ROM januari 4

Page 1

01_14 k Techniek: Engineering k PrĂŠ-vwo klas k Toegang tot kinderbrein >

- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine

OuderKleuters betrokkenheid willen mbo noodzaak uitdaging

Onderwijs gebruikt SISA onvoldoende

januari _ nr. 1 _ jaargang 37


van de redactie Waardering

agenda 30 januari ROTTERDAM

werkconferentie ouderbetrokkenheid mbo Eind 2013 vond een onderzoek plaats naar de waardering van de kernpunten van het Rotterdamse onderwijsbeleid. Bevraagd werden ruim 1000 leerkrachten, leerlingen en ouders. Het zal niemand verbazen dat ‘samenwerken aan betere scholen met goede docenten’ door zo goed als iedereen wordt onderschreven. Ook ouderbetrokkenheid ten behoeve van onderwijsondersteunend gedrag scoort zeer hoog. Ouders, zowel als leerkrachten gaven aan dat de ouderbetrokkenheid de laatste jaren is toegenomen. En in het verlengde daarvan zien we ook dat docenten vaker dan voorheen door ouders worden aangesproken op resultaten en opbrengstgericht werken. Verschillen bleken er bij de waardering van leertijduitbreiding. Leerkrachten zijn merendeels positief over dit punt. Ook leerlingen in het primair onderwijs zijn er blij mee, daarin gevolgd door de leerlingen van het praktijkonderwijs en een aantal vmbo-richtingen. Leerlingen van overige vo-soorten staan niet te springen om langer naar school te gaan. Opvallend is ook dat ouders over dit onderdeel gereserveerder zijn. Veel ouders vrezen dat een te grote nadruk op leerprestaties de totale ontwikkeling van leerlingen in de weg staat. Zij vinden de vrije tijd van hun kinderen belangrijk. Als hun kinderen meer tijd doorbrengen op school vinden zij het belangrijk dat die tijd niet alleen wordt ingezet voor taal en rekenen, maar ook voor de brede ontwikkeling van hun kinderen. Het zijn interessante uitkomsten, waarover de bestuurlijke overleggen zich ongetwijfeld zullen buigen. Uit het onderzoek valt in elk geval te destilleren dat ‘samen voor goed onderwijs’ veel meer is dan een open deur, maar een levend besef dat breed gedragen wordt.

www.onderwijsbeleid010.nl

Rien van Genderen, hoofdredacteur

4 april DEN HAAG

1 februari UTRECHT

conferentie kleuterleerkracht: overleven of leven wegwijs.in/kleuteronderwijs 6 februari AMERSFOORT

havoconferentie ‘trots op havo’ www.aps.nl 13 maart AMERSFOORT

conferentie rekenniveaus en opbrengstgericht werken, voor po www.cps.nl 21 maart DEN HAAG

regionale dagen ‘het jonge kind’ www.hco.nl 28 maart DEN HAAG

regionale dagen ‘het jonge kind’ www.hco.nl 2 april NEDERLAND

grote rekendag, voor po www.groterekendag.nl

regionale dagen ‘het jonge kind’ www.hco.nl

colofon Rotterdams Onderwijs Magazine voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie, vorming, opleiding en training in Rotterdam. Gratis voor personeel van voorscholen, primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam. 37e jaargang -- nr. 1 -- januari 2014 ISSN 1386 -- Verschijnt zeven keer per jaar -- Oplage 7000 Uitgave CED-Groep Redactie Meike Ansems, Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Rien van Genderen (hoofd- en eindredactie) Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Ad Oskam (strip), Anne-Marie Plasschaert, Ineke Westbroek, Linda Zwegers Redactie-adres Postbus 8639 -- 3009 AP Rotterdam -- telefoon 06 316 437 11 -e-mail rom@cedgroep.nl Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde © CED-Groep 2|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

11 april UTRECHT

taal- en rekenconferentie, voor vo en mbo www.cedgroep.nl 15 april UTRECHT

conferentie literatuuronderwijs, voor vo www.aps.nl

Volg het ROM op Twitter @RdamsOndMag en sluit je aan via LinkedIn ‘rotterdamsonderwijsmagazine’.


inhoud 02 agenda 04 versnelde opleiding voor technisch talent AD-Engineering, Rotterdam Academy 08 estafette Kritisch kijken naar jezelf dankzij toets

06_ LEREN OM FOCUS TE HOUDEN Beatrixschool had spiegel nodig R

24_ R ECHTEN VAN KINDEREN Leerlingen Valentijn maken film O

14 ouderbetrokkenheid ook voor mbo noodzaak

Bouwen en Wonen, Albeda College

16 de klas van

Chantal Pansier en Herman Luyckx, De Tuimelaar

18

column Anne-Marie

Niet voor slimmeriken

19 succes van…

Leerlingen Da Costaschool

20 sleutels tot kinderbrein Wetenschap toepasbaar voor onderwijs

22 strip Ad Oskam Breinsleutels

22 column L!nda Inspectie

23 wat ook nog gebeurde

28_ KENNISMAKEN MET VWO Pré-vwo klas Einstein Lyceum R

De Groene Palm

26 signalen dat er iets mis is Scholen maken te weinig gebruik van SISA

31 wat ook nog gebeurde Van Heuven Goedhartschool

32 dubbelportret ‘De juf is altijd bereid tot een gesprek’

30_ TAALSTEUN VOOR MBO-ERS Creatieve sessie hbo-studenten O

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|3


Techniek

>AD ENGINEERING VOOR TECHNICI

B BBBBB B Bechte BBBBBBBBB Werken aan BBBBBBBBBBBBBBBBB opdrachten van B BBBBBBB B Bbedrijven BBBBBBB

tekst Ineke Westbroek

Mbo- en havo-gediplomeerden met technisch talent kunnen zich met de associate degree (Ad) Engineering verder ontwikkelen op hbo-niveau. Sinds 2011 bieden de Rotterdam Academy, onderdeel van de Hogeschool Rotterdam en het Dordtse Da Vinci College deze opleiding, waarbij studenten werken aan echte vraagstukken voor echte opdrachtgevers.

E

en PowerPoint met afbeeldingen van draaiende driehoeken en skids, onderdelen van een stof- en watervrije elektromotor. Lizanne Voogt, Max Poppeliers en Martijn van Lith lichten de beelden op gelikte wijze toe. Zij presenteren het eindresultaat van hun opdracht, zoals zij dat ook deden voor Sublean, een bedrijf dat zich richt op toekomst- en klimaatbestendige oppervlakteontwikkeling in bebouwde gebieden. Voor dit bedrijf ontwikkelde de groep eerstejaars van Ad Engineering een systeem voor aandrijving

‘ Ik wist meteen: dit is mijn passie.’

4|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

en besturing van een water- en luchtzuiveringsapparaat. ‘De motor zit in een behuizing en is onderhoudsvrij’, noemt Lizanne als voorbeeld van duurzaamheid. Martijn noemt een andere meerwaarde: ‘Het is makkelijk te monteren, de assen zitten er al in. Het kan met meerdere units tegelijk worden aangedreven.’ Max vertelt over het tandwiel, dat de motor in beweging zet. ‘Daar is ie trots op, heeft ie zelf uitgezocht’, lacht een collega/studiegenoot.

Goede kansen De Ad Engineering is opgezet om te voorzien in de behoefte van bedrijven aan technici, gespecialiseerd in de eerste fase van de productie van apparatuur: ontwerpen en produceren van machines en installaties. De opleiding, die aansluit op de eisen en wensen van het bedrijfsleven, stelt studenten goede kansen op een baan in het vooruitzicht. Wie de Ad heeft behaald, kan doorstromen naar de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde, of aan de slag als werkvoorbereider, designer/ engineer, technisch medewerker of manager productieproces.

Studenten, die tijdens een intake worden geselecteerd op technisch inzicht en motivatie, volgen het praktijkgedeelte van de opleiding binnen het Leerpark en de Duurzaamheidfabriek naast het Da Vinci College in Dordrecht. Daar werken zij aan opdrachten uit het bedrijfsleven. Het theoretische gedeelte volgen zij aan de Hogeschool Rotterdam. Het eerste jaar staat in het teken van onderzoek, ontwerp en productie, met vakken als projectmanagement en wiskunde. Studenten verdiepen en verbreden hun kennis, vergroten hun analytische vaardigheden en leren de opgedane kennis en vaardigheden toe te passen in praktijksituaties, waarbij de focus op engineering ligt. De Ad wordt in het vierde


T www.hogeschoolrotterdam.nl/opleidingen/engineering-(ad)/voltijd

semester afgesloten met een eindopdracht, die in de praktijk wordt uitgevoerd.

Machtig ‘Sublean was enthousiast over het ontwerp’, vertelt wiskundedocent Ryan Bogaars (Rotterdam Academy), die de groep studenten begeleidt, ‘maar ze weten nog niet of ze de uitvoering kunnen bekostigen. Het is een jong bedrijf.’ Martijn hoopt van wel: ‘We hebben er keihard aan gewerkt, heel vaak tot tien uur ’s avonds op school gezeten om aan details te werken. Maar wel met heel veel plezier.’ Plezier in werk is nummer één voor Martijn (21), die voorheen als uitvoerend werktuigbouwkundige bij een waterzuiveringplatform werkte, maar nu de ontwerpkant

uit wil: ‘Het is zo leuk om nieuwe dingen te bouwen.’ Vooral dieselmotoren fascineren hem: ‘Gewoon zó mooi, zó machtig, er komt zo veel vermogen bij!’ Door zijn buurman belandde Martijn in de technische sector. Daarvoor deed hij havo, waar hij het profiel Economie en Maatschappij volgde. ‘Voor mij het makkelijkste profiel’, blikt hij terug, ‘maar een verkeerde keuze. Ik had geen zin in school.’ Buurman porde Martijn op en troonde hem mee naar zijn werkgever, waterzuiveringbedrijf Logisticon. ‘Ik kreeg werkschoenen en kon gelijk aan de slag’, blikt Martijn terug, ‘ik wist meteen: dit is mijn passie. Zagen, buigen, lassen. Bezig zijn met een stuk techniek, niemand die over je schouders kijkt.’ De kleinschaligheid en de gemoedelijke

W De studenten volgen het theoretische gedeelte aan de Hogeschool Rotterdam. foto Petja Buitendijk

sfeer vindt Martijn de pro van de opleiding: ‘Iedereen helpt elkaar, we worden goed begeleid en hebben een hoop lol.’ Na voltooiing van de opleiding wil Martijn offshore werken bij een geluidsreductiebedrijf. Bij zo’n bedrijf gaat hij binnenkort stagelopen. Hij verheugt zich nu al op het herontwerpen en testen van brand- en geluidswerende deuren: ‘Testen doen is geweldig. Ik doe graag onderzoek.’ Of het goed betaalt? Dat boeit hem niet: ‘Het gaat erom dat ik me vermaak, dat is belangrijker dan geld.’ B

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|5


Topklassen

> B EATRIXSCHOOL: HOOG TEMPO, VEEL VERANDERINGEN

Z‘We ZZZ Z Z Z Z Zecht Z Z Zeen ZZZZZ hadden ZZZZZZZZZZZZZZZZZ Zspiegel Z Z Z Z Znodig’ ZZZZZZZZZZZ

tekst Marijke Nijboer

Verandering hangt in de lucht op de Beatrixschool in Pendrecht, Topklassenschool sinds vorig schooljaar. Er zijn zoveel vernieuwingen doorgevoerd dat het een uitdaging werd om de juiste focus te behouden.

6|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

D

e Beatrixschool breidde de leertijd uit met drie uur per week, er zijn huiswerkklassen en groepen nul gestart en tijdens verschillende schoolvakanties biedt de school een vakantieschool aan. Daarnaast hangen er nu in alle lokalen digiborden en zijn voor veel vakken nieuwe methodes aangeschaft. Ook startte de school met Nieuwsbegrip. ‘Dat we zo in ontwikkeling zijn was ook een aanleiding om ons aan te melden voor Top-


T www.onderwijsbeleid010.nl/topklassen O Op de Beatrixschool wordt steeds de link gelegd met de kernwaarden foto Jan van der Meijde

klassen,’ vertelt directeur Mirjam Mels. ‘We hadden echt een spiegel nodig, en moesten leren om focus te houden.’ Mirjam werd als directeur aangesteld in februari 2012 en kwam eind dat jaar fulltime op de Beatrixschool werken. ‘We waren niet zwak, maar de prestaties moesten omhoog.’ Het leerlingenaantal daalde. Dat had te maken met de sloop van veel flats in de wijk. Nu de vervangende eengezinswoningen langzamerhand zijn betrokken, wordt de wijk gemengder. Dat effect zie je langzaamaan ook op de school. Mirjam: ‘Wij hadden tegelijkertijd de indruk dat we onze goede naam aan het verliezen waren. We moesten dus in hoog tempo aan de slag.’ De directeur belegde direct na haar komst een teamvergadering waar ze de schoolresultaten presenteerde. Bovenbouwcoördinator Theo Bosgieter, die sinds vijftien jaar op de Beatrixschool werkt: ‘Elke leerkracht kende alleen z’n eigen stukje. Het overzicht kwam hard aan.’

‘ We waren niet zwak, maar de prestaties moesten omhoog’

Speerpunten

Stijgende lijn

Iedereen kreeg nascholing en er kwamen klassenconsultaties. In hoog tempo werd opbrengstgericht werken ingevoerd. Men ging werken volgens het directe instructiemodel, waarin wordt uitgegaan van de verschillende leervermogens van kinderen. Speerpunten werden het verbeteren van de woordenschat, begrijpend lezen en rekenen. Het team ontwikkelde een visie en formuleerde kernwaarden: betrokken, eigentijds en ambitieus. Theo: ‘Sinds ik hier werk is er zelden gesproken over een visie. Ik denk dat iedereen vanuit z’n eigen ideeën werkte.’ Mirjam: ‘Het team was heel erg toe aan vernieuwing.’ Dat uit zich onder andere in een grote extra inzet. De vakantieschool, voor groep 5 tot en met 8, wordt bijvoorbeeld helemaal gerund door eigen personeel. Men wordt betaald voor dit overwerk, maar komt toch maar mooi opdraven in de herfstvakantie, voorjaarsvakantie en meivakantie. Ruim de helft van de leerlingen krijgt dan ’s morgens twee uur les in de basisvakken en sport of een creatief vak. Ook de huiswerkklas wordt door eigen leerkrachten verzorgd. CPS begeleidt de school bij de ouderbetrokkenheid. Een eyeopener was de bewustwordingsdag voor ouders en team. Mirjam: ‘Het bleek dat we behoorlijk hoogdrempelig waren voor ouders. We zochten te weinig contact en gingen er soms te snel vanuit dat zij geen interesse hadden.’ Theo: ‘De opkomst was laag op de kijkdagen, waarbij ouders de schriften konden inzien. Ouders wilden liever weten wat we <CURSIEF doen> met kinderen. Nu nodigen we hen af en toe uit voor een openbare taal- of rekenles in de groep van hun kind.’ Vroeger zagen leerkrachten de ouders pas in november op de rapportavond. Nu is er aan het begin van het schooljaar een kennismakingsgesprek.

De school zet toetsscores in voor verbeteringen. Uit de Entreetoets in groep 7 bleek bijvoorbeeld dat de studievaardigheden niet sterk zijn. Daar wordt nu op ingezet. De resultaten, ook op andere vlakken, vertonen een stijgende lijn. Mirjam: ‘Ik denk dat we dit schooljaar met de Citoscore uitkomen boven de inspectienormen en boven het landelijk gemiddelde van onze schoolgroep.’ Het team heeft de verbeteringen heel goed opgepakt, vindt Theo. ‘Maar de vraag is: hoe houd je dat vast?’ Daar kan het Topklassenteam een rol bij spelen. Mirjam: ‘Soms waren we de focus even kwijt. Zij hebben de juiste vragen gesteld, en ons gestimuleerd om prioriteiten te stellen. We leggen nu altijd een link met de kernwaarden. Tijdens zo’n Topklassengesprek ga je er even boven hangen. Dan zie je ook dat er al veel gebeurt.’ Tijdens de intervisiegesprekken met een collega-school, in het kader van Topklassen, helpen beide scholen elkaar verder. ‘Onze partnerschool wil graag advies over hoe je genoeg aandacht kunt geven aan zorgleerlingen. En onze vraag is hoe je ervoor zorgt dat de opbrengsten goed blijven, zonder dat je onderweg collega’s verliest door de hoge werkdruk.’ Theo: ‘Tijdens zo’n gesprek merk je dat je eigen school het heel aardig doet. Dat is ook wel eens prettig.’ en?’ Z

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|7


Estafette

> KLEUTERS WILLEN UITGEDAAGD WORDEN

ggggggggggggg ‘ De Citoscore zegt g gg ggggg g gook g giet g tekst Marijke Nijboer

Waar loop jij tegenaan bij jouw werk en welke vraag zou je willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Ryanne van Gool, directeur van de Eloutschool, haar vraag aan Else-Marike Visser, leerkracht groep 1-2 op de Bergse Zonnebloem: ‘Zegt de Citoscore vooral iets over jou, of over je leerlingen?

D

h Ryanne van Gool: ’Als het goed is bevestigen toetsen wat jijzelf de afgelopen periode hebt gezien.’

e Eloutschool werkt hard aan de eigen onderwijskwaliteit. ‘Ik merk dat wij daardoor ook naar onszelf gaan kijken,’ zegt directeur Ryanne van Gool. ‘Ik ben benieuwd hoe andere scholen aankijken tegen de invloed van de leerkracht op de leerprestaties.’ We belanden op Daltonschool de Bergse Zonnebloem bij Else-Marike Visser, die onlangs is verkozen tot Rotterdamse leerkracht van het jaar. Ze werd voorgedragen door de ouders van haar klas, die schrijven dat hun kinderen zich gezien voelen en goed leren doordat hun juf kundig inspeelt op hun behoeften. Else-Marike: ‘Ik vind dat de Citoscore iets zegt over jou èn je leerlingen. Kinderen hebben hun aanleg en IQ, maar jij kunt hen ontzettend stimuleren. Wij hebben hoge verwachtingen van onze leerlingen en bieden een rijke leeromgeving. We merken dat je met die combinatie meer voor elkaar krijgt.’ Zij werkte een aantal jaren in het speciaal onderwijs. Toen ze daarna terugkwam naar een reguliere school, constateerde ze dat de lat inmiddels een stuk hoger was gelegd voor kleuters. ‘Vroeger leerde je ze tellen van 1 tot 10, nu werken we aan getalbegrip en de getalsymbolen tot en met 20 en hangt er een getallenlijn van 1 tot 100 in de klas. Ik dacht eerst: laat ze toch kleuter zijn. Maar ik merk dat de kinderen door dit soort aanbod alleen maar leergieriger worden.’

In deze aflevering van estafette wisselen een directeur en een leerkracht uit het basisonderwijs Hun ervaringen uit. voor de KOMENDE aflevering geven zij het stokje – MET brandende vraag – door aan een volgende collega.

8|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

Feestje Volgens Else-Marike maakt het uit hoe je nieuwe stof aanbiedt. ‘Ik zeg: we gaan nu iets doen wat heel moeilijk is, maar jullie zijn zó slim dat het volgens mij best kan. Dan zitten ze op het puntje van hun stoel.’ Je moet kleuters niet onderschatten, vindt zij. ‘Elke dag de dagen


gggggggggggg jou gts gover ggg g ’g g g g g g

van de week oefenen: dat is zo’n 200 keer per jaar! Dat stimuleert toch niet? Je moet hen uitdagen met nieuwe dingen. Als je die brengt alsof het een feestje wordt, gaan ze heel enthousiast aan de slag.’ Haar kleuters werken aan voorbereidend rekenen en beginnende geletterdheid. ‘Maar op een speelse manier. En ze liggen ook veel op een kleedje te bouwen en te spelen.’ Ryanne beaamt: ‘Ik denk ook dat het echt uitmaakt dat jij weet waar het om draait, dat je aansluit bij de kinderen en hen meeneemt in de doelen van je lessen. Volgens mij kan je de klas zo op een hoger niveau brengen.’ Else-Marike: ‘Bij kleuters is het de kunst om van iedere situatie een leersituatie te maken. We zijn bezig met de vormen. Als we dan naar de gym lopen, roep ik: deze tegels, zijn dat vierkanten of rechthoeken?’

Opgewerkt De Bergse Zonnebloem heeft zich opgewerkt van een zwakke naar een goed presterende, groeiende school. Er worden coöperatieve werkvormen ingezet en alle klassen, ook de kleuters, werken in drie niveaugroepen. De leerkrachten doen veel aan collegiale consultatie. Toetsen kan ook bij de jongsten heel nuttig zijn, vindt ElseMarike. ‘Het is goed om te kijken welke doelen de kinderen al beheersen. Maar we houden de ontwikkeling van de kinderen ook bij door middel van observatie. De uitslag van de toetsen is geen richtlijn voor ons onderwijs, maar kan eventueel wel bijdragen aan verbeteringen.’ Wat als de klas opvallend slecht presteert op een Citotoets? Else-Marike: ‘Dan ga ik wel nadenken. Zoiets moet je jezelf zeker aantrekken. Ik houd in mijn achterhoofd dat een toets een momentopname is. Door de toetsen kijk je kritisch naar je eigen manier van lesgeven en check je of je alles voldoende hebt aangeboden.’ Ryanne: ‘Als het goed is bevestigen toetsen wat jijzelf de afgelopen periode hebt gezien. En als er toch een verrassende uitslag uitkomt, kun je daarop inzetten. Over de samenstelling van toetsen wordt volgens mij goed nagedacht; die geven doorgaans een goed beeld van de situatie in je klas. Ik vind het heel mooi wanneer de leerkracht zo’n uitslag op zichzelf betrekt en denkt: wat kan ik hieruit leren?’ g

h Else-Marike Visser: ‘‘Bij kleuters is het de kunst om van iedere situatie een leersituatie te maken.’ foto’s Jan van der Meijde

De Brandende Vraag

Else-Marike’s vraag aan een collega luidt: ‘Krijg jij passend onderwijs al voor elkaar?’

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|9


Mijn vak

> MARGO DE POEL, ERASMIAANS GYMNASIUM

‘ Er zit wel een juf

UUUUUUUUUUUUUUUU U U U U U U U U U UU U U U U U UUUUUUUUUUUUUUUU

10 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14


in mij’

UUUUUUUU U UUUUUUU UUUUUUUU tekst Anne-Marie Plasschaert

‘Alles valt nu op z’n plaats: ik houd van taal, van organiseren, aansturen en van communicatie’, zegt Margo de Poel, sinds ruim een jaar werkzaam in het onderwijs. Na zo’n twintig jaar verruilde zij het werk achter de schermen van glitter en drama voor het ogenschijnlijk minder tot de verbeelding sprekende beroep van docent Nederlands.’

H

alverwege de jaren tachtig begint Margo de Poel (48) met de talige universitaire opleiding Kunst en Kunstbeleid. Als zij in 1990 is afgestudeerd stelt die opleiding haar eerst in staat om gedurende twintig jaar leiding te geven aan kleine theatergezelschappen en te werken in theaters, om vervolgens in één jaar haar tweedegraads bevoegdheid Nederlands te halen. Sinds oktober 2012 werkt zij als docent Nederlands bij het Erasmiaans Gymnasium. Het eerste half jaar is zij stagiaire, nu valt zij in voor een langdurig zieke collega. ‘Nederlands vond ik van jongs af aan een leuk vak; als kind speelde ik bibliotheekje en later was ik altijd bezig met verhaaltjes schrijven’, vertelt Margo. ‘Taal is zo fascinerend omdat het ons onderscheidt van dieren. Het is een middel om te communiceren. Het vak Nederlands zie ik dan ook als iets om de wereld te begrijpen. Ik wil dat mensen kunnen lezen en luisteren omdat zij zichzelf dan kunnen informeren, de connotatie, annotatie, emoties begrijpen. Ik wil dat mensen kunnen spreken en schrijven zodat zij zichzelf kunnen uitdrukken in hun vakgebied en in hun communicatie

met andere mensen. Voor mij is het vak Nederlands dus meer dan literatuur en gedichten lezen. Daar hoort ook grammatica bij. Tijdens mijn opleiding vorig jaar heb ik met een medestudent een cursus dramatische grammatica ontwikkeld. Je maakt de grammatica beeldend; we kijken naar woorden als betekenisdragers: je hebt iets of iemand in een zin en die doet wat, dat iets of iemand is dan het onderwerp in die zin’, zegt Margo enthousiast.

Dramaturg Hoewel in eerste instantie wat terughoudend om zich als net beginnende docent uit te spreken over het vak, neemt de bevlogenheid de overhand wanneer Margo over haar nieuwe werk praat. ‘Ik heb meer het idee dat het vak mij heeft gekozen, dan omgekeerd. Maar alles valt nu wel op z’n plaats: ik houd van taal, van organiseren, aansturen en van communicatie. Onderwijs is zo intensief. Het kost veel energie, maar je krijgt er superveel voor terug. Vanmorgen nog: er kwam een jongen in de klas en ik zag meteen: die is heel boos. Tussendoor ben ik naar hem toe gegaan – “Ga maar even op de gang om bij te komen” – dat hoefde niet, maar hij weet dat het is opgemerkt en dat is belangrijk. De leerlingen begeleiden – zowel op leergebied als op persoonlijk vlak, ze vertrouwen en hun vertrouwen krijgen, dat vind ik heel mooi.’ Ook in het theaterwerk is Margo eigenlijk altijd met taal bezig geweest. ‘Vooral de laatste twaalf jaar toen ik bij het RO theater werkte,

>>

O Margo de Poel: ‘Voor mij is het vak Nederlands meer dan literatuur en gedichten lezen.’ foto’s Jan van der Meijde

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 11


T Margo de Poel Erasmiaans Gymnasium 010 436 00 45

>> eerst bij de publiciteitsafdeling en daarna als inhoudelijk assistent bij de artistieke afdeling. Dat waren vooral werkzaamheden van een dramaturg: veel research, veel schrijven en buitenlandse contacten. Dat werk heeft mij altijd het meeste getrokken – ik heb toen ik ging studeren zelfs overwogen om dramaturg te worden, maar daar is echt geen werk in te vinden.’

‘Je wilt zeker wel een rondleiding?’ vraagt Margo de Poel als wij de trap van het oude gebouw van het Erasmiaans Gymnasium beklimmen en op een lange betegelde gang uitkomen. De muren zijn er getooid met wijsheden in het Latijn. ‘Dit is een bijzondere school, de geschiedenis zit hier in de bakstenen’, vervolgt Margo. Het Erasmiaans heeft zijn oorsprong in het begin van de veertiende eeuw. ‘Ik stapte hier de eerste keer binnen en snoof die sfeer meteen op, hier zijn mensen die van studeren houden, die willen presteren, hier zijn stoffige bibliotheken om te onderzoeken. Voor mij is dit thuiskomen; ik herkende het van mijn eigen gymnasiumtijd, ook al was die in Groningen. Hier mag je excelleren en maakt het niet uit hoe de buitenwereld tegen je aan kijkt. Deze omgeving maakt de ambitie in mij los om te zorgen dat ik bij blijf.’

Dansen Wanneer er een nieuwe regisseur bij het RO theater aan het werk gaat, besluit Margo te vertrekken. Ze denkt uitgebreid na over het vervolg van haar carrière en praat met vrienden over haar toekomst. Als zij met een vriend in gesprek raakt over zijn werk als docent bij het Goethe Instituut en hij opmerkt: “Volgens mij zit er nog wel wat juf in jou!” valt bij Margo het kwartje.

12 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

Nu heeft zij haar handen vol aan de lessen. Toch houdt ze nog vast aan het beeld waarin zij theater en onderwijs weet te combineren. ‘Ik zie mijzelf dan drie dagen per week voor de klas en twee dagen werken voor theater, bijvoorbeeld fondsenwerving. Dat heb ik van de zomer ook gedaan voor de nieuwste voorstelling van theatergroep Hotel Modern.’ Of deze

wens ooit bewaarheid wordt, zal de toekomst leren. Vooralsnog zegt Margo: ‘Maar alleen het onderwijs en op deze school, dat is nu meer dan voldoende. Ik kom steeds verder met de leerlingen. Het leukste vind ik dat het mij nu lukt om de hele groep mee te krijgen in een bepaalde gedachtenlijn. Ik noem dat dansen.’ u


NEEM

EEN

GRAT

IS

PROE FLICE NTIE www.si lopscho ol.nl

N IE U W !

SIL OP SCHOOL: Sil op school: een compleet en altijd actueel programma voor alle kleutergroepen.

Altijd actueel De thema’s van Sil op school zijn altijd actueel en worden aangeboden via de website. Bij ieder thema zijn er activiteiten, handleidingen, voorleesverhalen, woordkaarten en meer. Bij uw licentie hoort een poppenset met de echte pop Sil, het vriendje van uw leerlingen.

SIL OP SCHOOL IN HET KORT: • Thema’s aan de hand van een actueel (kleuter) onderwerp • Goed voor 40 weken onderwijs • Inzetbaar als volwaardig VVE-programma • Werken aan SLO-doelen voor taal, woordenschat, rekenen, motoriek en sociaalemotionele ontwikkeling • Bij ieder thema suggesties voor opbrengstgericht werken

Sil Alle materialen van Sil op sch ool worden digitaal aangebode n.

www.silopschool.nl Adv Sil op SchoolV3 ROM 12-2013 190x270.indd 1

17-12-13 13:53 01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 13


Ouders mbo

> OUDERBETROKKENHEID IN MBO

C C C C C CAlbeda C C C CCollege CCCCCC Studenten CCCCCCCCCCCCCCCC demonstreren wat C C C C C C Couders CCCC CCCCC zeCleren C CCCCCCCCCCCCCC tekst Ineke Westbroek

Ouders zetten tijdens de ouderavonden een stelling in elkaar en metselen een muurtje. Bij de opleidingen Bouwen & Wonen van het Albeda College organiseren eerstejaarsstudenten samen met docenten ouderbijeenkomsten, waarbij ouders een indruk krijgen van de lespraktijk van hun kinderen. Het is één van de manieren waarop de school streeft naar vergroting van ouderbetrokkenheid.

14 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

I

n groepjes, onder leiding van een student van de schildersopleiding, trekken ouders een lijn, die een te schilderen wand markeert. Een ander oudergroepje doet een quiz over veiligheid in de bouw, gepresenteerd door een student. ‘Mijn ouders vonden het grappig en interessant’, vertelt student Juul Meijer over de eerste ouderbijeenkomst in oktober. ‘Ze zijn nog meer betrokken geraakt bij mijn opleiding. We praten er vaak over.’ Juul gelooft dat zijn prestaties sindsdien al zijn verbeterd. ‘Maar’, nuanceert hij, ‘die waren al goed.’ En dat is waar de schoolleiding van de oplei-


O Yvonne Verhulsdonk: ‘Ouders zijn meer betrokken, bellen en mailen vaker.’ foto Petja Buitendijk

voeging van een aantal locaties, waardoor de samenhang binnen het schoolteam verdween. De afstand tussen school en ouders was te groot. Er wordt wel gezegd dat studenten aan vervolgopleidingen voor zichzelf moeten zorgen, maar dat gaat niet op voor het mbo, zeker niet in het eerste jaar. Die studenten zijn 16, 17, hooguit 18 jaar.’

Contract

ding Bouwen & Wonen naar streeft. Ondersteund door het gemeentelijke programma Beter Presteren werkt de school hieraan, vanuit de gedachte dat leerlingen beter hun best doen als zij in hun schoolloopbaan door hun ouders worden gestimuleerd. ‘Ouderbetrokkenheid is onderdeel van de kwaliteitsslag die wij moeten maken nadat de onderwijsinspectie onze opleiding Bouwkunde vorig jaar als zwak beoordeelde’, vertelt onderwijsleider Bouwen & Wonen Yvonne Verhulsdonk. ‘Het aantal uitvallers was te groot in verhouding tot het aantal geslaagden. Dit hing samen met de samen-

Sinds dit schooljaar worden ouders tijdens de intake uitgenodigd samen met hun zoon of dochter een contract te ondertekenen, waarbij zij zich bereid verklaren hun kind te ondersteunen in de schoolcarrière. Zij zeggen toe de vorderingen te volgen, onderhouden contact met docenten en bezoeken ouderavonden. De ouders krijgen een informatiekaart met basisgegevens over de opleiding, het lesrooster en de schoolregels. Om ouders nauwer bij de opleiding te betrekken zijn er ouderavonden, georganiseerd door studenten en docenten, waarop studenten in de vorm van presentaties, demonstraties en workshops vertellen wat zij leren. Studenten zijn verplicht een ouder of verzorger mee te brengen. ‘Een groot aantal ouders gaf hieraan gehoor’, vertelt Verhulsdonk, ‘op de locatie van de schilders- en bouwkundeopleiding was de opkomst bijna honderd procent. Bij de timmeropleiding was de opkomst iets lager, maar er waren toch nog een stuk of vijftig ouders. In eerste instantie hadden collega’s er niet zo’n vertrouwen in dat er ouders zouden komen. Dat was al zo vaak geprobeerd.

Men vreesde ook dat studenten niets konden vertellen, of verkeerde informatie zouden geven, omdat ze nog maar zo kort op school zaten.’ De bezorgdheid was ongegrond, bleek uit de opkomst en het verloop van de avond. Verhulsdonk: ‘Docenten van alle drie de locaties vonden het heel leuk. Ze merkten dat de ouders enthousiast waren en dat de opkomst beter was dan voorgaande jaren, toen de avonden werden georganiseerd in de traditionele vorm, waarbij ouders mondelinge informatie aanhoorden. ’

Ouderraad De oudercontacten zijn verbeterd, constateert Verhulsdonk, die voor komend jaar een tafeltjesavond plant met tienminutengesprekken met ouders en studenten samen: ‘Ouders weten nu wat hun kinderen hier leren. Ze zijn meer betrokken, bellen en mailen vaker. Twintig ouders hebben zich opgegeven voor de ouderraad.’ Eén van hen is René van der Hoek, die het belangrijk vindt dat zijn zoon Sebastiaan zich tijdens zijn opleiding gestimuleerd voelt door het thuisfront: ‘Zo’n soort ouderbijeenkomst draagt hieraan bij. Deze vorm geeft een goed beeld wat hun kinderen leren, zodat zij er met hen over kunnen praten. Het motiveert als ouders dicht bij het vuur zitten. Ik begrijp nu wat er op die school gebeurt. Je ontdekt dat studenten serieus worden genomen en zelfstandig aan opdrachten werken. De opzet van de bijeenkomst laat dit duidelijk zien.’ C

In het kader van Beter Presteren vindt op 30 januari een werkbijeenkomst plaats over ouderbetrokkenheid in het mbo. Informatie en aanmelden via http://10minutengesprekken.nl/mbowerkconferentie.html.

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 15


De Deklas klasvan van

SHADAY (12) – Groep 8:

‘Ik vind zo’n groep met zeven en acht bij elkaar leuk. Ik luister wel eens naar de lessen van groep zeven en daar leer ik van.’

DE KLAS VAN CHANTAL PANSIER EN HERMAN LUYCKX – LEERKRACHTEN GROEP 7/8 -BASISSCHOOL DE TUIMELAAR, HOOGVLIET

‘ D IEP IN ONS HART ZOUDEN WE TOCH LIEVER ZIEN DAT ELKE GROEP EEN EIGEN LEERKRACHT HAD.’ tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde ‘We doen deze groep samen. In principe staat Chantal maandag, dinsdag en vrijdag voor de klas en Herman op woensdag en donderdag, maar in de praktijk staan we in ieder geval op dinsdag samen voor de klas en liefst nog vaker. We merken namelijk dat het combineren van een duobaan met een combinatiegroep veel overleg vraagt. Bovendien is het gewoon fijn om extra handen in de klas te hebben. De ene groep op drie niveaus instructie geven en de andere groep aan het werk houden is geen eenvoudige opdracht. In zo’n geval is het prettig als je collega even de andere groep kan begeleiden. Gelukkig hebben we een gezellige en gezeglijke groep. Zo’n combinatiegroep kent wel wat meer onrust dan een reguliere groep, maar we hebben niet de indruk dat het werk eronder leidt. De leerlingen vinden het gezellig en prettig dat ze soms even mee kunnen doen met de andere groep. Toch hebben wij wel het gevoel dat we de leerlingen constant tekort doen. Het kan organisatorisch niet anders en de combinatie van zeven en acht heeft een gezellige groep opgeleverd, maar diep in ons hart zouden we toch liever zien dat elke groep een eigen leerkracht had.’ 16 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14


DEAN (11) – Groep 7:

‘Het is echt gezellig in de klas. Wel is het lastig als de ene groep instructie krijgt en de andere groep moet werken. Dan is het wel eens wat onrustig. Toch heb ik er minder last van dan op mijn vorige school. Daar kon ik echt niet werken.’

LINDA (10) – Groep 8:

‘Ik vind het gezellig om met twee groepen bij elkaar te zitten. In een kleine groep is het zo stil en saai en met een extra groep erbij heb ik ook meer nieuwe vrienden.’

ARIN (10) – Groep 7:

‘Ik vind het fijn dat we samen met groep acht in een klas zitten en ook wel makkelijk. Soms kijk ik mee als de juf of de meester met groep acht bezig is. Daar kan ik van leren.’

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 17


Niet voor slimmeriken In het mbo zijn de “Koes” begonnen. Zo praat de directie erover, de examencommissie, de decentrale examencommissie, de docenten taal en rekenen, iedereen behalve ik en mijn examenstudenten. Ik ben een nieuwkomer in het geheel en ben dus blij dat er via de beamer groot COE op het scherm wordt geprojecteerd. En omdat deze bijeenkomst gaat over examens, ben ik bijtijds in staat om de afkorting zelf in te vullen tot centraal ontwikkelde examens. De hele procedure komt langs: wie waarvoor verantwoordelijk is, welke onderdelen als instellingsexamen en in het beroepsexamen mogen worden getoetst en de beroepsprocedure. Ik luister en denk aan het proef-leesexamen dat mijn studenten de dag ervoor hebben gedaan. Dat was geen succes, terwijl de derdejaars studenten redactioneel medewerker elke lastige tekst doorgronden en goed weten samen te vatten. Ze zijn een kei in het onderscheiden van hoofd- en bijzaken, kunnen argumenteren, herkennen argumenten (en drogredenen) van anderen, en schrijven is hun vak. Kortom: het examen Nederlands zou een makkie moeten zijn. We hebben zelfs al geïnformeerd of ze op niveau 4F examen kunnen doen, maar dat is alleen mogelijk in het hbo. Als hun begeleider heb ik – zoals wel vaker – weer helemaal buiten de schoolse werkelijkheid gerekend. Tijdens het nabespreken van het leesexamen wordt mij duidelijk: hoe slimmer de student, hoe moeilijker het is om binnen de kaders van het examen te blijven.

Anne-Marie Mijn studenten ervaren hetzelfde als waar ik mij mee geconfronteerd zag bij het examen taalassessor, een jaar geleden: niet interpreteren, alleen de opgelegde regels toepassen. Drie jaar geleden startte de opleiding redactioneel medewerker. De groep studenten die nu examen doet is in die drie jaar getraind in kritisch lezen, het analyseren en selecteren van informatie en de informatie interpreteren. Maar dat is niet waarop het centraal ontwikkelde examen is gestoeld. ‘Sorry jongens, doe zoals je hebt geleerd met de examentraining in het voortgezet onderwijs’, geef ik mismoedig aan, ‘dus niet zelf denken.’ Mijn collega’s op het Erasmiaans verwoorden het nog anders als hun leerlingen met de examentraining beginnen: ‘We leren jullie eerst denken en nu gaan we je weer dom maken.’ Blijkbaar is de COE in dit land meer het ‘achterend van een varken’.

Journaliste Anne-Marie Plasschaert is docent journalistieke vaardigheden en communicatie & pr in het mbo.


S succes van: S erious Request actie van Da Costa leerlingen

tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde Leerlingen van groep zeven en acht van de Da Costaschool in de Afrikaanderwijk hebben in december actie gevoerd voor Serious Request 2013. De leerlingen zijn 24 uur op school gebleven en hebben zich daarvoor laten sponsoren. Naast het reguliere programma is er gesport en werd een speciale Da Costa Got Talent wedstrijd georganiseerd. Bij het ter perse gaan van dit nummer was de eindstand van de actie nog onbekend, maar er wordt gerekend op een bedrag van ongeveer tweeduizend euro. Het is acht uur op woensdagmorgen 11 december. In de klassen van meester Bart, juf Karishma en juf Patricia zit een mix van spelende, voor zich uit starende, knikkebollende en zelfs slapende kinderen. ‘Tot een uur of vijf vanmorgen hield iedereen het goed vol’ zegt juf Karishma, ‘maar na een wandeling in de buitenlucht was het voor de meeste kinderen over en uit.’ Emre en Salma uit de klas van juf Karishma kwamen op het idee voor de 24 uur lessenmarathon: ‘We zagen bij het Jeugdjournaal dat een andere school op die manier actie had gevoerd voor Serious Request en hebben de juf gevraagd of we ook zoiets mochten organiseren.’ Na overleg met de directie werd besloten de plannen ten uitvoer te brengen. Directeur Pierre van Rikxoort zegt met plezier toestemming te hebben gegeven: ‘We hebben niet lang geaarzeld. Het kwam bij de leerlingen zelf vandaan, de leerkrachten wilden eraan meewerken en alle ouders stemden ermee in.’ Pierre is trots dat ‘zijn’ leerlingen zo betrokken zijn bij een onderwerp als kindersterfte, het thema van Serious Request 2013: ‘Het laat zien dat onderwijs meer is dan kennisoverdracht alleen. Leren samenwerken voor een goed doel is net zo waardevol.’ Leerling Ro knikt instemmend: ‘Het was leuk om zó lang met z’n allen op school te blijven.’ S

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 19


Kinderbrein

R Korry Louwes(rechts): ‘Het is mooi te zien hoe je wetenschap direct toepasbaar kan maken in de klas.’ foto Petja Buitendijk

> B REINSLEUTELS

UUUUUUUUUUUUUUU brein UToegang U U U U Utot U Uhet UUU UUUU Uvan U Uleerlingen UUUUUUUUUUUU UUUUUUUUUUUUUUU tekst Renate Mamber

Kennis uit de moderne neuropsychologie vertalen naar de dagelijkse onderwijspraktijk. Dat deden onderzoekers van De CED-Groep. Het resultaat is Breinsleutels: handvatten die elke leerkracht kan inzetten om het leren bij leerlingen te bevorderen. Met een duidelijke uitleg waarom een aanpak werkt: Wat gebeurt er eigenlijk in het brein van een kind wanneer de leerkracht ‘dit of dat’ doet?

20 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

T

ijdens een conferentie over het onderwerp, eind vorig jaar gehouden, legde hoogleraar Hilde Geurts, Universiteit van Amsterdam, uit welke denkfuncties kinderen inzetten als ze dingen moeten doen die ze niet op de automatische piloot kunnen doen. ‘Stel, je geeft een opdracht aan een kind: Als je naar buiten loopt neem dan dat boek mee, maak je veters vast en vergeet ook je gymspullen niet.’ Ze gaf aan dat veel kinderen de helft van zo’n opdracht al snel vergeten, maar ze vertelde ook welke executieve functies bij de uitvoering ervan om de hoek komen kijken. ‘Het kind in kwestie moet tijdelijk informatie onthouden voor het uitvoeren van een opdracht, gedrag stoppen, gedrag veranderen en gedrag plannen.’


Wat gebeurt er in het brein van een kind wanneer de leerkracht ‘dit of dat’ doet?

Hij staafde zijn verhaal met voorbeelden van leerkrachten die met Breinsleutels hebben gewerkt in een pilot. Filmpjes lieten zien hoe deze leerkrachten, soms in twintig seconden, adequaat een lesdoel kunnen aangeven of feedback kunnen geven.

Toepassen

Toegang Marije Boonstra, onderzoeker bij de CEDGroep, borduurde hierop voort en legde het verband tussen de theorie en de dagelijkse onderwijspraktijk. ‘Leren doe je met je bovenkamer,’ stelde ze. ‘Toegang tot die bovenkamer krijg je via vijf deuren, dit zijn de eerder genoemde executieve functies en het langetermijngeheugen.’ Breinsleutels helpt om deze deuren te openen. Veel uit Breinsleutels zal iedere leerkracht bekend voorkomen: leerdoelen benoemen, voorkennis activeren, herhalen, voorbeelden geven, markeren, clusteren, opdelen, visualiseren, schakelen en feedback geven. ‘Bij een eerste blik hierop, denk je, dat doe ik al’, bevestigde Marije. ‘We hebben ook bewust gekozen niet iets nieuws neer te leg-

gen, maar toe te lichten waarom deze dingen werken.’ Marije’s collega Marald Mens, neuropsycholoog, haakte hierop in. ‘Veel leerkrachten hoor ik zeggen: Dat doe ik toch al, dat lesdoel benoemen. Maar het is maar de vraag of het lesdoel ook een leerdoel wordt voor de meeste leerlingen. Een leerkracht kan zeggen: We gaan nu rekenen en we gaan het hebben over breuken. Maar is dat voldoende om een concreet leerdoel te zijn? Het is ook van belang om het lesdoel in een groter kader te plaatsen. Bijvoorbeeld: In dit blok leren we breuken om te zetten in procenten. En om aan te geven waarom deze les over breuken anders is dan de andere lessen: Vandaag leren we verhaaltjes met breuken uit rekenen in procenten.’

Een aantal leerkrachten kwam tijdens de conferentie zelf aan het woord. ‘Iedereen weet dat je het lesdoel moet benoemen, maar ik kon nooit goed uitleggen waarom’, vertelde intern begeleider Jacqueline Venneman van basisschool De Hoeksteen. ‘Daarom heb ik met de pilot meegedaan. Toen dacht ik: Dit moet iedereen weten.’ ‘Ik had me vooraf wel verdiept in het brein,’ aldus Karin Wijntjes, gymleerkracht bij mytylschool De Brug. ‘Maar hoe ga je dat in de gymles toepassen? Dat was best lastig. In de pilot heb ik daarvoor handvatten gekregen.’ ‘Ik denk niet dat ik radicaal anders ben gaan lesgeven, maar ik pas nu veel bewuster de Breinsleutels toe,’ zei Sandra Martens, leerkracht in Nederhorst den Berg. ‘Daar ga je op focussen. Voorbeelden geven in de les deed ik al, maar ik ben me er nu veel bewuster van dat ik ook voorbeelden gebruik die voor kinderen logisch te volgen zijn. Marald Mens viel hen bij: ‘De Breinsleutels zijn een bril waardoor je kunt kijken naar je eigen lesgeven. Je weet waarom iets belangrijk is en waarom een bepaalde Breinsleutel werkt. Als leerkrachten gewend zijn aan deze ‘breinbril’, dan kunnen ze het ook naar eigen inzicht inzetten.’ U

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 21


Breinsleutels

L!nda

door Ad Oskam

Linda Zwegers is lerares van groep 3 op een Rotterdamse basisschool.

Inspectie Zelfs de eerste schooldag stond al in het teken van dit moment, maar deze weken waren ontzettend druk. Groepsplannen mochten geen taalfoutje of rekenfoutje hebben en voor de vorm werd er nog een kolommetje ingevuld. Evaluaties moesten op dezelfde manier uitgevoerd zijn en o wee als de kleuren niet dezelfde tint hadden als die van de anderen! De avond vooraf wilde ik niet weg voor alles klopte. Op de plek waar het mapje lag mocht van mij geen vlokje stof liggen en ik heb de vloer afgespeurd naar gevallen potloden of verloren kraaltjes… Alles in mijn klas moest representatief zijn voor alles wat ik doe en uit de kinderen probeer te halen. En toen was ie daar… Meneer de inspecteur! Na een paar jaar als zwakke school waren we het beu, we hadden zo keihard gewerkt, en het was duidelijk geweest dat niet iedereen het vertrouwen in ons had. We hebben vernieuwingen met beide handen aangepakt. Maar ja, wie weet of je de goede kant uit gaat? We deden vooral wat ons verteld werd, erop vertrouwend dat dit de juiste manier is. Niemand wist welke lokalen ons inspecteurtje in wilde en wie hij wilde zien. Ik was zelf nog niet de pineut geweest dus rekende ik er sterk op dat dat deze keer zeker het geval zou zijn. Iedereen liep op zijn tenen en was wat lichtgeraakt, gespannen en waakzaam. Geen minuut afwijken van je rooster, hopen dat de kinderen zich gedragen en in de gaten houden waar meneertje inspecteur was of heen ging… De meesten werken normaal behoorlijk door in de pauze maar dit keer was toch bijna iedereen aanwezig in de lerarenkamer… in het kamertje ernaast de directeur met de inspecteur in gesprek… wat een kwelling! Maar rond 14.00 ging er een snelle tamtam door de school: We zijn weer groen! Wat een opluchting, wat een beloning! Het harde werk waar we nog lang niet klaar mee zijn was niet voor niets! Aan het eind van de dag in datzelfde kamertje een hele hoop blije gezichten, met champagne toasten op een succes! Linda Zwegers

Volg het ROM op Twitter @RdamsOndMag en sluit je aan via LinkedIn ‘rotterdamsonderwijsmagazine’.

22 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14


WAT OOK NOG GEBEURDE‌

Mobieltjes zijn een geliefd object voor dieven. Vooral kinderen en jongeren zijn daarbij het slachtoffer. Op De Groene Palm gaven politieagenten voorlichting aan de leerlingen van groepen 7 en 8 over hoe met mobieltjes om te gaan en hoe je kunt voorkomen dat iemand je toestel wil afpakken.

foto’s Petja Buitendijk

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 23


Kinderrechten

>VALENTIJNSCHOOL MAAKT KINDERRECHTENFILM

ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ Z‘ W Z ZeZzijn Z Z Zniet Z Z Zvoor Z Z Z Zniets ZZZZZZZZZ Zeen ZZZZ ZZZZZZ ZZZZZZZZZZZZ Lekker Fitschool’ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ tekst Ronald Buitelaar

Een directeur die de leraren van zijn school opdraagt om de leerlingen te belonen met snoep en een schoolarts die de directeur daarover ter verantwoording roept. Dat is in het kort de inhoud van de film ‘Zoet’ die leerlingen van de Valentijnschool maakten over het recht op gezondheid voor het Unicef Kinderrechten Filmfestival. Winnen deden ze niet, maar hun enthousiasme heeft er niet onder geleden: ‘Het was hartstikke leuk om mee te doen.’

24 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

I

n november vond de Rotterdamse première plaats van het Unicef Kinderrechten Filmfestival, een filmproject voor groepen 6, 7 of 8, waarbij kinderen spelenderwijs leren over kerndoelen als burgerschap, mediawijsheid, sociale vaardigheden èn kinderrechten. Een van de deelnemende Rotterdamse scholen was de Valentijnschool uit Delfshaven. Handvaardigheidsleerkracht Sandra Wouters en dansleerkracht Guendoline Hagenstein leggen uit hoe groep 6a en 6b bij het project betrokken raakten: ‘De SKVR heeft het project bij onze school geïntroduceerd en wij hebben het geïntegreerd in het bestaande 6+ aanbod voor de leerlingen. Deze extra activiteiten bestonden in die periode uit


O De schooltandarts slaat achterover van het tandbederf onder de leerlingen. foto Petja Buitendijk

‘ Ik geloof dat ik wel honderd keer ‘sorry, het spijt me’ heb gezegd’

yoga, dans, drama, fotografie en handvaardigheid. De kinderen konden zelf kiezen wat ze het liefst deden. Sommigen wilden graag acteren, anderen het decor maken en weer anderen zijn aan de slag gegaan met fotografie.’

Druk en ongezeglijk Damian (10) en Dilara (9) uit 6a en Sanae (10) en Soulaimane (10) uit 6b hebben aan het filmproject meegedaan. Enthousiast vertellen ze over hun bijdragen. Sanae: ‘We mochten allemaal een verhaal schrijven over een van de kinderrechten en dat van mij is het filmverhaal geworden.’ Dilara: ‘We hebben voor gezondheid gekozen omdat het een

belangrijk en toch leuk onderwerp is en mooi bij onze school past. We zijn niet voor niets een Lekker Fitschool en vinden het belangrijk dat er gezond getrakteerd wordt.’ In het verhaal van Sanae wordt de school geteisterd door drukke en ongezeglijke leerlingen. Om daar een einde aan te maken besluit de directeur zijn team opdracht te geven snoep als beloning uit te delen. De kinderen worden inderdaad gehoorzamer en ijveriger maar als enige tijd later de schooldokter en schooltandarts voor de jaarlijkse controles langskomen, slaan ze steil achterover van de gewichtstoename en het tandbederf bij de kinderen. Als blijkt wat daar de oorzaak van is wordt de directeur ter verantwoording geroepen. De medici hebben een betere remedie voor de onrust: dansen. Leuk en gezond!

Bacteriën Voor de rolverdeling van de film mochten de leerlingen auditie doen bij de dramadocent. Dilara kreeg tot haar grote vreugde de rol van juf: ‘Dat was leuk want ik mocht snoep uitdelen en zat in bijna elk stukje van de film.’ Soulaimane speelde de directeur. Hij kijkt

Het Unicef Kinderrechten Filmfestival is een groots opgezet project waarbij basisscholen op eigen wijze een kinderrecht verfilmen. Het bestrijkt het schooljaar 2013 – 2014 en premières van de films vinden door het hele land plaats. Uit Rotterdam deden zeven scholen met een of meer groepen mee: Blijvliet, Oscar Romero, Regenboog PC, Blijberg, Valentijn, Stephanus en Vierambacht. Het project wordt in juni 2014 afgesloten met de finale in Utrecht. De film van de Valentijnschool staat op YouTube: www.youtube.com/watch?v=dkKDTtocF8M

met veel plezier terug op zijn bijdrage en dan vooral zijn slotscène: ‘Ik geloof dat ik wel honderd keer ‘sorry, het spijt me’ heb gezegd.’ Damian was op een andere wijze betrokken bij de film. Hij maakte met andere leerlingen tijdens fotografielessen stop-motion filmpjes zoals die waarbij bacteriën kindergebitjes aanvielen. Dat hun film uiteindelijk niet won vinden de vier jammer maar niet onoverkomelijk. De première in een echte bioscoop, compleet met galakleding en een heuse jury, was al indrukwekkend genoeg. Soulaimane: ‘Het is jammer dat we niet gewonnen hebben, maar het was hartstikke leuk om mee te doen.’ Of ze van het project behalve filmkennis ook iets opgestoken hebben over kinderrechten? Damian en Soulaimane knikken: ‘We hadden er nog nooit van gehoord. Wij hebben ervan geleerd dat je als kind bepaalde rechten hebt en dat je voor die rechten op mag komen.’ Voor Sanae en Dilara was het geen nieuws. Zij kenden het onderwerp al van het Jeugdjournaal. Tijdens een feestelijke afsluiting in de aula van de school is de film nog een keer vertoond, dit keer ook aan ouders, medeleerlingen en teamleden. Guendoline: ‘We sluiten het 6+ aanbod elke dertien weken af met een presentatie en hebben dit keer uiteraard ook uitgebreid en extra feestelijk stilgestaan bij de kinderrechtenfilm die de groepen zes gemaakt hebben.’ z

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 25


Sluitende aanpak

>SCHOLEN GEBRUIKEN SISA NOG ONVOLDOENDE

ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ etZ Zbegint met Z‘ H ZZ ZZZZZZ ZZZZZZZZ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ Zeen Z Z Z Zniet-pluisgevoel’ ZZZZZZZZZZZZZZ

‘ Scholen vatten SISA te zwaar op. Het is een matchinginstrument’ 26 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14


T www.sisa.rotterdam.nl Professionals kunnen met vragen terecht bij infosisa@rotterdam.nl of op 010-4982472.

tekst Marijke Nijboer

Buiten was het koud, maar een jongen kwam in een dun zomerjasje naar school. En onder dat jasje zat geen warme trui. De school hoorde van de moeder dat er structurele geldzorgen waren. Door een signaal af te geven in het signaleringssysteem SISA ontdekte de school dat het gezin al contact had met een opvoedcoach. Deze regelde budgethulp en vulde samen met de moeder de wintergarderobe aan. SISA kan een verschil maken. Vrijwel alle Rotterdamse scholen zijn hierop aangesloten, maar zij gebruiken het systeem nog onvoldoende.

A

ls school merk je vaak aan gedrag en leerprestaties dat een kind niet lekker in z’n vel zit. Soms komt dat door problemen thuis. Een signaal in het digitale signaleringsinstrument SISA maakt duidelijk wie zich zorgen maakt over een leerling. Bij twee of meer signalen ontstaat er een match. Het systeem brengt de partijen met elkaar in contact zodat zij hun aanpak op elkaar kunnen afstemmen. De Vreewijkschool werkt sinds een paar jaar met SISA. Elze Korbijn, intern begeleider (ib’er) en zorgcoördinator: ‘Het begint met een niet-pluisgevoel, of wanneer we signalen krijgen dat het thuis niet goed gaat. Wij vertellen dan aan de ouders dat we zorgen hebben.’ De ib’er geeft een signaal af in SISA wanneer het kind is besproken bij het zorg- en adviesteam of als er zorgen blijven over het gedrag of de thuissituatie.

Gemakkelijk SISA (Stadsregionaal Instrument Sluitende Aanpak) wèrkt, zeggen diverse gebruikers.

Volgens Doreen Oosterman en Jaime Cheung kunnen scholen veel beter gebruik maken van SISA. foto Jan van der Meijde O

Die bovendien benadrukken dat het systeem gemakkelijk is in het gebruik. Toch maakt het onderwijs hier nog onvoldoende gebruik van. In 2012 werden in de Stadsregio Rotterdam 57.409 signalen afgegeven. Daarvan kwamen er slechts 757 van scholen, toch de plek waar kinderen overdag hun meeste tijd doorbrengen. Het aantal meldingen door scholen groeit wel, zij het langzaam. Dit jaar werden er tot 1 oktober bijna evenveel meldingen gedaan als in heel 2012. Vanuit het stadsregionale onderwijsveld doen basisscholen, vo-scholen en mboopleidingen mee. De andere gebruikers bevinden zich onder meer in de wereld van kinderopvang, zorg, welzijn, politie, justitie en werk & inkomen. SISA sluit aan op de landelijke verwijsindex. Als een gezin uit Rotterdam verhuist, zal een signaal vanuit de nieuwe woonplaats matchen met de oude, Rotterdamse signalen. Op basisscholen geeft meestal de ib’er een signaal af, vertelt SISA-relatiebeheerder Jaime Cheung. Veel ib’ers volgden de training tot aandachtsfunctionaris en zorgen dat de school de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling goed naleeft. SISA maakt onderdeel uit van deze meldcode, maar moet hiermee niet worden verward. In SISA worden namelijk ook signalen afgegeven die geen betrekking hebben op huiselijk geweld en kindermishandeling.

Ouders Als er een match is, krijgen de ouders een brief. Op de Vreewijkschool reageren de meeste ouders redelijk, zegt Elze Korbijn. ‘Een enkeling gaat er tegenin. Wij vertellen dan dat we verplicht zijn om een signaal af te geven.’ Veel scholen vinden het echter moeilijk om ouders te vertellen dat ze een signaal gaan afgeven, zegt SISA-procesmanager Doreen Oosterman. ‘Zij vatten SISA te zwaar op. Het is slechts een matchinginstrument. Het komt echt niet meteen tot een melding bij het AMK’ (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling red.). Wat de doorslag zou moeten geven, is dat een melding kan leiden tot een positieve verandering voor een kind. Vanessa Westland, schoolmaatschappelijk werker bij Maatschappelijke Dienstverlening Alexander, merkt dat ouders vaak schrikken van het woord ‘melding’. ‘Dat woord vermijd ik daarom zoveel mogelijk. Ik leg uit dat we met behulp hiervan samen een beter plan kunnen maken. Dat snappen ouders meestal wel en daar hebben ze geen moeite mee.’ Haar ervaring: ‘Vaak spelen er problemen op meerdere fronten. Een kind heeft bijvoorbeeld niet alleen leer- of gedragsproblemen, maar de ouders hebben ook relatieproblemen. Achter huiselijk geweld zitten vaak andere problemen, zoals geldzorgen. We zien ook steeds meer vechtscheidingen.’

Beter beeld Vanessa bepleit dat wanneer de school en de schoolmaatschappelijk werker problemen signaleren, beiden een signaal afgeven. ‘Dan krijg je een beter beeld, want beiden signaleren andere dingen.’ Over SISA: ‘Vaak hoor je van elkaar nieuwe informatie waardoor je beter kunt handelen. Dat is zeker fijn wanneer ouders zelf geen informatie willen geven. Bij ‘multiprobleemgezinnen’ zijn vaak veel verschillende hulpverleners betrokken. Het is goed om te weten wie wat doet. ’ Elze: ‘Als iedereen SISA gebruikt, kunnen er nog veel meer matches ontstaan. SISA moet breed worden gedragen, dan werkt het optimaal.’ z

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 27


Pré-vwo tekst Ronald Buitelaar Potentiële vwo leerlingen in groep acht kennis laten maken met vwo aanbod. Zelfstandige gymnasia in Rotterdam deden het al. Het Einstein Lyceum, een brede scholengemeenschap in Hoogvliet, heeft recent dat voorbeeld gevolgd. ‘Op verzoek van ouders’, zegt directielid Mirjam Berkhout van het Einstein, ‘en om de samenwerking met het Hoogvlietse basisonderwijs verder te versterken.’ Het ROM keek mee bij een groep pré-vwo’ers die elke week naar het Einstein Lyceum gaat.

>PRÉ-VWO KLAS EINSTEIN LYCEUM

UUUUUUUUUUUUUU ‘ IkU kan U U U Uniet U U wachten UUUUUUU Utot UU U U U U Uen U Uscience UUUU wiskunde UUUUUUUUUUUUUU aan de beurt zijn’ UUUUUUUUUUUUUU H

et is vrijdagmorgen. In het lokaal van docent muziek en drama, Carolina Federbusch, staan vijftien leerlingen in een cirkel. Stevige muziek begeleidt de bewegingsoefeningen die de tien meiden en vijf knullen onder leiding van Carolina doen. Als variatie op ‘Ik ga op vakantie en neem mee…’ verzint een van de leerlingen er steeds een beweging bij. De opeenvolgende bewegingen zorgen voor hilariteit en ontspannen gelach. Als de groep weer zit legt Carolina uit welke opdracht er uitgevoerd gaat worden: ‘Ik verdeel jullie in groepjes, geef elke groep kaartjes met steekwoorden en verwacht dat jullie snel een korte scène in elkaar zetten.’ Bij een van de groepjes heeft Marloes het voortouw genomen. Op de kaartjes in haar hand staat: ‘uitpraten’, ‘straat’, ‘volwassenen/ jongeren’ en ‘pesten’. Binnen de kortste keren spreken de vier leerlingen af dat twee leerlingen ruzie zullen krijgen met de derde uit het groepje en dat Anjali als volwassene zal proberen te middelen: ‘Ik loop wel langs de jongeren en vraag wat er aan de hand is.’

28 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

Warmlopen Ook Ray, Illias en Rick hebben hun scène snel voorbereid en wachten op wat komen gaat. Jay zit op basisschool Het Middelpunt en vindt de pré-vwo bijeenkomsten ‘wel leuk’. Dat hij vwo gaat doen staat vast. Alleen waar hij dat gaat doen is nog niet duidelijk: ‘Bijna de hele klas gaat naar Scala (scholengemeenschap in Spijkenisse –red.), maar dat is een flink stuk fietsen. Vandaar dat ik ook hier kom kijken.’ Wat het aanbod betreft vindt Jay de dramalessen ‘wel grappig’, maar is hij meer geïnteresseerd in de les klassieke talen/mythologie die hij eerder die ochtend volgde. Buurman Illias van basisschool ’t Prisma vindt de kennismakingsbezoeken ‘echt heel leuk’: ‘Je ziet nu hoe het eraan toegaat in het voortgezet onderwijs en op het vwo.’ Mythologie en klassieke talen vindt Illias ‘wel interessant’, maar echt warmlopen doet hij voor de bètavakken: ‘Ik kan niet wachten tot wiskunde en science aan de beurt zijn.’ Voor Rick van basisschool Andries van der Vlerk is de kennismaking met het pré-vwo


en het voortgezet onderwijs anders dan hij verwachtte. Hoe anders kan hij niet uitleggen. Wel vindt hij het ‘hartstikke leuk’ en ‘leerzaam’: ‘Je bereidt je op deze manier al een beetje voor op volgend jaar.’

leerling is bij ons van harte welkom, maar we willen met het pré-vwo aanbod laten zien dat het Einstein ook op dit vlak veel te bieden heeft. Vwo leerlingen hoeven Hoogvliet niet uit. Ze kunnen prima bij ons terecht.’

Notendop

Knuffel

Een goede voorbereiding op de overstap naar het voortgezet onderwijs. Dat is in een notendop waarom het Einstein Lyceum dit pré-vwo organiseert, legt directielid Mirjam Berkhout uit: ‘Zowel ouders als basisscholen en voortgezet onderwijs willen graag dat de overdracht van basis- en voortgezet onderwijs zo ‘warm’ mogelijk verloopt en deze kennismaking past daar prima in. Dat de school deze kennismaking alleen organiseert voor potentiële vwo leerlingen moet volgens Mirjam niet gezien worden als een diskwalificatie van vmbo en havo leerlingen: ‘Elke

Tijdens de dramales zijn inmiddels alle scènes gespeeld. In samenspraak met de leerlingen zijn ze door docent Carolina beoordeeld, waarmee een einde is gekomen aan de serie van vier dramalessen. Carolina loopt naar de deur en wenst de vertrekkende leerlingen veel succes in groep acht. Er worden handen geschud. ‘Als ik hier volgend jaar naartoe kom hoop ik wel dat ik drama van u krijg’, zegt een van de leerlingen. Ze geeft Carolina nog een stevige knuffel en loopt achter de andere leerlingen aan naar buiten. U

W In de pré-vwo klas wordt een scène voorbereid. foto Jan van der Meijde

De pré-vwo klas van het Einstein Lyceum telde eind november 2013 vijftien groep acht leerlingen afkomstig van zeven Hoogvlietse basisscholen. De kennismakingsperiode bestaat uit elf vrijdagmorgens met twee lessen per morgen. Het aanbod bestaat uit Latijn, Grieks en mythologie, wiskunde, creatief schrijven, drama, junior science en geschiedenis. De periode wordt afgesloten met een feestelijke excursie.

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 29


Taaloffensief

>STUDENTEN WERKEN AAN TAALONDERSTEUNING

U UUUU U Ude UU UUUU Samen aan slag UUUUUUUUUUUUU voor U U Utaalvaardigheid UUUUUUUUUU tekst Ineke Westbroek

Met de verscherpte exameneisen voor taal is het behalen van een mbo-diploma en daarmee de doorstroming naar hbo en arbeidsmarkt een stuk moeilijker geworden. Ondersteund door de gemeente Rotterdam werken docenten en studenten van hogescholen en roc’s aan een methode om de taalvaardigheid van mbo’ers te verbeteren.

S

tudenten en docenten zijn druk in de weer met schaar, papier en lijmtube. In de Marconizaal in gebouw Europoint 2 bouwen zij in subgroepen aan de presentatie van de ‘dienst’ die zij hebben ontworpen. De dienst moet de doorstroming van mbo naar hbo en arbeidsmarkt helpen versoepelen. In een poppenhuisconstructie verrijzen zilverpapieren wanden. Een kartonnen

30 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14

podium. Een papieren poppetje valt om. ‘Die kan nog niet op eigen benen staan’, grapt iemand. Samen met Muzus, een bureau dat creatieve sessies ontwerpt, werken mensen van verschillende disciplines verder aan de vormgeving van een taalondersteunende dienst. Het is de bedoeling dat de dienst vanaf 2014 als pilot wordt georganiseerd bij mbo-scholen in de sector techniek (niveau 3 en 4). Begin februari wordt hierover besloten door de betrokken mbo- en hbo-instellingen. Aanleiding vormen de aangescherpte exameneisen. Mbo’ers moeten een voldoende voor Nederlands halen om te slagen en door te stromen naar arbeidsmarkt of hbo. Het project wordt uitgevoerd in het kader van het Rotterdamse Taaloffensief. Het is nodig, aldus projectleider Taaloffensief Denise Zending, ‘veel mbo'ers komen tijdens


T www.rotterdam.nl/rotterdamstaallokaal

Samen brainstormen over taalsteun aan mbo-studenten. foto Petja Buitendijk O

hun opleiding in de problemen door hun slechte beheersing van het Nederlands.’

‘Voor wat hoort wat’ De vormgeving van de taalondersteuning komt tot stand op basis van een eerder gehouden inventarisatie van vragen en behoeften van mbo- en hbo-studenten. Uit de inventarisatie kwam naar voren dat de ondersteuningsdienst onder schooltijd moet plaatsvinden en dat er structuur, verantwoordelijkheid en duidelijke opdrachten worden geboden. Andere voorwaarden zijn directe toegankelijkheid, bruikbaarheid op verschillende studieniveaus en acceptatie door de peergroup van de studenten. Studenten moeten de mogelijkheid hebben elkaar zowel online als in het echt te ontmoeten, zodat zij elkaar over en weer diensten kunnen bewijzen volgens het principe ‘voor wat hoort wat’. Al deze voorwaarden leiden tot een scala van

ideeën tijdens de ‘cocreatie’-sessies. Zoals een Marktplaatssetting, waarbij hbo’ers en mbo’ers over en weer online hulp vragen en ondersteuning aanbieden. ‘Een hbo-student kan bijvoorbeeld bij een onderzoeksopdracht behoefte hebben aan mbo’ers die uitvoerende taken kunnen uitvoeren’, licht een deelnemer toe, tijdens de presentatie van de voorstellen aan het eind van de dag, ‘en een mbo-student heeft een concrete taalvraag. Beiden kunnen elkaar helpen.’ Bij alle voorgestelde werkwijzen staat persoonlijk contact voorop. Speeddaten kan een instrument zijn om dit te bevorderen, evenals een uitwisseldag tussen opleidingen, waarbij een hbo-student als taalbuddy aan een mbo-student kan worden gekoppeld.

Taalkroeg Verder werden ideeën gepresenteerd over een digitaal platform dat de taalservice levert

met een mogelijkheid om ad hoc vragen te stellen, en een inspirerende ruimte, bijvoorbeeld een taalkroeg, waar onder het genot van een biertje met spelvormen aan taal wordt gewerkt. ‘Een hele goede manier van brainstormen’, vindt een van de deelnemers, ‘iedereen die meedoet is op zijn of haar eigen terrein een expert. Met al die expertises werken we aan plannen met een betere slagingskans dan een plan dat van bovenaf is opgelegd.’ Denise Zending en Neele Kistemaker (Muzus) zien veel bruikbare ideeën voorbijkomen. ‘Heel geschikt om in een plan te verwerken’, vindt Neele, die vooral enthousiast is over de Marktplaatssetting, de inspirerende ruimte, de manieren om persoonlijk contact te stimuleren en de mogelijkheid om ad hoc vragen te stellen: ‘Daar gaan we zeker mee aan de slag.’ U

WAT OOK NOG GEBEURDE…

Naast sbo Van Heuven Goedhart ligt het hospice Cadenza, voor terminale zorg. De leerlingen van de school brengen regelmatig een bezoek aan de buren om er leuke dingen te doen voor de bewoners. Door het contact leren zij hoe belangrijk het is om van het leven te genieten, ook al is het nog zo zwaar. Omgekeerd dragen zij bij aan de kwaliteit van het leven van de bewoners. Rond de Kerst brachten de groepen 3, 4 en 5 kerstliedjes ten gehore. foto Jan van der Meijde

01 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 31


v Dubbelportret :

tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde

Memduh en Dilan Celtik

Hoe reis je naar school? Dilan: ‘Lopend. De school is vlakbij’. Memduh: ‘Tot vorig jaar liep een van ons mee, maar nu Dilan in groep acht zit neemt zij de andere kinderen mee naar school’. Wat vind je leuk aan school? Dilan: ‘Ik vind het leuk dat het een Lekker Fitschool is, dat we goed voor de Citotoets oefenen, leuke activiteiten doen en grappige juffen hebben.’ Memduh: ‘Ik vind het prettig dat de school zo dichtbij is en dat de kinderen tussen de middag op school blijven. Dat maakt het voor ons makkelijker.’ Wat mis je? Dilan: ‘Ik mis helemaal niets. Ik ben tevreden’. Memduh: ‘Ik vind het jammer dat de gymzaal los van de school staat en dat de kinderen om daar te komen een gevaarlijke oversteek moeten maken.’ Praten jullie thuis over school? Dilan: ‘We praten over wat ik op school gedaan heb, hoe het ging en wat we gaan doen.’ Memduh: ‘Na school mogen de kinderen even televisie kijken, om zes uur kijk ik altijd naar het Turkse nieuws en om zeven uur gaan we naar boven om te lezen en voor te lezen.’ Hoe laat ga je naar bed? Dilan: ‘Ik ga om tien uur/half elf naar bed en ben meestal om zes uur weer wakker.’ Wat zit er je lunchtrommel en wie maakt het (meestal) klaar? Dilan: ‘Altijd brood met kaas, fruit en een pakje drinken. Ik maak het samen met mijn moeder klaar en soms met mijn vader.’ Heb je huiswerk? Dilan: ‘Ja, voor taal, spelling en rekenen. Ik ben er ongeveer een half uur tot een uur per dag mee bezig.’ Heb je hulp nodig bij je huiswerk? Dilan: ‘Meestal niet. Alleen bij rekenen met kloktijden en soms bij de betekenis van Nederlandse woordjes.’ Memduh: ‘We spreken thuis Turks en Nederlands en leggen vaak in de ene taal uit wat in de andere taal problemen oplevert.’ Kun je uit de voeten met de nieuwe media? Dilan: ‘We hebben tablets en m’n werkstukken maak ik op de laptop. Op social media mag ik nog niet van mijn ouders.’ Memduh: ‘Wij maken van alles gebruik, maar de kinderen gebruiken de tablets vooral voor filmpjes en games.’ Hoe stelt Memduh zich op de hoogte van schoolontwikkelingen? Memduh: ‘Via de rapporten, nieuwsbrieven, ouderavonden en als er iets is via een afspraak met een van de juffen. Die zijn altijd bereid tot een gesprek.’ Wat wil Dilan later bereiken? Dilan: ‘Ik wil later banketbakker of fotograaf worden. Misschien dat mijn ouders wat anders willen, maar ik vind het belangrijk dat ik iets doe wat ik zelf leuk vind.’ Memduh: ‘Ik zie haar het liefst advocaat of dokter worden, maar zal haar niet dwingen.’

Memduh (1966) en Dilan (2001) wonen samen met moeder Aysegul en drie andere kinderen (10, 8 en 7) in een eengezinswoning in Schiebroek. De oudste zoon van twintig woont met een aantal medestudenten in de buurwoning. Memduh is voormalig sportleraar. Hij had een eigen (vecht) sportschool maar is afgekeurd en alleen nog hobbymatig actief. Dilan zit in groep acht van de Stephanusschool. Ze heeft jaren geturnd en wil nu graag gaan handballen. Haar hobby’s zijn bakken en fotograferen en ze is dol op Minnie Mouse.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.