Business Contact ed. 5 - 2009

Page 1

BUSINESS CONTACT SEPTEMBER

/

OKTOBER

2009

DUURZAAM ONDERNEMEN

MET GOD JE BESTEMMING ZOEKEN

DE CRISIS DOOR HET OOG VAN DE NAALD

UITGAVE VAN

CBMC

NEDERLAND

5

nr.

JAARGANG

18


INHOUD

4

Pag.

ERIK-JAN EN YVONNE VAN DEN BRINK, GENIETEN VAN BIOLOGISCHE PRODUCTEN

VERDER 13

IN

DIT

NUMMER

CBMC ACTUEEL Onduurzaam? Ik?

18

CBMC ACTUEEL Uitblinken in duurzaam leven

19

CBMC ACTUEEL Duurzame inspiratie

21

CBMC & MENSEN “Met God komen we op onze bestemming”

24

BIJBEL & BUSINESS Een duurzame relatie...?

29

BESTUUR Rustperiode

30

BEDRIJVIG De kredietcrisis bekeken door het oog van de naald

35

COLUMN Belasting is diefstal

38

CONTACTPUNTEN

39

COLOFON

ZIT DUURZAAMHEID IN ONS BLOED?

Pag.

36

CBMC Nederland tel. 0341 – 356147 info@cbmc.nl www.cbmc.nl


VOORWOORD

In het hart wordt de crisis overwonnen gezonde structuren voor de samenleving en de markt te bouwen en het voorkomt dat we verstrikt raken in de trends van deze tijd. De huidige ontwikkelingen en oplossingen vragen om christenen die hun armen opheffen naar God. Dit in het besef dat de werkelijke met waarheid gevulde liefde niet door ons wordt gemaakt, maar aan ons wordt gegeven.

Net voor de vakantie heeft de paus zijn derde encycliek, ‘Caritas in Ve ri ta te’ (wat staat voor ‘Liefde in Wa a rheid’), het licht laten zien. In tegenstelling tot zijn voorga n ger zoekt de huidige paus de oplossing niet zozeer in de verandering van instituties en structuren (al roept hij ook daartoe op) maar veel meer in de verandering van ons denken en ons hart. In het hart begint de ware verandering, die dan zijn werking krijgt in ons handelen. Kern b e grippen hierin zijn wa a rheid en liefde. Zowel de waarheid als de liefde worden gevonden in God. Zonder God weet de mens niet waar hij naartoe gaat en kan hij niet begrijpen wie hijzelf is. De rede die alleen op zichzelf vertrouwd, is gedoemd zich te verliezen in de illusie van haar eigen almacht. Openheid naar God maakt ons ook open naar onze medemens en naar het verstaan van het leven. Openheid naar God helpt ons om

Verder vinden we in de encycliek een duidelijke en heldere analyse over de problemen van onze tijd. Een analyse die Herman Wijffels met paus Benedictus XVI deelt. Wijffels zegt: “We hebben winst tot absoluut doel gemaakt, terwijl het voor een bedrijf of instelling juist een middel is om dienstbaar te zijn aan mensen,” en “we hebben economische groei zo centraal gesteld dat we vergeten zijn dat het gaat om een beter leven voor steeds meer mensen.” Dit vraagt een vernieuwing in ons denken. ‘Gemeenschappelijk goed’ moet het uitgangspunt worden van de ondernemer. Het christelijk geloof rekent niet op voorrechten of machtsposities, maar alleen op Christus. Elk economisch systeem kan tot corruptie leiden, maar de onderliggende waarden dragen het systeem. Zonder waarden is de markteconomie tot in haar fundamenten zwak. Voor een christelijke doordenking van de huidige tijd en economie is de encycliek verplichte stof (te downloaden op www.cbmc.nl). Maar nu is er het leven van alledag. De vakantie gaf misschien niet veel zicht op verbetering van de situatie waarin u zich bevindt. U vraagt zich af, hoe nu verder? Kan het geloof en CBMC hierin een positieve rol spelen? Het antwoord is: JA. U kunt dit ervaren in de regionale CBMC-teams, bij de cursus ‘Carrière met God’, die binnenkort op verschillende plaatsen in het land begint, of op de najaarsconferentie van 6 tot 8 november. Daarnaast willen ervaren CBMC leden mensen concreet helpen. U kunt hiervoor contact opnemen met het kantoor. Ik wens u Gods zegen, sterkte en tegenwoordigheid toe. Wouter Droppers Directeur CBMC Nederland

PAG 3


Duurzaam ondernemen

Invloed op de wereld met je vork en mes Destijds werd hij voor gek verklaard met zijn ideeĂŤn over biologische groente en producten. Dat was gewoon wereldvreemd. Er zou geen droog brood mee te verdienen zijn. Dertig jaar geleden was dat de brede algemene opvatting waar Erik-Jan van den Brink mee te maken had.

PAG 4


honderd andere natuurwinkels in heel het land. Ook de grote supermarktketens verkopen hun producten. Daarnaast leveren zij dagelijks aan bedrijfscatering; ook van ministeries. Dus met die karige boterham valt het reuze mee. “De ontwikkelingen van de afgelopen jaren en de crisis van nu bevestigen alleen maar dat het anders moet. De omslag zal doorzetten. We moeten wel. Langzaam dringt het door dat we op de pof leven in het omgaan met de schepping.” In tegenstelling tot de felheid die wereldverbeteraars eigen is, straalt Erik-Jan een rustige maar onverstoorbare overtuiging uit. Hij is zeker van zijn product en zette als echte voortrekker veel in gang. Nooit treedt hij op de voorgrond of gaat hij de barricade op. “Dat kunnen anderen veel beter. Mijn sterke kant is om voorwaardenscheppend bezig te zijn, zodat goed voedsel echt beschikbaar komt voor iedereen. Bovendien is bewustwording, ook bij christenen, een stevig en tijdrovend proces. Echt een kwestie van lange adem.”

Zowel bij boeren in de eigen omgeving van B a r n e veld, op de opleiding aan de HAS (de Hoger Agrarische School) als bij de meeste consumenten. “Maar daar laat Erik-Jan zich niet door afle iden”, zegt zijn vrouw Yvonne: “Als hij ergens in gelooft, durft hij gewoon zijn hart te volgen en een eigen weg te gaan. Dat hoort bij hem en dat waardeer ik enorm.” Inmiddels is er veel aan het veranderen in onze samenleving... Brede totaalaanpak Toegegeven zonder een goede, zakelijke aanpak hadden ook de plannen van Erik -Jan minder succesvol kunnen aflopen. Dat hebben genoeg andere distributiecentra op dit terrein laten zien. Maar samen met Erik Does zorgde Erik-Jan voor een bredere aanpak. Die was ook hard nodig om het voedsel goed in de markt te zetten. Hun groothandel Udea in Veghel zorgt voor een kwalitatief hoge schakel tussen de telers en de handel van biologische producten. Daar wordt continu ingezet op kwaliteit. Udea groeide uit tot marktleider in Nederland op gebied van im- en export van natuurproducten. Maar ook de kwaliteit en de marktgerichte aanpak van de handel werd geprofessionaliseerd in twintig eigen winkels en twee-

Hoe is het thema duurzaamheid bij jou op de agenda ge komen? “Eigenlijk helemaal niet via mijn christelijke omgeving. Bij christenen zag ik mensen, die als het gaat om productiemethoden, geloof en boerenbedrijf geheel los van elkaar zagen. Zij zagen geen andere oplossing dan steeds verder de productie te intensiveren. Dat begrijp ik heel goed, maar dat leidde wel tot fokkerijen waar je terecht van kan zeggen: ‘Die kip heeft in zijn leven de meeste ruimte bij ons in de magnetron.’ Daar zijn we samen als maatschappij verantwoordelijk voor. Dat bevestigde voor mij alleen maar dat er echt aan een alternatief gewerkt moest gaan worden. Ondertussen ontmoette ik mensen die vanuit heel andere overtuiging veel beter en respectvoller met de schepping omgingen. Die durfden wel tegen de stroom in te gaan en hadden daar ook wat voor over. Dat interesseerde mij. Ik koos mijn stage bij het Ecologisch Landbouw-genootschap in Amsterdam. Zij kwamen met de vraag om een vereniging op te zetten die, later in 1986 de b i o l o g i s che boeren-organisatie Biologica in Nederland zou worden. Men had toen nog twee stromingen. Het ging om belangenbehartiging en het opzetten van het Eko–keurmerk. Dat breidde zich later Europees uit.”

PAG 5


“Blijkbaar vinden we dat ande dingen wel meer geld mogen koste PAG 6


e dat andere ogen kosten”

Udea “Vijf jaar later, in 1991, werd de holding met Erik Does opgezet. Daarin kreeg de groothandel een spilfunctie en ging acht winkels bevoorraden. Het startkapitaal werd via een coöperatief systeem bijeen gebra cht Nu zijn er 135 mensen in dienst en levert het bedrijf aan zevenhonderd klanten. De groei zit er nog steeds goed in. Die komt nu door het overnemen van winkels. Doel daarbij is de reeds bestaande trouwe klantenkring te behouden en de markt te vergroten door nieuw publiek te interesseren. Dat lukt heel aardig.“ Dilemma tussen burger en consument? “Het grote dilemma is steeds dat wij als burger hoge opvattingen hebben over natuur en leefklimaat, maar dat wij als consument graag de prijs van kiloknallers willen. We beseffen niet dat onze consumentenstem doorslaggevend is. Ons uitgavenpatroon bepaalt welk soort landschap en productie we veroorzaken. Dat besef begint nu door te dringen. Onze natuurwinkels drijven op de idealisten van 20 á 30 jaar terug. Die komen uit overtuiging en uit alle lagen van de bevolking; z owel studenten als bijstandsmoeders als welgestelden en ouderen. Die blijven en gaan ook niet weg om goedkoper uit te zijn in de economische crisis. Daarnaast zie je dat de kring breder wordt door jonge tweeverdieners die ook bewuster willen gaan leven.” Gevangen in valse dilemma’s “Te vaak blijven mensen hangen in de patstelling dat men heus wel anders wil, maar dat de prijs van biologische producten hen tegenhoudt. Men realiseert zich nauwelijks dat we in Nederland procentueel al heel weinig geld aan voedsel uitgeven vergeleken met landen om ons heen. Blijkbaar vinden we dat andere dingen wel meer geld mogen kosten: de nieuwste mobieltjes, platscherm- en breedbeeldtv’s. Dat is een keuze. Verschil in voedselprijs is verder ook vertekend omdat we op andere manieren zorgen dat we nog veel duurder uit zijn. De supermarkten spelen in op het gemak van klant en klaar gesneden groentepakketten. Daar valt meer aan te verdienen. Want alle behandelingen en verpakkingen zorgen voor een meerprijs die we bereid zijn te betalen: het levert ons immers gemak op. Tegelijkertijd werken we mee aan een enorme verspilling van voedsel. Uit onderzoek blijkt dat de vuilnisbak nog steeds de grootste klant is van ‘verpakt gesneden groenten’, omdat wat over de uiterste datum is wordt weggegooid. Dat drijft ongemerkt de prijs PAG 7


PAG 8

“Voeding is levenskracht dat jou leven geeft.”


cht t.”

op. Het is dus eerder de kwestie of we terug durven naar de gewone basisproducten en meer de tijd nemen. Ik durf de stelling te verdedigen dat biologisch niet duurder hoeft te zijn als we tenminste de moeite nemen meer ‘met het seizoen mee‘ te koken en de tijd nemen zelf onze groenten te snijden. Een kwestie van bewust een l e vensstijl kiezen.” Visie op voedsel zijn we kwijtgeraakt “De link tussen voedsel en gezondheid zijn we k w i j t g e raakt, omdat we de weg op zijn gegaan dat we het ch e m i s ch wel denken te kunnen ‘oplossen’. We nemen er gewoon een pil voor in en denken klaar te zijn. Maar zo zit het niet. We onderschatten de waarde van goed voedsel als bron van gezond leven. Vanavond was in het nieuws dat ook in geval van ADHD nu ook grondig de rol van gezond voedsel onderzocht wordt als middel van genezing en voorkoming van deze gedragsproblemen. Gelukkig. Je kunt zeggen dat ook in de reguliere gezondheidszorg men daar te weinig oog voor heeft gehad. Wat leert een reguliere arts nu over voedsel? Bijna alles was gericht op bestrijden van ziekten. Terwijl de zogenaamde ‘alternatieve’ geneeskunde veel meer gericht is op het voorkomen van ziekten door goed voedsel. Dat is tekenend. Voedsel is bij ons teruggebra cht tot de factor ‘energie’. We ontleden het en er wordt aangegeven hoeveel we van welke stof nodig hebben. Maar dat is geen voeding. Voeding is levenskracht dat jou leven geeft. Dat is een wezenlijk verschil in visie. Je komt het op allerlei terrein tegen. Je ziet het bij de discussie over moedermelk, nadat baby’s net zo ziek werden van koemelk als de kalfjes. Men herontdekte weer dat er niets gaat boven moedermelk. Wat dat is? Moeilijk te duiden. In moedermelk komt zoveel meer mee dan alleen wat voedingswaarde; al roepen fabrikanten ons nog zo graag wijs dat zij het kunnen evenaren.” Wij zetten de wereld op z’n kop “De journalist en schrijver Michel Polan heeft met zijn geweldige boek ‘Echt eten’ veel impact en de ogen van velen geopend hoe raar we bezig zijn met voedselproductie. Hij kreeg het zelfs voor elkaar om president Barak Obama een eigen moestuintje te laten aanleggen! In de VS zit het allemaal nog gekker in elkaar als je dat gaat analyseren. Het ongezonde systeem begint door koeien als basisvoedsel mais te geven. Die worden daar gewoon ziek van. Want koeien hebben vier magen om gras te kunnen herkauwen. Maar maïs is goedkoop en de koe groeit er enorm van. En dat

is wat telt. Daarnaast is er het systeem van de ontmenging van de landbouw: specialisatie met in het ene gebied uitsluitend mais, in het ander uitsluitend veeteelt. Maar dat levert geweldig veel mest- en afvalstoffen op die men niet in eigen omgeving gebruiken kan zoals voorheen. Dus gaan we mest massaal naar andere gebieden t ransporteren. Reken eens uit wat dat alleen al kost aan brandstofprijzen. Maar we rekenen het wel weer ‘recht’ zodat het weer aanvaardbaar lijkt voor ons geweten. Maar al dat kunstmatig herstellen levert weer grote nieuwe problemen op omdat we de symptomen blijven bestrijden. We zijn niet bereid kritisch te kijken naar het hele proces. We hebben zaken in gang gezet die moeilijk om te buigen zijn. De voedselindustrie moet draaien. Daar wordt geld verdiend. Dus eten we snel en geïndustrialiseerd eten. Dat past bij onze haastige cultuur van een drinkontbijt onderweg. Maar de problemen met te dikke mensen en kinderen neemt dra m a t i s ch toe en de gezondheidskosten rijzen de pan uit. Daar ontwikkelen we weer programma’s voor enzovoort. Terwijl het eenvoudig begint met thuis een rustig ontbijt van eerlijk voedsel. Dan is heel die malle cyclus niet nodig. Het voedselprobleem wordt echt onderschat en de samenhang met alle andere crises wordt niet gezien.” Maar we moeten to ch de wereld voeden? “Leuk dat je dat zegt. Dat hoor je veel. Maar de wereld kan zichzelf voeden als wij er een verstandiger beleid op na houden. Er is zoveel melk dat wij bereid zijn om € 0,05 per liter melk bij te leggen aan subsidie, zodat we hoger uitkomen dan de wereldmarktprijs. Met als doel onze melk, hoe dan ook, af te kunnen zetten. Op de Filipijnen kunnen ze geen subsidie verstrekken op de melkprijs. Zij worden uitgeschakeld en gefrustreerd om te produceren en drinken daarom onze melk. A l s compensatie komen wij vervolgens met ons geld om ‘die arme derderwereldlanden’ te steunen! Zulke bizarre systemen houden wij in stand met het idee dat we ‘goed’ bezig zijn.” Bewust wo rding is nodig “Terwijl bij ons één man steeds grotere hoeve e lheden hectaren moet zien te bewerken van één soort gewas om nog concurrerend te zijn, probeert men in Brazilië datzelfde te doen in de monoteelt van soja voor de varkens. Al vrij snel raakt de grond daar uitgeput. Opkomende ziekten worden eenzijdig bestreden met gif, waardoor de soja resistent wordt en het kwaad alleen maar erger wordt. Dit leidt tot volledig idiote dingen. PAG 9


AADD VV E RTENTIES ERTENTIE

PAG 1 0


Terwijl ook vruchtwisseling mogelijk is en een rustjaar met klaver in te plannen is, zoals bij biologische landbouw, waardoor het natuurlijke evenwicht zich kan herstellen. Het kan dus allemaal eenvoudiger, maar we zijn niet bereid genoeg te investeren in duurzaamheid. Korte termijnvisie gericht op onze verdiensten houdt ons tegen. Maar het gaat ons steeds meer kosten de effecten ervan te bestrijden: steeds grotere delen van de (oer)woeden worden gekapt, de woestijn breidt zich snel uit en de aardbol raakt uit zijn evenwicht. Regens worden in buiten- en binnenland steeds heviger om maar eens een enkel voorbeeld te noemen. We weten dat het niet goed gaat.”

“Liever slechts a chttien jaar geleefd mèt God dan veel langer zonder Hem.” Wie doorbreekt de spiraal? “Men is zich onvoldoende bewust van de gevolgen van onze levensstijl en onze voeding. Met soms grof geweld en onplezierige acties zetten bewegingen als ‘Wakker dier’ en ‘Partij voor de dieren’ dit probleem wel op de agenda. Het blijkt dat wij ons maar moeilijk van ons kuddegedrag laten afbrengen. Terwijl iedere consument zich bewust mag zijn dat hij met zijn eigen vork en mes de verandering van de wereld in handen heeft. Ook supermarktketens volgen de wens van de consument. Voorheen beschouwden zij ons als een stelletje mafkezen die het nooit ver zouden brengen. Nu zijn ze klant omdat hun klanten dat willen. Meestal proberen ze hun oude gedrag door te zetten door de prijs op het laatste moment tot op de laatste cent te willen knijpen. Daar strijden wij tegen om de boeren te beschermen. Want daarmee is het in de reguliere landbouw de fout ingegaan: de keten van industrie en handel ging steeds meer aan voedsel verdienen ten koste van de boeren.”

Jong gelovigen Erik-Jan en zijn vrouw Y vonne beschouwen zichzelf nog als ‘jonge christenen’ Hoewel beiden christelijk zijn opgevoed, kreeg het geloof tien jaar geleden diepere waarde. “Dat kwam door de plotselinge ernstige ziekte van een nichtje van ons”, vertelt Yvonne: “Zij kreeg leukemie en zou gaan sterven. Een zeer gelovig meisje dat een geweldig getuigenis gaf door het onvermijdelijke te aanvaarden vanuit de verbondenheid met Christus. Liever slechts achttien jaar geleefd mèt God dan veel langer zonder Hem. Daar begrepen we helemaal niets van! Wat had dat jonge meisje gevonden dat haar meer waard was dan te kunnen leven? Zij heeft onze rugzak toen gevuld met heel veel vragen en persoonlijke levensvragen kwamen onontwijkbaar op ons af.” Yvonne ging uiteindelijk het eerst op zoek naar de antwoorden. “Eigenlijk hebben de kinderen mij meegetrokken naar een gemeente waar ze enthousiast waren over activiteiten voor hen. Toen ben ik ook met hen naar de zondagse diensten gegaan. Erik-Jan zag dat nog niet zitten en ging fietsen of met de paardenkar erop uit.” Yvonne: “Ik had ook nooit gedacht dat hij nog tot andere gedachten zou komen moet ik eerlijk zeggen. Ik heb er veel om gebeden en het uit handen gegeven aan God.” Toen daagden de kinderen ook hem uit mee te gaan. Toen hij er eenmaal was sprak de benadering hem aan: eerlijk, duidelijk en wezenlijk. “Alle zaken vielen op zijn plek en het bleek dat de basis van het geloof er altijd wel was geweest, maar ik had me afgesloten had voor de sombere vormgeving waarin het tot mij kwam. Nu ik christen ben zie ik niet anders dan bevestigingen om duurzaam met Zijn schepping om te gaan en te werken aan kwaliteit van voeding en bedrijfsvoering. Als we handelen naar wat we geloven, hoeven we ons niet op te sluiten in eigen vertrouwde kring. Er is juist alle reden om vanuit ons christen-zijn ‘naar buiten te treden’ Op die manier hebben we echt iets bij te dragen aan de wereld.” Gerard M. Bijkerk

PAG 11


AADD VV EE RRT TE NE TNI ET I E S

PAG 12


CBMC

ACTUEEL

Onduurzaam? Ik? De activiteiten van de meeste Ne d e rlandse ondernemers vinden vooral in Ne d e rland plaats. Ze zullen niet snel gif lozen in het oppervlaktewater of hun bedri j fsvoering laten draaien op onder- b etaalde kinderen die daardoor niet naar school kunnen. Dan kri j gen ze respectievelijk de milieupolitie en de arbodienst op bezoek. Toch hebben veel bedrijven een afdeling inkoop waarbij dergelijk issues kunnen spelen. Van de duizenden soorten producten die wo rden verhandeld door Nederlandse bedrijven, komt een steeds groter deel uit landen waar duurzaamheid niet hoog in het vaandel staat. Onze kleding kan bijvoorbeeld uit Bangladesh komen, ons voedsel uit Afrika, onze gadgets uit China en plastic koopjes bij de Blokker uit Vietnam. Zelfs Hollandse melk komt tot stand dankzij ultragoedkoop ve e voer uit Bra z i l i ĂŤ , waardoor het Amazone oerwoud elk jaar krimpt als sneeuw voor de zon.

Concurrentie prikkelt ondernemers om de spullen zo goedkoop mogelijk in te kopen. Binnen het huidig economische bestel is het logisch dat bedrijven de wereld afstruinen naar de goedkoopste grondstoffen en halffabricaten. Waar vind je die? Daar waar uitputting van de natuur en uitbuiting van de mens ongestraft mag plaatsvinden. Veel inkopers zien de onduurzaamheid van al die producten niet, omdat er (nog) niet veel tra n s p a rantie is in productieketens. PAG 1 3


ADVERTENTIES

E-mail: davelaarolie@solcon.nl

Het eerste weekend in november nog vrij? PAG 1 4


CBMC

ACTUEEL

De complexe aanvoerketen De internationale productie- en toeleveringsketens worden steeds complexer door toenemende uitbesteding van productieprocessen. Tot uitbesteding wordt vaak besloten uit oogpunt van kostenbesparing en risicospreiding. Juist daarom moeten bedrijven extra alert zijn op duurzaamheid in hun productie- en handelsketens. Ke t e nve ra n t woordelijkheid betekent dat een onderneming al het mogelijke doet om in de gehele keten duurzaamheid te bevorderen. De problematiek rond duurzaamheid is voor de gemiddelde ondernemer enorm complex. Zelfs bewuste ondernemers haken af als informatie over duurzaamheid niet beschikbaar is. Hier zit het grootste probleem: van de meeste producten die ons land binnenkomen, is niets bekend over duurzaamheid. De complexe duurz a a m h e i d s a genda De duurzaamheidsagenda is lang en complex: wa t e r vervuiling (planet), kinderarbeid (people) en eerlijke prijs voor de boer (profit), dat kennen we. Maar welke vragen moet je stellen over stikstofschaarste (planet), collectief onderhandelen (people) of het trainen van ongeletterde boeren (profit)? Hoe maak je een verstandige keuze tussen ‘milieubehoud’ en ‘armoedebestrijding’; zijn verse boontjes uit Afrika, die per vliegtuig op ons bord belanden, wel of niet duurzaam? Ze scoren wellicht goed op sociale en economische duurzaamheid. Want productie, handel en export zorgen immers voor banen en inkomen in Afrika. Maar hoe zit het met de ecologische duurzaamheid? Het telen van boontjes vergt veel water. Het grondwater kan schaars worden of vervuild ra k e n door bestrijdingsmiddelen. Vruchtbare grond zou in Kenia wel eens schaars kunnen zijn, waardoor de niet-boeren aangewezen zijn op dure voedselimport. Transport per vliegtuig zorgt voor klimaatveranderingen die, wreed genoeg, vooral nadelig zijn voor kwetsbare en arme gebieden in de wereld. De strijd tegen opwarming en klimaatverandering is dus ook een strijd tegen armoede. En waar blijven de winsten van de boonenteelt? Vloeien die het land uit, zodat er met de nutrienten- en waterdrain ook een gelddrain’ plaatsvindt? Als alle verstopte kosten worden meegeteld, kan het zijn dat een vers boontje uit Kenia meer kosten voor Kenia oplevert dan inkomsten.

Tegengestelde belangen Er staan grote, tegengestelde belangen op het spel. Bedrijven voelen aan de ene kant een zachte roep uit de samenleving om duurzaamheid, en aan de andere kant een harde druk van de concurrenten om de prijzen laag te houden of druk van aandeelhouders om elk kwartaal de winsten te verhogen. Dat laatste leidt onherroepelijk tot een ‘race to the bottom’ in plaats van duurzame investeringen in mens en milieu. Definitie van duurzaamheid Duurzaamheid is een containerbegrip geworden. Soms wordt er misbruik van gemaakt. Zo zijn er autobedrijven die doen voorkomen alsof ze groene auto’s op de markt brengen, terwijl dat in de praktijk nogal tegenvalt. We hebben dus een scherpe definitie nodig.

Die definitie moet in ieder geval bevatten: Duurzaam ondernemen is een resultaatgericht proces waarbij het bedrijf zorgt dat de effecten van al haar activiteiten én alle activiteiten van de aanvoerketen, op sociaal, ecologisch en economisch gebied, de behoeften van de gemarginaliseerde belanghebbenden en van de toekomstige generaties niet in gevaar brengt, en over dit alles verantwoording aflegt en de dialoog aangaat met alle groepen die gevolgen ondervinden van deze activiteiten. PAG 1 5


C TUEEL A DBVME RCT EAN C TIE

Duurzaamheid en marktwerking Wat de laatste tijd steeds meer aandacht verdient (en ook krijgt) van ondernemers is dat duurzaamheid samenvalt met goede marktwerking. Vaak beroepen bedrijven zich op marktwerking. ‘Zolang er geen vraag is naar duurzaamheid, kan ik ook het aanbod niet leveren’. Of: ‘door marktwerking komen ontwikkelingslanden uit de armoedespiraal, daarvoor is tijdelijk uitbuiten van mens en milieu soms een noodzakelijk kwaad.’ Natuurlijk zijn er landen die door handel deels uit de armoedespiraal zijn gekomen, marktwerking is in die zin een zegen. Echter, vaak wordt vergeten dat veel handel een onnodig zware wissel trekt op de allerarmsten, op de gemarginaliseerden, de stemlozen en op het milieu (en daarmee op de toekomstige generaties). De huidige wereldhandel voltrekt zich veel meer volgens de principes van ‘het recht van de sterkste’ dan volgens de principes van goede marktwerking. De meeste economen zijn het eens dat markwerking pas leidt tot armoedebestrijding en pas duurzaam is als: 1. er geen sprake is van verstopte kosten, de vervuiler betaalt; 2. er sprake is van ‘level playing field’ en ‘level bargaining power’, in het Nederlands het beste te formuleren als ‘eerlijke kansen en eerlijke onderhandelmacht voor alle partijen’; PAG 1 6

3. en als er transparantie is en gelijke toegang tot informatie, volgens Adam Smith, de oervader van gedachtegoed over marktwerking, dé onmisbare randvoorwaarde om ‘de onzichtbare hand’ te laten werken. Zonder die drie pijlers onder de markt zijn de meeste bedrijve n genoodzaakt tegen elkaar te concurreren door nog beter uit te buiten. Als duizenden boeren met de rug tegen de muur moeten onderhandelen met nog geen handvol internationale handelaren, als ze hun spullen met verlies moeten verkopen omdat anders het leed nog groter is, dan is er geen sprake van level bargaining power. Als werknemers niet collectief mogen onderhandelen, dan is er geen sprake van level bargaining power. Als het grondwaterpeil zakt of het grondwater sterk vervuild raakt, waardoor mensen in het gebied rond de boer of rond de fabriek hun water elders, veel duurder, moeten halen, is er sprake van verstopte kosten. Als een boer geen geld heeft voor (kunst)mest, put hij de grond uit en zal hij de jaren erna minder oogst hebben; wederom verstopte kosten. Er wordt niet voldaan aan de randvoorwaarden voor een goede marktwerking. In dergelijke situaties zou een marktmeester moeten optreden, de overheid. En zolang die faalt, komt het aan op duurzaam ondernemen door bedrijven.


Duurzaamheid en de Bijbel Naast het feit dat duurzaamheid kan samenvallen met goede marktwerking, is duurzaamheid ook al lang ve rankerd in de internationale samenleving1, het is geen vrijblijvend extraatje. Christenondernemers hebben, naast het streven naar goede marktwerking en het internationale normatieve kader, nog een derde motief voor duurzaam ondernemen: de Bijbel. Voor christenondernemers is dat tevens de eerste en belangrijkste. Welk rechtssysteem je in een land of in een handelsrelatie ook toepast, God benadrukt in de Bijbel steeds weer dat de armen recht moet worden gedaan en dat ze moeten wo r d e n beschermd tegen uitbuiting. Rentmeesterschap, zorgplicht en gerechtigheid zijn drie pijlers die centraal staan in ‘ondernemen met God’. Zowel het oude als het nieuwe testament staan vol met teksten die ons oproepen om te zorgen voor de weduwen en wezen, de zwakke niet te vertrappen maar juist te steunen en recht te verschaffen, werknemers niet uit te buiten, niet met oneerlijke maten te meten, geen steekpenningen te betalen en goed om te gaan met de schepping en de natuur. Achter alle eerder genoemde onderdelen van duurzaam ondernemen zou je dus een aantal Bijbelteksten kunnen plakken. Jesaja 58 en Mattheüs 25 gaan nog een stapje verder: zolang werknemers worden uitgebuit, luistert God niet naar gebed (Jes. 58). Als wij de hongerige te eten geven, zorgen we tegelijkertijd voor Jezus (Matth. 25). Een goede relatie met God is dus niet mogelijk zonder een goede relatie met je naaste. De Bijbelse principes van vrijheid en gerechtigheid zijn niet alleen van toepassing op ons individuele geestelijke leven, maar ook vormen ze een actuele agenda voor onze sociaaleconomische huishouding. Als onze handelssystemen ten koste gaan van de schepping, van vrijheid en recht van zwakken elders, dan zegt God niet alleen dat dat fout is, maar Hij draait het ook om: Hij belooft zegen aan hen die dit willen doorbreken! Daar ligt de sleutel voor duurzaam ondernemen met God.

Internationale afspraken Een belangrijke normatieve basis voor duurzaam ondernemen is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) uit 1948. In de preambule wordt ‘elk orgaan van de gemeenschap’ (dus ook ondernemingen) opgeroepen door ‘vooruitstrevende maatregelen’ ‘ernaar te streven deze rechten algemeen en daadwerkelijk te doen erkennen en toepassen’. Op het gebied van arbeid zijn de Conventies van de ILO ook een belangrijke normatieve basis. Op milieugebied is de Verklaring van Rio over Milieu en Ontwikkeling (1992) van eminent belang. Daarnaast zijn in internationaal verbandrichtlijnen en normen ontwikkeld die zich specifiek richten op de verantwoordelijkheden van ondernemingen. Dit zijn onder meer de OESO-Richtlijnen voor Multinationale Onder-nemingen (Revisie 2000) en de ILO Tripartite Beginselverklaring betreffende Multinationale Ondernemingen en Sociaal Beleid (1977). Daarnaast bieden de concept-Normen inzake de Verantwoordelijkheid van Transnationale Bedrijven en andere Ondernemingen (2003) van de VN Subcommissie Mensenrechten een verduidelijking van de verantwoordelijkheden van bedrijven op basis van bestaande verplichtingen van staten. Bedrijven in OESO landen dienen daarnaast de OESO-Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen te implementeren, waarin onder andere is opgenomen dat bedrijven geen misbruik mogen maken van een falende overheid. Zo is bijvoorbeeld kinderarbeid bij wet verboden in India. Echter, de Indiase overheid faalt in het handhaven van die wet, waardoor veel kleding uit India goedkoop te krijgen is. Bedrijven uit OESO-landen mogen, ook in hun aanvoerketen, geen misbruik maken van dit overheidsfalen.

Eelco Fortuijn PAG 1 7


CBMC “Geniet van de schepping,” zo luidde één van de kernboodschappen tijdens de bijeenkomst van CBMC Vrouwennetwerk op 4 juni. De avond ging over ‘Duurzaamheid en verantwoordelijkheid’, een thema dat spreekster Petra Messelink na aan het hart ligt. Messelink is samen met haar man landelijk coördinator van A Rocha Nederland, een christelijke milieubeweging die zich inzet voor het behoud van Gods schepping.

ACTUEEL

CBMC VROUWENNETWERK

Uitblinken in duurzaam leven Messelink beschreef hoe zij en haar man in hun passie voor het behoud van de schepping Gods leiding zoeken. Ze ervoeren het als Gods wil om eerst in hun eigen omgeving te wortelen en daar een duurzame leve n swijze uit te dragen. “Wortelen” betekent voor Messelink: “je binden aan je kerk, je gemeenschap en je natuurlijke omgeving. Van daaruit kun je een visie ontwikkelen en proberen anders te zijn.” Een duurzame leve n swijze duurt van zondag tot zondag en begint heel klein”, aldus Messelink. “Duurzaamheid beperkt zich verder niet alleen tot zorg voor het milieu, maar heeft ook te maken met de vraag hoe je binnen een bedrijf met elkaar bezig bent. Ze is gekoppeld aan duurzame keuzes: met welke zakenrelaties ga je in zee, wat wil je uitstralen, in hoeverre is duurzaamheid belangrijker dan winst?” Messelink baseert haar visie op duurzaamheid onder meer op Romeinen 8. Dit hoofdstuk leert ons hoe de schepping onderhevig is aan zinloosheid en als het ware in barensnood verkeert. Maar er is hoop voor de schepping, omdat ook zij zal worden bevrijd van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en heerlijkheid die voor Gods kinderen zijn weggelegd. Volgens Messelink wordt met die schepping niet alleen de mensheid bedoeld: al Gods creaties lijden én delen in de hoop die Gods kinderen hebben ontvangen. Daarom moeten we niet denken vanuit onze menselijke kleinheid, maar vanuit een Bijbels perspectief. De Bijbel geeft ons opdracht de aarde, die uiteindelijk Góds schepping is, te bebouwen, te bewaren en te genezen. We kunnen deze aarde niet redden, maar we hebben wel hoop door de verlossing van Christus. Juist in die hoop mogen we daar gestalte aan geven. “Geniet van die schepping, van de Schepper én geniet van de keuzes die je maakt, ook in je zakenleven”, is Messelinks boodschap. “Als dit genieten echter niet voortkomt uit een christelijke wortel, vervalt het al snel tot een zware morele last. Het wo r d t een zoveelste wet waar wij aan hebben te voldoen.” We moeten duurzaamheid en onze verantwoordelijkheid in dat opzicht niet zien als een last, maar als een lust. Ook al is het soms lastig gewoonten consequent te veranderen, toch is het goed ervoor te waken dat we dan maar helemaal niets doen. Allerlei kleine veranderingen bij elkaar maken al een ve r s chil. En niets doen is geen optie! Christine Witmer

Op zoek naar nieuwe perspectieven in zakendoen? PAG 1 8


Duurzame inspiratie CBMC en ForumC starten gezamenlijk project Onlangs las ik over een evangelische jonge vrouw, die zich druk maakte over het feit dat christenen zich op allerlei manieren inzetten tegen armoede en milieuproblemen. Dat kon toch absoluut niet de bedoeling zijn. Op die manier zou het niet veel slechter gaan met de wereld en dus zou de wederkomst van Jezus uitgesteld wo rden. Tja, zo had ik het nog nooit bekeken en ik vermoed dat ook u wel enigszins opkijkt van deze manier van redeneren. Tegelijkertijd is het wel zo, dat uit onderzoek blijkt, dat christelijke ondernemers in het bijzonder achter lopen als het gaat om daadwerkelijk beleid op het gebied van maatschappelijk vera n twoord ondernemen. Orthodox gelovige ondernemers geven wel veel geld weg, maar in hun bedrijf doen ze weinig op het gebied van personeel, armoede of milieu. Professor Jo h a n Gra a fland liet daar een paar jaar geleden op een CBMC-bijeenkomst ook iets over zien. Ik vind dat, eerlijk gezegd, wel pijnlijk. Maar het is niet alleen pijnlijk, het is ook verwo nderlijk. In de Bijbel zelf is er volop aandacht voor de zorg voor de medemens, voor de natuur en voor de omgeving. Ook als het gaat om het bedrijfsproces – in die tijd uiteraard vo o ral de landbouw. Dat maakt het misschien wel een stuk gemakkelijker, tegelijkertijd kostte het ook wat. Denk bijvoorbeeld aan het laten staan van de oogst aan de randen van de akkers. Niet alleen in de Bijbel, ook in de christelijke traditie is er op ve r s chillende momenten veel aandacht geweest voor duurzaamheid. Vandaar dat CBMC en ForumC (het centrum voor geloof, wetenschap en samenleving en samen met CBMC drager van het IMPACT Netwerk) een project zijn gestart: duurzame inspiratie. Niet om voor te sch r i j ven wat er nu precies moet – voor zover we dat al kunnen weten. Maar wel met de vraag waar we onze inspiratie vandaan halen, ook als het gaat om duurzaamheid.

Tegelijkertijd willen we naar de rijke christelijke t raditie kijken welke inspiratiebronnen daar zijn. Daarnaast bestaat het project uit een onderzoek onder zowel christelijke ondernemers als onder i n d ividuen over duurzaamheidsgedrag. Diverse CBMC’ers worden benad om aan dit onderzoek mee te doen. Maar net als duurzaamheid: het moet niet alleen bij praten blijven. Dus komt er ook een eenvoudig trainingsprogramma voor christenondernemers. Waarom zou ik iets met duurzaamheid moeten en hoe zou dat kunnen? Want praatjes vullen geen gaatjes, ook niet die in de ozonlaag. Cors Visser Directeur ForumC

Het project ‘Duurzame inspiratie’ is mede tot stand gekomen dankzij een bijdrage van stichting Kerk en Wereld.

NIEUWE LEDEN Erwin Groeneveld

Duiven

Gijsbert Roordink Henk Schouten

Kampen Sleeuwijk

Erik Spek

Boskoop

Eva Vreeken Kees Wondergem

Rotterdam Bleiswijk PAG 1 9


ADVERTENTIES Verrassend programma en inspirerende sprekers. Een weekend lang.

PAG 2 0


“Met God komen we samen op onze bestemming” H et eerste jaar van de cursus GVL, Geestelijk Vooruitziend L e i d e rschap, zit er voor Jasper van de Visch alweer bijna op. “Ik ben eigenlijk helemaal ge e n ‘cursusman’. Maar deze curs u s gaat over je leven en het houdtje d a ge l i j ks bezig: thuis, op je we rk , in relaties met anderen. Wat je leert ga je toepassen. Zo’n cursus doe je dan ook niet alleen. Mijn vrouw Irma is er op de cursus niet bij maar thuis bespreken we alles samen door. Daardoor heeft het grote impact op ons beiden. We groeien samen verder naar onze bestemming.”

verkeerd bedoelde en hard werkte voor zijn gezin had hij erg veel medelijden met zichzelf. Eigenlijk draaide alles om hem en hij kon daardoor ongecontroleerd boos worden over alles wat hem niet aanstond. Vaak onredelijk boos om kleinigheden. En nog steeds hebben mijn ouders veel onenigheid. Best triest om te zien. Het gekke is dat ik daar als kind onder geleden heb maar later bleek ik trekjes van hetzelfde gedrag te vertonen. Heel irritant.” Leerproces “Van huis uit ben ik niet christelijk opgevoed”, legt Jasper uit. “Mijn ouders zijn niet gelovig. Ze stuurden me wel naar de stevige reformatorische dorpsschool. Daar kreeg ik als kind veel positiefs mee via een geweldige vrouw: juf van Ginkel. Achteraf gezien heeft zij met haar passie voor God, haar Bijbelverhalen en vooral door haar gebed bij mij een basis gelegd. Daar ging God later mee verder toen ik Irma leerde kennen. Irma was op zoek naar een andere kerk vanuit het verlangen God beter te leren kennen zoals Hij echt is. Daarom gaf zij mij heel duidelijk te kennen: Ik kan alleen met je verder, Jasper, als jij ook gelooft.

Is dat ‘samen groeien’ belangrijk voor jullie? “Nu wel”, verzekert Jasper. “Dat is voorheen echt wel anders geweest. We hebben in ons huwelijk ervaren dat ‘samen’ beslist niet vanzelfsprekend is. Door een crisis in ons gezin heen hebben we die weg moeten leren vinden en blijven gaan. Jan en Anneke Suk van CBMC zijn daarin voor ons van grote betekenis geweest. Via hen is er een omslag in ons leven gekomen. En nog steeds hebben we met zekere regelmaat contact met hen. Het heeft te maken met hoe ik als man en vader functioneerde in het gezin. Eigenlijk wist ik precies hoe dat voor Irma en de kinderen moest voelen. Ik had namelijk hetzelfde ervaren met mijn vader. Hoewel hij het niet PAG 2 1


ADVERTENTIE “Het omgaan met mensen is echt mijn ding”

PAG 2 2

Want God is voor mij echt nummer één.” Dat was de belangrijke drive om samen verder te zoeken. We kwamen bij een kerk terecht waar we door leeftijdgenoten en leiding van het jeugdwerk geweldig zijn opgevangen. Daar hebben we veel geleerd, samen belijdenis gedaan en ben ik gedoopt.” Geen eindstation “Nu weet ik dat ik net als veel kerkmensen toen dacht dat ik het doel bereikt had. Maar hoe nodig en goed deze ontwikkelingen ook waren; het kennen van God was nog niet diep genoeg in mijn leven verankerd dat het mijn karakter ook raakte en veranderde. Hij was beslist aanwezig. Maar de relatie met Hem was nog niet zo persoonlijk dat ik mijn onvrede kon loslaten en mijn onredelijke boosheid onder controle kreeg. Als God persoonlijker voor je wordt, verandert dat beslist. Maar je moet wel een hoge drempel over om verder te komen. Ik zag die begeleiding van Anneke Suk in het begin ook echt niet zitten. Ik verzette mij ertegen, hoewel ik in mijn hart wel wist hoe moeilijk het voor Irma en het gezin was om met mijn irritante gedrag en onredelijkheid om te gaan. Gelukkig liet Irma mij opnieuw geen keus. Zonder een veranderde Jasper kon zij niet met mij verder. Die grens was echt voor mij


nodig om de omslag te maken. Eenmaal ‘om’ kwam de positieve spiraal vrij snel op gang omdat we leerden er helemaal voor te gaan. Bijbellezen en bidden kreeg een heel andere waarde. Het werd voedsel voor onze relatie en de verhoudingen in ons gezin kwamen in de juiste balans.” Wat voegt de GVL-cursus daar dan nog aan toe? “Dat is voor Jasper echt een doorgroeiproces omdat hij wil groeien in zijn relatie met God”, vertelt Irma die zich ook bij het gesprek voegt. Jasper: “Ja, allerlei dingen vroegen mij om dieper na te denken. Want hoe ga ik mijn tijd indelen? Hoe wil ik ruimte geven aan direct contact met God? Hoe ga ik met mijn vrouw om? Maar ook: welke rol heeft mijn geloof in relatie tot mijn ongelovige buren die mij hele heftige vragen kunnen stellen omdat je over je geloof spreekt. Zij kijken ook journaal en denken over levensvragen na. Hoe bouw je met hen een relatie op waar ruimte is voor ontwikkeling, afweer, getuigenis, toenadering maar soms ook stilstand. Hoe sta je daarin? Welke tijd gun je jezelf en anderen? Hoe leer je de wil van God met verschillende relaties te ontdekken? Dat alles levert diepgaande gesprekken op. Op de cursus maar ook thuis met de opgroeiende kinderen. De oudste twee tienerdochters stellen heel andere vragen over het geloof dan de twee jongere basisschoolkinderen. Doordat je zelf investeert in bezinning en geloofsgroei, ben je een heel andere gesprekspartner voor hen geworden. Gesprekken kunnen daardoor een veel diepgaander karakter krijgen. Meestal ook heel spontaan onder het eten of bij een spel.” Irma: “Jasper maakt nu ook veel meer tijd voor hen vrij. Nog even meedoen met tra mpolinespringen of iets anders. Hij haalt veel meer voldoening uit het vaderschap. De kinderen genieten daar ook echt van.” Visie op samenwerken op de zaak “De GVL-cursus heeft mij ook veel meer inzicht gegeven op ieders eigen capaciteiten”, vertelt Jasper. “Toen ik de zaak van mijn vader zeventien jaar geleden overnam was het een eenmansstukadoorsbedrijf. De administratie verzorgde mijn moeder vanuit huis. Het was voor mij vanzelfsprekend dat Irma haar werk in de verpleging zou opgeven en mijn moeder zou opvolgen. Ik zag niet in welk offer ik van Irma verlangde. Ik verwachtte het gewoon. Klaar. Anderzijds gingen

we er samen voor: Irma ging haar middenstandsdiploma halen om de administratie te beheren, zoals je dat als christen kunt verantwoorden. En ik ging voor mijn ondernemersdiploma’s terwijl ik het liefst alleen met mijn handen werk. Nu zitten we één dag in de week samen op de zaak om de administratie te regelen. Heel gezellig. Maar door GVL zie ik nu heel goed dat kantoorwerk geen werk is dat echt Irma’s hart heeft. Zij kan er zichzelf niet in kwijt.” Irma bevestigt: “Nee, beslist niet. Ik doe de administratie omdat het bij onze broodwinning hoort en Jasper dat gewoon niet alleen af kan. Het werk is ook sterk uitgebreid omdat door het opknappen van panden we ook verhuren en verkopen. We zijn een vastgoedbedrijf geworden waar hypotheken, verzekeringen en belastingzaken bij komen kijken. Dat vraagt wel wat meer dan voorheen de facturering van stukadoorswerk. Maar het omgaan met mensen is echt mijn ding”, vervolgt Irma, “als je ziet hoe zieke mensen omgaan met hun afhankelijkheid en daar met hen gesprekken over hebt dan is dat intensief, betekenisvol en leerzaam. Zo kan ik het kantoorwerk niet ervaren. Het is noodzakelijk, maar meer ook niet. En het kriebelt beslist als ik aan de verpleging terugdenk. Maar ik moet er nu zijn voor mijn gezin en het bedrijf. Waarom ik dat kantoorwerk toch blijf doen? Omdat ik ervan overtuigd ben dat het Gods bedoeling met Jasper en mij is dat wij in harmonie samenleven. Ieder met zijn eigen talenten en gaven, maar ook met zijn beperkingen. Dat is ons leerproces. Het brengt ons in een situatie waarin we beter dienstbaar kunnen zijn aan Gods plan met ons. Waar Hij ons voor wil gebruiken of waar het ons brengt weten we nu nog niet. Maar op Gods tijd vinden we beslist onze bestemming. In dat vertrouwen kun je nu doen wat je hand vindt om te doen. Straks zal dat iets zijn wat we beiden met heel ons hart kunnen doen. Daar kijken we naar uit!” Gerard M. Bijkerk Op 3 september as. start de volgende GVL cursus, al voor het tiende jaar. In deze tweejaarlijkse leiderschapstraining leer je bouwen aan een positieve invloed op je leef- en werkomgeving. Met een mentor en twee andere cursisten kom je regelmatig bij elkaar om de diepte in te gaan en ervaringen uit te wisselen. Vooraf vragen hierover of in contact komen met Jasper en Irma? Neem contact op via redactie@cbmc.nl. PAG 2 3


Een duurzame relatie‌?

Duurzaamheid is een hype

Overal waar je komt, hoor je over het begrip duurzaamheid. Een duurzaam gebouw heeft onder andere te maken met dat het geen bouwval wordt, niet wegrot en geen verzakkingen aanwezig zijn. Het moet geen onbewoonbaar verklaarde woning worden. Dat geldt ook voor een relatie. Maar wanneer is een relatie duurzaam?

PAG 24


zijn. En als het gevoel weg is, is dan de liefde over? De romantiek is over, de realiteit vraagt om oplossingen. Ga je vluchten, vechten of erin berusten? Hoe kun je weer werken aan liefde? Huwelijkstijd Wij hadden eens contact met een echtpaar, laten we ze de gefingeerde namen Ton en Els meegeven. Toen we het verhaal van Ton hoorden, merkten we dat hij het er knap moeilijk mee had: “Els heeft helemaal geen respect voor mij.” Even later hoorden we het verhaal van Els: “Ton heeft helemaal geen respect voor mij.” De eerste reactie die door mijn hoofd flitste was: “Dit is een makkelijke situatie. Ton en Els komen snel door de problemen heen. Ze geven elkaar gewoon weer respect en het gevoel van liefde groeit vanzelf weer.” Helaas.

God is liefde… We horen heel vaak de opmerking: “we gaan maar uit elkaar, want we voelen niets meer voor elkaar en God is liefde, dus God zal het wel begrijpen…” Dit gebeurde soms lang of soms kort nadat iemand aan zijn partner eeuwige trouw, in voor- en tegenspoed, en tot de dood ons scheidt had beloofd. Er was een trouwdag met de mooiste beloften en veel mensen waren er getuigen van. Na de trouwdag komt het leven van alledag en de dingen die irriteren, irriteren dan elke dag iets meer, totdat de irritatie groter is dan de liefde. Is liefde een gevoel? Wat is echte liefde nu? Is dat het gevoel toen je verliefd werd en niet kon slapen van opwinding. Het gevoel van vlinders in de buik of zoals Walt Disney het beschrijft in de film Bambi: ‘het gevoel van lentekolder’? Liefde is in ieder geval iets wat rechtstreeks uit ons hart komt. Dat weten we ook allemaal, maar is er iemand die ook echt kan uitleggen wat liefde is? Hoe laat je nou blijken dat je liefde voelt? Je zegt dan vaak: “ik hou van jou” of “ik vind je lief”. Dat is dan een uiting van liefde, een manier waarop je duidelijk wilt maken, wat je gevoelens

We gaven Ton en Els huiswerk mee om samen door te nemen. Eén van de belangrijkste dingen was om samen weer huwelijkstijd te nemen. Huwelijkstijd is tijd die je samen doorbrengt en waarin je samen ontspant of juist samen belangrijke of onbelangrijke dingen doorspreekt. Elke keer als we met Ton en Els spraken, merkten we vooruitgang als ze samen tijd hadden genomen, maar vaak was er geen vooruitgang en dan bleek dat ze hun programma zo vol hadden gepland, dat er geen tijd meer voor elkaar over was. Door dit gedrag ontstaat er vaak, wat wij noemen, een valkuilenoorlog. We tekenen dan een berg zand en een kuil. Achter de berg staat iemand te schieten en in de kuil duikt iemand weg. Onze vraag is dan steevast: “wie is er schuldig?” Het antwoord laat zich raden. We krijgen als antwoord altijd: “allebei.” En zo is het ook. Degene die schiet moet stoppen met schieten en degene die in de kuil (in zijn hol wegkruipt) moet stoppen met vluchten. Dat betekent elkaar weer recht in de ogen kijken en samen God in de ogen kijken. Huwelijken zijn bedoeld om in contact met elkaar te groeien en in liefde te delen. Helaas beginnen veel huwelijken met een andere reden, namelijk met de hoop dat de ander ons gelukkig zal maken. Vaak is dat in het begin zo, maar na een tijdje zijn de roze wolken overgewaaid en komen we met onze voeten weer op de grond. Dan zien we dat onze geliefde helemaal niet zo ideaal is als we dachten. De romantiek is over, de realiteit vraagt om oplossingen. PAG 25


Wat voor type ben jij? Vlucht je, vecht je of berust je in de situatie? Ondernemers weten wat investeren is. Investeer daarom ook in je relatie. De communicatieschotels We kennen allemaal ‘doorfluistertje’; het spel waarbij we iemand iets in het oor fluisteren en diegene het in de kring doorfluistert aan de volgende. De hilariteit is groot als er totaal iets anders uit de kring komt als wat de eerste persoon doorgaf. Zo is het ook met onze communicatie met onze partner, het lijkt wel op communicatieschotels, jij bent de ene schotel en je partner de andere. Wij denken A, zeggen B, de ander hoort C en denkt D. Zo ontstaan veel communicatiestoornissen en irritaties in het huwelijk. Een vriend van ons zei vaak: “je hebt veel ‘praaturen’ nodig om elkaar goed te begrijpen.” Dat betekent veel huwelijkstijd en veel luisteren naar elkaar. Soms lijkt de discussie meer op een wedstrijd; van wie er kan winnen. Maar niet altijd heeft degene die het best is in discussiëren gelijk. De hartjesmethode Veel mensen geven wij een hartje mee met daarbij de opdracht: spreek met elkaar af wie het PAG 2 6

hartje mag vasthouden. Degene die het hartje heeft mag praten, de ander mag alleen herhalen of in zijn eigen woorden samenvatten, wat er gezegd is. Na verloop van een afgesproken tijd geef je het hartje aan de ander, die dan aan de beurt is. Het lijkt vreemd, maar het werkt. Je leert luisteren naar de achterliggende gedachten en gevoelens van de ander. Duurzame relatie Onze ervaring is dat het merendeel van de gestrande relaties te redden zou zijn geweest, als één, of beter beide partners op tijd om hulp hadden gevraagd. Bewustwording over de onderliggende illusies, frustraties en verwachtingen die tussen de partners in zijn gaan staan, en het opruimen daarvan, geeft ruimte voor een open en frisse relatie en opent de weg naar duurzame relaties. Soms is het al genoeg om simpelweg weer te leren om met andere ogen naar elkaar te kijken. Als je er zelf niet meer uitkomt, is het goed je een stuk op weg te laten helpen. Niet alleen voor je eigen welzijn, maar ook voor dat van je gezin en andere familie en vrienden. Hoe eerder je hulp zoekt, hoe groter de kans is dat je hart nog niet helemaal gesloten is voor je partner.


Even voorstellen

Jan en Imma Slot

Vergeef En tenslotte, als belangrijkste: vergeef elkaar. Matteüs 6: 12 zegt: Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets s chuldig was. Matteüs 18: 21, 22 ve r vo l g t : Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven’. In de hier op volgende gelijkenis, spreekt Jezus over iemand die 10.000 talenten is kwijtgescholden. Naar wat ik heb opgezocht op internet (misschien klopt dat niet helemaal) is dit gelijk aan 600 miljard euro. Zóveel, zelfs meer nog, heeft Jezus ons kwijtgescholden. Zo moeten ook wij onze broeder, zuster én partner vergeven… Ons advies: ga weer samen bidden: “Heer, wilt u mij wijzen op mijn fouten”, zoals ook wij hebben gedaan. Uit ervaring kunnen we zeggen: het werkt! God is getrouw!

Wij zijn in 1974 getrouwd en hebben daarna een aantal jaren in West-Afrika in de zending gewerkt. Toen we in de zending waren en Imma een lange tijd naar Nederland was geweest in verband met ziekte, waren we blij elkaar eindelijk na lange tijd weer te zien. We hadden hoge verwachtingen van elkaar, maar we konden allebei niet aan die verwachtingen voldoen. Imma zei dat ik moest veranderen en ik zei dat Imma moest veranderen. Ik bad zelfs: “Heer, wilt u haar wijzen op haar fouten…”, en Imma deed hetzelfde. De omslag kwam toen we samen op de knieën gingen met de afspraak om allebei te gaan bidden: “Heer, wilt u mij wijzen op mijn fouten.” Toen begon onze relatie weer te groeien. Toen we in 1984 weer terug in Nederland kwamen, raakten we betrokken bij huwelijkspastoraat in de eigen gemeente en daarbuiten. Vanwege de enorme nood in huwelijken, ook in christelijke kringen, zijn we gestart met huwelijkscursussen, die we alweer een groot aantal jaren geven. In het dagelijks leven werkt Imma als verpleegkundige in de thuiszorg en Jan is in augustus 2008 begonnen met een eigen bouwkundig bureau Casteo, nadat hij jarenlang als managing-partner bij het architecten- en adviesbureau Inbo PAG werkzaam was geweest.

27


ADVERTENTIES

Thatcher & Aalderink BV – Postbus 1371 – 3800 BJ Amers f o o rt T 033-4655115 – E info@thatcher.nl – W www.thatcher.nl

www.alpha-online.nl/business

PAG 28


BESTUUR

Rustperiode Begin september zullen we afscheid nemen van Koos Mink als bestuurslid. Koos is voorzitter van Europartners (CBMC Europa) en gaat nu ook deelnemen aan het bestuur van CBMC International. Dit alles combineren met een functie in Nederland wordt teveel. We zijn dankbaar voor wat Koos allemaal heeft betekent voor CBMC Nederland in de afgelopen jaren. We zijn dus op zoek naar vervanging van Koos als bestuurslid. Daarnaast weten we nu al dat Gerrie Boeve ons tijdens de komende ALV gaat verlaten omdat ze het maximum aantal termijnen dan bereikt heeft. Ook daarvoor zijn we al aan het kijken naar een vervang(st)er.

Als bestuur hebben we ook een periode van rust tot begin september. We zijn blij met de vele dingen die we in het land zien gebeuren. Het lijkt wel of veel zaken die maar niet van de grond kwamen, nu ineens wel gebeuren. Een voorbeeld is BusinessAlpha waar veel leiders voor getraind waren, maar waarvan het aantal concrete alpha-cursussen tegenviel. Nu starten er wél groepen op en zelfs op plaatsen waar we het niet verwachten.

We hopen in de rest van het jaar de invulling van onze vergaderingen verder aan te passen zodat we meer betekenen voor Wouter en zijn team. We hebben een slag kunnen maken door het besluit over de contributie tijdens de laatste ALV. Hierdoor wordt de tijd die we als bestuur aan de financiën moeten besteden hopelijk kleiner en kunnen we meer tijd besteden aan het meedenken met en ondersteunen van het team. We hopen en bidden dat de plannen en activiteiten tot Gods eer gezegend worden. We weten ons dienstbaar aan onze Schepper. Een goede vakantie gewenst, Henk van Vlastuin Voorzitter CBMC Nederland

Kom naar de CBMC Conferentie. Thema: ‘Verrassend vernieuwend’ Opgave: cbmc.nl PAG 2 9


De kredietcrisis bekeken

door het oog van de naald

1. Inleiding In 2007 verscheen het boek ‘Het oog van de naald’ (Ten Have) van mijn hand over de markt, geluk en solidariteit. In dit boek poogde ik een christelijke visie op de markteconomie te ontwikkelen. Inmiddels is er heel veel gebeurd. Met de kredietcrisis doet zich een ongekende teruggang in de economie voor met enorme sociale gevolgen. Wat begon als een vertrouwenscrisis in het bankwezen, heeft zich verder uitgebreid tot een crisis in het vertrouwen in de economie als geheel. Als gevolg hiervan heeft ook het vertrouwen in de economische orde waarin deze crisis heeft kunnen plaatsvinden een geweldige knauw gekregen en het economisch denken waarop deze orde is gebaseerd en wordt verdedigd. De vraag is hoe dit zich nu verhoudt tot de visie die ik in bovengenoemd boek heb neergelegd. In de volgende paragraaf vat ik daartoe eerst mijn visie op de vrije markt kort samen, zoals beschreven in ‘Het oog van de naald’. Ve r volgens analyseer ik de belangrijkste oorzaken van de kredietcrisis.

PAG 3 0


welvaart en de positieve basisrechten van de armen. Vanuit de christelijke deugdenethiek dienen grenzen aan marktwerking te worden gesteld, omdat in een omgeving met felle concurrentie belangrijke christelijke deugden zich onvoldoende zullen ontwikkelen.

In de slotparagraaf laat ik zien hoe deze bevindingen zich verhouden tot de conclusies in ‘Het oog van de naald’. 2. Visie op de markt anno 2007 In ‘Het oog van de naald’ wordt de visie op marktwerking opgespannen langs drie waarden: geluk, rechtvaardigheid en (christelijke) deugden. Alle drie perspectieven bieden een legitimatie van marktwerking. Vanuit het geluksperspectief is marktwerking legitiem omwille van de economische groei die marktwerking bevordert. Zonder economische groei zal het zeer moeilijk zijn de welvaart van de armen te bevorderen. De rechtvaardigheidsethiek legitimeert marktwerking vanwege het respect van negatieve vrijheidsrechten en het principe van morele verdienste waarop marktwerking is gebaseerd. Ook de deugdenethiek legitimeert de concurrentie op de markt omdat de markt mensen persoonlijk verantwoordelijk maakt voor hun handelen en een positieve uitwerking heeft op verschillende klassieke en christelijke deugden. Tegelijkertijd impliceren alle drie de perspectieven ook het bestaan van grenzen aan de vrije marktwerking. De bevordering van menselijk geluk maakt het noodzakelijk dat vrije marktwerking wordt gecorrigeerd om marktimperfecties te voorkomen. Vanuit het perspectief van mensenrechten en rechtvaardigheid is het noodzakelijk dat de uitkomsten van de vrije markt worden gecorrigeerd door een overheid omwille van de

De beoordeling van de vrije markt is derhalve ambivalent. De conclusie die ik in een van de slothoofdstukken trok, is dat wij ons anno 2007 niet moeten afvragen of het kapitalisme te prefereren is boven het socialisme, maar veeleer op welke wijze de schadelijke werking van het kapitalistisch systeem voorkomen dient te worden. De oplossing ligt niet in een vervanging van het marktsysteem door een ander coördinatiemechanisme, maar in een moeilijk en pijnlijk proces van het bedwingen van de nadelen van het marktsysteem. Daarvoor achtte ik het allereerst belangrijk dat er een sterke staat is, die zich niet enkel laat leiden door commerciële belangen, maar effectieve controle uitoefent of organiseert om substantieel machtsmisbruik te voorkomen, marktimperfecties te bestrijden en zo nodig de uitkomst van de markt kan corrigeren door herverdelende maatregelen te treffen. Aan de andere kant dient men wel voorzichtig te zijn met al te hoge verwachtingen te stellen aan het optreden van de staat. Men dient zich ook altijd af te vragen of een beleid dat beoogt een bepaald sociaal kwaad te bestrijden voldoende effectief is en niet grotere onrechtvaardigheden veroorzaakt dan het wil tegengaan. Teveel overheidsregulering en controle tast de vrijheid van het handelen van individuen en groepen aan. Het is daarom minstens zo belangrijk dat er naast de markt en de overheid sterke niet-commerciële gemeenschappen bestaan die bijdragen aan de vorming van deugden, waardoor een sociale atmosfeer van vertrouwen en solidariteit wordt bevorderd die bijdraagt aan efficiënte en rechtvaardige uitkomsten van de markt. 3. Oorzaken van de kredietcrisis Hoe verhoudt de huidige economische crisis zich nu tot bovengenoemde visie? Met het oog daarop geef ik in deze paragraaf eerst een kort overzicht van de belangrijkste oorzaken van de crisis. Een eerste factor betreft het handelen van de Amerikaanse overheid en Centrale bank. Zowel de regering Clinton als de regering Bush streefden naar een stijging van het eigen woningbezit. Door de Amerikaanse overheid gesteunde bedrijven Fannie Mae en Freddy Mac kochten grote partijen Alt-A en subprime leningen, ondanks het feit dat managers aangaven dat de risico’s daarvan erg groot waren. Mede hierdoor werden ook andere particuliere partijen aangemoedigd om in de markt van hypotheekleningen te stappen. Ook ruim monetair beleid heeft bijgedragen aan het ontstaan van de crisis. Omdat de FED de rente kunstmatig laag hield, was er een overvloed aan liquiditeit en deze werd massaal geïnvesteerd in de PAG 3 1


huizenmarkt, waardoor de prijzen sterk stegen. In de derde plaats droeg de overheid bij aan het ontstaan van de crisis door gebrekkig toezicht en regulering van de woning- en financiële markten. De Amerikaanse overheid liet toe dat hypotheken werden verleend zonder dat er noodzakelijke condities ten aanzien van kredietwaardigheid van huizenbezitters in acht werden genomen. Ook faalde de overheid in toezicht op de handel in financiële producten verderop in de financiële keten. Verder ontbrak macro supervisie op internationaal niveau en werden significante risico’s, voor zover zij wel werden waargenomen, niet vertaald in adequaat beleid. Als gevolg van concurrentie tussen verschillende landen, waren nationale toezichthouders vooral gericht op het beschermen van nationale belangen. De tweede groep van actoren die bijgedragen heeft aan het ontstaan van de kredietcrisis betreft de commerciële banken die hypotheken aanboden aan huiseigenaren. Zoals hierboven al vermeld werd de kredietwaardigheid van de leners niet of nauwelijks getoetst. Deze banken hadden daar ook weinig belang in, omdat zij de leningen in korte tijd doorverkochten en daarmee de risico’s doorschoven naar andere partijen. Hun belang was erin gelegen om zoveel omzet en winst te maken. De investeringsbanken die deze leningen overnamen, verkochten deze weer door in de vorm van ingewikkelde pakketten van hypotheekleningen aan institutionele beleggers. Een derde groep van actoren betreft de kredietbeoordelaars die door de investeringsbanken werden ingeschakeld om de derivaten van risicowaarderingen te voorzien. Vanwege concurrentie tussen deze rating bureaus, werden zij verleid tot iets hogere waarderingen dan gerechtvaardigd. Een vierde groep betreft de banken die deze derivaten kochten. Hun koopgedrag werd gestimuleerd door een combinatie van twee factoren. Enerzijds een grote bereidheid om risico’s te nemen teneinde op korte termijn winst te kunnen realiseren. En anderzijds onvoldoende inzicht in de grote risico’s van de derivaten vanwege de complexiteit van deze financiële producten en een onzorgvuldig gebruik van de risicomodellen die doorgaans gehanteerd worden om de risico’s vast te stellen. De bereidheid tot het nemen van grote risico’s werd mede ingegeven door beloningssystemen die aansluiten bij de belangen van aandeelhouders en eveneens risicozoekend gedrag omwille van korte termijn winstgevendheid voorstonden. Deze korte termijn focus van aandeelhouders weerspiegelt het speculatieve karakter PAG 3 2

van transacties op de aandelenmarkt. Waar de gemiddelde periode waarin een aandeel werd aangehouden in de jaren zestig ongeveer zeven jaar bedroeg, bedraagt deze momenteel minder dan een jaar. Bovengenoemde factoren vormden de belangrijkste ingrediënten voor de implosie die volgde: omdat banken het vertrouwen in elkaar verloren, kwam het interbancaire verkeer tot stilstand en daalde vervolgens het vertrouwen van andere private partijen in het bankwezen. De terugval van de kredietverlening van banken aan bedrijven zette vervolgens een vergelijkbare neerwaartse spiraal in de rest van de economie in gang en wereldwijde Keynesiaanse vra a g u i t val ve r s t e r k t e deze effecten. 4. Interpretatie in het licht van het oog van de naald Hoe past bovengenoemde analyse van de oorzaken van de crisis nu binnen het kader van de marktanalyse zoals geschetst in ‘Het oog van de naald’? In dit boek benadruk ik dat marktimperfecties heel persistent kunnen zijn en dat derhalve een belangrijke rol is weggelegd voor de overheid. Ook de kredietcrisis bevestigt dit. Zo leidde het zwakke toezicht van de overheid op de woning- en kapitaalmarkt tot grote risico’s bij de hypotheekverstrekking en het doorverkopen daarvan in de vorm van complexe derivaten. De veronderstelling van het vrije marktmodel dat marktpartijen zelfredzaam zijn en dat het derhalve niet mogelijk is om onverantwoorde risico’s door te schuiven naar andere marktpartijen bleek niet op te gaan. Daarnaast benadruk ik in ‘Het oog van de naald’ het belang van deugden voor het goed functioneren van de markt en dat een overmaat aan marktwerking tot een uitholling van deugden en daardoor van de morele basis van de markt kan leiden. Ook dit wordt bevestigd door de kredietcrisis in het handelen van de commerciële banken die risico’s afwentelden op anderen en de kredietbeoordelaars die hun financieel belang zwaarder lieten wegen dan hun professionele verantwoordelijkheid om goede kredietbeoordelingen af te geven. Een ander voorbeeld betreft de dominantie van het korte termijn belang. Omdat het voor aandeelhouders moeilijk te beoordelen is wat de lange termijn winstmogelijkheden van een bedrijf zijn, letten analisten daarom toch vooral op winstcijfers op korte termijn en zijn ook de beloningssystemen van managers daarop gericht. Dit heeft tot teveel risiconemend investeringsgedrag bij banken geleid.


Dit roept ernstige twijfel op ten aanzien van de probaatheid van het welbegrepen eigen belang als basis voor onderling vertrouwen in het marktverkeer. In ‘Het oog van de naald’ beargumenteer ik daarom dat aanvullende deugden nodig zijn. Werkelijk vertrouwen in andere marktpartijen is pas mogelijk als zij een innerlijke moreel kompas hebben om gewekte verwachtingen na te komen. De christelijke ethiek draagt verschillende deugden aan die een dergelijke houding bevorderen. De belangrijkste daarvan is integriteit in de zin van eerlijkheid en onkreukbaarheid. Dit is een vorm van wederkerigheid, zoals uitgedrukt wordt door de gouden regel uit Luc. 6:31: ‘En gelijk gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hen evenzo.’ Maar ook andere deugden als matigheid, moed, zelfbeheersing en geduld dragen belangrijk bij aan het functioneren van een markteconomie. De deugd van matigheid is relevant, omdat de kredietcrisis zich afspeelt tegen een achtergrond van ove rconsumptie. Dit heeft de Amerikaanse economie sterk verzwakt en is er mede oorzaak van geweest dat de kredietcrisis zo hard heeft toegeslagen. De deugd van moed staat tegenover de ondeugd van overmoed, die het risicozoekend investeringsgedrag van de meeste banken heeft gekenmerkt. Zelfbeheersing en geduld zouden niet alleen bijgedragen hebben aan een meer lange termijn strategie bij banken, maar ook de verleiding om zich te laten leiden door een excessief beloningsbeleid hebben verminderd. 5. Slot Op basis van voorgaande analyse concludeer ik dat veel elementen van de kredietcrisis zich goed laten interpreteren in het analysekader van ‘Het oog van de naald’. Toch moet ik bekennen dat ook ik een crisis als deze niet voor mogelijk had gehouden. Dat kapitalisme gepaard kan gaan met crisissen, wisten wij wel. Maar dat wij in 2008, een jaar na het verschijnen van mijn boek, een crisis zouden meemaken van deze omvang, heeft mij verrast. Ook leefde bij mij het vertrouwen dat met de economische kennis en ervaring opgedaan sinds de jaren dertig van de vorige eeuw een teruggang in de economie vroeg genoeg gestopt zou kunnen worden door passend economisch beleid. Maar tot nu toe lijkt de crisis eerder de omvang aan te nemen van de crisis uit de jaren dertig dan die uit begin jaren tachtig van de vorige eeuw, ondanks de vergaande maatregelen die overheden treffen en getroffen hebben. De economie blijft vol geheimen. Het verloop ervan is niet alleen uiterst moeilijk te voorspellen, maar ook achteraf blijft men zitten met vragen bij de verklaring van economische verschijnselen. De relativering die ik noteer bij de verantwoording van de titel van het boek blijft onverkort van kracht: elk model blijft eenzijdig. Johan Graafland Hoogleraar Economie, Onderneming en Ethiek aan de Universiteit van Tilburg PAG 3 3


ADVERTENTIES

Logo

nodig? 033-4612301 HAMSEWEG

3828

AC

89A

AMERSFOORT WWW.BAADENHUYSEN-VANLAER.NL PAG 34


COLUMN

Belasting is diefstal Het tarief stijgt dan naar bijna 60%. Om van accijnzen en andere heffingen maar niet te spreken. Belastingontduiking of belastingontwijking? Onlangs was in het nieuws dat het Koninklijk Huis vermogen heeft ondergebracht bij stichtingen in het buitenland. Is dit wel of niet moreel verwerpelijk? Niemand wil teveel belasting betalen. Dat vraagt de fiscus ook niet van u. Als er dus wettelijke mogelijkheden zijn dan kunt u daar gebruik van maken. Het wordt pas moreel verwerpelijk als u daadwerkelijk de belasting ontduikt. Bijvoorbeeld door inkomen te verzwijgen of door de werkelijkheid anders voor te doen.

Een reclamecampagne met het thema ‘Belasting is diefstal’ is uit de ether gehaald. Een juridisch vervolg loopt nog. Onlangs werd in Oegstgeest een feestje gevierd: Tax Freedom Day. Ondernemers kwamen bij elkaar omdat zij vierden dat 52% van het jaar voorbij was. 52% is het hoogste belastingtarief en dus hadden ze tot nu toe eigenlijk alleen nog maar voor de belastingdienst gewerkt. Na Tax Freedom Day werkt men weer voor zich zelf. Niet iedere Nederlander betaalt 52% belasting. U betaalt dit tarief bij een belastbaar inkomen hoger dan plusminus € 53.000. Van 52% belasting word je niet vrolijk. Gelukkig geeft de wet voldoende mogelijkheden om de belastingdruk te verminderen. Denk bijvoorbeeld aan de hypotheekrente. Toch lukt dat niet altijd en soms betaalt u zelfs meer! U houdt nadat u over bijvoorbeeld € 1.000 52% belasting hebt afgerekend € 480 over. Als u vervolgens iets koopt betaalt u ook omzetbelasting.

Koopt u op Schiphol taxfree dan ontwijkt u wel de belastingheffing maar zult u niet worden beticht van belastingontduiking. De geest van de wet Belastingontwijking kan moreel verwerpelijk zijn als met de bedoelde ontwijking wel naar de letter van de wet wordt gehandeld maar niet naar de geest van de wet. Maar welke normen worden dan gehanteerd? Het is goed om daar met uw adviseur indringend over te spreken. Verder hoop ik dat uw a dviseur niet van rechtszaken houdt. Want in Nederland is het zo dat de rechter bepaalt of volgens de wet is gehandeld. Helaas kan een rechtszaak lang duren en dus veel geld en tijd kosten. …dan moet u dat genoeg zijn In verband met de crisis worden veel (fiscale) maatregelen getroffen. Een flink aantal zijn erop gericht om ondernemers te helpen. Na Prinsjesdag zal er meer duidelijkheid zijn. Wees dus de komende tijd alert op deze kansen. Maar het begint met tevredenheid (1 Tim. 6:8). M i s s chien zegt u straks wel samen met Aad Ouborg, oprichter van Princess: “Nederland is eenprachtig land. Ik ben trots dat ik die 52% kan betalen.” Pieter van der Kwaak RA, Lansigt accountants en belastingadviseurs

PAG 3 5


Zit duurzaamheid in het bloe zakenmensen? Bij veel ondernemingen is de term ‘duurzaamheid’ gemeengoed geworden. Grote internationale concerns als GDF Suez en Shell drukken dit veelal uit in mooie te rmen als S u stainability, Corporate Responsability en Responsibly Energy. Maar waar komt ‘duurzaam ondernemen’ eigenlijk vandaan? En is er een verschil met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? Wat betekent dat voor u en mij? Bij veel ondernemingen is de term ‘duurzaamheid’ gemeengoed geworden. Grote internationale concerns als GDF Suez en Shell drukken dit veelal uit in mooie termen als Sustainability, Corporate Responsability en Responsibly Energy. Maar waar komt ‘duurzaam ondernemen’ eigenlijk vandaan? En is er een ve r s chil met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? Wat betekent dat voor u en mij?

Waar komt het vandaan? De oorsprong van het begrip duurzaamheid kan worden teruggeleid op het ontwikkelingsdebat dat werd gevoerd in de periode van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens zijn intrede in 1949 sprak President Truman over ‘ve rbetering en groei van onderontwikkelde gebieden’. Ontwikkeling was een synoniem voor industrialisatie en materiële consumptie. In de jaren zestig stond duurzaamheid nog in een context van continue economische groei op lange termijn. Begrippen als ‘zuinig’ en ‘natuurvriendelijk’ zijn pas aan de PAG 36

orde als duurzaamheid wordt geïntroduceerd in het milieudebat. Dit gebeurt in het beleidsdocument ‘Grenzen aan de groei’ van de Club van Rome, gepubliceerd in 1972. De echte doorbraak van het concept kwam in 1987 met het beleidsdocument ‘Our Common Future’. Van een duurzame wereld zou sprake zijn als de huidige behoeften van de mensheid vervuld worden zonder dat behoeften van toekomstige generaties in gevaar zijn. Nadien hebben diverse (internationale) conferenties plaatsgehad waarin het concept op politieke niveaus verder werd uitgediept. Wat wij va ndaag verstaan onder duurzaamheid komt ook ter sprake in Genesis, waar de relatie tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving wordt omschreven. De mens ontvangt heerschappij van God. Daarbij worden mensen in Genesis 2 beschreven als rentmeesters die zorg moeten dragen over Zijn sch e pping. Het belang van dit rentmeesterschap was lang onderbelicht, maar werd in 1985 tijdens de milieuconferentie door Paus Johannes Paulus II e x t ra bedrukt. Hiermee werd het t h e o l o g i s che debat gekoppeld aan ecologische vraagstukken. In protestantse kringen vond een vergelijkbaar proces plaats.


het bloed van christelijke De interpretatie van duurzaamheid is tot op zeker hoogte een geestesproduct van het Bijbelse begrip rentmeesterschap. Duurzaam ondernemen heeft daarmee een milieuachtergrond, terwijl Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen een sociale achtergrond heeft. Beide termen worden tegenwoordig door elkaar gebruikt, wat tot conceptuele verwarring kan leiden. Ze staan beide echter voor het zoeken naar evenwicht tussenfin a n c i e e l economische resultaten, sociale belangen en het milieu. Oftewel: Profit, People en Planet. De dage l ij kse praktijk Volgens een artikel (2006) uit het Financiële Dagblad zegt dat 75% van de Nederlanders hun werk mede op basis van hun levensovertuiging i n r i chten. Valt ondernemerschap te rijmen met geloof? Anton Niese kan niet anders, staat hier in de publicatie. Hij is ondernemer, gelovig en oprichter van TopTech uitzendbureau. Uit het interview blijkt dat hij in zijn bedrijf, net als vele christenondernemers, dagelijks dilemma’s tegenkomt. En ook dat er fouten worden gemaakt. Dat zal met duurzaam ondernemen niet anders zijn. Vanuit mijn marketingfunctie bij een internationale energieonderneming merk ik dat duurzaam ondernemen echt verder moet gaan dan w i n d ow dressing. Sterker nog, het zou bepalend moeten zijn voor de hele bedrijfsvoering. Van Inkoop tot Verkoop, van Marketing tot Productie, van A d m i n i s t ratie tot Personeel. Dan komen vragen als: wat is de visie van mijn onderneming? Hoe gaan wij eigenlijk om met bijvoorbeeld energie? Spreken wij onszelf aan op ons eigen gedrag? Duurzaam ondernemen heeft overeenkomsten met het volgen van Jezus. Dat doe je niet alleen op zondag. Het volgen van Jezus bepaalt de manier waarop je leeft. Zoals de pay-off van IMPACT Netwerk het verwoordt: ‘Christen-zijn in werk, relaties en samenleving’. Dus: van belasting tot huwelijk, van autorijden tot vergeving, van werken tot opvoeding. Zit duurzaamheid bij christelijke ondernemers in het bloed? Bij hen zou de basis voor duurzaam ondernemen niet primair vanuit de markt moeten komen, maar uit geloof en overtuiging.

En na de cri s i s Persoonlijk verwacht ik dat duurzaam ondernemen na de huidige crisis steeds meer een hy g i ënefactor wordt voor bedrijven in alle sectoren. Met andere woorden: klanten en medewerkers verwachten in toenemende mate dat je hier als bedrijf aantoonbaar invulling aan geeft. Als duurzaam ondernemen ontbreekt, wordt dit voor eindklanten een reden om niet (meer) af te nemen. En voor (nieuw) personeel een reden om voor een andere onderneming te kiezen. Bedrijven die nu duurzaam ondernemen in de praktijk brengen, zullen na de crisis een voorsprong hebben. Deze voorsprong zal zichtbaar zijn in kostenbesparingen, klantenbinding en het creëren van nieuwe afzetmarkten. Wij zijn aan zet Vanwege de economische malaise kan ik mij voorstellen dat uw plannen en ideeën in de ijskast zijn beland. Het ove r l e ven van de crisis zou momenteel uw dagtaak kunnen zijn. Want u voelt zich verantwoordelijk voor collega’s en de toekomst van het bedrijf. Juist dan wil ik u oproepen om vooruit te kijken en het zakendoen (verder) te verduurzamen. Die oproep klinkt IMPACT-breed. Veel hoogopgeleide christen-professionals willen werk maken van hun geloof. Duurzaam ondernemen biedt daarvoor veel kansen. Waarbij geldt: duurzaam ondernemen is persoonlijk, maar je kunt het niet alleen. In verbondenheid, Jos Veldwijk IMPACT Netwerk Subsidieregelingen voor duurzame ondernemers vindt u o.a. op www.senternovem.nl Milieu Investeringsaftrek (MIA) Energie Investeringsaftrek (EIA) Innovatievoucher Breder, maar wel handig: www.antwoordvoorbedrijven.nl B ronnen www.kuleuven.be, www.duurzaam-ondernemen.nl PAG 37


CONTACTPUNTEN Plaats GRONINGEN Regiovoorzitter: Haren Ten Post FRIESLAND Regiovoorzitters: Dokkum Drachten Franeker Heerenveen/Sneek Leeuwarden 1 Leeuwarden 2 RTT Friesland

Teamvoorzitter

Contactgegevens

W. Droppers G.J. Felten B.T. Hof K. Boer

0341 - 356147 0598 - 352401 050 - 5341100 0598 - 430991

A. Vellema A. Timmermans J. Faber vacant H. Brander H. Jonker D. van Wieren A. Vellema W. Dijkstra A. Miedema

06 - 53414655 06 - 53442454 0519 - 241971

DRENTHE EN OVERIJSSEL Regiovoorzitter: Hardenberg/Ommen

0517 - 575857 0513 - 412954 0515 - 427646 058 - 2801001 058 - 2667750 058 - 2668453

W. Eikelboom F. Smeding R. Cramer IJsselmuiden (ochtend) J. Felix J. M. Mondria Kampen (ochtend) G. J. Brouwer Kampen/IJsselmuiden (avond) H. Palland H. Herweijer Meppel L. Koetsier Zwolle W. Eikelboom

038 - 4652814 0523 - 270033 0523 - 612301 038 - 3313975 038 - 3327248 038 - 3324343 038 - 3327359 038 - 3323801 0522 - 244175 038 - 4652814

Twente Regiovoorzitter: Almelo Westerhaar

0341-356147 0546 - 827849 0546 - 565409

GELDERLAND Noord en West Veluwe Regiovoorzitter: Apeldoorn Bunschoten-Spakenburg

W. Droppers B.G. Abbink E. Jager

vacant C.D. de Jong A. Versteeg R. Beukers C.P.M. van Egmond L. Tessemaker J. Turkenburg G.J. Veldhoen

06 - 54342849 033 - 2987981 06 - 14536870 0525 - 654414 0578 - 692202 0525 - 662206 0525 - 621968

Harderwijk 1 Harderwijk 2 Putten RTT Harderwijk 1 RTT Harderwijk 2 RTT Nijkerk

H.N.M. Raaphorst J. van de Berg B. Fels B. Brouwer B. Brouwer W. Kombrink H. Raaphorst B. Brouwer A.J. Markerink

0341 - 424469 0341 - 563838 0341 - 439304 0341 - 437171 0341 - 437171 0577 - 461655 0341 - 424469 0341 - 437171 033 - 2458883

Gelderse Vallei Regiovoorzitter: Arnhem Ede Opheusden Veenendaal 1 Veenendaal 2 Veenendaal 3 Veenendaal 4 i.o.

N. de Bree P. Lengkeek H.J. Meijnen J. Vroegindeweij C. van Gent S. Ketelaar G. de Fluiter E. Struik

024 - 3430700 06 - 12548743 0318 - 540125 0488 - 412603 0318 - 512429 0318 - 521104 0318 - 552117 06 - 51153269

Zuid Veluwe Regiovoorzitter: Barneveld 1 Barneveld 2 Kootwijkerbroek Lunteren Terschuur Voorthuizen 1 Voorthuizen The Camels

M. de Bruin H. Kwant R. Slaa W. Davelaar B. van de Beek G. van Putten G. van den Top E.H. Schuiteman

0318 - 487206 0342 - 418266 0342 - 400525 0342 - 441264 0318 - 486220 0342 - 460038 06 - 21438438 06 - 55766513

Achterhoek Regiovoorzitters: Doetinchem Hummelo

vacant H.E. Hissink F. Sessink

0575 - 476555 06 - 53332990

FLEVOLAND Regiovoorzitter: Almere Lelystad

H. Peursum W. Rietberg H. Peursum

06 - 55178815 038 - 3318745 06 - 55178815

Elburg Epe/Vaassen Nunspeet Oldebroek Midden Veluwe Regiovoorzitter: Ermelo

Plaats UTRECHT Regiovoorzitter: Amersfoort Breukelen/Maarssen De Bilt Hilversum Houten

Teamvoorzitter

Contactgegevens

vacant G.J. den Hertog N. van Schaik P.C. Hopman J.W. Smedema W. Balk S. de Bruin M. Veenstra J.R. Dircks G.G. van Sijpveld

033 - 4654117 0346 - 261614 0343 - 454622 035 - 6460050 030 - 6379410 06 - 51927472 0294 - 291746 06 - 27278442 033 - 2774493

vacant R. Salomonson H. Bultsma H. Rebel C. Heutink

06 - 28432240 0228 - 593465 035 - 5260372 035 - 5264577

ZUID-HOLLAND Regio Gouda Zoetermeer Regiovoorzitter: Gouda Oudewater Waddinxveen 1 Waddinxveen 2 Waddinxveen 3

R. Gorissen H.N. de Jong G. Matse Th. Kruisman T. Veldhuizen R. Gorissen

06 - 51366109 06 - 22241332 0348 - 421280 0182 - 616266 06 - 26194917 06 - 51366109

Regiovoorzitter: Moerkapelle 1 Moerkapelle 2 Moerkapelle 3 Moerkapelle 4 Zevenhuizen

E. Willemsen P. van Ommeren J. Oudijk A. Koole E. Willemsen W.F. van der Kooij

06 - 53878682 06 - 22780662 06 - 10524663 010 - 2220018 06 - 53878682 0180 - 319419

Regiovoorzitter: Rijnsburg 1 Rijnsburg 2

J.H. Wiggers J.H. Wiggers J.H. Wiggers

071 - 4080722 071 - 4080722 071 - 4080722

Regio Rijnmond Regiovoorzitter: Dordrecht i.o. Hardinxveld-Giessendam Gorinchem Heusden en Altena Krimpen aan de IJssel i.o. Leerdam Puttershoek Rotterdam 1 Rotterdam 2

W.F. Veldstra W.F. Veldstra A. Knook J.M. van Haaften E. van de Kamp Y.T. Verheij T. de Vries H. Vervelde R. Oosterhoff W.F. Veldstra

0345 - 619025 0345 - 619025 06 - 46617066 0183 - 619343 06 - 51497580 0180 - 551133 0183 - 356180 06 - 10610022 06 - 25303275 0345 - 619025

Loenen a/d Vecht Utrechtse Heuvelrug Woudenberg NOORD-HOLLAND Regiovoorzitter: Amsterdam Andijk Huizen

NOORD-BRABANT EN LIMBURG Regiovoorzitter: vacant Sittard H. Talane Tilburg H. van der Linden Uden/Veghel P. Robinson

06 - 53488433 013 - 5287863 06 - 20093148

ZEELAND Regiovoorzitter: Zierikzee

vacant C.W. Deurloo

0113 - 301114

W. Eikelboom C.M. Laban A.L. Versteeg D. van der Staaij H. van Vlastuin H. van Vlastuin

038 - 4652814 0172 - 617454 033 - 2987981 078 - 6818132 06 - 53884285 06 - 53884285

Mw. J. CoppoolseDingemanse Mw. C.Ph. Snijder Mw. D. Velten Mw. H. Ketelaar

0341 - 356147 033 - 4532970 0172 - 897398 06 - 50867275

Ronde Tafel Teams RTT Food Noord RTT Food Zuid RTT Transport RTT Internationaal i.o. RTT Grote bedrijven i.o. CBMC Vrouwennetwerk Contactpersoon: VNW Midden VNW West RTT VNW directeuren

Young CBMC en IMPACT Netwerk Contactpersoon: Young CBMC W. Droppers Contactpersoon: IMPACT Netwerk A. Korevaar

0341 - 356147 06 - 22444411

YCBMC Nunspeet YCBMC Nijkerk

B. van Renselaar J.P. Redert

06 - 53502222 06 - 25086091

CBMC Senior Contactpersoon:

B. van de Beek

0318 - 486220

i.o.staat voor ‘in oprichting’. Interesse in dit team? Bel met de betreffende teamvoorzitter

PAG 3 8


Business Contact is een magazine van CBMC Nederland en verschijnt zes keer per jaar. CBMC is de vereniging voor christenzakenmensen in Nederland. De missie van CBMC Nederland is zakenmensen te helpen Jezus Christus te vinden, te volgen en te verkondigen. Directeur CBMC Nederland: Wouter Droppers Bestuur: H. van den Berg, H. Bijlsma, mw. G. Boeve-Reurink, G.J. Brouwer, H. van Vlastuin Adviseur: H. Bijlsma, mr. W.F. Veldstra Hoofdredactie: Leonard van der Plas Eindredactie: Teo van den Brink Medewerkers aan deze uitgave: Gerard M. Bijkerk, Wouter Droppers, Eelco Fortuijn, Johan Graafland, Pieter van der Kwaak, Jan en Imma Slot, Jos Veldwijk, Cors Visser, Henk van Vlastuin, Christine Witmer. Foto’s en illustraties: CBMC Nederland, Gerard M. Bijkerk, Willeke Brouwer (p. 30), GelreTV, Johan Graafland, Folkert Rinkema (p. 13). Vormgeving, realisatie en druk: Baadenhuysen & Van Laer, Reclame Producties Amersfoort

COLOFON Distributie: Fam. Bonnema Artikelen van gastschrijvers zijn geschreven onder persoonlijke verantwoordelijkheid. Overname van artikelen uitsluitend in overleg met CBMC Nederland en onder bronvermelding. Advertenties: Venture factory 033-4331911, info@venturefactory.nl Redactieadres Business Contact: Postbus 315 3880 AH PUTTEN 0341-356147 redactie@cbmc.nl Lidmaatschap en abonnementen Een abonnement op Business Contact kost € 27,50 per jaar. Leden kunnen een geschenkabonnement doen en ontvangen daarop € 12,50 korting. Rekeningnummer: Rabobank 35.42.14.519 Postbank 271911 ISSN 0924-008X Nummer 102 – 2009

PAG 39


GEDACHTE...

Een mens kiest in zijn eigen ogen altijd de j u i ste weg. De Heer toet st wat hem innerlijk beweegt. Spreuken 16:2


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.