Rapport Media Innovation

Page 1

Media Innovation Rapport


Voorwoord Voor u ligt het dossier ‘Media innovatie Online Student Experience’. Deze innovatie is bedacht in het kader van de opleiding AD Crossmediale communicatie op Hogeschool Inholland te Diemen. Dit onderzoek is uitgevoerd in de achtste periode van het tweede leerjaar van de bovengenoemde studie. Dit dossier is geschreven door vier studenten van de opleiding AD Crossmediale Communicatie. Samen hebben wij de innovatie voor dit project bedacht. Het vooronderzoek en de uitwerking van deze media innovatie was complex. Na veel brainstormsessies en voor onderzoek zijn we tot een concreet idee gekomen. Tijdens dit proces stonden onze projectleiders Mark en Mariken altijd voor ons klaar. Naast het geven van feedback hebben ze vaak met ons meegedacht. We willen dan ook graag de coaches bedanken voor de goede begeleiding en ondersteuning tijdens dit proces. Ook willen wij alle respondenten bedanken die mee hebben gewerkt. Wij wensen u veel leesplezier toe.

Colofon 6 juni 2017 AD2A Media Innovation Mark Jacobs Het nieuwe leren Daan de Sain Carine Koelewijn David van der Poel Lisa van Dorp 2

539352 567842 573789 568422 3


Managementsamenvatting In dit rapport is een media innovatieplan voor Online Student Experience uitgewerkt. In Nederland worden de kosten die de regering heeft door het aantal stoppende studenten tijdens hun studie zo’n 7 miljard euro. De potentiele studenten hebben moeite om in een keer de goede keuze te maken. Volgens Nu.nl telt Nederland steeds meer hoger opgeleiden. De trends binnen de digitalisering en technologie blijven ook rijzende, wat aanverwante trends zoals ‘het Nieuwe leren’ kruist. De combinatie van de online aanwezigheid van de doelgroep van hogescholen en universiteiten en het feit dat deze doelgroep nog steeds groeit (volkskrant.nl) maakt de strijd om studenten (werving) competitiever. Online Student Experience is een tool voor potentiele studenten. Ze krijgen de kans om door middel van virtuele technologie een kijkje te nemen in de school en opleiding waar ze interesse voor hebben. Er wordt, net als op Funda, 360 graden beeld laten zien waar door de student virtueel door de gehele school en omgeving kan lopen om te kijken of zit een plek is waar hij of zij zich thuis kan gaan voelen. Ook is er mogelijkheid om deel te nemen aan lessen van de opleiding waar ze interesse in hebben om zo te kijken hoe het er in werkelijkheid aan toe gaan. Dit alles is door middel van een open dag namelijk moeilijk in te schatten. Op deze manier kan een student, onafhankelijk van plaats en tijd, mee lopen en zelfs, door middel van multiplechoice vragen, mee doen met de lessen. Dit geeft de student een stukje extra kennis wat goed van pas komt bij het maken van een weloverwogen keuze. Zo kan de student met meer zelfvertrouwen aan de studie beginnen. Voor de afnemersgroep Hogescholen en Universiteiten is deze tool een extra mogelijkheid om studenten te werven.

4

De interne analyse laat ook zien dat deze innovatie o.a. weinig geld kost, weinig middelen, en een betrouwbaar en realistisch beeld biedt voor de potentiele student. Een bedreiging kan zijn dat dit nog niet bestaande product wel op een juiste manier moet gelanceerd worden om ook de doelgroep te bereiken. De externe analyse is gemaakt door middel van een DESTEP. De hoofdzaken die hier naar voren komen tonen aan dat er een enorm aantal aan potentiele studenten is in Nederland, de kosten die de overheid maakt voor een student, het gebruik van media bij jongeren, de technologische ontwikkelingen op gebied van virtual reality, de groei van de MVOtrend en de wijzigingen in het politieke beleid over studiefinanciering. Om het verdienmodel en de kosten in kaart te brengen is er een offerte aangevraagd bij MKB web developer en de Clipjesfabriek. Het verdienmodel is gebaseerd op jaarlijkse licentiekosten wie betaald worden om Online Student Experience te gebruiken. De prijsindicaties vindt u in het dossier. De lancering van Online Student Experience is het inzetten van content markering. Deze lanceren we bij de afnemersgroep. De informatie van de content is relevant en tonen de opbrengsten aan. Er wordt ook geïnvesteerd in Google Search.

5


Inhoudsopgave H1. Trends en ontwikkelingen

08

H2. Interne & externe analyse

10

H3 Conceptontwikkeling

12

H4 Businessplan

18

H5 Visualisatie

24

H6 Lanceringsstrategie

22

Literatuurlijst 28 Bijlage 33

6

7


H1. Trends & ontwikkeling Het nieuwe leren De trend welke is onderzocht in dit dossier is het Nieuwe Leren. Het Nieuwe Leren is een verzamelwoord voor allerlei initiatieven in het onderwijs om het leren van mensen te veranderen en vanzelfsprekend te verbeteren. Het Nieuwe Leren bevindt zich nog in een experimenteerfase en het noemen van één definitie is tot op heden nog onmogelijk. (Aalst, H. & Kok, J., z.d.) Het nieuwe leren Zoals hierboven beschreven is het geven van een definitie te mager om Het Nieuwe Leren te omschrijven. Het Nieuwe Leren is een filosofie waarbij actief onderwijs wordt gegeven vanuit een vraag, probleem of competentie. Het Nieuwe Leren zet zich af tegen het ‘aanbodonderwijs’ waarbij de docent de informatie overbrengt naar de studenten en scholieren. Het Nieuwe Leren is voor een groot deel gebaseerd op stromingen binnen de leerpsychologie. Binnen de leerpsychologie wordt de leerling beschouwd als iemand die actief kennis en inzicht vergaart via interactie met haar omgeving. (Aalst, H. & Kok, J., z.d.) (meesterschap.wordpress.com, z.d.) Het Nieuwe Leren laat haar eigen studenten en scholieren zoeken naar informatie en oplossingen. Subjectieve kennis; metacognitieve vaardigheden (leren leren) om het eigen leerproces te reguleren. De leraar is geen eenrichtingsverkeer meer van informatie maar dient als een coach of begeleider in het proces. (Aalst, H. & Kok, J., z.d.)

8

Waar komt het vandaan? Volgens van Aalst & Kok (z.d.) is Het Nieuwe Leren een gevolg van een aantal ontwikkelingen. (1) De zachte en informele kennis die mensen opdoen door ervaringen, welke moeilijk in woorden is uit te, wordt meer gewaardeerd; (2) een toenemende onzekerheid en vertrouwen in het politieke systeem vormt een bron van ‘weerstandsgroepen’. Hierdoor gaan burgers zich afzetten tegen traditionele nationale instellingen; (3) ook de leraar heeft niet alle kennis in pacht met de komst van nieuwe media die ervoor zorgen dat informatie en opvattingen via beeld en geluid overal en altijd beschikbaar zijn. (Aalst, H. & Kok, J., z.d.) Tools Het Nieuwe Leren wordt ondersteund door een aantal ‘tools’. Deze tools worden gebruikt om het onderwijs en de kennis beter over te brengen. Één van deze tools is het gebruiken van MOOC’s (Massive Online Open Course) waarbij iedereen, met een internetverbinding, kennis zou kunnen delen. Met deze Cloudachtige platformen creëer je persoonlijke leeromgevingen. Het digitaal leren wordt ook wel e-learning genoemd. E-learning is zelfgestuurd of gestuurd leren door middel van ICT (met name internettechnologie).

1.1 Probleemdefinitie Het maken van de juiste studiekeuze blijkt voor veel scholieren lastig te zijn. Onderwijsinspectie toont aan dat bijna de helft van de studenten in Nederland een verkeerde studie kiest. De kosten die dit voor de maatschappij oplevert zijn geschat zo’n 7 miljard euro per jaar. (Wagner, 2014)

Er wordt ieder jaar meer technologie geïntegreerd in het onderwijs. Zo wordt er gebruik gemaakt van verschillende platformen waar leerstof en kennis wordt gedeeld. Scholieren leren computer skills en het draait meer om gepersonaliseerd leren. Ook wordt de technologie ingezet om plagiaat tegen te gaan en documenten op te slaan.

Het is voor studenten lastig om van tevoren in te schatten of een opleiding daadwerkelijk bij diegene past. Iedere hogeschool en universiteit organiseert open dagen waarbij ze uitleg proberen te geven over wat de opleiding inhoud, maar in praktijk kan het heel anders uitpakken.

In de bijlage staan een aantal voorbeelden van de allernieuwste ontwikkelingen die momenteel gebruikt worden op het gebied ‘Het nieuwe leren’ aan de hand van trends die er spelen. State of the Art ontwikkelingen zijn tijdsgebonden en zijn niet perse uitgewerkte prototypes. Nieuwe ideeën of concepten worden ook onder State of the Art geplaatst. (Peeters, 2016)

Dit probleem is vervelend voor studenten. Het kost het tijd en geld. Ook voor de scholen is het lastig om zich voor te bereiden. Bijvoorbeeld het docenten team. Van tevoren moet er een team met genoeg docenten klaarstaan. Maar wanneer de klassen krimpen naar mate het studiejaar vordert, zijn sommige docenten overbodig. Dit is een van de problemen waar hogescholen als universiteiten tegen aanlopen. 1.2 Trend onderzoek Door middel van onderzoek zijn er verschillende trends geformuleerd die betrekking hebben tot ‘Het nieuwe leren’. Deze trends zijn onderverdeeld in trendpiramides en in de bijlage weergegeven. 1.3 State of the Art Waar liggen er kansen om te innoveren en hoever is de branche al geïnnoveerd? Er is gekeken naar de staat van ontwikkeling op het gebied van ‘Het nieuwe leren’.

Wat is ‘State of the Art’? Volgens de website van van Dale betekend ‘State of the Art’; hypermodern, uiterst geavanceerd. (vandale.nl, z.d.) ‘State of the Art’ vertaalt naar het Nederlands is ‘het nieuwste van het nieuwste’. Hiermee wordt bedoeld dat het een weergave is van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van technologie en kennis. (encycle.nl, z.d.) Trendpiramides Om te kijken welke State of the Art ontwikkelingen plaatsvinden binnen de trend Het Nieuwe Leren zijn de bevindingen van de State of the Art ontwikkelingen gedaan op basis van de trendpiramides. In de bijlage zijn de bevinden te vinden.

Een combinatie van digitaal leren en het ‘ouderwets’ contactonderwijs wordt blended learning genoemd. Enkel het inzetten van digitale middelen tijdens contactonderwijs is onvoldoende om het blended learning te noemen. (Cappelle, J. van, 2015)

9


Opportunities Geeft scholen de mogelijkheid om een groter publiek te bereiken die anders niet snel op een open dag zal langskomen vanwege bijv. de afstand Kan crossmediaal worden ingezet

H2. Interne & Externe analyse 2.1 Interne analyse Bij een interne analyse wordt gekeken naar het eigen bedrijf en de sterktes en zwaktes van het bedrijf. Om dit te onderzoeken is gebruik gemaakt van een SWOT analyse. Omdat Digital Natives Agency (hierna DNA) een beginnend bedrijf is, is het niet mogelijk inzicht te krijgen in alle onderdelen welke zijn gesteld aan een interne analyse. De missie en visie zijn uiteengezet op wat DNA zou willen uitstralen. 2.1.1 Beschrijving van de organisatie Hier volgt een beschrijving van Digital Native Agency als organisatie. Missie & visie Een visie is een toekomstbeeld op de markt. Een kort en krachtig geformuleerd beeld van markt over een tijdsbestek van vijf tot tien jaar. Het vraagen aanbodontwikkeling in de markt staat hierbij centraal. (Riezebos & van der Grinten, 2015, pp. 33) Visie van DNA Ons team wil met ieder hun eigen opvattingen en meningen innovatieve producten/diensten ontwikkelen op het gebied van media. De literatuur zegt het volgende over een missie: ‘Een missie is een zelfopgelegde doelstelling voor de zelfde periode van vijf tot tien jaar. Een pakkende beschrijving waarop de organisatie denkt haar

10

doelen te realiseren binnen de kaders van de visie.’. (Riezebos & van der Grinten, 2015, pp. 33) Missie van DNA Door het kijken naar trends uit de geschiedenis en dankzij een helder toekomstbeeld door middel van trendwatchen is het aan DNA om een bruikbaar product/dienst af te leveren aan de snelle wereld van nu. Waar liggen valkuilen, problemen of mist men iets? Vanuit dit oogpunt gaat DNA aan de slag. 2.1.2 SWOT analyse De SWOT analyse of sterkte zwakte analyse is een management instrument om de huidige stand van zaken inzichtelijk te maken. Het helpt je Marktkansen (Opportunities) en Bedreigingen (Threats) te identificeren en maakt Sterke (Strengths) en Zwakke punten (Weaknesses) inzichtelijk. (Ondernemingsplangids.nl, z.d.) Strengths Kost relatief weinig geld Weinig middelen voor nodig Kan op elk moment van de dag bekeken worden Potentiële student krijgt een betrouwbaar en realistisch beeld van de Hogeschool Weaknesses Hoe mooi je het online ook maakt, je kan de fysieke sfeer van een school en de stad waarin de school zich bevind niet optimaal proeven via een online medium Geen face to face contact tussen potentiële student en docent. Afhankelijk van internetverbinding.

Threats Het is een nog niet bestaand product dus moet het eerst onder de aandacht van jongeren worden gebracht, anders kunnen en zullen ze er ook geen gebruik van maken. Kans bestaat dat universiteiten en hogescholen op deze manier hun school mooier proberen te maken dan dat het in werkelijkheid is. 2.2 Externe analyse Met de DESTEP-analyse worden de macroomgevingsvariabelen waarop een onderneming geen directe invloed uitoefent, bijvoorbeeld vergrijzing van de samenleving in Nederland, geanalyseerd. Een onderneming kan deze factoren niet veranderen, maar er wel effectief op inspelen door het strategisch beleid hierop af te stemmen. (Eeltans, 2017)

Wat is studiefinanciering? Dit is een bijdrage die de overheid doet in je studiekosten en kosten voor levensonderhoud tijdens je studie. De studiefinanciering bestaat uit een aantal delen: * De basisbeurs * De aanvullende beurs * De rentedragende lening * Het studentenreisproduct (OV-studentenkaart) * Het collegegeldkrediet. Per 1 september 2015 gaan er een aantal belangrijke dingen veranderen binnen de studiefinanciering (Eerste Kamer der Staten Generaal, 2015) door de intrede van het leenstelsel; zie daarvoor het hoofdstuk politiek-juridisch.

Demografisch Inwoners In Nederland woonden in 2015 in totaal 16 900 726 mensen (CBS, 2017). Op dit moment zijn er in Nederland 2 084 673 inwoners tussen de 15 en 25 jaar oud (CBS, 2017). Hiervan zijn er zo’n 198 000 scholieren op het voortgezet onderwijs doen in het schooljaar 2015/2016 examen (CBS, 2016) en zijn er 246 576 studenten die aan het MBO op niveau 4 studeren (s-bb, 2016). Ongeveer veertig procent van de studenten met een mbo-4 diploma, stroomt al dan niet direct door naar het hbo (MBO RAAD, 2017). Potentiële hbo’ers die in het jaar 2015/2016 op het voortgezet onderwijs examen doet (CBS, 2017): Havo 54268 leerlingen VWO 35828 leerlingen Economisch Een groot deel van de opleiding betaalt de overheid. Daarnaast betaalt de student zelf collegegeld of lesgeld. Een jaar studeren aan een universiteit of hogeschool kost €1.984 (Wijzer in geldzaken, z.j.).

11


Interview 2 Naam respondent: Functie:

Dhr. F Numan Decaan voortgezet onderwijs

Conclusie Dhr. F. Numan stuurt zijn scholieren aan om informatie te zoeken. Hij verstrekt informatie die hem wordt aangeboden door Hogescholen en andere decanen tijdens symposiums. De informatie welke kan worden geconcludeerd uit het interview met de decaan is dat veel scholieren zoekende zijn en er, naar de mening van de decaan, weinig middelen zijn om op jonge leeftijd een definitieve keuze te kunnen maken.

H3. Conceptontwikkeling In dit hoofdstuk staan onderdelen welke aan bod zijn gekomen bij het ontwikkelen van het uiteindelijke concept. 3.1 Interviews Om meer inzicht te krijgen in hoe de doelgroep staat in de probleemstelling heeft ieder teamlid een persoon uit de doelgroep geïnterviewd. Alle respondenten zitten ze in de situatie waar in hij/zij een vervolgopleiding moet kiezen. Er is een kwantitatief interview uitgevoerd waarbij de topiclist gebaseerd was op het achterhalen van de manier van oriënteren van de respondent. Hieronder staan per interview de conclusies. In de bijlage staan de transcripten uitgewerkt. Interview 1 Naam respondent: Jennifer Uitenhout Leeftijd: 17 Niveau: VWO (6) Conclusie Jennifer heeft ongeveer alle mogelijkheden om je te oriënteren voor een studie gebruikt. Ze hier is twee jaar mee bezig geweest. Ze vond het lastig om een keuze te maken omdat ze over meer dingen enthousiast was. Wanneer Jennifer via internet een opleiding zag wat haar leuk leek ging ze naar een open dag om informatie op te doen. Wanneer ze na de open dag nog steeds enthousiast was ging ze een dag mee lopen om te ervaren hoe de opleiding echt is. Na een meeloop dag kon ze voor haar gevoel pas echt een keuze maken wat wel/ niet bij haar paste. Zo is ze in Leiden een dag meegelopen, maar is ze na deze dag meteen afgehaakt. Het was toch niet wat ze verwachtte. Uiteindelijk heeft ze gekozen voor een brede opleiding die qua reistijd haalbaar was en waar ze na een open dag, een meeloop dag en een matching dag nog steeds een goed gevoel bij had. De opleiding die ze gaat doen is Liberal Arts Sciences aan de Universiteit in Utrecht.

12

Interview 3 Naam repondent: Leeftijd: Niveau:

Femke Onbekend 3e jaars MBO 4

Conclusie De respondent is een MBO scholier welke al een keuze heeft gemaakt voor haar vervolgopleiding. Alleen de opleidingsinstelling was hier nog niet bekend. Zij heeft zich goed verdiept door deel te nemen aan diverse evenementen, georganiseerd door de opleidingen zelf. De keuze voor een opleiding ligt aan reistijd en kosten aan de opleidingsinstelling. Persoonlijke aandacht was voor deze respondent zeer belangrijk. Een meeloopdag was voor deze respondent een belangrijke dag omdat zij hierdoor een goed beeld kreeg van de opleiding. De open dag vond zij niet waarheidsgetrouw en stoorde zich daaraan. Interview 4 Naam repondent: Leeftijd: Niveau:

Hannah 16 jaar 5 HAVO

Conclusie Deze respondent heeft zich, door middel van eigen interesses, georiënteerd voor een vervolgopleiding. Zij geeft niet de voorkeur aan open dagen en heeft bewust een meeloopdag aangevraagd bij een opleiding. Ze vind de meeloopdagen meer waarheidsgetrouw. Zij denkt een goed beeld te hebben van de opleiding na het deelnemen aan een meeloopdag. Hoewel ze zegt zich goed te kunnen voorstellen wat haar te wachten staat heeft ze wel een aantal vragen omtrent de inhoud van een opleiding op het HBO. Ze geeft aan dat ze onzeker is over de lessen aangezien ze met de meeloopdag maar een kleine selectie aan lessen heeft gevolgd. Zij ziet dit graag anders. Door de meeloopdag weet ze hoe de Hogeschool eruit ziet. Een kleine school spreekt haar meer aan. Ze geeft aan nog geen andere open dagen of meeloopdagen te hebben bezocht.

13


3.2 Brainstorm Om tot een goede media innovatie te komen is er een brainstorm gemaakt, welke terug te vinden is in de bijlage. Deze ideeen zijn gebaseerd op het eerdere trendonderzoek. 3.2.1 Concepten Na de brainstorm sessie zijn er vijf concepten uitgewerkt om goed onder de loep te nemen. Hieruit kwam namelijk de definitieve media innovatie. De vijf concepten hebben allemaal een go gekregen. De concepten, samen met de schetsen zijn in de bijlage terug te lezen. 3.2.2 Feedback Na een feedbackronde, gehouden tijdens een van de bijeenkomsten, is er feedback verzameld om de gemaakte concepten scherper uit te werken. Hiervoor zijn feedbackformulieren gebruikt welke terug te vinden zijn in de bijlage. 3.2.3 Definitief concept Virtuele meeloopdagen IDEA Meeloopdagen en open dagen op hogescholen en open dagen zijn bedoeld om geïnteresseerden een idee te geven van hoe de school of universiteit in kwestie eruit ziet, hoe deze werkt en te werk gaat en of deze bij hen zou passen. Meeloopdagen zijn vaak een ‘rompslomp’ om te regelen en geven niet altijd een helder, kloppend of compleet beeld van wat een potentiele student mag verwachten binnen de studie waarin hij of zij meeloopt. Ook is er vaak bij scholen en universiteiten een kwestie van een ‘open dagen seizoen’; een korte periode waarin alle scholen open dagen organiseren – vaak voorafgaand aan een periode van inschrijvingen. Het kan dan voorkomen dat een datum niet uit komt voor iemand om een open dag te bezoeken, of dat iemand op een ander moment dan binnen dit seizoen is geïnteresseerd in een school of universiteit. Een oplossing hiervoor kan simpel zijn; een virtuele meeloopdag. Het maken van een 360 graden filmpje om het exterieur en interieur van een universiteit en/of hogeschool te leren kennen (denk aan google maps streetview) kost vandaag de dag relatief weinig tijd/middelen en kan in principe online elk moment van de dag bekeken worden. Ook worden op veel scholen hoor (en of werk) colleges audiovisueel opgenomen. Ook wanneer dit niet het geval is, kan dit vrij simpel worden gedaan. Het resultaat is dan dat iemand de sfeer binnen een school kan proeven en een idee kan krijgen van hoe lesstof wordt behandeld en hoe lessen eraan toe gaan. Ook zouden hiervoor speciale opnames kunnen worden gemaakt zodat iemand bijvoorbeeld echt deel kan nemen aan een college door middel van het beantwoorden van vragen die hierin worden gesteld (Denk dan aan een scherm wat bevriest en een optie van 4 multiple choice antwoorden). Ook zou wanneer de virtuele meeloopdagen via een sociaal online platform worden aangeboden, eventuele vragen ook nog vooraf of Live kunnen worden beantwoord door studenten van de desbetreffende school.

14

WHY Data van open dagen komen niet altijd uit, meeloopdagen zijn niet altijd accuraat en/of potentiele studenten voelen zich niet op hun gemak hier deel aan te nemen. WHO Potentiele studenten aan Hoge scholen en/of universiteiten. WHEN Zodra de desbetreffende film onderdelen zijn geschoten. Al het materiaal kan binnen een maand klaar voor gebruik zijn. HOW Een online omgeving a la google maps streetview om ‘het terrein’ binnen en rondom een school te leren kennen met daarnaast online te vinden films van hoor en werkcolleges die functioneren als meeloopdag. 3.3 Javelin Board Het Javelin Experiment Board helpt (startende) bedrijven met de focus op de juiste markt en doelgroep voor jouw product of dienst. Deze tool helpt je om het consumentenprobleem in kaart te brengen zodat jouw product of dienst hier een, zo passend mogelijke oplossing voor biedt. (Javelin.com, z.d.) Hoe werkt het? De basis voor een Javelin Experiment Board is het vormen van een hypothese. De hypothese is het creëren van een idee welke makkelijk kan worden getest. De reden voor een hypothese is dat vaak ideeën te complex zijn om ze te testen. De hypothese is onderverdeeld in drie categorieën: - doelgroep - probleem - oplossing 3.3.1 Javelin Board Online Student Experience Het Javelin Experiment Board wordt aan de hand van onze eigen media innovatie verder toegelicht. Ieder lid van Digital Natives Agency heeft een Javelin Board ingevuld met zijn of haar eigen gekozen doelgroep. Elke doelgroep heeft zo haar eigen aannames die zijn getest bij de doelgroep zelf. De Javelin boarden, met de uitkomsten zijn te vinden in de bijlage. De uitkomsten zijn gepresenteerd door middel van een tabel waaruit geconcludeerd kan worden dat sommige aannames wel/niet zijn verworpen. Elke doelgroep heeft vijf aannames getest bij de doelgroep.

15


3.4 Business Model Canvas Het Business Model Canvas is ontworpen voor ondernemers. Aan de hand van dit model kan een starter zijn bedrijfsaspecten overzichtelijk en visueel in kaart brengen. Dit gebeurt aan de hand van bouwstenen. Negen stuks. Deze laten je nadenken over de organisatie, het verdienmodel, de klanten, relaties en leveranciers. Dit geeft inzicht in alle essentiële onderdelen voor een bedrijf. (Ikgastarten.nl, z.d.)

De waarde die deze innovatie bied is het feit dat men op elk moment, plaats onafhankelijk, een kijkje nemen op de opleiding naar keuze. De doelgroep krijgt door het gebruik van Virtual Reality technologie een transmedia ervaring.

Key Activities Big data > marketingdoeleinden voor hogescholen Werven van klanten > campagnes?

Hogescholen en universiteiten kunnen investering op korte termijn om studenten te trekken. Dit levert geld op voor langer termijn.

Key partners -Google (maps) -Marketingbedrijven in dienst van hogescholen?

Owned: Eigen website

16

De waarde die deze innovatie bied is het feit dat men op elk moment, plaats onafhankelijk, een kijkje nemen op de opleiding naar keuze. De doelgroep krijgt door het gebruik van Virtual Reality technologie een transmedia ervaring.

Hogescholen > websites Dit kan doorgroeien tot alle digitale platformen zoals smartphone. Toekomst > VR bril. (touchpoints) Business 2 Business Website om product te promoten + meer info

Hogescholen en universiteiten kunnen investering op korte termijn om studenten te trekken. Dit levert geld op voor langer termijn. F. Key partners (web) developers Acteurs Google maps Video technici

Licenties

Hieronder staat het model beschreven vanuit DNA met het oog op ‘Online Student Experience’. Een foto van het uitgewerkte model is te vinden in de bijlage.

De doelgroep voor ‘Online Student Experience’ zijn over het algemeen examenkandidaten die zich aan het oriënteren zijn voor een nieuwe opleiding op het HBO. Deze innovatie is in principe voor iedere potentiele student geschikt, maar denk vooral aan de scholieren die zich extra willen oriënteren, de twijfelaars, en de ‘luie’ mensen. Als subdoelgroep denken we aan de ouders. Deze willen vaak ook graag weten waar hun kind terecht komt.

Verzamelen van informatie via big data om oriënterende scholier persoonlijk mogelijk aan te spreken. Je hebt alles in eigen handen > je kunt zelf lopen etc. Geen voorgeschreven weg.

Inkomsten + ervaring Hogescholen zijn instaat om het platform zelf vorm te geven om onderscheidend te blijven. Data verzamelen om in te zetten voor marketingdoeleinden.

17


H4. Businessplan 4.1 Concept Virtuele meeloopdagen en open dagen: ‘Online Student Experience’. In het voorgaande hoofdstuk (H3: Conceptontwikkeling) is het concept in zijn geheel uitgelegd. Binnen dit hoofdstuk wordt alleen nog een opsomming gedaan waarom dit concept ROI ofwel Relevant, origineel en impactvol is. Het concept en haar probleemoplossend vermogen in een notendop. ROI Relevant: Volgens Nu.nl telt Nederland steeds meer hoger opgeleiden. In 2012 was 28 procent van de Nederlanders tussen 15 en 65 jaar hoogopgeleid. Dat is zes procent hoger dan in 2003. De trends binnen de digitalisering en technologie blijven ook rijzende, wat aanverwante trends zoals ‘het Nieuwe leren’ kruist. De combinatie van de online aanwezigheid van de doelgroep van hogescholen en universiteiten en het feit dat deze doelgroep nog steeds groeit (volkskrant. nl) maakt de strijd om studenten (werving) competitiever en een online tool als de OSE meer dan relevant. Origineel: OSE is in deze vorm nog nergens in gebruik voor zover vindbaar. Er is geen onderwijsinstelling ter wereld die een ‘meeloop dag’ of ‘open dag’ op deze manier online aanbiedt. Aan de hand van de definitie beschrijving van het woord origineel van de website van Van Dale; ori·gi·neel (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1 oorspronkelijk, onvervalst 2 uit iem. zelf voortkomend, niet van iem. anders afgekeken, kan er worden gesproken van originaliteit.

18

Impactvol: De OSE is meer dan impactvol op beide haar doelgroep, haar afnemers, en de maatschappij als geheel. Waar hogescholen extra (online) werving methodes goed kunnen gebruiken met het oog op de groei van hoger opgeleiden en daar voorafgaand studenten, is het voor de (potentiele) studenten een perfect middel om op een moment wanneer het hen uitkomt een beter beeld te vormen van de opleiding en hogeschool in kwestie. Een beter beeld van een hogeschool en de opleidingen die deze aanbiedt zou dan kunnen leiden tot een afname in het percentage afhakers van een hogeschool. OSE zou indirect ook kunnen leiden tot minder kosten voor de regering en dus de maatschappij. De Nationale denktank heeft in 2014 de kosten die de regering maakt door studenten die stoppen met studeren op 7 miljard euro geschat. Wanneer het percentage afhakers zou afnemen zouden deze kosten ook afnamen wat positief is voor de maatschappij als geheel.

4.2 Waarde vanuit de doelgroep De waarde vanuit de doelgroep is deels zoals hierboven in de voorgaande paragraaf vermeldde Relevantie, Originaliteit en Impact vast te stellen. Daarnaast kan die waarde vanuit de Javelin interviews worden vastgesteld.

advies naar hun kind(eren) en of de besluitvorming. Ook is het niet gebruikelijk of mogelijk dat een ouder deelneemt aan een klassieke meeloopdag. De OSE biedt hierin een unieke ervaring die gewoonlijk voor hen niet mogelijk zou zijn.

Javelin interviews De (meer)waarde van het concept voor de doelgroep is (gedeeltelijk) tijdens de Javelin interviews geverifieerd. Wanneer een voorgeschotelde aanname door de geïnterviewde werd beaamt kon er dan worden vastgesteld dat de OSE waarde kan bijdragen in het ‘oplossen’ van de aanname wanneer deze negatief was. Andersom zou het een positieve aanname kunnen bewijzen of versterken.

‘Ouders/verzorgers wil dat zijn/haar kind zich op zijn gemak voelt.’ / ‘Ouders/verzorger hecht waarde aan aanwezige faciliteiten.’ Deze twee aannames stonden binnen antwoorden in de interviews vaak in verband met elkaar. Ouders gaven aan dat zij willen dat hun kind(eren) zich op zijn gemak voelt en dat dit vaak van de aanwezige faciliteiten zou afhangen. Wanneer deze goed zouden zijn (denk hier aan een goed uitgeruste kantine met lange openingstijden en genoeg studieruimtes etc.) gaven zijn aan te denken dat hun kind(eren) zich automatisch ook op hun gemak zouden gaan voelen.

De aannames die tijdens de interviews het meest erkend en beaamt werden worden hieronder toegelicht. ‘Studenten denken aan de hand van de website van de school en verhalen over de school al een duidelijk genoeg beeld te hebben om te kiezen voor een school; scheelt reistijd.’ Studenten gaven aan de combinatie van de website van de school en verhalen over de school al een goede basis te vinden voor het vormen van een mening over de onderwijsinstelling, haar faciliteiten en de opleidingen die zij aanbiedt. De nood om een open dag te volgen of een dag mee te lopen voelden zij dan ook niet echt.

De functie die de OSE met zich meebrengt - het kunnen ‘rondlopen’ door de school en het omliggende terrein en het bekijken van haar faciliteiten van achter een computer, smartphone of tablet, sluit hier perfect op aan. Een ouder of kind kan dit aspect van de school perfect beoordelen en ervaren zonder dat zij hiervoor naar de school zouden moeten. De voorkeur voor een bepaalde onderwijsinstelling zou hierdoor makkelijk kunnen worden versterkt. De volledig uitgewerkte Javelin interviews kunnen in de bijlagen worden gevonden.

Potentiele studenten geven aan de website van een onderwijsinstelling te bezoeken (en/of bestuderen) tijdens het vormen van een beeld van deze – het aanbieden van de OSE zou daarin kunnen bijdragen aan een correcte beeldvorming terwijl de drempel, het fysieke afreizen naar de school in kwestie, wordt verwijderd. ‘Ouders/verzorger is opzoek naar meer informatie om definitieve studiekeuze te maken.’ Het vormen van een beeld van een onderwijsinstelling is ook voor ouders/verzorgers (vaak) erg belangrijk. Hoe meer informatie er over een school online beschikbaar is des te beter, wanneer deze positief is uiteraard. De OSE geeft dan extra informatie die ouders/verzorgers kunnen gebruiken binnen het oriëntatie proces en kan doorslaggevend zijn in het doen van een

19


4.3 Afnemers Afnemersgroepen De (potentiele) afnemersgroep van het te implementeren product, de OSE, bestaat uit Hogescholen en universiteiten binnen Nederland. Daarbij kan je denken aan bijvoorbeeld Hogeschool InHolland en de Universiteit van Amsterdam. Deze afnemersgroep bestaat uit 37 Hogescholen (vereniginghogescholen.nl) en 17 universiteiten (studielink.nl). Afnemersbehoeften Doordat het eerder in dit hoofdstuk genoemde ‘Student body’ nog steeds groeiende is en de concurrentie onder Hogescholen en universiteiten blijft toenemen neemt de behoefte naar middelen waarmee een hogeschool of universiteit extra studenten ook toe. Ook onderscheid een school zich door de OSE in gebruik te nemen. 4.5 Haalbaarheid De haalbaarheid van het ‘op de markt brengen’ van het OSE en het succes wat zij zou moeten ondervinden kan beter in kaart worden gebracht door middel van het vijf krachten model van Porter. Hoewel niet alle vijf krachten in even grote mate aanwezig zijn of invloed uitoefenen in de bedrijfstak waarin het product zou worden verkocht, worden zij hier allen onder doorgelopen.

Concurrenten De OSE is een unieke originele media innovatie. Er is daarom nog geen sprake van bestaande concurrentie in dezelfde vorm. Zoals sceptici van de trend online shoppen zeggen dat de behoefte naar fysieke winkels altijd zou blijven bestaan alleen in een andere vorm (Business.com), is de OSE ook geen vervanging van een reguliere open dag of meeloopdag. Deze zullen (waarschijnlijk) ook altijd blijven bestaan zolang fysieke onderwijsinstellingen zullen bestaan. Omdat de OSE als aanvulling moet worden gezien en niet als substituut kan er niet worden gesproken van concurrentie met een fysieke open dag. Substituten Substituten bestaan al in de vorm van de eerder genoemde fysieke open dagen en meeloopdagen. In een gek toekomstscenario waarin fysieke educatie niet meer bestaat en men alleen nog maar online studeert zou de OSE in de vorm waarin zij in dit dossier wordt besproken overbodig worden. Dan zou online studeren als een substituut kunnen worden gezien. Potentiele toetreders Zoals onder het kopje substituten hierboven is aangegeven zou een potentiele toetreder een online onderwijsinstelling kunnen zijn, maar dan wordt er meer gesproken van een substituut. Leveranciers Er kan binnen de OSE van twee vormen van ‘leveranciers’ worden gesproken. Het beeldmateriaal voor zowel de online open dag als de mee loop dag zal door een extern bedrijf moeten worden geschoten. Deze kan dan als leverancier worden gezien – deze levert dan beeldmateriaal per afnemende locatie. De tweede vorm van leverancier is in de vorm van web development. Een web developer levert dan serverruimte, een hostingsite en het afgewerkte geïmplementeerde product voor de website zelf. Afnemers De primaire afnemersgroep bestaat uit Hogescholen en universiteiten binnen Nederland. Hierover meer in paragraaf 4.2.

20

21


4.6 Partners Om de OSE te realiseren zullen er twee vormen van externe leveranciers moeten bijdragen aan ‘het project’. Een bedrijf wat het beeldmateriaal levert en een webdeveloper. Perfect zou zijn wanneer dit door een enkel bedrijf zou kunnen worden gedaan. Handig is om met vaste bureaus te werken en daar een zogeheten partnership mee aan te gaan. Wanneer er een partnership wordt aangegaan brengt dit verschillende voordelen met zich mee. Zo zouden kosten naar beneden worden gebracht in de vorm van het ontvangen van ‘bulk korting’. Ook zou er minder tijd en energie verloren gaan aan het briefen van nieuwe bureaus bij het uitzetten van een nieuwe opdracht. De bestaande partner is dan al bekend met de OSE en het realiseren hiervan. 4.7 Verdienmodel Om het verdienmodel en de kosten die de OSE met zich meebrengt goed in kaart te brengen is er een offerte aangevraagd bij een MKB web developer, Premsweb. Het camerawerk en het verwerken van het geschoten beeldmateriaal kan door een bedrijf als de Clipjesfabriek worden gedaan. De offerte en uitgewerkte kosten kunnen in de bijlagen worden gevonden. Hieronder volgt een korte uitleg van het verdienmodel en waarom het interessant is om een investering te doen. Het verdienmodel is gebaseerd op jaarlijkse licentiekosten die betaald worden om de OSE gebruiken. Hier zit dan ook de waarde van de investering in. Wanneer de initiële kosten uit jaar 1 in jaar 2 scherp dalen, er worden dan in principe alleen ‘onderhoudskosten’ gemaakt in de vorm van hosting etc., kan er jaarlijks op een gelijkblijvende winst worden gerekend door middel van de licentiekosten.

Clipjesfabriek De clipjesfabriek geeft de volgende prijsindicatie op haar website: Prijsindicaties: 1. Video; opname, montage, correctieronde € 845,2. Animatie tot 1 minuut €1345,3. Veel van de partijen met wie samenwerken hebben een jaarabonnement bij ons. Dat scheelt ruim 20% in de kosten per video. In het geval van de OSE zouden de basiskosten per onderdeel dan €845 bedragen wat uitkomt op €1690 totaal. Wanneer er zoals in paragraaf 4.6 aangegeven is een partnership wordt aangegaan in de vorm van een jaarabonnement bij de clipjesfabriek kan er dan gerekend worden op de hierboven genoemde 20% besparing in kosten.

22

4.8 Juridisch beschermt De OSE zal rekening moeten houden op het portretrecht zowel als het recht op privacy. Portretrecht Volgens Auteursrecht.nl houdt portretrecht het volgende in: Wie op een foto afgebeeld staat, kan zich soms beroepen op het zogenaamde 'portretrecht'. Dat houdt in dat in sommige gevallen de foto niet mag worden gepubliceerd zonder de toestemming van degene die op de foto staat. Het portretrecht geldt ook voor andere soorten afbeeldingen, zoals tekeningen en schilderijen. Wanneer beeldmateriaal voor de OSE geschoten wordt moet iedereen die hier op zou kunnen komen te staan hiervan op de hoogte zijn en toestemming hebben gegeven om herkenbaar in beeld te zijn gebracht. Wanneer iemand geen toestemming hiervoor geeft kan diegene onherkenbaar worden gemaakt door middel van bijvoorbeeld een ‘Blur’ waarna het materiaal alsnog kan worden gebruikt.

Artikel 10 Nederlandse grondwet: Privacy. 1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. 2. De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens. 3. De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens. Toelichting In dit artikel staat dat iedereen het recht heeft om in de beslotenheid van zijn persoonlijke levenssfeer met rust te worden gelaten en om bijvoorbeeld niet te worden afgeluisterd. De persoonlijke levenssfeer omvat onder meer: - Het Huis. - De briefwisseling - De communicatie via telefoon en andere communicatiemiddelen - Het recht om niet te worden bespied of afgeluisterd - Het recht op zorgvuldige behandeling van persoonlijke gegevens - Het recht op eerbieding van het innerlijk leven - De wet kan in bepaalde gevallen dit recht beperken, bijvoorbeeld bij de opsporing van misdaden. Ook maakt de wetgever regels voor het gebruik van privacygevoelige gegevens. In eenvoudig Nederlands: - Iedereen heeft recht op rust en privacy. In de wet kunnen uitzonderingen staan. In de wet kan ook staan dat iemand anders uitzonderingen mag maken. - De overheid mag persoonlijke gegevens van iemand niet zomaar gebruiken. - Iedereen heeft er recht op te zien wat er over hem is vastgelegd. En kan gegevens laten veranderen als ze niet juist zijn.

23


H5. Visualisatie In dit hoofdstuk wordt onder andere de visuele identiteit van de Online Student Experience toegelicht. Omdat het hier om een business to business product gaat kan de visuele identiteit verschillen per afnemer. Wel zijn er bepaalde eisen aan het product verbonden welke in dit hoofdstuk worden toegelicht. 5.1 Visuele identiteit Een visuele identiteit is alles wat visueel waar te nemen is van een identiteit van een organisatie of product. Een identiteit is gevormd door onder andere

de missie, visie en kernwaarden van een organisatie. (Honcdesign.nl, z.d.) Online Student Experience is een online tool welke kan worden geïntegreerd op de website van de afnemer. Omdat deze afnemer ook een bepaalde visuele identiteit hanteert, heeft DNA een stramien uitgeschreven waarin de afnemers voor een groot deel vrij zijn in het toevoegen van de eigen visuele identiteit zonder dat dit de visuele identiteit van Online Student Experience schaad.

5.2 Toelichting van visuele identiteit De naam ‘Online Student Experience’ is een letterlijke vertaling van wat de dienst brengt. Een online ervaring voor studenten. De naam is vanuit een brainstorm naar voren gekomen. Deze brainstorm is in de bijlage terug te zien. Logo Het logo is een wit vlak waarachter enkele onderdelen komen die te maken hebben met de dienst die Online Student Experience levert. Het logo moet worden getoond op de website bij het afnemen van ons product. Typografie Gobolt Bold Regular is het lettertype welke wordt gehanteerd in het logo. Deze mag niet worden

24

aangepast of vervangen. Wel staat de afnemer van Online Student Experience vrij om haar eigen kopteksten en broodteksten te voorzien van haar eigen lettertype welke zij hanteren in de visuele identiteit. Kleur Online Student Experience hanteert geen vaste kleur. Afnemers staan vrij om kleuren van de eigen visuele identiteit toe te voegen mits dit volgens het stramien wordt toegelaten. Het stramien is in de bijlage toegevoegd. Positionering Regels omtrent de positionering van het logo staan beschreven in de brandguide, welke is toegevoegd als bijlage van dit dossier.

25


Media Online Student Experience wordt onder andere geïntroduceerd via de website (owned media). Omdat het hier om business to business gaat zijn massamedia minder geschikt om de boodschap over te brengen. Wel kan het inzetten van Linkedin een geslaagd medium zijn. Linkedin is een social media platform waar veel bedrijven actief zijn.

H6. Lanceringsstrategie De lanceringsstrategie geeft inzicht in hoe Online Student Experience onder de aandacht kan worden gebracht bij de doelgroep. Online Student Experience wordt via business to business verkocht aan de doelgroep. Centrale vraag Met welke communicatiestrategie past het beste bij het introduceren van Online Student Experience? Communicatiedoelgroep De Online Student Experience (hierna OSE) heeft twee doelgroepen. Een afnemersdoelgroep en een gebruikersdoelgroep. De communicatiedoelgroep voor OSE zijn Hogescholen en Universiteiten. Binnen de afnemersdoelgroep zijn meedere ‘lagen’ te onderscheiden. De primaire doelgroep is het Raad van Bestuur van een Hogeschool of Universiteit en de secundaire doelgroep zijn de opleidingsmanagers. Het verschil hiertussen zit hem in de benadering in communicatie. Doelstelling Kennis - Binnen 2 maanden is 10% van de doelgroep bekend met Online Student Experience. Houding - Binnen 5 maanden heeft 5% van de doelgroep een positieve houding tegenover Online Student Experience. Gedrag - Binnen 5 maanden heeft 1% van de doelgroep het product aangeschaft.

26

Boodschap/propositie De boodschap voor de lancering van OSE luidt als volgt; Online Student Experience geeft de mogelijkheid dat toekomstige studenten zich beter kunnen oriënteren en een weloverwogen keuze maken, wat leidt tot meer gemotiveerde studenten. Strategie De strategie voor het lanceren van Online Student Experience (hierna OSE) is het inzetten van content marketing. Online Student Experience is een visueel product welke dan ook geschikt is voor content marketing. Onder content marketing wordt verstaan: Een vorm van marketing (branding) waarbij het bieden van relevante informatie (content) voor de doelgroep centraal staat. (B2Bmarketeers.nl, z.d.) Deze relevante informatie is het aangeven van opbrengsten ten opzichte van het gebruik van OSE. Deze cijfers zijn pas aantoonbaar als een ambassadeur van OSE het product daadwerkelijk heeft gebruikt. Niet alleen het inzetten van ambassadeurs zijn relevant voor de lancering van OSE. Hogescholen en Universiteiten zijn voortdurend bezig met het beperken van ‘drop outs’. Studenten welke, na een inschrijving of genoten studie, toch besluiten zich uit te schrijven van de Hogeschool of Universiteit. Het is dan ook aannemelijk dat een directielid hier actief op zoekt via de zoekmachine Google. Dus ook het investeren in Google Search is relevant voor de lancering van OSE. De content welke wordt verspreid zijn de corporate story, welke is toegevoegd als bijlage van dit dossier.

In de vorige paragraaf is verteld dat het inzetten van ambassadeurs een keuze is in de strategie. Deze ambassadeurs bezitten niet alleen online- maar ook offline media zoals een factsheet. Budget Website Het lanceren van een website, met alle mogelijkheden om kennis te maken met OSE, ligt rond de €8.000,-. Deze prijs ligt hoog omdat er uitgegaan is van highen professionals. In deze prijs is ontwerp en expertise meegerekend. Hieronder een weergave van een mogelijke prijsopgave voor de website volgens 000. nl (z.d.) Website Veel content Complex Hoog bezoeksaantal Webhosting Domein Totaal

€ 8.000,- eenmalig

€ 120,- p/j € 5,- p/j € 8.125,-

Google Search en Adwords De kosten voor Google Search verschillen per wensen. Ook de duur van het contract is hierbij van belang. De prijs van een licentie van Google Search Appliance start vanaf € 25.000,- Dit is inclusief alle benodigde software, support en updates. Bij het nemen van een Google Search Appliance licentie moet worden rekening gehouden met ‘verborgen kosten’. Deze kosten bestaan onder andere uit hoeveel tijd een IT medewerker bezig is met het verwerken van de informatie (return of information). De vraag bij deze kosten die gesteld moeten worden zijn; Haal je de benodigde informatie uit Google en is dit de ‘return of investment’ waard? (ictportal.nl, z.d.)

Bij Google Adwords zijn de prijzen niet direct getoont op de website van Google (z.d.). Hierop staat echter wel dat er wordt betaald per klik. Dit wil zeggen dat je geen geld betaald als er geen bezoekers zijn geweest op jouw website. Op de website van Google (z.d.) zeggen zij zelf dat veel bedrijven beginnen met een start budget van € 10,- to € 20,- per dag. Als DNA gebruik wil maken van Google Adwords kost dit, op jaarbasis, € 3.650,- als zij ingaan op de €10,per dag. (Google.nl, z.d.) Factsheet Printkosten zijn relatief laag vergeleken met de kosten voor een online medium. Voor het bedrukken van een Factsheet zijn onderstaande gegevens afkomstig van graficoreclame.nl (z.d.) Factsheet 135g* Drukwerk glanzend Formaat A4 naar A4 145 mm x 210 mm (gevouwen) Dubbelzijdig Full Colour. Drukwerk met vouwril Aantal prijs (excl. BTW) 1000 € 85,2500 € 115,*Dit geeft de zwaarte van het papier weer. Wit kopieerpapier weegt 80g. Totale kosten bij het bestellen van 2500 factsheets: 115,00 excl. BTW Totale kosten In het eerste jaar zou dit, voor DNA, een investering zijn van: Website Google Adwords Factsheet Totaal

€ 8.125,€ 3.650,€ 115,€11.890,- excl. BTW

De prijs is exclusief BTW aangezien een organisatie deze kan terugvragen via de belasting bij de kwartaalopgave. Hier zouden de BTW kosten op jaarbasis terug gevorderd kunnen worden.

27


Denderlandsegrondwet.nl. (2017). Artikel 10: Privacy. Geraadpleegd op 4 juni 2017, van http://www.denederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vgrnbl6ah4zz Educatie-en-school.infonu.nl. (z.d.). Huiswerk in de lagere school. Geraadpleegd op 05 maart 2017, van http://educatie-en-school.infonu.nl/huiswerk/96682-huiswerk-in-de-lagere-school.html Eeltans, M. (2017). Marketingmodellen. Opgehaald van destep-analyse: https://www.marketingmodellen.com/destep-analyse/

Literatuurlijst

encycle.nl. (z.d.). Begrip State of the Art. Geraadpleegd op 26 april, 2017, van http://www.encyclo.nl/begrip/State%20of%20the%20art

Aalst, H. & Kok, J. (z.d.) Het nieuwe leren. Geraadpleegd op 28 april, 2017, van http://edepot.wur.nl/108928

Graminga. K. (2017). Retail or E-tail? Buying Online Vs. Buying in Person. Geraadpleegd op 4 juni 2017, van https://www.business.com/articles/retail-or-e-tail-buying-online-vs-buying-in-person/

Auteursrecht.nl. (2017) Portretrecht. Geraadpleegd op 4 juni 2017, van https://www.auteursrecht.nl/auteursrecht/Portretrecht

Handboek van het Nederlandse staatsrecht, Van der Pot (bewerkt door D.J. Elzinga, R. de Lange), 15e druk, Het recht op persoonlijke vrijheid, blz 387 t/m 428.

B2Bmarketeers.nl (z.d.). Wat is content marketing?. Geraadpleegd op 3 juni, 2017, van http://www.b2bmarketeers.nl/wat-is-content-marketing/

Hogeschool Utrecht. Blended Learning. Geraadpleegd op 09 mei 2017 van, https://www.werkenstudie. hu.nl/nl/los/HU-algemeen/Blended-learning-lerarenopleidingen

Cappele, J. van. (2015, 20 maart). Blended learning en meer. Geraadpleegd op 28 april, 2017, van http://www.elearning.nl/Nieuws/tabid/62/ID/25586/PageID/16323/Blended-Learning-en-meer. aspx

Honcdesign.nl (z.d.) Wat is een visuele identiteit. Geraadpleegd op 28 mei, 2017, van http://www.honcdesign.nl/wat-visuele-identiteit/

CBS (28 maart, 2017). VO; examenkandidaten en gediplomeerden, onderwijssoort, herkomstgroepering. Geraadpleegd op 1 mei, 2017, van http://statline.cbs.nl/StatWeb/publicati on/?VW=T&DM=SLNL&PA=80122ned&LA=NL Cho, Y., Caleon. I. & Kapuri, M. (2015) Authentic Problem Solving and Learning in the 21st Century. Dordrecht, Nederland : Springer Science + Business Media Singapore. cio.com. (2016). Making holograms in the classroom a reality. Geraadpleegd op 26 april, 2017, van http://www.cio.com/article/3150963/education/making-holograms-in-the-class room-a-reality.html Clipjesfabriek. (2017) Producten en tarieven. Geraadpleegd op 5 juni 2017, van http://clipjesfabriek.nl/producten-en-tarieven Conradi, R. (15 oktober, 2015). 7 dingen die je moet weten over gepersonaliseerd leren. Verkregen op 11 mei 2017, van http://www.onderwijsvanmorgen.nl/7-dingen-die-je-moet-weten-over-gepersonali seerd-leren/ Copeland, J. (2000). What is Artificial Intelligence? Geraadpleegd op 04 Maart 2017, van http://www.alantu ring.net/turing_archive/pages/reference%20articles/what%20is%20ai.html

28

Grafico-reclame.nl (z.d.). Folder. Geraadpleegd op 3 juni, 2017, van http://grafico-reclame.nl/folder.html

ictportal.nl (z.d.). Google Search Appliance kosten. Geraadpleegd op 2 juni, 2017, van https://www.ictportal.nl/onderwerpen/enterprise-search/google-search-appliance-kosten Ikgastarten.nl (z.d.) De 9 bouwstenen van het Busines Model Canvas. Verkregen op 31 mei 2017, van https://www.ikgastarten.nl/ondernemingsplan/ondernemingsplan-voorbeelden/de-9-bouwstenen- van-het-business-model-canvas Javelin.com (z.d.). Beta. Geraadpleegd op 23 mei, 2017, van https://javelin.com/beta Kennisnet (3 oktober, 2012) ‘Wat is een elo?’. Verkregen op 28 mei 2017, van https://www.kennisnet.nl/arti kel/wat-is-een-elo/ Lantech (28 mei 2014) ‘ICT markt groeit harder dan economie’. Verkregen op 11 mei 2017, van https://www. lantech.nl/news/ict-markt-groeit-harder-dan-economie/ Lin, T., Chen. V. & Chai, C. (2015) New Media and Learning in the 21st Century a Socio-Cultural Perspective. Dordrecht, Nederland : Springer Science + Business Media Singapore. Marketingfacts (2013) Social media in Nederland & wereldeijd. Verkregen op 12 mei, 2017 van http://www. marketingfacts.nl/statistieken/channel/social_media_marketing Meesterschap.wordpress.com (z.d.) Leerpsychologie. Geraadpleegd op 28 april, 2017, van https://meesterschap.wordpress.com/leerpsychologie-4/

29


Nu.nl. (2013). Opleidingsniveau Nederlander stijgt. Geraadpleegd op 29 mei 2017, van http://www.nu.nl/binnenland/3591830/opleidingsniveau-nederlander-stijgt.html

Vereniginghogescholen.nl. (z.d.) Hogescholen. Geraadpleegd op 29 mei 2017, van http://www.vereniginghogescholen.nl/hogescholen

Ondernemingsplangids. (z.d.). SWOT Analyse. Geraadpleegd 30 mei, 2017, van http://www.ondernemingsplangids.nl/swot-analyse/

Wagner. M. (2014). Een verkeerde studiekeuze, wat kost dat eigenlijk? Geraadpleegd op 29 mei 2017, van http://septemberadvies.nl/verkeerde-studiekeuze/

Peeters, W. (5 april, 2016). De onderwijstrends van 2017. Verkregen op 8 mei 2017, van http://www.vernieuwenderwijs.nl/onderwijstrends-2016-2017/

weareable.com. (2015). Run around physical arenas in virtual reality games with the void. Geraadpleegd op 26 april, 2017, van https://www.wareable.com/vr/run-around-physical-arenas-in- virtual-reality-games-with-the-void-1119

Riezebos, R. & Grinten, J. van der. (2015). Positioneren. Amsterdam, Nederland: Boom Lemma Uitgevers. Rusman, F. (2014, 30 oktober). 40 procent van de studenten stopt binnen een jaar. Geraadpleegd van https://www.nrc.nl/nieuws/2014/10/30/40-procent-van-de-studenten-stopt-binnen-een-jaar- 1433275-a856450

Wijzeringeldzaken.nl (z.d). Op jezelf. Wat kost studeren?. Geraadpleegd 1 mei, 2017 van https://www.wijzeringeldzaken.nl/op-jezelf/wat-kost-studeren/ 000.nl (z.d.) Kosten website laten bouwen. Geraadpleegd op 3 juni, 2017, van

https://000.nl/kosten-website-laten-bouwen/

Schuit. H., Vrieze. I. de. & Sleegers. P. (2011). Leerlingen motiveren: Een onderzoek naar de rol van leraren. Geraadpleegd op 04 maart 2017, van https://www.detweedeverdieping.nu/images/pdf/Rap port_27_Lerarenmotivatie_WEB.pdf Studielink.nl. (z.d.). Overzicht onderwijsinstellingen. Geraadpleegd op 29 mei 2017, van http://info.studielink.nl/nl/studenten/overzichtonderwijsinstellingen/Pages/universiteiten.aspx Ter Horst, M. (2013, 2 november). De harde waarheid: er zijn veel en veel te veel studenten. Geraadpleegd op 29 mei 2017, van http://www.volkskrant.nl/binnenland/-de-harde-waarheid-er-zijn-veel-en-veel- te-veel-studenten~a3537914/ Vandale.nl. (z.d.). ‘Betekenis’ origineel. Geraadpleegd op 29 mei 2017, van http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=origineel&lang=nn vandale.nl (z.d.). State of the Art. Geraadpleegd op 26 april, 2017, van http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=state-of-the-art&lang=en Van Wetering, W. M. (2017). Kennisnet Trendrapport 2016 – 2017. Geraadpleegd op 09 mei 2017 van htt ps://www.kennisnet.nl/fileadmin/kennisnet/publicatie/trendrapport/Technologiekompas_ voor_het_onderwijs_Kennisnet_Trendrapport_2016_2017.pdf Van Wetering, W. M. (2017). Kennisnet Trendrapport 2016 – 2017. Geraadpleegd op 09 mei 2017 van https://www.kennisnet.nl/fileadmin/kennisnet/publicatie/trendrapport/Technologiekompas_voor_ het_onderwijs_Kennisnet_Trendrapport_2016_2017.pdf (pagina 47) Van Wetering, W. M. (2017). Kennisnet Trendrapport 2016 – 2017. Geraadpleegd op 09 mei 2017 van https://www.kennisnet.nl/fileadmin/kennisnet/publicatie/trendrapport/Technologiekompas_voor_ het_onderwijs_Kennisnet_Trendrapport_2016_2017.pdf (pagina 13) Van Wetering, W. M. (2017). Kennisnet Trendrapport 2016 – 2017. Geraadpleegd op 09 mei 2017 van https://www.kennisnet.nl/fileadmin/kennisnet/publicatie/trendrapport/Technologiekompas_voor_ het_onderwijs_Kennisnet_Trendrapport_2016_2017.pdf (pagina 57)

30

31


Bijlage

32

Bijlage 1 Trendresearch

34

Bijlage 2 State of the Art

44

Bijlage 3 Interviews

46

Bijlage 4 Brainstorm

52

Bijlage 5 Concepten

54

Bijlage 6 Feedback

64

Bijlage 7 Javelin Board

70

Bijlage 8 Business Model Canvas

78

Bijlage 9 Offertes

80

Bijlage 10 Brandguide OSE

83

33


BIJLAGE 1 TRENDRESEARCH Trendpiramide 1 Micro Digitale Universiteit Mega Leren via virtual reality Maxi Internationalisering Internationalisering In een steeds meer globaliserende wereld is het van belang om oog te hebben voor de internationale context van het onderwijs. Steeds meer studenten worden global citizens. Ook Nederlandse onderwijsinstanties zien dat in. Daarom is het bij veel Hogescholen en Universiteiten mogelijk om tijdens je studie voor een periode in het buitenland te studeren en/of stage te lopen. Het werken en studeren in een internationale gemeenschap leidt tot nieuwe inzichten, inspirerende contacten en sterker onderzoek en onderwijs. Ook draagt internationalisering bij aan een veilige, gezonde, duurzame, welvarende en rechtvaardige wereld en stoomt het studenten klaar voor de globaliserende wereld. (Universiteit Leiden, z.j.) Leren via virtual reality We zien toenemend de ontwikkeling dat een student digitaal en straks met behulp van virtual of augmented reality per module en zelfs per vak of per docent onderwijs kan kiezen en genieten, al of niet via instellingen. Zo geeft een docent aan het conservatorium van Amsterdam nu al digitaal les aan een student in China, de twee gezeten aan twee digitaal aan elkaar geschakelde piano’s. Maar hetzelfde kan een docent doen in New York, in naam van het conservatorium van Amsterdam. Nog even, en die student in China weet die docent in New York rechtstreeks te vinden. Digitale Universiteit In de VS is er zeer snelle verschuiving van de klassieke naar de digitale universiteit, vanwege de veel grotere mogelijkheden en de veel lagere kosten. Zo bieden gerenommeerde instellingen als Georgia Tech nu bijvoorbeeld al complete online masters in verschillende velden aan, voor een fractie van de reguliere prijs (Van der Zwaan, z.j.). De student Sprokkelt zijn persoonlijke curriculum bij elkaar in zijn eigen tempo. Het eindexamen, de naam en de graad maken plaats voor een instellings- en leerwegonafhankelijk toelatingsexamen voor een arbeidsmarkt, wat bijvoorbeeld het Amerikaanse artsexamen al is. Dat examen trekt zich niets aan van de vraag waar en in welk tempo de student zijn competenties bij elkaar heeft gesprokkeld. Het toetst ze. Innovatief, adaptief en rechtvaardig toetsen wordt dan steeds belangrijker. Daarbij moet de student zich staande houden in een enorm aanbod van kennis en onderwijsmateriaal en wordt de docent van goeroe een gids (Van der Zwaan, z.j.). (ScienceGuide (z.j.)

34

Trendpiramide 2 Micro MOOC Mega Groei van social media platformen Maxi Het nieuwe leren Het nieuwe leren Het nieuwe leren bestaat nog niet zo lang. Voor het jaar 2000 werd er nog nauwelijks over gesproken. Het nieuwe leren is een leerlinggericht onderwijssysteem. Het speelt in op de individuele capaciteiten en belangstellingen van de leerling. Bij het nieuwe leren systeem is het van belang dat de leerling zelf kan kiezen en derhalve ook een zekere eigen verantwoordelijkheid heeft voor het eigen leren. Hierdoor verschuift de rol van de leraar richting procesbegeleider of facilitator. (Blok, 2006). Groei van social media platformen Vanaf begin 2000 kwamen ook de eerste sociale media platformen op: denk bijvoorbeeld aan Hyves. Hyves maakte het mogelijk om dingen met vrienden te delen en te bespreken; waar en wanneer dan ook. Anno 2017 heb je social media als Facebook, Instagram, Twitter en Snapchat. Het klikt tussen jongeren en social media. Om contact te houden met vrienden, om nieuwe contacten te leggen, maar ook voor informatie en ontspanning hebben social media een belangrijke plaats in het leven van jongeren gekregen. In tegenstelling tot vroeger zijn de toepassingen van het huidige zogenaamde ‘web 2.0’ erg visueel en moedigen ze gebruikers aan om veel informatie vrij te geven. Deze interactie communicatievormen maken het makkelijker om deel te hebben aan het leven en de kennis van anderen en om het eigen leven live te delen met anderen (Walrave, 2016). MOOC Door de sterke groei van faciliterende platformen op sociaal gebied, zien onderwijsinstanties ook mogelijkheden om online studenten te faciliteren in onderwijsmethoden. Een bekend voorbeeld hiervan is MOOC. MOOC staat voor Massive Open Online Course; een online cursus waarvoor iedereen zich mag inschrijven. Met een MOOC kun je een certificaat halen bij een universiteit van wereldfaam. Gratis zelfs. Maar uiteindelijk moet er ook geld binnenkomen. Dat kan bijvoorbeeld door studenten toevoegingen te laten kopen zoals extra materiaal of extra contact met docenten. Een andere mogelijkheid zijn betaalde vervolg-MOOCs. Een MOOC maakt hoger onderwijs toegankelijk voor een grote groep. Het onderwijs is gratis, de cursist hoeft geen bepaalde voorkennis te hebben en kan de cursus vanuit huis volgen. De kosten per deelnemende cursist zijn lager dan die in het reguliere hoger onderwijs. Het is dus een uitstekend middel om universitaire kennis op grote schaal te delen (mediawijsheid, z.j.).

35


Trendpiramide 3 Micro Serious gaming Mega Komst van digi in de klas Maxi Digitalisering Digitalisering De digitalisering van onze maatschappij is totaal geaccepteerd in de maatschappij, maar is in feite nog maar relatief kort aanwezig. De kwaliteit is zoveel beter dan wat we vroeger (analoog) kregen voorgeschoteld al had die tijd ook wel degelijk zijn eigen charme. Hier volgt een overzicht van het begin van het digitale tijdperk. Sinds het begin van de jaren 90 begon het digitale tijdperk zich langzaam te ontwikkelen tot wat het heden ten dage is. Digitale tv en radio was vanaf toen aan een sterke opmars bezig en was langzaam maar zeker niet meer weg te denken uit de wereld anno nu. Europa maakt thans gebruik van de DVB-standaard maar ieder werelddeel heeft vaak weer zijn eigen standaard. Door de digitale techniek werd het technisch mogelijk om veel meer televisiekanalen uit te zenden in dezelfde bandbreedte, namelijk tot wel 6 tot 8 keer meer dan wat gebruikelijk was in het analoge tijdperk (Berto, 2014). Komst van digitalisering in de klas Voorstanders van het nieuwe leren vinden dat het belangrijk is om nieuwe technieken, zoals computers en het internet, te gebruiken in het onderwijs. Kinderen zijn zo beter voorbereid op de toekomst en het zijn bovendien ideale hulpmiddelen om beter gepersonaliseerd onderwijs aan te bieden. Een ander belangrijk punt is dat leerlingen zelf meer betrokken worden bij het leerproces. Kinderen zouden zo spelenderwijs kunnen leren, waardoor er meer interesse is en het leerproces dus effectiever is. De leraar krijgt bij het nieuwe leren meer de rol van een begeleider en zal de kinderen tijdens hen speel- en leerervaring moeten begeleiden. Serious gaming Artikel

Spelen van serious game helpt kinderen met ADHD

Verantwoordelijker gedrag, een beter werkgeheugen en efficiënter omgaan met tijd. Dat is wat kinderen met ADHD tussen de 8 en 12 jaar ontwikkelden door het computerspel Plan-It Commander te spelen. Uit wetenschappelijk onderzoek onder 170 kinderen is gebleken dat de zogenoemde ‘serious’ game het gedrag en de vaardigheden van de kinderen significant verbeterde. Kinderen met ADHD staan erom bekend dat zij moeite hebben met vaardigheden als plannen, organiseren, prioriteiten stellen en efficiënt omgaan met hun tijd. Als nieuwe vorm van behandeling heeft serious gaming bedrijf &ranj, gespecialiseerd in gedragsverandering, de game Plan-It Commander ontwikkeld in samenwerking met de Yulius Academie, farmaceutisch bedrijf Janssen met J&J Healthy Solutions en de Vlaamse patiëntenvereniging ZitStil. Het spelen van een game is een leuke manier om specifieke vaardigheden te trainen. In het avonturen spel, dat zelfstandig thuis gespeeld kan worden, is de speler een ruimteonderzoeker op missie om de wereld te redden. Hij wordt direct ondergedompeld in een spannende verhaallijn en kan gelijk beloningen verdienen. Het spel is hierdoor aantrekkelijk en toegankelijk om te spelen. Juist voor kinderen met ADHD, die zich snel vervelen en moeite hebben met concentreren en doorzetten, is zo’n serious game een uitkomst. Het onderzoek Een groep van 170 Nederlandse en Belgische kinderen – voornamelijk jongens – met ADHD tussen de 8 en 12 jaar deden mee aan het onderzoek, geleid door Kim Bul van de Yulius Academie. Ouders en leraren werden gevraagd om, voorafgaand aan het onderzoek en na 10 en 20 weken, vragenlijsten over de vaardigheden van hun kinderen in te vullen. Ook de kinderen zelf beantwoordden vragen over hoe goed ze vonden dat ze konden luisteren, plannen, anderen helpen en de tijd in de gaten houden. Het onderzoek laat zien dat de kinderen die het spel 10 weken lang, gemiddeld 3 keer per week, naast hun gebruikelijke ADHD behandeling speelden, significante vooruitgang tonen met betrekking tot het omgaan met hun tijd, hun werkgeheugen en verantwoordelijk gedrag. Dit resultaat was ook na 20 weken nog te zien.

36

Gaming binnen de gezondheidszorg Michael Bas, co-founder en gezondheidszorg expert van &ranj: “Door dit onderzoek kunnen we wetenschappelijk aantonen dat games een waardevol antwoord kunnen zijn op vraagstukken in de gezondheidszorg. Serious games passen goed binnen de trend van self- management en self- therapy. Laat dit het startsein zijn voor andere zorg instellingen en -aanbieders, maar ook verzekeraars, om de mogelijkheden van serious games nader te onderzoeken. Zo kunnen we samenwerken aan een betere en efficiëntere gezondheidszorg voor alle betrokkenen”. Momenteel zoeken de onderzoekers en de spelontwikkelaar naar een samenwerkingspartner die het spel kan aanbieden en onderhouden, zodat het toegankelijk is voor de doelgroep. (Gezondheid.co, 2016) Trendpiramide 4 Micro Persoonlijke leeromgevingen Mega E-learning Maxi Digitalisering Digitalisering De digitalisering van onze maatschappij is totaal geaccepteerd in de maatschappij, maar is in feite nog maar relatief kort aanwezig. De kwaliteit is zoveel beter dan wat we vroeger (analoog) kregen voorgeschoteld al had die tijd ook wel degelijk zijn eigen charme. Hier volgt een overzicht van het begin van het digitale tijdperk. Sinds het begin van de jaren 90 begon het digitale tijdperk zich langzaam te ontwikkelen tot wat het heden ten dage is. Digitale tv en radio was vanaf toen aan een sterke opmars bezig en was langzaam maar zeker niet meer weg te denken uit de wereld anno nu. Europa maakt thans gebruik van de DVB-standaard maar ieder werelddeel heeft vaak weer zijn eigen standaard. Door de digitale techniek werd het technisch mogelijk om veel meer televisiekanalen uit te zenden in dezelfde bandbreedte, namelijk tot wel 6 tot 8 keer meer dan wat gebruikelijk was in het analoge tijdperk (Berto, 2014). E-learning E-learning is de verzamelnaam voor het vormgeven van leersituaties (formeel en informeel) met behulp van informatie- en communicatietechnologie (in het bijzonder internettechnologie). E-learning wordt gebruikt binnen bedrijfsopleidingen en binnen het onderwijs. De term e-learning is nog niet oud. Aanvankelijk werd gesproken over webbased leren, teleleren of online leren. Analoog aan “e-business” en “e-commerce” wordt sinds ongeveer 1999 de term “e-learning” gebruikt. E-learning is in de slipstream van het Internet snel opgekomen. Rond de eeuwwisseling waren de verwachtingen van e-learning hooggespannen. De verwachting was dat leren met behulp van het Internet sneller, efficiënter en interactiever zou kunnen (Dobbs, 2002). Internettechnologie zou het mogelijk moeten maken om complexe taken te leren binnen krachtige, flexibele en zogeheten ‘authentieke’ leeromgevingen. Bovendien leek de technologie veelbelovend in het licht van het inrichten van leerprocessen waarbij de lerende en het leerproces centraal staan en interactie en communicatie een centrale rol spelen (Rubens & Admiraal, 2003). E-learning zou massaal worden toegepast, zo dacht men; dit bleek niet onterecht te zijn (E-learning, 2017). Persoonlijke leeromgevingen Studenten maken tegenwoordig gebruik van een centraal georganiseerd portfolio omdat dit erg praktisch is.

37


Trendpiramide 5 Micro Lesprogramma’s voor basisonderwijs in het Chinees Mega Tweetalig onderwijs (Nederlands/Engels) Maxi Globalisering

Trendpiramide 6 Micro Meer gemotiveerde scholieren/studenten Mega Zelf kennis vergaren via nieuwe media Maxi Het nieuwe leren

Globalisering Globalisering of mondialisering is een proces waarbij vooral uiteenlopende economische activiteiten een steeds internationaler karakter krijgen. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van communicatie (ICT ) en transport dragen hier sterk aan bij. Het is een proces waarbij internationaal opererende bedrijven overal ter wereld op zoek zijn naar gunstige productieomstandigheden en nieuwe afzetmarkten. Denk aan het verplaatsen van arbeidsintensieve productiefasen naar zgn. lagelonenlanden of het verdringen van lokale consumptieartikelen door op wereldschaal bekende merkartikelen als Coca Cola, McDonalds, Nike of Heineken.

Het nieuwe leren Het nieuwe leren is een verzamelnaam. Denk hierbij aan allerlei verschillende manieren en nieuwe initiatieven waarbij mensen het leren willen verbeteren en veranderen. Er wordt momenteel veel geëxperimenteerd op dit gebied, zowel in het onderwijs als in bedrijven en overheid. Het is dus nog niet een ‘volledig nieuw leer systeem’. (Aalst van, 2001)

De integratie van financiële markten, het wereldwijd beleggen van kapitaal, maar ook migrantenstromen en de verspreiding en vermenging van cultuuruitingen zijn manifestaties van globalisering. Globalisering is alles bij elkaar een uiterst veelzijdige en complexe ontwikkeling (Duurzaam Zeeland, 2011). Tweetaling Onderwijs Tweetalig onderwijs (tto) houdt in dat leerlingen bij minimaal de helft van de vakken les krijgen in een vreemde taal, meestal Engels. Bijvoorbeeld bij wiskunde of geschiedenis wordt dan een Engelstalige methode gebruikt en de docent spreekt tijdens de les alleen Engels. Tweetalig onderwijs helpt leerlingen zich goed voor te bereiden op een steeds internationaler wordende samenleving. Talenkennis, kennis van Europa en ervaringen op internationaal niveau zijn hierbij belangrijk. Tto heeft dus twee belangrijke voordelen: het bevorderen van een goede taalvaardigheid en het meegeven van een Europees en internationaal bewustzijn. Tweetalige leerlingen doen uiteindelijk een regulier Nederlands eindexamen en krijgen dan een vwo-, havo- of vmbo-diploma. Scholen moeten dus voldoen aan de reguliere eisen van de Nederlandse overheid. Om tto op een goede manier af te sluiten bieden veel scholen hun tweetalige leerlingen daarbij wel de mogelijkheid om een extra Engels taalcertificaat te halen. Lesprogramma’s voor basisonderwijs in het Chinees Chinese les voor leerlingen van de Jan Ligthartschool VLAARDINGEN- Waarom wordt deze taal nu gegeven in het naschoolse aanbod? “Dit komt omdat de Chinese taal en cultuur mogelijk vanaf 2017 een examenvak wordt voor vwo-leerlingen op middelbare scholen. Het wordt een tweede vreemde taal naast het Engels en kan dus de Franse of Duitse taal vervangen als keuzevak”, zegt directeur Mireille van Duuren van de Jan Ligthartschool. “Ook al wordt de vwo-leerlingen hierbij een redelijk niveau Chinees aangeleerd, dit niveau is wel lager dan het niveau van andere vreemde talen op het vwo, aangezien Chinees een moeilijke taal is om te leren.” Een andere reden voor Mireille van Duuren om het Chinees op het lesrooster van de leerlingen te zetten is het feit dat de Chinese taal een belangrijke taal kan worden om te leren. Invloedrijk “Aangezien de economische en politieke invloed van China op de wereld groeit. De arbeidsmarkt en de samenleving globaliseren en China is een belangrijke handelspartner van Nederland en de grootste ter wereld. Hiervoor is een beheersing van de Chinese taal en kennis van de Chinese cultuur een vereiste.” (Grootvlaardingen, 2016)

38

Zelf kennis vergaren via nieuwe media Met de komst van het internet, en de nieuwe media, kan een leraar eigenlijk niet meer tegen deze grote informatiebron op. Scholieren worden dan ook aangeleerd om zelf kennis te vergaren via mediakanalen. Leraren coachen en stimuleren studenten via dit proces. Meer gemotiveerde scholieren/studenten Studenten die actief hun eigen kennis en inzichten opdoen hebben de mogelijkheid om hun eigen interpretatie te geven aan de verworven informatie. Ze worden nieuwsgieriger en halen meer voldoening uit hun leswijze. Trendpiramide 7 Micro BYOD (Bring Your Own Device) Mega ICT mogelijkheden – M-learning Maxi Het Nieuwe Leren BYOD Bring Your Own Device is een trend die al langer in het onderwijs rondgaat. Dat is natuurlijk ook logisch: leerlingen en docenten hebben steeds meer de beschikking over een eigen device, of dat nu een laptop of smartphone is. Belangrijkste voorwaarde hiervoor is dat de faciliteiten goed zijn: snelle wifi en lesmateriaal dat overal beschikbaar is in de cloud. Bring Your Own Device (BYOD) komt voort uit de combinatie van deze brede beschikbaarheid van krachtige privédevices die laagdrempelig toegang bieden tot toepassingen en informatiebronnen geeft Van Wetering dan ook aan in zijn trendrapport voor kennisnet (2017). ICT mogelijkheden – M-learning Met M-learning wordt het nu ook mogenlijk om trainingen te volgen door middel van mobiele devices zoals bijvoorbeeld de smartphone en tablet. Door de groei van het gebruik van deze technologie zijn er meer ICT-mogelijkheden. Het bespaard organisaties opleidingstijd en kosten. (Kuiper, 2017) Het Nieuwe Leren Het nieuwe leren is een verzamelnaam. Denk hierbij aan allerlei verschillende manieren en nieuwe initiatieven waarbij mensen het leren willen verbeteren en veranderen. Er wordt momenteel veel geëxperimenteerd op dit gebied, zowel in het onderwijs als in bedrijven en overheid. Het is dus nog niet een ‘volledig nieuw leer systeem’. (Aalst van, 2001)

39


Trendpiramide 8 Micro Adaptieve leeromgevingen Mega Gepersonaliseerd leren Maxi Het Nieuwe Leren Het Nieuwe Leren Het nieuwe leren is een verzamelnaam. Denk hierbij aan allerlei verschillende manieren en nieuwe initiatieven waarbij mensen het leren willen verbeteren en veranderen. Er wordt momenteel veel geëxperimenteerd op dit gebied, zowel in het onderwijs als in bedrijven en overheid. Het is dus nog niet een ‘volledig nieuw leer systeem’. (Aalst van, 2001) Gepersonaliseerd leren Gepersonaliseerd leren is een groeiend concept waarbij het individuele leerproces van een leerling centraal staat. De vorm van dit onderwijs krijgt steeds meer aandacht. Er wordt veel gedaan om dit een bepaalde vorm te geven. Technologische hulpmiddelen zorgen er voor dat dit kan. Het draait allemaal om het tempo en niveau van leerlingen vastleggen om hierop in te spelen. Op deze manier hoopt met op een succesvollere leer ervaring die aansluit op de behoeftes van de leerling. (Conradi, 2015) Adaptieve leeromgevingen Een grote toekomst wordt voorspeld voor adaptieve leeromgevingen. Binnen het onderwijs wordt er al veel gesproken over gepersonaliseerd leren, en in dat verlengde liggen ook de adaptieve leeromgevingen. Dit zijn digitale programma’s waarin leerlingen altijd op hun eigen niveau werken. Hoe werkt dit? Een programma analyseert de scores van leerlingen en zorgt dat er altijd een volgende opdracht klaarstaat die nét iets moeilijker is. Zo is de ontwikkeling van de leerling perfect te volgen én is de instructie altijd op niveau. Door elementen van gamification blijven leerlingen uitgedaagd. Andersom kan er extra aandacht worden geschonken in de vorm van extra leermateriaal wanneer er sprake is van herhaaldelijke fouten en/of moeite met stof.

Trendpiramide 9 Micro Cloud Computing Mega ICT mogelijkheden – Netwerkstructuur Maxi Digitalisering Cloudcomputing Van Wetering (2017) geeft in zijn trendrapport voor Kennisnet aan dat vijftien jaar geleden de term Cloud computing breed geïntroduceerd werd. Sindsdien heeft het gebruik van toepassingen en de opslag van bijbehorende gegevens of producten op het internet een grote vlucht genomen.

Digitalisering De digitalisering van onze maatschappij is totaal geaccepteerd in de maatschappij, maar is in feite nog maar relatief kort aanwezig. De kwaliteit is zoveel beter dan wat we vroeger (analoog) kregen voorgeschoteld al had die tijd ook wel degelijk zijn eigen charme. Hier volgt een overzicht van het begin van het digitale tijdperk. Sinds het begin van de jaren 90 begon het digitale tijdperk zich langzaam te ontwikkelen tot wat het heden ten dage is. Digitale tv en radio was vanaf toen aan een sterke opmars bezig en was langzaam maar zeker niet meer weg te denken uit de wereld anno nu. Europa maakt thans gebruik van de DVB-standaard maar ieder werelddeel heeft vaak weer zijn eigen standaard. Door de digitale techniek werd het technisch mogelijk om veel meer televisiekanalen uit te zenden in dezelfde bandbreedte, namelijk tot wel 6 tot 8 keer meer dan wat gebruikelijk was in het analoge tijdperk (Berto, 2014).

Trendpiramide 10 Micro Blended learning Mega ICT Mogelijkheden – digitale leeromgevingen. Maxi Het nieuwe leren Het nieuwe leren Het nieuwe leren is een verzamelnaam. Denk hierbij aan allerlei verschillende manieren en nieuwe initiatieven waarbij mensen het leren willen verbeteren en veranderen. Er wordt momenteel veel geëxperimenteerd op dit gebied, zowel in het onderwijs als in bedrijven en overheid. Het is dus nog niet een ‘volledig nieuw leer systeem’. (Aalst van, 2001) ICT Mogelijkheden – digitale leeromgevingen. De groei in de ICT maakt steeds meer mogelijk. Zo begint er een tijdperk waarbij gewerkt wordt in een digitale leeromgeving. Docenten en leerlingen krijgen een nieuwe mognlijkheid om te communiceren met betrekking tot het leerproces. Het aanbieden van digitaal lesmateriaal is makkelijk aan te bieden en te ordenen. Het sluit goed aan bij de beleving van de leerlingen, het is onafhankelijk van plaats- en tijd, ouders worden meer betrokken, etc. Digitale leeromgeving wordt ingezet met als doel leerlingen beter te begeleiden en te toetsen. (Kennisnet, 2012) Blended learning Blended learning is een didactisch concept dat de verschillende leercontexten - groepsbijeenkomsten, werkplek, leerteam, individueel - met elkaar verbindt vanuit een digitale leeromgeving. Dat zorgt voor een gevarieerde manier van kennisverwerving en kennisdeling, die goed aansluit bij persoonlijke leervoorkeuren. In onze opvatting van blended learning staat het leren van de student centraal – aldus de website van de Hogeschool Utrecht. De relatie tussen de student, de digitale leeromgeving en de ‘klassieke’ leercontexten staat hierin centraal.

En dat is te merken; wij, als studenten aan de Hogeschool Inholland zijn hier dagelijks mee in aanraking. Of het nou gaat om public clouds, private clouds of community clouds. Alleen al het feit dat wij dit werk inleveren op outlook 365. Cloudcomputing heeft ouderwetse ICT nog net niet compleet overgenomen, hoewel dit in de nabije toekomst zeker zal gaan gebeuren. ICT mogelijkheden – Netwerkstructuur Door de uitbreidende digitalisering is er een groei ontstaan in de cloud-omgeving van de ICT. De netwerkstructuur wordt uitgebreid en meer en meer in gebruik genomen. Niet alleen cloud computing maar ook netwerk apparatuur, software en opslag groeien mee. (Lantech, 2014)

40

41


Trendpiramide 11 Micro Big Data, Learning analytics Mega Digitalisering en sociale aanwezigheid online Maxi Het nieuwe leren

Trendpiramide 12 Micro Internet of Things (IoT) Mega ICT Mogelijkheden – netwerkstructuur Maxi Digitalisering

Het nieuwe leren Het nieuwe leren is een verzamelnaam. Denk hierbij aan allerlei verschillende manieren en nieuwe initiatieven waarbij mensen het leren willen verbeteren en veranderen. Er wordt momenteel veel geëxperimenteerd op dit gebied, zowel in het onderwijs als in bedrijven en overheid. Het is dus nog niet een ‘volledig nieuw leer systeem’. (Aalst van, 2001)

Digitalisering De digitalisering van onze maatschappij is totaal geaccepteerd in de maatschappij, maar is in feite nog maar relatief kort aanwezig. De kwaliteit is zoveel beter dan wat we vroeger (analoog) kregen voorgeschoteld al had die tijd ook wel degelijk zijn eigen charme. Hier volgt een overzicht van het begin van het digitale tijdperk. Sinds het begin van de jaren 90 begon het digitale tijdperk zich langzaam te ontwikkelen tot wat het heden ten dage is. Digitale tv en radio was vanaf toen aan een sterke opmars bezig en was langzaam maar zeker niet meer weg te denken uit de wereld anno nu. Europa maakt thans gebruik van de DVB-standaard maar ieder werelddeel heeft vaak weer zijn eigen standaard. Door de digitale techniek werd het technisch mogelijk om veel meer televisiekanalen uit te zenden in dezelfde bandbreedte, namelijk tot wel 6 tot 8 keer meer dan wat gebruikelijk was in het analoge tijdperk (Berto, 2014).

Digitalisering en sociale aanwezigheid online Door de opkomst van social media platformen (gevolg van digitalisering), zijn er enorm veel mensen online te vinden. De groei van het aantal gebruikers is enorm. Mensen maken een account aan met hun persoonsgegevens en zo groeit de informatie die over de doelgroep vrij komt net zo hard mee. (Marketingfacts, 2013) Big Data, Learning Analytics Big Data kan gezien worden als een grote berg (online) informatie over het gedrag van mensen online. Commerciële bedrijven, regeringen en instellingen gebruiken deze data al jaren om beter inzicht te krijgen in hun consumenten, belanghebbenden, gebruikers of doelgroepen. Op gebied van educatie is dit in offline vorm eigenlijk nooit anders geweest; vanaf een jonge leeftijd op de basisschool worden de (toets)resultaten van leerlingen bijgehouden in de vorm van rapporten en wordt op meerdere momenten aan de hand van bijvoorbeeld een CITO toets het niveau van deze leerlingen vastgesteld. Nu vandaag de dag leerlingen, studenten en soortgelijken alles online in- en opleveren en diens resultaten ook online worden bijgehouden is er een ook sprake van een Big Data. Het gedigitaliseerde organisatie- en ondersteuningsproces van onderwijs biedt in potentie een rijkdom aan hoogfrequente data. Het gebruik van digitaal leermateriaal, met digitale oefeningen en toetsen, aangeboden in een digitale leer- en werkomgeving, kent veel observatiemogelijkheden. Informatie is eenvoudiger te verzamelen, ordenen, analyseren en delen. Dit zal bijdragen aan een completer beeld van de voortgang van een leerling en de achtergrond van eventuele problemen. Deze ontwikkeling wordt ook wel learning analytics genoemd, of toepassing van big data: het benutten van grote, gevarieerde en snelgroeiende hoeveelheden data, de sporen die het digitale leerproces achterlaat aldus het trendrapport van Kennisnet van 2016 – 2017 (p.47).

42

ICT Mogelijkheden – netwerkstructuur Door de uitbreidende digitalisering is er een groei ontstaan in de cloud-omgeving van de ICT. De netwerkstructuur wordt uitgebreid en meer en meer in gebruik genomen. Niet alleen cloud computing maar ook netwerk aparatuur, software en opslag groeien mee. (Lantech, 2014) Internet of Things Van Wetering (2017) geeft de volgende uitleg bij de term ‘Internet of Things’; de verzameling van diverse (intelligente) apparaten, computers die vaak niet meer als zodanig herkenbaar zijn, verbonden via internet en met elkaar, wordt wel het Internet of Things (IoT) genoemd. Deze ‘things’ delen hun (sensor-)waarnemingen en analyses, en voeren acties uit op basis van onze instructies of inzichten uit de data (zelflerend). Een alarmklok gaat af: je weet dat je moet opstaan. Dit is niks nieuws. Dat je smartphone tegenwoordig de fysieke alarmklok heeft vervangen brengt ook de hiervoor behandelde Big Data met zich mee. Je telefoon beschikt over informatie van talloze keren dat jij je wekker hebt gezet en kan waarschijnlijk op basis van je gemiddelden een redelijk accuraat schema om op te staan voorstellen. The Internet of Things is die volgende stap. Niet alleen het voorstellen van dat schema, maar het ook implementeren. Een apparaat wat jouw lichamelijke functies overziet dat contact opneemt met je huisarts wanneer er enige vorm van afwijking voordoet. Je besturingssysteem van je auto die een afspraak maakt met de lokale garage wanneer er een gevaarlijk mankement is gevonden. Zelflerende en anticiperende apparatuur die de toekomst vormen op basis van sensoren en Big Data.

43


BIJLAGE 2 STATE OF THE ART Trendpiramide 3 Micro Serious gaming Mega Komst van digi in de klas Maxi Digitalisering

Makerspaces Makerspaces zijn fysieke, digitale maak-plekken die binnen het onderwijs worden gebouwd. Scholieren kunnen nu naast het vergaren van materiaal en kennis op de nieuwe media nu ook hun creativiteit om te zetten tot een prototype. Door de nieuwste ontwikkelingen in de technologie, zoals bijvoorbeeld 3D printers, is er nu voor scholieren de mogelijkheid om een echt product/prototype te ontwikkelen.

Serious gaming Met de komst van krachtigere consoles (computer, Xbox en Playstation) zijn er meerdere mogelijkheden om de ‘gaming experience’ te vergroten. Éen van die toepassingen is het combineren van 4D en virtual reality. (weareable.com, 2015) Komst van digi in de klas Deze ontwikkeling is breed te interpreteren. Door de technologische ontwikkelingen kan onderwijs op een effectievere manier worden overgebracht. Denk bijvoorbeeld aan hologrammen bij biologie. (cio.com, 2016)

Trendpiramide 4 Micro Persoonlijke leeromgevingen Mega E-learning Maxi Digitalisering Persoonlijke leeromgevingen Een voorbeeld van persoonlijke leeromgevingen zijn bijvoorbeeld online platformen. Ook een voorbeeld is vanuit Amerika waarbij leerlingen zelf hun eigen roosters mogen maken aan de hand van de aangeboden lessen. Zo leren de scholieren verantwoordelijkheid en consequenties van de gemaakte keuzes. (Lin, Chen & Chai, 2015) Een ander voorbeeld van online leeromgevingen is het betrekken van andere studenten over de wereld. Dit voorbeeld komt uit Australie. Zij laten hun studenten, door middel van buitenlandse stages, kennismaken met andere studenten en bieden een online ‘study community’ aan met professionele mentoren om het proces te begeleiden. (Lin, Chen & Chai, 2015) E-leaning In Zuid-Korea hebben scholen het gedrukte boek vervangen voor een digitale versie. Zo kunnen studenten overal en altijd leren wanneer het hen uitkomt. De uren die online worden gespendeerd tellen als aanwezigheidsuren. Dit is een creatieve vorm van e-learning. (Lin, Chen & Chai, 2015) Trendpiramide 6 Micro Meer gemotiveerde scholieren/studenten Mega Zelf kennis vergaren via nieuwe media Maxi Het nieuwe leren Zelf kennis vergaren via nieuwe media In Denemarken is het tijdens examens toegestaan gebruik te maken van het internet en sociale media. Zo zijn zij in staat informatie op te zoeken en leren zij van deze zoektocht. Het is niet toegestaan chatsites of email te gebruiken om informatie uit te wisselen met medestudenten tijdens het examen. (Cho, Caleon & Kapur, 2015)

44

45


BIJLAGE 3 INTERVIEWS Interview 1 Interview: Leeftijd: Niveau:

Jennifer Uitenhout 17 VWO (6)

Hoe heb je je georiënteerd voor je vervolgstudie? Ik heb vanaf VWO 4 zoveel mogelijk opendagen bezocht van verschillende scholen. Daar heb je allemaal voorlichting rondes van studies en dat soort dingen. En, via school kregen we de website studiekeuze123.nl. Daar heb je dan allemaal testen die we moesten maken. Interesse testen, studiekeuze testen en dat soort dingen. En dan krijg je een advies wat er bij jou past en ehm, ik heb ook een aantal gesprekken gehad met mijn decaan op school. Die heeft ook tips gegeven over wat ik wel en niet kan doen. En ook nog meeloop dagen en open dagen vooral. Hoe ben je bij die school/opleiding gekomen? Zoals ik net al zij heb ik heel veel open dagen bezocht. Eh, ja daar gaven allemaal mensen van die studies voorlichtingen wat het inhoud. Ik heb heel lang getwijfeld wat ik wilde doen. Ik ben ook in leiden geweest, en in in Nijmegen. Ik wilde in eerste instantie heel graag een dubbel studie doen, en dat is dan Recht en Bedrijfskunde. Omdat ik best wel heel veel dingen leuk vind en ik kon niet zo goed kiezen. Dus dat was eigenlijk toen die bedoeling. Maar nadat ik naar een open dag ben geweest ben ik ook nog naar een meeloop dag geweest, en toen kwam ik er toch achter dat het toch niet helemaal iets voor mij was. Dus toen ben ik toch nog verder gaan zoeken en omdat ik zelf ook uit Utrecht kom had ik wel voorkeur om wel te gaan studeren in Utrecht en dan wel zelf in Barneveld blijven wonen zodat het wel lekker te bereizen is. Dus toen ook daar open dagen bezocht en brede opleidingen gezocht. En toen vond ik deze studie. Daar ben ik toen ook van naar een open dag geweest en een mee loop dag. Welke manier zijn er nog meer om je te oriënteren, denk je? Ik heb er best wel veel voor gedaan en ook best wel veel mensen gesproken over hun werk en studie en dat soort dingen. Maar ik denk dat dat het belangrijkste is. Dat je vooral in contact komt met mensen die in een bepaalde richting en vakgebied bezig zijn zodat je aan de hand van die verhalen kan beoordelen of iets wel of niet bij je past. En verder denk ik dat je vooral veel scholen moet bezoeken en testen moet maken. Heb je het gevoel dat je weet wat je te wachten staat nu je je hebt georiënteerd? Van de studie die ik uiteindelijk heb gekozen is een speciale matching dag geweest. Dat is anders dan een open dag, want daar krijg je alleen voorlichting en dat is best wel algemeen. En een meeloop ddag is dan voor de mensen die dan na de open dag nog geïnteresseerd zijn in de studie die kunnen dan een dagje meelopen om te ervaren hoe het is om de studie te doen. En na de meeloop dag heb je een matchingsdag. Dat is dan als je jezelf ook hebt ingeschreven aan de studie. Je gaat dan voor die tijd een opdracht maken en die ga je tijdens die dag dan helemaal bespreken. En krijg je ook een hoorcollege zoals dat in de studie ook gegeven wordt. En een werk college. Zodat je in een dag ervaart wat je allemaal doet als je die studie doet. Dus ik denk dat ik wel een goed beeld heb van hoe mijn dag er dan uit gaat zien en wat me allemaal te wachten staat.

Waarop baseer je je studiekeuze? Zoals ik al zij. Ik wilde me niet richten op een vakgebied omdat ik heel veel dingen interessant vind. En dat de school lekker dichtbij is. En dat ik na de matching dag nog steeds een goed gevoel had, ik vond het eigenlijk alleen nog maar leuker. Dus daarop heb ik mijn studiekeuze gebaseerd.

Interview 2 Dhr. F. Numan Decaan Regius College Schagen Hoelang heeft u deze functie al? Oeh, ik heb deze functie nu zo’n.. 4,5 jaar. Hiervoor was ik afdelingsmanager voor de hogere klassen. Hoeveel scholieren krijgt u gemiddeld per studiejaar? Pfoe, dat wisselt heel erg. Als ik een gemiddelde moet nemen zijn er 5 examenklassen met zo’n 25 scholieren. Van deze klassen kloppen gemiddeld 10 scholieren per klas bij mij aan. Hoe adviseer je scholieren te oriënteren? Allereerst een studiekeuzetest om uit te vinden welke richting hen het beste ligt. Daarna het bezoeken van open dagen. Ook het bezoeken van de Carrièrebeurs in Utrecht beveel ik weleens aan om een beeld te krijgen van de hoeveelheid mogelijkheden er zijn voor in de toekomst. En welke manieren zijn er zoal? Als een scholier een richting heeft gekozen kunnen zij via de Hogeschool een meeloopdag aanvragen. Vaak geef ik folders of flyers mee. Ik vind namelijk dat de scholier zelf ook verantwoordelijkheid is voor zijn/haar toekomst. Ik ben er slechts om te helpen. Bezoekt u frequent opleidingen die u aanbied voor scholieren? Elk jaar wordt er een symposium georganiseerd voor decanen waarbij hogescholen en universiteiten vertellen over opleidingen. Bij zo’n symposium vertellen andere decanen over een andere aanpak die zij hanteren en daar leer ik weer van. Bepaalde Hogescholen sturen mij elk jaar nieuwe informatie over de opleidingen die zij aanbieden. Is de keuze die u aanbied een soort bindend advies? Nee. Mijn advies is ook echt bedoeld als advies. Zoals ik al eerder zei vind ik dat de verantwoordelijkheid bij de scholier ligt.

Wat neem je mee in je besluit? Ik denk dat het voor heel veel mensen anders is wat ze allemaal meenemen in hun besluit. Maar voor mij was het heel belangrijk… Ik vind het heel lastig om te kiezen en met deze studie kan ik nog steeds rechten en bedrijfskunde en zelfs technische vakken zoals wiskunde doen. Maar ook psychologie en schrijven vind ik ook heel leuk. Dat kan ik allemaal combineren dat was voor mij heel belangrijk. En wat voor mij ook heel belangrijk was is dat de school niet te ver was want ik wil lekker thuis blijven wonen dus daar heb ik ook wel echt voor gekozen.

46

47


BIJLAGE 3 INTERVIEWS Interview 3 Interview Femke Derdejaars MBO student Q: Zou je jezelf even kort voor kunnen stellen? A: Mijn naam is Femke en ik doe de studie tot allround schoonheidsspecialiste op het MBO niveau vier. Q: Hoe heb jij je georiĂŤnteerd voor je vervolgstudie? A: Nou, ik wist al heel lang dat ik mij nog meer wilde verdiepen als schoonheidsspecialiste. Ik zat alleen nog te twijfel over welke hogeschool ik mijn vervolgopleiding moest doen, namelijk in Den Haag of in Rotterdam. Ook zat ik een beetje met het reizen er naar toe omdat ik geen recht meer heb op OV. Daarom ging ik naar twee open avonden: eentje in Rotterdam en eentje in Den Haag. Ook heb ik een meeloopdag gehad. Verder heb ik veel gelet op borden langs de weg en folders die ik kreeg over Hogescholen. Q: Jij bent naar twee verschillende scholen geweest. Je hebt voor Rotterdam gekozen. Waarom koos jij voor die school? A: Nou, dat heeft ook een beetje met geld te maken. Als ik naar Den Haag ging, zou het ook duurder zijn qua reizen.

Q: Okee. Heb jij meerdere open dagen van opleidingen bezocht? A: Als ik niet zeker wist wat ik leuk vind, zou ik dat doen ja. Maar dat is bij mij niet het geval. Q: Wat neem jij mee voor een vervolgkeuze? A: De duur van de opleiding en wat ik er mee kan bereiken. Hoe maakt dit mijn positie op de arbeidsmarkt sterker wanneer ik deze studie zou afronden? Dat is heel belangrijk voor mij. Q: Als jij naar een open dag gaat, wat wil je dan weten over de school en studie? A: Het schoolgeld en hoe lang het duurt. Of je stage hebt. Wat je in het eerste jaar leert of juist in het laatste jaar. Dat soort dingen. Q: Zijn er dingen waarvan ij vind dat ze nog beter of duidelijker kunnen bij een open dag? A: Ja zeker. Laatst hielp ik mee bij een open dag bij mijn opleiding. Samen met wat studiegenoten zouden we voorbeelden laten zien van wat behandelingen, maar we hebben gewoon op de hele avond geen enkele bezoeker gezien! Q: Hoe denk je dat het komt? A: niet duidelijk aangegeven, denk ik.

Q: Was er ook iets in de sfeer in Rotterdam of iets anders wat jou meer aantrok? A: Ja, in Rotterdam was een docent die heel veel moeite voor mij deed. Ik was niet een van de kids die kwam kijken maar zij vroeg echt mijn e-mail adres en alles zodat ze me nog meer informatie kon sturen. Ze deed heel erg haar best zodat ik de opleiding bij haar zou gaan volgen. Q: Welke manieren zijn er nog meer om je goed te oriĂŤnteren over een studiekeuze? A: Ik denk aan een brochure, een test op het internet. En ook rondvragen in je buurt over wat een goede school is en wat een goede opleiding is. Die school in Den Haag hoorde ik goede verhalen over, maar uiteindelijk ben ik niet gegaan voor die school maar voor die school in Rotterdam omdat ik daar nog meer goede verhalen over hoorde. Q: Heb jij het gevoel dat je weet wat je te wachten staat op je vervolgopleiding? A: Jawel, maar ik denk wel dat het een flinke overgang is. Door het reizen maak ik straks lange dagen en moet ik vroeg opstaan. Dat komt er allemaal bij kijken. Q: Had je door de open dagen het idee dat je nu goed weet wat je te wachten staat? A: Nou, in Den Haag had ik dat idee wel meer dan in Rotterdam. Toen werd er bij de meeloopdag echt duidelijk gemaakt hoe het dagelijks programma er uit ziet op de opleiding. Ik liep toen ook echt een hele dag mee. Toen had ik wel een duidelijk beeld van wat me te wachten zou staan. Bij Rotterdam heb ik dat eigenlijk niet echt. Q: Dat is blijkbaar niet heel belangrijk voor jou in je studiekeuze, aangezien je voor Rotterdam hebt gekozen? A: Nee, dat zie ik dan wel. Q: En hoe de school eruit ziet? A: Ja, dat vind ik wel heel bepalend. Q: Heb je het idee dat je een betrouwbare indruk hebt van de school? A: Nee, absoluut niet. Het gebouw wordt dan veel mooier gemaakt. Daar irriteerde ik mij aan maar ik heb uiteindelijk toch besloten om naar Rotterdam te gaan. Vooral na het gesprek met de docent die ik daar sprak.

48

49


BIJLAGE 3 INTERVIEWS Interview 4 Interview Hannah 5 HAVO

Q: Is er nog iets wat ontbreekt volgens jou in zo’n meeloopdag of open dag? A: Ja, wat wel is bij zo’n meeloopdag, is dat je een kleine selectie ziet van de vakken die je gaat volgen. Je kan daar niet goed je opleiding op beoordelen vind ik. Dat zou ik graag duidelijker willen hebben.

Q: Hoi Hannah, zou je kort iets over jezelf kunnen vertellen? A: Ik ben Hannah, 16 jaar oud en ik zit in 5 havo Q: Hoe heb jij je georiënteerd voor je vervolgstudie? En wat is je vervolgstudie? A: Ik ga de opleiding Pabo doen en ik heb mij georiënteerd door eigenlijk te bedenken voor mijzelf wat ik echt leuk vind, en dat is met kinderen omgaan. Nou, dan kom je al snel bij het beroep juf en de opleiding pabo. Q: Okee. Je hebt waarschijnlijk al een school gekozen. Ben je naar open dagen geweest? A: Ja, maar ik houd niet zo van open dagen want dan laat een school alleen de goede kanten van de school en opleiding zien. Daarom heb ik ook meegelopen met de opleiding. En eigenlijk vind ik meelopen wel beter dan open dagen. Q: Wat maak je dan mee met zo’n meeloopdag? A: Nou, dan maak je echt de lessen mee. En dan zit er niet allemaal poespas, mooie planten enz, in elk lokaal. Dan maak je echt mee hoe de studie is. Op zo’n open dag vertellen ze alleen maar de goede kanten van een opleiding. Q: Welke manieren zijn er nog meer om je te oriënteren over een school of opleiding, denk jij? A: Praten met vrienden, en aan je ouders vragen over wat zij denken dat het beste bij je past. Als je weet wat goede kwaliteiten van jezelf zijn, dan moet je vooral in die richting gaan zoeken. Q: Heb jij het gevoel dat je weet wat je te wachten staat op je vervolgopleidng? A: Op zich wel. Ik weet natuurlijk niet helemaal hoe de stof zal zijn maar ik weet wel wat ik kan verwachten qua studie indeling en stage, enz. Q: Wat denk je dat niet weet? A: Nou, bijvoorbeeld: wat je moet weten over een kind en stoornissen, enz. Ik weet niet wat ik moet verwachten over hoe je zelf lessen moet voorbereiden. Q: Maar je denkt wel dat je een duidelijk beeld hebt van hoe de school eruit ziet? A: Ja, dat wel. Q: Zijn er meerdere opleidingen waarvan je open dagen hebt bezocht? A: Ja, maar die heb ik niet bezocht. Ik ben wel naar een soort van beurs geweest. Daar had je dan allemaal kraampjes van scholen en daar heb ik toen wel gehoord van verschillende scholen over welke opleidingen ze bieden. Q: Wat neem jij mee in je besluit om te kiezen voor een school en opleiding? A: Een kleinere school spreekt mij veel meer aan dan een massale school. En ik heb van verschillende mensen gehoord dat het een goede school is en dat je er goed wordt opgeleid. Q: Bij zo’n meeloopdag, wat vind jij belangrijk om te weten? A: Ik wil gewoon weten hoe de leraren zijn, qua contact, en ik wil weten hoe je leert: leer je uit boeken of gaat het digitaal via laptops? Heb je veel hoorcolleges of moet je veel praktische opdrachten maken? Daar was ik vooral benieuwd naar bij zo’n meeloopdag.

50

51


BIJLAGE 4 BRAINSTORM

52

53


BIJLAGE 5 CONCEPTEN Concept 1 Artificial intelligence: The Study Buddy Het idee: wat. Een software (besturings) programma gebaseerd op AI (artificial intelligence, zelfdenkend – intelligent, volgens Copeland, J. 2000) dat kinderen motiveert om te leren, hierbij ondersteunt en begeleid tijdens het maken van opdrachten en huiswerk. Tijdmanagement en tijdsbewaking liggen ook centraal binnen het programma. De software wordt gepresenteerd als een platform welke helpt jouw kind te leren en te plannen tijdens zijn of haar basisschooltraject. De software is voor een groot deel op de achtergrond van de computer aanwezig en werkt samen met de door de ouders ingestelde programma’s. In eerste instantie is het programma bruikbaar op de computer, tablet en/ of smartphone. Het programma is niet permanent zichtbaar aanwezig. In principe kan het programma geopend worden door een leraar of ouder om instellingen aan te passen en activeert het verder alleen wanneer het kind hulp nodig heeft. Bij een oproep komt er een ‘Study Buddy’ tevoorschijn en helpt het kind de juiste richting op. De ‘Study buddy’ kan dan verschillende vormen aannemen maar voor de beeldvorming nu gaat het om een 3D avatar op het beeldscherm die door middel van gesproken of geschreven tekst kan helpen. Niet alleen helpt de Study Buddy met het maken van huiswerk maar ook houdt hij bij wat je voortgang is op het gebied van kennis. De Study Buddy kan worden ingezet als ‘parent control’ en vertelt uw kind dat hij/zij genoeg minuten heeft gespendeerd online of op dergelijke games. De Study Buddy is in staat deze games dan ook af te sluiten waar nodig. Je kunt je Study Buddy zelf vormgeven en bij goede resultaten of behaalde planningen krijg je beloningen. Deze beloningen kun je inwisselen voor ‘gametijd’ of andere vrijetijdsbestedingen. Hoeveel verantwoordelijkheid de Study Buddy krijgt is geheel aan de ouders zelf. Het softwareprogramma is op elk onderdeel apart in te stellen en kan dus per kind anders worden vormgegeven.

• Doelgroep (wie) Basisonderwijs met focus op het bovenbouw klassen doordat zij vaak huiswerk meekrijgen waarbij de software van pas zou kunnen komen. (educatie-en-school.infonu.nl, z.d.) • Tijdsbestek (wanneer) 2018/2019 Start nieuw schooljaar • Realisatie/visualisatie (Hoe) Het gaat om het ontwikkelen van software waarbij veel zoekresultaten en mogelijkheden al zijn voorgeprogrammeerd. Bij de visualisatie moet worden nagedacht over de wensen van een kind. Omdat de software kan worden aangeboden voor kinderen in het lagere onderwijs en het hogere onderwijs op de basisschool. Het kind is zelf in staat zijn/haar Study Buddy vorm te geven naar zijn/haar wensen.

The Study Buddy is in eerste instantie een vorm van e-learning. Het is de bedoeling dat er een gemêleerde vorm wordt ontwikkeld waarin ouders, docenten of soortgelijke vrienden en familie deel kunnen nemen binnen het leertraject van het kind in kwestie en zullen kunnen samenwerken met The Study buddy. Wij zien veel mogelijkheden om dit concept uit te werken tot een leuke en originele media innovatie. Het basisidee, zoals hierboven beschreven, is veelzijdig en sluit aan bij de trendpiramides die eerder zijn gemaakt in het vooronderzoek. (Microtrends: persoonlijke leeromgevingen, meer gemotiveerde studenten/scholieren, serious gaming). Het idee is ontstaan vanuit inspiratie uit de State of the Art ontwikkeling. Zie hieronder een stuk uit ons vooronderzoek State of the Art: Een voorbeeld van persoonlijke leeromgevingen zijn bijvoorbeeld online platformen. Ook een voorbeeld is vanuit Amerika waarbij leerlingen zelf hun eigen roosters mogen maken aan de hand van de aangeboden lessen. Zo leren de scholieren verantwoordelijkheid en consequenties van de gemaakte keuzes. (Lin, Chen & Chai, 2015)

Ook het toevoegen van alternatieven (zie kunst, drama en muziek) lessen zijn mogelijk. De Study Buddy is zoals het woord al verraad een (online) maatje om kinderen te helpen binnen het basisonderwijs. De software vervangt niet het reguliere onderwijs maar ondersteunt het leerproces van het kind als individu. In het kort De Study Buddy kan: - Helpen met het maken van een planning en houdt je op koers tijdens het leertraject; - Website(s) blokkeren of afsluiten (Parent control); - Studieresultaten bijhouden; - Helpen met de juiste zoekresultaten om informatie op te zoeken; - Gerichte lesstof aanbieden voor onderontwikkelde kennis. • Waarom product/dienst nodig? (waarom) Uit onderzoek is gebleken dat een kind de leerstof relevant moet vinden en zich betrokken moet voelen voordat het gemotiveerd is en onaf geleid kan leren. (Schuit, Vrieze & Sleegers, 2011) Volgens de filosofie van Het Nieuwe Leren is het van belang dat kinderen leren plannen en de waarde inzien van de mogelijkheden van ICT.

54

55


BIJLAGE 5 CONCEPTEN Concept 2 Your Education Design your own future IDEA Door de maxitrend digitalisering zijn de megatrends e-learning en leren via virtual reality ontstaan; hieruit ontstond bijvoorbeeld de mictrotrend MOOC (massive online open course: onlinecursussen waar iedereen zich voor kan inschrijven). Geïnspireerd door deze trends is het concept ‘Your Education’ bedacht. Your Education is een online platform zodat iedere student zijn/haar eigen studieroute kan bepalen. Veel studenten balen van de vakken die ze volgen waar ze eigenlijk niks aan hebben of niet geïnteresseerd in zijn. Onvoldoende motivatie is voor veel studenten ook een reden om te stoppen met een opleiding (NRC, 2014). Door studenten zelf te laten kiezen welke vakken ze volgen en/of zich in willen specialiseren zorg je voor meer motivatie en ontwikkeld iedere student een bepaalde specialisatie in het vakgebied waar hij/zij later werkzaam in zal zijn. Een specialisatie versterkt ook hun positie als potentieel werknemer of juist als zzp’er of freelancer tegenover klanten en concurrenten. WHY Deze dienst is nodig omdat veel studenten afstuderen met hetzelfde curriculum. In de praktijk is een specialisatie meer vereist en of gewenst om je zo te kunnen onderscheiden van de massa. Veel studenten zijn echter beperkt in de mogelijkheid tot specialisatie omdat het studieprogramma van de opleiding weinig mogelijkheden biedt tot het volgen van lessen van docenten van een andere universiteit of hogeschool. Een persoonlijke keuze voor een bepaalde les of specialisatie werkt motiverend; waardoor er minder studenten af zullen haken maar in plaats daarvan zich juist sneller ontwikkelen door de vakken te volgen waar de student interesse in heeft en zich in wilt specialiseren. WHO Studenten in het hoger beroeps onderwijs. WHEN Als het systeem ontwikkeld is en goed gekeurd door onderwijsinstanties kan het in werkingen worden gesteld in het schooljaar 2018/2019. HOW Door een online platform te ontwikkelen, bestaande uit een bibliotheek van online lessen van hoog aangeschreven docenten in het vakgebied waarin de student zich wil specialiseren. Alle vereiste technologie voor een online leerplatform zijn reeds ontwikkeld en zullen, wanneer samengevoegd, zich versterken tot een nieuw innovatief online onderwijsproduct. ABOUT Op het platform ‘Your Education’ kunnen studenten kiezen welke online lessen ze willen volgen. Zo hoeven ze dus niet het hele vakkenpakket van een bepaalde opleiding te volgen, willen ze hun diploma halen. Wanneer de student weet dat hij/zij met een bepaald vak later niets gaat doen, zal hij of zij er ook niet gemotiveerd naar toe gaan. Met Your Education maakt de student eigen keuzes en is dus gemotiveerder. Elk opleiding heeft zijn eigen basiscompetenties waarin je je als student moet ontwikkelen en/of verbeteren. Via Your Education heeft de student de mogelijkheid om zelf te kiezen welke competenties ze meer in hun vak pakket willen laten terugkomen en welke competentie ze minder behandeld willen zien in hun leerprogramma. De ene student wil zich namelijk meer richten op praktijk en de ander wil juist meer theorie. Your Education biedt iedere student de mogelijkheid om zich optimaal te ontwikkelen zoals hij/zij zelf wilt.

56

57


BIJLAGE 5 CONCEPTEN Concept 3 Adaptive technology – Cookie voor kennis Het idee (wat) Een software (besturings)programma met een ingebouwd ‘cookie systeem’ om het gedrag van de student te achterhalen. Door cookies op het internet weet de computer waar onze behoeftes liggen en waar wij naar opzoek zijn. Deze informatie wordt vaak gebruikt voor marketingdoeleinden. Kijk bijvoorbeeld bij Facebook. De door jouw gezochte gele regenjas op Zalando.nl wordt kort na het zoeken geadverteerd op Facebook. Dit komt doordat de ‘cookies’ jouw zoekresultaten onthouden en zo gepersonaliseerde advertenties voor jou aanbieden. ‘Adaptive technology’ wordt dit genoemd. Deze technologie kunnen wij inzetten om het gedrag van scholieren vast te leggen en te kijken op welke gebieden zij langer tijd nodig hebben en op welke manier zij problemen oplossen. Deze informatie (oftewel data) wordt tot op heden niet gebruikt voor educatie. Door scholieren, via een tablet, deel te laten nemen aan opdrachten in spelvorm komen zij met oplossingen. Deze oplossingen kunnen statistisch gezien correct zijn, maar de manier hoe zij aan de informatie zijn gekomen en hoelang zij hierover hebben gedaan kan worden geanalyseerd. Het is slechts een leertool en vervangt niet het reguliere onderwijs van de docent. Het helpt de docent slechts met het achterhalen welke valkuilen bij de scholier aanwezig zijn. Trends en problemen Vanuit de trends gekeken in het nieuwe leren speelt Cookie voor Kennis in op verschillende microtrends; gepersonaliseerd leren, blended learning en serious gaming. Doordat het per leerling verschilt welke resultaten er uit de data naar voren komt is het zeer gepersonaliseerd. Een leerling die snel de (bijvoorbeeld) rekenopdracht heeft voltooid hoeft geen extra sturing op dat gebied. Het is blended learning omdat het niet het reguliere onderwijs vervangt. Wel heeft de docent meer een begeleidende vorm doordat zij niet klassikaal bepaalde valkuilen kan bespreken omdat dit voor iedere leerling anders is (mits op grote schaal aanwezig). De trend ‘serious gaming’ is misschien niet op grote schaal aanwezig maar zeker wel terug te vinden in het concept. Doordat de leerlingen via software spelenderwijs opdrachten uitvoeren kun je het concept ook koppelen aan serious gaming. De kern bij serious gaming is het leren door middel van een game (spel). Waarom product/dienst nodig? Door een test/toets af te nemen zijn er, bijvoorbeeld bij rekenen, talloze mogelijkheden om tot het juiste antwoord te komen. De docent ziet niet hoe de leerling tot dit antwoord is gekomen en hoelang hij/zij erover heeft gedaan (per vraag, niet per toets). Door Cookie voor Kennis te gebruiken kun je via data achterhalen waar de leerling moeite mee heeft en zo hem/ haar begeleiden. Zo wordt er gekeken naar het kind als individu.

58

59


BIJLAGE 5 CONCEPTEN Concept 4 Blended Adaption Gebaseerd op trends: Big Data (Learning analytics), Blended learning, adaptieve leeromgevingen, Cloud computing, IoT. IDEA Er bestaan al jaren mogelijkheden tot het volgen van een online studieprogramma – neem bijvoorbeeld het LOI, NCOI of het NTI, dit zijn allen organisaties waar de optie wordt gegeven vanuit huis de studie te volgen en te voltooien. Overigens bieden deze organisaties vaak ook een klassikale les vorm aan naast deze online mogelijkheden. Binnen die online mogelijkheden zijn ondanks de vrijheid ‘les te volgen’ op het moment dat studenten dit zelf willen, zitten zij nog steeds vast aan ‘klassieke’ lesperiodes, deadlines en of de snelheid van het oorspronkelijke lesprogramma. Blended Adaption (w.i.p. naam) is een online adaptieve leeromgeving gebaseerd op Big Data en de Internet of Things. Het is een lesprogramma (Bachelor en/of Master) wat gaande weg wordt aangepast gebaseerd op verzamelde informatie over de desbetreffende student. Informatie, of Big Data, die verzameld wordt aan de hand van het gebruik van apps, programma’s, clouds etc. Informatie over de snelheid waarop iemand door zijn of haar opdrachten heen werkt, wat voor resultaten worden behaald, maar ook over wat voor slaappatroon of werkrooster iemand heeft bijvoorbeeld. Zo zou het lesprogramma kunnen worden aangepast wanneer het blijkt dat iemand vaak onrustig slaapt tussen bepaalde tijden, of een grote werkdruk vanuit een betaalde baan ervaart in bepaalde periodes. Dit kan allemaal aan de hand van data worden aangepast zonder dat de student hier zelf omkijken naar heeft. WHY Er zijn door de jaren heen al talloze onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat niet iedereen op dezelfde momenten even effectief kan functioneren. Het zou bijna raar genoemd kunnen worden dat er nog geen aanpasbare ‘vloeibare’ lesomgeving is, gebaseerd op de informatie die in de vorm van Big Data al voor het oprapen ligt. WHO (Potentiele) studenten die niet optimaal functioneren in een klassieke leeromgeving. WHEN In principe is het een kwestie van het coderen van een app en het maken van algoritmes. Dit hoeft niet lang te duren. Hoeveel tijd het implementeren hiervan kost is discutabel. Een indicatie zou kunnen zijn dat dit 3 maanden zou duren. HOW Een online lesprogramma wat zich aanpast aan de capaciteiten en resultaten van de student, zowel als zijn of haar leefomstandigheden en ritme waarin deze leeft.

60

61


BIJLAGE 5 CONCEPTEN Concept 5 Virtuele meeloopdagen IDEA Meeloopdagen en open dagen op hogescholen en open dagen zijn bedoeld om geïnteresseerden een idee te geven van hoe de school of universiteit in kwestie eruit ziet, hoe deze werkt en te werk gaat en of deze bij hen zou passen. Meeloopdagen zijn vaak een ‘rompslomp’ om te regelen en geven niet altijd een helder, kloppend of compleet beeld van wat een potentiele student mag verwachten binnen de studie waarin hij of zij meeloopt. Ook is er vaak bij scholen en universiteiten een kwestie van een ‘open dagen seizoen’; een korte periode waarin alle scholen open dagen organiseren – vaak voorafgaand aan een periode van inschrijvingen. Het kan dan voorkomen dat een datum niet uit komt voor iemand om een open dag te bezoeken, of dat iemand op een ander moment dan binnen dit seizoen is geïnteresseerd in een school of universiteit. Een oplossing hiervoor kan simpel zijn; een virtuele meeloopdag. Het maken van een 360 graden filmpje om het exterieur en interieur van een universiteit en/of hogeschool te leren kennen (denk aan google maps streetview) kost vandaag de dag relatief weinig tijd/middelen en kan in principe online elk moment van de dag bekeken worden. Ook worden op veel scholen hoor (en of werk)colleges audiovisueel opgenomen. Ook wanneer dit niet het geval is, kan dit vrij simpel worden gedaan. Het resultaat is dan dat iemand de sfeer binnen een school kan proeven en een idee kan krijgen van hoe lesstof wordt behandeld en hoe lessen eraan toe gaan. Ook zouden hiervoor speciale opnames kunnen worden gemaakt zodat iemand bijvoorbeeld echt deel kan nemen aan een college door middel van het beantwoorden van vragen die hierin worden gesteld (Denk dan aan een scherm wat bevriest en een optie van 4 multiple choice antwoorden). Ook zou wanneer de virtuele meeloopdagen via een sociaal online platform worden aangeboden, eventuele vragen ook nog vooraf of Live kunnen worden beantwoord door studenten van de desbetreffende school. WHY Data van open dagen komen niet altijd uit, meeloopdagen zijn niet altijd accuraat en/of potentiele studenten voelen zich niet op hun gemak hier deel aan te nemen. WHO Potentiele studenten aan Hoge scholen en/of universiteiten. WHEN Zodra de desbetreffende film onderdelen zijn geschoten. Al het materiaal kan binnen een maand klaar voor gebruik zijn. HOW Een online omgeving a la google maps streetview om ‘het terrein’ binnen en rondom een school te leren kennen met daarnaast online te vinden films van hoor en werkcolleges die functioneren als meeloopdag.

62

63


BIJLAGE 6 FEEDBACK

64

65


BIJLAGE 6 FEEDBACK

66

67


BIJLAGE 6 FEEDBACK

68

69


BIJLAGE 7 JAVELIN BOARD Javelin Board Lisa

Respondent 2 Respondent 2 is een moeder van een dochter die zich momenteel oriënteert voor een HBO opleiding.

Who is your customer? Ouders/verzorgers van eindejaars scholieren die zich orienteren voor een HBO opleiding.

Respondent 2 hecht veel waarde aan de status van de opleiding en wil dat haar kind opgroeit/leert in een veilige omgeving. Op de aanname of zij de mening van andere ouders/verzorgers belangrijk vind antwoordt ze; “Nee, mijn kind is volwassen genoeg om eigen keuzes te maken. Ik heb wel informatie opgezocht om haar keuze te begrijpen. Heb simpelweg niet overal verstand van. En ik vind het belangrijk of er werk in te vinden is.”

What is the problem? Phrase it from your customer’s perspective De ouders/verzorgers willen weten waar hun kinderen komen te studeren.

De respondent heeft niet actief gezocht naar informatie in de tijd dat haar dochter aan het oriënteren was. Wel heeft zij suggesties gegeven over bepaalde opleidingen die haar interessant leken voor haar dochter.

List the assumptions that must hold true, for your hypothesis to be true. 1. Ouders/verzorger willen dat hun kinderen studeren op de beste school. 2. Ouders/verzorger vindt mening van andere ouders belangrijk. 3. Ouders/verzorger is opzoek naar meer informatie om definitieve studiekeuze te maken. 4. Ouders verzorger wil dat zijn/haar kind zich op zijn gemak voelt. 5. Ouders/verzorger hecht waarde aan aanwezige faciliteiten.

Met aanname 4 is de respondent het niet mee eens. Zij vindt namelijk dat als je een studie kiest met veel uitstroommogelijkheden je, op latere leeftijd, een gerichtere studie kan gaan volgen. Zij is namelijk van mening dat je op zo’n jonge leeftijd nog geen keuze kan maken.

Uitkomsten Respondent 1 Respondent 2 Respondent 3 Respondent 4 Respondent 5 Aanname 1 Aanname 2 Aanname 3 Aanname 4 Aanname 5 Respondent 1 Respondent 1 is moeder van 5 kinderen waarvan de jongste zich momenteel oriënteert op een studie nadat zij heeft gewerkt bij defensie. Op de aanname ‘Ouders/verzorger willen dat hun kinderen studeren op de beste school’ reageert zij als volgt: “Nee, ik hecht weinig waarde aan een status van een opleiding mits dit niet te maken heeft met het gegeven onderwijs uiteraard. Zelf vind ik het belangrijk dat mijn kinderen zich prettig voelen op een Hogeschool zodat zij gemotiveerd blijven.” Met deze quote kan worden geconcludeerd dat zij het aanname 1 niet bevestigd maar aanname 4 (Ouders verzorger wil dat zijn/haar kind zich op zijn gemak voelt) wel. Respondent 1 vindt de mening van andere ouders/verzorgers belangrijk als zij ervaringsdeskundige zijn. Zij hecht niet veel waarde aan meningen van andere die niet gebaseerd zijn op een eigen ervaring. Ook een bepaald incident ziet zij niet als negatief. Zij noemt als voorbeeld het ‘Inholland incident’ waarbij ze uitlegt dat dit slechts eenmalig is gebeurd en niet kan gelden voor alle opleidingen en scholen van Inholland.

De respondent hecht wel waarde aan bepaalde faciliteiten. Hierop geeft zij een aantal voorbeelden; “Als het naast het station zit vind ik dit prettig. Als mijn dochter is Amsterdam komt te studeren vind ik het een naar idee dat zij tot laat nog door Amsterdam zou kunnen ronddwalen. Ook het aanbieden van werk (in de vorm van werkstudent) zie ik als een voordeel die de school kan bieden als extra ‘faciliteit’. Zo leert en werkt ze op dezelfde locatie en dit kan alleen maar zijn vruchten afwerpen in de toekomst Respondent 3 Respondent 3 is een vader van een zoon welke op dit moment zich alvast oriënteert voor zijn HBO opleiding. Zijn zoon moet nog 1 jaar op het voortgezet onderwijs voordat hij mag gaan studeren. De vader is het eens met de aanname dat hij wil dat zijn zoon op de beste school gaat studeren. Hij sluit particulier onderwijs wel uit vanwege de hoge kosten. “Als ik dit kon betalen, had ik daar zeker over nagedacht.”. Ook stelt de vader dat hij zelf een aanname heeft dat op opleidingen die goed staan aangeschreven vaak goede studenten zitten die actief bezig zijn met de toekomst. “Goede invloeden van studenten is natuurlijk positief en hiermee bouw je direct een netwerk op.”. De mening van andere ouders/verzorgers zijn altijd welkom volgens deze vader. De vader is het niet eens met aanname 3. “Helemaal niet. Het is mijn kind en ik weet wel wat het beste is voor hem.” De vader zoekt vaak extra informatie over de opleidingen die zijn zoon voorlegt. Hij geeft toe over zoveel mogelijk informatie te willen beschikken en gaat dan ook graag mee naar open dagen. Hiermee bevestigd hij aanname 4. Of hij het belangrijk vindt dat zijn zoon zich op zijn gemakt voelt op een school antwoordt hij “Natuurlijk, maar dit ligt dan ook grote deels aan de school zelf.”. Als er wordt doorgevraagd op deze mening stelt hij dat zijn zoon zich snel ergens thuis voelt mits de faciliteiten onvoldoende zijn. Vanuit deze mening bevestigd hij aanname 5. De vader vind een kantine met lange openingstijden en rustige studeerruimte een pre op hogescholen en universiteiten.

Op de aanname dat ouders/verzorgers opzoek zijn naar meer informatie om een definitieve studiekeuze te kunnen maken antwoordt zij dat zij vind dat haar dochter al een leeftijd heeft bereikt waarbij ze de keuzes niet meer kan/wil beïnvloeden. Wel vind deze ouder/verzorger de omgeving belangrijk. De ligging ten opzichte van het openbaar vervoer en het aanbod in de kantine vind zij belangrijke punten omdat haar kind hier dagelijks mee te maken heeft als zij een studiekeuze heeft kunnen maken.

70

71


BIJLAGE 7 JAVELIN BOARD Respondent 4 1. Ja tuurlijk wil ik dat. Maar wil geen particulier onderwijs ivm de kosten + ik ben niet van mening dat zij daar echt iets beters kunnen bieden dan bijvoorbeeld een reguliere onderwijsinstelling. 2. Nee. Andere kunnen zeggen wat ze willen. 3. Naast de open dagen etc niet. Het schooladvies nemen wij zeer serieus. 4. Tja, wanneer voelt een kind zich op zijn/haar gemak. 5. Als de faciliteiten goed zijn dan voelt mijn kind zich al snel op haar gemak. Respondent 4 is een moeder van 3 kinderen waarvan haar jongste zoon gaat studeren. Hij heeft al een studiekeuze gemaakt voor het aankomende studiejaar. De respondent is het eens met aanname 1. “Ja tuurlijk wil ik dat. Zelf geloof ik niet zozeer in particulier onderwijs. Het is duur en ik ben niet van mening dat zij daar echt iets beter kunnen bieden dan bijvoorbeeld een reguliere onderwijsinstelling.”. Respondent 4 is het niet eens met aanname 2. Ze zegt hierbij het volgende; “Nee, andere mogen zeggen wat zij willen.” Naast een open dag of open avond zoekt de respondent niet naar extra informatie. Wel luistert zij nauw naar het schooladvies wat is gegeven door het voortgezet onderwijs. Op de vraag of zij behoefte heeft aan meer informatie antwoordt de respondent; “Ja, graag zou ik toch een aantal docenten willen spreken over het toekomstperspectief van de gekozen opleiding.” Op aanname 4 antwoordt de moeder onzeker. “wanneer voelt een kind zich op zijn gemakt?” Wel bevestigd zij dat ze dit wel belangrijk vindt. Bij aanname 5 antwoordt zij: “Als de faciliteiten goed zijn dan voelt mijn kind zich al snel op zijn gemak.” Door deze aanname komt zij terug op aanname 4.

Javelin Board Carine Wie: Scholieren die in hun examen jaar zitten van VWO/HAVO/VMBO Probleem: Scholieren ervaren keuzestress Aannames: 1. Veel opleidingen lijken op elkaar 2. Studenten willen in een keer de goede beslissing maken 3. Door bezuinigingen hebben studenten meer druk 4. Van tevoren willen weten of je het wel ‘leuk’ gaat vinden 5. Bang om te falen, prestatiedruk Uitkomsten Respondent 1 Aanname 1 niet Aanname 2 niet Aanname 3 wel Aanname 4 niet Aanname 5 wel

Respondent 2 wel wel wel wel wel niet wel wel wel wel

Respondent 3 Respondent 4 Respondent 5 niet wel niet niet wel wel wel wel wel niet

Respondent 1 Bo is 17 jaar en doet HAVO. “Ik weet al van jongs af aan wat ik wil worden. Een studiekeuze is voor mij dan ook niet moeilijk. Ik kies voor de dichtstbijzijnde studie in de richting die ik wil, want ik wil niet op kamers.” Hiermee kan worden geconcludeerd dat aanname een niet aan de orde is. In aanname twee en drie kon Bo zich wel vinden. Hij zei namelijk het volgende: “Uiteindelijk komt het neer op de geldkwestie. Hier om denk ik na over mijn keuze en hoop ik in een keer de goede te maken. Ik heb geen zin in schulden en je kunt tegenwoordig alleen nog maar lenen. Hier om zou ik dan ook bang zijn om te falen.” Respondent 2 Nina is 17 jaar en doet HAVO. “Ik vind het heel lastig om te kiezen maar echte ‘stress’ heb ik hier nog niet voor ervaren. Als ik nadenk over wat ik lastig vind is het feit dat je niet zo makkelijk meer kunt wissen van opleiding. Ik ben bang dat het mij veel geld kost.” Uit deze quote kan worden opgemaakt dat Nina aanname twee en drie beaamt. Na gevraagd te hebben of ze zich herkende in de andere aannames bleek dat ze hier geen moeite mee had. Het kiezen vond ze alleen lastig omdat meerdere dingen haar leuk leken. Respondent 3 Jennifer is 17 jaar en toen VWO Na het vragen of de aannames kloppen kwam eruit dat Jennifer geld een minder belangrijke rol vindt. Wel heeft ze moeite gehad met het maken van een keuze.

72

73


“Ik ben al twee jaar bezig met het maken van een studiekeuze. Heel lastig, want meer opleidingen leken me leuk. Sommige opleidingen leken zo erg op elkaar dat ik verschillende open dagen heb bezocht om erachter te komen wat de verschillen waren. Ik wil heel graag van tevoren weten of ik het leuk ga vinden, en dat is niet altijd goed te peilen. Het feit dat het geld kost is voor mij minder belangrijk. Ik wil gewoon graag slagen in mijn studie, en het naar mijn zin hebben.”

Respondent 4 Karin is 16 jaar en doet HAVO “Ik wist gewoon niet wat ik wilde. Nu heb ik uiteindelijk een keuze gemaakt maar ik ben haast nog een beetje bang dat het in werkelijkheid tegen gaat vallen.” Dit is wat Karin antwoord op de vraag of ze keuze stress ervaart. Op de vraag of de aanname over bezuinigingen klopt antwoord ze het volgende: “Met geld hou ik me niet zo bezig. Mijn ouders betalen mijn studie maar hebben niet zo veel geld. Het lijkt me dan ook verschrikkelijk om een verkeerde keuze te maken. Ondanks dat ik me volgens hen geen zorgen moet maken leg ik mezelf wel een druk op om het goed te doen.” Hieruit kan worden opgemaakt dat de bezuinigingen wel degelijk een stress factor zijn waardoor Karin dus ook prestatiedruk voelt. De vraag of ze vindt dat veel opleidingen op elkaar lijken beantwoord ze als volgt: “Ik vind het eerder lastig om te kiezen naar welke school ik moet gaan omdat je door een open dag je niet echt weet hoe het in het echt is. Het liefst weet ik alles van tevoren al, mijn klas, de leraren, de lesinhoud… Helaas kan dat niet. Wanneer opleidingen op elkaar lijken zou ik gaan voor de school die me het prettigste lijkt. Hier heb ik zelf geen last van gehad gelukkig.” Respondent 5 Leon is 17 jaar en doet VWO Over studiekeuze stress zegt Leen het volgende: “Ik weet wel dat ik iets van communicatie wil studeren. Maar ik weet niet zo goed welke opleiding ik dan het best kan kiezen. Er zijn veel opleidingen die hier mee te maken hebben namelijk.” Hieruit kan worden opgemaakt dat aanname een waar is. Er is door gevraagd over de andere aannames, hierop zei Leon het volgende: “Tuurlijk wil ik in een keer de goed beslissing maken! Dat scheelt tijd en geld! Het lijkt me niet fijn om over een aantal jaar nog aan een studieschuld vast te zitten. Ik wil graag weten van tevoren of ik de studie leuk ga vinden. Dit kan je niet zeker weten maar ik ga er wel alles aan doen om me goed te oriënteren. Prestatiedruk voel ik minder, dit komt omdat ik eigenlijk altijd wel mijn best doe. Meer kan ik niet doen!” Het is duidelijk dat Leon aanname twee, drie en vier ook beaamt. Nummer vijf is voor hem niet aan de orde.

74

Javelin Board Daan Who is your customer? Scholieren en studenten van de Havo en en het MBO niveau 4 die zich oriënteren voor een HBO opleiding What’s the problem? Phrase it from your customers perspective Studenten willen niet te ver reizen voor een open dag of meeloopdag List the assumptions that must hold true, for your hypothesis to be true 1. Studenten denken aan de hand van de website van de school en verhalen over de school al een duidelijk genoeg beeld te hebben om te kiezen voor een school; scheelt reistijd  2. Veel jongeren hebben nog geen eigen vervoer om gemakkelijk naar een hogeschool of universiteit te gaan 3. Omdat jongeren niet vaak in de omgeving komen van een hogeschool of uni is het een 'ver van hun bedshow'; ze maken zich er niet zo druk om 4. Reizen met het openbaar vervoer is te duur  5. Studenten kiezer eerder voor een Hogeschool dicht bij huis, zelfs als er een betere hogeschool op iets langere afstand zit Uitkomsten Respondent 1 Respondent 2 Respondent 3 Respondent 4 Aanname 1 Aanname 2 Aanname 3 Aanname 4 Aanname 5 Respondent 1 Respondent 1 heeft recent haar mbo opleiding tot secretaresse afgerond; al tijdens de afronding van de studie had ze zich ingeschreven voor de PABO. Respondent 1 woont in Zwolle. In deze stad zijn er maar liefst drie hogescholen die de PABO aanbieden. Ze heeft met alle drie de hogescholen in Zwolle meegelopen en heeft uiteindelijk gekozen voor Windesheim; daar kwam ze leuke docenten tegen en was de sfeer erg goed. De andere twee open dagen ervaarde ze als ongemakkelijk en ‘niet chill’. Verder heeft ze in haar besluit voor Windesheim gesproken met studenten die er nu op school zitten, oud studenten en heeft ze gesproken met studenten die een andere opleiding aan het Windesheim volgen... In haar besluit neemt ze naast de docenten en sfeer ook het imago van een school mee: de opleiding en school moet goed aangeschreven zijn. Tijdens een meeloopdag vind ze het vooral fijn dat ze lessen kan volgen. Dan ziet ze hoe het er daadwerkelijk aan toe gaat binnen de opleiding die ze mogelijk gaat volgen.   Ver reizen voor een studie Op de vraag of ze ook naar Windesheim was gegaan als het bijvoorbeeld in Groningen was, zei respondent 1 volmondig nee. Ze wil school dicht bij huis hebben, anders ben ik te veel tijd kwijt aan reizen; dat wil ik echt niet hebben: zo’n gedoe. Dan kies ik liever voor een mindere school dicht bij huis. Respondent 2 Respondent 2 is een 5 Havo leerling van 16 jaar oud, woonachtig in Zwolle. Hij gaat vanaf volgend studiejaar de PABO volgen aan het Windesheim, maar geeft aan dat ver reizen voor een open dag geen probleem zou zijn. Hij heeft immers ook open dagen gevolgd in Deventer, Groningen en Enschede. Verder ziet hij ver reizen als een kans om je beter voor te bereiden op zowel een open dag als op een reguliere schooldag. Het moet dus wel om het reizen met openbaar vervoer gaan; als ik een heel stuk op de fiets zou moeten, zou de respondent niet ver willen reizen. Dan kan hij zich immers niet voorbereiden.

75


Verder geeft de respondent in het interview aan dat eenmalig een treinkaartje moeten kopen voor een open dag of meeloopdag geen probleem is, want, als ik straks student ben heb ik gratis OV en kan ik overal naartoe reizen. Respondent 3 Respondente 3 is een 18 jarige Zwollenaar die zojuist haar MBO 4 opleiding tot allround schoonspecialiste heeft afgerond. Ze is zich nu aan het oriënteren over een vervolgopleiding op het HBO. Waarschijnlijk gaat ze Fysiologie studeren aan het Windesheim in Zwolle. Ze heeft alleen gekeken naar scholen in Zwolle omdat ze niet ver wilt reizen voor haar studie. Dat kost haar namelijk zo twee uur extra per dag, terwijl het onderwijs van hoge kwaliteit is in Zwolle. Daarom heeft ze alleen rondgekeken in Zwolle. Als er al een betere school was in een andere stad, zou ze niet eens de moeite nemen om daar langs te gaan, simpelweg omdat ze niet lang wilt reizen. Respondent 4 Respondent 4 is een 17 jarige jongen uit Kampen (in de buurt van Zwolle) die net zijn Havo examens achter de rug heeft. Hij gaat volgend jaar in Leeuwarden Integrale Veiligheid studeren. Tijdens het oriënteren voor zijn vervolgstudie heeft hij zelden open dagen bezocht. Hij woont in een dorp en krijgt weinig mee van open dagen van Hogescholen in de ‘grote steden’. Hij heeft voor de opleiding Integrale Veiligheid gekozen omdat het er wel tof uit zag op de website en omdat zijn kennissen en vrienden die de studie volgen of gevolgd hebben, er enthousiast over zijn. Hij is één keer naar een open dag van de school in Leeuwarden gegaan en wist toen al genoeg: dit wordt mijn nieuwe school.

76

77


BIJLAGE 7 BUSINESS MODEL CANVAS

78

79


BIJLAGE 8 OFFERTE

T 020 6822 522 W www.premsweb.nl E info@premsweb.nl Magneetstraat 7 1014 CC Amsterdam Handelsregister 53265408

OFFERTE Beste mevrouw Van Dorp, Bedankt voor uw reactie via BetaalbareWebdesigners.nl. Wij kunnen u zeker helpen met een Website. Ruim 3500 ondernemers gingen u voor! Met plezier stuur ik u alvast meer informatie over onze Websites. Wij optimaliseren de Website 4x per jaar voor de zoekmachines, ieder jaar opnieuw. In het kort Kiest u voor een PremsWeb Website, dan krijgt u een professionele Website. Een eigen design dat past bij uw huisstijl en een Website waarin u zelf 24/7 wijzigingen kunt doorvoeren of door ons kunt laten doorvoeren zonder extra kosten. Wij houden ook rekening met de smartphone en tablet. U bent dus gelijk klaar! Uw Website wordt op maat ontwikkeld, want wij werken niet met standaard templates. Wilt u op een later moment een nieuw design? Ook dit is mogelijk. U kunt ons onbeperkt aanpassingen doorgeven zonder meerkosten. Zo heeft u altijd een up-to-date Website! *Hierboven is het rood omcirkelde nummer afkomstig van PremsWeb Dit telefoongesprek is van 29 mei, 2017.

Een PremsWeb Website bevat standaard: Bouw, hosting, beheer en service Onbeperkt aantal pagina’s, aanpassingen, filmpjes, foto’s, aanvraagformulieren, etc. Tekstschrijven/ corrigeren door Copywriter Google vriendelijk Zelfservice omgeving (CMS), 24/7 toegang tot de data, u kunt alles zelf aanpassen 1 x SEO per kwartaal voor de vindbaarheid in de zoekmachines 24/7 gratis helpdesk, bereikbaar voor vragen en aanpassingen Uw wensen*

Website Ingebouwd Google streetview 360 graden film

€ 8.000,-

Webhosting Domein

€ 120,- p/j € 5,- p/j

Totaal € 8.125,-

80

81


Online Student Experience Logo & Brand Identity Guidelines

82

83


Logo specifications In figuur 1 is het logo van Onlne Student Experience weergegeven. Safe Zone Het donkergrijze gebied wordt de safe zone genoemd. Geen enkel ander element mag in dit kader worden gepositioneerd. Dit kader is 2,5 cm breed. Het lichtgrijze gebied moet vrij blijven van alle grafisch visuele toepassingen en is onderdeel van het logo zelf en mag dus niet worden overlapt.

2,5 CM

84

Figuur 1

85


Logo Best Practises Do Not: Logomark Het logo, of de taal, mag onder geen enkele omstandigheid worden vertaald.

Crop & Rotate

het logo mag niet worden aangepast. Enkele voorbeelden van deze aanpassingen zijn hiernaast weergegeven. Ook het veranderen van kleur, typografie of andere onderdelen welke onderdeel zijn van het logo in zijn geheeld (hiernaast het origineel weergegeven) is verboden.

86

Scale

87


Typeface Details

Colour specifications

Gobolt Bold Regular wordt gebrukt in het logo. Andere eisen, naast het niet aanpassen van het logo, zijn niet aan de orde bij de typografie. De afnemer staat vrij om elk font te gebruiken als broodtekst of koptekst.

Online Student Experience hanteert geen vaste kleur. Wel is het gebruik van RGB voor digitale weergaven en CMYK voor geprinte media een vereiste bij het gebruik van het logo.

Gobolt Bold Regular Kapitaal

Logo RGB

Gobolt Bold Regular Onderkast

ABCDEF abcdef GHIJKLM ghijklm NOPQRS nopqrs TUVQXYZ tuvqxyz 88

Logo CMYK

89


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.