PLEID
WSG
IER
ID
IEU
EN
S
N
EN
O
IMPULSEN VOOR
AM
E H IG
Jos Marell
N
WSG U E I I
ID
IMPULSEN VOOR
ERIGHE
WWW.SAMEN-OP LEIDEN.NL
Š 2017 JOS MARELL
Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieĂŤn, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van repografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan Stichting Reprorecht (postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). UITGEVER
Samen Opleiden, Arnhem VORMGEVING
Bureau Ketel, Nijmegen
PLEID
ID
WSG U E I I
EN
S
N
EN
O
IMPULSEN VOOR
AM
ERIGHE
Jos Marell
INHOUDSOVERZICHT
INLEIDING
7
WAT IS NIEUWSGIERIGHEID?
8
SOORTEN NIEUWSGIERIGHEID
11
WAARDERING VOOR NIEUWSGIERIGHEID
14
V-MOTOREN VOOR NIEUWSGIERIGHEID
15
NIEUWSGIERIGHEID EN ONDERZOEKEND LEREN
20
INTERACTIE
25
NIEUWSGIERIGHEID EN LEEFTIJD
28
ROL VAN DE LEERKRACHT BIJ HET STIMULEREN VAN NIEUWSGIERIGHEID
33
COMPETENTIES VAN DE LEERKRACHT
42
SCHOOLORGANISATIE
44
KORTE TOELICHTING BIJ DE BIJLAGEN
46
BRONNEN
48
BIJLAGE A EEN STAALKAART VAN PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN TER BEVORDERING VAN NIEUWSGIERIGHEID
52
BIJLAGE B
58
OVERZICHT VAN IMPULSKAARTEN
INLEIDING In dit boekje beschrijven we wat nieuwsgierigheid inhoudt, waar je het aan herkent en waarvoor het in het onderwijs van belang is. Nieuwsgierigheid is te beschouwen als vliegwiel om leerprocessen op gang te brengen en gaande te houden en vooral van belang bij onderzoekend leren. Als leerkracht kun je invloed uitoefenen op de onderzoekende houding van leerlingen door hun nieuwsgierigheid regelmatig van impulsen te voorzien en daarmee bijdragen aan ‘drive, fun & flow’ bij het leren. Om dit nog beter in praktijk te kunnen brengen is ter inspiratie voor verschillende niveaus in ontwikkeld met uiteenlopende onderwerpen en gevarieerde suggesties voor de manier van werken. Zie voor een overzicht bijlage B op bladzijde 58.
O
N
DE
RZ
OE
KE
N
de basisschool een bijbehorende set van impulskaarten
De voetnoten in de tekst verwijzen naar het literatuuroverzicht op pagina 48.
7
WAT IS NIEUWSGIERIGHEID? Nieuwsgierigheid betekent letterlijk gierig/begerig naar nieuws. Nieuwsgierigheid komt voort uit de behoefte de werkelijkheid te
NIEUWSGIERIGHEID DRAAGT BIJ AAN DRIVE, FUN & FLOW BIJ HET LEREN
begrijpen en er controle over te krijgen. Het is die intrinsieke motivatie die een uiterst belangrijke drijfveer en startpunt is voor leren in het algemeen en voor onderzoekend leren in het bijzonder7,13. Nieuwsgierigheid bevordert kennis en inzicht, vooruitgang, innovatie en creativiteit en wordt in onze maatschappij daardoor sterk gewaardeerd5. Regelmatig staat bij mensen in het onderwijs ter discussie
VAN WILLEN NAAR DOEN
of je nieuwsgierigheid moet zien als een persoonsken-
Het willen weten leidt ertoe dat leerlingen meer initiatief
merk (“Dirk is nieuwsgieriger aangelegd dan zijn zusje
nemen en doelgericht en actief, dus taakgericht op zoek
Aagje”) of meer als een toestand waarin je leerlingen
gaan naar antwoorden op hun en ook wel onze vragen.
kunt brengen of probeert te houden. We weten dat de
Gruber9 vergelijkt nieuwsgierigheid met jeuk: ”Je raakt
nieuwsgierigheid van mensen onderling verschilt in
het alleen kwijt door te krabben”… Je ‘moet’ dus wel in
intensiteit, frequentie, duurzaamheid, breedte en diepte15.
actie komen. Met name bij ‘hands-on leren’ dragen alle
De deskundigen zijn het er tegenwoordig wel over eens
zintuigen hun steentje bij om een rijk en genuanceerd
dat je (de sluimerende, in de hersenen voorgeprogram-
‘beeld’ te krijgen van de werkelijkheid28. Bedenk daarbij
meerde) nieuwsgierigheid kunt zien als ontvankelijkheid
dat de gevoelszintuigen in ons onderwijs helaas nog
voor leren en dat je deze bij leerlingen kunt opwekken24,
vaak een ondergewaardeerde bron van informatie zijn!
dus als het ware kunt aanzetten of versterken. Dat kun je
Handelend leren helpt de leerlingen bij het doorzien
doen door stimulerende prikkels, het geven van ruimte,
van steeds complexere zaken, ze be-grijpen deze eerder
het wegnemen van belemmeringen en via opdrachten
en kunnen er steeds beter mee overweg36; het maakt
die ze interessant, uitvoerbaar en betekenisvol vinden.
bovendien ontwikkeling zichtbaar: je ziet wat leerlingen
Naast intelligentie, ambitie en inzet is die intellectuele
aandurven en aankunnen.
nieuwsgierigheid – dat ‘hongerig brein’ – een factor van belang bij het leveren van schoolprestaties24, 27.
8
VERW
NIEUWSGIERIGHEID BELOONT ZICHZELF
ON DE
RIN
G – KE
N N
IS
O
PH
AL
EN
OV
ER
KIK
KER
DRIL
E N PA D D E N S N O E R E N
Nieuwsgierigheid beloont zichzelf via ontdekkingen13
de uitdagingen aan te gaan waar de wereld van morgen
en houdt leerlingen daardoor aan de gang. Net als
ons voor plaatst”. Naarmate onze aandacht toeneemt
wetenschappers weten ze soms niet van ophouden als
voor aspecten van de omgeving die voor ons van
ze eenmaal met het onderzoekvirus zijn besmet en dan
belang lijken, maken bevindingen meer indruk en zijn
ook echt het naadje van de kous willen weten.
ze voor ons eerder van betekenis. Dat maakt een betere verwerking mogelijk en zorgt ervoor dat we ze beter
GEHEUGEN
onthouden. Hersenonderzoek bevestigt dat stimulering
Uit ervaring weten we allemaal wel dat nieuwsgierigheid
van de nieuwsgierigheid een toename van activiteit
niet alleen motiveert tot opmerkzaamheid en onderzoe-
laat zien in de hippocampus (informatieopslag)13 en
ken maar ook helpt de resultaten ervan in het geheugen
vlak voor de bevrediging ervan ook in hersengebieden
op te slaan. Het brein onderscheidt daarbij op basis van
die reageren op beloning en plezier. De uitwisseling
eerder verworven kennis relevante gegevens van zaken
van prikkels tussen de betrokken hersengebieden blijkt
die niet de moeite waard zijn om te onthouden. Zodoen-
eveneens sterker. De onderzoeksresultaten lijken erop te
de kunnen mensen zich voortdurend aanpassen aan
wijzen dat zelfs bijkomende zaken beter beklijven alsof
veranderende omstandigheden1. Jolles verwoordt het
het brein zich ten volle openstelt voor leren zolang de
(in het voorwoord van ) aldus: “De kennis van gisteren
nieuwsgierigheid geprikkeld blijft.9, 24, 27, 42
27
en de routines van vandaag maken het mogelijk flexibel
9
–
JA
,N U
VA A
RT
IE
DE
GO
EDE
KANT O P!
NIEUWSGIERIGE MENSEN ONTHOUDEN MEER EN BETER
DE
N
VER
R
N TE AS
10
O
E PG
W
O
N
SIGNALEN
en ook in de blijdschap of opluch-
Naast de mentale component heeft
ting als het exploreren een bevredi-
nieuwsgierigheid ook fysieke en
gend resultaat heeft opgeleverd, de
emotionele componenten . De
nieuwsgierigheid dus is beloond.
fysieke component is bijvoorbeeld
Je merkt aan de gemoedstoestand
duidelijk zichtbaar bij het exploreren
van leerlingen welke gevoelens en
van organismen en voorwerpen:
emoties een rol spelen. Vaak zie je
Toont het kind veel initiatief? Neemt
duidelijk dat ze elkaar daarbij ook
het verantwoordelijkheid? Hoe lang
onderling beĂŻnvloeden, zowel positief
is het kind er doelgericht mee bezig?
als negatief.
31
Hoe geconcentreerd en intensief doet ie dat? Welk soort vragen stelt
De fysieke en emotionele uitingen
het en hoeveel? In de manier waarop
van nieuwsgierigheid zijn bruikbare
leerlingen ermee bezig zijn (gespan-
signalen om te bepalen of leerlin-
nen, verwonderd, onder de indruk,
gen individueel of als groep extra
geraakt of zelfs opgewonden) kan het
impulsen nodig hebben of andere
emotionele aspect naar voren komen
vormen van begeleiding.
SOORTEN NIEUWSGIERIGHEID Nieuwsgierigheid is er in soorten: A. ALS EEN GEVOEL VAN ONZEKERHEID Je hebt (nog) geen antwoorden op wat je wilt weten, maar je
VERLENGEN VAN DE SPANNINGSBOOG VERSTERKT HET VERLANGEN
vertrouwt erop dit wel te weten te kunnen komen47. Daardoor is dit gevoel toch prettig, soms zelfs wel aangenaam spannend. Het prikkelen van deze nieuwsgierigheid gaat over het opwekken van dat in zekere zin plezierige gemis. Dat wordt meestal nog versterkt als ze je geduld even op de proef stellen, het verhoogt de spanning nog een beetje. Je bent bijvoorbeeld nieuwsgierig • naar de inhoud van een black box of de surprise die je met Sinterklaas krijgt;
• naar de afloop van een spannend verhaal of t.v.-serie;
• naar waar een speurtocht je brengt en naar wat je onderweg tegenkomt;
• naar wat je zintuigen aan
• naar wat anderen van jou vinden; • naar uitslagen van toetsen, een loterij, sportwedstrijden, verkiezingen;
• of je wel toegang krijgt of toegelaten zult worden;
• naar ‘verlossende’ antwoorden
• naar het verloop van een experiment en benieuwd of je hypothese correct blijkt;
• naar de resultaten van bronnenonderzoek, experimenten en andere vormen van onderzoek.
als de denkbeelden van anderen niet overeenkomen met die van
Als het niet lukt de gewenste
onverwachte prikkels opvangen
jou of naar uitsluitsel wanneer
informatie ondanks veel moeite te
(perceptuele nieuwsgierigheid);
je in verwarring bent door een
vergaren dan kan deze vorm van
cognitief conflict;
nieuwsgierigheid leiden tot een gevoel van frustratie.
11
B. ALS EEN VERLANGEN NAAR HET ONBEKENDE Zo kun je onder meer nieuwsgierig zijn • in mensen, naar hun karakter en
• naar verschijnselen, naar de oorzaak
talenten, naar hun ervaringen,
en gevolgen ervan, bijvoorbeeld
reacties en beweegredenen;
seizoenverschijnselen;
• naar planten en dieren, bijvoorbeeld • naar veranderingen, het verloop naar hoe ze zich ontwikkelen en gedragen;
• naar materialen en voorwerpen, bijvoorbeeld hun herkomst en gebruiksmogelijkheden;
• naar overeenkomst en
en uiteindelijke resultaat van processen;
• naar bijzondere patronen en verbanden;
• naar het verleden, naar wat gebeurd is om het heden te begrijpen of uit
• naar technische artefacten: Hoe zitten ze in elkaar en hoe werken ze?
• naar kunstuitingen zoals theatervoorstellingen en exposities;
• door foto-/filmbeelden die de het voorstellingsvermogen prikkelen;
• naar feesten en andere gelegenheden, naar wie er komt, naar wat er wordt geboden, gezegd en gedaan;
• naar nieuwe toepassingen van ict,
verscheidenheid, bijvoorbeeld als
nostalgie: Hoe zat het ook alweer?
verzamelaar;
En naar wat de toekomst brengt:
bijvoorbeeld augmented reality of
Hoe ziet onze wereld er over
domotica /het internet der dingen;
• naar wat (nog) niet is waar te nemen: details, iets buiten je gezichtsveld, verborgen zaken, enzovoort;
• naar gebeurtenissen, naar wat voorvalt of komen gaat;
15 jaar uit?
• naar elders, naar wat er anders is,
vraagstukken, van puzzels en
naar hoe mensen daar leven en wat
rekenopgaven tot maatschappelijke
je er zelf kunt doen;
kwesties betreffende veiligheid,
• naar wetenschappelijke doorbraken en technische innovaties / uitvindingen;
12
• naar oplossingen voor
gezondheid en milieu;
• enzovoort.
JE?
TD OO S
HE
T
G ER
VE
RB
EE
LD
IN
G
–W AT STE EK
Een onuitputtelijke lijst van mogelijk-
a
RBR T HIE RACHTER? WELKE OVE
EN
bij operationele vragen direct aan
G GIN
c
ST
E
N CH
IE
K
VE
RB
bij navraagvragen door mensen
heden dus, ieder mens heeft zijn
de werkelijkheid (via de zintuigen:
die het zouden kunnen weten
eigen favoriete interessegebieden. In
perceptuele nieuwsgierigheid
te bevragen via interviews of
de basisschool is er voldoende ruimte
of empirisch onderzoek door
enquĂŞtes (sociale nieuwsgierig-
om op een grote verscheidenheid
exploratie en manipulatie: fysieke
heid).
van zaken in te gaan en een brede
nieuwsgierigheid);
ontwikkeling mogelijk te maken.
b
bij opzoekvragen via secundaire bronnen zoals boeken, audiovisu-
Onderzoek is doorgaans de meest
ele media en internet (epistemi-
effectieve manier om de nieuwsgie-
sche of intellectuele nieuwsgierig-
righeid te bevredigen :
heid);
7
13
WAARDERING VOOR NIEUWSGIERIGHEID Nieuwsgierigheid wordt niet altijd positief gewaardeerd, bijvoorbeeld als er sprake is van bemoei- of sensatiezucht of als nieuwsgierigheid verwordt tot jaloezie of een obsessie. Volwassenen kunnen het vaak maar matig waarderen als kinderen alsmaar vragen blijven stellen. In het onderwijs moeten we ons echter blijven realiseren dat we met onze reacties de onderzoekhouding van leerlingen kunnen maken en breken. Nieuwsgierige leerlingen hebben door hun onderzoekende instelling een grotere potentie tot ontwikkeling. Bovendien is het goed te beseffen dat nieuwsgierige mensen over het algemeen beter in hun vel zitten, creatiever en succesvoller zijn en zich gelukkiger en gezonder voelen. Onderzoek16, 42 toont verder aan dat ze daarnaast betere relaties zouden hebben, langer leven (door actief nieuwe bezigheden en sociale contacten te zoeken) en slimmer zijn. Kashdan verklaart dit laatste doordat nieuwsgierigheid leidt tot onderzoeken en ontdekken, tot verbetering van denk- en leerprocessen en tot groei van kennis, inzicht en vaardigheden. Een en ander zal het leven meer inhoud en betekenis geven en tot meer tevredenheid en succes kunnen leiden. Nieuwsgierigheid leidt kortom tot menswording en is het daarom waard in en buiten het onderwijs te koesteren en te bevorderen.
14
NIEUWSGIERIGHEID IS EEN PRIMA BASIS VOOR ONTWIKKELING EN VOOR GELUK
Nieuwsgierigheid kan worden geactiveerd door tal van zaken, waaronder een aantal krachtige V-motoren. Het betreft de Verwondering en de Verwachtingen die je in leerlingen kunt losmaken, de Verbazing die zich van hen meester kan maken nadat ze Verrast zijn of in Verwarring zijn gebracht, hun Verlangen naar antwoorden/ uitsluitsel, hun Vertrouwen in mooie resultaten en niet in het minst ook hun Voorstellingsvermogen/ Verbeeldingskracht.
Op de volgende bladzijden is weergegeven hoe deze in gang worden gezet.
15
door eigen houding en Voorbeeld/ door rolmodel te zijn
VOEDING VERWACHTING & VERTROUWEN
door mee te leven/waardering laten blijken
als je de kunst verstaat te Verleiden of door Verhalen, ervaringen, beelden het Voorstellingsvermogen weet te prikkelen
VERLEIDING & VERBEELDING
een bijzondere waarneming bijv. virtual reality door avontuur en spanning
VERWONDERING
een bijzonder verhaal waarin je leerlingen weet mee te nemen
cliffhanger angst wegnemen: Veiligheid & Vertrouwen bieden
NIEUWSGIERIG
door interessante Vragen
‘n Voorproefje en/of Vooraankondiging
door een uitnodigende leeromgeving, met aandachtstrekkers: een bijzonder inkijkje of iets dat leerlingen opvalt door geheimzinnigheid bijv. iets deels Verbergen of door iets raadselachtigs 16
VERWACHTINGSVOL
V
V-motoren voor nieuwsgierigheid
V
Ontstekingsmechanismen verzorgd door de leerkracht
V
Inzet van leerlingen die zorgt voor extra smeerolie
maakt benieuwd
door Vertraagd ergens op in te gaan
door iets geks, speels of onverwachts VERRASSING
door het gewone bijzonder te maken
VERBAZING (Hoe kan dat?)
door iets Verbazingwekkends
door vragen naar (pre)concepten VERWARRING
door verschil in ideeën/opvattingen of een cognitief conflict
VERLANGEN naar uitsluitsel
ruimte bieden voor eigen Vragen
bronnen raadplegen (Wat is erover bekend?) of een experiment doen (Laten we eens zien wat er gebeurt/hoe dat werkt...)
HEID
VOORSPELLING/ HYPOTHESE
Vergroting autonomie ‘heen en weer’ -denken tussen idee en werkelijkheid
(nog) niet weten, maar met Vermoedens (het zal wel...) en vooruitzichten vol Verwachting
ruimte voor Verkenning, en Vrije exploratie
overbrugbaar kennishiaat/ informatiegat
door iets deels onbekends
puzzels
VERWACHTING & VERTROUWEN
VERIFIËREN
door scaffolding (ruimte, richting & houvast)
behoefte aan zekerheid, Verklaring en Verdieping
door informatie: geeft focus en houvast
17
VLIEGWIEL VOOR VOORUITGANG
IN BEWEGING KOMEN
laat doen36. Aanvankelijk kraken hun hersenen, maar
In deze metafoor kun je nieuwsgierigheid zien als een
later brengen ze hun ideeën soepel naar voren…
Vliegwiel voor Vooruitgang dat door deze V-motoren op
Ook de behoefte aan Verklaring en Verdieping
gang wordt gebracht en draaiende wordt gehouden. Het
stimuleert een aantal leerlingen. Duidelijkheid verkrij-
overzicht laat zien hoe de genoemde V-motoren op hun
gen ze soms door bestaande ideeën via onderzoek te
beurt in beweging kunnen komen door ontstekingsme-
Verifiëren.
chanismen als het eigen Voorbeeld van de leerkracht, het zorgen voor Veiligheid & Vertrouwen, door Variatie
Gemakzucht, onzekerheid of faalangst, Verveling,
(verandering van spijs doet eten), door Verleidingen,
Vermoeidheid en Verstrooidheid daarentegen zetten
iets Verbazingwekkends, interessante Verhalen, een
leerlingen in de achteruit5. Dat geldt ook voor Verwen-
Vooraankondiging en/of Voorproefje, Verborgen zaken,
nerij: daarbij wordt het bijzondere gewoon gemaakt in
Vertraagde aandacht en door een heel scala van kataly-
plaats van omgekeerd, het went… Als je weet hebt van
satoren waaronder een uitnodigende leeromgeving,
dergelijke belemmeringen voor nieuwsgierigheid dan
scaffolding , geheimzinnigheid, het oplichten van een
zal het ongetwijfeld gemakkelijker zijn ze te omzeilen.
6
tipje van de sluier, avontuur en spanning. MAAK ER WERK VAN
Regelmatig kun je de leerlingen zelf voor extra smeerolie
Het nut van het bevorderen van nieuwsgierigheid is natuur-
laten zorgen als je ze ruimte biedt voor Verkenning/
lijk vooral gelegen in de mogelijkheden die ontstaan voor
Vrije exploratie en eigen Vragen, Vermoedens en
het aandrijven van denk- en leerprocessen. Er moet werk
Veronderstellingen laat uitspreken en Voorspellingen
kunnen worden gemaakt van nieuwsgierigheid!
18
VERKLARING & VERDIEPING – WAT IS EROVER BEKEND?
19
NIEUWSGIERIGHEID EN ONDERZOEKEND LEREN Als leerlingen bij de introductie van een nieuw onderwerp vanuit zichzelf al nieuwsgierig zijn, mogen we hopen dat dit aanstekelijk werkt voor anderen. Het is belangrijk om kinderen nieuwsgierig te maken als ze dat nog niet zijn, zodat hun leren doel, vaart en richting krijgt. Nieuwsgierigheid is als gezegd een vliegwiel voor ontwikkeling! Het zou daarom goed zijn als de school een broedplaats voor nieuwsgierigheid is. Als leerkracht wil je voor de leerlingen een bron van inspiratie zijn, dus veel manieren kennen om nieuwsgierigheid bij hen te stimuleren. Bovendien wil je vanuit je eigen professionele nieuwsgierigheid graag weten hoe je ze op basis daarvan (nog beter) onderzoekend kunt laten leren. Er zijn volop mogelijkheden: VRAGEN VAN LEERLINGEN ZELF
Tijdens een lopend project kan de aankleding van de
Leerlingen zoveel mogelijk vanuit eigen vragen laten
klas zichtbaar maken waar groepjes leerlingen mee
werken, zodat ze zich eigenaar voelen van hun leer-
bezig zijn en welke resultaten dit gaandeweg oplevert.
proces6 (zie ook blz. 27).
Ongetwijfeld kan dit de betrokkenheid op elkaars werk vergroten en de nieuwsgierigheid en waardering ervoor voeden.
SETTING THE SCENE
• Met een introducerende sketch, een verwondertafel,
• Een sfeer creëren waarin veel mogelijk lijkt, een stimule-
posters en dergelijke alvast een voorproefje geven van
rend klimaat waarin geen vraag te gek is en leerlingen
een komend thema en daarmee nieuwsgierigheid,
sowieso merken dat vragen minstens zo sterk gewaar-
interesse en verwachtingen wekken. Spontane vragen
deerd worden als antwoorden. Specifieke voorzienin-
worden uiteraard meteen vastgelegd!
gen als de klassieke ideeënbus en een vragenmuur6
Een doordachte, variabele indeling en inrichting van het
kunnen de leerlingen hiertoe aanmoedigen, mits er
klaslokaal draagt bij aan een krachtige leeromgeving.
regelmatig aandacht voor is, bijvoorbeeld door een
In ontdekhoeken/ateliers met regelmatig wisselende
‘vraag van de dag’ te kiezen.
materialen kunnen de leerlingen uitgedaagd worden, ervaringen delen en antwoorden vinden op eigen vragen, dus steeds opnieuw ontdekkingen doen.
20
NIEUWSGIERIGHEID GEEFT LEREN DOEL, VAART EN RICHTING
”Een antwoord is altijd een stukje van de weg die achter je ligt. Alleen een vraag kan je verder brengen.” Mika Uit: Gaarder, J. (1997) Hallo, is daar iemand? Amsterdam: Querido.
• Het is van belang een goed beeld te krijgen van de
worden en tegelijk het vertrouwen krijgen dat ze er
voorkennis van de leerlingen, deze te activeren en
met enige inspanning uit kunnen komen, dan is de
te benutten. Een vraag intrigeert / kan nieuwsgierig
kans groot dat ze gemotiveerd aan de slag gaan en
maken indien er een niet al te groot gat is tussen wat
na een succesvol onderzoek tevreden terugkijken op
ze al weten en wat ze zouden willen weten, dus als er
leerproces en -resultaat.
sprake is van een overbrugbaar kennishiaat of informatiegat24, 26, 27. Dat veroorzaakt bij de leerlingen een
Met een inleidend gesprek, het openen van concep-
gevoel van onzekerheid (zie bladzijde 11), van gebrek
ten36 of een vragenmuur waarop de leerlingen kunnen
en ongemak, maar het (nog) niet weten kan tegelijk
aangeven wat ze al van het onderwerp weten en
toch ook prettig voelen als er voldoende uitzicht is
welke vragen ze er nog over hebben, moet een goede
op kennisbevrediging, dus als de ontbrekende kennis
inschatting van de aanwezige preconcepten/voorken-
binnen handbereik is en ze het gat kunnen dichten.
nis mogelijk zijn. Ook zal het duidelijk zijn wanneer
Het gevoel dichtbij een oplossing te zijn, zorgt vaak
er sprake is van een cognitief conflict, van botsende
voor extra motivatie. Als er over het onderwerp geen,
ideeën en van verwarring die daar uit voortkomt. Op
duidelijk onvoldoende of teveel voorkennis is, wordt
basis hiervan zal het vast lukken de leerlingen geschik-
het niks, het is dan niet denkbeeldig dat de leerlingen
te onderzoeksproblemen voor te leggen. Als je de
afhaken . Maar als leerlingen voldoende uitgedaagd
leerlingen de onderzoekresultaten laat voorspellen dan
5
21
“Hoe dichter men het onbekende nadert, des te inventiever en flexibeler wordt men.”
N
IE
T
Buckminster Fuller EN
Uit: Smith, K. (2012)
G RRIN V E R WA
- IK
G
O ELO
FM
IJN
O
G
zal de nieuwsgierigheid ongetwijfeld verder toenemen.
component, de wauw-factor van nieuwsgierigheid,
Wellicht is het zelfs mogelijk de leerinhouden te
getriggerd kan worden. Als de belevingswaarde hoog
personaliseren, d.w.z. de onderzoeksvragen in een
is, de leerlingen geraakt worden, kijken ze uit naar het
op het individu afgestemde context aan te bieden24.
vervolg. Een beloftevolle start alleen is niet toereikend,
Volgens Veltenaar heeft gepersonaliseerd leren de
het kan niet genoeg benadrukt worden dat het erom
toekomst omdat het leerlingen meer mogelijkheden
gaat wat de leerlingen met de in hun gewekte nieuws-
biedt eigen talenten te ontdekken en meesterschap te
gierigheid (mogen) gaan denken en doen!
38
ontwikkelen.
• Met voldoende afwisseling, een verrassing van tijd tot tijd, soms enige geheimzinnigheid, een speelse aanpak
ONDERZOEKENDE HOUDING
• Verwondering, verwarring (door een cognitief conflict
en dergelijke blijft het onderwijs intrigerend en inspire-
bijvoorbeeld) en nieuwsgierigheid zijn drie verschillen-
rend en is de kans groot dat de leerlingen verwach-
de en soms samenhangende beweegredenen (letter-
tingsvol betrokken blijven. Denk bijvoorbeeld concreet
lijk!) om op onderzoek uit te gaan. Ze zijn als het ware
aan een uitdagende startopdracht, een persoonlijk
startmotoren voor onderzoekend leren (zie blz. 16–17):
gekleurd verhaal, een object van de week of een belofte-
ze richten de gedachten en aandacht van de leerlin-
volle demonstratieproef waarmee ook de emotionele
gen en zetten hun zintuigen op scherp. Vanuit die
33
22
“Voordat je je bewust kunt worden van het vertrouwde, moet het vertrouwde worden ontdaan van zijn alledaagsheid. We moeten er dan niet langer van uitgaan dat het voorwerp in kwestie vanzelfsprekend is. Hoe vaak je het ook tegenkomt, hoe onopvallend of banaal het ook is, het krijgt nu het stempel bijzonder.” Bertold Brecht Uit: Smith, K. (2012)
onderzoekhouding kijken leerlingen niet alleen maar
lend toe bij wat de leerlingen ondernemen en laten
rond maar leren ook te zien en prikkels van de andere
zien dat ze er ook zelf lol in hebben. En als de leerlin-
zintuigen te verwerken: zelfs het alledaagse toont dan
gen tot ontdekkingen komen, beleven ze die natuurlijk
vaak onvermoede kenmerken en mogelijkheden en
als nieuw met hen mee.
krijgt daarmee voor hen nieuwe betekenis
. Filoso-
36,41
• Het aanvankelijke enthousiasme van leerlingen
feren kan het bewust denken en waarnemen vanuit
ebt nogal eens weg als het onderzoek niet vlot tot
meerdere perspectieven helpen bevorderen; aandacht
bevredigende resultaten leidt. Dat kan bijvoorbeeld
en ‘omdenken’ geven een nieuw en rijker beeld van de
een kwestie zijn van ongeduld of van onvoldoende
werkelijkheid.
doorzettingsvermogen. Ook hierin zie je dat leerlingen
• Eigen houding en voorbeeld van de man of vrouw voor
onderling verschillen: daar waar de een dankzij een
de klas zijn cruciaal bij het uitlokken van de leerlin-
flinke drive in een flow is gekomen, dreigt een ander
gen tot onderzoekend gedrag7. Vanuit dit bewustzijn
al snel de moed op te geven of om andere redenen
kunnen leerkrachten aan hen laten merken dat ze zelf
bij het onderzoek af te haken. Bij die laatste heeft de
vol vragen zitten en benieuwd zijn naar antwoorden.
nieuwsgierigheid nieuwe brandstof nodig of zelfs een
Ze reageren enthousiast en oprecht nieuwsgierig op
hulpmotor. Het is belangrijk hier attent op te zijn en
onderzoeksuggesties van leerlingen. Ze kijken welwil-
bijtijds opnieuw actie te ondernemen. Dat kan door
23
”De wereld is als een spiegel die ons aan het denken zet over de kennis die we bezitten.” Italo Calvino Uit: Smith, K. (2012)
betrokkenheid te tonen, door positieve feedback, door
de leeropbrengst te laten expliciteren6, 43. Ze kunnen
aanmoedigen en voeden (suggesties of hints) en als
deze bijschrijven in hun leerdagboek. Door leerlingen
dat allemaal niet helpt door praktische ondersteuning
hun zegeningen te laten tellen, realiseren ze zich eens
die de betreffende leerling weer op het goede spoor
te meer dat hun nieuwsgierigheid is beloond. En dat ze
zet en hem/haar weer uitzicht biedt op een goed
trots mogen zijn op wat ze hebben bereikt! Succeser-
resultaat.
varingen vergroten het zelfvertrouwen en dragen bij
Voor het behouden van nieuwsgierigheid moeten
aan een positief zelfbeeld. Op de vragenmuur kan nu
leerlingen erop blijven vertrouwen dat hun activi-
de oorspronkelijke onderzoeksvraag verhuizen naar
teiten tot iets leiden. Het vooruitzicht dat daar iets
het vak ‘Dit weten we al over het onderwerp’. Daarnaast
goeds uit voortkomt, is brandstof of smeerolie
kunnen ze in een tentoonstelling of via het internet de
voor het najagen van nieuwsgierigheid. Een goede
resultaten met anderen delen. Op deze manier kunnen
leerkracht laat de leerlingen regelmatig merken dat
ook ouders betrokken worden en van hun waarde-
hij vertrouwen stelt in hun onderzoekscapaciteiten.
ring blijk geven. De leerlingen herinneren zich vast
• Het is belangrijk met de leerlingen ook nadrukkelijk stil
de schouderklopjes die ze hebben gekregen als een
te staan bij de resultaten van hun onderzoek en hen
24
volgend onderzoek wat moeizamer verloopt!
INTERACTIE In het voorgaande kwam al duidelijk het belang van communicatie en interactie naar voren als het gaat om het bevorderen van nieuwsgierigheid. Als leerlingen vragen over objecten, verschijnselen of gebeurtenissen in hun omgeving stellen, zie je dat leerkrachten verschillend reageren. De een geeft kort en duidelijk uitleg omdat hij dat zo gewend is, om er snel vanaf te zijn of omdat hij denkt hen hiermee een plezier te doen. Een ander gaat in gesprek, bijvoorbeeld om te achterhalen waar de vraag uit voortkomt, welke ideeën de leerlingen zelf al hebben en of ze weten op welke manier ze de antwoorden zouden kunnen achterhalen. AUTONOMIE
Daar leren ze uiteindelijk meer van en het geeft meer bevrediging. Zo’n INTERACTIE
maat, die door Stevens in dit model
D
V E RT R COMPETENTIE
I NG
KIND IN ONTWIKKELING ZELFSTUREND
EUN
samenhangend zijn weergegeven.
INSTRUCTIE
ST
OU
32
ON
EN
ER
van een goed pedagogisch basiskli-
W
aanpak sluit aan bij de componenten
RELATIE
UIT
DAGING
KLASSENMANAGEMENT
25
HET KIND CENTRAAL. EN HOE STA JE ER ZELF IN?
INVLOED PEDAGOGISCH BASISKLIMAAT
INTERVENTIES
Als je zorgt voor een goed pedagogisch basisklimaat
Op vergelijkbare wijze kun je het effect van interventies
voelen de leerlingen zich eerder op hun gemak,
nagaan: Hoe verdeel je je aandacht tussen de groep en
geaccepteerd en al snel ook gewaardeerd om wie ze zijn
individuele leerlingen? Hoe zorg je ervoor voldoende
en vooral om wat ze doen. Ze krijgen daarmee in een
afstand te bewaren als de leerlingen ogenschijnlijk
veilige setting de ruimte ĂŠn een zekere verantwoorde-
zelf stappen kunnen maken? Ben je er bijtijds bij als
lijkheid om zich te ontwikkelen, hetgeen onder meer
extra ondersteuning of uitdaging op zijn plaats is, de
naar voren komt in het stellen van vragen . Dat gaat
nieuwsgierigheid een nieuwe impuls kan gebruiken?
de een beter af dan de ander. Peeters25 stelt voor om
Hoe bepaal je wie wanneer welke ondersteuning nodig
met filmopnamen de nieuwsgierigheid van de eigen
heeft?
36
leerlingen in kaart te brengen om helder te krijgen hoe je hier als leerkracht een rol bij speelt: Hoeveel vragen
TOENAME AUTONOMIE
stellen de leerlingen, waar zijn deze op gericht en wat is
In communicatie met leerlingen kun je erachter
de kwaliteit ervan? Hoe moedig je de groep en afzonder-
komen wat hen beweegt en in beweging zet. Je toont
lijke leerlingen aan tot het stellen van onderzoekbare
je daarvoor nieuwsgierig naar hun ervaringen, hun
vragen, hoe ontlok je ze en hoe ga je er op in? Welke
ontluikende gedachten en wilde ideeĂŤn, naar meningen,
eigen houding en gedrag vormen voor de leerlingen
oplossingen en natuurlijk vooral naar hun vragen. Het
blijkbaar een stimulans?
is boeiend om samen op zoek te gaan naar antwoorden
26
of om gezamenlijk uit te zoeken hoe
heid en gecijferdheid. Die laatste
je aan antwoorden kunt komen .
krijgen op natuurlijke en betekenis-
Je maakt de leerlingen geleidelijk
volle wijze aandacht als ze met elkaar
medeverantwoordelijk voor hun
ideeĂŤn uitwisselen, taakverdeling en
eigen leerproces. Een positieve
tijdsplanning afspreken, meetgege-
ontwikkeling van zelfbeeld, motiva-
vens verzamelen, ordenen, analyse-
tie/leerplezier en zelfregulatie
ren en interpreteren en over hun
kunnen nu hand in hand gaan met
onderzoek verslag uitbrengen10. Het
een verdere vergroting van het
is wel van belang dat alles gebeurt in
eigenaarschap van leerlingen voor
overleg met jou, anders bestaat het
hun leren. Toename van autono-
risico dat je niet meer kunt overzien
mie geeft hen steeds meer zicht op
waar iedereen mee bezig is en dat het
doelen en op leerstrategieĂŤn die
je organisatorisch over de schoenen
werken. De leerlingen ervaren vanuit
loopt.
18
de door hen gekozen contexten en onderzoeksvragen bijvoorbeeld het belang van teamwork en van instrumentele vaardigheden als geletterd-
27
NIEUWSGIERIGHEID EN LEEFTIJD Jonge kinderen zijn ongeremd nieuwsgierig, zoals je kunt opmaken uit hun onderzoekend gedrag en vooral uit die onophoudelijke stroom van vragen waarmee ze ons kunnen overspoelen: Wat is dat? Waarom doe je dat? Hoe moet dat dan?, enzovoort2. Als alles nog nieuw is, is de behoefte groot om alle indrukken die via de zintuigen binnenkomen te duiden.
EIGENHEID JONGE KIND
z’n minst met vragen aan de grote mensen hun nieuws-
Een mooi voorbeeld laat de film Svyato van Victor
gierigheid willen bevredigen. Het zou niet handig zijn
Kossakovsky48 zien. Onbekende zaken worden grondig
het vertrouwen te beschamen dat ze in jou als leerkracht
bekeken en afgetast om de betekenis of bruikbaarheid
stellen, je kunt hun vragen maar beter serieus nemen.
ervan te doorzien, zie het voorbeeld van Jade ontdekt
Dat is ook nog eens uitermate boeiend! Als je op die
haar schaduw . In onderzoekend gedrag en in hun spel
vragen ingaat, geven de kinderen een aardig inkijkje in
zie je ze vaak dingen herhalen alsof ze bevestigd willen
hun eigen manier van denken. Dat hun redeneringen
zien dat hun eerste indruk correct was of om plezier te
dikwijls afwijken van onze volwassen logica, maakt ze
beleven aan een bepaald effect van hun handelingen.
niet minder waardevol. Hun pre-causale denken laat hen
49
intuĂŻtief beseffen en stimuleert hen proefondervindelijk Maar steeds vaker ook ontstaat bij hen de behoefte om
vast te stellen dat de biologische en fysische wereld
meer te ontdekken over dingen waar ze al enigszins
grenzen stelt aan wat ze willen en kunnen doen21. Als je
vertrouwd mee zijn, om hun ervaringswereld uit te
als leerkracht adaptief werken serieus neemt, is het van
breiden, nieuwe indrukken op te doen en er betekenis
belang hen te proberen doorgronden.
aan te verlenen, en om de gevolgen van hun handelen te overzien. Het onbekende roept! Kinderen in de
ALS HET NIEUWE ER VANAF IS
kleuterleeftijd staan erom bekend dat ze ervaringen
Kinderen die al wat ouder zijn en enkele jaren op school
willen delen, actief op onderzoek uit willen gaan of op
zitten, raken geleidelijk vertrouwd met tal van zaken in
28
ONB
HET BETEUGELEN VAN NIEUWSGIERIGHEID REMT DE ONTWIKKELING VAN TALENTEN EN IDENTITEIT
EKE
ND MA AK
T BE M
IN
D
–
W AT IS
DA T?
hun omgeving. De kans neemt af dat dingen hen geheel
het algemeen onderschrijven4. Sterker, ouders en
onbekend voorkomen of voor hen totaal onverwacht
helaas ook onderwijsgevenden vinden de grenzeloze
gebeuren. Met de ervaring groeit hun kennis van de
nieuwsgierigheid die kinderen aan de dag leggen vaak
wereld, de bewustwording van wat er is en van wat er
lastig, ze weten er geen raad mee of vinden dat ze te
gebeurt of zou kunnen gebeuren. Toch is het niet zo dat
weinig aan ‘hun eigen dingen toekomen’… Ze leggen
de natuurlijke nieuwsgierigheid vermindert, enkel door
zo’n kind in kwestie dan beperkingen op; ze remmen
het feit dat die steeds vaker bevredigd wordt naarmate
het verlangen en de drang tot onderzoeken af met
de leeftijd van de kinderen toeneemt. We constateren
opmerkingen als “Daar ben je nog te klein voor”, “Daar
dat ook de leerkracht, het onderwijsaanbod en sociale
hebben we nu geen tijd voor” en waarschuwingen
factoren van invloed zijn als het erom gaat de nieuwsgie-
als “Pas op, niet aankomen”2. Ze lijken soms wel bang
righeid brandend te houden:
dat het kind in zeven sloten tegelijk loopt. Het staat
• Onderzoek toont een positieve correlatie aan tussen
buiten kijf dat het kind daarmee tekort wordt gedaan,
1
een nieuwsgierige houding van de leerkracht en de
het wordt op die manier geremd in het groeien aan
interesse die leerlingen in reactie daarop tonen. Het is
en naar zichzelf: de ontwikkeling van zijn identiteit en
niets nieuws dat volwassenen voor kinderen fungeren
talenten stagneert.
als rolmodel bij het toegeven aan nieuwsgierigheid.
• De overgang naar formele vormen van leren vormt een
Toch slagen zij er niet altijd in invulling te geven aan
duidelijk risico. Het gevaar is groot dat de leerstof uit
die rol ondanks het feit dat ze het belang ervan over
de lesmethoden in toenemende mate leidraad wordt
29
VANUIT EEN ANDERE INVALSHOEK ZIE JE WEER NIEUWE MOGELIJKHEDEN
voor het leren in plaats van de vragen die de ervaringsen belevingswereld bij de leerlingen oproepen. De huidige focus op meetbare leeropbrengsten doet hieraan geen goed. Ook hierin kan de leerkracht een cruciale rol spelen. Zolang die er in slaagt opbrengstgericht onderwijs soepel te verweven met vraaggestuurd onderwijs, is er niks aan de hand. Maar het is geen gemakkelijke opgave ‘dat wat moet’ steeds te koppelen aan de ervaringen, beleving en leerbehoef-
V
30
AC ERW
IN HT
G
O SV
L
in het onderwijs voldoende in de leerlingen te laten geloven dat er voor hen toch weer wat te halen valt, ook al is het betreffende onderwerp al eerder aan de orde geweest. Juist ook als het nieuwe er vanaf is, zijn er mogelijkheden de interesse te laten groeien,
N
DE
RW AT E
RK
IJK
ER
ten van de leerlingen! Lang niet altijd slagen we er
nieuwe ervaringen te koppelen aan herinnerin-
–
gen, verder te kijken dan de eigen neus lang is! Als
O
leerkracht kun je de leerlingen helpen nieuwe luikjes te openen en daarmee de ontvankelijkheid voor leren – nieuwsgierigheid dus – te vergroten of te herstel-
ER IS TOCH NIKS MIS MEE HET OOK WEL EENS MIS TE HEBBEN?
len. Dat lukt vaak als je ze hun vragen laat verfijnen
wen te voeden, hun nieuwsgierigheid regelmatig aan
en uitbreiden , bijvoorbeeld gevolgenonderzoek
te wakkeren en de leerlingen met die combinatie de
(‘Wat gebeurt er als…-vragen’) laat verbreden tot
lol van verdiepend leren te laten ervaren. Uiteindelijk
zogenaamd ‘eerlijk onderzoek’ waarbij ze slechts
vindt iedere leerkracht het prettig leerlingen zover te
één variabele tegelijk veranderen36. Ook kun je hen
krijgen dat ze van de hoed en de rand willen weten…
ondersteuning verlenen bij een meer systematische
Desalniettemin leert de ervaring dat hoogpres-
aanpak van hun onderzoek, waardoor ze de resulta-
teerders in ons land vaak onvoldoende worden
ten gemakkelijker en/of beter kunnen verzamelen
uitgedaagd. Laten we ons realiseren dat we met hoge
en interpreteren en vervolgvragen vaak als vanzelf
verwachtingen en met opdrachten en begeleiding op
25
opkomen. Leerlingen hoeven echt niet hun nieuwsgierigheid te
niveau ook hen vooruit zullen kunnen helpen.
• Naarmate de kinderen ouder worden, nemen de
verliezen, zolang we er maar in slagen het onderwijs-
sociale invloeden toe35. Deze kunnen een stimulans
aanbod voor de leerlingen (opnieuw) betekenisvol te
vormen maar ook averechts werken. Klasgenoten
maken , ervoor kunnen zorgen dat er voldoende aan
helpen normaliter het blikveld van kinderen te verrui-
te beleven is en hen uitdaging blijven bieden. Dat lukt
men zodat nieuwe interesses kunnen ontstaan. Hun
vast beter als je de leerlingen keuzemogelijkheden
nieuwsgierigheid en enthousiasme voor andersoortige
biedt en hen prijst als ze iets moeilijks kiezen. Het is
zaken werken vaak aanstekelijk. Maar een groeiend
de kunst het bewustzijn bij leerlingen te laten groeien
zelfbewustzijn en de omgang met anderen kunnen
dat naarmate ze meer weten, ze zoveel nog niet
ook zorgen voor toenemende onzekerheid: ‘Kan ik die
weten. Het blijft de moeite waard om hun zelfvertrou-
vraag wel stellen of kan ik het beter laten?’ ‘Hoe groot is
46
31
ELE NIEUWSGIERIGHEID D E HO N–
ZI T
DE
BL
O
EM
PR
EC
IES
IN
ELK
AAR?
de kans dat ik er helemaal naast zit?’ Als je geen fouten
GROWTH MINDSET
mag of durft te maken, laat je jezelf liever niet horen.
Samenvattend is het in de midden- en bovenbouw
Leerlingen kunnen bang zijn zich buiten de gebaande
belangrijk te onderkennen welke belemmeringen
paden en eigen comfortzone te begeven, zeker als ze
onderzoekend leren in de weg kunnen staan. Met extra
van nature toch al niet zo ondernemend zijn en niet
aandacht voor nieuwsgierigheid kunnen we vooroor-
overlopen van zelfvertrouwen.
delen (‘Saai want dit hebben we al gehad’), terughou-
Het is ook mogelijk dat oudere kinderen minder van
dendheid of zelfs angst (op basis van eerdere negatieve
zich laten horen doordat ze hun nieuwsgierigheid
ervaringen) en gebrek aan vertrouwen (‘Dit kan ik toch
vaker internaliseren, dus meer voor zichzelf berede-
niet’) wellicht wegnemen. Het is goed ons te realiseren
neren dan zichtbaar op onderzoek uitgaan. Het lijkt
dat juist ook in deze periode kinderen nog moeten leren
dan misschien dat hun nieuwsgierigheid afneemt
uitdagingen aan te gaan (durf en zelfvertrouwen ontwik-
maar dat hoeft volstrekt niet het geval te zijn. Wellicht
kelen), tegenslagen te overwinnen, zich over teleurstel-
kunnen we hen de voordelen in laten zien van het
lingen heen te zetten, kortom een ‘growth mindset’ te
delen van hun gedachten, drijfveren en vragen, van
ontwikkelen en wilskracht en doorzettingsvermogen te
samenspel bij het leren.
kweken. Onze hulp daarbij kunnen ze goed gebruiken5, 6. Hymer en Gershon12 geven hiervoor bruikbare handreikingen. Ze houden hun lezers bijvoorbeeld voor dat je een mislukking (FAIL = First Attempt In Learning) simpelweg zou moeten laten beschouwen als een belangrijke leerervaring.
32
ROL VAN DE LEERKRACHT BIJ HET STIMULEREN VAN NIEUWSGIERIGHEID De sleutelrol van de leerkracht bij het aanmoedigen en voeden van de nieuwsgierigheid heeft hiervoor her en der al aandacht gekregen. In dit hoofdstuk gaan we er nader op in. We zien hoe je als leerkracht ook bij nieuwsgierigheid een voorbeeldfunctie voor de leerlingen hebt en dat je bij de keuze van doelen nieuwsgierigheid als richtingwijzer kunt meenemen. Daarnaast kun je voorwaarden scheppen voor nieuwsgierigheid (zie ook ‘setting the scene’ op bladzijde 20–22 en ‘pedagogisch basisklimaat’ op pagina 26), deze in de keuze van werkwijzen en ook materieel faciliteren en via interventies gaande houden of zelfs versterken. ROLMODEL
zien dat je meeleeft en er ook zelf van geniet als ze op
Voorop staat wat je eigen houding als leerkracht is
onderzoek uitgaan en tot resultaten komen.
ten opzichte van nieuwsgierigheid en welk voorbeeld je geeft. Je bent voor de leerlingen gids en bron van
NIEUWSGIERIGHEID ALS DOEL
inspiratie. Je zou nieuwsgierigheid systematisch moeten
Het is belangrijk (elementen van) nieuwsgierigheid ook
aanmoedigen, faciliteren en helpen richting te geven7, 27.
te zien als doel op zich en niet alleen als middeltje om
Laat je leiden door vragen als: ‘Hoe nieuwsgierig ben je
leerlingen bij de les te houden… Het is van belang dat
zelf en wat straal je uit?’, ‘Hoe maak je in je gedrag voor
de nieuwsgierigheid van de leerlingen zich kan ontwik-
de leerlingen zichtbaar waar jij nieuwsgierig naar bent
kelen. Het bevorderen van eigenaarschap kan daarbij
en hoe je op onderzoek uitgaat?’ en ‘Hoe waardeer je
helpen omdat het de leerlingen meer zicht geeft
hun nieuwsgierigheid en hoe laat je dat blijken?’
op doelen.
De leerlingen zullen gestimuleerd worden als je jezelf hardop afvraagt ‘Wat?’, ‘Waar?’, ‘Hoe?’, ‘Wanneer?’, als ze
Het volstaat niet nieuwsgierigheid alleen maar aan te
zien dat je openstaat voor nieuwe dingen en regelma-
wakkeren. We moeten er een leerzaam vervolg aan zien
tig de gewone gang van zaken weet te doorbreken. En
te geven, zodat het kan bijdragen aan fundamenteel
je invloed op hun onderzoekhouding is positief als ze
leren en daarmee aan een brede persoonlijke ontwikke-
33
HET VOORSTELLING
SVE
ZIE NIEUWSGIERIGHEID OOK ALS DOEL OP ZICH!
RM
OG EN
GE
PR IK
K
EL
D
DO
OR
DE
BLA
CK
BOX
ling. Volgens Kashdan16 is de mate van nieuwsgierigheid
weten dat je de verwachtingen moet waarmaken en
zelfs een betere voorspeller van schoolsucces dan het IQ.
moet doen wat je belooft, anders haken de klanten
Een sterke nieuwsgierigheid komt naar voren in kenmer-
af. Ze zorgen voor een aantrekkelijke verpakking om
ken als doelgerichtheid (initiatief/dadendrang), intensi-
hun producten beter te kunnen verkopen, net zoals in
teit (gedrevenheid), frequentie (vaak vragenstellen en/
het onderwijs goed gekozen werkvormen helpen om
of op onderzoek uitgaan), duurzaamheid (langere tijd
de leerinhouden aan de man te brengen. Een nieuwe
gefascineerd), breedte (brede interesse) en diepte (het
verpakking of werkvorm maakt nieuwsgierig en daarmee
bekende naadje van de kous). Aan elk van deze elemen-
gangbare kost voor velen opnieuw aantrekkelijk. Variatie
ten kan gewerkt worden, bijvoorbeeld door je verwach-
verkoopt, denk bijvoorbeeld aan de steeds weer andere
tingen naar de leerlingen toe expliciet uit te spreken,
toetjes die de zuivelindustrie op de markt brengt en die
bijvoorbeeld ten aanzien van de leerhouding43.
we natuurlijk moeten beproeven‌ De toeristenindustrie zet weer heel andere middelen in. Zij probeert ons te
LEREN VAN RECLAMES
verleiden met gelikte beelden (van klassieke reisgidsen
Ook reclamemakers verstaan de kunst voorwaarden te
tot virtual reality) en met avontuurlijke vooruitzichten.
scheppen voor nieuwsgierigheid en deze te voeden.
De muziek- en filmindustrie probeert ons via teasers
We kunnen veel van hun aanpak leren. Net als in het
warm te laten lopen voor nog uit te brengen producties,
onderwijs werken ze doelgroepgericht. Ze zijn er
het onderwijs kent zijn eigen smaakmakers en energi-
beducht voor knollen voor citroenen te verkopen, ze
zers. Reclames en marketing bieden dus veel inspireren-
34
DE GOUDEN COMBINATIE VAN ‘DRIVE, FUN & FLOW’ IS HAALBAAR
de voorbeelden van werkwijzen en middelen die ook
bijvoorbeeld door handelend leren te faciliteren.
in het onderwijs bruikbaar zijn om nieuwsgierigheid
Dat vergt natuurlijk een grotere inspanning dan
te bevorderen.
wanneer je de methoden klakkeloos volgt43 maar je krijgt er veel voor terug: naast een grotere betrokken-
GAAN VOOR GOUD
heid vast en zeker voor alle partijen ook meer werk-
Onderwijs kan een stuk afwisselender, verrassender en
plezier en bevrediging! De kans is reëel dat de gouden
uitdagender worden als je als leerkracht nieuwsgierig
combinatie van ‘drive, fun en flow’ binnen bereik komt28
bent naar wat de leerlingen bezig houdt, openstaat voor
en dat de leerlingen als resultaat meer grip op hun
hun kennelijke leerbehoeften en erop weet in te spelen.
eigen ontwikkeling en leven krijgen. Zie van de Kamp15
Je kunt dat onder meer doen door het onderwijs – in
voor aanvullende informatie over flow en het verband
overleg met collega’s – slim in samenhang te program-
met nieuwsgierigheid.
meren: in contexten is het leren voor de leerlingen namelijk eerder en meer van betekenis. Het blijft
DE VERBEELDING AAN DE MACHT
daarbij de kunst gouden momenten als verwondering,
Je zou de nieuwsgierigheid van de leerlingen ook
verwarring en nieuwsgierigheid te herkennen en te
gaande kunnen houden door ze te verrassen met
benutten. Neem voldoende tijd en ruimte voor vragen
contra-intuïtieve demonstratieproeven17, dat zijn experi-
en onderzoeksuggesties van leerlingen . Je kunt hen
menten waarvan het resultaat anders uitpakt dan de
helpen richting te geven aan hun nieuwsgierigheid,
meeste leerlingen zullen verwachten zoals het rondslin-
34
35
VERBAZING – JA, HET IS ECHT WAAR, HET WATER BLIJFT IN HET GLAS...
geren van een emmer gevuld met water, het net niet te
omgekeerd ook weer nieuwe vragen opleveren en
overvloedig druppelen van water op een munt, het met
daarmee de nieuwsgierigheid aanwakkeren. Als je
een kartonnetje afdekken van een glas vol water en dit
kinderen in een ontdekhoek observeert, kun je mooi
vervolgens op de kop houden, enzovoort.
volgen hoe de vrije exploratie – hun experimentele dialoog met de beschikbare materialen – behalve
Als je zelf beschikt over voldoende voorstellingsver-
ontdekkingen blijkbaar ook steeds weer nieuwe vragen
mogen, kun je gemakkelijker met de leerlingen het
en onderzoeksmogelijkheden oplevert28, 36. De met
avontuur van het onbekende aangaan. Je kunt je
zorg en doelgericht bijeengebrachte spullen faciliteren
beter indenken wat de leerlingen er in aantrekt, wat ze
de nieuwsgierigheid, met name materialen die zich
spannend vinden en wat ontdekkingen met hen doen.
multi-sensorisch laten verkennen, waar ze vele kanten
Daardoor kun je ze in hun denken, handelen en beleving
mee op kunnen, die ze kunnen manipuleren of die
beter volgen en ondersteunen, je kunt beter beoordelen
onverwachte dingen laten gebeuren27.
of je moet banen of sturen . 39
VRAGEN STIMULEREN ONDERZOEKSVRAGEN CENTRAAL
Het zou mooi zijn als vragen stellen een tweede natuur
Nieuwsgierigheid leidt als vanzelf tot al dan niet
van de leerlingen wordt. Daar kunnen we aan bijdragen
uitgesproken vragen en tot exploratief gedrag. En
door de leerlingen regelmatig gelegenheid te geven
behalve bevredigende resultaten kan dat onderzoek
vragen in te brengen, bijvoorbeeld door ze hun verwon-
37
VERBAZINGWEKKEND
dering, verbazing en twijfels te laten verwoorden. We
het belang en de techniek van doorvragen. Achteraf
kunnen ze bovendien leren hun omgeving (steeds beter)
gaan de leerlingen met elkaar na over welke vragen ze
te bevragen. We bespreken drie van de vele bruikbare
het meest tevreden mogen zijn, bijvoorbeeld omdat
werkvormen: ‘Nieuwsgierig? Ik wil het gewoon weten’,
deze het meeste of de meest interessante informatie
‘straatjutten’ en ‘de observatiekring’.
opleverden.
• Bij ‘Nieuwsgierig? Ik wil het gewoon weten’ neem 18
• Bij ‘straatjutten’29 gaat een groepje leerlingen
je tijdelijk de rol op je van BN-er die tussen twee
gewapend met digitale camera’s naar buiten. In een
optredens door kort de tijd heeft voor een interview.
veilig gebied krijgen ze de tijd om rond te neuzen.
De leerlingen krijgen in groepjes de gelegenheid
Elke leerling neemt uiteindelijk drie foto’s van zaken die
om vragen voor te bereiden. Die mogen gaan over
binnen het gekozen thema bij hem de meeste vragen
het leven in en buiten de schijnwerpers, de voor- en
oproepen, bijvoorbeeld doordat ze zorgen voor
nadelen van beroemd zijn, enzovoort. Natuurlijk
verwondering of verbazing of om andere redenen de
moeten ze zoveel mogelijk informatie zien los te
nieuwsgierigheid prikkelen. Terug op school worden
peuteren die ze daarna in een spraakmakend artikel
de foto’s geüpload. De leerlingen proberen voor
mogen verwerken. Er wordt vooraf besproken welke
zichzelf van elke foto vast te stellen waardoor die plek
soorten vragen veel informatie opleveren, dus onder
precies hun aandacht trok, welke vragen deze bij hen
meer het verschil tussen open en gesloten vragen en
opriep en hoe ze de antwoorden denken te kunnen
38
achterhalen. Uitwisseling kan vervolgens zorgen voor
honden?’) wisselen ze van perspectief en ontdekken
een grotere variatie aan vragen en voor een verbete-
ze steeds meer omdat ze ook zelf op zoek gaan naar
ring van kwaliteit.
vergelijkingsmogelijkheden. Met voorspellingsvragen
Als vooroefening kun je de leerlingen laten kijken
(‘Wat zou er gebeuren als…’) en de discussie daarover
door een diaraampje of een closetrolletje. Die attribu-
krijgt niet alleen de nieuwsgierigheid een impuls maar
ten zijn verderkijker en nabijkijker ineen, ze kunnen
stimuleer je ook de wisselwerking tussen denken en
ze immers zowel gebruiken voor een overzichtsbeeld
doen. Dat laatste versterk je door – nadat de proef op
als om te focussen op een detail.
de som is genomen – terug te koppelen naar de vraag
• Een werkvorm als de observatiekring36 is voor jonge
en de voorspelling: ‘In hoeverre waren de verwachtin-
leerlingen bij uitstek geschikt om onderzoeksvragen te
gen en voorspellingen correct? Wat weten we nu meer
leren stellen. Op basis van een eerste verkenning zullen
dan eerst?’
dat globale waarnemingsvragen zijn, bij een poes of rat bijvoorbeeld gericht op uiterlijke kenmerken of op
VERDER ONDERZOEK
het gedrag van het dier. Door ze te helpen focussen
Naarmate de leerlingen ouder worden zal de behoefte
(‘Wat kun je nog meer aan de kop ontdekken?’)
groeien met de combinatie van denken en doen steeds
gaan ze sterker op details letten en door een enkele
dieper op zaken in te gaan. Andere typen onderzoek
vergelijkingsvraag (‘Wat is er anders of hetzelfde als bij
en de bijbehorende vragen komen binnen bereik. Denk
39
VI
N
G
IN
EE
N
NIE
UW
LICH
T ZIEN
AFSTAND HOUDEN ALS HET KAN, ONDERSTEUNEN WANNEER HET MOET
VRIJE
EXP
LO
E -D IE T RA
O
M
G
E
bijvoorbeeld aan causaal onderzoek (‘Waardoor wordt
SCAFFOLDING
dit veroorzaakt?’), aan relatie beschrijvend onderzoek
In de begeleiding van de leerlingen is het steeds de
(‘Welke verbanden zijn er nog meer tussen objecten,
kunst om goed af te stemmen en te doseren. Hoeveel
gebeurtenissen en verschijnselen?’), aan verifiërend
autonomie en keuzevrijheid is bijvoorbeeld mogelijk bij
onderzoek (‘Is het waar dat…?’) en consumentenonder-
een wankelend zelfbeeld? Het gaat altijd om het vinden
zoek (‘Welke kwaliteiten heeft...’ of ‘Wat is de beste…?’).
van evenwicht tussen ruimte geven en houvast (sturing
Daarnaast kun je de leerlingen ook nog helpen terugblik-
en structuur) bieden. De behoefte of noodzaak kan
ken op het onderzoekproces (‘Waar mag je tevreden
per leerling verschillen6, 37. Volg ze van afstand in hun
over zijn en hoe had je het misschien nog beter kunnen
onderzoekend gedrag. Neem voldoende tijd om in te
aanpakken?’) en verder vooruit te kijken (‘Wat kun je nu
schatten voor wie ondersteuning gewenst is, hoeveel en
verder met deze resultaten en conclusies?’ ’Welke vragen
in welke vorm. Als je vertrouwen hebt in de groeikracht
heb je nog of zijn erbij gekomen?’). Zolang er sprake is
van kinderen, zal het je minder zwaar vallen je aanvanke-
van nieuwsgierigheid staat het brein klaar om alles te
lijk wat meer terughoudend op te stellen. De leerlingen
verwerken en een plaats te geven.
krijgen dan meer de kans aan het nieuwe te wennen en zelf uit te vlooien hoe ze de werkelijkheid het beste kunnen bevragen of hoe ze secundaire bronnen zoals internet effectief kunnen raadplegen. Door ze een tijdje
40
te laten zwemmen, leren ze om te gaan met onzeker-
kunnen leiden tot onmacht, teleurstellingen of verlies
heid en onduidelijkheid én zal het hun ego strelen
aan zelfvertrouwen, het tweede tot verveling of passivi-
als ze zonder jouw hulp tot resultaat komen. Natuur-
teit. Belangrijk is ook dat ze regelmatig vertrouwen,
lijk probeer je lastige hinderpalen zoals afleiding en
aanmoediging en bevestiging krijgen in de vorm van
onzekerheid zoveel als nodig is weg te nemen en door
schouderklopjes en opmerkingen als: ‘Daar kom je vast
een weloverwogen groepsindeling te zorgen voor een
wel uit’, ‘Je zit op de goede weg’ en ‘Ik ben trots op je!’.
ontspannen, coöperatieve werksfeer.
Bedenk hierbij wel dat je voor het gunstig beïnvloeden
Als je de indruk krijgt dat er behoefte is aan ondersteu-
van toekomstig onderzoekgedrag van de leerlingen
ning, laat de leerlingen dan verwoorden wat ze gedaan
in plaats van te gemakkelijk uitgesproken complimen-
en bedacht hebben en welke oplossingsstrategieën ze
ten beter positieve (en kritische) feedback kunt geven
voor ogen hebben. Op basis van hun reactie kun je de
die voortkomt uit een geïnteresseerd volgen van hun
begeleiding beter afstemmen.
leerproces. Benoem dus wat goed is gegaan en laat merken dat je oog hebt voor de inspanning die dat
SAMEN WERKEN AAN VOORUITGANG
heeft gekost. Geef daarnaast aan welke verbeteringen
Je kunt als leerkracht bijdragen aan succeservarin-
mogelijk zijn en coach de leerlingen bij het realiseren
gen van de leerlingen door hen niet te overvragen
daarvan. Zo houden de leerlingen het gevoel dat ze
of onvoldoende uitdaging te bieden. Het eerste zou
vooruitkomen en dat jij hen daarbij tot steun wilt zijn.
41
COMPETENTIES VAN DE LEERKRACHT Om nieuwsgierigheid een belangrijke rol te kunnen laten spelen in zijn onderwijs moet een leerkracht eerst en vooral enthousiast zijn. Met zijn enthousiasme kan hij de leerlingen meenemen in zijn verhaal en op de gezamenlijke oriënterende verkenningsreis in de wereld, dichtbij en verder weg. Hij moet zich realiseren dat het tijd vraagt om in zijn complexe vak te groeien. Zelfvertrouwen en lef nemen toe met de (verdere) ontwikkeling van pedagogisch-didactische en organisatorische vaardigheden. Daarbij kun je denken aan: • kunnen zorgen voor een goed pedagogisch basisklimaat;
• de voorkennis van de leerlingen kunnen activeren en hen hiermee leergierig weten te maken;
• vanuit kennis van leerlijnen mogelijkheden onderkennen voor naastbije ontwikkeling;
• niet alleen de cognitieve maar ook de emotionele component van nieuwsgierigheid bij de leerlingen kunnen triggeren, daarmee nog meer vragen bij hen uitlokken en ze extra motiveren tot leren; hiervoor moet hij zich in leerlingen kunnen verplaatsen, met hen meeleven, hun fascinaties willen delen;
• zelf (professioneel) nieuwsgierig blijven naar wat (nog beter) werkt50;
• oog hebben voor de talenten, leerbehoeften en leerstijlen van leerlingen en daarbij aansluitende activiteiten kunnen kiezen;
42
• mogelijkheden zien van samenhang in het onderwijsaanbod als dat de leerlingen meer kansen biedt op betekenisvol leren; contextualiseren is een aanpak die vaak werkt43;
• creativiteit en lef tonen in het – binnen de vastgestelde leerdoelen – in samenhang herontwerpen en herprogrammeren van onderwijs27, 35;
• het gewone bijzonder kunnen maken, daarvoor ook zelf van perspectief kunnen wisselen en kunnen omdenken;
• beschikken over een breed vakdidactisch repertoire om nieuwsgierigheid te voeden en te kanaliseren;
• planmatig willen werken aan de ontwikkeling van de onderzoekende houding en onderzoekvaardigheden van de leerlingen;
NATUUR EN CULTUURMONUMENTEN: OM HIER EN NU EVEN BIJ STIL TE STAAN
• structureel, op een respectvolle en eerlijke manier
N.B. Leerkrachten zijn nogal eens bevreesd dat er onrust
feedback kunnen geven gericht op verdere ontwikke-
en zelfs ordeproblemen ontstaan als ze leerlingen
lingsmogelijkheden en het onderzoek van leerlingen
onderzoekend laten leren43. Dat kan hen ervan weerhou-
kunnen beoordelen op zowel proces als resultaten;
den een standaardaanpak volgens de methoden los
• kunnen differentiëren en scaffolding in praktijk
te laten. Maar juist daardoor lopen ze het risico in een
kunnen brengen27, 37, d.w.z. uitdagen waar het kan
vicieuze cirkel terecht te komen van eenvormigheid
en ondersteunen waar het nodig is;
– als saai ervaren onderwijs – ongemotiveerde leerlingen
• bijzondere talenten bij leerlingen kunnen herkennen en hen extra uitdaging kunnen bieden ; 37
• flexibel zijn om leerlingen in hun onderzoeksactiviteiten te kunnen faciliteren;
• onderzoekend leren op groepsniveau kunnen
– ordeproblemen: ze creëren op den duur waar ze bang voor waren… Het is verstandig om te kiezen voor de weg van de geleidelijkheid waarbij zowel de leerlingen als zijzelf zich stap voor stap ontwikkelen. Nieuwsgierigheid helpt daarbij!
organiseren en regisseren.
43
SCHOOLORGANISATIE Binnen de schoolorganisatie kan ervoor worden gekozen nieuwsgierigheid topprioriteit te geven. In de schoolgids wordt dit duidelijk naar de ouders gecommuniceerd en op de website van de school levend gehouden. Als het team als professionele leergemeenschap functioneert, kan het ervoor zorgen dat individuele collega’s ook op dit gebied aan elkaar kunnen groeien10, dat hun gezamenlijke slagkracht toeneemt en dat het onderwijs meer aantrekkingskracht en samenhang krijgt. Directie en schoolbestuur kunnen desgewenst bijdragen
• scholing op maat; denk aan wensen en mogelijkheden
aan een cultuuromslag en zorgen voor extra facilitering
op het gebied van Oriëntatie op Jezelf en de Wereld,
in de vorm van
Wetenschap & Techniek (dit moet in 2020 geïntegreerd
• meer vrijheid voor de leerkrachten in het team om zelf
zijn in het curriculum van alle basisscholen) of STE(A)M
te bepalen hoe ze de vastgestelde leerdoelen kunnen
(Science, Technology, Engineering, Arts en Mathema-
behalen en een duidelijke waardering voor initiatieven
tics), thematisch werken, verhalend ontwerpen,
van teamleden op dit terrein35;
mindmappen, onderzoekhouding, cultuureducatie,
• tijd, voor extra voorbereiding en afstemmingsoverleg, eventueel ook bovenschools; tijdwinst kan behaald
datalogging, ontwerpen) en dergelijke;
worden uit een beperking van de administratieve last
• een pool van ouders en wijkbewoners voor gastlessen,
en binnen het team door een duidelijke(r) taakverde-
meer handen in de klas en voor het maken, repareren
ling en prioritering;
• meer ruimte door verlaging van het aantal kinderen
en uitlenen van leermiddelen;
• uitwisseling met andere scholen en samenwerking
per groep, door in het gebouw plaats te maken voor
met instellingen en instanties als de HAN Pabo, Samen
themahoeken en/of ateliers en ontdekplekken en door
Opleiden, het WKRU, KWTG, iXperium, Natuurcentrum
het uitbouwen van de educatieve mogelijkheden van
Arnhem, Kunstbedrijf Arnhem (project Cultuureducatie
de buitenruimte;
Met Kwaliteit), de Bibliotheek Arnhem (themacollecties
• geld voor excursies en extra leermiddelen;
44
digitale ontwikkelingen (programmeren, sensoren en
en leskisten), enzovoort.
MET ELKAAR TIJD EN RUIMTE MAKEN VOOR NIEUWSGIERIGHEID
VOL VERWACHTING – BENIEUWD HOE ROBOT ROBIN REAGEERT
45
KORTE TOELICHTING BIJ DE BIJLAGEN In bijlage A op pagina 52 – 57 is de inhoud van de eerder uitgegeven staalkaart van pedagogisch-didactisch handelen ter bevordering van nieuwsgierigheid20 schematisch weergegeven. In de laatste kolom van dat overzicht is aangegeven hoe de inhoud ervan voorbeeldmatig in deze uitgave verder uitgewerkt is in impulskaarten met concretiseringen voor de onderwijspraktijk. Bijlage B op pagina 58 – 59 geeft overzichtelijk weer hoe deze kaarten voor drie niveaus zijn onderverdeeld. De kaarten voor de middenbouw zijn met aanpassingen vaak ook bruikbaar in onder- en/of bovenbouw. Voor de bovenbouw zijn relatief veel kaarten beschikbaar omdat daar de behoefte aan impulsen voor nieuwsgierigheid het grootst lijkt. Alle kaarten zijn ook te gebruiken via www.samen-opleiden.nl. Via deze site komen bovendien aanvullingen en bijstellingen van het materiaal beschikbaar. Voor nog meer concrete tips en activiteiten om de nieuwsgierigheid van leerlingen te stimuleren tijdens onderzoekend leren, zie 7x Nieuwsgierig33 van het WKRU en beelden uit de basisschoolpraktijk van het Interreg-project Door nieuwsgierigheid leren52.
46
47
BRONNEN
1
Bloem, B. (2016) Breinprofessor Jelle Jolles:
8
Dimensionality, Definitions, and Distinctions from
nieuwsgierigheid!’ In: PrimaOnderwijs.nl, nr. 1, blz.
Interest in Educational Contexts. In: Educ. Psychol.
10-13. Utrecht: EDG Media. Verkregen via https://
Rev. New York: Springer. doi:10.1007/s10648-014-
issuu.com/tkmst/docs/pri u.com/tkmst/docs/primaonderwijscompleetj maonderwijscompleetjan2016 2
3
Boomsma, C. & W. Bosch (2011) ‘Waarom zijn
9294-y 9
Modulate Hippocampus-Dependent Learning
Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.
via the Dopaminergic Circuit’ In: Neuron 84:2,
Boomsma, C. & W. Bosch (2012) ‘Inspelen op
486-494. Elsevier Inc. Verkregen via
ThiemeMeulenhoff.
http://dx.doi.org/10.1 tp://dx.doi.org/10.1016/j.neuron.2014.08 016/j.neuron.2014.08.060 10
International Journal of Early Years Education,
ontwikkeling. Bussum: Coutinho. 11
15:2, 141-159. Verkregen via
In: Primary Science, 128, 5-8. Hatfield (UK): ASE. 12
Primary Maths, Science, Computing and DT DT. London: SAGE Publ. Ltd. 6
Jepma, M. e.a. (2012) ‘Neural mechanisms underlying
Dekker, S. & J. v. Baren-Nawrocka (red.) (2017)
the induction and relief of perceptual curiosity’.
Wetenschappelijke doorbraken de klas in! 6;
In: Frontiers in Bahavioral Neuroscience, Vol. 6,
molecuulbotsingen, stress en taal der zintuigen.
Article 5, pp. 1-9. Verkregen via
Engel, S. (2011) ‘Children’s Need to Know:
http://dx.doi.org/10.3389/fn http://d x.doi.org/10.3389/fnbeh.2012.00005 14
Jolles, J. & M. van Tetering (2015) Wow! Wat is het?
Curiosity in Schools’ In: Harvard Educational Review Review,
Hoe werkt het? In: Didactief Special,, jrg. 45, nr. 6, blz.
81:4, 625-645. Cambridge: Harvard Education
10-11. Meppel: Ten Brink Uitgevers.
Publishing Group.
48
Hymer, B. & M. Gershon (2017) Growth Mindset; pocketboek. Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven.
13
Nijmegen: WKRU. 7
Holligan, B. (2013) ‘Giving children ownership of their science investigations is easier than you might think’.
http://dx.doi.org/10.1080 http: //dx.doi.org/10.1080/09669760701288690
Cross, A. & A. Borthwick (2016) Curious Learners in
Herik, M. van den & A. Schuitema (2016) Een onderzoekende houding; werken aan professionele
Chak, A. (2007) ‘Teachers’and parents conceptions of children’s curiosity and exploration’ In:
5
Gruber, M.J. et al. (2014) ‘States of Curiosity
kinderen nieuwsgierig?’ In: HJK HJK, 39:4, 8-10.
nieuwsgierigheid’ In: HJK HJK, 39:5, 8-10. Amersfoort: 4
Grossnickle, E.M. (2014) Disentangling Curiosity:
‘Leraren treed buiten je comfortzone en prikkel die
15
Kamp, M.T.A. v.d. (2014) Nieuwsgierigheid bevorderen
21
en essentiële vragen. Amsterdam: Expertisecentrum
de wereld van de jonge filosoof’. In: HJK HJK,, 38:1, 4-6.
Kunsttheorie/ILO-UvA. Verkregen via http://www.expertisecentrum-kunsttheorie.nl/cms_ http://www.expertise
Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. 22
data/MTvdKamp_Nieuwsgierigheid_b p_Nieuwsgierigheid_bevorderen_en_
Kashdan, T. (2010) Nieuwsgierig? Utrecht: Unieboek/
www.ofsted.gov.uk/resources/130135 www.ofsted.gov.uk/r esources/130135 23
het natuurkundeonderwijs;; de rol van de docent.
google.nl/books?hl=nl&lr=&id=_tv35w-oc8MC&oi=fgoog
Eindhoven: Technische Universiteit. Verkregen via
righeid&ots=A4FtE3j3hs&sig=Ijy4_0KRPiy righeid&ots=A4FtE3 j3hs&sig=Ijy4_0KRPiyCCTEI6hkweG-
https://pure.tue.nl/ws/fi https://pure.tue.n l/ws/files/46931760/758227-1.pdf les/46931760/758227-1.pdf 24
CfXUY#v=onepage&q&f=false nepage&q&f=false
ThiemeMeulenhoff. 25
ThiemeMeulenhoff. 26
Mackowiak, K., A. Lengning, & C. Trudewind (2014) ‘Welche Bedeuting hat die kindliche Neugier und wie
Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. 27
Reed, H.C. (2017) De hongerige geest;
lässt sich diese unterstützen?’ In: Familienhandbuch.
Nieuwsgierigheid als motor voor het leren.
Verkregen via www.familienhandbuch.de/
Serie ‘Verbreinen’ van Centrum Brein & Leren.
babys-kinder/bildungsbereiche/selbststa babys-kinder/bildun gsbereiche/selbststaendigkeit/ endigkeit/
Amsterdam: Neuropsych Publishers. Verkregen via
WelcheBedeutunghatdiekindliche utunghatdiekindlicheNeugier.php Neugier.php 20
Reed, H. (2017) ‘De nieuwsgierige leerkracht; samen op ontdekkingstocht gaan’. In: HJK HJK, 44:8, 22-24.
Rotterdam: CED-groep. 19
Peeters, M. (2015) ‘Moedig een nieuwsgierige houding aan’ In: JSW JSW,, 99:9, 12-15. Amersfoort:
148, 33-35. Hatfield (UK): ASE. Ligtendag, L. & A. v.d. Pluijm (2017) Startboek Skillis; toekomstgericht leren voor groep 5 t/m 8.
Peeters, M. (2015) ‘Hoe worden leerlingen nieuwsgierig?’ In: JSW JSW,, 99:8, 32-35. Amersfoort:
Kumar, D. (2017) ‘Let’s turn things on their head – teaching counterintuitive sience’. In: Primary Science
18
Ommering, K. van (2013) Nieuwsgierigheid in
Het Spectrum. Verkregen via https://books. nd&pg=PT4&dq=mentale+component+nieuwsg nd&pg=PT4&dq=menta le+component+nieuwsgie-
17
Ofsted (2013) Maintaining curiosity; a survey into science education in schools. Verkregen via
essentiele_vragen_2014.pdf ele_vragen_2014.pdf 16
Nelissen, J. (2010) ‘Nieuwsgierige onderzoekers;
Marell, J. e.a. (2016) Een staalkaart van pedagogisch-
www.hersenenenleren.nl 28
Reed, H.C. (2017) Hands-on leren;; Leren doe je met
didactisch handelen ter bevordering van
je lichaam. Serie ‘Verbreinen’ van Centrum Brein
nieuwsgierigheid. Nijmegen: Interreg. nieuwsgierigheid
& Leren. Amsterdam: Neuropsych Publishers. enenenleren.nl Verkregen via www.hersenenenleren.nl
49
29
Simons, R.-J. & S. Verdonschot (2016) ‘Nieuwsgierig
36
actieve, onderzoekende houding’, hoofdstuk 6
37
uit: Mensenorganisaties, 24 evoluties onder de loep.
onderwijzen. Bussum: Coutinho.
www.kessels-smit.com/ ww.kessels-smit.com/nl/nieuwsgierig-zijn nl/nieuwsgierig-zijn
38
Veltenaar, R. (2017), zie www.veltenaar.nl.
Smith, K. (2012) How to be an explorer of the world; world
39
Velthorst e.a. (2011) ‘Onderzoekend leren: de nieuwsgierigheid voorbij’. In: Tijdschrift voor
een draagbaar museum. Houten - Antwerpen:
Lerarenopleiders, 32:3, 32-38. Eindhoven: VELON.
Unieboek / Het Spectrum. 31
Spektor-Levy, O. , Y. Kesner Baruch & Z.
40
Vorst, R. van der (2007) Nieuwsgierigheid; hoe we elke
41
Vos, E. (2016) Educatief repertoire voor een
dag worden verleid. Amsterdam: Nieuw Amsterdam.
Mevarech (2013) ‘Science and Scientific Curiosity in Pre-school—The teacher’s point of view’. In: International Journal of Science Education,
onderzoekende houding in het basisonderwijs; met
35:13, 2226-2253. Verkregen via
uitwerkingen voor kunst- en cultuuronderwijs.
http://dx.doi.org/10.1080/09 http://d x.doi.org/10.1080/09500693.2011.631608 x.doi.org/10.1080/09 32
Stevens, L. (2014) Pedagogisch (basis)klimaat. (basis)klimaat
Rotterdam: Bureau Educatief Ontwerpen. 42
http://wij-leren.nl/pedago /wij-leren.nl/pedagogisch/wij-leren.nl/pedago gischVerkregen via http:/
Stoffels-Engering, A. & S. Dekker (2017)
Cascade. 43
Pabo. Deventer: Tech your Future / Saxion. Verkregen
de nieuwsgierigheid van leerlingen te stimuleren.
l/publicaties/literatuur/2017_zee_ via www.fi.uu.nl/publicaties/litera
Stokhof, H. e.a. (2016) Eigen leervragen in mindmaps In: JSW, 101:4, 18-21. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.
35
Trouw, A., S. Dekker & J. Jolles (2014) Nieuwsgierigheid, een basis in de school? Amsterdam: Vrije Universiteit, Centrum Brein & Leren.
50
Zee, S. van der (2017) Whitepaper De onderzoekende
7x Nieuwsgierig; een reeks korte activiteiten om
whitepaper_onderzoekende_p whitep aper_onderzoekende_pabos.pdf abos.pdf
Nijmegen: WKRU. 34
Wilhelm, K. (2017) ‘Koester uw nieuwsgierigheid’. In: Eos Psyche & Brein, 02-2017, 20-24. Antwerpen:
basisklimaat.php basisklimaat.p hp 33
Veenker, H. e.a. (2017) Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool; een dynamische visie op leren en
Zaltbommel: Uitgeverij Thema. Verkregen via 30
Vaan, E. de & J. Marell (2016) Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Bussum: Coutinho.
zijn; van een passieve, volgende houding naar een
44
www.breinplein.nl is het platform van het Centrum www.breinp
Brein & Leren van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
45
www.ideeentoestel.nl biedt lesmateriaal voor het
stimuleren van nieuwsgierigheid en creatief denken bij kinderen. Zie ook http://creatiefdenkeninonderwijs. nl/algemeen/doorkijkjes-naar-nieuwsgierigheid 46
www.youtube.com/watch?v=ccXhDLl0f8w over
Verwondering, nieuwsgierigheid en onderzoek doen. 47
www.youtube.com/watch?v=g9j40kHc44Y Bas Haring
over Verbazing en Nieuwsgierigheid. 48
www.youtube.com/watch?v=0khOjGywKb8 film
49
www.youtube.com/watch?v=tUn2INPtfzM) videoclip
50
www.kessels-smit.nl/nl/nl/1416 geeft 10 manieren
Svyato van Victor Kossakovsky. Jade ontdekt haar schaduw. om je eigen nieuwsgierigheid te vergroten. 51
https://educatiefrepertoire.com/ biedt ‘een schatkist
52
www.wetenschapdeklasin.nl biedt onder meer
met inspirerende vondsten voor cultuuronderwijs’. inspirerende filmpjes van praktische situaties waarin kinderen ‘Door nieuwsgierigheid leren’.
51
Ze worden als het ware opmerkzame, geïnspireerde wetenschappers/ onderzoekers doordat ze:
Ze gaan zich herbezinnen 1 even in verwarring zijn / kampen met een cognitief conflict (nieuwe ervaringen of informatiegegevens en/of met nieuwe ogen sporen niet met wat ze al dachten te weten, ‘het kijken, niet alles blijkt immers vanzelfsprekend. schuurt’; Hoe zit het nu echt?).
B Je maakt het gewone voor hen bijzonder door er een ‘natuurmoNUment’ van te maken, dus er nadrukkelijk bij stil te staan.
C Je verstoort enigszins hun verwachtingen of wereldbeeld.
MB Veren en vleugels
2 naar iets wat het oog (nog) niet ziet (loep, binoculair, telescoop / versnelde of vertraagde weergave).
MB Uit de lappenmand en in de mode BB Wie smelt er voor chocola? BB Speelgoed van toen BB Wie ben ik?
6 naar wie iets heeft gemaakt of hoe iets is gemaakt (uitvinders, hun producten en werkwijzen). 7 naar wat de ander weet. 8 naar iemand die het weet.
MB Vlot en gedreven aan de gang
OB Schaduwen MB Ontwikkelingscyclus insecten BB Zeepvliezen voor gevorderden
MB Praten over of met bomen
5 naar iets wat ze niet (meer) precies weten (Hoe zat het ook alweer?).
verbaasd of verwonderd raken over gebeurtenissen, verschijnselen of dingen, over situaties of personen (‘Hé, wat gek…’, ‘Hoe zit dat?’; ‘Hoe kan dat nou?’, ‘Zou dat ook van invloed kunnen zijn?’; ‘Hoe krijgt die dat nou voor elkaar?’, ‘Hoe komt die daar nou bij?’). Ze zien nieuwe mogelijkheden, nieuwe perspectieven om naar de wereld te kijken.
BB Uilenballen
4 naar iets wat gebeurd is (bijv. crime scene investigation).
3 naar iets wat komen gaat (Wat gaat er gebeuren? Voorspellen!)
BB Black box OB Groenten en fruit
IMPULSKAARTEN PER ONTWIKKELINGSNIVEAU
MAKEN
LEERLINGEN NIEUWSGIERIG
1 naar iets wat verborgen is (bijv. black box).
Ze proberen ‘geheimen’ te ontsluieren of ze worden als het ware schatzoekers die benieuwd zijn:
WAT DAT LOSMAAKT BIJ DE LEERLINGEN
A Je prikkelt de nieuwsgierigheid en wekt verwachtingen en interesse door iets voor ze achter te houden en/of met geheimzinnigheid te omgeven.
INSTEEK VAN DE LEERKRACHT
Een staalkaart van pedagogischdidactisch handelen ter bevordering van nieuwsgierigheid
BIJLAGE A 1/3
52
53
De vragende houding en nieuwsgierigheid van jou als leraar (rolmodel!) werken als extra stimulans.
G Je toont je eigen nieuwsgierigheid en deelt je eigen vragen met hen.
Laat zien dat je openstaat voor nieuwe ervaringen. Persoonlijke ervaringen en vragen die deze bij jou oproepen zijn voor de leerlingen vaak ook boeiend. Wees er duidelijk over dat je er met een mogelijke verklaring ook wel eens naast zou kunnen zitten.
Als ze zich door de sfeer 1 die onderscheid kunnen maken tussen opzoekvragen, in de klas voldoende op navraagvragen en operationele vragen (te onderzoehun gemak en vrij voelen, ken aan de werkelijkheid). worden ze vragenstellers en antwoordzoekers … 2 die zelf of samen met anderen weten waar en hoe op zoek te gaan.
3 door zelf enthousiasme uit te stralen.
Ze komen tot onderzoek 1 doordat je ze eerst van veilige afstand laat toekijken, als ze voldoende tijd en hen later zo mogelijk uitnodigt tot hanteren en krijgen om te wennen manipuleren. en aan vertrouwen te 2 door niet te forceren maar begrip te tonen (‘Ik snap winnen … dat best…’) en een open houding aan te nemen: niets moet, alles kan…
4 onbekende dingen die oneindig aantrekkelijk lijken (avontuur).
Ze gaan op zoek naar 1 dingen die onverwacht gebeuren (verrassing; schijnavontuur en ontdekkinbaar toeval), een proef met een spectaculair effect of gen. Ze worden verwachgewone zaken die hen plotseling opvallen. tingsvolle speurneuzen/ 2 het zoeken naar verklaringen voor intrigerende onderzoekers, die echt verschijnselen, dingen of situaties die voor hen willen begrijpen en zich betekenis hebben maar die ze nog nét niet begrijpen alert, vol initiatief en (kennishiaat in zone van naaste ontwikkeling kan een opmerkzaam focussen uitdaging vormen). op of zich opgetogen overgeven aan … 3 onbekende dingen die ze op eigen kracht kunnen uitpluizen.
2 aan het twijfelen worden gebracht (bijvoorbeeld door geruchten of door verschillende opvattingen of suggesties van anderen).
De informatiekloof moet wel niet te groot zijn; het geeft plezier / werkt bevredigend als ze eruit komen!
F Je legt hen een interessante vraag voor of je geeft ze voldoende ruimte om zelf vragen te stellen.
E Je probeert eventuele angst voor het onbekende weg te nemen.
D Je zorgt voor een uitnodigende leeromgeving met voldoende, liefst multi-sensorische exploratiemogelijkheden.
Ze raken ontvankelijk voor nieuwe inzichten omdat ze...
BB Veiligheidsrisico’s
BB zie A1b Operationele vragen herkennen
MB Observatiekring rat
OB Op je gevoel
MB Zeepbellen en zeepvliezen OB Open en dicht
MB Spiegels
OB Sneeuw en ijs
MB Conceptcartoons (zie ook A2b Een intrigerend voorwerp)
A Je waardeert de nieuwsgierigheid van de leerlingen en laat ze ervaren wat deze hen kan brengen …
INSTEEK VAN DE LEERKRACHT
3 door niet meteen pasklare antwoorden te geven zolang er kans is dat ze die zelf kunnen vinden.
(zie ook A1 Black box)
MB Kleur geven aan het leven b De leerlingen ervaren dat ontdekkingen als het ware cadeautjes zijn die ze zelf mogen en kunnen uitpakken!
MB Een intrigerend voorwerp (zie ook C2 Conceptcartoon)
a Enig uitstel (‘Neen, dat verklap ik (nog) niet…’) wakkert de nieuwsgierigheid van de leerlingen vaak zelfs aan.
b Tijdens een gedachtewisseling komen verschillende denkbeelden naar voren. Dit stimuleert de leerlingen nog sterker te willen uitzoeken hoe het precies zit. Hetzelfde geldt voor een voorspellend gesprek.
zie A1b Operationele vragen herkennen
BB Het weer
e dat voor verschillende soorten onderzoek ook uiteenlopende onderzoeksstrategieën van belang zijn zoals waarnemen, meten, uitproberen (trial-and-error), manipuleren, experimenteren, bevragen. 2 door vragen van a Zorg voor een vragenmuur waarop de leerlingen leerlingen minstens zo hun vragen altijd kwijt kunnen; regelmatig bekijk je sterk te waarderen als met hen welke vragen (het meest) nader onderzoek hun antwoorden. verdienen en hoe ze tot antwoorden kunnen komen.
BB Eigen operationele vragen
MB Operationele vragen indelen
MB Operationele vragen herkennen
OB Vragenwiel en dergelijke (zie ook E1 Observatiekring Rat)
IMPULSKAARTEN PER ONTWIKKELINGSNIVEAU
HOUDEN
LEERLINGEN NIEUWSGIERIG
d zelf operationele vragen te formuleren en niet-onderzoekbare vragen om te vormen tot onderzoekbare.
a de kwaliteit van hun vragen te beoordelen en op den 1 doordat je hen leert duur te verbeteren. hun nieuwsgierigheid te ‘vertalen’ in richtinggevende onderzoeks- b operationele vragen als zodanig te herkennen. vragen. Je leert hen: c onderzoekbare vragen in te delen naar hun aard (soort van onderzoek).
WAT DIT VOOR DE LEERLINGEN EN/OF DE LEERKRACHT BETEKENT
Een staalkaart van pedagogischdidactisch handelen ter bevordering van nieuwsgierigheid
BIJLAGE A 2/3
54
55
B Je voorkomt dat het de leerlingen teveel wordt
MB Stuiteren
MB Ontdekhoek magnetisme
e ondersteuning bij een gestructureerde verslaglegging van onderzoeksresultaten: een goede basis ook voor nieuwe vragen en nader onderzoek. f scaffolding, dus op het individu afgestemde begeleiding (evenwicht tussen houvast en uitdaging; ondersteuning op verzoek; tipje van de sluier; extra hulpmiddelen of hulptroepen achter de hand), OF door slimme groepsindeling op basis van verschil in en combinaties van talenten OF door andere ‘veiligheidskleppen’ en handvatten.
d een informatiekaart die context biedt (voor de antwoordzoekers).
c een ‘kompas’ dat de globale richting aangeeft (voor de spoorzoekers), dus dwalen voorkomt en helpt te focussen.
b een zorgvuldig uitgestippeld pad (voor de schatzoekers; geen recepten!) MB Ontdektafel geluid en gehoor
BB Weermeetinstrumenten (in combinatie met A1e)
a vooraf inoefenen van benodigde (onderzoeks-) vaardigheden.
2 doordat je houvast biedt in de vorm van:
MB Leven met een beperking
MB Aan de rol
OB Schelpen sorteren en herkennen MB Ieder is anders bijzonder
BB Samen op de redactie
c Het is stimulerend voor hen om aandacht en schouderklopjes te krijgen.
b Het is voor de leerlingen prettig om teruggebracht te worden op een kansrijk spoor als de onderzoeksactiviteiten dreigen te verzanden.
a Voor de leerlingen is het belangrijk om zich competent te voelen, dus succeservaringen op te kunnen doen, zaken te ontdekken en te doorzien, met trots terug te kunnen kijken op wat ze ontdekt hebben. Het is bevorderlijk voor het zelfvertrouwen en draagt bij aan een positief zelfbeeld.
1 door in de klas te a het waarderen van elke en ieders inbreng. zorgen voor een vertrouwde en veilige b vertrouwen dat je de leerlingen schenkt in het welslagen van hun onderzoeksactiviteiten (bevordering setting die naar voren autonomie). komt in:
Deel in de vreugde en opwinding van de leerlingen als ze resultaten boeken en betrek ook de ouders erbij.
4 door te laten ervaren dat nieuwsgierigheid loont en ook jouw waardering/beloning verdient!
C Je voorkomt dat het de leerlingen te weinig doet …
INSTEEK VAN DE LEERKRACHT
f aanmoedigen door bevestiging of schouderklopjes geven (‘Lukt het?’ ‘Het gaat goed, hè?’ ‘Knap werk!’).
e ruimte maken voor activiteiten die leerlingen persoonlijk als betekenisvol ervaren.
d mee op onderzoek gaan en laten merken dat je er ook zelf lol in hebt.
c zorgen voor voldoende belevingswaarde, je mee laten nemen in de geestdrift van de leerlingen en hun ontdekkingen als nieuw meebeleven.
b de activiteiten een speels karakter te geven.
2 door ze van tijd tot tijd a regelmatig met iets nieuws komen, verrassingen andere extra impulsen (Wauw!) inbouwen of verwachtingen wekken. te geven zoals:
d informatie om op een andere manier of ergens anders te zoeken (zijsporen).
1 door ze steeds wat a informatie als aanleiding om te zoeken (het gewone nieuwe informatie te wordt bijzonder). geven en daarmee hun opmerkzaamheid b informatie als aanwijzing om verder te zoeken (hint, niet meer!). te vergroten en hen van nieuwsgierig tot c informatie als aanwijzing om meer gericht of leergierig te maken: nauwkeuriger te zoeken.
WAT DIT VOOR DE LEERLINGEN EN/OF DE LEERKRACHT BETEKENT
Een staalkaart van pedagogischdidactisch handelen ter bevordering van nieuwsgierigheid
BIJLAGE A 3/3
56
BB Dankzij de zon (zie ook A6 Wie smelt er voor chocola?)
OB Kabouterpad MB Aardewandeling
MB Verrassingsdoos
zie B2f Ontdekhoek magnetisme
BB Fenologische kalender
zie B2c Ontdektafel geluid en gehoor zie E1 Observatiekring rat
IMPULSKAARTEN PER ONTWIKKELINGSNIVEAU
HOUDEN
LEERLINGEN NIEUWSGIERIG
57
f te laten uitdenken (nieuwsgierig worden naar de uitwerking van hun handelen).
BB Kettingreacties (zie ook C1 Vlot en gedreven])
MB Knikkerbaan BB Lichaamsverzorging OB Torens bouwen
d te laten samenstellen (nieuwsgierig raken naar hoe het zal worden).
e te laten ontwerpen (nieuwsgierig raken naar wat het zal worden).
OB Tinkeren MB Van wentelwiek tot valtuigen
BB Wat was er voor de ‌
BB Hellingbaan
c te laten uitproberen (nieuwsgierig worden naar wat je ermee kunt doen).
3 door ze uit te nodigen a te laten voorspellen (nieuwsgierig worden naar het actief deel te nemen, effect / resultaat / uitkomst). bijvoorbeeld door b een aandeel te laten leveren (nieuwsgierig raken naar hen: het verloop en inbreng van anderen).
g bevorderen van heen-en-weer denken, dus terugkoppelen naar de vraagstelling en eventuele voorspellingen.
LEERLINGEN NIEUWSGIERIG
BIJLAGE B OVERZICHT IMPULSKAARTEN
ONDERBOUW
MAKEN
MIDDENBOUW
BOVENBOUW
A1
Groenten en fruit
A2
Veren en vleugels
A1
Black box
B
Schaduwen
A5
Praten over of met bomen
A4
Uilenballen
D1
Sneeuw en ijs
A6
Uit de lappenmand en in de mode
A6
Wie smelt er voor chocola?
D3
Open en dicht
B
Ontwikkelingscyclus insecten
A7
Speelgoed van toen
D4
Op je gevoel
C1
Vlot en gedreven aan de gang
A8
Wie ben ik?
C2
Conceptcartoons
B
Zeepvliezen voor gevorderden
D2
Spiegels
F 2
Veiligheidsrisico’s
D3
Zeepbellen en zeepvliezen
E 1
Observatiekring rat
58
LEERLINGEN NIEUWSGIERIG
HOUDEN
ONDERBOUW
MIDDENBOUW
BOVENBOUW
A 1 a Vragenwiel en dergelijke
A 1 b Operationele vragen herkennen
A 1 d Eigen operationele vragen
A 4 a Schelpen sorteren en herkennen
A 1 c Operationele vragen indelen
A 1 e Het weer
C 2 c Kabouterpad
A 2 b Een intrigerend voorwerp
A 4 a Ieder is anders bijzonder
C 3 c Tinkeren
A 3 b Kleur geven aan het leven
B 1 b Samen op de redactie
C 3 d Torens bouwen
A 4 b Aan de rol
B 2 a Weermeetinstrumenten
B 1 a Leven met een beperking
C 1 c Fenologische kalender
B 2 c Ontdektafel geluid en gehoor
C 2 f Dankzij de zon
B 2 e Stuiteren
C 2 g Hellingbaan
B 2 f Ontdekhoek magnetisme
C 3 b Wat was er voor de‌
C 2 a Verrassingsdoos
C 3 d Lichaamsverzorging
C 2 c Aardewandeling
C 3 f Kettingreacties
C 3 c Van wentelwiek tot valtuigen C 3 d Knikkerbaan
59
VE AC RW HT
G
I
N
&
VE
RT
RO
UW
HET EN – Z E I T E O MO
E DO
N