ROM, oktober

Page 1

10_13 k Perspectieven met mbo Logistiek k Ambities van een praktijkschool k Stemkastjes in de klas >

- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine

Drie jaar (Taal)Effect

De weg naar passend onderwijs

Wolfert Tweetalig digitaal

oktober _ nr. 10 _ jaargang 36


van de redactie

Nieuwe uitgever Het ROM is het nieuwe schooljaar begonnen met een nieuwe uitgever. U, lezer, zult daar weinig of niets van merken. Maar belangrijk is het wel. Met de opheffing van Stichting de Meeuw ontstond de noodzaak om een nieuwe organisatie te vinden, die de verantwoordelijkheid voor ons magazine op zich wilde nemen. We hebben de CED-Groep bereid gevonden, iets waarmee de redactie uiteraard heel blij is. Net als de vorige uitgever heeft ook deze instelling haar wortels (mede) in het Rotterdamse. Ook dat is een belangrijk gegeven. Zo kan het ROM wederom profiteren van een netwerk binnen de stad en van kennis over ontwikkelingen in het onderwijs. Dit alles met behoud van ons uitgangspunt: voorrang aan het geluid van de mensen van de praktijk en hun rol in de realisering van het Rotterdamse onderwijsbeleid.

agenda

inhoud

2 en 3 oktober ROTTERDAM

studiebeurs rotterdam hbo, voor vo- en mbo-leerlingen

02 agenda

www.studiebeursrotterdam.nl

06 topklassen Accent Hoogvliet wil excellente school worden

5 oktober NEDERLAND

dag van de leraar www.dagvandeleraar.nl

04_ K ANSEN VOOR JEUGD MET INITIATIEF Opleiding Logistiek van Zadkine R

08 estafette De tijdwinst van stemkastjes in de klas

8 oktober EDE

het lerarencongres, voor po, vo en mbo

16 de klas van Xandra Kosten, De Regenboog, Rozenburg

www.onderwijscoöperatie.nl 10 oktober ROTTERDAM

begeleiding jongeren met specifieke onderwijsbehoeften, voor mbo www.cedgroep.nl/conferentiehandboekmbo 6 november UTRECHT

jaarcongres brede school www.bredeschoolcongres.nl

10_ ALLES MOET UIT DE KAST GEHAALD Het vak van Petra van Reeven, KlaverHeijplaat O

18

column Anne-Marie IK

18 wat ook nog gebeurde… 19 succes van… Crooswijkse Kinderjury 20 3 jaar (Taal)Effect Vo-scholen waarderen gezamenlijke aanpak

Rien van Genderen, hoofdredacteur

12 november ROTTERDAM

de onderwijsdagen: ict in hbo

22 strip Ad Oskam

Rotterdams (Taal)Effect

www.deonderwijsdagen.nl

22 column L!nda Een nieuw schooljaar

13 november ROTTERDAM

de onderwijsdagen: ict in po, vo, mbo www.deonderwijsdagen.nl

23 Remco Barendregt is LAKSvoorzitter

26 november GORINCHEM

miniconferentie doorgaande leerlijn 10-14 jaar

colofon Rotterdams Onderwijs Magazine voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie, vorming, opleiding en training in Rotterdam. Gratis voor personeel van voorscholen, primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam. 36e jaargang -- nr.10 -- oktober 2013 ISSN 1386 -- Verschijnt zeven keer per jaar -- Oplage 7000 Uitgave CED-Groep Redactie Meike Ansems, Manon Ferwerda, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Lydia den Ouden, Rien van Genderen (hoofd- en eindredactie) Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Ad Oskam (strip), Anne-Marie Plasschaert, Ineke Westbroek, Linda Zwegers Redactie-adres Postbus 8639 -- 3009 AP Rotterdam -- telefoon 06 316 437 11 -- e-mail rom@cedgroep.nl Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde © CED-Groep

2|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

www.kpcgroep.nl 27 november ROTTERDAM

conferentie breinsleutels, voor po www.cedgroep.nl

De vuurdoop van een Rotterdammer

26 digitale school Wolfert Tweetalig zet een stip op de horizon

28 de slagboomdiagnostiek verdwijnt Passend onderwijs in Rotterdam 30 aanpakken op cultuurprofielschool Thorbecke VO en podiumervaring

9-11 januari ROTTERDAM

grootste loopbaanevenement, voor vo www.loopbaanevenement.nl

14_ O UDERS VOOR EEN GEMENGDE SCHOOL Initiatief in Spangen R

32 dubbelportret ‘Drie boterhammen, een

24_ ‘YES, WE MOGEN WEER’ Taaloffensief studenten voor kinderen O

tussendoortje en twee pakjes drinken’

Volg het ROM op Twitter @RdamsOndMag en sluit je aan via LinkedIn ‘rotterdamsonderwijsmagazine’.

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|3


Techniek

T Een brochure over de opleidingen Transport en Logistiek is te downloaden via www.zadkine.nl/StuderenBijZadkine/Studiewijzer

tekst Ineke Westbroek

Ooit trekt de economie weer aan en groeit het aantal goederen dat moet worden getransporteerd. Maar wie zorgt ervoor dat die op hun plek komen? De branche vergrijst, waarschuwt Transport en Logistiek Nederland. De instroom van nieuwe werknemers en studenten in de richting Logistiek dreigt achter te blijven bij het aantal gepensioneerden. Met diverse logistieke opleidingen wil Zadkine Logistiek een werknemerstekort voorkomen.

> INSPELEN OP TOEKOMSTIGE BEHOEFTE AAN LOGISTIEK PERSONEEL

ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ZZadkine Z Z Z Z Zen Z Zde Z Zarbeidskansen Z Z Z Z Z Z Z Z Z Z Zvoor Z Z Z Z initiatiefrijke Z Z Z Z Z Z Z Z Z Zjongeren ZZZZZZZ ‘H

et leuke van dit werk is, dat je niet elke dag hetzelfde doet. Er gebeurt van alles dat in goede banen moet worden geleid en waarvoor een oplossing moet worden gevonden.’ Roby Wets vertelt enthousiast over zijn stage bij Ziegler, een groot bedrijf met vestigingen in Frankrijk, Duitsland, België en Indonesië. Als eerstejaars in de opleiding Logistiek Teamleider bij Zadkine leert hij logistieke processen aansturen, vanaf de order tot de aankomst op de plaats van bestemming. Als ‘spin in het web’ doet een logistiek teamleider van alles tegelijk: orders opnemen, ervoor zorgen dat de bestellingen worden ingepakt en in de vrachtauto geladen, contact onderhouden met expeditiebedrijven in binnen- en buitenland en regelen van transportdocumenten. Werk dat de achttienjarige Pernisser wel ligt: ‘Ik houd van oplossingen zoeken in stressitua-

‘Binnenkort wordt de Tweede Maasvlakte operationeel’

4|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

ties. Het computersysteem kan eruit liggen, koerierbestellingen kunnen te laat aankomen of helemaal niet. In zo’n situatie moet ik mijn hoofd koel houden en improviseren. Dan komt het meestal wel goed.’

Twee jaar Zadkine startte acht jaar geleden opleidingen voor Logistiek Medewerker (niveau 2), Logistiek Teamleider (niveau 3) en Logistiek Supervisor (niveau 4). Aanleiding was de vraag van het bedrijfsleven naar logistiek medewerkers. Het aantal studenten groeide van 14 naar 300 op de Schiedamse locatie aan de Ringersstraat en naar 150 op de Rotterdamse locatie aan de Jan Ligthartstraat. De opleiding Logistiek Teamleider duurt twee jaar, waarna een afgestudeerde geschikt is om in een bedrijf het logistieke proces te coördineren, medewerkers aan te sturen en te begeleiden, en zelf mee te werken aan

de ontvangst, de controle en de opslag, het verzamelen en verzendklaar maken van goederen en de inventarisatie van de voorraad. Aan leidinggevenden adviseert een logistiek medewerker over de planning en hij overlegt met hen over de behaalde resultaten. Studenten lopen tweeënhalve dag per week stage en volgen tweeënhalve dag theorie en praktijk in een simulatiemagazijn. Na afronding van de opleiding kunnen zij doorstromen naar de opleiding Logistiek Supervisor of een andere handelsopleiding op niveau 4.

Echt magazijn Roby volgde na het behalen van zijn mavodiploma in eerste instantie de opleiding Havenlogistiek aan het Scheepvaart- en Transport College. ‘Maar dat bleek niks voor mij’, kijkt hij terug, ‘dan zou ik de hele dag alleen op kantoor moeten zitten.’ Omdat hij van organiseren en regelen houdt,

wilde hij wel iets anders doen in de logistieke richting. Tijdens zijn oriëntatie op beroepsopleidingen via Internet, zag hij op de website van Zadkine Logistiek een filmpje over de opleiding Logistiek Teamleider: ‘Dat leek me interessant. Regelen, bellen, e-mailen, ordertjes doen, rondrijden in de loods.’ Roby, die bezig is met zijn vorkheftruckcertificaat, demonstreert zijn opgedane vaardigheden met een vorkheftruckritje door de loods van de Schiedamse vestiging van Zadkine Logistiek. Het is een echte magazijnruimte in een industriegebied. Een unieke locatie voor een school, bewust gekozen, legt docent Waalko Kramer uit: ‘De praktijklessen moeten de situatie in een bedrijf benaderen. Dat kun je niet in een school doen.’

Vertrouwen De noodkreet van de brancheorganisatie betekent dat er kansen komen voor mensen als

W Roby Wets demonstreert zijn vaardigheden op de vorkheftruck. foto Petja Buitendijk

Roby. Waalko Kramer heeft dan ook vertrouwen in de toekomst van zijn studenten: ‘De economie zal ooit weer aantrekken. Bovendien wordt de Tweede Maasvlakte binnenkort operationeel.’ Hij is er dan ook zeker van dat Roby werk zal vinden: ‘Roby toont initiatief en een enorme gedrevenheid. Aan dat soort jongeren bestaat een grote behoefte. Als hij ergens binnenkomt, willen ze hem zo hebben. Hij had ook binnen twee dagen een stageadres gevonden.’ Z

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|5


Topklassen T www.onderwijsbeleid010.nl/topklassen Yvonne Laging (midden): ‘Ons instroomniveau is lager dan dat van andere praktijkscholen, maar desondanks halen we de streefdoelen’. foto Jan van der Meijde O

warm, stabiel nest, en allen hebben stevige leerproblemen.’ Toch is ook ambitie een belangrijke pijler onder het onderwijs. Yvonne: ‘Ons instroomniveau is lager dan dat van andere praktijkscholen, maar desondanks halen we de streefdoelen van de gemeente Rotterdam. Wij proberen elk jaar meer branchecertificaten en AKA-diploma’s (Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent – red.) te behalen, en voor iedere leerling een passende uitstroom naar werk of vervolgopleiding.’ In 2011/12 vertrok 57% van de leerlingen naar een baan, en 36% naar een roc. Tijdens dit interview is nog niet van elke leerling bekend wat hij gaat doen. De teller staat voorlopig, voor werk en roc samen, op 74%. Ter vergelijking: in de regio Rotterdam* lagen die cijfers in 2009/10 voor werk op 35% en roc op 42%. Vooral de uitstroom naar werk bij Accent Hoogvliet is dus opvallend hoog.

Extra taal en rekenen

> EEN LEEFGEMEENSCHAP WAARIN GELEERD WORDT

U UU UUUUUU UU UUUUUUUU De ambities van praktijkschool UUUUUUUUUUUUUUUUUUU Accent U UUUUHoogvliet UUUUUUUUUUUUUUU

tekst Marijke Nijboer

Praktijkschool Accent in Hoogvliet wil een veilige omgeving bieden, zodat kinderen nog beter kunnen leren. De ambitieuze school dingt mee naar de landelijke titel ‘Excellente School’.

6|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

A

ccent Hoogvliet, dat klein begon in 2007, groeide uit tot een praktijkschool met 145 leerlingen. Met de omvang groeide de eigen visie op praktijkonderwijs. ‘Wij zijn een leefgemeenschap waarin geleerd wordt,’ zegt zorgcoördinator Ans van Liempt. ‘We streven naar een pedagogisch klimaat waarin elke leerling en docent zich thuis voelt. We houden de hele dag contact: in de klas, op de gangen, in de kantine. Als een leerling de deur voor mij openhoudt zeg ik daar wat van, maar ook, vriendelijk, als hij de deur niet openhoudt.’ Die extra aandacht is hard nodig, zegt vestigingsdirecteur Yvonne Laging: ‘We zitten in een kansarme, kwetsbare deelgemeente. Veel leerlingen komen niet uit een

Elke leerling heeft een individueel ontwikkelplan en ouders komen dat twee keer per jaar samen met hun kind bespreken. De leerlingen werken in groepen van 15, met individuele begeleiding. In alle leerjaren zijn extra uren taal- en rekenles ingevoerd. De school zette vanaf de start van Rotterdams (Taal) Effect Nieuwsbegrip in, en elke dag wordt er 20 minuten met de kinderen gelezen. Ankie Kraaijeveld, coördinator taal/rekenen: ‘Bij woordenschat scoren onze leerlingen met het leerlingvolgsysteem Diataal zelfs boven de norm voor het praktijkonderwijs.’ Ans: ‘Veel van onze kinderen leren het beste via de praktijk. Sommigen gaan beter leren doordat wij werken aan de gedragsproblematiek, en blijven zoeken naar hoe ze informatie wel kunnen opnemen. Kinderen kunnen enorm opknappen wanneer ze niet meer, zoals op de basisschool, de slechtste van de klas zijn. Als een leerling opvallend hoger gaat scoren laten wij hem soms opnieuw een IQ-test doen. Daar komen soms veel hogere scores uit. Dat kan betekenen dat ze

toch door kunnen naar het roc. Je ziet zulke metamorfoses. Een leerling zei laatst bij zijn vertrek: deze school was mijn redding.’ Soms kan het team geen passende plek voor een uitstromende leerling vinden en zijn er geen ouders die hem kunnen begeleiden. Dan houdt Accent zo’n leerling nog een jaar binnen, ook al krijgt de school daar geen financiering voor. Dat gebeurde bijvoorbeeld met een leerling die in een gezinsvervangend huis woonde. Hij werd 18 en moest eigenlijk van school, maar daar vond het team hem nog niet klaar voor. De jongen, die de docenten als zijn familie beschouwde, bleef trouw elke dag komen, ook al was hij net verhuisd naar een crisisopvang in een andere regio. Inmiddels heeft hij via de school een passende baan gevonden en laat het team hem vol vertrouwen gaan.

Successen vieren Het Topklassenteam vond dat Accent Hoogvliet de eigen successen meer moet vieren. Dus komt er een feestelijke bijeenkomst, waar de verworvenheden eens goed op een rijtje worden gezet. Het team heeft met het Topklassengeld een externe kracht ingehuurd die hen hielp bij het vastleggen van een blauwdruk van de excellente praktijkschool. Dit gebruiken zij als ontwikkelingsplan. Yvonne: ‘We hebben alle criteria waaraan wij willen voldoen op een rij en kunnen per punt kijken wat er nog moet gebeuren.’ Accent Hoogvliet heeft zich kandidaat gesteld voor de landelijke verkiezing tot Excellente School. Het team wil ook de andere adviezen van het Topklassenteam ter harte te nemen. Yvonne vat ze samen: ‘Doe één ding tegelijk. Leg de lat niet te hoog. Geniet van je succes en denk rustig na over de volgende stap.’ U *’De uitstroom uit het praktijkonderwijs in de regio Rotterdam’, Actis Onderzoek, maart 2012.

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|7


Estafette > WERKEN MET STEMKASTJES

gggggggggggggggggggggggg g gg gggg gggg g g g gnakijkwerk’ ggggggg ‘Het scheelt je g zógdertig minuten gggggggggggggggggggggggg tekst Marijke Nijboer

Onderwijzen is een uitdagend vak. Waar loop jij tegenaan bij jouw werk en welke vraag zou je willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Matthijs Bakker, ICTcoördinator en leerkracht groep 6 op De Barkentijn, zijn vraag aan Bianca Lamot, die dezelfde functies bekleedt op De Willibrord in Bergschenhoek: ‘Ik heb een jaar lang met stemkastjes gewerkt en zie de meerwaarde. Hoe zet jij stemkastjes schoolbreed in, bij welke vakken, en stem je dit af op de methode?’

Snelle feedback Bianca zet de stemkastjes een à twee keer per week in. Je kunt over elk willekeurig onderwerp vragen uit een methodetoets invoeren of zelf vragen bedenken. Daarbij kies je een vorm: bijvoorbeeld ja/nee-vragen, meerkeuzevragen of waar/onwaar-vragen. Bianca maakt veel materiaal zelf, maar er zijn ook kant en klare lessen beschikbaar die leerkrachten hebben geplaatst op de website van de smartboardleverancier. Als voordelen van de stemkastjes ziet zij dat je snel feedback krijgt over de resultaten, de kinderen hier graag mee werken en de tijdwinst. ‘Het scheelt je zó dertig minuten nakijkwerk.’ Op De Willibrord is de software van de stemkastjes geïntegreerd in die van het smartboard. Bianca kan vrij gemakkelijk de resultaten van een stemkastjestoets importeren in haar cijferadministratie. Matthijs, die met een ander merk stemkastjes heeft gewerkt: ‘Dit ziet er erg gebruiksvriendelijk uit.’ Als hij de kinderen met behulp van de kastjes ook woorden ziet typen: ‘Dat heb ik nooit met mijn klas gedaan, omdat ik dacht dat dit teveel tijd zou kosten. Maar het valt reuze mee.’

Meer betrokken

B

h Matthijs Bakker: ‘Toen bleek dat er werd gepest in mijn klas, heb ik de stemkastjes gebruikt om de mening van leerlingen hierover te peilen.’

In deze aflevering van estafette wisselen TWEE LEERKRACHTEN UIT HET BASISONDERWIJS hun ervaringen uit. voor de komende aflevering geven zij het stokje – met brandende vraag – door aan aan EEN VOLGENDE COLLEGA.

8|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

ij wijze van uitzondering gaan we voor deze rubriek de gemeentegrens over. Naar Bergschenhoek, waar juf Bianca Lamot naar hartenlust pioniert met stemkastjes die aan een smartboard zijn gekoppeld. We maken mee hoe zij de kastjes, die lijken op een afstandsbediening voor de tv, inzet voor een spelling- en een rekentoets. De leerlingen kijken naar vier zinnen die worden geprojecteerd op het smartboard. Ze kiezen in welke zin het schuin gedrukte woord fout is gespeld en drukken vervolgens de A, B, C of D in. Daarna laat Bianca de klas een korte hoofdrekentoets doen. Som na som verschijnt op het smartboard. ‘Het nadeel van deze werkwijze is dat de kinderen op elkaar moeten wachten,’ zegt Bianca. ‘Als je hen van een blaadje laat werken, kunnen ze hun eigen tempo aanhouden.’ De kinderen zijn geconcentreerd. ‘Ik vind dit fijn, omdat je niet alles hoeft op te schrijven,’ zegt leerling Kim. Bianca vertelt dat haar klas het werken met de kastjes snel onder de knie had en er altijd voor te porren is. Per vraag kan ze op het smartboard checken wie er nog niet heeft gereageerd. Met één druk op de knop tovert ze een grafiek tevoorschijn met de resultaten. Desgewenst kunnen de kinderen zien wie er het snelst of het beste hebben geantwoord. Bianca zet die optie spaarzaam in. ‘Zeker bij een toets maak ik er geen wedstrijd van. Dan houd ik de resultaten anoniem, want het is niet leuk om altijd onderaan te staan.’ Sommige kinderen vinden het echter geweldig om de scores te zien: ‘Yes, jij en ik waren even snel!’

Matthijs zet de stemkastjes ook in voor sociale vaardigheden. ‘Toen bleek dat er werd gepest in mijn klas, heb ik de stemkastjes gebruikt om de mening van leerlingen hierover te peilen. Een week later peilden we opnieuw en bespraken we de verschillen.’ Bianca gebruikt de kastjes vooral voor de schoolse vakken. ‘Als de kinderen van tevoren weten dat een les eindigt met een testje, zijn ze meer betrokken.’ Wanneer een kind onverwacht laag scoort op een Cito-toets, trekt zij wel altijd na of dat lag aan een technisch probleem. ‘Tot nu toe was dat echter nooit het geval.’ Matthijs vraagt hoe zij haar collega’s warm maakt voor deze werkwijze. Bianca: ‘Dat gaat langzaam. Mensen moeten even leren opstarten.’ De ict-commissie van De Willibrord geeft drie keer per jaar de workshop ‘Haal meer uit je werkdag’. Daar komen ict-vaardigheden aan de orde, waaronder het werken met stemkastjes. Bianca wil komend schooljaar elke collega drie keer helpen met het opstarten van de kastjes. ‘Daarna moeten ze het zelf kunnen. De kinderen zijn dan allang om.’ Hoe Bianca met stemkastjes werkt is online te zien via http://jufbica. yurls.net/. g

h Bianca Lamot: ‘Als de kinderen van tevoren weten dat een les eindigt met een testje, zijn ze meer betrokken.’ foto’s Jan van der Meijde

De Brandende Vraag

Bianca’s vraag aan een collega luidt: ‘Ik ben veel tijd kwijt aan verantwoording die wordt opgelegd door de overheid en waarvan ik het nut minder inzie. Hoe houd je zoveel mogelijk tijd beschikbaar voor je eigenlijke werk?’

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|9


Mijn vak

> PETRA VAN REEVEN, DE KLAVER-HEIJPLAAT

UUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUU ‘Het is zo leuk zien groeien’ U U UU UU U Uom U U ze U Ute UU UUU UUUUUUUUUUUUU O Petra van Reeven: ‘Ik ben een pittige juf.’ foto’s Jan van der Meijde

te maken zijn wij daarom samengegaan met De Klaver in de wijk Carnisse.’ In eerste instantie wordt Petra diëtiste. Het blijkt behoorlijk lastig om werk te vinden en als zij na zo’n acht jaar nog niet de baan heeft die haar ooit voor ogen stond, besluit ze alsnog het onderwijs in te gaan. ‘Eerst zat ik in de catering en vervolgens in een klein hok telkens hetzelfde verhaal te vertellen aan dezelfde mensen. Dat was helemaal niet wat ik wilde, ik had in een ziekenhuis willen werken.’ In 2010 behaalt ze haar pabodiploma en heeft de luxe uit twee banen te kunnen kiezen. ‘Ik koos voor hier, lekker klein dacht ik. Ook al is het dan wel meteen een combinatiegroep, ik kan toch op een lekkere manier starten.’ Al snel ontdekt Petra: de groep is klein maar ook heel bewerkelijk.

Dorp

tekst Anne-Marie Plasschaert

Met twee ouders werkzaam in het onderwijs maakt Petra van Reeven een heel andere beroepskeuze: diëtiste. Maar na tien jaar in dat vak zet zij alsnog de stap naar het onderwijs: ‘Ik heb er geen dag spijt van gehad. Je hebt hier zo veel meer uitdaging.”

10 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

A

an de vooravond van het nieuwe schooljaar kijkt Petra van Reeven-Van ’t Hof (37) tevreden haar klas rond. Alle tafels en stoeltjes staan klaar, boeken, potloden en gummen erop, laat het schooljaar maar beginnen. Dit wordt haar vierde jaar voor de klas, een combinatieklas 5/6 met 21 leerlingen bij basisschool De Klaver op Heijplaat. ‘Het is een hele kleine school, we hebben ruim negentig leerlingen’, geeft Petra als verklaring voor de combinatieklas, ‘maar het is de enige school in deze buurt. Als wij er niet zouden zijn, moeten de kinderen een eind reizen. Om ons voortbestaan mogelijk

Alles moet uit de kast gehaald om de kinderen op een hoger plan te brengen, of het nou gaat om taal en rekenen of om waarden en normen. ‘Het is hier echt een buurtje, zie het als een klein dorp waar iedereen elkaar kent, met elkaar praat, een mening heeft… je blijft hier omdat je er geboren bent’, schetst Petra de cultuur in het voormalige haventuindorp Heijplaat. ‘De kinderen weten alles van voetbal en Feyenoord, want dat is wat hier speelt in de gemeenschap.’ Soms is dat lastig, geeft Petra aan: ‘Om de kinderen bijvoorbeeld te laten begrijpen hoe de hemellichamen ten opzichte van elkaar bewegen, dat de ene langzamer dan de andere beweegt, zet ik ze neer als hemellichamen en laat ze met een bepaalde >>

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 11


T Petra van Reeven-Van ‘t Hof sws De Klaver-Heijplaat 010 429 76 96

Maak kennis met het nieuwe Nieuwsbegrip! Alle onderdelen van Nieuwsbegrip nu op één nieuwe, interactieve website: nieuwsbegrip.nl! Hier vindt u ook Nieuwsrekenen, Nieuwsbegrip schrijven en Nieuwsbegrip financieel.

mogelijkheden voor het digibord en online leren.

>> snelheid draaien: rond hun eigen as en rond elkaar. Je ziet dat ze het dan gaan snappen. Maar het blijft niet hangen; de kinderen hebben niet zo veel algemene ontwikkeling en dat maakt het moeilijk om ze nieuwe zaken bij te brengen.’

‘De natuur is prachtig. Je moet er zorg voor dragen, je hebt het te leen en je geeft het door. Je moet er zuinig op zijn, want wij zijn er van afhankelijk’, stelt Petra van Reeven als zij uitlegt waarom zij zich per se met biologie wil bezighouden. ‘Ik houd alleen niet van spinnen, ik weet dat ze nuttig zijn, maar die moeten naar buiten’, volgt er resoluut. ‘Mijn ouders wezen mij altijd op van alles in de natuur, zij hebben ook beiden het vak biologie gegeven. En voor diëtetiek heb ik natuurlijk het menselijk lichaam uitgebreid bestudeerd. Hoe alles in de natuur samenhangt en samenwerkt. Ik vind het dan ook belangrijk om milieubewust te werken en te leven. Dat probeer ik over te brengen, zowel bij mijn twee eigen kinderen als bij de kinderen hier op school.’

Pittige juf Op alle gebieden probeert Petra het onderwijs zo concreet mogelijk te maken. Er worden schimmels op oud brood bestudeerd, uilenballen uit elkaar geplozen en decibellen gemeten via een app op de iPad. ‘Maar ik moet er wel tijd voor hebben’, vult Petra aan, ‘want deze school zet vooral in op rekenen, taal en lezen, daar zijn de kinderen van huis uit niet zo sterk in.’ Gelukkig ziet zij soms ouders die een rekenboek mee naar huis vragen om samen met hun kind te gaan oefenen. ‘Wij proberen ook de ouders steeds meer bij het onderwijs te betrekken. Dit schooljaar zijn we daarom gestart met het project Samen-Binden (gericht op

12 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

Nieuwsbegrip in ‘t kort • Wekelijks lessen voor lezen en rekenen aan de hand van de actualiteit

partnerschap met ouders – red.). Het voordeel van een combinatiegroep 5/6 is Petra inmiddels ook duidelijk. ‘Het is zo leuk om ze te zien groeien. Aan de ene kant zit groep 5, aan de andere groep 6 en dat is een groot verschil, zowel fysiek als in manier van doen. Groep 5 zegt nog braaf ‘ja’ of ‘nee’, groep 6 vertoont al meer puberachtig gedrag, gaat aan de slag met breuken; ze krijgen inzicht in delen en dat het toch evenveel blijft.’ Misschien gaat Petra volgend jaar wel met de groep mee naar de combinatie 7/8. ‘Dat

kan ik mij voorstellen, want dit is een pittige groep en ik ben een pittige juf. Maar ik heb ook al gehoord dat de school wil dat ik intern begeleider word. Daarvoor vind ik het zelf nog te vroeg, ik moet eerst meer ervaring krijgen, zeker als het gaat om kinderen met problemen en hoe je die kunt helpen. Dit is pas mijn vierde jaar in het onderwijs. Ik zit hier dus voorlopig goed, maar uiteindelijk ambieer ik andere doelen: of ik wil in de richting van locatieleider, of ik ga naar het voortgezet onderwijs als docent biologie, want ik ben een echte biologiefreak.’ U

• Geschikt voor groep 4 basisonderwijs t/m leerjaar 3/4 havo/vwo • Werken met ‘evidence based’ leesstrategieën

Nieuw! • Digibordtool Nieuwsreken

en • Eigen omgeving voor leerlin gen met dyslexie • Dit schooljaar: nieuwe str ategielessen • Aparte vormgeving voor PO en VO-leerlingen • Geschikt voor de meest ga ngbare tablets • Woordenschatopdrachten op D-niveau

G r ariis proefpet ode

Wilt u Nieuw

Neem Nieuw

sbegrip uitpro

maanden gra

sbegrip twee

beren?

tis op proef.

Kijk op www.n

ieuwsbegrip.n

Pixel:ID | Creatieve Grafische vormgeving, www.pixelid.nl

Kies voor wekelijks actuele lessen, vele

l.

www.nieuwsbegrip.nl Adv Nieuwsbegrip ROM 09-2013 190x270.indd 1

17-09-13 14:48

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 13


Ouders

O ‘Het voordeel is dat onze kinderen klasgenootjes in de buurt hebben,’ vinden de ouders. foto’s Petja Buitendijk

zegt ook Michael. ‘Vroeger waren ouders vooral georiënteerd op ‘blanke’ scholen. Nu komen mensen naar ons toe als ze bezig zijn met de schoolkeuze en vragen ‘hoe gaat dat nou’.’

Metamorfose

> OUDERINITIATIEF SPANGEN

C COuders C C C Czorgen C C C Cvoor C Cbetere CCCC CCCCCCCCCCCCCCCC C Cafspiegeling C C C C C C C bij C CDUO2002 CCCCC

tekst Renate Mamber

Sommige hoogopgeleide ouders in Spangen fietsen elke ochtend met hun kroost in de bakfiets de brug over naar een school in Kralingen of het centrum. Dankzij Ouderinitiatief Spangen gaat een groeiende groep ouders met hun kinderen lopend naar de school in de buurt: DUO2002.

S

pangen is van oudsher een wijk met veel verschillende nationaliteiten en lager opgeleide mensen. Door nieuwbouw en renovatie kwamen er de afgelopen jaren meer hoogopgeleiden met jonge kinderen wonen. Toch gingen veel van die kinderen aanvankelijk buiten de wijk naar school. Een aantal actieve ouders startte daarom in 2008 Ouderinitiatief Spangen. Doel: van basis-

14 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

school DUO2002 een gemengde school maken, waarbij de groepen een betere afspiegeling zijn van de wijk. Michael Vogel en Elly Stolk zijn twee van de initiatiefnemers. ‘Wij zijn vrij bewust in een wijk gaan wonen die in beweging is en ik wil me niet onttrekken aan wat er in de wijk gebeurt’, vertelt Michael, vader van een dochter uit groep 3. ‘Ik denk dat de gemengde samenleving vanaf

Vincent Berghoef, leerkracht van groep 7 van DUO2002, heeft het karakter van de school in een paar jaar tijd zien veranderen. ‘Ik heb in mijn groep geen enkele leerling van Nederlandse afkomst, maar in de onderbouw hebben we nu wel gemengde groepen. Het wordt van onderaf opgebouwd.’ De rol van de school bij de metamorfose bestond uit het meehelpen van werven van kinderen van hoogopgeleide ouders, maar ook het bij elkaar plaatsen van die kinderen in een groep zodat ze zich geen buitenstaander zouden voelen. ‘Er zijn veel

goede dingen van gekomen’, zegt Vincent. ‘Het enig nadeel is dat het leerlinggewicht (zie kader) iets afneemt en dat de school daardoor minder middelen krijgt. Maar dat leerlinggewicht staat door de bezuinigingen toch al onder druk. Nu de verhoudingen zijn veranderd hoop je als school dat het effect gaat hebben op de schoolresultaten. Wat ik persoonlijk prettig vind is dat je mensen binnen de school krijgt die weer op een andere manier meedenken dan wat we gewend zijn. En sommige ouders hebben bepaalde expertise in huis waar we gebruik van kunnen maken, bijvoorbeeld iemand die financieel goed onderlegd is in de MR.’

Ouderbetrokkenheid ‘We hebben relatief veel contact met de school’, zegt Michael, ‘maar in onze betrokkenheid zijn we niet zo uniek. Er is een grote

T www.ouderinitiatiefspangen.nl Over het leerlinggewicht: de gewichtenregeling in het basisonderwijs bepaalt hoeveel geld een basisschool krijgt om onderwijsachterstanden weg te werken. Dit gebeurt op basis van het opleidingsniveau van de ouders en het postcodegebied van de school.

ouderbetrokkenheid. Er zijn wel 150 ouders die zich voor alles inzetten, van fruit klaarmaken tot het organiseren van dingen.’ Elly heeft het idee dat het voor de kinderen verder niet zo veel uit maakt op wat voor school ze zitten. ‘Ze vinden het hartstikke leuk. Ik geniet er elke dag van om ze naar school te brengen. Het is ook leuk om via school nog meer ingeburgerd te raken in de wijk.’ ‘Het voordeel is dat onze kinderen klasgenootjes in de buurt hebben’, zegt Michael. ‘dat ze op het plein veel kinderen kennen en dat ze hun weg weten in de wijk.’ C

nu de werkelijkheid is’, zegt Elly, moeder van een zoon uit groep 2. ‘Ik heb niet de instelling om mezelf daarbuiten te plaatsen.’

Instroom Na jaren van intensieve inspanning, van bij nieuwe bewoners van de wijk langs gaan, informatieavonden thuis organiseren en heel veel praten, kijken ze terug op het resultaat. ‘Er is nu een instroom van drie à vier kinderen van hoogopgeleide ouders. Dat betekent dat je steeds van één groep 1 een gemengde groep kunt maken’, zegt Elly. ‘Een verhouding van vijftig procent is niet haalbaar, want daarvoor zijn er niet genoeg kinderen van hoogopgeleide ouders in de buurt. We vinden het wel jammer dat sommige ouders nog steeds voor een school buiten de wijk kiezen, maar het is al winst dat ze het overwegen.’ ‘Het is nu voor hoogopgeleide ouders een vanzelfsprekendheid geworden om deze school mee te nemen in hun overweging’,

iding le e g e b rk e w is u h le e n io ss Profe bij u op school! - Bespaar de kostbare tijd van uw docenten - Huiswerkbegeleiding vindt plaats op uw eigen school - Huiswerkbegeleiding is een extra service richting de ouders - Voortgang van de leerlingen wordt bijgehouden in een e-dossier - Enthousiaste docenten begeleiden uw leerlingen op een professionele manier

S che r tarie p e ven!

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 15


De klas van T De leerlingen van groep acht van De Regenboog zijn inmiddels naar het voortgezet onderwijs. De leerlingen van groep zeven zijn dit jaar samengevoegd met een andere groep zeven. Samen vormen zij de nieuwe groep acht. De klas telt 36 leerlingen.

Britt (11):

‘We hebben een gezellige, leuke klas, maar dat groep zeven aan groep acht activiteiten meedoet vind ik niet eerlijk. Zij mogen alles twee keer doen.’

Emma (12):

‘We hebben een hele leuke klas en gaan best goed met elkaar om. De combinatie met zeven vind ik soms best lastig omdat ze met elke activiteit van ons mee moeten.’

Sander (12):

‘Het is altijd gezellig in de klas. Ik had het leuker gevonden om alleen met groep acht in de klas te zitten, maar je moet er wat van maken.’

DE KLAS VAN XANDRA KOSTEN - LERAAR GROEP 7/8 – BASISSCHOOL DE REGENBOOG, ROZENBURG

‘Je leert in een combinatieklas veel efficiënter met je tijd om te gaan’ tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde ‘Ik heb negen jaar voor groep acht gestaan en had afgelopen jaar voor het eerst een combinatiegroep 7/8. Ik merk dat leerlingen die op latere leeftijd in een combinatiegroep komen het moeilijker vinden om zich aan te passen dan leerlingen die dat van jongs af aan gewend zijn. Een combinatiegroep vraagt van leerlingen een meer zelfstandige houding en die komt er niet vanzelf. Daar moet je als leerkracht veel tijd instoppen en aandacht aan besteden. Zelf heb ik moeten wennen aan de werkdruk. In een homogene groep heb je nog wel eens tijd om een leerling apart te nemen. In een combi-

16 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

natiegroep heb je die mogelijkheid minder. Ik heb vooral geleerd hoe ik zo efficiënt mogelijk met mijn tijd om moet gaan. Zo is het belangrijk om een helikoptervisie te ontwikkelen, goed te plannen en de instructies zo kort en helder mogelijk te houden. Het is jammer dat je in een combinatiegroep minder kan improviseren. Kort doorgaan op een bepaald onderwerp is er niet bij, want dan zit de andere groep op z’n instructie te wachten. Een belangrijk voordeel is dat je instructiegroepen kleiner zijn waardoor er meer contact is met individuele leerlingen. Erg waardevol wat mij betreft.’

Jelle (12):

‘Ik vind de klas wel grappig, maar vind het irritant dat groep zeven mag doen wat groep acht doet’.

Julia (12):

‘Ik vind het een gezellige klas, maar had er in het begin wel moeite mee dat groep zeven met groepacht-dingen meedeed.’

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 17


Anne-Marie

IK ‘Ja, ik was mijn abonnement vergeten en mijn ai die. Dus ik moest terug naar huis’, verklaart een leerling die een uur te laat binnen komt vallen. Mijn hersenen maken een klein sprongetje en weten net op tijd te bedenken dat met ‘ai die’ waarschijnlijk het identiteitsbewijs wordt bedoeld. In onze opleiding redactioneel medewerker neemt de Nederlandse taal een belangrijke plaats in en ik voel me geroepen om uit te leggen dat wij het goed Nederlandse woord identiteitsbewijs of identiteitskaart kennen. ‘Oh, dat wist ik niet. Iedereen zegt ai die.’ Ik laat het daar bij, het einde van het jaar nadert en ik ben te moe om in te gaan op het ‘iedereen’. Hoewel ik net als iedereen ook fouten maak en slordigheden in mijn teksten opmerk bij het teruglezen, word ik in mijn omgeving voor taalpurist versleten. Nee, ik ben niet roomser dan de paus en ik gebruik net als veel andere mensen woorden als gestrest, checken of überhaupt. Nou niet direct woorden met een Nederlandse oorsprong. Maar ik bezig ook uitdrukkingen en beschik over een grote woordenschat. Kortom: ik hou van onze taal en zie met lede ogen aan hoe die taal verarmt en wordt verbasterd. Terwijl ik dit schrijf, klinkt op de achtergrond Radio 1 waar Kees van Kooten in de nieuwsuitzending uitlegt dat zijn Groot Dictee der Nederlandse Taal, komend najaar, niet zal bestaan uit de spelling van een aaneen geregen Groen Boekje. ‘Het draait allang niet meer alleen om spelling. Er is zo veel meer aan de hand in de Nederlandse taal’, aldus Van Kooten. ‘Je merkt echt dat het leeft (…). Men maakt zich druk en dat is maar goed ook.’

S succes van :

de Crooswijkse Kinderjury

Die middag sta ik bij de balie van Albert Heijn te wachten op mijn beurt. Naast mij koopt een jonge vrouw een pakje sigaretten. ‘Mag ik uw ID even zien?’ vraagt de verkoopster, keurig volgens de regels. Prompt overhandigt de vrouw het kaartje met daarop haar gegevens. Alweer die ai die, kreunt het in mijn hoofd dat op hol slaat. Het gaat waarschijnlijk gewoon om de afkorting, bedenk ik. Alles moet snel en dus in afgekorte taal. Dan moeten we daar toch een keurige Nederlandse variant voor bedenken. En dan heb ik het, hierbij introduceer ik: de IK. Hoort zegt het voort. ‘Mag ik even uw IK zien?

Journaliste Anne-Marie Plasschaert is docent Nederlands en redactionele vaardigheden in het mbo.

tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde

WAT OOK NOG GEBEURDE…

De afgelopen jaren heeft vrijwel elke Nederlandse kinderboekenschrijver wel een of meer bezoeken gebracht aan de Oscar Romeroschool in Crooswijk. Minder bekend is dat de school met drie andere wijkscholen ook een eigen Crooswijkse Kinderjury in het leven heeft geroepen. Op het jaarlijkse eindfeest in het Hofpleintheater werd de winnaar van het afgelopen schooljaar bekendgemaakt: ‘Het leven van een loser, deel 6: geen paniek’ van schrijver Jeff Kinney. Na de bekendmaking genoten de kinderen van de voorstelling 'Oorlogsgeheimen' van schrijver Jacques Vriens.

D Deze zomer organiseerden 33 scholen in po, vo en mbo weer een vakantieschool, die in het teken staat van de verbetering van onderwijsprestaties. Een van hen was obs De Schalm in Katendrecht, al jaren een pionier op dit terrein. De Schalm hanteert daarbij een brede opvatting van de vakantieschool en vindt daarvoor ook sponsors uit het bedrijfsleven. Een van de activiteiten was een gastles van Museum Meermanno uit Den Haag. De kinderen maakten kennis met middeleeuws perkament en maakten vervolgens een sprong in de tijd met het vervaardigen van linoleum platen.

foto Petja Buitendijk

18 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

Aangekomen op het schoolplein troffen de leerlingen van de Dominicusschool, Blijdorp, op een ochtend alle leerkrachten aan met een boek op schoot. In groepjes luisterden de kinderen naar een verhaal dat werd voorgelezen. Het is een van de vele activiteiten van de school die dit schooljaar in het teken zet van lezen.

foto Jan van der Meijde

e Oscar Romeroschool spant zich al vele jaren in om op zoveel mogelijk manieren het lezen te promoten. Vier jaar geleden kwam daar een nieuw initiatief bij: de Crooswijkse Kinderjury. De school werkt er voor samen met drie andere scholen uit Crooswijk: de Koningin Wilhelminaschool, A.S. Talmaschool en De Vier Leeuwen. Het project startte in april met bezoeken van schrijvers als René van der Velde, Janneke

Schotveld, Simon van der Geest en Jozua Douglas. Brede School coördinator Thomas Hardie begeleidt het project. Hij constateert dat de schrijversbezoeken een prima aanzet vormen om als school met boeken en lezen aan de slag te gaan: ’Je ziet dat boeken van schrijvers die op bezoek geweest zijn als eerste worden gekozen. Kinderen zijn daar echt benieuwd naar.’ Thomas legt uit dat het Kinderjuryproject door elke school op eigen wijze wordt ingevuld, maar dat het uiteindelijk wel de bedoeling is dat er een ‘shortlist’ uitrolt van meest populaire boeken. Volgens Thomas laat het succes van de Crooswijkse Kinderjury zien dat er nog lang geen sprake is van leesmoeheid op de Oscar Romero: ‘We blijven investeren in de formule, omdat we weten dat leespromotie alleen helpt als je er als leerkracht gemotiveerd voor bent. Je moet lezen belangrijk maken en dat is precies wat we met de Kinderjury en het bijbehorende feest doen. Benadrukken dat lezen leuk is en ertoe doet.’ C

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 19


Taal

> DRIE JAAR ROTTERDAMS (TAAL)EFFECT

O Nu de subsidie grotendeels wegvalt, is het zaak om de opbrengsten van (Taal)Effect te borgen. foto Jan van der Meijde

UUUUUUUUUUUUUUU Scholen van U U U U Uleren UUUU U Uelkaar UUUU

Digitale taalmodule Voor goed taalonderwijs is het belangrijk dat de taalbeheersing van de docent goed is. Beter nog: iedere docent zou een taaldocent moeten zijn. Ook tijdens het geven van wiskunde of biologie kun je aandacht besteden aan het taalgebruik van jezelf en de leerlingen. Vanuit die gedachte lieten de gemeente Rotterdam, de schoolbesturen CVO, BOOR en LMC en de roc’s Albeda College en Zadkine een digitale taalmodule ontwikkelen voor docenten. Het is een (vrijwillige) opfriscursus met theorie, oefeningen en een spelelement. Docenten krijgen extra oefeningen aangeboden om hun zwakke punten te versterken en ze kunnen samen chatten over taal. Het gebruik van de module is nog niet optimaal. Er zijn in Rotterdam 10.000 licenties uitgedeeld, maar slechts een kwart van de mensen gebruikt de module. Technische problemen bij de opstart lijken daarbij een rol te spelen. Een goede introductie van de module helpt. Zo zou bij Albeda, waar de module zorgvuldig is geïntroduceerd en docenten hulp kunnen krijgen bij het opstarten, 90% van de docenten hiervan gebruik maken. Scharff: ‘Het is een kwestie van doen. Een collega van mij begint elke ochtend met een paar spellingvragen.’

Vervolg

tekst Marijke Nijboer

Scholen van verschillende besturen zijn het normaal gaan vinden om hun resultaten, problemen en oplossingen met elkaar te delen en van elkaar te leren. Dat is een van de belangrijke resultaten van Rotterdams (Taal)Effect, dat gericht is op het vergroten van inzicht in de effectiviteit van didactiek en organisatie van het onderwijs en op het structureel uitwisselen van kennis en ervaring.

20 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

M

aar liefst 65 schoollocaties van drie vo-schoolbesturen deden mee aan Rotterdams (Taal)Effect. Ze namen allemaal aan het begin en het eind van de eerste klas en in de tweede klas de toets Diataal af (leerlingvolgsysteem voor taal en rekenen – red.). In de tussentijd werkten ze op verschillende manieren aan het versterken van hun taalonderwijs. De CED-Groep analyseerde de scores, die de ontwikkeling toonden per leerling, klas, school en bestuur, en adviseerde scholen hoe zij het beste konden werken aan verbetering.

Gezamenlijk Aan het eind van afgelopen schooljaar werden de opbrengsten van drie jaar Rotterdams (Taal)Effect gepresenteerd en werd scholen gevraagd hoe zij verder willen. Verschillende aanwezigen prezen het gezamenlijke aspect, en dan vooral de clusterbijeenkomsten. Dit zijn afzonderlijke bijeenkomsten voor vmbo-, mavo-,

havo- en vwo-scholen van verschillende besturen. ‘Daar analyseren we scores, zoeken we de succesfactoren en adviseren we elkaar,’ beschreef iemand. Een collega: ‘Wij zijn in ons mavocluster zelf kleine onderzoekjes gaan doen, bijvoorbeeld naar het verband tussen factoren in de school en scores.’ Volgens Paul Scharff, rector van het Erasmiaans Gymnasium, heeft het zien van elkaars resultaten ook een stimulerend effect. ‘Scholen denken: het zal toch niet zo zijn dat die andere school meer leerwinst heeft dan wij?’

Stagneren Niet alle taalscores zijn bevredigend. Zo stagneren vmbo-leerlingen met een indicatie

voor leerwegondersteunend onderwijs in de tweede klas op tekstbegrip en woordenschat. Alleen de vwo-leerlingen halen met de toets Diataal de norm voor leesvaardigheid. En Rotterdam weet de woordenschat van talentvolle leerlingen onvoldoende uit te breiden. ‘We groeien wel, maar de rest van het land groeit harder,’ zei Regine Bots van de CED-Groep. Scholen moeten de moed niet laten varen wanneer er even geen ontwikkeling is te zien op een bepaald aspect van taal, zei Bots. ‘Soms lijkt het alsof er niets gebeurt. Kijk goed naar de meerjarige ontwikkeling. Het kan zijn dat het tekstbegrip even stilstaat, terwijl de woordenschat wèl groeit.’

Hoe Rotterdams (Taal)Effect zal worden voortgezet is nog niet duidelijk. Scholen zullen komend jaar nog wel een summiere rapportage krijgen over hun resultaten. De CED-Groep heeft taalcoördinatoren getraind om zelf conclusies te trekken uit toetsscores. Scholen moeten, om in aanmerking te komen voor subsidie, hun resultaten aanleveren aan de gemeente. Onderwijswethouder Hugo de Jonge, die het congres afsloot, zei dat hij hoopt dat scholen datgene wat ze geleerd hebben van Rotterdams (Taal)Effect, goed borgen. ‘Dan kunnen we daar nog lang baat bij hebben. Dat geldt ook voor de rekencomponent, Rotterdams (Reken)Effect.’ De Jonge: ‘Dit project bewijst dat het kan: doorgaande leerlijnen neerzetten. Het zou mooi zijn als dat ook over de sectoren heen gaat gebeuren, van het primair- naar het voortgezet onderwijs en van het vo naar het mbo.’ U

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 21


Participatie

Rotterdams (Taal)Effect

L!nda

door Ad Oskam

> ROTTERDAMMER REMCO BARENDREGT NIEUWE GEZICHT LAKS

U UU UU U U U U Uen UUUU ‘IkUga een geweldig UUUUUUUUUUUUUUU uitdagend jaar tegemoet’ U UUUUUU UU UUUUUU

Linda Zwegers is lerares onderbouw op een Rotterdamse basisschool.

Een nieuw schooljaar Zestien weken zwangerschapsverlof en zes weken zomervakantie… 22 weken lang heb ik niet voor de klas gestaan. De twee weken tussen mijn verlof en de vakantie was ik niet op mijn plek en heb ik vooral opgeruimd, net als al mijn collega’s zo vlak voor de vakantie. De week voor mijn verlof was afgelopen kreeg ik te horen dat ik geen groep 3 meer zou doen en terugging naar de kleuters. Onze school is een zwakke school en iedereen zit in een leerproces. Ik wilde dit proces graag doormaken in de middenbouw, maar omdat ik daar nog geen volledig schooljaar heb gewerkt ga ik dit dus voortzetten bij de kleuters. Ik heb me er echt een hele vakantie op voorbereid en ik heb er nu ontzettend veel zin in! Toch start dit schooljaar anders. Een andere thuissituatie, weer een nieuwe klas in een ‘bouw’ waar heel veel dingen nieuw zijn, in een nieuw lokaal met nieuwe kinderen, een andere directie. Een aantal collega’s heeft afscheid genomen of gaat naar onze dependance, weer andere collega’s gaan naar een heel andere bouw waardoor het contact toch wel minder wordt en als school zijn we nu iedere dag nog bezig om onze aanpak te veranderen en te verbeteren. Een hoop anders… En dan is er nog een lege plek… Tijdens mijn verlof kreeg onze conciërge een hersenbloeding. Hij heeft een tijdje in het ziekenhuis gelegen, maar het zag er niet goed uit en niet veel later hebben wij als collega’s, maar ook de ouders en kinderen van onze school afscheid van hem moeten nemen. Zo hebben wij het vorige schooljaar anders afgesloten en zullen we dit schooljaar anders starten. Soms is anders spannend en leuk, soms is anders alles behalve spannend en leuk en soms is anders gewoon anders… ik ben benieuwd wat dit schooljaar ons weer gaat brengen!

Linda Zwegers

Volg het ROM op Twitter @RdamsOndMag en sluit je aan via LinkedIn ‘rotterdamsonderwijsmagazine’. 22 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

O Remco Barendregt heeft zijn vuurdoop al gehad. foto Jan van der Meijde

op gerekend had maar waar ik tevreden op terugkijk. Het ging me goed af en heeft me in een keer als nieuwe voorzitter op de kaart gezet.’

Brede kijk

tekst Ronald Buitelaar

Rotterdammer Remco Barendregt werd enkele maanden geleden door de leden van het LAKS (Landelijk Aktie Komitee Scholieren) benoemd tot nieuwe voorzitter. Een dag later kon hij direct aan de bak vanwege het gestolen en op internet gepubliceerde examen Frans vwo. Het was een sprong in het diepe waar hij niet op gerekend had.

R

emco Barendregt (1995) is geboren en getogen in Rotterdam Zuid, bezocht als kind de Vreewijkschool en moest even slikken toen hij zich realiseerde dat de isg Ibn Ghaldoun - bron van de examenfraude - zich niet ver van zijn woonadres bevindt: ‘Er werden bij het LAKS wel grappen gemaakt over het feit dat ik dichtbij de school woon, maar daar maak ik me niet druk over. Wat ik zorgwekkend vind is dat zo’n gebeurtenis het toch al kwetsbare imago van Rotterdam Zuid schaadt.’

Examenfraude De publicatie van het gestolen examen en de almaar uitdijende examenfraude zorgden ervoor dat de kersverse voorzitter zonder opwarmen uit de startblokken moest. Een bijzondere ervaring, zegt hij zelf en een waardoor hij direct wist waar hij als voorzitter van het LAKS aan toe is: ‘Ik werd op tien juni voorzitter, vroeg de volgende dag op school of ik mijn telefoon mocht opnemen als ik voor het LAKS gebeld werd en heb vervolgens de hele dag de pers te woord gestaan. Het was een vuurdoop waar ik niet

Dat Remco als Rotterdammer misschien anders tegen de examenfraude aankijkt dan een LAKS voorzitter van elders bestrijdt hij: ‘Dit is een zaak die overal had kunnen gebeuren en ik geef daar als LAKS voorzitter commentaar op.’ Wel is hij van mening dat zijn achtergrond ervoor zorgt dat hij een brede kijk op onderwijs ontwikkeld heeft: ‘Na de basisschool ben ik overgestapt naar de Theaterhavo/vwo, heb tussendoor een uitstapje gemaakt naar een brede scholengemeenschap in Zuid en ben uiteindelijk weer teruggekeerd bij de Theaterhavo/vwo waar ik dit jaar examen hoop te doen. Het waren geen gemakkelijke overstappen, maar ze hebben me wel geleerd dat scholen en leerlingen veel van elkaar kunnen verschillen. Ik heb er dan ook lessen uitgetrokken waar ik nu en in de toekomst mijn voordeel mee hoop te doen.’

Snuffelen Wat de directe toekomst betreft ziet Remco het komend jaar vooral als een ‘fantastische’ mogelijkheid om leerlingen in heel Nederland te mogen vertegenwoordigen en te ‘snuffelen’ in de wereld van politiek en bestuur: ‘Ik wil dit jaar gebruiken om te zien of een bestuurlijke studie iets voor me is.’ Dat de combinatie examenjaar en LAKS te zwaar is betwijfelt hij: ‘Bij het LAKS wordt veel voorbereidend werk gedaan door de vaste beleidsmedewerkers en op school heb ik diverse vrijstellingen. Waar het op aankomt, is goed plannen en keuzes maken. Zo ben ik al gestopt met sporten en mijn bijbaan. Jammer, maar wie krijgt op mijn leeftijd de kans om zo’n geweldig en uitdagend jaar mee te maken?’ U

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 23


Taal

tekst Renate Mamber

Taaloffensief Rotterdam startte dit schooljaar het project ‘Studenten lezen voor’. Studenten gaven in twee pilots extra leesondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. De kinderen: ‘Yes, we mogen weer!’

> STUDENTEN LEZEN MET KINDEREN

hhhhhhhhhhhhhhhhhhhh h‘ N h het h hof h hje h houdere h h h h h h hzus hhhh h je h h komt h h h h hhelpen’ hhhhhhhhhhhh hhhhhhhhhhhhhhhhhhhh

Taaloffensief Nog teveel Rotterdammers beheersen de Nederlandse taal onvoldoende om goed mee te kunnen doen in de samenleving. Taaloffensief wil de taalbeheersing van Rotterdammers verbeteren. Gemeente en partners in de stad werken daarvoor samen in verschillende projecten. Meer weten? www.rotterdam.nl/taaloffensief.

H

umeyra uit groep 3 kijkt eerst goed naar het plaatje op de voorkant van het boek. ‘Pien wil een paard’, gokt ze. ‘Staat er echt paard?’ vraagt Denise Brouwer, student Psychologie. ‘Po-’ leest Humeyra hakkelend. ‘Pony.’ Denise is lid van studentenvereniging RSG. Elke week komt ze, samen met nog drie studenten, naar de Oscar Romeroschool om te lezen met kinderen die de extra leestijd goed kunnen gebruiken. ‘Wij vinden het een mooi initiatief’, zegt directeur Peter Koedood. ‘We zoeken extra leestijd, maar dat is vaak lastig omdat relatief veel ouders de taal ook niet helemaal machtig zijn. De kinderen krijgen nu één op één aandacht. Het is ook leuk dat de studenten nog zo jong zijn: net of je oudere zus je komt helpen met lezen. En de kinderen hebben iets van: Zo, die komt voor mij!’

Intensief ‘We proberen alle studentenverenigingen erbij te betrekken,’ vertelt Denise Zending van Taaloffensief Rotterdam. ‘De vereniging adopteert een school en wordt dan structureel betrokken bij taal- en leesactiviteiten. De studenten krijgen daarvoor een korte cursus van de CED-Groep.’

24 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

De Oscar Romeroschool is de tweede school die een pilot draait. Eerder ging basisschool Het Spoor van start met studentenvereniging SSR. Die pilot is inmiddels afgesloten. Denise Zending: ‘De studenten vonden het leuk en zetten de samenwerking met de school voort in aangepaste vorm.’ Student Denise Brouwer vindt het wekelijkse leesuurtje goed te doen. ‘Het is maar een uurtje dat je kunt besteden aan iets goeds. Voor mij is het een kleine moeite en als je kinderen daarmee vooruit kunt helpen is dat het zeker waard.’

Spannend Ze is tot nu toe elke week geweest en leest

met kinderen uit de groepen 3 en 7. ‘Het is op vrijdagmiddag en dat vrijdagmiddaggevoel merk je soms wel. Met de jongen uit groep 7 houd ik de tijd bij met een stopwatch en we mogen ondertussen niet op de klok kijken.’ In het begin vond ze het wel spannend. ‘Ik had er geen idee van hoe zo iets ging. Inmiddels is er een training geweest. Maar ik vind het soms nog moeilijk om te zien wat een kind zou moeten kunnen.’ Dorthe, student Communicatiewetenschappen, volgde ook de training van de CEDGroep. Ze kreeg veel leestips. Als Limburgse was ze vooral onder de indruk van de typische Rotterdamse problematiek. ‘Dat er zoveel kinderen zijn met een taalachterstand.’

W Denise Brouwer: ‘Het is een uurtje dat je kunt besteden aan iets goeds.’foto Petja Buitendijk

Juf Evita van groep 3 merkt dat de kinderen vooruit gaan. ‘We doen natuurlijk nog meer aan lezen en deze activiteit is een van de vele. De kinderen vinden het heel bijzonder dat ze deze extra aandacht krijgen. Als ze gehaald worden is het altijd ‘Yes, we mogen weer’ en ze komen huppelend terug.’ h

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 25


Digitalisering T http://ischolengroep.org

> WOLFERT TWEETALIG GAAT DIGITAAL

ZZZZZZZZZZZZZZZZZZ zetten stip Z‘ W Z Zij ZZ Z Z Z Z Zeen ZZZZ ZZZZ Z op Z Z Zde ZZZ ZZZZZZZZZZZ horizon’ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZ Wolfert Tweetalig, havo/vwo, wil innovatief onderwijs verzorgen en is daarom een traject gestart om school en onderwijs verregaand te digitaliseren. Een proces waarbij voorop staat dat digitalisering een middel is en geen doel op zich. Het ROM liet zich over de ontwikkelingen bijpraten door directeur Arnold Koot en Anne Voorn, teamleider havo 1, 2 en 3 en verantwoordelijk voor het invoeringstraject digitalisering. tekst Ronald Buitelaar

T

wee jaar geleden besloot Wolfert Tweetalig op zoek te gaan naar een teamleider voor de havo onderbouw met gevoel voor ict. Directeur Arnold Koot: ‘We willen graag op alle fronten innovatief zijn, constateerden dat we qua digitalisering van school en onderwijs achterblijven en zochten daarom iemand om het ontwikkelingsproces op gang te helpen.’ Een van de sollicitanten was Anne Voorn, dramadocente en afkomstig uit Eindhoven, de slimste regio van het land. Gewend als Anne is aan het ‘vertellen’ van verhalen besloot zij haar presentatie te larderen met YouTube filmpjes over Steven Spielberg en Alfred Hitchcock. Anne: ‘Ik heb ermee duidelijk willen maken dat goed onderwijs uit goede inhoud (Spielberg) en een goede vorm (Hitchcock) bestaat. Ict oplossingen kunnen daarbij helpen.’ Haar presentatie bleek een schot in de roos. Arnold: ‘Het was zo uniek en ludiek en er sprak zoveel drive uit dat we wel gek zouden zijn geweest als we haar niet benoemd hadden.’

26 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

Papierloos vergaderen Na haar aanstelling kwam Anne al snel tot de ontdekking dat de school inderdaad een ontwikkelingsachterstand had: ‘Ik kende de school alleen van naam, dacht dat ze al verder waren en was daarom verbaasd dat nog bijna alles op papier werd gedaan. Daar zijn we dus het eerst mee aan de slag gegaan.‘ Arnold: ‘Voorheen waren de archiefkasten bij ons op school gevuld met ordners. Tegenwoordig wordt alle informatie digitaal opgeslagen en zijn de kasten leeg. Verder heeft iedere docent een laptop gekregen en wordt er papierloos vergaderd.’ De volgende stap in het digitaliseringproces kostte meer hoofdbrekens. Anne: ‘Afgelopen schooljaar zijn we aan de slag gegaan met het onderwijs zelf. Om in kaart te brengen waar de school staat en waar we naartoe willen is een breed samengestelde werkgroep opgericht. Qua leeftijdsopbouw, maar ook wat expertise en onderwijsgeledingen betreft. Voorwaarde voor deelname is dat de leden iets met het onderwerp hebben.’

Het eerste wat de werkgroep deed was het inventariseren van ‘obstakels’. Daaruit bleek onder meer dat niet iedereen overtuigd was van het belang om te digitaliseren en ook dat er angst bestond dat leerlingen misbruik zullen maken van digitale mogelijkheden. Anne: ‘Het is goed dat we daarmee begonnen zijn omdat er alleen oplossingen bedacht kunnen worden als je de problemen kent.’

The Class of 2013 Omdat (op termijn) alle leerlingen van laptop of tablet worden voorzien, maar de school niet lukraak tot aanschaf wil overgaan, werd advies ingewonnen bij een deskundige van

de TU Delft. Hij adviseerde de keuze voor een MacBook: ‘Een robuuste alleskunner’. Bijkomend voordeel van die keuze is dat de school zich aan kan sluiten bij de iScholenGroep en gebruik kan maken van de aldaar aanwezige expertise. Daar ook is aangeraden om de introductie van gedigitaliseerd onderwijs – om te beginnen in alle brugklassen - zo stevig mogelijk neer te zetten. Een advies dat ter harte wordt genomen. Arnold: ‘Dit schooljaar zijn we gestart met ‘The Class of 2013’, een project waarbij ruim 200 brugklassers een MacBook hebben gekregen, elke klas een eigen website heeft en docenten aan de slag gaan om lesprogramma’s en

mogelijkheden van de MacBooks op elkaar af te stemmen.’

W Aardrijkskunde en biologie zijn al volledig digitaal, aldus Anne Voorn. foto Jan van der Meijde

Eigen tempo Wat de lesinhouden betreft is afgesproken dat de vakgroepen in eigen tempo aan digitalisering van het aanbod werken. Anne: ‘Aardrijkskunde en biologie zijn dit jaar al volledig digitaal van start gegaan, geschiedenis heeft forse stappen gezet en andere vakgroepen zijn zich aan het oriënteren.’ Arnold is blij met de geleidelijke aanpak omdat er volgens hem de beste resultaten mee geboekt worden: ‘We hebben als schoolleiding een stip op de horizon gezet en investeren zo’n tachtig

taakuren per docent, maar het is aan de vakgroepen om verder invulling aan het digitaliseringproces te geven.’ Dat wetenschappers van de Universiteit Leiden bereid zijn het proces te monitoren ziet Arnold als een welkome aanvulling: ‘Zij kunnen behulpzaam zijn bij het maken van digitale leermaterialen, ons een spiegel voorhouden en zorgen dat de opgedane kennis verder verspreid wordt.’ z

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 27


Passend onderwijs De inspectie zal basisscholen niet als ‘zwak’ wegzetten als ze zorgleerlingen opvangen. foto Petja Buitendijk O

lijkheden die basisscholen hebben om leerlingen ondersteuning te bieden. Alle scholen hebben intussen vragenlijsten ingevuld waaruit de mogelijkheden blijken van iedere individuele school. Deze vragenlijsten zijn inmiddels geanalyseerd en ze leiden tot een profiel voor iedere school. Op basis van alle schoolondersteuningsprofielen wordt bekeken welke basisondersteuning alle scholen minimaal moeten kunnen bieden aan de leerlingen.

Jeugdzorg

PASSEND ONDERWIJS Z> OP Z WEG Z ZNAAR ZZ ZZZZZZZZZZZZZZ Z Z Z Z Z ZsamenwerkingsZZZZZZZZZZZZZZ Nieuw ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ verband Z Z Z Z Z Z Z Zopgericht ZZZZZZZZZZZZ

tekst Ineke Westbroek

Om alle basisschoolkinderen het onderwijs te kunnen bieden dat bij hen past moeten scholen, schoolbesturen en ondersteunende instanties nog efficiënter gaan samenwerken. Het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam is het gevolg hiervan. Wat betekent dit voor scholen?

I

n Rotterdam bestonden al de twee samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School en het Expertisecentrum Speciaal Onderwijs (ECSO). Deze worden per 1 augustus 2014 opgeheven en gaan dan op in Passend Primair Onderwijs Rotterdam, kortweg PPO Rotterdam. Alle onderwijsondersteuning van lichte tot zware zorg valt straks onder de verantwoordelijkheid van PPO Rotterdam. Intussen worden binnen het nieuwe samenwerkingsverband afspraken gemaakt over onder andere de taakverdeling en de doorverwijzing van leerlingen.

Profielen Een belangrijke stap is de opstelling van schoolondersteuningsprofielen. Daartoe is een inventarisatie gemaakt van de moge-

28 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

De invoering van passend onderwijs heeft ook een sterke relatie met komende veranderingen binnen de jeugdzorg. Deze zal worden georganiseerd in wijkteams, met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) als beheerder. Het spreekt voor zich dat een goede samenwerking met de scholen in de wijken noodzakelijk is. Passend onderwijs en jeugdzorg streven er beide naar om alle zorg en onderwijsondersteuning nog beter te gaan organiseren vanuit de gedachte dat het kind centraal staat. De ontwikkelingen roepen vanzelfsprekend vragen op. Wat gaat er veranderen, welke voorzieningen blijven er beschikbaar en op welke manier? Rekent de inspectie reguliere basisscholen straks af als ‘zwakke school’ als er zorgleerlingen bij komen?

Muren ‘Onderwijsvormen en voorzieningen verdwijnen niet, maar de verdeling verandert’, legt Johan van Knijff, bovenschools manager BOOR, uit. Van Knijff is tevens voorzitter van de werkgroep Schoolondersteuningsprofielen, een van de elf werkgroepen van PPO Rotterdam. ‘De muren tussen scholen en ondersteuningsorganisaties verdwijnen, zodat beter samengewerkt kan worden bij het leveren van maatwerk voor alle leerlingen. Zo gaan bijvoorbeeld leerlingen, die een diagnose binnen het autistisch spectrum krijgen niet meer allemaal automatisch naar cluster 4 scholen (voor kinderen met ernstige gedrags-, ontwikkelings- en/of psychiatrische problemen – red). Sommige kinderen hiervan kunnen namelijk prima naar een reguliere

basisschool die hiervoor ondersteuning krijgt.’

Slagboom ‘De slagboomdiagnostiek verdwijnt’, stelt Peter de Vaal, sectormanager onderwijs bij Horizon Jeugdzorg en voorzitter van de werkgroep Communicatie, ‘kinderen met een bepaalde diagnose hoeven niet meer definitief in het speciaal onderwijs te blijven. Na bijvoorbeeld een paar weken op een cluster 4 school kunnen zij naar een reguliere basisschool, die gespecialiseerd is in het begeleiden van kinderen met hun stoornis.’ Leerkrachten vragen zich natuurlijk ook af wat dit alles betekent voor hun dagelijks handelen in de klas. ‘Het betekent niet dat je van de ene op de andere dag bijvoorbeeld tien cluster 4 kinderen in je klas krijgt’, stelt Van Knijff gerust, ‘welke kinderen een school onderwijs kan bieden hangt af van het ondersteuningsprofiel van de school. Als een school zelf deze expertise heeft, kan die dat delen met andere scholen in dezelfde wijk. De expertise moet worden geborgd, zodat die niet verdwijnt als degene met die specialisatie vertrekt. De komende tijd wordt er veel geïnvesteerd in scholing. Als de expertise op de school ontbreekt, kan deze ook altijd ondersteuning krijgen vanuit PPO Rotterdam.’ Het resultaat moet zijn dat kinderen met

ondersteuningsbehoeften zo veel mogelijk in hun eigen omgeving onderwijs kunnen krijgen.

Inspectie-eisen ‘Er is al veel expertise op scholen’, weet Annet Dries, directeur Agnesschool in Feijenoord en lid van de werkgroep Schoolondersteuningsprofielen, ‘veel scholen investeren al in handelingsgericht werken, waarbij signaleren en analyseren voorop staan. Op de Agnesschool doen we dat al jaren. Ook werken wij al langer samen met andere scholen in de wijk.’ De nieuwe inspectie-eisen binnen passend onderwijs zijn een permanent aandachtspunt. Reguliere basisscholen worden niet als ‘zwak’ weggezet als zij zorgleerlingen opvangen, meldt een woordvoerder van OCW: ‘Het gaat hooguit om 2% zorgleerlingen die deze scholen in hun samenwerkingsverband krijgen toegewezen. Met de weging wordt daarmee bovendien rekening gehouden.’ Volgens de betrokken organisaties ligt de vorming van de nieuwe organisatie PPO Rotterdam goed op schema. Er moet nog veel gebeuren, maar er wordt hard gewerkt om passend onderwijs aan alle kinderen in de regio te kunnen blijven leveren. Om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen is er de website www.pporotterdam.nl.’ z

Niet pessimistisch over rapport Algemene Rekenkamer Onderzoek van de Algemene Rekenkamer wijst uit dat veel Nederlandse scholen niet de financiële middelen hebben om zorgleerlingen passend onderwijs aan te bieden. Twintig procent van de scholen zou in de rode cijfers zitten en daarom moeten bezuinigen op personeel dat nodig is om passend onderwijs te bieden. Ook zouden de groepen op reguliere basisscholen te groot zijn om zorgleerlingen te kunnen plaatsen. Wat Rotterdam betreft valt dit allemaal mee, zegt Kees Terdu, voorzitter Bestuur PPO Rotterdam: ‘Het klopt dat we zuinig moeten zijn, maar Rotterdamse scholen zitten niet in de rode cijfers. Het totale aantal Rotterdamse zorgleerlingen in het basisonderwijs bedraagt iets minder dan 5% en niet elke zorgleerling moet automatisch naar het regulier onderwijs. De ‘rugzakjes’ (leerling-gebonden financiering – red.) verdwijnen wel, maar het samenwerkingsverband PPO krijgt een budget voor nieuwe formatie en heeft een geschatte inkomstenbegroting van ongeveer 20 miljoen euro.’

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 29


Cultuur T www.cultuurprofielscholen.nl/ schoolportretten/thorbeckevoortgezet-onderwijs

VO Z> CULTUURPROFIELSCHOOL Z Z Z Z Z Z Z ZTHORBECKE ZZZZ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ‘Talentontwikkeling isZ Zonze visie’ Z ZZZZZZZZZZZZZZZZZ ZZZZZ ZZZZZZZZ

tekst Ineke Westbroek

Talentontwikkeling is al jarenlang speerpunt op Thorbecke Voortgezet Onderwijs. Naast Thorbecke Topsport biedt de school als cultuurprofielschool sinds vorig jaar de Highschool Dans en Drama en de Creative Highschool.

U

it het leslokaal schalt ‘Beat it’. Gedreven door de opzwepende ritmes van de Michael-Jackson-hit, oefent een twintigtal brugklassers een dynamisch dansnummer. Acrobatische toeren wisselen sierlijk glijdende passen af. Repetitie voor een optreden in de Meervaart in Amsterdam, over twee weken al! Het oogt professioneel, maar de kritische lerares heeft toch nog aanmerkingen: ‘De pliés kunnen beter!’ Veel optreden is cruciaal op de Highschool Dans en Drama van Thorbecke VO. Vooral de leerlingen van de vooropleiding voor de hbo-opleidingen in dans en drama moeten podiumervaring opdoen. Naast de reguliere leervakken krijgen onderbouwleerlingen van de Creative Highschool en de Highschool Dans en Drama vier dagdelen les in de kunstrichting die zij volgen. Leerlingen van de Creative Highschool volgen een lesprogramma in beeldende vakken, georganiseerd in samenwerking met de Willen de Kooning Academie. Dans- en dramaleerlingen volgen lessen in verschillende dans- en zangvormen, gegeven door docenten van de Dansacademie Lucia Marthas. In deze vakken kunnen ze ook eindexamen doen. Leerlingen in de vooropleiding krijgen ook in de vroege avonduren vier uur les. Soms is het moeilijk je huiswerk af te krijgen, ondervinden Raymond Smit en Judith van

30 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 13

Discipline, plannen en uitrusten zijn de toverwoorden bij de Highschool Dans en Drama. foto Petja Buitendijk R

der Lecq, brugklassers in de vooropleidingrichting, die er toch nog steeds goed voorstaan. ‘Discipline, plannen en uitrusten zijn onze toverwoorden’, verklaart Jan Teekens, afdelingsleider van de brugklassen en coördinator van de Highschool Dans en Drama: ‘Leerlingen bereiken daarmee fantastische resultaten, waarvan je een brok in je keel krijgt. Schitterende performances, foto’s

en schilderingen bij de presentaties die we op school organiseren.’ ’ En dan moeten ze ook nog in de ‘gewone’ schoolvakken goed presteren.

‘Ik kan mijn gevoel kwijt’ Om leerlingen kansen te bieden hun artistieke talenten te ontwikkelen en scholen de ruimte te geven zich met cultuur te profileren, biedt OCW sinds 2008 de mogelijkheid om

een cultuurprofiel in te voeren, met kunstvakken als zwaartepunt in het lesprogramma. Thorbecke is sinds 2008 cultuurprofielschool. ‘Talentontwikkeling is onze visie’, benadrukt Teekens, ‘een cultuurprofiel past daarin.’ Audities bepalen welke aspirant-leerlingen worden toegelaten tot de cultuuropleidingen, en wie van hen in aanmerking komen voor een vooropleidingtraject.

Raymond en Judith, die van kleins af dansen, weten nog niet hoe ze hun talenten later gaan inzetten. ‘Misschien optreden in musicals’, overweegt Raymond, ‘of anders lesgeven.’ Judith denkt aan de musicalkant:’Maar choreografie lijkt me ook leuk.’ Beiden hebben het geweldig naar hun zin op school. ‘Echt mijn ding’, vindt Judith, ‘in de dansen die we instuderen kan ik mijn

gevoel kwijt. Bovendien is het geweldig om op school te zitten met kinderen uit allerlei verschillende culturen, die hetzelfde leuk vinden.’ Raymond sluit zich hierbij aan: ‘Fijn om samen iets moois neer te zetten voor andere mensen. Met elkaar bouw je iets op.’ Z

10 | 13 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 31


v Dubbelportret :

tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde

Dineke en Carmel Keemink

Carmel woont met moeder Dineke, vader Hans en broers Oscar en Willem in een benedenwoning in Feijenoord. Dineke werkt als parttime boekhouder bij een culturele instelling en is daarnaast werkzaam als zzp’er. Carmel zit op paardrijden en stapt het liefst op lievelingspaard Troela. Naar school gaat ze op Montessorischool De Clipper waar ze dit schooljaar groep zes met lievelingsjuf Sylvia inruilde voor groep zeven.

Hoe wordt er naar school gereisd? Carmel: ‘Op de fiets. Meestal met mijn moeder’. Dineke: ‘Ik breng haar meestal zelf omdat het een drukke route is met veel gevaarlijke oversteken.’ Wat is leuk aan school? Carmel: ‘Het is een gezellige school met leuke juffen. Met Montessorimateriaal rekenen vind ik het leukst. Taal vind ik minder.’ Dineke: ‘De school heeft een leuk, gemotiveerd team en er is maar weinig verloop onder het personeel.’ Wat mis je? Carmel: (grinnikt): ‘Langere pauzes’. (Serieuzer): ‘Niet veel eigenlijk’ Dineke: ‘Ik begin het effect van de bezuinigingen steeds meer te merken. Minder extraatjes en vooral het verdwijnen van extra handen in de klas. Wel zijn we heel blij met het nieuwe schoolgebouw dat na de kerstvakantie gereed zal zijn.’ Wordt er thuis over school gepraat? Carmel: ‘Ja, veel. Over wat ik gedaan heb en hoe het op school was.’

Dineke: ‘Ik ben als klassenouder en leesmoeder iets beter dan gemiddeld op de hoogte, denk ik.’ Hoe laat ga je naar bed? Carmel: ‘Tussen half negen en negen uur.’ Dineke: ‘Dan leest ze nog wat in bijvoorbeeld de Penny (paardenblad – red.) om tot rust te komen.’ Wat zit er vandaag in de lunchtrommel en wie heeft het klaargemaakt? Carmel: ‘Drie boterhammen, een tussendoortje en twee pakjes drinken. Klaargemaakt door mama.’ Dineke: ‘Dat is zo gegroeid.’ Heb je huiswerk? Carmel: ‘Nog niet zoveel. Wel topo, een spreekbeurt en drie werkstukken, maar verder niet.’ Dineke: ‘Dat zal in groep zeven iets meer worden. Daar begint immers de voorbereiding op het voortgezet onderwijs.’ Is er ondersteuning nodig bij het huiswerk? Carmel: ‘Een beetje als ik met een werkstuk bezig ben.’

Dineke: ‘Negentig procent doet ze zelf en samen zetten we de puntjes op de i’. Hoe staat het met de (nieuwe) media? Carmel: ‘Ik gebruik de iPad voor Facebook en spelletjes’ Dineke: ‘Ik maak dagelijks gebruik van laptop en desktop, maar computeren en alles wat erbij hoort is zeker geen hobby van me.’ Hoe stelt Dineke zich op de hoogte van schoolontwikkelingen? Dineke: ‘Ik houd me op formele en informele manieren op de hoogte en ga met eventuele aanvullende vragen naar de directrice’. Wat wil Carmel bereiken en wat wil Dineke dat haar dochter bereikt? Carmel: ‘Ik wil graag naar het Montessori Lyceum en hoop dat ik later een eigen pony krijg.’ Dineke: ‘Ik hoop dat Carmel een zelfstandige, gelukkige vrouw met een onafhankelijke geest wordt.’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.