07_15 k BBL-traject voor autobusmonteur bij RET k Beroepskeuzeadvies op het Albeda k Ouderbetrokkenheid Lyceum Rotterdam >
- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine
Leren loont: Rotterdams onderwijsbeleid 2015-2018
Onderwijslab010 geeft leraren de ruimte
Alledaags rekenen op Zuid
juli _ nr. 07 _ jaargang 38
van de redactie
agenda
inhoud
Leren loont!
7 september ROTTERDAM
Leren loont!, het nieuwe Rotterdams onderwijsbeleid voor de periode 2015-2018, is geland in de stad. Het is voor de eerste keer in co-creatie tussen gemeente en scholen/instellingen tot stand gekomen en de stad kan er nu mee aan de slag. Daarom sprak het ROM met verschillende betrokkenen binnen het onderwijs en de vve over een aantal van de actielijnen in Leren loont! Animo om het onderwijs te verbeteren is er in Rotterdam ook zonder Leren loont! volop, want dit voorjaar hebben we tweemaal een meetup010 mogen meemaken. Rotterdamse leraren kwamen daar op eigen initiatief bij elkaar om ideeën uit te wisselen en ook leerlingen aan het woord te laten. Op onze website romnieuws.nl vindt u van beide edities een verslag.
www.cedgroep.nl/evendenkendgm
02 agenda
16 september EDE
04 Leren Loont!
En alsof het vooraf zo bedacht is, heeft Rotterdam nu het Onderwijslab010 dat initiatieven voor onderwijsverbeteringen zal gaan ondersteunen met geld en andere middelen. Mooier kan het bijna niet: met Meetup010 een platform om schooloverstijgend initiatieven te ondernemen en met het Onderwijslab de mogelijkheid om die te ondersteunen. Over het Onderwijslab en hoe u zelf een initiatief daarvoor aanmeldt leest u in deze ROM-editie meer. We geven daarbij enkele voorbeelden en over een van die voorbeelden, Alledaags Rekenen op Zuid, leest u een apart artikel. Trouwens, ook de andere artikelen bevatten tal van initiatieven die verdere verspreiding in Rotterdam waardig zijn. Tot slot, de oplettende lezer zal het opvallen dat enkele vaste rubrieken deze keer ontbreken. Geen paniek, volgende keer zijn ze gewoon weer terug.
Symposium Even denken…DGM in de 21e eeuw
Nationale SEN conferentie 2015 www.nationalesenconferentie.no
08 monteur autobustechniek worden
23 september ROTTERDAM
Expo Rotterdam vo
Rotterdams onderwijs 2015-2018
samenwerking RET en Zadkine
12
keuzes maken voor je carrière
het vak van Ferton van Tooren
www.schoolaanzet.nl
16 Onderwijslab010 25 september APELDOORN Conferentie Kind van Nature www.kindvannature.nl 30 september EINDHOVEN
Conferentie Begrijpend lezen
10_ B REDE VORMING OP SCHOOL Meer dan taal en rekenen R
Rotterdam helpt onderwijsinitiatieven op weg
20 column Anne-Marie bel de inspecteur
18_ U ITSTROOMSUCCES LMCPrO Schietbaanstraat maakt er werk van O
20 wat ook nog gebeurde Taaltuin Spangen
www.cedgroep.nl/conferentiebegrijpendlezen 14 oktober ROTTERDAM
Van kwetsbaar naar weerbaar www.romnieuws.nl
21
22 samenwerken, rekenen en ouderbetrokkenheid
Meer voor uw agenda op www.romnieuws.nl/agenda
wat ook nog gebeurde Meetup010 29 mei
Alledaags rekenen op Zuid
24 strip Ad Oskam Rekenspel
28_ TECHNIEKONDERWIJS Shell-gastles op Vreewijkschool R
24 column Linda prinsesje Paul de Maat, hoofdredacteur
26 ouderbetrokkenheid Intensief contact ouders, leerlingen, school op Lyceum Rotterdam
32 succes van…
colofon Rotterdams Onderwijs Magazine onafhankelijk voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie en opleiding in Rotterdam. Gratis voor personeel van het Rotterdamse onderwijs 38e jaargang -- nr. 07 -- juli 2015 ISSN 1386 -- Verschijnt vijf keer per jaar -- Oplage 7000 Uitgave CED-Groep Redactie Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofd- en eindredactie) Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Ad Oskam (strip), Erik Ouwerkerk, Anne-Marie Plasschaert, Inge Spaander (foto), Ineke Westbroek, Linda Zwegers Redactieadres Postbus 8639 -- 3009 AP Rotterdam -- telefoon 06 525 705 04 -e-mail rom@cedgroep.nl Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde
2|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
Het ROM is er ook als website. Met nieuws, artikelen, alle magazines van de laatste jaren en meer. Ga naar www.romnieuws.nl, blijf op de hoogte van alles wat van belang is voor het onderwijs in Rotterdam en abonneer u op onze nieuwsbrief.
Lekker fit!
30_ VAN SAMEN WERKEN NAAR SAMENWERKEN IKC De Ontdekkingsreis O
Volg het ROM op Twitter @romnieuws, facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine en sluit je aan via Linkedin ‘Rotterdams Onderwijs Magazine’.
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|3
Rotterdams onderwijs O Samenwerken en eigen verantwoordelijkheid nemen zijn cruciaal. foto Petja Buitendijk
‘ breed gedragen onderwijsbeleidsplan voor de komende jaren’ didactische vakbekwaamheid en het omgaan met ouders als pedagogische partners. In 2016 zijn Rotterdam-eigen Complementaire Arbeidsafspraken Onderwijs vastgesteld met afspraken over bijvoorbeeld ontwikkeling, scholing en huisvesting. Een jaar later zijn alle Rotterdamse leraren bevoegd of, indien studerend, binnen twee jaar bevoegd.
>L EREN LOONT! BOUWT DOOR OP BESTAANDE BASIS EN WIL DE LAT NÓG HOGER LEGGEN
BBBBBBBBBBBBBB ‘ H et beste onderwijs BBBBBBBBBBBBBB Bén B Bde B Bbeste B B B Bleraren’ BBBBB tekst Ronald Buitelaar
foto's Jan van de Meijde
Sinds april heeft Rotterdam een nieuw onderwijsbeleidsplan voor de periode 2015-2018: Leren Loont!’ Het onderwijsplan is in samenspraak tussen gemeente en onderwijsveld/kinderopvanginstellingen tot stand gekomen. Gezamenlijk hebben ze afgesproken de onderwijsresultaten te verbeteren, het aantal schooluitvallers verder omlaag te brengen en te zorgen voor een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Het plan omvat investeringen van 98 miljoen in 2015 oplopend tot 104 miljoen in 2018.
‘W Leren loont! is de naam van het Rotterdamse onderwijsbeleid van 2015 tot 2018. Het draait in Leren loont! om vijf thema’s met bij elk thema een aantal actielijnen. Het ROM zal u de komende tijd over deze thema’s van informatie en reportages voorzien. We starten met dit overzichtsartikel.
4|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
ij bepalen aan de Coolsingel niet met een vingerknip wat er morgen in de klas gebeurt en dat is maar goed ook.’ Wethouder Hugo de Jonge wilde er naar eigen zeggen tijdens de besprekingen in de gemeenteraad geen twijfel over laten staan. ‘Leren Loont! is geen gemeentelijk opdrachtenboek voor het onderwijs maar een in co-creatie tot stand gekomen beleidsplan. De Jonge: ‘Bewust in co-creatie, omdat we natuurlijk heel goed weten dat we als gemeente niet als enige aan de knoppen zitten als het om onderwijs gaat.’ Volgens de wethouder heeft iedereen die mee wilde doen, mee kunnen doen. Zo waren er thematische bijeenkomsten en werd in oktober een onderwijsconferentie georganiseerd. De Jonge: ‘We hebben bij elkaar opgeteld honderden reacties gehad uit alle geledingen. Van ouders, bedrijven, leraren, directeuren en schoolbesturen. Het resultaat: een breed gedragen onderwijsbeleidsplan voor de komende jaren.’ Leren Loont! bestaat uit vijf thema’s. Elk thema is onderverdeeld in een aantal actielijnen.
Thema 1: Een vliegende start In 2018 hebben peuters van werkende en nietwerkende ouders het recht om minimaal twee dagdelen per week naar een voorschoolse voorziening te gaan. Peuters die meer ondersteuning nodig hebben (‘doelgroeppeuters’) hebben recht op minimaal vier dagdelen. Of een peuter hiervoor in aanmerking komt wordt vastgesteld door het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). In 2018 zullen alle basissscholen een of meer groepen 0 hebben en voldoen alle voorschoolse voorzieningen minimaal aan de kwaliteitseisen van de inspectie. Vigdis van der Giesen: ’Ik hoop dat peuter- en kleuteronderwijs samengaan’ ‘Ik ben blij dat de verschillende voorschoolse voorzieningen in Rotterdam worden omgevormd tot een basisvoorziening die voor elke peuter toegankelijk is. Het kan immers niet zo zijn dat de plek waar peuters worden opgevangen afhankelijk is van hoe hun ouders in de maatschappij staan. Dat onderscheid is er op de basisschool ook niet. Ik juich het differentiëren met dagdelen van harte toe. Nu is het zo dat elke peuter bij een voorschoolse voorziening drie tot vijf dagdelen aanwezig moet zijn. Straks geldt dat alleen nog voor doelgroeppeuters, waardoor ruimte vrij komt voor peuters die nu op een wachtlijst staan. Ook het mengen van
doelgroep- en niet-doelgroepkinderen is een prima voorstel. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat dat stimulerend kan werken. De kwaliteit van onze eigen voorzieningen brengen wij verder op peil door onze leidsters een combinatie van training on the job en theoretische verdieping te laten volgen. Waar ik zelf van droom is het samengaan van peuter- en kleuteronderwijs. Ik denk dat het goed is als er weer meer aandacht komt voor de ontwikkelingsstadia van het jonge kind. Ik zie dat de kleuterperiode te schools is geworden en vind dat we de ontwikkeling van 0–7 jaar echt moeten gaan zien als een aparte fase in het leven van peuters en kleuters. Daar mag wat mij betreft weer een knip in komen ten opzichte van de basisschool en wellicht dat we daar dan ook gelijk een eigen opleiding aan kunnen koppelen.’
‘ belangrijk dat we de status van het lerarenvak weer opkrikken’
Renée van Eijk: ‘Leraren kunnen in Rotterdam écht het verschil maken.’ ‘Ik vind het belangrijk dat we de status van het lerarenvak weer opkrikken en beseffen dat we daar als leraar zelf de belangrijkste factor in zijn. Wij kunnen door ons handelen laten zien waar we voor willen staan. Zo moeten Rotterdamse leraren over specifieke vaardigheden beschikken om met het soms zeer ingewikkelde gedrag van leerlingen om te gaan. Een Rotterdamse topleraar moet structuur kunnen bieden, duidelijk zijn voor kinderen, consequent zijn, maar ook heel positief. Kinderen voelen dat er iemand voor de klas staat die vertrouwen in ze heeft. Onvoorwaardelijk geloof in kinderen vind ik erg belangrijk. Je realiseren dat correct gedrag kan bepalen of een kind in zijn latere leven slaagt of niet en daarom net als lezen en rekenen geleerd moet worden. Wij moeten onze leerlingen de basis meegeven, zodat zij later in staat zijn de kansen te grijpen die op hun pad komen. Wij kunnen als leraren in Rotterdam dus bij uitstek het verschil maken voor onze leerlin>>
Vigdis van der Giesen is directeur van Peuter & Co, een organisatie die zich bezighoudt met voorschoolse opvang en educatie
Thema 2: De beste leraren voor Rotterdam Rotterdamse leraren krijgen voldoende ontwikkelings-, professionaliserings- en opleidingsmogelijkheden om aan het Rotterdamse lerarenprofiel te voldoen. Een profiel dat recht doet aan de grootstedelijke context, de pedagogische en
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|5
>>
T www:onderwijsbeleid010.nl/publicaties
gen en moeten ons daar meer bewust van worden. Leidinggevenden, bestuurders en gemeente doen er op hun beurt verstandig aan hun beleid iets beter af te stemmen op de capaciteiten en kwaliteiten van leraren. Ik denk dat leraren daardoor nog doelgerichter aan de slag gaan.’
‘ Thuiszitters binnen zes weken op een school of een toeleidende voorziening’
Renée van Eijk is leraar bij basisschool Combinatie ’70 en voorzitter van Leraren met Lef Marja Poulussen: ‘Zeker voor Rotterdam is stevig beroepsonderwijs met goed opgeleide leraren van groot belang’ ‘Binnen het Boss-project werkt de lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam met een aantal roc’s aan betere toeleiding, opleiding en begeleiding van beginnende leraren en vakkrachten in het middelbaar beroepsonderwijs. We richten ons daarbij met name op vakken als Nederlands, Engels en Rekenen en ontwikkelingsgebieden als beroepsvorming en loopbaanoriëntatie. Ook besteden we veel aandacht aan de ondersteunende rol van ICT. Zeker voor een stad als Rotterdam met een erg jonge en relatief laag opgeleide bevolking is stevig beroepsonderwijs met goed opgeleide leraren erg belangrijk. Het opleiden van leraren voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs werd lang over een kam geschoren. Het Bossproject wil daar verandering in te brengen. Van mbo-leraren worden immers andere, meer specifieke, competenties gevraagd dan van vo-leraren. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar de specifieke competenties die een docent nodig heeft in het mbo: kennis van de omgang met specifieke doelgroepen, groepsprocessen, de hoge handelingssnelheid die vereist is, het werken in teamverband, kennis van de sector waarvoor wordt opgeleid en het ontwikkelen van onderwijsmateriaal in samenspraak met het bedrijfsleven. Vakdidactisch wordt er ingezet op het belang van de gebruikswaarde van de aangeboden kennis en vaardigheden in de praktijk. De ervaringen van het Boss-project worden gebruikt om het uitstroomprofiel Beroepsopleiding vorm te geven.’ Marja Poulussen is projectleider van het Boss-project (Beter Opleiden in Samenhang en Synergie) een samenwerkingsverband tussen het Instituut voor Lerarenopleidingen van de Hogeschool Rotterdam, ROC Albeda College Rotterdam, ROC Zadkine Rotterdam en ROC Da Vinci College in Dordrecht
6|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
‘Voor Rotterdam is stevig beroepsonderwijs met goed opgeleide leraren belangrijk’ Thema 3: Werken aan vakmanschap Vanaf schooljaar 2017–2018 maakt loopbaanleren structureel deel uit van het Rotterdams onderwijscurriculum, van primair tot hoger onderwijs. Een digitaal portfolio is daar onderdeel van en door een leerroutekaart krijgen leerlingen en ouders een beter overzicht van opleidingsmogelijkheden en arbeidsperspectieven. Het beroepsonderwijs in Rotterdam wordt aantrekkelijker en herkenbaarder. Bedrijfsleven, overheid en onderwijs gaan het gesprek met elkaar aan over met name arbeidsmarktperspectief, leren in de praktijk, na- bij- en omscholing en inrichting van het beroepsonderwijs. Herman Klop: ‘Een Techniek- en Technologie College biedt grote kansen' ‘In Rotterdam leeft al een aantal jaren de behoefte om te komen tot beroepsgerichte colleges. Het Albeda & Zadkine Techniek en Technologie College is wat dat betreft een voorloper. Beide roc’s praten al veel langer over een verregaande vorm van samenwerking. Wij doen dat vanuit een gevoel van urgentie en ambitie. Urgentie omdat concurrentie ons verzwakt en samenwerking ons versterkt. Ambitie omdat we als samenwerkend vakcollege samenhangend aan de slag willen met techniekwerelden als
ICT, bouwen en wonen, mobiliteit, proces en maintenance, laboratorium en de maakindustrie. De behoefte aan goed en breed geschoold technisch personeel is nu al groot en zal de komende jaren alleen maar toenemen. De noodzaak van een sterk techniek- en technologiecollege waar alle lijnen samenkomen is dus evident. Zeker in een stad als Rotterdam waar overheid, bedrijfsleven en onderwijs elkaar steeds beter weten te vinden, kunnen we met dit nieuwe vakcollege een ontwikkeling op gang helpen die én de samenleving als geheel én de individuele leerling én het bedrijfsleven grote ontwikkelingskansen biedt. We maken meer instroom in het techniekonderwijs mogelijk, zorgen dat het samenspel tussen bedrijfsleven en onderwijs nog meer vorm krijgt en pakken innovatie binnen onderwijs en bedrijfsleven op. Een uitdagend toekomstbeeld dat werkelijkheid kan worden, omdat kruisbestuiving binnen dit heldere concept voor techniek- en technologieonderwijs voorwaardelijk wordt.’ Herman Klop is directeur Branche Techniek & ICT van het Albeda College en lid kwartierdirectie Albeda/Zadkine –Techniek & Technologie
Thema 4: Aansluiting onderwijs en jeugdhulp
Thema 5: Kwaliteit door schoolontwikkeling
In 2018 zorgt een uitgebalanceerd stelsel van passend onderwijs en jeugdhulp dat zoveel mogelijk leerlingen een plek binnen het reguliere Rotterdamse onderwijs hebben. Een Taskforce Thuiszitters krijgt gemandateerde bevoegdheden om het aantal thuiszitters te verminderen.
Iedere school legt in 2015 in het eigen school-, jaar-, of kwaliteitsplan uit op welke wijze de school zich de komende jaren verder ontwikkelt. Scholen voor primair- en voortgezet onderwijs stemmen hun onderwijs beter op elkaar af en ouders worden bij alle onderwijsovergangen van hun kinderen betrokken. Hogere onderwijsresultaten beperken zich niet tot kennisvakken, maar omvatten ook zaken als zelfbewustzijn, cultureel bewustzijn en identiteitsontwikkeling.
Hugo de Jonge: ‘Alle Rotterdamse kinderen en jongeren hebben recht op onderwijs’ Wethouder Hugo de Jonge lichtte in mei de raad in over de wijze waarop de Taskforce Thuiszitters het aantal thuiszitters gaat terugbrengen. ‘Er is de afgelopen jaren hard gewerkt om het aantal thuiszitters te laten dalen en met succes, want het aantal liep van 219 in 2010 terug naar 164 in 2014. Sinds de invoering van de Wet Passend Onderwijs neemt het aantal thuiszitters echter weer toe. Zo zagen we dat het aantal in maart 2015 met enkele tientallen was toegenomen. Het beeld is dus in korte tijd weer verslechterd. Omdat de oorzaken voor thuiszitten zeer divers zijn heb ik in overleg met de schoolbesturen een Taskforce Thuiszitters in het leven geroepen, die van gemeente en schoolbestuurders mandaat heeft gekregen om leerlingen, eventueel met ondersteuning, binnen zes weken op een school of een toeleidende voorziening geplaatst te krijgen. Schoolinterne begeleiders, zorgcoördinatoren en schoolmaatschappelijk werk zullen, waar nodig in samenwerking met de wijkteams, schooluitval en thuiszitten actief voorkomen. Op deze wijze wil ik het aantal thuiszitters in 2018 met 75% hebben teruggedrongen.’
Marcel van der Knaap: ‘Goede plaatsingsadviezen belangrijk voor schoolloopbaan’ ‘Hoewel de Rotterdamse plaatsingswijzer geen direct verband heeft met Leren Loont! en zelfs al ver voor het nieuwe beleidsprogramma ontwikkeld is, hebben beide natuurlijk wel degelijk raakvlakken. De eerste aanzetten voor de plaatsingswijzer stammen uit 2013 en werden ingegeven door een groeiende behoefte aan doorlopende leerlijnen. De evaluatie van de
plaatsingswijzer zal pas afgerond worden in de periode dat dit blad verschijnt dus veel kan ik er nog niet over zeggen. Wel weet ik dat er deze eerste keer te verwachten aanloopproblemen zijn geweest die voor de nodige ruis hebben gezorgd. Toch geloof ik dat de plaatsingswijzer op termijn kan zorgen voor betere afstemming tussen primair en voortgezet onderwijs. Goede plaatsingsadviezen van het primair onderwijs kunnen er immers voor zorgen dat een schoolloopbaan in het voortgezet onderwijs goed van start gaat. Er zijn dit jaar dan ook al diverse oefensessies geweest waaraan scholen van zowel besturen voor voortgezet als primair onderwijs deel hebben genomen. Naarmate de kwaliteit van de plaatsingsadviezen beter wordt zal dat de schoolloopbanen van leerlingen zeker in positieve zin beïnvloeden.’ Marcel van der Knaap is voorzitter van het college van bestuur van LMC Voortgezet Onderwijs. B
Hugo de Jonge is wethouder van Onderwijs, Jeugd en Zorg
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|7
Autobusmonteur
‘ Kennis van digitale technologie is vereist voor een busmonteur. Vroeger kon je met een touwtje gas geven, nu gaat alles via ingewikkelde computersystemen.’
O Leren op de werkvloer foto Petja Buitendijk
> BBL-TRAJECT VOOR AUTOBUSMONTEUR BIJ RET
U‘ W Uie UU UUU U U Uloopt, UUUU UUU goed stage krijgt U U U U U U U U U U U U U U U UU aangeboden’ Ueen U Uleerwerktraject UUUUUUUU UUUUUU tekst Ineke Westbroek
Naast de opleiding in railvoertuigtechniek bieden vervoerbedrijf RET en Zadkine sinds dit schooljaar een tweejarige opleiding tot monteur autobustechniek. Want ook onder autobusmonteurs slaat de vergrijzing toe. Om personeelstekort in het komende decennium te voorkomen, stelt de regering 7 miljoen euro beschikbaar aan de RET en andere vervoerders om een nieuwe generatie op te leiden.
8|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
Z
ijn favoriete speelgoed was een groenwitte miniatuur RET-bus. En hij wilde per se met het nieuwste Mercedesmodel naar school: ‘Andere bussen liet ik voorbijgaan, al kwam ik daardoor te laat.’ Al zijn hele leven is Roshan Safi (19) gefascineerd door motorvoertuigen. In zijn vrije tijd helpt hij zijn vader met sleutelen aan de auto en hij zoekt naar technische gegevens van de meest uiteenlopende voertuigen, met extra belangstelling voor bussen: ‘Die hebben nu eenmaal iets speciaals, ik vind ze apart.’ Logisch dus dat Roshan met bussen wil werken. Na zijn vmbo-opleiding (richting autotechniek) schreef hij zich in voor Bedrijfs-
voertuigtechniek bij Zadkine, en meldde zich voor een vakantiebaan als leerling-monteur bij de busremise van de RET. Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst over werken bij de RET hielp een RET-medewerker hem daarbij. Sinds deze zomer maakt Roshan van zijn hobby zijn werk, bij garage Sluisjesdijk, de reparatieplaats en uitvalsbasis van de RETbussen. Zijn vaardigheid en enthousiasme bij de reparaties die hij moet uitvoeren zijn zo groot, dat hij mag blijven. De RET biedt hem de BBL-plaats waarnaar hij al op zoek was. ‘Dat gaat vaker zo’, schetst Ton Verweerde, onderhoudsspecialist van bussen en bedrijfsleermeester bij de RET, ‘We gebruiken vakantiebaantjes als stageplek en
wie het goed doet, krijgt een leerwerktraject aangeboden. Bij Roshan werd al snel duidelijk dat hij hiervoor in aanmerking kwam.’
Oudgedienden De gemiddelde leeftijd van monteurs bij de RET ligt rond de 54 jaar. Deze lichting vormt 30% van het medewerkersbestand en gaat over tien jaar met pensioen. De RET heeft dus dringend behoefte aan jonge en gemotiveerde medewerkers. Daarom startte de vervoerder naast de opleiding tot railvoertuigmonteur een opleidingstraject tot autobusmonteur, waarvoor bij scholen en via internet wordt geworven. Een lastige klus, ervaart Ton Verweerde, omdat de meeste jongeren vooral
geïnteresseerd zijn in vrachtwagens en personenauto’s. Daarom is Ton (56), die al 35 jaar als autobusmonteur bij de RET werkt en ook binnen tien jaar met pensioen gaat, zo blij met jongeren als Roshan: ‘Jongens met interesse in bussen en kennis van digitale technologie. Want dat wordt tegenwoordig van een busmonteur geëist. Vroeger kon je met een touwtje gas geven, nu gaat alles via ingewikkelde computersystemen. Storingen moet je via de laptop kunnen uitlezen, er zijn camerasystemen, remsystemen, systemen voor de chipcard, en apparatuur om energiezuinig te rijden. ‘ Met het extra geld van het Rijk biedt de RET 28 BBL-banen, waarvan zestien als monteur bij de metro en de tram, tien bij de afdeling infraservices (dagelijks onderhoud) en twee bij de bus. De overheid betaalt rond de 6.000 euro per jaar voor de opleiding en de loonkosten van deze studenten. Na afronding krijgen zij een jaarcontract met bij goed functioneren kans op een vaste aanstelling. Studenten leren het vak van oudgedienden bij de RET, die hen op de werkvloer begeleiden. Theorie krijgen zij één dag per week op school. Roshan is één van de twee eerstejaarsstudenten die Ton als bedrijfsleermeester onder zijn hoede heeft. Een leuke kant hieraan vindt hij dat generaties over en weer van elkaar leren: ‘Wij geven onze kennis door en jongeren leren ons nieuwe dingen, bijvoorbeeld op digitaal gebied.’ ‘Daarbij is diagnosetechniek belangrijk’, licht Ton Verweerde toe, terwijl hij kijkt hoe zijn leerling de remblokken van een bus checkt, ‘het ligt aan de student zelf of die de capaciteit heeft om het op te pakken. Met Roshan schat ik dat heel goed in.’ U
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|9
Brede vorming
tekst Marijke Nijboer
Het onderwijsbeleid heeft zich, landelijk en in Rotterdam, de laatste jaren nadrukkelijk gericht op het verbeteren van de taal- en rekenprestaties. Bij de invoering van Beter Presteren in 2011, hoe nuttig en nodig ook, vroegen sommige onderwijsmensen zich af of we kinderen nu niet erg smal gingen vormen. Hoe kijken scholen daar vier jaar later naar? En: lijkt het maar zo, of lonkt de minister echt een beetje naar ouderwetse, brede vorming van leerlingen?
> SCHOLEN DOEN MEER DAN TAAL EN REKENEN
B‘ B BeBdoen B B Baan B Bsport, B B B BpersoonBBBBBB W BBBBBBBBBBBBBBBBBBB lijke vorming, BB BBB B B B B Bcreativiteit’ BBBBBBBBB D
ie nadruk op taal en rekenen kwam natuurlijk niet uit de lucht vallen. Veel kinderen, zeker ook in Rotterdam, hebben een leerachterstand in te halen. Het Rotterdamse programma Beter Presteren, een initiatief van de gezamenlijke schoolbesturen en de gemeente, maakte in 2014 na vier jaar de balans op. Conclusie: er zijn vele groepen 0 gekomen waar de ontwikkeling van peuters wordt gestimuleerd, in het po en vo wordt beter gescoord op taal, rekenen en wiskunde, en het aantal voortijdig schoolverlaters is sterk gedaald. Ook Leren loont!, het Rotterdamse Onderwijsbeleid voor de periode 2015-2018, zet in op betere leerprestaties. Maar daarnaast wordt ook de ontwikkeling van sociale en persoonlijke vaardigheden en van een eigen identiteit genoemd. ‘In Rotterdam,’ valt in Leren Loont! te lezen, ‘haalt de school het beste uit alle leerlingen, op het gebied van taal en rekenen en brede vorming van jongeren.’ Die woorden zullen met instemming ontvangen worden door leraren en directeuren die vonden dat Beter Presteren te weinig ruimte liet voor creatieve vakken.
10 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
Doorgeschoten ‘Het is goed dat de focus ligt op taal en rekenen, maar we zijn er misschien wel een beetje te ver in doorgeschoten,’ zegt Gre Reniers, vestigingsdirecteur van het Zuiderpark en Montfort College. ‘Wij waren bijvoorbeeld van drie tot vier uur Nederlands naar zes uur gegaan. Daar hebben we voor komend cursusjaar weer een uur van afgehaald. Ook blijvende aandacht voor rekenen is zeker nodig. Maar als je dat vier jaar lang een uurtje per week volhoudt, kom je een heel eind.’ Je kunt taal en rekenen deels ook integreren in de andere vakken, ervoeren de teams op Zuiderpark en Montfort. ‘Dan krijgen de leerlingen de stof contextrijk aangeboden, binnen een context die ze snappen.’ Reniers vindt dat zijn rooster voldoende ruimte laat voor brede vorming. ‘Wij geven drie uur sport, vier uur kunst en cultuur en een mentorles waarin kinderen werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. We doen aan loopbaanoriëntatie en maken veel ruimte voor het overdragen van burgerschap en sociale vaardigheden. Gezien de sociale context waarin wij verkeren zien we dat bijna als onze eerste taak.’
, foto Jan van de Meijde
Talentontwikkeling Er zijn onderwerpen waar je als school niet omheen kunt of wilt, wat het overheidsbeleid voor onderwijs ook is. Neem de Talmaschool: daar wordt naast de reguliere vakken al jaren stevig ingezet op talentontwikkeling. Zowel binnen als buiten de reguliere onderwijstijd. ‘De collega’s geven de creatieve vakken ook graag zelf, die ruimte willen we ze geven,’ vertelt adjunct-directeur Leonie Boot. Obs Bloemhof laat al sinds 2002 leerlingen zelf zoeken naar antwoorden op hun vragen. De school heeft naast leerkrachten kunstenaars in dienst. Samen verzorgen zij onderwijs met een grote rol voor ‘authentiek leren’, kunst en expressie. ‘Natuurlijk zetten we in op rekenen en begrijpend lezen,’ zegt directielid Bennie Tonnon. ‘We werken toe naar de Rotterdamse doelen, maar doen dat volgens onze
visie op onderwijs. Wij doen naast kunst en expressie ook veel aan bewegingsonderwijs, omdat we dat belangrijk vinden. Wij gaan niet anders werken omdat het ministerie wil dat we veel aan rekenen en taal doen.’ De leertijduitbreiding die Rotterdam ons mogelijk maakt, geeft extra ruimte voor rekenen en taal, maar ook voor creatieve impulsen.
Brede vorming Gelukkig heeft ook het ministerie oog voor meer dan taal en rekenen. Het Bestuursakkoord dat de PO-Raad namens het onderwijsveld afsloot met OCW, stuurt aan op goed onderwijs, inclusief ‘een brede persoonlijke en maatschappelijke vorming’. Specifieke speerpunten zijn techniekonderwijs, cultuureducatie en bewegingsonderwijs. Scholen moeten vanaf 2017 minimaal wekelijks twee
‘ Leerlingen zoeken zelf naar antwoord op hun vragen’ uur en waar mogelijk drie uur bewegingsonderwijs laten geven door een daartoe bevoegde leerkracht. OCW gaat ook het muziekonderwijs stimuleren. Tot 2020 stelt het ministerie € 25 miljoen beschikbaar voor de training van leerkrachten in het geven van muziekonderricht. Zou het kunnen dat Den Haag het accent weer meer gaat verleggen naar brede vorming? De tekenen wijzen erop want minister Jet Bussemaker wil ‘iets meer Bildung, betrokkenheid, burgerschap,’ zei ze op 17 mei in het programma Buitenhof. Ze sprak over het hoger onderwijs, maar ook betrokkenen bij andere onderwijssectoren zullen zijn opgeveerd. Bus-
semaker: ‘Het hoger onderwijs is nu te veel gericht op kennisoverdracht. Ook persoonsvorming en je rol in de samenleving zijn belangrijk. We zijn het idealisme een beetje vergeten.’ Het is goed om te weten hoe de samenleving en de politiek tegen het onderwijs aan kijken, en daar moet je je als school zeker wat van aantrekken, vindt Reniers. ‘Maar kabinetten wisselen, en daarmee het beleid. Wij nemen het ter harte, maar houden ook onze eigen koers in het oog.’ B Komend schooljaar bevat elke ROM-editie een artikel over kunst- en cultuuronderwijs.
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 11
Mijn vak
‘ Leer kijken naar jezelf, naar je mogelijkheden, je kansen’ tekst Anne-Marie Plasschaert
Als beroepskeuzeadviseur ziet Ferton van Tooren leerlingen in allerlei soorten onderwijs, van ITO* tot gymnasium. Vooral de mensen die niet zo vaardig zijn in het verwoorden en over zichzelf nadenken, ziet hij als een uitdaging om te begeleiden. ‘Míjn carrière bestaat uit het coachen van jonge mensen op het gebied van keuzes maken voor hún carrière.’
> FERTON VAN TOOREN, BEROEPSKEUZEADVISEUR ALBEDA COLLEGE
B‘ D BeBarbeidsmarkt BBBBBBBB B B B B B B kijkt steeds BBBBBBBBBBBBBBBBB naar kwaliteiten’ Bmeer BBBB BBB BBBBBBBBB
I
*ITO – individueel technisch onderwijs *vavo – voortgezet algemeen vormend onderwijs (voor volwassenen)
12 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
nmiddels al zeventien jaar werkzaam bij het Albeda College, schetst Ferton van Tooren (48) hoe de ontwikkelingen in zijn loopbaan een beetje parallel lopen aan de situatie dat steeds meer jongvolwassenen niet eenvoudig zijn in te passen in de arbeidsmarkt. ‘Vanuit het beroepskeuzewerk ging ik werken bij het Trajectbureau voor voortijdig schoolverlaters’, vertelt Ferton, die betrokken is bij het nieuwe Startcollege. Dat Startcollege is nu nog van Albeda en Zadkine apart, maar straks samen. Daarin worden alle entree-opleidingen onder één dak gebracht, of het nu gaat om het alom bekende vavo* of om de niveau 1 opleidingen waar Ferton zich al jaren voor inzet.
‘Toen het Trajectbureau werd opgeheven ben ik eigenlijk zo het Albeda ingerold. In het onderwijs was men net overgestapt van het kort en lang mbo naar de vier niveaus mbo die wij nu kennen. Maar er bleef een groepje over waarvoor eigenlijk een voortraject nodig was’, verklaart Ferton het ontstaan van de Voorschool van het Albeda College, eind jaren negentig. Eén van die trajecten was baanbegeleiding voor licht verstandelijk beperkte jongeren. ‘Mensen die wel willen, maar niet kunnen’, vult hij aan. ‘Jongeren die als je ze niet zou helpen om iets te gaan ondernemen, vooral voor zichzelf een probleem zouden vormen.’ Stil thuis blijven zitten
B
wachten tot de tijd van het leven voorbij is getikt, verklaart hij.
Coachende kwaliteiten Ferton werkt in de voortrajecten als individueel begeleider. Hij krijgt alleen de zwaardere gevallen, die door de mentor worden voorgedragen. In diezelfde tijd ontwikkelt hij voor de mentoren een individuele begeleidingsmethodiek. Na twee jaar gaat hij voor de groep. ‘Geen vakken als Nederlands of rekenen. Daar begin ik niet aan. Ik heb altijd gezegd: “Jullie hebben mij gekozen vanwege mijn coachende kwaliteiten, dan zet ik die in en coach groepen.” Vanuit mijn vakgebied help ik jonge mensen keuzes
maken. Ik leer ze te kijken naar hun eigen talenten, interesses, hun vaardigheden. En ik laat ze zien dat de arbeidsmarkt eigenlijk net zo werkt als een gewone markt.’ Hij geeft overal ongevraagd zijn commentaar en dat valt ook zijn toenmalige directeur op, die hem teamleider van de Voorschool maakt met de woorden: ‘Als jij je toch overal mee bemoeit, kan ik je er maar beter voor gaan betalen.’ Zo’n tien jaar geleden viel het doek voor de Voorschool, maar met wat verschuivingen en andere naampjes gaat het werk gewoon door, nu dus in het Startcollege. De inhoud van het werk blijft grotendeels hetzelfde: leer kijken naar jezelf, naar je moge-
A Ferton van Tooren: ‘Ik heb geleerd van de kleine dingen te genieten, bijvoorbeeld als zo’n grote knul zegt: “Ik ben hier thuis.” Dan is dat het belangrijkste voor mij.’ foto Jan van der Meijde
lijkheden, je kansen. ‘Ik heb allemaal niveau 1 jongeren in de leeftijd van 20 tot 30 jaar. Maar mensen boven de 25 adviseren we – op een enkele uitzondering na – een andere weg te zoeken. Als die met een niveau 1 of 2 diploma op de arbeidsmarkt komen als starter, zijn ze te oud en te duur.’
Expertise Natuurlijk probeert Ferton iedereen die bij de opleiding binnenkomt binnen te houden. Maar uitvallers zijn er eigenlijk altijd wel. ‘Soms heb >>
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 13
Adv-Nog beter worden in je vak?_DEF.qxp_Omslag-catalogus_DRUKKER 02-06-15 16:14 Pagina 1
T Ferton van Tooren Albeda College Baljuwstraat 010 443 66 00
Bekijk het nieuwe cursusaanbod van de CED-Groep Specialist worden?
Korte cursussen
Basiscursussen voor
•
Teach Like a Champion
•
Interne begeleiding
•
Grip op de Groep
•
Gedragsspecialist
•
Bewust lesgeven met Breinsleutels
•
Leesspecialist
•
Denkkracht
•
Rekenspecialist
•
Taakspel voor leerkrachten
•
Specialist jonge kind
•
Passend rekenonderwijs
•
Bouwcoördinator
•
Aan de slag met woordenschat
•
iCoach
•
Nieuwsbegrip: omgaan met verschillen
•
VVE-coach
•
Hoe verbeter ik mijn spellingonderwijs?
Voor schoolleiders en middenmanagers Onze cursussen staan bekend om de praktische meerwaarde. De vernieuwde Masterclass opbrengstgericht werken 4D geeft schoolleiders bijvoorbeeld tools in handen om opbrengstgericht werken verder door te voeren. Ook uw schoolplan kunt u schrijven op basis van de 4D-werkwijze. Dat leert u in de korte cursus
>> ik er last van dat ik iemand kwijt raak, soms word ik boos. Maar je moet het realistisch bekijken. De mensen die hier komen, willen niet naar school. Die gingen naar de gemeente om een uitkering te vragen en die zegt standaard “terug naar school”, als mensen geen startkwalificatie hebben.’ Ferton heeft het idee dat het onderwijs steeds meer problemen moet oplossen die vroeger bij het Arbeidsbureau of UWV lagen. ‘En de scholen accepteren dat. Ik zou graag zien dat een directeur tegen de gemeente zegt: “Wij maken geen prestatieafspraken over zoveel mensen op een arbeidsplaats. Daar zijn de re-integratiebureaus al op stuk gelopen en onze expertise is onderwijs.”’
14 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
In de ogen van Ferton is de arbeidsmarkt erg aan het veranderen. ‘Het wordt allemaal veel flexibeler. Als je vroeger zei: “Ik werk al vijf jaar bij dezelfde baas”, dan was je goed in je vak. Als je nu ergens tien jaar zit, heb je zeker geen doorgroeimogelijkheden!’ Ook daarom vindt hij het zo belangrijk dat jonge mensen leren om succesvol te kunnen opereren op die arbeidsmarkt. ‘Wees bewust van wat je wilt en wat je kan’, is zijn advies, met meteen in het verlengde daarvan: ‘Maar dan moet je jezelf ook kunnen verkopen.’ B
Uw schoolplan in 4D. Heeft u behoefte aan meer planmatig werken? Cursisten van
Na de havo had Ferton van Tooren vooral creatieve aspiraties, ‘iets met fotografie’. Maar zonder portfolio kwam hij nergens. Zijn ouders adviseerden een jaartje nadenken en zo kwam Ferton in een oriëntatiejaar. ‘Daar ontdekte ik dat ik toch niet zo heel creatief was, maar wel goed kon luisteren naar mensen.’ Dus stuurde een docent hem naar een maatschappelijk werker om te kijken of dat wat zou kunnen zijn. Het pakte niet goed uit. Na het oriënterende jaar wist Ferton twee dingen zeker: ‘Ik ga niet voor de klas en ik wil niet werken met mensen met ernstige problematieken. En kijk nu naar mij. Dat voorbeeld gebruik ik vaak om te laten zien dat je een proces doormaakt.’ Ferton noemt zijn baan ‘de makkelijkste die er bestaat’. ‘Ik loop een tijdje met de jongeren mee, maar ik maak niet de keuzes. Dat moeten zij zelf doen en ik geef ze de tools.’
de cursusdag Verantwoord plannen en borgen gaan met een complete planning naar huis. Voor schoolleiders die meer handvatten willen om het onderwijskundig leiderschap in te vullen, is er de training Lead Like a Champion. Deze training is snel vol, schrijf dus tijdig in.
Conferenties 7 september: Symposium Even denken… DGM in de 21e eeuw 30 september: Conferentie Begrijpend lezen
Registerleraar Steeds meer cursussen zijn gevalideerd door Registerleraar. Kijk voor een overzicht op www.cedgroep.nl/registerleraar.
Meer weten? Kijk voor het complete cursusaanbod op
www.cedgroep.nl/cursussen. Gratis cursusbrochure ontvangen? Mail uw verzoek naar cursusbureau@cedgroep.nl.
www.cedgroep.nl
CED-Groep bereikt 07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 15
Onderwijslab@010
tekst Erik Ouwerkerk
Rotterdam gelooft in de jeugd en wil hun talent naar boven halen en ontwikkelen. Leraren, leidsters en schoolleiders krijgen daarom begeleiding en budget ter ondersteuning van hun beste onderwijsinitiatieven en -ideeën. Kennisuitwisseling? Samenwerking? Training van leraren? Een inspirerende leervorm of methodiek? Bij het onderwijslab010 krijgt visie de ruimte en kunnen projecten zich ontwikkelen zodat heel Rotterdam er de vruchten van plukt.
R Of het nu gaat om plannen van individuele ouders of een docententeam, elke innovatie is welkom. foto Petja Buitendijk
> O NDERWIJSLAB010 GEEFT LERAREN DE RUIMTE
ggggggggggggggggggggg Aan slag metgonderwijsinnovatie ing Rotterdam g g de gg gg ggggggggg gggg Van ouders tot docententeam ‘Meer dingen doen, sámen met de Rotterdammers.’ Aldus presenteert de gemeente haar werkwijze. Onderwijs speelt vanzelfsprekend een belangrijke rol binnen de samenleving en zodoende is het onderwijslab010 gevormd. Het laboratorium voor onderwijsvernieuwing staat open voor krachtige projectideeën en werkwijzen uit de praktijk. Plannen kunnen nu worden ingediend. In september beoordeelt een commissie bestaande uit betrokken docenten, wetenschappers, leerlingen en innovatiedeskundigen, de ingediende plannen. Of het nu gaat om plannen van individuele ouders of een docententeam, elke innovatie is welkom.
Deelbaarheid Wat zijn de criteria bij de beoordeling van de ingediende ideeën? Wethouder Hugo de Jonge van onderwijs, jeugd en zorg: ‘Het kan gaan om een initiatief dat zich al heeft
bewezen maar wel een steun in de rug kan gebruiken bij verdere ontwikkeling. Of de commissie wordt overtuigd door een plan of werkwijze waar vele onderwijsinstanties in de stad langdurig hun voordeel mee kunnen doen. Sleutelwoorden zijn vernieuwing en deelbaarheid.’ Geld is vaak een barrière bij de uitvoering van een goed plan en het onderwijslab zorgt dan ook voor financiële steun. De Jonge haast zich echter te zeggen dat het niet alleen draait om subsidie. ‘In het laboratorium worden ook ideeën gedeeld en wordt er gesleuteld aan een project. Op een online platform krijgen mensen de ruimte inspiratie te delen en te vinden, en kunnen ze elkaar feedback geven. Er is al ongelooflijk veel kracht en kennis aanwezig in de onderwijspraktijk; door samenwerking te stimuleren kunnen zoveel mogelijk jongeren daarvan profiteren.’
Voorbeelden Van het soort initiatieven dat de gemeente
‘ Meer dingen doen, sámen met de Rotterdammers’ 16 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
graag ondersteunt, zijn in de stad verschillende voorbeelden aan te wijzen. Gaby Hoogenboom is leerkracht in een bovenbouwgroep op montessori-basisschool De kleine Prins. 'Ik vind het belangrijk dat kinderen zich kunnen verwonderen, vragen stellen en reflecteren,' zegt ze. Tijdens leerKRACHT-bordsessies kwam in het team het idee op om leerlingen hun eigen doelen te laten stellen. Gaby ging daarmee aan de slag en liet haar leerlingen een toekomstposter maken over wat ze later wilden worden. Daarmee zette ze hen aan het denken over wat ze daarvoor moesten kunnen. 'Stel dat een leerling later voetballer wil worden,' zegt Gaby. 'Hij zou kunnen denken dat hij school wel kon missen, maar ik zou hem laten ontdekken dat hij later een contract goed moet kunnen lezen en een briefje aan een fan moet kunnen schrijven.' Zo komen haar leerlingen uit bij doelen die ze zichzelf kunnen stellen en waaraan ze in de klas kunnen werken. Gaby's leerlingen werken nu bijvoorbeeld de ene week aan spelling, de volgende week aan rekenen en weten waarom ze dit leren. Op deze manier wil ze met haar leerlingen omgaan, want, zegt ze: 'Je staat midden in de groep. Durf los te laten!' Gaby liet andere leerkrachten al met haar idee kennismaken in een workshop op de op 29 mei gehouden meetup010.
Het doel van Onderwijslab010 is concrete ideeën voor beter onderwijs verder te helpen met budget, begeleiding of ondersteuning om te zorgen dat een initiatief zo veel mogelijk effect heeft en ook op andere scholen bruikbaar is. Individuele onderwijsprofessionals, ouders en ook groepen (collega’s, ouders) kunnen ideeën bij Onderwijslab010 indienen. Belangrijk is dat ingediende ideeën aansluiten bij de Rotterdamse onderwijsvisie in ‘Leren Loont!’ In september volgt de uitslag. Is er dan nog geld over, dan kunnen in oktober en november nieuwe plannen worden ingediend. Kijk voor meer informatie op www.citylab010.nl/onderwijs.
Gaby's lef om buiten de gebaande paden te treden, dat is precies waar het onderwijslab naar op zoek is. Dat lef had Martijn Balm ook. Hij werkt op het Lyceum Rotterdam en het Sint-Laurenscollege en koppelde succesvolle studenten aan leerlingen van dezelfde etnische groep. De resultaten zijn zeer positief. In Rotterdam-Zuid loopt het
project Alledaags Rekenen. Aan de hand van spelletjes en oefeningen wordt rekenen leuk en toepasbaar in het dagelijks leven en worden de ouders meer betrokken. Onderwijsadviseur Frank Bremer wordt elders in deze ROM-editie al geciteerd: ‘Er zijn geen protocollen (…) we willen alle tijd stoppen in het spelend leren. Het werkt veel
beter om verschillende werkwijzen uit te wisselen en van elkaar te leren.’ Die mentaliteit lijkt goed te passen bij het nieuwe onderwijsexperiment. Zo te zien is Rotterdam klaar voor onderwijsinnovatie. g
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 17
Uitstroomsucces
> H OGE UITSTROOMSCORE OP LMCPRO SCHIETBAANSTRAAT
g ggg g g g g gkennen gggg ‘ g Vaste jobcoaches gggggggggggg de g gleerlingen’ ggggggggggg
tekst Ineke Westbroek
Praktijkschoolleerlingen stranden vaak in het mbo, tot grote teleurstelling van hun ouders en henzelf. Vier jaar geleden besloot Praktijkschool LMCPrO Schietbaanstraat daarom het uitstroombeleid te richten op betaalde arbeid, met professionele jobcoaches en een lesprogramma dat leerlingen individueel begeleidt naar het vinden en behouden van werk. Sindsdien ligt het uitstroompercentage naar arbeid op PrO Schietbaanstraat hoger dan het landelijk gemiddelde.
‘A
ls ik dacht dat iemand iets lulligs tegen me zei, begon ik gelijk te schelden.’ Door zijn korte lontje verknalde Emre Bülbül (19) stages. Zijn werktempo en privéproblemen werkten ook niet mee. Na zijn AKAopleiding aan LMCPrO Schietbaanstraat zat hij even werkloos thuis, totdat hij met jobcoach Ron Zuur aan de slag ging voor werk. Na een anti-agressietraining, toegepaste lessen in klantencontact en omgaan met geld, bezorgt hij op contractbasis maaltijden bij De Bezorgbeer. Hij is zijn jobcoach dankbaar:’ Hij leerde mij dingen
die ik voor dit werk moest kunnen en zorgde voor een goed contract.’
Aanscherpen Omdat monitoring uitwees dat veel leerlingen het niet redden in het mbo (grotere en meer anonieme schoolomgeving, minder individuele begeleidingsmogelijkheden) besloot de school in 2011 het uitstroombeleid aan te scherpen. Dat was even slikken voor leerlingen en ouders, die volgens directeur Marijke Boot de noodzaak inmiddels begrijpen: ‘Wij betrekken hen bij
‘ Jobcoaches weten waar hun mogelijkheden liggen en kunnen dit uitleggen aan werkgevers.’
18 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
alle stappen op weg naar stage en werk.’ Doorstroming naar arbeid staat centraal. Om dit te bereiken zet de school professionele jobcoaches in om leerlingen te begeleiden tijdens hun stage en om hen toe te leiden naar passend werk. Samen met leerlingen zoeken zij naar passende stage- en werkplekken, zij begeleiden hen naar en op de werkplek, waar zij ook de praktijkopleiders van het stagebedrijf begeleiden. In het door LMCPrO Schietbaanstraat ontwikkelde lesprogramma ‘Arbeidstoeleiding’, leren leerlingen vaardigheden, toegesneden op de werksoort waarin zij een stage of baan zoeken. Sinds de school deze aanpak hanteert, stijgt het percentage uitstroom naar arbeid. In het schooljaar 2009-2010 bedroeg dit 40%, in
2012-2013 52%, tegenover een landelijk gemiddelde van 30%.
Randvoorwaarden Dit succes is volgens Marijke Boot grotendeels te danken aan de drie jobcoaches, die de school in dienst heeft: ‘Zij kennen de leerlingen, weten waar hun mogelijkheden liggen en kunnen dit uitleggen aan werkgevers. Als werkgevers rekening houden met bepaalde beperkingen en de leerlingen taken geven die aansluiten op hun niveau, zetten ze zich voor duizend procent in.’ Dat geldt voor Emre en ook voor Numan Altin, die een passende stageplek in de Horeca zocht. Voor Numan, volgens Ron Zuur een rustige, beleefde jongen, werd een stageplek binnen een hotelketen gevonden. Een belangrijke taak voor jobcoaches is
werkgevers te overtuigen dat zij aan praktijkschoolleerlingen goede werknemers kunnen hebben. Dit vraagt soms aanpassingen op de werkvloer, weet Ron, die soms meerdere gesprekken moet voeren om werkgevers over de streep te trekken: ‘Als leerlingen niet geschikt zijn voor alle taken die bij een bepaalde functie horen, kan het nodig zijn een functie af te stemmen op taken, passend binnen de mogelijkheden van de leerling.’ Als een leerling een stage- of werkplek vindt, onderhouden jobcoaches twee jaar lang intensief contact met de werkgever. Minstens één keer per drie weken bezoekt de jobcoach de werkplek, bespreekt met de werknemer die de oud-leerling of stagiaire begeleidt op welk punt er extra begeleiding nodig is en biedt daarin
n ‘Het is altijd maatwerk’ foto Petja Buitendijk
ondersteuning. ‘Omdat ik de leerlingen ken, kan ik vertellen op welke manier zij leren en welke randvoorwaarden noodzakelijk zijn om tot een succes te komen. Soms werk ik mee, om zelf taken met de leerling te oefenen en collega’s te begeleiden in de samenwerking. Het is altijd maatwerk.’ Marijke Boot ziet dit als grote kracht van een vaste professionele jobcoach: ‘Toeleiden naar arbeid vergt specifieke kennis en vaardigheden. Doorlopende begeleiding door een vaste jobcoach op en na school heeft een absolute meerwaarde voor het vinden en behouden van werk.’ g
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 19
Wat ook nog gebeurde
foto's Inge Spaander
Bel de inspecteur Misschien is mijn situatie te vergelijken met die van een zwangere vrouw die overal toekomstige moeders ziet. Of met die van een trotse bezitter van een Fiatje 500 die ineens allemaal mensen kent die zo’n autootje willen, hebben, of gaan aanschaffen. In ieder geval betekent het bij mij dat waar ik ook met mbo-docenten praat, het onderwerp steeds weer keuzedelen is. Het gaat om het ontwikkelen van keuzedelen, hoe ver ze al zijn met de keuzedelen, of er al genoeg keuzedelen zijn, of er al keuzedelen zijn goedgekeurd en aan het kwalificatiedossier gehangen… Je hebt er echt geen idee van hoeveel er te zeggen is over keuzedelen.
Eerst even uitleg voor de docent die in alle onschuld gewoon lekker bezig is met goed onderwijs en interessante lessen. Keuzedelen zijn door de minister in het leven geroepen als een soort cursorisch pakketje, een specialisme, een verdieping, of hoe je het ook noemen wilt, waar de student voor kan kiezen. Dan kan de student zelf meer invulling geven aan zijn studie. Maar ja, dat kiezen staat niet voor niets cursief, want zo maar een beetje vrij kiezen is er niet bij. Veel keuzedelen worden namelijk helemaal niet als nieuw programmaonderdeel ontwikkeld, maar komen uit wat wij nu in het mbo de ‘vrije ruimte’ noemen. En die uren zijn ook niet zo vrij, die vormen een wezenlijk onderdeel van het programma dat wij de mbo-student wil-
Wat ook nog gebeurde
Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam opende woensdag 15 april 2015 de eerste Taaltuin in Nederland. In het Spartapark is het daardoor nu mogelijk spelenderwijs een taal te leren en daarbij nog lekker te bewegen ook. Naar een idee van Fenneke Hordijk, beeldend kunstenaar en neerlandicus, is een Taaltuin gerealiseerd met speelobjecten gericht op taalstimulering. Kinderen kunnen spelenderwijs in de vrije ruimte oefenen wat ze op school leren. Het kind speelt, klimt, springt en rent, maar ontwikkelt tegelijkertijd zijn taal. Elk speelobject is specifiek ontworpen om taalontwikkeling te stimuleren. In Spangen, met een bevolking waarvan 85% het Nederlands kent als tweede taal, is dit project een welkome aanvulling op het spelenderwijs leren.
Anne-Marie len meegeven. Je begrijpt dus wel: vrij en kiezen zijn nogal relatieve begrippen. Nu iedereen weet hoe belangrijk keuzedelen zijn, rijst de onmiddellijke vraag: wanneer worden die ingevoerd? Op de scholen heerst onzekerheid. Niemand schijnt er het fijne van te weten, want die invoering heeft te maken met een herziening van alle kwalificatiedossiers, lees: alle opleidingen. Dus roep ik: bel de inspecteur! Díe moet het toch weten, in ieder geval weet hij waarop hij ons gaat controleren. Maar ja, de onderwijsinspectie bellen, willen we dat wel? Dat voelt toch een beetje als het zoeklicht op jezelf richten. Jammer, want een samenwerking met de inspectie voorkomt naar mijn idee een hoop gedoe. En we willen tenslotte allemaal alleen het beste voor de studenten.
Journaliste Anne-Marie Plasschaert is docent journalistieke vaardigheden en communicatie & pr in het mbo.
Op initiatief van acht organisatoren werd op 29 mei voor een tweede keer in Rotterdam een meetup van leraren gehouden: de meetup010. De aanleiding was oorspronkelijk VPRO’s Tegenlicht-uitzending: ‘De onderwijzer aan de macht’ en de livestream van de meetup in Amsterdam. Deze tweede meetup010 vond plaats op RVC De Hef en werd gesteund door BOOR. De meetup werd geopend door leerlingen die duidelijk maakten dat ze voorstander waren van meer samenwerking tussen leraren en leerlingen en afschaffing van te strenge regels. Marco Snoek, lector Leren & Innoveren aan de Hogeschool van Amsterdam, pleitte vervolgens voor meer regie nemen door leraren en minder door leidinggevenden: ‘buiten
de lijntjes kleuren’. In de daarop volgende workshops – het stond ieder vrij een workshop aan te bieden – kon iedere aanwezige daaruit iets van zijn gading kiezen. Aan bod kwamen onder andere bordsessies met het team, leerlingen zelf doelen laten stellen, omgaan met verschillende rekenniveaus en een groene kaart voor leerlingen om zelfstandig verder te gaan met de stof. Een volgende meetup010 zal plaatsvinden op 28 augustus. Lees op onze website een uitgebreid verslag van deze meetup010: www. romnieuws.nl/artikelen/leerlingen-prominent-bij-tweede-meetup010.
S 20 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 21
spelend rekenen
‘ Spelende kinderen, enthousiaste ouders, positieve leraren’
Aanwijzingen Jihane Gharafi uit groep 8 heeft zich mogen storten op een nieuw rekenspel en weet waar ze haar klasgenoten op moet wijzen. Op een overtuigende manier geeft ze haar aanwijzingen. ‘Alleen via de vakjes waar een cijfer op staat mag je naar de finish.’ Of: ‘Deze sterretjes kun je gebruiken om hulp in te roepen, maar er zijn er maar een paar, dus gebruik ze goed’. Na de uitleg van Jihane gaat de groep de uitdaging met veel rumoer aan. ‘Ze zijn nogal uitgelaten, want straks vertonen we de videoclip van het rekenlied dat de kinderen samen met producer Plamen Dereu en mij gemaakt hebben’, vertelt Polderdijk.
> ALLEDAAGS REKENEN OP ZUID MAAKT REKENEN LEUK
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB ‘Het is leuk, je kunt het samen BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB leerzaam’ B Bdoen, B B Ben B Bhet B Bis BB BBBBBBBBBB
22 |
tekst Erik Ouwerkerk
Zonnig
Alledaags rekenen op Zuid is een initiatief rondom spelenderwijs rekenen op een aantal basisscholen in Rotterdam Zuid. Iedere school ontwikkelt spellen en praktijkgerichte oefeningen en slaat daarmee twee vliegen in een klap: rekenen wordt een stuk leuker én de ouderbetrokkenheid gaat omhoog. Dat is belangrijk volgens Annet Dries, directeur van de deelnemende Agnesschool: ‘We zijn er inmiddels achter dat de betrokkenheid van de ouders van grote invloed is op de schoolresultaten.’
Basisschool De Akkers doet ook mee. Leerlingen van groep 8 hebben de afgelopen maanden de tijd gekregen rekenspellen uit te proberen en de meest geschikte spellen te selecteren voor hun schoolgenoten. Op een zonnige middag legt een aantal kinderen uit de hoogste klas de spellen uit aan jongere kinderen die met hun ouders naar het speellokaal zijn gekomen. Zo ontstaat er een speeltafel voor groep 4 en 5 en een andere voor groep 5 en 6. Ook de kinderen van groep 8 zelf maken kennis met een nieuwe speelse rekenmethode. Groep 3 is vandaag niet vertegenwoordigd omdat die klas vorig jaar al begonnen is aan
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
het project. Daarmee waren de jongsten het inspirerende voorbeeld voor oudere jongens en meisjes op school.
Rekentassen Nancy Polderdijk is als docente expressieve vorming nauw betrokken bij het rekenproject op De Akkers. ‘Als de spellen aanslaan gaan ze in de rekentassen en die tassen kunnen de ouders vervolgens weer lenen en mee naar huis nemen. Zo gaat het rekenen thuis op een plezierige manier gewoon verder. Omdat de kinderen zelf betrokken zijn bij het samenstellen van de spelpakketten en de ouders de tassen gemaakt hebben, is iedereen er bovendien echt zuinig op.’
Dat er een videoclip gemaakt is laat zien dat de school het project Alledaags Rekenen op haar eigen manier invult, en dat is nu juist een van de positieve eigenschappen van het project, volgens Frank Bremer van de gemeente Rotterdam. Op de website alledaagsrekenenopzuid.nl vertelt hij: ‘Er zijn geen protocollen waar de scholen zich voor moeten verantwoorden, want we willen alle tijd stoppen in het spelend leren. Het werkt veel beter om verschillende werkwijzen uit te wisselen en van elkaar te leren.’ Volgens procesbegeleider Wouter Kesselaar moeten betrokkenen vooral één ding voor ogen houden: ‘spelende kinderen, enthousiaste ouders, positieve leraren.’
Dat lijkt op De Akkers geslaagd. Op een paar meter van Jihane zit haar (vroeg)wijze klasgenoot Erhan Demir. Hij heeft vastgesteld dat de kinderen van klas 4 en 5 het klassieke spel Loco nog beter aan elkaar kunnen uitleggen. ‘Kijk, zij is al acht en kan haar buurmeisje van zeven precies vertellen hoe het spel gespeeld moet worden. In de klas kunnen zij het dan ook weer aan de andere kinderen doorgeven.’
Videoclip Bij het raam heeft Diana Pieter plaatsgenomen naast haar dochter Marilissa uit groep 7. Samen spelen ze het spel met een aantal meiden uit groep 8. Ze is blij met het initiatief want ‘het is leuk, je kunt het samen doen, en het is tegelijkertijd ook leerzaam.’ Tegenover Diana zit Jonathan Varlack uit groep 6. ‘Het probleem is alleen dat hij altijd zo fanatiek is’, zegt zijn moeder Maritza terwijl Jonathan op zijn stoel stuitert van opwinding. Dan is het eindelijk tijd voor de première van de videoclip waar zo lang naar uitgekeken is. De kinderen joelen als ze zichzelf en elkaar rappend en zingend in beeld zien. ‘Zoals je ziet, ontdekken kinderen met dit project veel meer dan hun rekentalent!’, besluit Polderdijk. B
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 23
Rekenspel
L!nda
Uw educatieve partner in de Verlengde Leertijd
DOOR AD OSKAM
Linda Zwegers is lerares in de onderbouw op een Rotterdamse basisschool
Prinsesje Als er een klasgenootje langdurig ziek is, of mijn duo is jarig, wil ik nog wel eens met de klas een mooie kaart knutselen. Ik leg dan ook altijd duidelijk uit waarom we iets moois maken. Ik vind het gevoel van saamhorigheid dan heel belangrijk en wil dat alle kinderen met hetzelfde doel voor ogen iets moois maken. Met dit soort gelegenheden vraag ik de kinderen altijd iets te tekenen waarvan ze denken dat een ander er blij van wordt. En dat sommen we dan op. Meestal komen we op bloemetjes, vlinders, regenbogen, cadeautjes, hartjes en kusjes. Lekker fleurig en kleurig. Dessy is een schattig klein meisje. Ze is niet heel aanwezig in de klas en laat zich makkelijk inpalmen door de wat meer mondige dametjes van de klas, maar voelt zich dan wel sterk genoeg om wat kattenkwaad uit te halen. De eerste keer dat ik haar ontmoette vroeg ik naar haar naam en ze antwoordde: ‘Prinses’. En dat is ze stiekem ook wel een beetje. Ik denk dat het meisje één spijkerbroek heeft, en verder loopt ze in de meest uitbundige rokjes en jurkjes. Iedere dag wel weer iets anders. In haar haren gaan dan ook stiekjes en speldjes met glitter en bloemetjes die de look helemaal afmaken. Maar nu was Dessy ziek. Pas twee dagen, maar toch vroegen een aantal vriendinnetjes of ze een tekening voor haar mochten maken. Hoewel tekenen niet op het keuzebord hing, wilde ik het lieve initiatief niet afketsen en gaf toestemming. Ik herhaalde nog even dat ze iets moesten tekenen waar Dessy heel blij van zou worden. Ik zag Odette druk in de weer met hartjes in alle kleuren die ze aan het eind van de les trots aan me kwam laten zien. Sophie daarentegen kwam met een groot bruin vierkant met een streep in het midden en twee stippen naast elkaar... Ik zag het niet dus ik moest wel vragen: ‘Wat heb je nou getekend?’ En het antwoord van Sophie was duidelijk, hier zou Dessy ontzettend blij van worden: Een kast! Helemaal vol met mooie jurken!
“De docenten hebben een goede pedagogische achtergrond en zorgen voor een goed leerklimaat. Dynamic Activities luistert goed naar wat de school wil en zoekt hierbij mogelijkheden.” Arno Ebben, coördinator OSBS de Kameleon
Leerlingen zijn geen vat dat je moet vullen, je moet een vuur in hen ontsteken. William Butler Yeats
Dynamic Activities staat voor ontwikkelingskansen, inspiratie en resultaten. Wij zijn uw educatieve partner op het gebied van: •
de implementatie van 21st century skills
•
de Verlengde Leertijd als verlengstuk van uw school
•
ontzorging rondom het programma Leren Loont!
•
de inzet van kundige (vak)leerkrachten
U kiest voor Dynamic Activities als kwaliteit, betrouwbaarheid en resultaten belangrijk voor u zijn. Wij zijn pas tevreden als uw doelen behaald zijn! Daar mag u ons aan houden met de kwaliteitsgarantie die wij u bieden.
Linda Zwegers
Snel geregeld en uw doelen centraal. Meer weten?
Bel 010 8489619 www.dynamicactivities.nl | info@dynamicactivities.nl 24 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
ADBV ROM .indd 1
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
10-06-15 19:35
| 25
Ouderbetrokkenheid R foto Petja Buitendijk
>L YCEUM ROTTERDAM: OUDERS, DOCENTEN EN LEERLINGEN DOEN HET SAMEN
UUUUUUUUUUUUUUUUUUU ‘Je hebt elkaar U UU UUU U U U Ugewoon U U U U Unodig’ UUUU
tekst Ineke Westbroek
Respect en zorgen voor elkaar zijn belangrijke peilers op het Lyceum Rotterdam voor Kunst, Wetenschap en Ondernemen. Daarbij hoort intensief contact tussen ouders, leerlingen en school. Vanaf de oprichting werken school en ouders op verschillende manieren samen aan ouderbetrokkenheid.
O
uders verwachten vaak dat het contact met school in het voortgezet onderwijs vermindert. Dit geldt niet voor het Lyceum Rotterdam, vinden Marjorie Blagrove, Ilse Muhlstaff, Denise Ville, alle drie moeders van tweedejaars leerlingen richting Kunst, en Alexandra de Vries, moeder van een tweedejaars leerling richting Wetenschap. ‘De ouderbetrokkenheid is hier even groot als op de basisschool’, prijst Denise. ‘Niet afstandelijk, korte lijnen. Je blijft op de
hoogte van het lesprogramma en ziet waar je kind het over heeft.’ Hoe anders was dat anderhalf jaar geleden. Het Lyceum Rotterdam, in 2013 ontstaan uit een fusie met twee andere scholen, moest een nieuwe structuur vanaf de grond opbouwen. Binnen die structuur wordt lesgegeven in de richtingen Wetenschap, Kunst en Ondernemen, waarbij de richtingen in alle vakken worden geïntegreerd. Een gigantische operatie, waarbij de communicatie met
‘ De ouderbetrokkenheid is hier even groot als op de basisschool. Je ziet waar je kind het over heeft.’
26 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
de ouders er weleens bij inschoot. Marjorie: ‘Vakoverstijgend onderwijs vormde een reden om voor deze school te kiezen, maar dat zagen we niet terug. Achteraf hoorde je van je kinderen dat er in de Engelse les iets met architectuur werd gedaan.’ Samen met directeur Renée Bouwer maakten een groep ouders, waaronder Marjorie, Denise en Ilse, een plan voor verbetering van de oudercontacten. Er kwam een communicatiegroep van ouders, die samen met directieleden en docenten een tweemaandelijkse digitale nieuwsbrief maakt over de nieuwste ontwikkelingen. Daarnaast startten ouderklankbordgroepen voor alle drie de richtingen die leerlingen kunnen volgen. Hierin worden praktische zaken besproken, zoals schooltijden en hulp van ouders bij andere excursies en onderwijsinhoudelijke
zaken. Via de klankbordgroepen onderhouden school en ouders intensief e-mailcontact over het reilen en zeilen op school. Op advies van de communicatiegroep werd ook een ouderspreekuur georganiseerd, waar ouders terechtkunnen met vragen aan docenten en mentoren. In het begin werd daar druk gebruik van gemaakt, de laatste tijd is het rustiger, constateert Renée. Ilse: ‘We gaan het weer naar de voorgrond trekken, via de website en mailtjes aan ouders. ’ Maar verder zit het goed met de ouderbetrokkenheid op Lyceum Rotterdam, vinden zowel Renée als de vier actieve moeders. Renée leerde op dit gebied veel van het vierjarige project Methodes voor ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs, waaraan vmbo Slinge, waarvan zij toentertijd directeur was, deelnam.
puberbrein Ook de thema-avonden over onderwerpen als studievaardigheden, mindfulness en de ontwikkeling van het puberbrein, dragen volgens Renée en de moeders in hoge mate bij aan de ouderbetrokkenheid. Denise: ‘Op die manier leer je als ouder de taal van je kind spreken en het beter begrijpen. Bijvoorbeeld hoe het komt dat een kind bepaalde stof niet tot zich neemt, zodat je daar als ouder op kunt letten en er met je kind over gaat praten.’ De bijeenkomsten worden druk bezocht. ‘Bij de thema-avond over studievaardigheden zaten ze tot in de vensterbank’, beschrijft Renée, die de driehoek leraar-leerling-ouder als uitgangspunt van alle schoolactiviteiten neemt: ‘Openheid tegenover leerlingen is cruciaal. Met ouders en leerlingen streven
we hetzelfde doel na: leerlingen opleiden tot mondige en zelfstandige burgers. Daarin nemen wij ouders mee, vanaf het moment dat hun kinderen op school komen. ’ Dat betekent dat leerlingen betrokken worden bij alles wat hen aangaat. Ze hebben een stem bij ouderavonden en rapportbesprekingen.’ De overzichtelijkheid van de nog groeiende school, die 525 leerlingen telt, stimuleert de ouderbetrokkenheid. Marjorie: ‘Iedereen kent elkaar, de directie kent de leerlingen bij naam.’ Dit alles bevordert de sfeer en de schoolresultaten, merkt Renée: ‘Dit jaar hebben we minder uitstroom van leerlingen. Zonder ouders is het lastig om tot deze resultaten te komen. Je hebt elkaar gewoon nodig.’ U
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 27
Techniek > SHELL-GASTLES OP VREEWIJKSCHOOL
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB ‘Kinderen laten zien hoe techniek kan B BBBBBB BBB BBB B Bleuk BBBB BBBBBB B Bzijn’ BBB
T Meer weten socialinvestment-nl@shell.com www.skills-juniors.nl
tekst Renate Mamber
Wat is allemaal van olie gemaakt? En hoeveel verschillende technische beroepen zijn er niet? Een medewerker van Shell gaf groep 7 en 8 van de Vreewijkschool een kijkje in de wereld van techniek, olie en gas. Een opmaat voor het bezoek van de school aan Shell Energy Lab in Ahoy een week later.
E
en half uur lang luistert de klas van Laura Riekwel aandachtig naar Jelle Uijttenboogaard, project manager bij Shell. ‘Benzine, kerosine en diesel zijn allemaal van olie gemaakt’, vertelt hij, ‘maar ook bijvoorbeeld kunststof en verf.’ Verder vertelt hij wat een eindje verderop op de raffinaderij in Pernis gebeurt en over het werk in een laboratorium en op een olieplatform. ‘Een olieplatform is ver van de bewoonde wereld, daarom heeft het geen zin om terug te gaan naar huis als je vrij bent. De medewerkers blijven een paar weken op het platform en werken vaak zeven dagen per week en twaalf uur per dag.’ Een jongen steekt zijn vinger op. ‘Maar ze zeggen dat je werk ook voor je plezier doet, maar dit lijkt me niet echt plezier.’ ‘Als je je werk interessant vindt en je doet het met leuke mensen dan heb je ook plezier’, vindt Jelle. ‘Bovendien ben je daarna weer een paar weken vrij en het betaalt goed.’ Jelle geeft ook voorbeelden van beroepen met gewone werktijden. Bijvoorbeeld het ontwikkelen en testen van apparaten die worden gebruikt bij de oliewinning. Op elk niveau, van vmbo tot vwo, zijn er technische beroepen te noemen. ‘Elektricien, installateur, proces operator, ingenieur’, somt hij op.
Proefjes % De kinderen maakten een wedstrijd van alle proefjes foto Petja Buitendijk
28 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
Jelle besluit met een filmpje over Shell Energy Lab. Dit evenement wordt dit jaar voor het laatst in Rotterdam gehouden en verhuist volgend jaar naar het buitenland. Jong en oud kunnen er via allerlei activiteiten kennismaken
met de wereld van techniek en wetenschap. De klas gaat er later die maand heen, maar Laura heeft ervoor gezorgd dat de leerlingen daar niet op hoeven te wachten. Met proefjes van Skills Juniors (een stichting ter promotie van beroepsonderwijs) kunnen de kinderen direct in de praktijk met techniek aan de slag. ‘Wat doet een opgewreven ballon met je haar, of met een waterstraal, of met een leeg blikje?’ vraagt Laura. ‘En hoe komt dat? En hoe moet je een ei inpakken wil je dat het heel blijft als het valt?’ Al snel is het een drukke boel met ballonnen en eieren. Alles wordt uitgeprobeerd. De kinderen maken er een wedstrijd van wie het haar het verst overeind kan laten staan en welk blikje het snelst kan rollen. ‘We proberen kinderen kennis te laten maken met een zo’n breed mogelijk scala aan onderwerpen’, licht Laura toe. ‘We zijn een school met leertijduitbreiding. Veel tijd gaat naar taal en rekenen, maar dat is niet het enige dat voor de ontwikkeling van kinderen nodig is. Daarom gaan we bijvoorbeeld naar de Wereldhavendagen, doen we mee aan het kinderdebat in het Stadhuis en de wedstrijden van Skills Juniors. Eigenlijk doen we alles wat binnen ons bereik en budget ligt.’
Enthousiast maken Laura vindt het belangrijk dat kinderen een idee hebben van welke beroepen er mogelijk zijn. ‘Rotterdam is een havenstad en we hebben een Scheepvaart- en Transport College en een hoop andere techniekopleidingen. Techniek is iets dat je op alle niveaus kan doen en waar de komende jaren zeker werk in is.’
' Techniek is iets dat je op alle niveaus kan doen’ Kinderen enthousiast maken voor techniek is eveneens de reden waarom Shell de gastlessen geeft en Shell Energy Lab organiseert. ‘We willen kinderen laten zien hoe leuk wetenschap en techniek kan zijn’, zegt Jelle. ‘Daarnaast wordt het steeds moeilijker om goed geschoold personeel te krijgen. We proberen jongeren daarom in techniek te interesseren wanneer ze een vakkenpakket gaan kiezen of het liefst nog daarvoor.’ Zelf werkt Jelle bij Shell in de automatisering. De gastles is voor hem een bijzondere afwisseling op zijn normale werk. ‘Ik vind het leuk om te zien hoe sommige kinderen op het puntje van hun stoel zitten te luisteren’, zegt hij. ‘En ze stellen leuke vragen.’ Na afloop van de les lijkt zijn missie geslaagd, mede dankzij de proefjes van Skills Juniors. ‘Techniek is leuk’, vinden de leerlingen bijna unaniem. Erza uit groep 7 ziet zich in de toekomst wel bij Shell werken, maar Noël uit groep 8 heeft zijn twijfels. ‘Het is erg milieuvervuilend.’ ‘Maar olie is wel heel belangrijk’, vindt Erza, ‘voor bijna alles.’ B Lees op onze website over de deelname van het Rotterdams team Phidippides aan de Shell Eco Marathon: www.romnieuws.nl/artikelen/shell-ecomarathon-bestaat-30-jaar.
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 29
Integraal Kind Centrum
‘ Werken vanuit één pedagogische visie die overal hetzelfde is’ voor stuk legitiem. Maar als je het voor het kind zo goed mogelijk wilt organiseren, is het belangrijk om alle disciplines bij elkaar te brengen in één centrum. En te werken vanuit één pedagogische visie die overal hetzelfde is.’ Vanuit die behoefte hebben de partners hun samenwerking in 2013 geïntensiveerd. Samen met KindeRdam zette Peuter en Co een voorschool op. Ook de samenwerking met de kinderopvang, het jeugdwerk en de basschool werd hechter. De wens van de gemeente om in de stad tien IKC’s neer te zetten, sloot daar perfect bij aan. In november 2014 werd de officiële aftrap gegeven en was IKC De Ontdekkingsreis een feit. Inmiddels zijn we een half jaar verder en worden de eerste voorzichtige vruchten geplukt.
Winst
> PILOT IKC OUDE NOORDEN WERPT VRUCHTEN AF
UAlle U Udisciplines U U U U Usamen U U Uin U UUUUUUUUUUUU Kind UIntegraal UUUUU U UCentrum UUUU
W
foto Petja Buitendijk
tekst Sanne van der Most Wat ze zelf eigenlijk al een tijdje deden, is sinds kort ook formeel vastgelegd. Het peuterwerk, het kinderdagverblijf, de basisschool én het jeugdwerk in het Oude Noorden werken als eerste in Rotterdam samen binnen één Integraal Kind Centrum. ‘Een groot voordeel’, vinden de partners. ‘Met elkaar halen we het optimale uit ieder kind.’
30 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 07 | 15
Integraal Kind Centrum (IKC) De Ontdekkingsreis staat in een wijk met een lage sociale index. Ruim 85 procent van de bewoners is van allochtone - voornamelijk Turkse en Marokkaanse - afkomst, er is een taalachterstand en het merendeel is laag opgeleid. Ook de autochtone populatie is over het algemeen laag opgeleid. VVE-partner Peuter & Co timmert al jaren flink aan de weg. ‘Door ontwikkelingsgericht te werken proberen wij jonge kinderen een betere basis te geven’, zegt Peuter & Co manager Bianca Fokker. De partners van Jeugdwerk Stichting Welzijn Noord, basisschool Het Plein en kinderdagverblijf en BSO KinderRdam hebben dezelfde ambitie. Deels mét elkaar, maar tot voor kort toch ieder vanuit een eigen visie en aanpak. Fokker: ‘Stuk
‘Hoewel kinderen behoorlijk flexibel zijn, is het toch wel fijn als ze wat meer eenduidigheid hebben’, merkt jeugdwerkmanager Josien Schenkels op. ‘Als het in iedere setting weer anders werkt en er onderling geen verbinding is, heeft niemand daar baat bij. Een eenvoudig maar treffend voorbeeld is dat van het konijn. Om kinderen iets van de natuur bij te brengen, hebben wij gezamenlijk een konijnenren. Die was uit zijn voegen gegroeid en hoognodig aan verbouwing toe. Op de basisschool zitten een paar behoorlijk lastige jongens. Toevallig was één van hen erg goed met het konijn. Toen we de ren gingen verbouwen hebben we die jongens gevraagd om te helpen. Drie dagen mochten ze weg uit de klas om mee te bouwen. Ze hebben ontzettend veel geleerd én hun eigen talenten ontdekt. Zonder die samenwerking en die doorgaande lijn, had de school dat nooit zomaar goed gevonden en waren we daar nooit achter gekomen.’ Ook in de KDV (Kinderdagverblijf)- en VVE-groepen wordt nu al winst behaald. ‘Sinds kort combineren wij een KDV-groep met een groep van Peuter & Co’, vertelt Jan Maarten Dank, clustermanager bij KindeRdam. ‘De taalontwikkeling van Peuter en Co kinderen wordt versterkt en onze KDVkinderen krijgen een bredere blik. Op termijn hopen we dat de ouders ook met elkaar
gaan mixen. Ze moeten elkaar echt gaan ontmoeten en dat stimuleren wij door het plannen van gezamenlijke middagen. De ouders zijn erg enthousiast. Ook die van het KDV. Ze willen allemaal graag een plek in die gemixte groep.’
Nooit de zee gezien De volgende stap is het ontwikkelen van een gemeenschappelijk ouderbeleid. De wereld van het kind kansrijker maken door de ouders te betrekken, is een belangrijk onderdeel daarvan. ‘Niet alleen die vanuit school, maar juist ook vanuit thuis’, merkt Schenkels op. ‘De meeste kinderen groeien op in een weinig kansrijke en niet stimulerende omgeving. Door verbinding met de ouders te maken, proberen we de leefwereld van de kinderen te verbeteren. En dan niet vanuit de bedreigingen en vanuit datgene wat niet goed gaat, maar juist vanuit die kansen. Sommige kinderen zijn nog nooit met de trein geweest of hebben nooit de zee gezien. We nemen ouders mee op dat soort uitstapjes en laten ze met eigen ogen zien welke waarden belangrijk zijn.’
Zo breed als we willen Het streven voor de toekomst? ‘Het moet allemaal nog wat meer geborgd worden’, vindt Schenkels. ‘Nu werken we nog iets te veel vanuit losse ideeën. Die moeten we beter borgen binnen de organisatiestructuur.’ Als alles wat steviger staat, is het ook de bedoeling om nog meer partners uit de wijk te betrekken. 'Opvoedadvies, het CJG en de buurtpartijen’, zegt Dank. ‘We kunnen het zo breed trekken als we willen.’ Ook Fokker heeft een helder toekomstbeeld: ‘Als je uitgaat van de norm, dan zijn heel veel kinderen verloren. Bij een IQ van 60 kun je nog zulke grote stappen maken, maar zet je die af tegen de norm, dan ben je nog nergens. Onze wens is een optimale ontwikkeling ten opzichte van hun eigen normen. En daar zijn we nu mee begonnen.’ U
07 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 31
S succes van:
tekst Ronald Buitelaar foto David Rozing
Lekker Fit!
In 2010 was er bij 44% van de vrouwen en 54% van de mannen in Nederland sprake van overgewicht. Cijfers die er niet om liegen. Toch lijkt in ons land een kentering op te treden, want onlangs maakte de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bekend dat het aantal mensen met overgewicht de komende jaren zal dalen. Opmerkelijk, omdat tevens verwacht wordt dat overgewicht in andere Europese landen verder zal toenemen. Als mogelijke verklaring wordt gewezen op lokale programma’s als Rotterdam Lekker Fit!, waarmee al jaren gewerkt wordt aan een gezonde leefstijl voor kinderen tot 14 jaar.
Woordvoerder Suzanne Baljon: ‘We hebben in mei weer de Lekker Fit! week georganiseerd. Een jaarlijks terugkerend evenement, waarbij we een week lang nog meer aandacht besteden op scholen aan gezonde voeding en bewegen. Het thema dit jaar was ‘Bewegen, altijd en overal’. Op de kleine honderd Rotterdamse scholen die Lekker Fit! zijn wordt al veel bewogen. In de Lekker Fit! week deden we daar nog een schepje bovenop. Belangrijk is ook dat kinderen én hun ouders inzien dat bewegen niet altijd hoeft te betekenen dat er in clubverband gesport wordt. Naar school lopen of fietsen, in de speeltuin spelen, na schooltijd voetballen, buitenspelen en in plaats van de lift de trap nemen is ook
bewegen. Een ander onderdeel van de Lekker Fit! week was de Lekker Fit! MOVE waarbij de vakleerkrachten op school elkaar uitdaagden om een leuke bewegingsactiviteit voor de eigen groep te bedenken, te filmen en via Facebook te delen. Een leuk onderdeel, waarbij steeds inventievere moves bedacht werden. Al met al dus weer een leuke, actieve week die heeft bijgedragen aan een gezonde en fitte leefstijl.’ S
www.facebook.com/rotterdamlekkerfit