ROM oktober 2015

Page 1

10_15 k De Ark van zwak tot dik voldoende k Goed op weg dankzij project Startbaan k Betrokken ouders op vakcollege De Hef >

- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine

Rotterdam aan de slag met onderwijskwaliteit

Groepsdynamiek in de gymles

Schoolscan kunst- en cultuuronderwijs

oktober _ nr. 10 _ jaargang 38


van de redactie

agenda

Eigen ideeën

9, 10 & 11 november ROTTERDAM

Het is oktober en dat betekent dat de eerste vakantie in het nieuwe schooljaar eraankomt. Echt een moment om even terug te kijken naar wat onderwijzend Rotterdam al ondernomen heeft sinds de start van het jaar. Het is duidelijk dat de stad niet stil zit. Om te beginnen hebben scholen en anderen zich ingespannen om goede en vooral opvallende plannen te maken voor de nieuwe schoolsubsidieregeling van Leren Loont! Als gevolg daarvan kunnen die Rotterdamse scholen nu aan de slag met precies dat wat ze vaak al langer wilden aanpakken, maar waar nooit geld voor was; hun eigen ideeën, waar ze zelf helemaal achter staan. Lees meer over deze schoolplannen in dit ROM op bladzijde 4. Hoewel dagblad Trouw suggereerde dat de schoolplannen vooral over taal en rekenen gaan, is niets minder waar. Scholen oriënteren zich bijvoorbeeld ook op kunst- en cultuureducatie en in dat verband is het interessant te lezen hoe de KCR schoolscan daarbij kan helpen: zie bladzijde 28. Voor het eerst op deze schaal en in de Burgerzaal van het stadhuis maakten we dit jaar een officiële opening van het schooljaar mee. Wethouder Hugo de Jonge sprak daar de driehonderd aanwezige leraren uit alle sectoren toe en wiskundeleraar René Kneyber, samen met Jelmer Evers auteur van ‘Het alternatief’ (‘Weg met de afrekencultuur in het onderwijs!’) riep de aanwezigen op een 'onuitstaanbare bemoeial' te zijn. Lees meer daarover op onze website via http://goo.gl/mPq1bJ. Dan had ik tot slot graag iets vermeld over de nieuwe Rotterdamse leraren van het jaar, om op te roepen daar allen een voorbeeld aan te nemen, maar wie dat zijn weet u als deze ROM verschenen is wel, maar ik nu nog niet. We wensen deze ambassadeurs van het onderwijs vanaf deze plek in ieder geval veel succes. We kunnen weer aan de slag.

www.deonderwijsdagen.nl

De Onderwijsdagen 16 & 17 november ROTTERDAM

Omgaan met seksuele, culturele en genderdiversiteit op de werkvloer www.rotterdamv.nl 27 november PAPENDAL

Het Congres www.hetcongres.nl 3 & 4 februari UTRECHT

IPON, Vakbeurs voor onderwijsinnovatie en ict www.ipon.nl 6 april GRONINGEN

De Gamification conferentie www.missionstart.nl/de-gamification-conferentie 25, 26 en 27 mei ROTTERDAM

Onderwijs Research Dagen www.ord2016.nl

Meer voor uw agenda op www.romnieuws.nl/agenda

Paul de Maat, hoofdredacteur

colofon Rotterdams Onderwijs Magazine onafhankelijk voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie en opleiding in Rotterdam. Gratis voor personeel van het Rotterdamse onderwijs 38e jaargang -- nr. 08 -- juli 2015 ISSN 1386 -- Verschijnt vijf keer per jaar -- Oplage 7000 Uitgave CED-Groep Redactie Monique van Alphen, Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofd- en eindredactie) Medewerkers Ronald Buitelaar, Cisca van Bommel (foto), Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Sanne van der Most, Marijke Nijboer, Ad Oskam (strip), Erik Ouwerkerk, Anne-Marie Plasschaert, Ineke Westbroek, Linda Zwegers Redactieadres Postbus 8639 -- 3009 AP Rotterdam -- telefoon (010) 407 14 69 e-mail rom@cedgroep.nl Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde

2|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

Het ROM is er ook als website. Met nieuws, artikelen, alle magazines van de laatste jaren en meer. Ga naar www.romnieuws.nl, blijf op de hoogte van alles wat van belang is voor het onderwijs in Rotterdam en abonneer u op onze nieuwsbrief.

Volg het ROM op Twitter @romnieuws, facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine en sluit je aan via Linkedin ‘Rotterdams Onderwijs Magazine’.


inhoud 02 agenda 06 28,5 miljoen voor onderwijsontwikkeling Directeuren over de plannen voor hun school

04_ KAMPIOENEN Elke leerkracht naar een hoger niveau R

08 estafette Zomerschool in plaats van doubleren?

10

mijn vak

Charon Beudeker: kansen zoeken en doorzetten

14 verder kijken dan de spelregels Sociale vaardigheden tijdens de gymles

16

de klas van

Patricia Kamp, onderwijs thuis

20_ SPELENDERWIJS LEREN Zelfstandige peuters door Monterssorionderwijs O

18 column Anne-Marie

Nieuw gebouw

18

Lancering Havenschool

wat ook nog gebeurde

19 succes van… HMC mbo vakschool hout-meubelinterieur

22 strip Ad Oskam

Vergeten groente

24 column Linda Zomervakantie 28 meer aandacht voor kunst en cultuur Schoolscan helpt creatieve koers bepalen

30 samen komen we ver Ouderbetrokkenheid op vakcollege De Hef

32 dubbelportret

24_ JONGENSDROOM Nieuwe kansen dankzij Startbaan R

26_ GROENTEWINKEL BIJ DE SCHOOL Leerlingen verkopen streekproducten O

‘Ik laat me leiden door wat er op mijn pad komt’

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|3


Teach like a champion

>T each like a champion

B B B B B B B B B B B B B B B ‘ E lke leerkracht gaat in BBBBBBBBBBBBBBB Bomhoog’ BBBBBBBBBBBBBB tekst Renate Mamber

Basisschool De Ark transformeerde in twee jaar van een zwakke school tot een school met een dikke voldoende. Volgens directeur Ingard Lachman voor een belangrijk deel dankzij het toepassen van de technieken van Teach like a champion. ‘Het is niet het enige dat we hebben gedaan, maar het zit wel overal in verweven.’

4|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15


O Bliksembeurt foto Petja Buitendijk

overgangen. We zijn een kleine school. We hebben veel combinatieklassen en het is belangrijk dat iedereen zelfstandig kan werken.’

Praktische handelingen Teach like a champion beschrijft in totaal negenenveertig van dit soort technieken. Praktische handelingen die leerkrachten kunnen inzetten om bijvoorbeeld de tijd effectief te besteden of de leerlingen actief bij de les te betrekken. De CED-Groep bracht het boek enige jaren geleden in de Nederlandse vertaling op de markt. ‘Het boek gaat echt over het vak lesgeven’, vertelt Carla van Doornen van de CEDGroep. ‘De schrijver heeft gekeken naar wat doen excellente leerkrachten, dus leerkrachten die onder alle omstandigheden goede resultaten weten te krijgen. In Amerika zijn er scholen helemaal ingericht volgens de technieken van Teach. Deze scholen staan in achterstandswijken, maar scoren beter dan scholen in veel betere wijken.’ Ook in Nederland worden de technieken veel gebruikt. Dat gebeurt volgens Carla in verschillende mate. ‘Er zijn leerkrachten die het boek hebben gelezen en hun collega’s erover vertellen, maar er zijn ook schoolteams die tot doel hebben een aantal van de technieken goed te beheersen.’

BB B B B B B niveau BBBBBBB BBBBBBB A

ls de tweede bel gaat staan de leerlingen van alle groepen opgesteld in de rij. Onder begeleiding van de leerkracht gaan ze rustig naar binnen. Bij de drempel geeft elke leerling de leerkracht een hand en gaat direct aan de slag met de begintaak die op het bord staat. Het is 8.46 uur, de school is net een minuut begonnen en alle klassen zijn al muisstil aan het werk. ‘Hier zie je drie basistechnieken van Teach like a champion’, vertelt Ingard Lachman. ‘De drempeltechniek, de begintaak en strakke

Visie Het team van De Ark heeft tot doel álle technieken goed te beheersen. Ingard wil dat De Ark een echte ‘Teach-school’ wordt. ‘Ik ben het zo eens met de visie van Teach dat elk kind kan presteren,’ zegt ze. ‘Het maakt niet uit waar je wieg staat. Het zegt niets over je intelligentie, maar misschien wel over je kansen.’ Ze wil graag alle kinderen op De Ark dezelfde kansen bieden. ‘Toen ik hier twee jaar geleden als directeur begon had ik twee speerpunten’, vertelt ze. ‘Het verhogen van de resultaten en de leerkrachtvaardigheden. Teach geeft voor het verhogen van de pedagogische en didactische kwaliteit heel praktische handvatten. Elke leerkracht gaat erdoor in niveau omhoog.’ Het team investeert fors om de doelen te bereiken. De leerkrachten volgen elke maand een training Teach like a champion. Elke keer leren ze een nieuwe techniek die ze

‘ Het maakt niet uit waar je wieg heeft gestaan’ eerst op elkaar uitproberen en daarna in de klas. Ze filmen het en bespreken wat ze zien. ‘Het is best pittig’, zegt Margreet de Ligt, intern begeleider en leerkracht van groep 7/8. ‘Maar de technieken die je veel gebruikt zijn al echt ingesleten. Daar hoef je niet meer bij na te denken.’ ‘En sommige technieken deed je al, maar die leer je nu bewust in te zetten’, vult haar collega Shirley Westervoorde, intern begeleider en leerkracht van groep 1/2 aan. Behalve hard werken, vindt ze de training ook gewoon leuk. ‘We wisselen filmpjes uit en kunnen zo bij elkaar in de klas kijken. Als je dat eenmaal gewend bent, voelt dat niet als een keuring maar meer als van elkaar leren. Je wordt een team.’

Actief meedenken Een van Margreets favoriete technieken is Iedereen schrijft. ‘Dat is een hele fijne. Dan stel ik een vraag en dan zitten alle leerlingen klaar om een antwoord op te schrijven. Anders dan wanneer je maar één leerling een beurt geeft, zie je dat iedereen zijn best doet om actief mee te denken.’ Shirley gebruikt in de onderbouw vaak de techniek Vraag en antwoord. ‘Je hebt er verschillende variaties op, maar het gaat erom dat je een vraag stelt en dat ze allemaal tegelijk een antwoord geven. En leuk dat ze dat vinden!’ Margreet en Shirley zien de effecten van de aanpak. ‘De resultaten gaan omhoog’, zegt Margreet. ‘Het geeft kinderen meer duidelijkheid en structuur. Ze weten wat er van ze wordt verwacht. Het stimuleert een actieve leerhouding. ‘En je wint er tijd mee’, zegt Shirley. ‘Alles gaat veel sneller. De tijd lekt niet weg.’ B

De Amerikaan Doug Lemov bekeek honderden lessen op succesvolle scholen. Wat hij de leerkrachten zag doen, bundelde hij tot negenenveertig technieken die hij beschreef in het boek Teach like a champion. Zie www.teachnederland.nl.

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|5


Schoolsubsidies

>Rotterdams onderwijs creatief aan de slag met onderwijsontwikkeling

gggggggggggggggg Gemeente geeft jaarlijkse kwaliteitsim gggggggggggggggg tekst Ronald Buitelaar

‘Goed onderwijs daagt uit, vormt, brengt talent tot ontwikkeling en maakt jongeren wendbaar en weerbaar op de arbeidsmarkt.’ Met die woorden besluit onderwijswethouder Hugo de Jonge een recente brief aan de gemeenteraad over de wijze waarop Rotterdamse scholen de komende vier jaar aan schoolontwikkeling doen. Opvallend daaraan is de variatie in plannen. Teamontwikkeling, loopbaanoriëntatie, techniekonderwijs, bredeschoolactiviteiten, aandacht voor meer begaafde leerlingen. Het komt de komende vier jaar allemaal aan bod op de Rotterdamse scholen. Het ROM sprak met een aantal schooldirecteuren over de plannen voor hun school.

Jezelf verkopen Elise Hernes is directeur van LMC Business scholen De Waal en G.K van Hogendorp. Beide scholen zetten de subsidie in om hun leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op bedrijfsleven en maatschappij door zich op ondernemende eigenschappen van leerlingen te richten. Elise: ‘Wij heten business-school maar dat wil niet zeggen dat onze leerlingen per se een eigen bedrijf moeten beginnen. Wel willen we een ondernemende houding bij ze ontwikkelen omdat ze daar sterker van worden. Als je daarmee pas in de bovenbouw begint ben je te laat, dus beginnen we in de onderbouw.’ Volgens Elise moeten leerlingen zich realiseren dat hun presentatie bepaalt in hoeverre ze een product of zichzelf kunnen verkopen. Een leerproces dat aan het einde van het tweede leerjaar uitmondt in het geven van een ondernemende les op hun oude basisschool. Elise: ‘Erg leuk om te zien hoe ze dan zichzelf en onze school presenteren en promoten. In de bovenbouw wordt op die basis voortgeborduurd door beroepspraktijk en onderwijs zoveel mogelijk met elkaar te verweven. Met succes ziet Elise: ‘Voor de leerlingen vallen de puzzelstukjes op hun plaats en het mbo is van mening dat onze leerlingen goed voorbereid zijn.’ g

6|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

Loopbaanoriëntatie en ouderbetrokkenheid ineen De Albert Plesmanschool, een basisschool in Ommoord, gebruikt de subsidiegelden om leerlingen met een vmbo-advies beter voor te bereiden op hun schoolkeuze. Henk-Piet Goudappel, locatieleider van de school, legt uit dat leerlingen met een havo- of vwo-advies meestal goed weten wat havo- en vwo-scholen te bieden hebben. Anders ligt dat met het vmbo. Ten eerste moeten daar nog vaak vooroordelen bij ouders geslecht worden, maar ook weten leerlingen zelden welke keuzes er te maken zijn. Zeker voor wat betreft de beroepsgerichte richtingen van het vmbo. Om dat te veranderen gaat de school vanaf dit jaar groep 8 laten voorlichten door mensen uit de beroepspraktijk en docenten van het mbo. Henk-Piet: ‘Zoals altijd vertellen we over de verschillende richtingen binnen het vmbo, maar dat maken we met hulp van mensen die het voor het beroep opleiden of het beroep uitoefenen nog tastbaarder. Neem bijvoorbeeld techniek. Daar kunnen leerlingen zich meer bij voorstellen als er een automonteur of een medisch onderhoudstechnicus over komt vertellen.’ De school gaat in eerste instantie bij ouders op zoek naar geschikte kandidaten en hoopt daarmee een dubbele slag te slaan: ‘Ouders zien hoe het op school en in de klas toegaat en leerlingen horen van elkaars ouders over beroepen. Loopbaanoriëntatie en ouderbetrokkenheid ineen.’ g


gggggggggg mpuls van 28,5 miljoen gggggggggg

A Aan de slag in de techniekles foto Jan van der Meijde

Techniekonderwijs als iets extra’s Zo gaan De Kralingsche school, Montessorischool Kralingen en Vrije School Vredehof hun leerlingen de komende jaren kennis laten maken met techniekonderwijs. Het idee komt van ouders van de Montessorischool Kralingen waar een leegstaand en opgeknapt koetshuis bij de school dé perfecte plek is voor een technieklokaal. Directeur Ronald Bakker van Montessori Kralingen was voor het idee te porren en wilde het avontuur aangaan als ook De Kralingsche School en Vrije School Vredehof zouden aanhaken. Directeur Frank Esser van De Kralingsche School is alleen al om die reden blij met de subsidie die de scholen via Leren Loont!

krijgen: ‘Voorheen ging het gemeentelijke subsidiegeld voor het grootste deel aan onze neuzen voorbij, maar nu kunnen ook wij iets extra’s doen.’ Volgens Frank was dit zonder subsidie niet mogelijk geweest: ‘Ik heb vanaf het begin aangegeven dat dit niet uit het reguliere budget bekostigd kon worden. Dat is nu al te krap.’ Het techniekonderwijs moet de komende vier jaar handen en voeten krijgen. Dit jaar wordt begonnen met een externe docent die de technieklessen zal verzorgen. De Stichting Techniek Onderwijs Rotterdam (STOR) ondersteunt het scholeninitiatief door fondsen te werven voor materialen en gereedschappen. g

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|7


Estafette

> Hoe voorkom je dat kinderen een niveau moeten zakken én een jaar

g gg ggggg gg gggg Idee: zomerschool voor afstromers gggggggggggggg tekst Marijke Nijboer

Welke vraag zou jij willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Frans de Jonge, trajectbegeleider bij het instroompunt van Albeda College, zijn vraag aan Martin van Zanten, directeur van de Toorop Mavo: ‘Wij zien veel ongediplomeerde leerlingen binnenkomen die op een vmbo-school met een breder aanbod vast een diploma hadden kunnen behalen. Kunnen vmbo-scholen daar niet samen een mouw aan passen?’

D

e Toorop Mavo in Rotterdam-Hillegersberg krijgt leerlingen binnen van maar liefst 72 basisscholen. Veel kinderen komen af op de specialisatiemogelijkheden. Veel profielen sluiten goed aan op vervolgopleidingen. ‘Maar wij staan ook bekend als een kleine, persoonlijke school met goede begeleiding,’ zegt directeur Martin van Zanten. ‘We krijgen daardoor ook veel kinderen met leerproblemen, zoals dyslexie en dyscalculie, en soms leerlingen die vanwege specifiek gedrag gericht naar ons worden doorverwezen. We zijn goed geworden in de begeleiding van deze leerlingen, maar waken voor het evenwicht. Ons succes moet niet tegelijk onze valkuil worden.’

W Frans de Jonge: ‘Waarom beginnen we niet een zomerschool?’

In deze aflevering van estafette wisselen een mavo-directeur en een mbo-trajectbegeleider hun ervaringen uit.

8|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

Afstroom Wanneer een onderbouwleerling op deze school het mavoniveau niet aan blijkt te kunnen, wordt meestal gekozen voor afstroom: doorstroom naar een lager niveau. Omdat de Toorop alleen mavo in huis heeft, wordt dan een andere school gezocht binnen of buiten het eigen bestuur. Dat verloopt doorgaans soepel. Als er afgestroomd moet worden, kan dat het beste gebeuren in de onderbouw. Vanaf de derde klas krijgen basis-, kader- en gl-leerlingen namelijk beroepsgerichte vakken. Blijft een derdejaars tl-leerling zitten, en concludeert de school dat het mavo-niveau te hoog gegrepen is, dan moet hij niet alleen een niveau terug, maar vanwege de praktijkvakken ook opnieuw naar de derde klas. ‘Dat is een lastige boodschap aan ouders,’ vertelt Martin.

Doorzettingsvermogen nodig Een derde- of vierdejaars tl-leerling kan ook overstappen naar de vavo (volwassenenonderwijs) ‘Maar daar is de kans op een diploma niet zo groot,’ heeft Martin gemerkt. ‘De vavo verwacht veel zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid.’


r moeten overdoen?

g gde gmavo ggggggg uit gggggggggg Frans de Jonge: ‘Gezakte tl-leerlingen kunnen ook het traject Alvast mbo’ gaan doen. Dan halen ze avonds de tl-vakken op waarvoor ze zijn gezakt, en beginnen ze overdag alvast met mbo-vakken.’ Martin: ‘Dat is zo, maar ook voor dat programma is veel doorzettingsvermogen nodig.’

Geen passende oplossingen Uitvallers uit de mavo die geen zin hebben om een jaar teruggezet te worden, en leerlingen die voor hun tl-eindexamen zijn gezakt, besluiten dan ook vaak om naar het mbo te gaan. Frans: ‘Maar daar komen ze als ongediplomeerde terecht op het Startcollege. Dat is niveau 1, zwaar onder hun niveau.’ Martin: ‘Er zijn geen passende oplossingen voor deze groepen. Doorstroom en opstroom worden steeds lastiger gemaakt. De inspectie-eisen en inrichting van het onderwijs zijn niet leerlinggericht.’ Terwijl zij het afstroomprobleem bespreken van de mavo 3-leerlingen die zowel een niveau moeten zakken als moeten doubleren, komen Frans en Martin op een idee: waarom beginnen we in Rotterdam niet met een zomerschool voor deze leerlingen? Martin: ‘Je geeft de afstromers een of twee weken lang beroepsgerichte vakken, zodat ze geen jaar over hoeven te doen.’

Onderdompelen in praktijkvakken De twee zien het helemaal voor zich: een programma van pakweg twee weken, direct na afloop van het schooljaar, of eind augustus, vlak voor de start van het nieuwe jaar. Uit heel Rotterdam kunnen leerlingen zich hier laten onderdompelen in praktijkvakken techniek, handel & administratie, of zorg & welzijn. Martin ziet nog een doelgroep: ‘Om de doorstroom van mavo naar havo te verbeteren, zou je geslaagden van tl tijdens hun lange vakantie ook een toeleidend programma kunnen bieden. Hier ligt ook een kans voor de ontvangende havo-scholen.’ g

‘ Geef de afstromers een of twee weken lang beroepsgerichte vakken, zodat ze geen jaar over hoeven te doen’

W Martin van Zanten: ‘De inspectie-eisen en inrichting van het onderwijs zijn niet leerlinggericht.’ foto’s Jan van der Meijde

De Brandende Vraag

Martins vraag aan een collega luidt: ‘Te veel kinderen die bij ons binnenkomen, blijken toch het niveau niet aan te kunnen. Hoe komt dat en hoe dringen we dat probleem gezamenlijk terug? Adviseren basisscholen te hoog om een kind een kans te geven? Speelt misschien mee dat onze curricula niet goed op elkaar aansluiten, is de overgang naar zoveel extra vakken te groot, of slagen wij er onvoldoende in om te differentiëren?’

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|9


Mijn vak

> Charon Beudeker over kansen zoeken en doorzetten

B B B B Bniet BBB BB BB BBBBBB ‘ J e kunt bij de pakken BBBBBBBBBBBBBBBBBB zitten’ Bneer B B Bgaan BBBB BBBBBBBBBB tekst Anne-Marie Plasschaert

De onderwijscarrière van Charon Beudeker is niet over rozen gegaan. Toch houdt zij nog steeds van het vak waar ze heel jong al inrolde. ‘Als een oud-leerling op straat tegen je zegt: “Ik ben zo blij dat ik van u Nederlands heb gehad”, dan doet dat je wat.’

10 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15


J ‘Ik wil jongeren leren dat het niet alleen gaat om ikke, ikke, ikke.’ foto Jan van der Meijde

‘ Ik heb wel eens aan mijzelf getwijfeld, maar daar ben ik overheen’

Charon laat zich daardoor niet uit het veld slaan. Ze kijkt goed rond, solliciteert en ziet haar kansen.

C

haron Beudeker (55) heeft dit schooljaar op Zadkine voor het eerst haar nieuwe studenten gezien als ze vertelt over het verloop van haar carrière. Ze is enthousiast over de tweedejaars studenten die ze in de introductieweek heel positief zag reageren op de volgens haar toch wat kinderachtige spelletjes. ‘Misschien wel omdat ze denken dat ze er in hun werk later wat mee kunnen’, concludeert zij. Samen met een collega gaat ze de lessen Nederlands verzorgen voor SPW-studenten van het Zadkine. Een tijdelijke baan, maar

Na de middelbare school gaat Charon naar het Christelijk Pedagogisch Instituut in Paramaribo, om daar de pedagogische academie te volgen. Ze haalt in 1981 haar diploma en vindt werk op een school in Albina bij de grens met Frans-Guyana. ‘Dat hield na drie jaar automatisch op, want dan werd je overgeplaatst naar een andere school; de eerste vier jaar altijd buiten Paramaribo’, zegt Charon. Ze gaat dan aan de slag in Moengo, waar zij is geboren, en vervolgens in Bernharddorp aan de weg tussen Zanderij en Paramaribo. ‘Het was destijds geen goed politiek klimaat en voor jonge mensen waren er weinig kansen’, vertelt ze zakelijk over de tijd waarin Desi Bouterse met een groep militairen een coup pleegt uit frustratie over jaren van corruptie en vriendjespolitiek. Dat verandert niet na de coup en de politieke situatie in Suriname komt zelfs steeds meer op scherp te staan. ‘Veel jonge mensen gingen het land uit’, gaat Charon verder. De migratie naar Nederland neemt op een gegeven moment zo’n vlucht, dat de Nederlandse overheid deze in 1981 een halt toeroept. ‘Mijn toenmalige vriend en huidige partner was toen al in Nederland’, vervolgt ze. ‘En in het kader van de hereniging kwam ik in augustus 1987 ook naar Nederland.’

Aan de slag De overgang van Suriname naar Nederland is niet zo groot voor Charon. Veel van haar familieleden wonen hier al en zij is regelmatig in Nederland op bezoek geweest. Maar wanneer zij hier als leerkracht aan de slag wil gaan, komt de grote domper: het Surinaamse diploma pedagogische academie wordt tot 1981 wel erkend en daarna niet meer. Charon verklaart: ‘Er vertrokken veel leerkrachten en docenten uit Suriname naar Nederland.’ Zelf herinner ik mij uit die tijd in Nederland grote demonstraties van docenten tegen de opgelegde schaalvergroting en toenemende werkloosheid in het onderwijs. ‘Het was zeker een teleurstelling’, zegt Charon kalm, ‘maar je kunt niet bij de pakken gaan neerzitten. In Suriname was ik al bezig met een handelsopleiding, dus ben ik op zoek gegaan naar een baan in de financiële administratie.’ Dat werk doet ze uiteindelijk tot 2009, vanaf 1990 bij de Hogeschool Rotterdam. Wanneer ze tijdens een reorganisatie bij de Hogeschool de kans ziet om alsnog een onderwijsopleiding te volgen, grijpt ze die kans met beide handen.

Doel In twee jaar tijd haalt ze haar diploma via een speciaal duaal traject voor hoogopgeleide allochtonen. Inmiddels is er dan weer een tekort aan leerkrachten en Charon gaat alsnog aan het werk in haar vak. Eerst in het >> 10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 11


T Charon Beudeker Zadkine SPW 010 44 33 500

>> basisonderwijs, vervolgens in het voortgezet onderwijs en uiteindelijk in het mbo. ‘Het loopt aldoor mooi gelijk met de leeftijdsfase waarin mijn eigen kinderen zitten’, zegt Charon positief. Maar een feit is dat zij vaak twee jaar ergens werkt om vervolgens te horen dat haar contract niet in een vast dienstverband wordt omgezet. ‘Natuurlijk heb ik wel eens aan mijzelf getwijfeld’, geeft zij desgevraagd toe, ‘maar daar ben ik overheen. Ik heb bij evaluaties wel gehoord “het heeft niets met uw afkomst te maken”, nou, dat zet je toch aan het denken. En nu ik boven de vijftig ben, lijk ik gewoon wel eens te duur.’ Ze heeft echter genoeg drijfveren om zich elke keer opnieuw met energie voor het onderwijs in te zetten. ‘Ik wil jongeren leren wat meer respect te hebben voor elkaar, ze bijbrengen dat het niet alleen gaat om ikke, ikke, ikke. En als ik dan ook nog eens door een Turkse jongen op straat wordt bedankt dat hij van mij les heeft gehad, dat ik hem tijdens de les heb weten te overtuigen hoe belangrijk het is om de taal te beheersen, zeker als je van buitenlandse afkomst bent, dan heb ik mijn doel bereikt.’ B

12 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

‘Ik houd van werken met mensen, kinderen, communicatie en kennisoverdracht’, zegt Charon Beudeker, kortom: onderwijs. ‘Twee van mijn zussen hebben ook een onderwijsopleiding gevolgd. Dat is ons door onze ouders met de paplepel ingegoten. Ik ging zelfs als baby mee naar school.’ Charons ouders werkten op een dorpsschooltje aan de Cottica rivier. De familie woonde naast de school. Ze namen de baby mee in een doos en zetten die in de hoek van de klas. ‘Toen de inspecteur een keer kwam kijken, lieten zij mij thuis want ze waren bang dat er opmerkingen over zouden worden gemaakt. Maar de inspecteur hoorde mij huilen en stelde voor dat ik in een doos in de klas zou worden gezet! Toen was mijn aanwezigheid dus ineens legaal’, vertelt Charon met veel plezier. ‘Dat was zo rond 1960, in die tijd werd er in Suriname nog echt tegen een leerkracht opgekeken.’


NIE U W

UM

UNMI E U W S

SSaam m

Sam

BE

G

10

ar

GR I P Dit schooljaar bestaat Nieuwsbegrip tien jaar. Sam Tien jaar waarin leerlingen op meer dan 6.000 scholen begrijpend lezen aan S amhand van teksten die hen nieuwsgierig maken naar wat er in de wereld de gebeurt. Daar zijn we trots op!

G RIP 10

JUBmS aIeLmt Lenexwer k ing im

Nieuwsbegrip wordt continu uitgebreid. Voor schooljaar ’15-’16 zijn de nieuwe onderdelen:

New swi se

Scholen ontvangen elke maand een en doe-opdrachten voor leerlingen om thuis verder te praten over het onderwerp en te werken aan woordenschat. Sam

!

10

Begrijpend leeslessen voor het vak Engels, met veel aandacht voor woordenschat. www.newswise.nl

SS NIE U W

vrolijke placemat met spelletjes, weetjes

(najaar 2015)

BE

a

M EU

Nie uw sbe gri p Th uis

De bestanden va n Nieuwsbegrip basis worden wek elijks geschikt gemaakt voor ge bruikers van Kurzweil (KES-bes tanden).

jjaa ar

S

BE

GRIP 10

ja a

r

ja

1010 jaar NIEUWSBEGRIP Jaar NIEUWSBEGRIP BE G RIP 10

BE

S

NIE UW

! ! 10 jaar Nieuwsbegrip!

j a ja a a rr

!

M M EU EU

JUBILE

S NIE U W

JUBILE

IBL JUJB U IL !

GRIP 10

rip team

het Nieuwsbeg

www.nieuwsbegrip.nl www.nieuwsbegrip.nl

Adv NB 21-09_190x270.indd 1

14-09-15 15:36 | 13 10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine


Gedrag in de groep

>Groepsdynamiek in de gymzaal op Scheepvaart College Rotterdam

B BpBschool B B B Bgelden BBBBB BB BBBBB ‘ O de wetten BBBBBBBBBBBBBBBBBBB de straat Bvan BBB BB B B B niet B B Bmeer’ BBBBBBB tekst Erik Ouwerkerk

Op het Scheepvaart en Transport College Rotterdam verlopen de lessen lichamelijke opvoeding net even anders: een veilig groepsgevoel is belangrijker dan de motorische vaardigheden. ‘We bereiden de kinderen voor op de maatschappij waarin ze straks zelfstandig hun weg moeten vinden. Gedrag weegt daar veel zwaarder dan de spelregels of techniek van bijvoorbeeld basketbal,’ aldus gymdocent Martien Visser.

14 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15


J Martien Visser: ‘Een simpel spel biedt al zoveel informatie.’ foto Petja Buitendijk

Want gebeurt dat niet…, dan geldt er in de groep al snel het recht van de sterkste of de grootste. De rest is daar dan de dupe van.’

Gedrag Lang stilzitten is er natuurlijk niet bij voor de pubers, dus is het al snel tijd voor het klassieke balspel ‘iemand-is-em-niemandis-em’. De toekomstige medewerkers in de transportsector, havens of scheepvaart stuiven uiteen en verspreiden zich door de zaal. ‘Kijk, dit spel lijkt op zichzelf weinig inhoud te hebben, dit doen ze op de basisschool ook’, vertelt Visser vanaf de zijlijn. ‘Maar kijk eens wat verder: wie gooit de bal keihard naar zijn klasgenoot en wie doet het rustig? En als iemand af is, loopt hij dan zelf naar de bank of kijkt hij eerst of ik het gezien heb? Welke spelers eisen de bal op? Wordt er samengewerkt ? Een simpel spel biedt al zoveel informatie over iemands gedrag in de groep…’

BBB BBB BBB M

artien Visser zit tegenover de leerlingen van 2G in de gymzaal, met grotendeels bekenden voor de 34-jarige leraar. ‘Wie weet wat het belangrijkste is in deze les?’ vraagt hij tijdens de eerste adempauze van de eerste gymles van het jaar. ‘Plezier’ oppert een leerling. ‘Samenwerken’ probeert zijn klasgenoot. ‘Dat komt er heel dichtbij’, complimenteert de leraar. ‘Het belangrijkste in deze les is gedrag. Als het goed gaat in de groep, kan ieder kind zich veilig voelen, is er respect over en weer en let je op je buurman en jezelf. Daar werken we aan.

Voor de volgende oefening nemen de leerlingen op volgorde van maand en dag van geboorte plaats op de lange bank in de zaal. ‘Kijk, allebei geboren in januari’, merkt hij op. ‘Wist je dat al?’ De tieners weten volgens de docent in trainingspak binnen de kortste keren wat de verschillen zijn in merk sneakers, lengte, voetbalclub en afkomst maar kijken zelden naar de overeenkomsten. ‘Je hebt meer met elkaar gemeen dan je denkt, en daar moeten jullie mee aan de slag: zo krijg je begrip voor elkaar’, spreekt hij zijn klas toe.

Maatschappij Terwijl de jongens elkaar opnieuw proberen af te gooien, vertelt Visser verder zonder de jongens uit het oog te verliezen. ‘Deze jongens groeien op in drie domeinen: school, thuis en op straat. Hier op school bereiden we ze voor op de maatschappij, en dan gelden de wetten van de straat niet meer, maar komt het aan op overleg en een sterke persoonlijkheid. Dat krijg je niet zomaar voor elkaar: eerst creëren we een veilig groepsgevoel. Daar zijn m’n collega’s en ik zeker tot de herfstvakantie mee bezig. Zit het met de

groepsdynamiek eenmaal goed, dan kunnen we de sociale vaardigheden steeds verder uitbreiden en verdiepen.’ De gymleraar spreekt al snel in de wij-vorm en vertelt over de samenwerking met zijn vakcollega’s. Ze overleggen en bespreken samen wat ze doen en houden de mentor op de hoogte van de ontwikkelingen in de gymzaal middels observatieformulieren. Ook aan collega’s van andere vakgebieden draagt hij het belang van een gezonde groepsdynamiek graag uit: ‘Het zorgt voor een stevige en prettige basis voor verdere creatieve en cognitieve processen in de les.’ Samen met een collega heeft Visser de werkwijze op papier gezet zodat andere leraren het makkelijker op kunnen pakken en ook ‘de buitenwacht weet wat er gaande is.’

Navolging Wat ontstond uit betrokkenheid en nieuwsgierigheid is uitgegroeid tot een methode die handen en voeten heeft gekregen en onder meer via Passie op Zuid – initiatief van vier schoolbesturen op Zuid om innovatieve docenten met elkaar te verbinden – navolging krijgt. De leerlingen houden zich daar echter niet mee bezig: na afloop van de les antwoordt Jordi op de vraag wat hij van de les vond: ‘Het was heel leuk. In het begin wel rommelig, maar dat kwam vooral door ons.’ De reflectie op het eigen (groeps) gedrag is aan het begin van het schooljaar in ieder geval al in gang gezet. B

‘ Eerst creëren we een veilig groepsgevoel’

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 15


De klas van > DE KLAS VAN Patricia Kamp

B B B BKamp, B B Bthuisonderwijzer B B B B B B B Bvan BB BB Patricia een BBBBBBBBBBBBBBBBBBB gezin met zes kinderen in Pendrecht BBBBBBBBBBBBBBBBBBB

tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde

Dit is een bijzondere aflevering in de serie: De klas van…. In Rotterdam zijn een aantal gezinnen waarvan de kinderen niet naar school gaan, maar thuis door een of beide ouder(s) onderwezen worden. Patricia Kamp vormt met haar man en zes kinderen een van die gezinnen. Samen met hun zoons en dochters - van 12, 10, 8, 6, 4, en een baby van enkele maanden – wonen zij in de pastorie van een voormalig kerkgebouw. Daar onderwijzen zij hun kinderen en zijn ze als gezin actief met jeugd- en maatschappelijk werk. ‘We spelen hier geen schooltje, maar leren onze kinderen leren. Wij stellen minimumeisen, waardoor ze weten wat er van ze verwacht wordt en vrij zijn om hun schoolwerk te plannen zoals zij dat willen. Het grote voordeel ten opzichte van een school is dat ik de instructiemomenten over de hele week kan uitsmeren. ’s Morgens vroeg, overdag, ’s avonds of in het weekend. Het maakt niet uit, in overleg kunnen we alles regelen. Voor de kinderen is het prettig dat ze zelf kunnen bepalen wanneer ze met hun taken aan de slag gaan. Zo gaan de jongens het liefst eerst voetballen of voor ridder spelen. Schoolwerk doen ze als ze hun energie kwijt zijn. De meiden doen het precies andersom. Die gaan soms al in hun pyama aan de slag

16 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

met hun schooltaken, zodat ze daarna vrij zijn. Naast de bekende schoolvakken als lezen, taal en rekenen en voor de oudsten ook vakken als Duits en Frans besteden we veel tijd aan natuur, kunst, geschiedenis en bijvoorbeeld componisten. We doen dat laatste vooral in gezinsverband en richten ons qua aanbod altijd op de oudste kinderen. De jongere kinderen pikken er dan vanzelf het nodige van mee. Zo’n bijeenkomst als vandaag waar een boswachter over de otter komt vertellen doen we bewust met meer

Jedidja (4): ‘Ik vind het leuk dat iedereen in mijn huis me kan helpen en nu ik ziek ben kan ik toch naar school.’

gezinnen en met alle kinderen. Ten eerste omdat we als groep meegedaan hebben aan een kleurwedstrijd van de waterschapspartij ‘Water Natuurlijk’ en daarmee het bezoek van de boswachter hebben gewonnen. Maar ook omdat het de banden met elkaar verstevigt. De meeste kinderen kennen elkaar van andere bijeenkomsten en hebben weer eens gelegenheid om bij te kletsen en met elkaar te spelen. En ook voor de ouders is het goed om elkaar van tijd tot tijd te zien en ervaringen uit te wisselen.’


B B B

Manoah (6): ‘Ik vind thuisonderwijs fijn en leuk omdat ik bij mama kan zijn. En ik vind het ook leuk dat ik al Engels en Chinees mag doen.

Eva-Lianne (12: ‘Ik vind het leuk om thuis onderwijs te krijgen omdat ik in mijn eigen tempo kan werken. Ik kan bijvoorbeeld eerst mijn rekentaak afmaken zodat ik daarna tijd heb om te dansen. We hebben elke week opdrachten die we minimaal af moeten hebben, maar kunnen die zelf plannen. Tussendoor heb ik taakjes in huis, zoals opruimen. Als er jeugdclub is (twee maal per week – red.) help ik mee.’

Sefanya (10): ‘Thuisonderwijs is voor mij en mijn vriendinnen heel normaal dus als mensen er eens meer over zouden lezen vinden ze het misschien ook niet meer zo raar en hoef ik niet steeds te vertellen wat ik ervan vind.’

T Heeft of doet u iets speciaals in of met uw klas of kent u een ‘bijzondere’ klas? Geef het aan ons door. Misschien staan u en uw klas een volgende keer in de spotlight.

Cemal (8): ‘Ik vind thuisonderwijs fijn want ik hoef niet door de regen naar school en ik vind het leuk dat mama spellingslesjes maakt over voetballen en vissen. Dat is leuker dan lessen in de boeken.’

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 17


Nieuw gebouw Vorig jaar schreef ik wel eens over de barre omstandigheden waaronder wij met onze studenten werkten op een tijdelijke locatie, als gevolg van de ‘Grote Verbouwing’. Toen was het adagium: dit duurt maar een jaar. Nu, na in totaal twee jaar verbouwen, zijn de hekken rondom het enorme complex zo goed als weg en de eerste dagen van dit schooljaar keken we onze ogen uit in het nieuwe gebouw. Een klein soort ‘Centre Pompidou’ met zichtbare buizen, betonnen balken, de roltrappen, glazen wanden en kabelbomen. Niet iedereen is enthousiast, maar ik hou wel van zo’n naked building. Inmiddels zijn we vertrouwd met ons nieuwe onderkomen en de eerste kanttekeningen worden hoorbaar, want met een mooi gebouw is al het leed nog niet geleden. Zo moet in de ene vleugel de luchtcirculatie nog worden geregeld en dus staan wij als vanouds badend in het zweet wanneer de buitentemperatuur net iets boven de achttien graden komt. Onze nieuwe thuisbasis lijkt net zo krap als die van vorig jaar en we zitten er inmiddels wel met zestig studenten. Het multifunctionele tv-scherm is te klein om al die studenten op te laten koekeloeren, kasten kunnen niet op slot en ‘onze eigen’ vaklokalen zijn met name in gebruik bij andere opleidingen. Ondertussen bedel ik bij collega’s voor overlegtafels, zijn er niet genoeg prullenbakken en ontbreekt de zeepdispenser bij de toilet-

Anne-Marie ten. De digitale conferenceset waarmee studenten met externe opdrachtgevers kunnen overleggen en wij met onze studenten op stage, is op de verkeerde verdieping gemonteerd. En zo kan ik het lijstje met grote en kleine zaken aanvullen. Wanneer ik over de ongenoegens begin, hoor ik steevast: wordt aan gewerkt. En dat is zichtbaar. Overal zie je medewerkers van externe bedrijven of onze diensten facilitair en IT rondsjouwen, boren, slijpen, verplaatsen en nog meer verhuizen. Voor ons is het nog even doorbijten, overpeins ik, terwijl ik tevreden met de roltrap omhoog zoef tot vlak naast onze lokalen en denk aan vorig jaar: met te veel mensen in een te klein, oververhit, vaak weigerend liftje naar de vijfde. Al met al hoor je mij niet klagen, leve het nieuwe gebouw! P.S. ook leuk, elke dag een nieuwe verrassing: vandaag kregen wij zeep!

Journaliste Anne-Marie Plasschaert is docent journalistieke vaardigheden en communicatie & pr in het mbo.

Wat ook nog gebeurde

Havenschool Op 4 september werd in Hotel New York de Havenschool gelanceerd. Basisscholen OBS de Toermalijn en OBS Duo 2002 hebben dit initiatief genomen om de haven een prominente plek binnen hun onderwijs te geven. De scholen zochten samenwerking met verschillende externe partners (Scheepvaart- en Transport College, Maritiem Museum, Hogeschool Rotterdam, Port of Rotterdam, Loodswezen, Wereldhavendagen, Gemeente Rotterdam) en met hen wordt binnenkort een intentieovereenkomst getekend. Kinderen van beide basisscholen gaan in de Havenschool allerlei activiteiten ontplooien waarmee ze zich goed op een toekomstige baan in de haven, óf daarbuiten, voor kunnen bereiden. W foto Cisca van Bommel

18 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15


S succes van: HMC mbo vakschool

hout-meubel-interieur

tekst Ronald Buitelaar

HMC mbo vakschool hout-meubel-interieur, ook wel bekend als het Hout- en Meubileringscollege, heeft na de zomervakantie haar intrek genomen in een nagelnieuw schoolgebouw. De nieuwbouw staat pal naast het inmiddels gesloopte oude gebouw en de werkplaatsen en praktijkruimtes, die dit jaar gerenoveerd worden. Oudleerlingen en docenten werden intensief bij de nieuwbouw betrokken. Locatiedirecteur Denny Terlouw:

‘W

e zijn heel blij met dit nieuwe schoolgebouw waarin onze kernwaarden, creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap, op allerlei manieren terug te zien zijn. Omdat we graag een bruisende leeromgeving willen waarin leerlingen samenwerken aan praktijk- en leeropdrachten, speelden de beleving en ervaring van onze creatieve opleidingen en de prachtige producten die we jaarlijks maken, een belangrijke rol bij de realisatie. We vonden het erg belangrijk dat onze (oud)-leerlingen en docenten mee konden denken over de nieuwbouw. De docenten hebben zich onder andere bezig gehouden met het interieur, waarbij ze al het meubilair hebben uitgekozen of nieuw meubilair hebben ontworpen. Zo zijn er speciale tafels ontworpen voor de lessen met de grafische programma’s en de interieurlessen. (Oud)-leerlingen hebben diverse interieurelementen gemaakt, zoals de receptiebalie die gemaakt is van een echte boomstam en een catwalk tafel van maar liefst 12,5 m²,

die uit de vloer lijkt te groeien. Ook zijn de 23 bomen die op de plek stonden waar de nieuwbouw is gekomen na de kap geschikt gemaakt om te gebruiken als meubilair. In het nieuwe gebouw staan nu vergadertafels en wandplanken van bomen uit het park voor de school. Op deze manier hebben we met elkaar een totaal nieuwe school ontworpen, die bestaat uit een combinatie van hergebruik en nieuwbouw.’ F

W Catwalk tafel, ontwerp van (oud-)leerlingen

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 19


Peutermontessori

tekst Anne-Marie Plasschaert

Groep 0 van de peuterspeelzaal aan de Korfmakersstraat heet sinds vorig schooljaar Het Peutermontessori. Kinderen van 2 tot 4 jaar besteden er hun dag volgens de richtlijnen van het Montessori-onderwijs. ROM nam een kijkje bij deze voor Rotterdam bijzondere peuterspeelzaal.

> Het Peutermontessori

B BeBkinderen B B B B Bhebben BBBBBB BBBB ‘ D niet BBBBBBBBBBBBBBBBBB ze iets leren’ Bdoor B B Bdat BBB BB BBB BBBBBB

H

et is een oase van rust op donderdagochtend in het Peutermontessori. Een peuter speelt met een spons in de waterbak. Een ander speelt met gekleurde knijpers. Weer een ander maakt met een verfroller figuurtjes op papier. ‘Dit is typisch Montessori’, zegt pedagogisch medewerker Mirjam te Boekhorst. ‘Geen klassikale lessen, geen grote kring, alleen soms een kleine. Alle kinderen doen een eigen werkje en iedereen doet dat op zijn eigen niveau.’

Zelfstandigheid De kasten in het lokaal zijn laag en hebben een overzichtelijke hoeveelheid speelgoed. ‘Alles is op kindhoogte’, vertelt Mirjam. ‘De kinderen kunnen overal bij. Dat bevordert de zelfstandigheid. We doen niet te veel tegelijk in de kast. Om de tijd wisselen we de werkjes. De plaatjes van het speelgoed staan erbij, zodat de kinderen het zelf kunnen terugzetten.’

20 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

Terwijl de anderen spelen, pakt een peuter een banaan van de kast en begint hem te pellen. ‘Als het goed is gaat ze straks netjes aan tafel zitten om hem op te eten’, voorspelt Mirjam. Ze krijgt gelijk. Na het eten gooit het meisje de schil in de prullenbak, pakt een doekje van de kast en veegt haar mond af. ‘Kinderen mogen bij ons eten wanneer ze willen. En ze doen het helemaal zelf.’ Als de kinderen even willen rennen, lopen ze naar het gymlokaal ernaast. Daar hebben ze alle ruimte en storen ze de kinderen die een werkje doen niet.

Training Deze rustige zelfredzaamheid is niet vanzelf gekomen. Ailine Lopes, Mirjams collega, werkt al zes jaar bij de peuterspeelzaal en ze herinnert zich dat het vroeger rumoeriger was. Sinds de Montessori-training vorig jaar is het langzaam veranderd. ‘Het is rustiger geworden’, zegt ze. ‘Niet in een keer, maar geleidelijk.’

Tijdens de training kregen de pedagogisch medewerkers een paar weken lang coaching op de groep. Ailine: ‘Daardoor ben ik anders naar de kinderen gaan kijken. Vroeger schoot je meteen te hulp bij alles en nu neem je meer afstand. Je kijkt eerst hoe het gaat. Als iets niet lukt, komen ze zelf wel naar je toe. De kinderen krijgen meer vrijheid en die vrijheid leidt naar zelfstandigheid.’ Mirjam heeft dezelfde ervaring. ‘We waren heel sturend en nu veel meer afwachtend. Eerst een kind goed observeren voor je beslist wat je gaat doen.’

Doorgaande lijn Het Peutermontessori is een samenwerking tussen Montessorischool De Korf en Peuter & Co. Het doel is de doorgaande lijn van de


T Meer weten www.peuterenco.nl

W foto Petja Buitendijk

peuterleeftijd naar de basisschool te versterken, een nog betere samenwerking tussen de leerkrachten en pedagogisch medewerkers en een nog makkelijkere doorstroming van de kinderen naar groep 1 te realiseren. ‘Alles wat wij doen is in lijn met de basisschool’, zegt Mirjam. ‘Het aanbod van de woordenschat is hetzelfde. We hebben dezelfde thema’s. We doen gezamenlijke uitstapjes, hebben dezelfde observatiemethode en gezamenlijk overleg.’ Mirjam ziet dankzij de Montessori-aanpak betere resultaten. ‘Montessori en de doelstellingen van groep 0 gaan goed samen’, zegt ze. ‘De kinderen hebben niet door dat ze iets leren, maar ze doen het wel door al die werkjes die ze doen. De werkjes zijn onze leidraad. Alles om de kinderen heen

is met de doelstellingen verweven. En we doen alles individueel, zodat we meer doelen bereiken.’ Ze ziet dit ook terug in de observaties. ‘Die vallen hoger uit. En we krijgen van de leerkrachten van groep 1 te horen dat de kinderen veel meer kunnen.’ Rond elf uur komen de ouders hun kinderen halen. ‘Qua educatie vind ik het hier echt geweldig’, zegt de moeder van een zoontje van drie. ‘Mijn dochter heeft hier ook op school gezeten en dat wilde ik mijn zoon niet ontzeggen.’

Plezier ‘Ik heb zelf op De Korf gezeten’, zegt de moeder van een andere peuter. ‘En ik kom hier voor de lesstof. Ze leren vanaf het begin

zelfstandig te zijn. Ik heb zelf gemerkt hoeveel plezier je daar later van hebt. De mavo was voor mij heel makkelijk.’ Niet voor alle ouders is de Montessori-aanpak doorslaggevend. ‘Ik woon hier op de hoek,’ zegt een moeder. ‘Het is zo dichtbij en het zijn zulke lieve juffen.’ B

‘ Vroeger schoot je meteen te hulp, nu neem je eerst wat afstand’ 10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 21


Vergeten groente

L!nda Linda Zwegers is lerares in de onderbouw op een Rotterdamse basisschool

Zomervakantie Als de zomervakantie nadert, merk je dat aan de kinderen, of de kinderen merken dat aan jou en dat laten ze merken, dat kan ook... in ieder geval merken ook de ouders het. Je ochtend start met steeds meer ouders die zeggen: ’Hij heeft slecht geslapen’, ’Ze is wat onrustig’, ’Is hij in de klas ook zo opstandig?’ Zowel op mijn eigen school als op de school van mijn zoon hoor ik het de ouders tegen elkaar zeggen: ’Het is tijd voor vakantie, ze zijn moe’ en dat klopt ook wel. Zeker met flink warme dagen kunnen de kids aan het eind van de dag helemaal op zijn, nergens meer zin in hebben, en hun concentratieboog is behoorlijk kort. Er wordt sneller gehuild en meer ruzie gemaakt. Iedereen kijkt uit naar de vakantie. Ouders verheugen zich al op reisjes naar het buitenland en alle andere leuke dingen die gepland staan. De laatste keer dat je de kinderen de school uit laat gaan staan ouders breed lachend hun kind op te wachten, je geeft handen, knuffels en wenst iedereen een fijne vakantie. Heerlijk, het is begonnen... De eerste schooldag na die heerlijke vakantie sta je daar weer als leerkracht. Na een paar weken vrij – maar toch ook wel al bezig met opzoeken van leuke dingen voor in de klas en de laatste week volop voorbereiden – fris bruin, uitgerust met een fijn lunchpakketje en je tas vol grootse plannen. Kinderen komen een tikkeltje nerveus binnen, maar ook vol goede moed. Eigenlijk staan ze te dringen om hun nieuwe klas te zien, maar bij velen houdt de spanning ze tegen om naar binnen te stormen. Ouders aan de deur melden nu: ’Ja hij vond het wel spannend’, ’Ze heeft vannacht niet zo heel goed geslapen’, ’Hij vroeg na drie weken alweer wanneer hij weer naar school mag.’ En nu hoor ik weer op mijn eigen school en de school van mijn zoon de ouders op de gang: ‘Het werd tijd voor school, ik ben er moe van.’ Linda Zwegers

22 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

door Ad Oskam


Verder lezen op romnieuws.nl Rotterdam opent onderwijsjaar met inspirerende bijeenkomst Op 27 augustus is het Rotterdamse schooljaar feestelijk geopend. Dat gebeurde dit jaar voor het eerst. In het stadhuis sprak wethouder Hugo de Jonge over de leraren in Rotterdam, die steeds zelfbewuster worden. Wiskundeleraar en schrijver RenĂŠ Kneyber vertelde over zijn ideaalbeeld om het systeem om te draaien. Lees het hele verslag via: http://goo.gl/IyvH9r

Deze ROM-editie digitaal lezen Het ROM digitaal lezen kan ook! Het hele magazine is in PDF-formaat te lezen via: www.romnieuws.nl/magazines/rom-201510

Meld u aan voor de ROM-nieuwsbrief Maandelijks verschijnt er een nieuwsbrief met nieuws over het onderwijs in Rotterdam. Ga voor aanmelding en reeds verschenen nieuwsbrieven naar: www.romnieuws.nl/nieuwsbrieven

Rotterdams onderwijs krijgt jaarlijks 28,5 miljoen voor kwaliteitsverbetering Met het collegeprogramma Leren loont! kunnen scholen en besturen zelf meer keuzes maken, die ten goede komen aan de kwaliteit van hun onderwijs. Het Rotterdamse college levert daar een bijdrage aan door jaarlijks 28,5 miljoen beschikbaar te stellen. In deze editie van ROM is al te lezen hoe een aantal scholen deze subsidie inzet. Lees verder hoe dat gaat op De Klaver Carnisse, Olympia College, Calvijn Vreewijk via: http://goo.gl/l6ZlGL

LUCINDAHECBERT@DEPRINSENTOREN.NL

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 23


Werkkansen

> Startbaan2 helpt jongeren met werk en opleiding

c ccccc c c c cbij ccccccc Nieuwe kansen ccccccccccccccccc Rotterdam The Airport c cccccc c cHague cccc cccc tekst Ineke Westbroek

Zijn jongensdroom om tussen vliegtuigen te werken is uitgekomen. Azhar Khodabaks (23) werkt als beveiliger bij Securitas op Rotterdam The Hague Airport, na afronding van het scholings- en werkgelegenheidsproject Startbaan. Meer jongeren vonden hun weg dankzij Startbaan, in 2013 uitgevoerd door Rotterdam The Hague Airport, in samenwerking met verschillende partners. Het project wordt dit jaar vervolgd met een uitgebreid en vernieuwd Startbaan 2.

24 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

D

oor een verkeersongeluk verloor Azhar zijn voorgaande baan als beveiliger. Zijn rug was beschadigd, hij werd tijdelijk arbeidsongeschikt verklaard. Na revalidatie zat hij werkloos thuis: ‘Ik wilde weer in de beveiliging werken. Het liefst bij vliegtuigen, van kleins af aan mijn grote droom. Ik werd eerder afgewezen door het beveiligingsbedrijf op Rotterdam The Hague Airport. Toen ik naar banen ging googlen vond ik project Startbaan en pakte mijn kans.’

Zonder startkwalificaties Sinds 2004 voeren Rotterdam The Hague Airport en de Politie Eenheid Rotterdam projecten uit om jongeren, die niet over de benodigde startkwalificaties beschikken,


O Azhar: ‘Ik vind het mooi dat ik mijn jongensideaal kan verwezenlijken. ’ foto Petja Buitendijk

‘ Zij komen erachter waar zij goed in zijn. In die richting kunnen zij zich verder oriënteren’

luchthavenbedrijf. Ze krijgen vakinhoudelijke begeleiding en instructies van instructeurs van de verschillende afdelingen uit de deelnemende organisaties. Een mentorenteam van de Politie Eenheid Rotterdam zorgt voor de dagelijkse persoonlijke begeleiding. Voor het traject na afloop van het project zorgt de Gemeente Rotterdam, in samenwerking met mentoren van De Jonge Krijger, een organisatie die jongeren naar opleiding en werk begeleidt.

Carrouselmodel

kansen te bieden op werk of een opleiding. Startbaan 2 is hier het vervolg op. Andere toonaangevende Rotterdamse samenwerkingspartners zijn de Gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf, het Scheepvaart- en Transport College (STC) en het Korps Mariniers. Aan het project nemen twintig jongeren deel tussen de 18 en 30 jaar, die zijn geselecteerd op motivatie. Azhar is een van hen. Eigenlijk kwam hij niet in aanmerking met een diploma op mbo 2. Maar men maakte een uitzondering vanwege zijn enorme enthousiasme tijdens het selectiegesprek. Tijdens het project doorlopen de jongeren vijf weken lang praktische modules, waaronder verschillende facetten van het haven- en

‘Luchtvaart heeft mij altijd geboeid,’vertelt Azhar. ‘Ik zoek er van alles over op. Het hele proces van start tot landing, met de mens als beperkende factor.’ Het traject past daarom goed bij hem. Middels een ‘carrouselmodel’ maken de jongeren kennis met alle afdelingen van de luchthaven. Zo leren zij ‘marshallen’ (met rode batjes vliegtuigen naar een parkeerpositie leiden), volgen de valkenier, die roofvogels inzet om vogels bij de vliegtuigen te verjagen, en helpen zij bij de vliegtuigcatering. ‘Op deze manier komen zij erachter waar zij goed in zijn, vertelt JanWillem Perdon, manager operationele dienst van de luchthaven en projectleider Startbaan 2, ‘in die richting kunnen zij zich verder oriënteren.’ Daarnaast krijgen deelnemers trainingen op het gebied van computervaardigheden (Word), sollicitatietechniek en bedrijfshulpverlening waaronder brandbestrijding en EHBO. Voor al deze cursussen krijgen zij deelcertificaten of deelnamebewijzen. De Politie Eenheid Rotterdam verzorgt een module en organiseert de selectie. Bij het STC kunnen deelnemers zich oriënteren

op beroepskeuze, (vervolg)opleidingen, en maken zij kennis met havenvakken. Het Korps Mariniers zorgt voor de module algemene vorming, die discipline, structuur en samenwerking in teamverband inhoudt. Deelnemers die alles hebben gehaald, krijgen een certificaat voor de opgedane basisvaardigheden.

Mooie kisten Baangarantie biedt Startbaan niet: het draait om zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Deelnemers worden geacht zelf initiatief te nemen bij het vinden van werk of opleiding. Ook daarin begeleidt De Jonge Krijger hen, in opdracht van de Gemeente Rotterdam. Kansen krijgen zij op de banenmarkt, die de Gemeente Rotterdam met De Jonge Krijger na afronding van het project in samenwerking met alle projectpartners organiseert. ‘Ze leggen contacten en bouwen zo een netwerk op’, schetst Jan-Willem Perdon, ‘de praktijk leert dat wie positief opvalt, sneller kans op werk heeft.’ Dit geldt voor het merendeel van de deelnemers van eerdere edities van Startbaan, die werk vonden bij onder andere de beveiliging en de bagageafhandeling. Azhar vindt het mooi dat hij zijn jongensideaal alsnog heeft kunnen verwezenlijken. Voor het raam van de luchthaven wijst hij geestdriftig naar de geparkeerde vliegtuigen: ‘Al die mooie kisten en ik kom er zó dichtbij. Ik mag zelfs in de cockpit! Ik ben blij dat ze mij een tweede keer gezien hebben bij Rotterdam The Hague Airport, en mij een nieuwe kans gunden.’ c

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 25


Winkel runnen

tekst Anne-Marie Plasschaert

VSO de Hoge Brug startte vorig schooljaar een groentewinkel binnen het concept Rechtstreex. Binnen dit concept komen alle groenten van boeren uit de buurt. Een winwincombinatie: de leerlingen leren allerlei praktische vaardigheden en de buurtbewoners kunnen dicht bij huis duurzame producten kopen. Er zijn al plannen voor een tweede winkel.

> Leerlingen de Hoge Brug werken in eigen winkel

BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB

‘Je ziet ze groeien’

O

p vrijdagochtend is het druk in de Hoge Brug, een middelbare school voor zeer moeilijk lerende jongeren in het oude noorden. Het lokaal direct naast de ingang is ingericht als een groentewinkel. Juf Rini Treurniet en de leerlingen Sarina, Koray, Imane en Ilhem helpen de ene na de andere klant. ‘Wat is uw naam mevrouw?’ vraagt Sarina beleefd. ‘Anita’, zegt de klant. Sarina weet in het rek direct de juiste bak te vinden waar de bestelling klaar ligt.

Klantenkring In een jaar tijd heeft de winkel een aardige klantenkring weten op te bouwen. Niet alleen leerkrachten en ouders van leerlingen, maar vooral ook mensen uit de buurt. De klanten bestellen hun groenten thuis via de website van Rechtstreex. Vervolgens worden de producten bij boeren in de buurt ingekocht

26 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

en naar de winkel gebracht. Daar sorteren de leerlingen de groenten en zetten ze de bestellingen klaar. ‘Vroeger was er een verkooppunt van Rechtstreex in de buurttuin, maar dat is dichtgegaan,’ zegt Anita die samen met haar kleindochter elke week inkopen komt doen. ‘Ik vond dat jammer want ik koop graag duurzame groenten. Ik ben blij dat ik nu hier terecht kan.’ Een andere buurvrouw vindt het een mooi initiatief. ‘Ik zie de leerlingen altijd langs mijn deur lopen. Des te leuker als je op deze manier een band kunt opbouwen met de school en de buurt. De leerlingen doen het heel goed. Je ziet ze groeien. Ook de groenten zijn veel beter dan uit de supermarkt. Je proeft het verschil.’

Contact De klanten moeten even wachten voor ze hun spullen mee naar huis kunnen nemen,

want Imane loopt de bestelling nog eens na. Vanaf de computer leest ze alle bestelde producten op. Sarina pakt ze op en geeft ze aan de klant. Sommige groenten moeten nog worden gewogen. Koray weegt netjes een kilo tuinbonen af. In de tussentijd hebben klanten en leerlingen gelegenheid om eens een praatje te maken. ‘Het concept van Rechtstreex is ook bedoeld om mensen in de buurt weer in contact te laten komen met elkaar,’ zegt Rini. ‘En natuurlijk om op een duurzame manier, met zo min mogelijk tussenpersonen, de groenten van het land bij de klant te krijgen. Dus geen appels uit Nieuw Zeeland, maar gewoon van hier uit de buurt. Het is een Rotterdams concept, en zelfs winnaar van


T Meer weten www.rechtstreex.nl www.vsodehogebrug.nl

B B B

de Aardig Onderweg Award 2015 Ondernemen én de publieksprijs. Voor ons is het een uitstekend middel om de buurt in de school te krijgen.’

Zelfstandig Rini’s collega Marko Janson vertelt dat de winkel een goede manier is om de jongeren allerlei vaardigheden te leren. ‘Met klanten omgaan, kennis over producten, veilig werken en voorraadbeheer,’ somt hij op. ‘De school beschikt al over zeven branchegroepen waarin de jongeren stap voor stap zelfstandig leren werken. We hebben bijvoorbeeld schoonmaak, horeca en groenvoorziening. Dit jaar was de startfase van de winkel. Vanaf volgend jaar wordt het een

volwaardige branchegroep met een leerlijn voor zeer moeilijk lerenden.’ Vanwege het succes van de winkel zijn er plannen een tweede winkel te openen in het centrum van de stad, in het oude wijkcentrum Odeon. ‘Dat wordt dus een winkel buiten de school,’ zegt Marko. ‘We willen daar ook de branchegroepen schoonmaak, montage en onderhoud onderbrengen. Dan leren de jongeren zelf naar hun werk te reizen en op tijd te zijn. Dat is de volgende stap naar zelfstandigheid. De laatste stap is bijvoorbeeld stage lopen bij de Albert Heijn.’

Vakkenvuller Die stap heeft Koray al op eigen initiatief gedaan. ‘Ik ben zelf naar de winkel gegaan

W In de winkel leren de leerlingen van de Hoge Brug allerlei vaardigheden foto Petja Buitendijk

en heb gesolliciteerd als vakkenvuller,’ zegt hij. Hij denkt dat hij zijn baantje mede te danken heeft aan het werk in de schoolwinkel. ‘Ik heb veel geleerd. Hoe je mensen moet helpen en wegen en zo.’ Ook de andere leerlingen zeggen veel te hebben geleerd. ‘Hoeveel een pond is en allerlei soorten groenten aan de klanten geven,’ zegt Ilhem. ‘En bij het inpakken moeten de aardbeien boven,’ weet Sarina. ‘Wat zwaar is moet onder en wat licht is moet boven.’ B

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 27


Kunst en cultuur

> Cultuureducatie op een hoger plan

ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ‘ Schoolscan KCR helpt scholen nade ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ over wat ze willen en waar ze staan’ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ tekst Sanne van der Most

Door de nadruk op taal en rekenen, schiet kunsten cultuuronderwijs er de laatste jaren nogal bij in. Jammer, vinden veel basisschoolleerkrachten, want er is zo veel meer. De schoolscan cultuureducatie helpt scholen bij het bepalen van een nieuwe creatieve koers én laat zien dat opbrengstgericht en kunstzinnig onderwijs prima samengaan. Zo’n veertig Rotterdamse basisscholen ondergingen er al een.

28 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15


O foto Petja Buitendijk

op ‘t Prisma hebben gebruikt. Alle leerkrachten zijn geïnterviewd over hoe zij tegen kunst en cultuur aankijken, of ze ideeën hebben en eventueel talenten die ze op school willen inzetten.’

Geen standaardpakket Wil Walvis, consulent bij het Kenniscentrum Cultuureducatie (KCR) - waar de schoolscan ruim drie jaar geleden werd opgezet - herkent Van Dijks verhaal. ‘Kunst en cultuur is een essentieel onderdeel van onze samenleving. Creativiteit, momenten dat goed en fout geen rol spelen, ruimte voor eigen initiatief en voor divers denken komen bij rekenen en taal weinig aan bod.’ ‘Wij bieden geen standaardpakket waar ze mee verder kunnen. De schoolscan creëert draagvlak voor kunst- en cultuuronderwijs en geeft inzicht in de mogelijkheden en beperkingen binnen een school,’ legt collega Sanne Helbers uit, verantwoordelijk voor de marketing en communicatie bij het KCR.

Niet op één lijn

ZZZZZ enken ZZZZZ ZZZZZ T

oen directeur Henk van Dijk van OBS ‘t Prisma in Hoogvliet zelf op de lagere school zat, ging hij elke maand met de klas wel ergens naar toe. ‘Tegenwoordig is het meer prestatiegericht. Iedereen moet natuurlijk leren lezen, schrijven en rekenen. Maar wij willen onze kinderen ook laten ontdekken wie ze zijn, waar ze goed in zijn en wat ze later willen. Dat kan alleen met kunst- en cultuuronderwijs.’ Als nieuwe directeur op ’t Prisma wilde Van Dijk hier verandering in brengen. De schoolscan kende hij al van zijn vorige school. ‘Een geweldig instrument, dat we ook

Josien de Geus en Stephanie Brandt zijn ‘schoolscanners’. Vanuit hun achtergrond als fotograaf/beeldend kunstenaar en blokfluittiste/onderwijskundige vormen zij samen met nog een collega het team dat de scholen langsgaat en de gesprekken voert. ‘De redenen om een schoolscan te willen, zijn heel divers’, vertelt Brandt. ‘Een nieuwe directeur die meer wil doen met kunst en cultuur bijvoorbeeld. Of scholen die al heel uitgebreid bezig zijn met kunst- en cultuureducatie maar nog niet echt één lijn hebben.’ Na een startgesprek houden de scanners interviews van ongeveer een half uur met elke medewerker. ‘Daar komen vaak verrassende dingen uit over de organisatie en het team’, zegt De Geus. ‘Ieder spreekt vrijuit over zijn passies en ideeën.’ Zo komt het bijvoorbeeld voor dat leerkrachten ontdekken dat er ruimte is om hun eigen talenten in te zetten in de klas. Of dat het schoolbestuur geen idee had van de overige talenten binnen het team, maar er graag iets mee wil doen. Het eindresultaat, de schoolscan zelf, is een verslag met aanbevelingen over waar de school staat en hoe ze hun kunst- en cultuuronderwijs naar een hoger plan kunnen brengen of beter kunnen integreren in de

bestaande lessen. Daarnaast is het proces zelf heel belangrijk. De Geus: ‘De school denkt na over waar ze staan en hoe ze verder willen met kunst- en cultuuronderwijs, aansluitend bij de visie van de school. Zodra wij de scan hebben afgeleverd, laten wij als scanners de school los. De school gaat er zelf mee verder of wordt daarin begeleid met een vervolgtraject vanuit het KCR en een culturele instelling.’

Kennis en talent Terug naar OBS ‘t Prisma. ‘Het eindverslag heeft ons concrete handvatten opgeleverd om verder te gaan’, zegt directeur Van Dijk. ‘Voor ons zijn de 21st century skills, waaronder netwerken en samenwerken, heel belangrijk. Hier zijn we nu mee begonnen. Onze drie locaties maken nu veel meer gebruik van elkaars kennis en talent, zoals een leraar die goed fotografeert en eentje die stijldansles geeft. We integreren de expressieve vakken nu in de cognitieve vakken. Een rap met net geleerde woordjes bijvoorbeeld. Want wat leuker is, blijft langer hangen. Natuurlijk is dat een hele uitdaging. Gelukkig werken we hierin samen met professionele organisaties als ‘Stel je voor’, een samenwerking tussen Villa Zebra, Maasstad Theater en het KCR. Binnenkort krijgt elke klas een uur per week dans, drama en beeldende les van een professionele creatieve docent. En dan dus geïntegreerd in het taal-, lees-, en rekenonderwijs. In maart en april doen we dat weer. De leerkracht moet zich eigen maken wat die docent doet en dat als het ware overnemen zodat hij het de volgende keer zelf kan doen.’ Tot 2017 kunnen scholen de Schoolscan kosteloos inschakelen. Z

‘ Uit de schoolscan komen vaak verrassende dingen’ 10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 29


Ouderbetrokkenheid

> Intensieve oudercontacten op Rotterdams Vakcollege De Hef

c cccc ccccccccccc ‘ Gcebruik deskundigheid ccccccccccccccccc resultaten’ couders c c c cvoor c cbetere cccc cccccc tekst Ineke Westbroek

Rotterdams Vakcollege De Hef verving de tienminutengesprekken en de traditionele informatieavonden voor een intensief traject waarin mentoren, ouders en leerlingen nauw samenwerken om tot optimale schoolprestaties te komen. Weinigen geloofden dat directeur Selma Klinkhamer ouders binnen zou krijgen. Toch zijn nu bijna alle ouders bij school betrokken.

A ‘ Het regelmatige overleg geeft ouders een vertrouwd gevoel. Leerlingen presteren beter, zijn zich bewust van hun kwaliteiten’ 30 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 15

ls brugklasser op een nieuwe school durfde zij niemand te groeten. Het liefst was Güzide voor iedereen onzichtbaar. Samen met haar ouders en haar mentor zocht zij naar manieren om zelfverzekerder te worden. Daaruit ontstond het idee om haar een paar eenvoudige gymlessen te laten geven aan haar klas: rondjes rennen, partijtje basketbal. In het begin was Güzide bloednerveus: ‘Ik moest lachen, de tweede keer ging het beter.‘ Güzide, nu vierdejaars op De Hef (sector Zorg) straalt zekerheid en standvastigheid uit: ‘Doordat ik het vertrouwen kreeg op eigen benen te kunnen staan, kreeg ik algauw vriendinnen en durfde presentaties te geven voor de klas. ’ ‘Dit bewijst dat ouders, school en leerlingen elkaar behulpzaam kunnen zijn’, vindt haar vader Murat Cakmak, die blij is met het regelmatige overleg: ‘samen komen we heel ver.’

Vredestijd Een chaos trof Selma Klinkhamer, toen zij vier jaar geleden begon als directeur van De Hef. ’Een onveilige sfeer, waarin regelmatig werd gevochten, bedreigd en gestolen. Ouders waren nauwelijks betrokken’, omschrijft zij de situatie. Dit veranderde toen de school verhuisde naar nieuwbouw in de Slaghekstraat: ‘Iedereen had hoge ambities om De Hef te veranderen in een school met een warme, veilige, stimulerende sfeer.’ De Hef deed als pilotschool mee aan het promotieonderzoek van pedagoog Mariëtte Lusse (lector Hogeschool Rotterdam) naar ouderbetrokkenheid binnen het VO en het MBO. Op basis van de aanbevelingen van


T Meer informatie secretariaat@rvcdehef.nl

J Mentor, ouder en leerling regelmatig met elkaar in gesprek foto Petja Buitendijk

leerling aan ouders en mentor, waarop ouders volgens Klinkhamer trots zijn: ‘We nodigen gedurende het schooljaar alle ouders en hun kinderen uit. De tienminutengesprekken gingen te veel uit van problemen en tekortkomingen en duurden veel te kort.’

Vooroordelen

Lusse en met hulp van socioloog Iliass el Hadioui ontwikkelde de school een concept dat ouders, leerlingen en docenten met elkaar verbindt. De tienminutengesprekken over rapporten maakten plaats voor loopbaanoriënterende gesprekken van een halfuur tussen mentoren, ouders en leerlingen. Tijdens het eerste mentor-ouder-leerlinggesprek spreken leerlingen met ouders en mentor af aan welke punten zij het komende schooljaar gaan werken, en welke taak de drie partijen daarin vervullen. Dit gebeurt in de eerste schoolweek, in ‘Vredestijd’, zoals Iliass el Hadioui het noemt. ‘ ‘Dan is er nog niets aan de hand en staat iedereen open tegenover elkaar’, verklaart Klinkhamer de term. ‘De leerling gaat als

hoofdpersoon en verantwoordelijke van het leerproces het gesprek zelf aan, wil bijvoorbeeld voor een bepaald vak een hoger cijfer halen. De mentor organiseert extra ondersteuning op school en de ouder ondersteunt thuis door bijvoorbeeld te overhoren. Het door de drie partijen ondertekende plan kunnen ze bij wijze van spreken aan de koelkast hangen.’ Bij de nieuwe aanpak, met veel aandacht voor loopbaanoriëntatie, gebruikt de school subsidiegeld voor Leertijdverlenging. Binnen de ‘pedagogische driehoek’ school-oudersleerling worden beroepskeuzes besproken en leerlingen begeleid aan de hand van een digitaal portfolio, dat zij zelf samenstellen. Daarbij hoort een presentatie door de

De pessimisten die voorspelden dat ouderbetrokkenheid op De Hef wegens desinteresse zou falen, kregen ongelijk, constateert Klinkhamer: ‘De meeste ouders zijn betrokken, dankzij de persoonlijke relatie die wij met hen aangaan. Daarmee doorbreken we vooroordelen over desinteresse. Welke ouder wil niet dat hun kind succesvol is? Je krijgt ze binnen door gebruik te maken van hun deskundigheid. Zij maken hun kind dagelijks mee, weten het beste hoe het in elkaar zit.’ De aanpak wordt mede mogelijk gemaakt door de leertijduitbreiding, die De Hef kreeg toegewezen. Klinkhamer merkte dat docenten moesten wennen aan de extra uren: ‘Maar ze zagen al gauw dat het de investering waard is en het zich terugbetaalt.’ ‘Het regelmatige overleg geeft ouders een vertrouwd gevoel’, constateert Manon van Kerkhof, docent gymnastiek, Leefstijl en loopbaanoriëntatie, en mentor van klas 1. ‘Leerlingen presteren beter, zijn zich bewust van hun kwaliteiten. Ze zijn zo trots op wat ze kunnen laten zien, dat ze er extra tegenaan gaan. Het eenrichtingverkeer van de tienminutengesprekken is vervangen door goede interactie.’ c

10 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 31


v Dubbelportret :

tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde

Judith en Max Hameeteman

Hoe reis je naar school? Max: ‘Ik reis meestal met bus en metro naar school en kan af en toe met mijn vader meerijden. Ik vind dat erg fijn want het geeft ons tijd om rustig bij te praten.’ Judith: ‘Wij stonden volledig achter zijn beslissing en zagen vanaf de eerste dag dat hij het prima naar z’n zin had en het reizen niet bezwaarlijk was.’ Wat vind je leuk aan school? Max: ‘Mijn vorige school telde zo’n 1500 leerlingen. Ik voelde me daar een nummer. De Thv heeft zo’n 550 leerlingen waardoor iedereen elkaar kent en je elkaar makkelijk aanspreekt.’ Judith: ‘Ik vind de Thv een fantastische, open en positieve school waar de lijntjes kort zijn en waar je als ouder overal van op de hoogte wordt gehouden en bij betrokken wordt.’ Wat mis je? Max: ‘Ik zou het eigenlijk niet weten. Ik merk dat medeleerlingen wel eens kritisch op kleine zaken zijn, maar weet uit ervaring dat het niets is, vergeleken met andere scholen.’ Judith: ‘Ik mis eigenlijk niets, maar zie wel mogelijkheden om de Thv een nog interessantere school te maken door bijvoorbeeld keuzevakken als Spaans of Chinees aan te bieden of door het mogelijk te maken om Natuur en Techniek en Economie en Maatschappij als profiel te combineren.’ Over welke school- en onderwijsonderwerpen praten jullie thuis? Max: ‘Over van alles. Hoe het op school was, wat ik gedaan heb, wat ik meegemaakt heb.’ Judith: ‘Ik zit in de klankbordgroep van school en weet daardoor al meer dan de gemiddelde ouder, maar het blijft leuk om al die verhalen van school te horen.’ Heb je (veel) huiswerk en heb je er hulp bij nodig? Max: ‘Ik vind het zeker niet te veel, maar probeer het zo te plannen dat ik niet in de problemen kom als ik druk met een productie ben.’ Judith: ‘Hij regelt het goed en had eigenlijk alleen in de eerste klas ondersteuning nodig.’ Bereidt de school je op de juiste manier voor op de wereld van de toekomst? Max: ‘Er worden wel activiteiten zoals een beroepenmiddag georganiseerd, maar het helpt mij onvoldoende om een idee te krijgen van wat een geschikte vervolgopleiding is.’ Judith: ‘Ik denk dat de decaan een grotere rol zou kunnen spelen in de keuze voor een vervolgstudie.’ Voel je je als leerling en ouder serieus genomen als gesprekspartner? Max: ‘Zeker. Ik kan mijn verhaal goed kwijt op school.’ Judith: ‘De school geeft ouders de ruimte en stimuleert leerlingen om kwesties zelf op te lossen.’ Wat zijn je dromen voor later? Max: ‘Aangenomen worden op de Theaterschool! Lukt dat niet direct, dan laat ik me leiden door wat er op m’n pad komt.’ Judith: ‘Ik hoop dat hij zijn talenten gebruikt, doet wat hij leuk vindt en daarin gelukkig wordt.’

Max (17) woont met moeder Judith, vader Stefan en zus Kim (14) in Brielle. Max bezocht de eerste drie leerjaren het vwo bij de Maerlant scholengemeenschap in Brielle en stapte daarna over naar 4vwo bij de Theaterhavo/vwo (Thv) in Rotterdam. Max verdeelt zijn tijd tussen school en theaterproducties van het Hofplein- en Eftelingtheater. Tussendoor probeert hij te sporten. Hoewel hij woont in Brielle, speelt zijn sociale leven zich voornamelijk af in Rotterdam. Judith is werkzaam als stewardess bij de KLM, waardoor zij iedere twee weken een paar dagen in het buitenland zit.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.