Adviesrapport HAN Deeltijd

Page 1

Adviesrapport van de Raamleerplancommissie Deeltijd van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen



naar flexibel onderwijs Adviesrapport van de Raamleerplancommissie Deeltijd van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen samenvatting op hoofdlijnen

april 2014


Inhoud Voorwoord  5 Onderwijskundig kader  11 Het speelveld van het hbo deeltijd-onderwijs 13 Onze ambitie binnen dit speelveld  14 Enkele kenmerken van modules  18 Grenzen aan maatwerk  23 Certificaten of diploma’s  25 Standaarden voor flexibel deeltijdonderwijs 28 Blended learning  31 Intake, toetsing en afsluiting  54


Organisatorisch kader: actoren en doelgroepen 59 Getrainde docenten  60 Gemotiveerde doelgroepen  64 Betrokken werkveld  68 Lectoren en kenniskringen  72 Aanbevelingen 75 Algemene aanbevelingen  77


4


Voorwoord Zowel nationaal als internationaal wordt er meer aandacht voor volwassenen­ onderwijs gevraagd. In Nederland daalt het aantal deeltijdstudenten dramatisch. De wijze waarop het hoger onderwijs voor deze doelgroep is georganiseerd, spreekt veel studenten niet aan. Het onderwijs is star, te sterk aanbodgericht in plaats van vraag- en marktgericht. Hoe kunnen we het tij keren? Deze vraag houdt veel hogescholen en private aanbieders bezig. Ze heroriÍnteren zich op hun positie en actualiseren hun onderwijsaanbod, om goed voorbereid te zijn op toekomstige ontwikkelingen.

5


De HAN heeft gekozen voor een eigen herkenbare rol in dit krachtenveld. In haar Koersdocument 2012 - 2016, de HAN als kennisinstelling voor werkend lerenden kiest zij nadrukkelijk positie om zich vanuit haar kernkwaliteiten te profileren op het gebied van Leven Lang Leren. Onlangs verscheen het adviesrapport Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen van de Commissie Rinnooy Kan (2014). Dit rapport biedt een goede analyse van de huidige problematiek en geeft adviezen hoe de volwassen beroepsbevolking te stimuleren tot diplomagerichte deelname aan het hoger onderwijs. Hogescholen kunnen in de nabije toekomst participe足 ren in experimenten rondom vraagfinan足 ciering en/of deelnemen aan pilots over onderwijsvormgeving. 6


Om de afnemende belangstelling om te buigen naar vitaal en modern deeltijd­ onderwijs – met vraagsturing en flexibi­ liteit als belangrijke kenmerken – heeft het College van Bestuur van de HAN in december 2013 de Raamleerplancommis­ sie Deeltijd ingesteld. De opdracht? Ontwikkel een nieuw inhoudelijk concept voor ons deeltijdonderwijs. Op basis hier­ van moet een toekomstbestendig port­ folio realiseerbaar zijn, zowel vanuit het perspectief van studenten en werkgevers als vanuit het perspectief van de HAN als kennisinstelling met een hoogwaardig onderwijsaanbod. Met deze uitdagende opdracht is de Raamleerplancommissie Deeltijd aan de slag gegaan. Een samenvatting op 7


hoofdlijnen leest u in dit kleine boekje. Voor een uitgebreide beschrijving van het onderwijskundig en organisatorisch kader verwijzen wij naar het volledige adviesrap足 port Opmaat naar flexibel deeltijdonderwijs. Hierin vindt u een uitgebreide toelichting bij de gemaakte keuzes, een overzicht van kaderstellende uitgangspunten, een reeks aanbevelingen, een begrippenlijst, bron足 vermeldingen en relevante bijlagen. Namens de Raamleerplancommissie Deeltijd, Olga M. Teunissen voorzitter

8


Deeltijdonderwijs aan de HAN De HAN is een grote aanbieder van deeltijd足 onderwijs, landelijk een van de grootste aanbieders. Met in totaal 6.000 studenten die studeren voor een Associate degree (Ad), bachelor of master. Het betreft 75 opleidingen in deeltijd en in duale vorm. 9


10


Onderwijskundig kader

11


12


Het speelveld van het hbodeeltijd-onderwijs De Commissie Rinnooy Kan schetst een beeld van het speelveld van het hbo-deel­ tijdonderwijs (Associate degree, bachelor en master), waarin publieke en private aanbieders dezelfde kansen en rechten hebben. Hoe ziet dit speelveld eruit? De ‘shoppende student’ wordt realiteit op de markt voor deeltijd en nascholing: hij heeft de lead en bouwt zijn eigen leerloopbaan, op basis van modules van diverse aanbieders. Door dit modulaire aanbod vervaagt het onderscheid tussen deeltijdonderwijs en nascholing.

13


Onze ambitie binnen dit speelveld De commissie stelt voor te experimen足 teren met de wijze van financiering en met pilots rond de vormgeving van het deeltijdonderwijs. Voor de HAN is het van groot belang om de eigen positie opnieuw te bepalen. Om ambities te formuleren, kansen te cre谷ren en deze te benutten. Maatwerk is hierbij het sleutelwoord. Onze voorkeur gaat uit naar standaardisatie op maat. Een flinke ambitie, die de komende jaren veel ontwikkelwerk vraagt van zowel de opleidingsteams als het Service Bedrijf. Het bouwen van een oplei足 dingstraject op maat wordt een belangrij足 ke competentie van de HAN-organisatie.

14


Voor het ontwikkelen en uitvoeren van deeltijdonderwijs zijn speciaal getrainde docenten nodig.

Olga Teunissen Voorzitter Raamleerplancommissie 15


Mate van maatwerk

16

vrij naar De Vries

Mate van maatwerk

Procestype in front-office

Pure standaar足 disatie

Student koopt en consumeert, opleider levert, instrumentele relatie

Gesegmenteerde standaardisatie

Student kiest uit assortiment, stelt opleidingspakket samen (curriculum incl. keuzeonderdelen)

Standaardisatie op maat

Student vraagt, opleider vergelijkt met klant足profielen

Op maat gesne足 den maatwerk

Aanbieder gebruikt contact om propositie steeds beter te maken

Puur maatwerk

Symbiotische samenwerkingsrelatie


(uit Smid: Professionals opleiden, 2001) Rollen van de ‘klant’

Personeel

Soort bouwproces

Onbekende student

Voorlichter (MCV), opleider die steeds het­ zelfde biedt

Bouwen vanuit een strakke productdefi­ nitie (i.c. curriculum­ definitie)

Student is bij het maken van keuzes niet meer anoniem

Voorlichter (MCV), studie­ keuzeadviseur, opleider levert (onderdeel van) het assortiment

Bouwen aan een assortiment van keuze­mogelijkheden

Student explici­ teert opleidings­ vraag, niet meer anoniem

Accountmanager = opdrachtgever voor backoffice die op­leiding in elkaar zet

Bouwen op basis van standaard­ componenten (i.c. modules en onderwijs­ eenheden)

Klant is volledig bekend

Relatiemanager, reflecteert op klantinforma­ tie, nodig voor (her)bouw van programma

Componenten bouwen, soms inkoop van elders, steeds herontwerp

Onderscheid klant en leverancier is bijna weg

Relatiemanager is tevens ontwerper

Bouwen op basis van ontwerpkennis 17


Binnen de ambitie van flexibel deeltijd­ onderwijs bestaat het HAN-aanbod straks uit met de beroepspraktijk ontwikkelde modules van 30 studiepunten (met uitzondering van de masteropleidingen waar een afwijkend aantal studiepunten kan voorkomen). Deze modules worden afgesloten met certificaten, die een door de HAN en het werkveld gedragen keur­ merk hebben.

Enkele kenmerken van modules

• Herkenbare taakgebieden uit de beroepspraktijk vormen de bouw­ stenen van het modulaire ontwerp. Zo

18


• •

kan de eigen praktijk van de student een zinvolle rol spelen in de oplei­ ding. Een taakgebied valt samen met een specifieke deskundigheid op de arbeidsmarkt. De beroepstaken zijn gevalideerd door het werkveld. Modules zijn als zelfstandige een­ heden te volgen en worden afgesloten met een certificaat. Dat maakt stude­ ren in eigen tempo mogelijk. Modules hebben een substantiële omvang. Liever vaker de diepte in met praktijktaken en -problemen, dan versnippering. Studenten leren van elkaar en krijgen bij omvangrijke modules beter de kans elkaar goed te leren kennen.

19


Fokke Aukema Programmamanager deeltijd 20


g leren n a l n e Een rleivedereen n, is voo mbinere o c n e k wer

n en sief? e t dubbel s tuderet heel intenie nt h ie d de n r e t v a d ar je en va ak help Telijk a m , r e k m g a Ze u n r e t t ef s en dwar er mee. Die he opgeleid n werkgreovfijt van goeedrs die s tudereeen m p n e e k n e k l o o dan al el . wer personne veel meer op e lever . eldiploma zelfs srtofin a k , t r p e chappij rredene Wie dotode hele ma aetlseide mensena. llen davan goed opge overheid ereil teer t nder dat d t onderwijsp Geen wnodoe t om hen . les a aven verbe tereng leren’ voor a ij l l en. b n e e t k t e mak en lev En om e‘en a antrekkelij oen iedere e werk dimmers d f l e z t e n at k a ja ar h Veer tigezelfde ba as, d d r vo o r. nie t mee 21


• Om aan te sluiten op verschillen in

22

loopbaanambities kan een deel van de modules binnen een opleiding verplicht en een deel ter keuze worden aangeboden. Modules kunnen bestaan uit een of meerdere onderwijseenheden. Studenten kunnen vrijstelling krijgen voor onderwijseenheden en in beperkte mate eigen invulling geven, bijvoorbeeld via praktijkopdrachten. Op deze wijze ontstaan persoonlijke leerarrangementen. Blended learning (inclusief werkplek­ leren) biedt mogelijkheden tot personalisering binnen een module. Zo worden contactmomenten gebruikt voor de noodzakelijke interactie en vindt het overige leren meer tijd- en plaatsonafhankelijk plaats.


• De leeropbrengsten van een module •

bevatten voor de beroepspraktijk relevante resultaten, die bijdragen aan de ontwikkeling van de werkplek. Als verschillende leerwegen tot de mogelijkheden behoren, is het cruciaal dat de leeruitkomsten goed zijn gede­ finieerd. Iedereen wordt op dezelfde competenties getoetst.

Grenzen aan maatwerk De student kan straks nog meer zelf bepalen waar, wanneer en hoe hij de start­ competenties verwerft, die nodig zijn voor een bepaald beroep. De leerdoelen en de leerwensen van de student moeten mede leidend zijn in het aanbod van de HAN. 23


Echter, puur maatwerk voor individuele deelnemers is niet realiseerbaar. Wel wordt waar mogelijk rekening gehouden met verschillen in ambities, wensen en leervoorkeuren. Een belangrijk onder足 scheid betreft opscholers en omscholers. Per module wordt bekeken of studenten toelaatbaar zijn met of zonder werkplek. De HAN is en blijft een onderwijsinstel足 ling met een leergemeenschap waar alle studenten deel van uitmaken. Of zij nu voltijd of deeltijd bij ons studeren. Die leergemeenschap staat ook open voor cursisten die enkel een certificaat willen behalen. Meer studenten leidt tot meer onderwijsgroepen en biedt ruimte voor flexibiliteit. Daarbij: naadloze overstapmo足 gelijkheden van voltijd naar deeltijd en/of 24


duaal, kunnen een gunstig effect hebben op de instroom.

Certificaten of diploma’s Van groot belang wordt het onderscheid tussen diplomatrajecten en certificaat­ trajecten. Eisen vanuit het werkveld spelen hierbij een rol. Bij een modulair aanbod passen certificaten. Bij diploma­ trajecten kan worden gekozen voor een stapelvariant of voor aparte diplomaassessments. Aansluiten bij eerder verworven competenties en kwalificaties (respectievelijk EVC en EVK) en bij portfo­ lio’s is noodzaak en maakt werving, intake en uitstroom goed uitvoerbaar en valide. Dit vraagt om samenwerking met andere aanbieders. 25


Opbouw van certificaatgericht en diplomagericht opleiden 26


27


Standaarden voor flexibel deeltijdonderwijs Om flexibel deeltijdonderwijs zo goed mogelijk in te richten, is het nodig om met elkaar afspraken te maken over stan­ daarden. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over de opbouw van modules, niveau-aan­ duiding, instroommomenten, efficiency en studietempo. Voor het deeltijdaanbod van de HAN stelt de Raamleerplancom­ missie onderstaande afspraken voor. 1. Er komen vermarktbare pakketten. Deze pakketten noemen we modules. Modules zijn stapelbaar en bestaan uit een of meer onderwijseenheden. De student koopt onderwijseenheden in, maar wordt gecertificeerd op module­ niveau. 28


2. Modules zijn veelal in willekeurige volgorde te doorlopen, wegens de ge­ wenste flexibiliteit op de deeltijdmarkt. Volgordelijkheid is alleen wenselijk als het gaat om strikte niveau-eisen. De afstudeermodule is geprogrammeerd aan het einde van het traject. 3. Flexibilisering binnen een module is afhankelijk van indeling in onderwijs­ eenheden, gewenste leervormen en gewenste vorming van leergemeen­ schappen van studenten (sociale bin­ ding); flexibilisering van de leerloop­ baan is cruciaal. 4. Er zijn twee instroommomenten per jaar (voor sommige opleidingen is vier realiseerbaar en wenselijk).

29


5. Elke module wordt voorafgegaan door een intake. Hierin worden motivatie, portfolio, leerloopbaan en basis足 vaardigheden gescand, evenals de aanwezigheid van een passende leer足 werkplek. In de intake wordt bekeken welke vrijstellingen gegeven kunnen worden en wordt een maatwerkaanbod per student gebouwd. 6. Het moet voor studenten mogelijk zijn hun eigen studietempo te bepalen; hier worden echter grenzen aan gesteld door ambities ten aanzien van het formeren van leergemeen足 schappen. 7. Studenten die modules volgen en studenten die de volledige opleiding volgen, kunnen in dezelfde onderwijs足 groep zitten (efficiency). 30


Blended learning Als onderwijsmodel voor flexibel onderwijs aan werkende studenten kiest de HAN voor blended learning: een samenhangende mix van contact­ onderwijs, online leren en leren op de werkplek. Blended learning gaat uit van ‘betekenisvol leren’ binnen een profes­ sionele leergemeenschap. Een didactisch ontwerp, waarin de drie componenten met elkaar zijn verweven, noemen we een ‘blend’. Er bestaan verschillende categorieën blends. Onze voorkeur gaat uit naar de ‘enhancing blend’, waarin de werkplek centraal staat en de kracht van online leren wordt benut om flexibel leren mogelijk te maken. De ontwikkeling van een geschikte blend is een uitdaging voor 31


de opleidingen. Aan het HAN-manage足 ment de taak om de opleidingen hierin goed te faciliteren. Met name door het beschikbaar stellen van kwalitatief goede ICT-middelen en ICT-infrastructuur. Maar ook van de benodigde expertise en onder足 steuning op de werkvloer. Daarnaast zijn tijd en middelen nodig voor een team van enthousiaste en welwillende docenten.

32


De drie componenten van blended learning

33


1. Het leerpotentieel van de werkplek Werk en werkervaring. Het zijn twee belangrijke bestanddelen van beroeps足 opleidingen. Daadwerkelijk participeren in de beroepspraktijk biedt mogelijkhe足 den om competenties te verwerven. We streven naar een vorm van werkplekleren, die zo goed mogelijk bijdraagt aan het leerproces van de student. De match tus足 sen de werkplek en de opleiding vormt de ingang voor het gesprek tussen student, werkplekcoach en leercoach. Deze moet resulteren in een win-winsituatie, waarbij de leeropbrengsten van de student ook bruikbaar zijn voor de werkplek.

34


De werkplek van de student helpt mee om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Dit vereist een kritische benadering van het leerpotentieel van de werkplek. Accreditatie-eisen voor borging van Ad, bachelor en master zijn hierbij richtinggevend. Drie thema’s vragen om antwoorden in de beschrijving van modules en onderwijs­ eenheden:

De kwaliteit van de werkplek als leerplek Niet elke werkplek biedt de professional dezelfde leermogelijkheden. Afwisseling van taken, beschikbare jobs, leercultuur in de organisatie en de aanwezigheid van 35


ontwikkelingsgericht leiderschap zijn voor足 beelden van bepalende factoren voor het leerpotentieel van een werkplek. Een goede intake is nodig om hier zicht op te krijgen.

hoogwa experti 36


aardige aardige ise ise 37


Het ontwikkelen van een samen足hangende blend van contactonderwijs, leren op de werkplek en online leren zal voor opleidingen een uitdagende opgave worden. Cruciaal is dat zij daarbij een beroep kunnen doen expertise op hoogwaardige hoogwaardige expertise en ondersteuning op de werkvloer. Mijn advies is om ontwikkeling en professionalisering zo veel mogelijk hand in hand te laten gaan binnen de opleidingen zelf.

38

Niels Maes Beleidsmedewerker onderwijs


39


Passendheid in de opleiding De bijdrage die leren op de werkplek heeft, hangt af van de ‘match’ tussen werkplek en inhoud van de module. Vooral het onderscheid tussen opscho­ lers en omscholers speelt hierbij een rol. Opscholers werken mogelijk al op een matchende werkplek, terwijl omscholers juist op zoek zijn naar een passende werkplek.

Verbinding tussen leren en werken Het is aan de HAN om informele leerprocessen op de werkplek om te zetten in productieve leerervaringen om eindtermen te realiseren. Investeren in comakership met het werkveld en met de werkgever betaalt zich uit in kwalitatief hoogwaardige leerprocessen. 40


Werkplekleren is een essentieel essentieel, maar problematisch problematisch onderdeel van beroepsopleidingen.

41


42


Werkplekleren is een essentieel, maar problematisch onderdeel van beroepsopleidingen. Essentieel, omdat vakmanschap pas tot expressie komt in de complexiteit van de beroepspraktijk. Problematisch, omdat Leren en Werken vanuit verschillende rationaliteiten worden aangestuurd. Loek Nieuwenhuis Lector Beroepspedagogiek

43


44


Samen samen werken werken 45


46


Om onze deeltijdopleidingen levensvatbaar te maken en te houden is het belangrijk dat we samenwerken; niet alleen op organisatorisch niveau maar ook op inhoudelijk niveau. Daarom hebben we voor de opleidingen van het Instituut Sociale Studies samen aan het curriculum geschreven. Ton van Bakel Projectleider Werken en Leren, Instituut voor Sociale Studies

47


2. De kansen van online leren binnen de blend Online leren in de blend biedt opleidingen veel kansen. Voor vrijwel alle opleidin足 gen van de HAN zien we kansen in het benutten van online leren voor ken足 nisoverdracht, samenwerking, forma足 tieve toetsing en begeleiding op afstand. Hierdoor ontstaat er meer ruimte om het contactonderwijs nadrukkelijk te richten op interactie en verdieping. Kansen zijn er niet alleen wat betreft het ontwerp en de vormgeving van de modu足 les, maar ook als het gaat om aanbod van onderwijs. De Raamleerplancommissie signaleert kansen ten aanzien van open onderwijs. Denk daarbij aan het open

48


(gratis) beschikbaar stellen van bepaalde modules of delen van modules met het oog op marketing (open courseware) en het open beschikbaar stellen van binnen de HAN ontwikkeld onderwijsmateriaal zoals kennisclips via het wereldwijde web (open educational resources). Maar ook andersom: het gebruiken van open leermaterialen van andere hogescholen en universiteiten in ons eigen onderwijs. Hierover zal binnen de HAN een nader standpunt bepaald moeten worden. Om deze kansen daadwerkelijk te benut足 ten, moet wel aan bepaalde randvoor足 waarden worden voldaan. De online distributie van leerinhouden moet per module voldoen aan dezelfde richtlijnen voor lay-out en presentatie. Daarnaast

49


moet blended learning een plek krijgen in de interne kwaliteitscyclus, en dienen studenten op deze vorm van onderwijs te worden voorbereid.

50


3. De meerwaarde van de ontmoeting Contactonderwijs moet - ook naar de mening van het werkveld en van onze stu足 denten - een belangrijk onderdeel blijven van de blend. We onderscheiden ons door kwalitatief hoogwaardige contactmomen足 ten die interactief van aard zijn en waarin verdieping en toepassing van kennis centraal staan. We hanteren daarbij een diversiteit aan werkvormen die dit moge足 lijk maken. Met frontale kennisoverdracht in de vorm van het traditionele hoorcol足 lege gaan we zuinig om, gastsprekers uit het werkveld daargelaten.

51


52


In deeltijd deeltijd studeren studerenisis pittig, uitdagend pittig, uitdagenden en haalbaar haalbaar door dooreen een modulair modulair aanbod aanbodop opbasis basis van van beroepstaken, beroepstaken, een intake waar de intake waar waarde de verwachtingen verwachtingen over over en verwachtingen overen en weer uitgewisseld uitgewisseld kunnen kunnen worden en van en een een mix mixvan van contactonderwijs, contactonderwijs, online online leren leren en en werkplekleren. werkplekleren. Kea Bouwman Beleidsmedewerker onderwijs Faculteit Techniek

53


Intake, toetsing en afsluiting Intake, toetsing en afsluiting zijn on­ losmakelijk met elkaar verbonden. Een belangrijk kader, dat de Raamleerplan­ commissie als uitgangspunt hanteert, is gebaseerd op de standaarden, die vanuit de NVAO aan het hoger onderwijs worden gesteld. In de intake worden afspraken gemaakt over vrijstellingen en maatwerk­ trajecten. Daarnaast is er aandacht voor de matching van de leerwerkplek van de student. Hiervoor wordt een EVC-proce­ dure ontwikkeld, naast de al bestaande procedures voor EVK. Formatieve toetsing neemt een belangrijke plek in binnen het curriculum. Als studenten ‘blended’ leren, dient gezocht te worden naar alterna­ tieven voor docentfeedback. Ook is er 54


behoefte aan instrumenten om inzicht te krijgen in de voortgang van het onder足 wijsleerproces. In beide gevallen kan een digitale leeromgeving uitkomst bieden. Een opleidingstraject, bestaande uit een of meerdere modules, wordt afgesloten met een certificaat of met een getuig足 schrift (propedeuse, Associate degree, bachelor of master).

55


56


Bij de intake is er tijd en aandacht om het persoonlijk studietraject samen met de toekomstige deeltijd­s tudent te bespreken en vast te stellen. Carola Doumen CoÜrdinator Cluster Talen: lerarenopleidingen Nederlands/ Frans/ Duits/ Engels Instituut voor Leraar en School, Faculteit Educatie

57


58


Organisatorisch kader: actoren en doelgroepen Getrainde docenten, gemotiveerde doelgroepen, het werkveld en lectoren/ kenniskringen zijn direct betrokken bij het ontwerp, de ontwikkeling en de inrichting van flexibel deeltijdonderwijs. We bespreken ze hierna een voor een.

59


Getrainde docenten Bij het realiseren van de voorgenomen ambities zijn enthousiaste en betrok足 ken docenten onmisbaar. Deze ambities stellen speciale eisen aan de docent deel足 tijdonderwijs. In de eerste plaats wordt verwacht dat hij aansluit bij de kennis, be足 roepspraktijk en leerbehoefte van de stu足 dent. Daarnaast beschikt hij over actuele werkervaring in het betreffende domein en streeft hij voortdurend naar maatwerk

60


via cocreatie met het werkveld. Ook be足 langrijk: gebruikmaken van de interactieve online mogelijkheden, met het oog op blended learning. Het docententeam geeft samen invulling aan bovenstaand profiel en wordt daarbij ondersteund door professionals uit de beroepspraktijk. Om tot een succesvolle blend te komen, gaan onderwijsontwikkeling en professionalise足 ring op de werkvloer zoveel mogelijk hand in hand (training on the job).

61


De deeltijddocent weet wat er speelt in het werkveld, hij kan dit vertalen naar het ontwerp van onderwijs via praktijksimulaties en -opdrachten. Hij richt de uitvoering van het onderwijs zo in, dat de studenten moeiteloos de stap van theorie naar praktijk weten te zetten. Boeiend aan足sprekend onderwijs, ervoor zorgen, dat iedereen op het puntje van de stoel zit, dat is zijn stiel. Thijs Lemmen Opleidingsmanager Leraar Gezondheidszorg en Welzijn / Management in Zorg en Dienstverlening 62


op het het puntje puntje van de van de stoel stoel

63


Gemotiveerde doelgroepen Om de werkende student te motiveren, is het van belang om het aanbod van modu­ les te baseren op actuele ontwikkelingen in het werkveld en af te stemmen op zijn behoeftes. Maar ook om in te spelen op zijn motivatie en ambitie, om zo een volgend ‘plateau van vakmanschap’ te bereiken. Op basis van de individuele leerroute van de student, vindt regelmatig overleg plaats tussen de student, diens

64


leercoach en zijn begeleider op de werkof stageplek. Verloopt het leerproces zoals gepland? En hoe zijn de resultaten? Bij de organisatie van werkplekleren wordt onderscheid gemaakt tussen opscholers en omscholers. Doel is de student actief te betrekken bij de vormgeving van het onderwijs, en ook nรก het opleidingstraject verbinding te houden met alumni. Hoe? Door participatie in de leergemeenschap te blijven stimuleren, via allerlei online en offline activiteiten.

65


66


Ik heb het werkbezoek aan Hogeschool Vives in Kortrijk georganiseerd; deze hogeschool is in België voorloper op het terrein van afstandsonderwijs; dit afstandsonderwijs werk­bezoek is voor ons een belangrijke inspiratiebron geweest voor hoe je als hogeschool het deeltijdonderwijs in de markt kunt zetten en kunt organiseren. Hans Waegemaekers

Opleidingscoördinator Master Management en Innovatie in Maatschappelijke organisaties

67


Betrokken werkveld Het werkveld speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen en faciliteren van het curriculum en bij het begeleiden van studenten. Cocreatie met de beroepsprak足 tijk staat centraal voor, tijdens en na het opleidingstraject. Zo worden er bijvoor足 beeld afspraken gemaakt over de inhoud, competenties, beoordeling en waardering. Ook wordt voortdurend gezocht naar creatieve verbindingen met het werkveld.

68


Betrokkenen uit de beroepspraktijk wor足 den uitgenodigd om te participeren in het onderwijs. Of het nu gaat om het verzor足 gen van gastlessen of het bijwonen van presentaties van studenten. Omgekeerd tonen docenten van de HAN hun betrok足 kenheid bij actuele ontwikkelingen in het veld. Ze nemen regelmatig een kijkje in de praktijk en spelen een actieve rol bij onderzoeken in organisaties of andere belangrijke activiteiten.

69


Het is belangrijk dat ook cursisten, die zich willen scholen maar niet meteen voor een volledige bachelor kiezen, bij de HAN terecht kunnen voor hoogwaardig onderwijs. Dat onderwijs moet goed zijn afgestemd op de wensen van de doelgroep van werkend lerenden. Het arbeidsritme en niet de voltijdse jaarkalender moet leidend zijn voor de inrichting van het deeltijdonderwijs. Jurroen Cluitmans CoÜrdinator accountants­o pleidingen Werken en Leren Faculteit Economie, Management en Recht 70


71


Lectoren en kenniskringen Studenten en het werkveld komen vaak met actuele (onderzoeks)vragen naar de opleiding toe. Lectoren en kenniskringen kunnen deze vragen met elkaar verbinden en voorzetten doen voor de invulling van onderzoek in het leerplan. Op deze manier wordt onderzoek in curricula

72


afgestemd op de behoeften vanuit en actualiteit binnen het betreffende domein. Opdrachten en onderzoeken tijdens de opleiding/module helpen ontwikkelingen in het werkveld te realiseren en dragen bij aan innovatie van het beroep (kennisva足 lorisatie).

73


74


Aanbevelingen

75


Aanbevelingen

Termijn

1. Bepaal het portfolio van het oplei­ dingsaanbod inclusief de Ad’s en vraag de Ad’s aan.

november 2014

2. Stel vast welke opleidingen opteren voor deelname aan experimenten en pilots; participerende opleidingen verbinden zich tot transfer van de opgedane ervaringen.

november 2014

3. Maak een evaluatieplan voor het onderwijskundig en organisatorisch deel.

juli 2014

4. Stel een intakeprocedure op voor EVK, EVC, accountmanagement en matching inclusief werkplekleren.

november 2014

5. Ontwikkel digitale didactiek voor de blend (theorie online en leerweg­ onafhankelijk toetsen). Houd er rekening mee dat er een vervanger voor concentrisch leren gevonen moet worden.

januari 2015

76


Algemene aanbevelingen

• Zorg voor een goed ondersteuningsen professionaliseringsaanbod bij blended learning en EVC.

• Concretiseer functionele eisen voor ICT-tools voor het faciliteren van blended learning en onderwijs­ logistieke ondersteuning.

• Bepaal kaders en kwaliteitscriteria voor werkplekleren.

• Betrek werkveld en alumni bij de verdere ontwikkeling.

• Ontwikkel ‘open’ modules. 77


• Zoek waar mogelijk samenwerking met andere hogescholen of universi­ teiten.

• Organiseer focus op individuele leerar­ rangementen en leeruitkomsten, borg bewaking van het hbo-niveau zowel binnen als buiten de experimenteer­ ruimte.

• Ontwerp een beperkt aantal (secto­ rale) varianten (prototypes) van deel­ tijdopleidingen. Toets deze varianten op bruikbaarheid bij de doelgroep en werkgevers.

78


• Draag zorg voor voortdurende juridi­ sche borging en alertheid bij ontwik­ keling, implementatie en uitvoering, zowel binnen als buiten de experimen­ teerruimte.

• Stel op korte termijn financiële kaders vast, waarbinnen de toekomstige onderwijsuitvoering dient plaats te vinden.

• Draag zorg voor profilering en excel­ lente organisatie van de werving en inschrijving zowel op instellings- als opleidingsniveau.

79


Colofon Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Ruitenberglaan 31, 6826 CC Arnhem T (026)369 15 55 Opdrachtgever College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Leden raampleerplancommissie Olga Teunissen voorzitter Fokke Aukema Carola Doumen Jurroen Cluitmans Ton van Bakel Thijs Lemmen Kea Bouwman Hans Waegemaekers Niels Maes Loek Nieuwenhuis Pia van Geffen ondersteuning

Arnhem, april 2014

Productbegeleiding Miranda Vens miracommunicatie.nl Ontwerp Bureau Ketel bureauketel.nl Portretfotografie Gema Pérez gemaphotography.com pag. 41,42 en 56: Rob Gieling robgieling.nl pag. 66: Anthoney Fairley anthoneyfairley.nl Overige foto’s Eric Scholten conceptinbeeld.com Drukwerk Drukkerij Efficiënt, Nijmegen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.