicazione non verbale. Di conseguenza, la comunicazione interculturale tra questi paesi può portare a malintesi. Si può dire che non è accettato quando uno dice qualcosa di molto diretto in Italia. Si dovrebbe cercare di essere più indiretti nella comunicazione, perché questo è parte di fare la bella figura. Non si dice quello che vuoi al capo, a causa della gerarchia nella maggior parte delle aziende: se qualcosa deve essere detto, si dice indirettamente con tanti complimenti e senza offendere il principale.
Nelle regioni olandesi questo è diverso. Si tende a dire cosa vuole, perché rende la comunicazione più chiara. Ovviamente questo accade con rispetto, ma è più accettato rispetto alla situazione italiana. Ciò può risultare in casi interessanti in cui gli olandesi cercano di comunicare con gli italiani e vice versa. Questo creerebbe una situazione in cui gli olandesi comunicano direttamente e gli italiani comunicano indirettamente e può risultare in fraintendimenti tra le persone.
più influenza di quanto si pensi e sottolinea una differenza sottile tra il Belgio/l’Olanda e l’Italia. Oltre a questo, i paesi si comportano diversamente per quanto riguarda lo status e il modo di comunicazione. Questo dimostra chiaramente la distanza tra i paesi e può risultare in malintesi senza che ciò fosse voluto. Senza essere attenti su queste differenze culturali, le aziende internazionali potrebbero perdere la possibilità di fare il commercio e quindi perdere soldi.
Conclusione
Adesso si vede meglio come le temi diversi ed i suoi effetti si sono trasformati ad essere parte della struttura della vita quotidiana. Ci sono effetti visibili e ci sono effetti invisibili e formano le società caratteristiche che differiscono tra di loro. Alla fine tutte le società sono create per le populazioni e sono create dalle populazioni e le loro esperienze.
I tre paesi davvero sono diversi, anche se ci sono delle somiglianze tra di loro. Una storia, la stessa religione o una lingua comune può essere molto importante nella formazione di una nazione e del senso di unità. Però, non deve essere una condizione: l’Olanda e il Belgio hanno una storia comune fino al 1830, ma non hanno la stessa lingua ufficiale o la stessa religione. Il Belgio ha molte analogie con l’Italia, ma si comporta in modo diverso. Ciò è parzialmente causato dalla presenza del Papa e il modo in cui la storia ha formato il paese. Per quanto riguarda la globalizzazione si può concludere che l’Olanda e il Belgio sono quasi identici. L’Italia è il paese che si distinge, soprattutto per la globalizzazione sociale. Forse avere una famiglia reale ha
Fatto da: Jacqueline Verwer, Italianiste
Fare la bella figura: il modo in cui si percepisce: educato, cresciuto bene, senza creare dei problemi, bello e ricco. 2 In olandese: Suikerfeest 3 In olandese: Koninginnedag 1
TASTE ITALY
92
APPUNTAMENTI
a
oktober 3 & 4 oktober ASSISI (Umbria) CELEBRAZIONI in onore di SAN FRANCESCO ‘Vieringen ter ere van de H.-Franciscus’. Plechtige religieuze herdenking van de dood van Franciscus van Assisi: kerkelijke festiviteiten met dans-en zanguitvoeringen (volksliederen). Oktober - januari 2014 PARIJS, Louvre LA PRIMAVERA DEL RINASCIMENTO; LA SCULTURA E LE ARTI A FIRENZE 1400-1460 Tentoonstelling die aan de hand van meesterwerken, verdeeld in thematische secties, het “wonder” van de Rinascimento in Toscane illustreert. Werken van o.a. Giotto, Donatello e.v.a. In het Louvre te Parijs nog tot 6 januari 2014. 17 - 21 oktober Città di Latina, località Borgo Piave ( ) FESTIVAL INTERNAZIONALE DEL CIRCO Festival rond de wereld van het circus, waarin talrijke kandidaten uit alle uithoeken van de wereld onder de vorm van een competitie worden geselecteerd. Tegelijk krijgen ze de kans zich te tonen aan experts en technice van de mondiale circuswereld. www.festivalcircolatina.com 18 oktober Heist-op-den-Berg, CC LIBERE TERRE Voordracht over Siciliaanse coöperatieven die voedingsproducten maken geproduceerd op gronden die voorheen van de maffia waren. Met proeverij. Juni – 15 december 2013 OSIMO (Le Marche) DA RUBENS A MARATTA. MERAVIGLIE DEL BAROCCO NELLE MARCHE Tentoonstelling over de barokkunst, met schilderijen, beelden e.a. van ondermeer Rubens, Maratta, Guercino en Gentileschi. Tegelijk met de tentoonstelling maakt u kennis met de stad want de kunstwerken zijn verdeeld over verschillende gebouwen o.a.Palazzo Campana, Museo Civico, de Duomo, Basilica S.Giuseppe da Copertino, enz. www.mostrabarocco.it
3de week oktober PERUGIA (Umbria) EURO CHOCOLATE ‘Chocolade’ Heel het middeleeuws stadscentrum staat negen dagen lang vol met chocoladesculpturen en kraampjes om te proeven van chocolade in al haar vormen. De keuze van Perugia als Europese chocoladestad is te danken aan het succes van de Baci Perugina – heerlijke pralines van chocolade en noten. www.eurochocolate.com laatste zondag oktober MONTALCINO Sagra del Tordo ‘Volksfeest van de lijster’ Met dit feest van de lijster (tordo) wordt een tweede maal het jachtseizoen gevierd. De vier wijken van de stad treffen elkaar in een boogschieterswedstrijd en gekostumeerd bal binnen de muren van de Burcht (Fortezza). Mogelijkheid tot het proeven van de lokale gastronomie : gebraden lijsters met Brunello wijn. Op de 2de zondag van augustus vierde men reeds de opening van de jacht met de ‘Torneo di apertura delle cacce’. www.prolocomontalcino.com/it/eventi-e-costume/autunno/sagra-del-tordo
november
1ste weekend november TOSCANA – UMBRIA FRANTOI APERTI ‘Opendeur olijfpersen’ Een open deur weekend bij de persinstallaties voor olijven en degustaties van olijfolie. www.frantoiaperti.net 9 en 10 november ZANDHOVEN & LIER PUGLIA, CIBO E VINO Wijnhandel bere.bene uit Lier brengt Puglia tot in onze achtertuin. Giuseppe Marrano van Podere29 en Michele Biancardi van het gelijknamige wijndomein komen speciaal om voor u typisch Pugliese gerechten te koken. Op zaterdag- en zondagavond staat een diner op het programma waarbij de gerechten gecombineerd worden met de bijpassende wijnen van hun domeinen. Taste Italy vzw is aanwezig en steunt deze organisatie.
a 2de en 3de weekend november SAN GIOVANNI d’ASSO MOSTRA MERCATO DEL TARTUFO BIANCO delle Crete Senesi ‘Handelsbeurs van de witte truffel uit de Crete Senesi’ Bekijken en proeven van de witte truffels en allerlei andere smakelijke delicatessen uit de Crete Senesi. www.cretesenesi.com/mostra-mercato-del-tartufo-bianco-delle-crete-senesi-p-3_az_42_36.html 25 November DERUTA Festa dei ceramisti ‘Feest van de ceramisten’ Volgend op het feest van de patroonheilige van de stad Deruta ‘Santa Caterina d’Alessandria’ op 25 november is er het pottenbakkersfestival met exposities van aardewerk. Vrijdag 29 November “W(ine)M(akers)D(inner)” te Cucina Marangon TOMMASI ( VALPOLICELLA regio “Veneto” Tijdens onze jaarlijkse Winemakers Dinners toveren wij een succulent vijfgangenmenu op tafel, die passend zal geserveerd worden bij wel geselectioneerde wijnen van Tommasi. Kom die echte wintergeuren, meegebracht uit Veneto, opsnuiven! Geniet van deze typische, elegante en oerdegelijke wijnen! Laat je eens ècht gaan bij de vooravond van de Kerstdagen !
december 7 december tot 10 januari GUBBIO (Umbria) Albero di Natale ‘Kerstboom’ Verlichte uitbeelding van een 650 m hoge en 350 m brede kerstboom van de voet van de berg Monte Ingino in Gubbio tot de top. Het neemt 1.900 werkuren in om de 730 lichtjes en 8,5 km snoer te monteren. Hij is van ver te bewonderen, in de periode van na Sinterklaas tot na Driekoningen. www.alberodigubbio.com 8 december SINT-NIKLAAS, foyer ‘t Bauhuis PASSIONE E GUSTO NATALE Speciale kerstuitgave van ons event voor uw laatste kerstshopping. Exposanten met Italiaanse producten.
KERSTMIS - NIEUWJAAR 24 december MONTALCINO – ABBADIA DI SAN SALVATORE FIACCOLA di NATALE ‘Kerstfakkel’ Een oude traditie in het dorp bij de Abdij San Salvatore is de fakkeltocht op kerstavond. Aan de kerk wordt een grote stapel van dertig bomen van wel 5 m hoog, afkomstig uit de bossen van Monte Amiata in brand gestoken. Ze zorgen voor het vuur voor de fakkels. Er worden typische kerstliederen gezongen op deze fakkeloptocht. 24 december – 6 januari CITTA DELLA PIEVE (Umbria) Presepe Monumentale ‘Levende” kerststal’ Deze monumentale kerststal (800m²) is reeds vele jaren een traditie in Città della Pieve en is gehuisvest in de fascinerende ondergrondse ruimtes van het Palazzo della Corgna, waar de stenen grotten de ideale sfeer creëren. Ook scènes over het leven van Christus en de verschillende episodes uit het Oude en Nieuwe Testament worden weergegeven. www.cittadellapieve.org/site/1/eventi/Presepe_Monumentale.html eind dec. tot begin jan. ORVIETO UMBRIA JAZZ WINTER ‘Umbrisch winter Jazz festival’ Het winter festival van het beroemde Umbria Jazz evenement iedere zomer in Perugia. Rond het einde/begin van het jaar vinden er allerlei festiviteiten en jazzconcerten plaats in het Teatro Luigi Mancinelli, in het Palazzo Soliano en in het Museo Greco.
januari 1 januari ORVIETO UMBRIA JAZZ WINTER : Cathedrale : gospel ‘Umbrisch winter Jazz festival : gospel’ Hoogtepunt van het Umbria Jazz winterfestival is het gospel concert op nieuwjaarsdag in de prachtige en indrukwekkende locatie van de basiliek van Orvieto. www.umbriajazz.com
>>
TASTE ITALY
94
APPUNTAMENTI
27 januari TREVI PROCESSIONE dell’ILLUMINATA ‘Processie van de Verlichting’ De oudste processie in Umbrië gaat terug tot de middeleeuwen en werd L’illuminata genoemd wegens de buitengewone verlichting van de stoet en van de ganse stad in een wereld verlicht met flauwe vlammen. Ieder jaar op 27 januari om 18.30 draagt men de patroonheilige Sant’ Emiliano in een processie doorheen de met kaarsen verlichte stad Trevi. De processie wordt voorafgegaan door vaandels, kandelaars en banieren.
a februari
2de en 3de weekend februari NORCIA Mostra Mercato Nazionale del tartufo nero di Norcia e dei prodotti tipici della Valnerina ‘Handelsbeurs van de zwarte truffel uit Norcia en de typische producten van de Valnerina streek’ In het Palazzo Comunale in Norcia kan men proeven van de beroemde en typische producten uit de streek van Norcia, zoals de zwarte truffels. www.neronorcia.it/mostramercato
Ge zo cht
Taste Italy vzw is steeds op zoek naar: • Mensen met passie voor Italië die een scherpe pen hebben en met kennis van zaken over Italië kunnen schrijven. • Handelaars die ons magazine Buonissimo mee willen helpen verspreiden. • Restauranthouders die graag met ons een netwerkavond inrichten. • Al wie een passie heeft voor Italië en met Taste Italy een samenwerking wil opzetten Kortom, “Tutto Italia”, alles wat interessant is om te melden in het magazine Buonissimo. Aarzel niet en neem contact met ons op: info@taste-italy.be of +32 (0) 495 30 19 92
f
Io e te (Bernardo Bertolucci, 2012)
La migliore offerta (Giuseppe Tornatore, 2013)
La grande bellezza (Paolo Sorrentino, 2013)
Bertolucci is bij ons bekend om films als Novecento (1976), Ultimo tango a Parigi (Last tango in Paris, 1973) en L’ultimo Imperatore (The last Emperor, 1987). Zijn voorlaatste exploot, I Sognatori (The dreamers) dateerde inmiddels alweer van 2003. Met ”Io e te” is de inmiddels 73-jarige Bertolucci helemaal terug. Fysiek een hele krachttoer, want na diverse rugoperaties zit hij permanent in een rolstoel. De film werd gelanceerd vorig jaar in Cannes, en is gebaseerd op de roman van Niccolo Ammaniti, die overigens meeschreef aan het scenario van de film. Het verhaal speelt zich volledig af in de kelder van een huis in Rome, waar de veertienjarige Lorenzo zich terugtrekt om zichzelf te leren kennen en vooral op zichzelf te zijn. Zijn oudere en heroïneverslaafde halfzus, Olivia, wil ook even schuilen voor de wereld daarbuiten. In de intimiteit van de kelderruimte vinden ze elkaar.
Tornatore draaide voorheen films als Nuovo cinema Paradiso (1988) en Malèna (2000). In “The Best Offer” vertelt hij het verhaal van een kunstexpert (rol van Geoffrey Rush) die in de ban geraakt van een mysterieuze erfgename (gespeeld door de Nederlandse Sylvia Hoeks). De film kreeg zes David di Donatello’s op twaalf nominaties, de voornaamste filmonderscheiding in Italië.
Vertelt het verhaal van Jep Gambardella, succesvol journalist op zekere leeftijd die in zijn jeugd een roman pleegde die hem literaire prijzen opleverde, alsook de reputatie van gefrustreerd schrijver. Cynisch en zonder illiusies observeert hij de wereld rondom zich, onder andere op de feestjes die hij organiseert op het terras van zijn appartement in Rome. Jep droomt ervan opnieuw te gaan schrijven, maar is voortdurend in strijd door de afkeer van zichzelf en van anderen. Lukt het hem zijn cynisme te overwinnen?
Met Tea Falco en Jacopo Olmo Antinori in de hoofdrollen. Gereleased in België op mei 2013.
In bijrollen zien we ook Donald Sutherland en Jim Sturgess. De muziek is van legende Ennio Morricone. Release België oktober 2013
Genomineerd voor de Gouden Palm in Cannes. Met Toni Servillo. Release september 2013.
TASTE ITALY
96
column
Nederlandstaligen in Italie / Samantha Mommens
In deze column stellen we u elke editie een Belg voor die op een gegeven moment besloten heeft haar of zijn leven in Italië verder te zetten: uit passie, voor het werk, voor de liefde,… Het gaat om “gewone” mensen, niet per sé iemand die gekozen heeft voor Italië voor het openen van een toeristische zaak.
De primeur gaat naar Samantha Mommens die in 2005 het Oostvlaamse Aalst verliet. Samantha is 42 en woont met haar man en dochter van 16 reeds acht jaar in Parma, in de regio Emilia Romagna. Het koppel kwam terecht in Italië door hun werk. Beiden waren ze immers actief voor de European Food Safety Authority, en werkten ze initieel vanuit Brussel. Toen op een gegeven moment boven hun hoofden werd beslist om het agentschap te verhuizen naar Italië, trokken zij hun stoute schoenen aan en besloten ze met hun werk mee te verhuizen. Taalproblemen heeft Samantha relatief weinig gekend. Logisch misschien, omdat ze van opleiding vertaler Frans-Italiaans is. Hoewel ze na haar studies haar Italiaans niet echt meer had gebruikt, bleek het toch een prima basis om mee van start te gaan in hun nieuwe thuisland, en kwam met de praktijk ook de vlotheid terug. Samantha’s echtgenote is inmiddels ook al zo ver dat hij zich prima kan behelpen, terwijl hun dochter zonder meer vloeiend is (al zegt ze zelf dat dit niet zo is). Heel veel problemen om zich aan te passen hebben ze niet gehad. Toch bleef het en poos zo dat de terugkeer tijdens de vakanties als een terugkeer “naar huis” aanvoelde, maar dat is intussen veranderd: Parma is nu de nieuwe “thuis”, en het voelt ook zo aan. Niettemin blijkt het aartsmoeilijk om zich als buitenlander volledig te integreren, en blijven ze beschouwd worden als “vreemdeling”. Enige nuance hierbij: Italianen die niet afkomstig zijn uit Parma worden ook niet volledig geaccepteerd. Wat Samantha het meeste mist uit haar thuisland zijn de vrienden en de familie. De meeste vrienden die ze in Parma hebben, kennen ze via het werk. Bij samenkomsten komt het gesprek vroeg of laat altijd op het werk uit, wat Samantha behoorlijk vervelend vindt. En ook al is Italie uiteindelijk niet zo ver weg, als er iets gebeurt met de ouders, iemand die ziek wordt bijvoorbeeld, dan lijkt Parma wel aan de andere kant van de wereld te liggen, want je kan niet eens vlug over en weer om te zien hoe het gaat of om een handje toe te steken.
Een ander gemis – misschien vreemd in een land dat wij kennen als vol lekker eten – is de diversiteit aan restaurants. Parma is gekend voor zijn gastronomie en het eten is er erg lekker, maar het is een hopeloze zoektocht naar een “buitenlands” restaurant. Heel vaak vind je dezelfde specialiteiten terug op de menukaart van elk bezocht restaurant. Gesproken over lekker eten, ook de Belgische charcuterie, vooral dan americain préparé en alle lekkere slaatjes die je jn Belgie bij de beenhouwer vindt, worden bij Samantha thuis erg gemist. Maar dat maken ze ruimschoots goed als ze op vakantie zijn in België. Maar leven in Italië heeft natuurlijk ook zonnige kanten. Dat kan je letterlijk nemen, want voor Samantha is de grootste verbetering het weer. Als liefhebber van zon en warmte kan ze voortaan zeker zijn dat de zomer ook écht zomer is. Het uitkijken naar een heerlijke zomer maakt het makkelijker om de Italiaanse winters door te komen, die best koud kunnen zijn. Toen ze naar Italië verhuisd zijn, hebben Samantha en haar man besloten om dichtbij hun werk te gaan wonen zodat de rit naar het werk per fiets kon afgelegd worden. Een onbetaalbare luxe, zo blijkt: geen urenlange files meer (in België bleek de dagelijkse rit Aalst-Evere en terug een zware dobber) en in 15 minuutjes thuis ... zalig gewoon. Tenslotte voelt het voor Samantha nog steeds aan alsof ze in Italië op reis zijn. Tijdens het weekend organiseren ze regelmatig een uitstap om een beetje meer van Italie te ontdekken, en dan komt bij haar snel dat geweldige vakantiegevoel terug, dat bewoners van de Lage Landen maar al te goed kennen. Steven Van Raemdonck Ken jij een Nederlander of Belg die al lang in Italië woont en haar of zijn ervaringen wil delen? Neem contact op via info@buonissimo.be
Italian lifestyle www.buonissimo.be
Nr. 01/2013 € 4,95
magazine voor en door liefhebbers van Italië
nieuw
1ste
gloednieuwe italomagazine
•
gastronomie •
reizen •
cultuur •
mode
SMEG CLASSICI OVEN SFP390X. ENERGIEKLASSE A-20%
- PUGLIA - editie najaar
Tijdloos design. Eindeloos efficiënt.
MARINA
Rocco Granata’s jeugd
puglia
Eenvoud siert de hak van de laars
GUIDO GUIDI Fotograaf en neorealist
ITALIAANSE TOPKOKS
Giamba, Marangon, Giacomazza
© 2013/n01
www.smeg.be
Be_Smeg_Ik_ga_je_vais_SFP390.indd BSM_013_cover.indd 1 0813-0335_Adv Buonissimo.indd 1 1
§
30/07/13 28/08/13 11:40 10:15
30/09/13 03:49
? e f i l r o f y Craz
l o r e p A ! z t i r p S
3 2 1
cco e s o r P delen rol e p A n e l de r e t a w t i e spu scheutj ijf je Ijs en
pelsch
aasap een sin
Ons vakmanschap drink je met verstand.
BSM_013_cover.indd 2
30/09/13 03:49