Wesley Meuris
Annie Gentils
Inleiding
In verschillende projecten werk ik rond de geconstrueerde context van tentoonstellingsobjecten. Ik werp een blik op de architectuur en de infrastructuur van instituten die artefacten en allerlei kunst gerelateerde voorwerpen tentoonstellen, archiveren, conserveren en instrumentaliseren. Ik kan me niet ontdoen van het voelbare en zichtbare spanningsveld tussen enerzijds het wetenschappelijke beleid en anderzijds de visueel prikkelende presentatie; tussen de collectie als erfgoed en het verlangen naar vernieuwing, tussen politieke coördinatie en artistieke vrijheid en tussen economische input en publieke return, enz… Daar waar de verschillende motieven en strategieën elkaar snijden, krijg je een interessante complexiteit, een moment waar elke gestuurde perceptie mogelijks afbuigt. Doelstellingen en strategieën lopen plots niet meer gelijk met de beoogde vormgeving, architectuur of tentoonstellingsstructuur.
The World’s Most Important Artists (2009)
Je kan het werk ’The World’s Most Important Artists’ zien als een ‘fictief’ archief waar je met specifieke criteria op zoek gaat naar een item binnen de kunst. Toch blijf je als toeschouwer bewegen in de periferie van het archief: je krijgt geen toegang tot de ware inhoud. Het is het verlangen om de meest interessante of bekendste kunstenaar te kunnen opvragen. Toch blijft je dwalen in een zoektocht naar criteria. Uiteindelijk kan je wel binnen in het fysieke archief en word je naar de uitgekozen lade geleid, maar ben je niet in de mogelijkheid om de lade te openen. In die zin ligt dit project nog steeds erg dicht bij het onderzoek van de dierenkooien, die een publiek dirigeren om op een bepaalde manier naar een object te kunnen kijken. Er is natuurlijk een soort voyeurisme dat erbij komt kijken: de drang om objecten te gaan analyseren of observeren vanuit een comfortabele en geconstrueerde context.
Foundation for Exhibiting Art & Knowledge (2012)
Het project ‘Foundation for Exhiting Art and Knowledge’ (FEAK), gaat zelfs nog verder. Via het boek krijg je een overzicht van allerlei studies, activiteiten en manifestaties die door het gelijknamige instituut georganiseerd worden. Je ziet diverse tentoonstellingsmodellen: formules die ogenschijnlijk consequent gestipuleerd zijn, maar niet verifieerbaar zijn. Het is me meer te doen om de diverse methodes te behandelen en minder om de specifieke casussen. In wezen is FEAK een verzameling van herkenbare en minder herkenbare mechanismen.
FEAK is opgebouwd uit deze mechanismen die ontleend worden aan bestaande instituten. Toch worden ze niet louter gekopieerd. Ik beschrijf ze als digitale collages, waar bestaande beelden, structuren, vormgeving en tekst worden samengebracht in een geconstrueerde hypothese. Bij een eerste lezing lijken de beelden nauw aan te leunen bij bestaande voorbeelden, maar toch zijn het geen replica’s.
FEAK ‘s mogelijke kritische dimensie schuilt niet in het kraken van tentoonstellingsmodellen en het is ook niet de bedoeling om het institutionele mechanisme onderuit te halen . Het is veeleer een verlangen om er vat op te krijgen, en de slaagkans is tevens ondergeschikt aan het verlangen. Mijn intentie is om de sterk geïnstrumenteerde blik te onthullen.
Annie GentilsInstallaties die je met een vraagteken achterlaten
Veel van mijn werk lijkt om leegte te gaan, maar het gaat me niet om die leegte, wel om die context. Vandaar dat bijvoorbeeld de kooien, de archieven en het instituut over betekenisdragers gaan: ze mediëren tussen het object/data en hoe het gepresenteerd wordt. Mijn architecturen en sculpturen onderhandelen eigenlijk met die manier van lezen. Die werken liggen inderdaad soms heel dicht bij een realiteit, maar dat is de manier hoe ik te werk ga: het analyseren van een omgeving of een architectuur.
Ik probeer die structuur te ontrafelen, alsook de economische en strategische componenten. Ik neem parameters op en steek die terug in een werk. Daardoor krijg je een scherpe analyse van de werkelijkheid, al is het geen werkelijkheid
Cage for Pelodiscus sinesisNocturnal cage for Australian night animals
2006
The incredible nightlife in the tropical forest
2007
Einde jaren ‘70 en begin jaren ‘80 heb ik in de Warande en het ICC gewerkt als cultuurfunctionaris. Het ICC werd toen gesloten onder dwang. Toen besloot ik zelf een kunstruimte op te starten, omdat er toen niets bestond waar jonge kunstenaars van mijn generatie hun werk konden tonen. Met mijn toenmalige vriend huurden we voor een prikje een grote ruimte in de oude Antwerpse haven.Ik had dat meegemaakt als kind: Yves Klein, Manzoni e.a. kwamen bij ons op bezoek. Dat was spannend en die energie wou ik verder zetten. Wij zijn altijd een voorloper geweest, denk maar aan de New Beat en techno die hier zijn ontstaan, die zin voor avant-garde op literair, muzikaal en picturaal vlak, zit in onze genen. Ik heb kunst dus met de paplepel meegekregen (Annie is de dochter van Vic Gentils, red).
Ik heb ook nooit betreden paden willen bewandelen en dat is nog altijd zo. Ik voel aan of iemand met interessante dingen bezig is en niet met flauwekul. Ik had toen ik mijn galerie begon, een grote verering voor Michelangelo Pistoletto, dus bracht ik hem hier. Idem voor kunstbeurzen: ik breng jonge kunstenaars op internationale beurzen die nog niet te zien zijn op de internationale markt. We krijgen bijna altijd enthousiaste reacties in het buitenland omdat mensen iets anders te zien krijgen en bovendien werk van hoge kwaliteit en integriteit. In oktober jl. toonden we werk van Danny Devos (Antwerpse performance kunstenaar) op FIAC -Parijs. De stand en DDV zijn daar op blogs en internet herhaaldelijk besproken.. In 2005 werd de galerij met Wesley Meuris uitgenodigd voor Project Rooms op Arco Madrid.
AG: Wesley en ik zijn beginnen samenwerken in 2000. Ik herinner me dat ik foto’s zag van zijn parketsculptuur in het Zoniënwoud, tezamen met mini - parketten. We organiseerden Wesley’s eerste solo tentoonstelling in de winter van 2002 – 2003. Wesley toonde de indrukwekkende zwembadsculptuur samen met tekeningen van onmogelijke zwembaden. Willy Vandenbussche heeft dat werk nog aangekocht voor MuZee. Hij had foto’s gezien op Arco Madrid van dat werk en was onmiddellijk enthousiast. Willy was toch samen met Jan Hoet van de generatie curatoren die mee waren met de avant-garde generaties en heel enthousiast meegingen in hun verhaal. Flor Bex had en heeft dat ook. Toen we dus naar Arco Madrid gingen, was er van de grote kooien-sculpturen nog geen sprake, ik wist dus niet wat Wesley van plan was...
WM: Ik heb Annie moeten overtuigen met een klein schetske (lacht). Het gaat natuurlijk over vertrouwen, want voor Annie was het een hele investering. Het is ook niet zo dat mijn werk als zoete broodjes verkocht. Ik zat toen nog op het HISK - Hoger Instituut Beeldende Kunst - en zij hebben mij ook geholpen om dat project te realiseren. Soms moet je samen durven springen.
Het jaar daarop (2006) werd ik door Project Arco Madrid uitgenodigd met ‘Glass Works’ van Kris Vleeschouwer, ook een groot succes op de beurs. Het werk is toen tentoongesteld in Palais de Tokyo (Parijs) en verkocht aan een grote privé collectie in Tasmanië. Wat bewijst dat je met goed werk van onbekende kunstenaars de belangstelling van een internationaal publiek kunt opwekken.
AG: De materiebeheersing en de filosofie of het concept die aan de basis van een werk liggen. Dat is moeilijk uit te leggen. Ik denk dat goede kunst een sterke zelfstandige uitstraling heeft waarmee ik in communicatie ga en waar ik een fysieke interactie mee heb, net zoals je naar goede muziek luistert. Het is opwindend en ongrijpbaar terzelfdertijd. Goede kunst is ook geworteld in de kunstgeschiedenis en tegelijkertijd gaat het over geografische- en tijdsgrenzen heen.
WM: Ik denk dat Annie in eerste instantie niet denkt aan de kunstenaar achter het werk, maar het werk kiest en dan de kunstenaar terdege wil leren kennen. Het gaat uiteindelijk over samenwerking. Er komt heel wat communicatie en vertrouwen bij kijken.
Je weet samen welke context een werk nodig heeft om het op die manier te beschermen. In die zin is het wel belangrijk dat je weet dat je samen op dezelfde golflengte zit.
AG: Wat ik zo fantastisch vind aan mijn beroep, zijn de interessante gesprekken die ik met de kunstenaars heb waarmee ik samenwerk. Het zijn voor mij de belangrijkste ervaringen in mijn leven. Het is heel opwindend om het ontstaan van nieuw werk mee te maken, om prachtige tentoonstellingen te maken in de galerij of mooie samenstellingen op beurzen te ontwerpen en om de evolutie van iemands werk mee te maken. De kunstwerken verkopen aan verzamelaars maakt daar deel van uit. Het maakt mij blij als het werk een plaats vindt bij verzamelaars of musea die het enthousiasme over het werk delen.
Swiming pool 2004
King waldo’s castle journey to the imaginary kingdom of pleasure
2008
Debriss III 2020