BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 3
Inhoud Voorwoord.................................................................................................................................................. 5 Inleiding ..................................................................................................................................................... 7 Hoofdstuk 1: Opbrengstgericht werken met kleuters ................................................................................ 9 Hoofdstuk 2: Het Onderwijscontinu端m en werken in 4D.......................................................................... 15 Hoofdstuk 3: De cyclus van opbrengstgericht werken met kleuters ........................................................ 21 Hoofdstuk 4: Praktijkvoorbeeld; aan de slag met de cyclus van opbrengstgericht werken: taal ............. 41 Hoofdstuk 5: Praktijkvoorbeeld; aan de slag met de cyclus van opbrengstgericht werken: rekenen ...... 63 Hoofdstuk 6: Opbrengstgericht werken met peuters ............................................................................... 81 Begrippenlijst .......................................................................................................................................... 91 Bijlagen.................................................................................................................................................... 95 Bijlage 1: Doelenlijsten rekenen .............................................................................................................. 96 Bijlage 2: Voorbeeldplanning rekenen ................................................................................................... 104 Geraadpleegde literatuur ...................................................................................................................... 109
3
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 4
Kleutersprongen
4
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 5
Voorwoord Het kleuteronderwijs is anders dan het ‘schoolse leren’ vanaf groep 3. Maar maakt dit dat opbrengstgericht werken er ook anders uitziet? Ik denk deels. Het proces zal hetzelfde zijn, maar de inhoud zal verschillen. En dat laatste sluit prima aan bij de diversiteit aan visies en onderwijskundige aanpakken die ik in kleutergroepen in het land tegenkom. Maakt dit opbrengstgericht werken daarmee populair in de groepen 1 en 2? Ja en nee. Het hangt af van de betekenis die je er aan geeft. Opbrengstgericht werken kan een (erg) negatieve betekenis hebben. Ik chargeer: ‘er bij elk kind uitpersen wat er inzit, ongeacht de emotionele gevolgen...’ Zo is het natuurlijk niet bedoeld. De grenzen van wat toelaatbaar en mogelijk is, worden bepaald door rijping en door het welzijn van een kleuter. Die grenzen overschrijden we niet. Opbrengstgericht werken is het opzoeken van grenzen om daarmee alle talenten van leerlingen te ontplooien. En met alle verwijs ik naar de brede ontwikkeling. Deze betekenis klinkt al heel anders. In de kern gaat opbrengstgericht werken om het nastreven van doelen die op schoolniveau zijn afgesproken. De focus ligt hierbij altijd éérst op wat je wilt gaan bereiken. En daarna op de manier waarop je dat voor elkaar gaat krijgen. Een leuke les is niet altijd een geslaagde les. Het kan immers zijn dat je de doelen niet hebt bereikt. Leuk is een middel om leerlingen betrokken te houden zodat ze leren wat jij voor ogen hebt. Of: wat jij met je leerlingen hebt afgesproken, want dat kan natuurlijk ook! Met respect kijk ik naar hoe er in kleutergroepen wordt lesgegeven. Als geen ander stáán kleuterleerkrachten voor hun vak. Wat in de kleutergroepen wordt aangeleerd, is wezenlijk voor de rest van de schoolloopbaan van een leerling. Een hiaat dat hier is opgelopen, betekent later vaak een struikelblok. Hogere opbrengsten realiseren is een (politieke) eis waar we relatief weinig invloed op hebben. Tegelijkertijd levert de vrijheid van onderwijs ons op dat we hieraan zelf invulling kunnen geven. Dus: het kader komt van buiten, maar de inhoud bepaal jij, vanuit jouw visie op goed kleuteronderwijs. Wijnand Gijzen, Rotterdam, september 2012
5
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 6
Kleutersprongen
6
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 7
Inleiding Deze publicatie gaat over opbrengstgericht werken met kleuters. Van scholen wordt verwacht dat ze de prestaties van alle leerlingen maximaliseren, dus ook als leerkracht van groep 1 en 2 heb je daar mee te maken. Het onderwijs aan kleuters is tenslotte van grote invloed op de rest van de schoolloopbaan. Als leerkracht van groep 1 en 2 werk je vanuit een bepaalde visie. Dat kan ontwikkelingsgericht, ervaringsgericht, programmagericht of een combinatie hiervan zijn. Dit verandert niet door opbrengstgericht te werken. Het kader is opbrengstgericht werken, maar de inhoud bepaal je samen met je collega’s. Vanuit je visie en vanuit je kennis over welke aanpak effectief is, bepaal je hoe je gestelde doelen binnen een bepaalde periode kunt bereiken. Je gebruikt observaties en toetsen om te kijken of je deze doelen haalt. Als leerkracht vind je het waarschijnlijk belangrijk om te weten wat het effect is van je handelen op de kleuters. Een deel van de scholen is aan de slag gegaan met opbrengstgericht werken. Er zijn bij de CED-Groep publicaties verschenen over opbrengstgericht onderwijs, maar niet specifiek bedoeld voor leerkrachten van de groepen 1 en 2. Directies, intern begeleiders en onderwijsadviseurs krijgen echter signalen van leerkrachten dat daar wel behoefte aan is. Hoe ziet opbrengstgericht werken met kleuters eruit? Daarom richten we ons in deze publicatie op leerkrachten in de groepen 1 en 2 van basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs. Bas de Koning schrijft in het artikel Opbrengstgericht werken, passend onderwijs (In de klas, 2011) dat het vooral in de onderbouw vaak nog niet zo gebruikelijk is om planmatig en doelgericht te werken. De leerkrachten denken vooral vanuit activiteiten in plaats vanuit doelen. Doelgericht en planmatig werken leidt tot het verhogen van de leerprestaties van de leerlingen. Dat blijkt onder andere uit ervaringen van scholen die op deze wijze zijn gaan werken. Het geeft leerkrachten veel houvast, er is een duidelijke structuur die richtinggevend is. De invulling vindt plaats vanuit de eigen visie en creativiteit van de leerkrachten. Ook uit een onderzoek dat de Inspectie van het onderwijs publiceerde (Opbrengstgericht werken in het basisonderwijs, 2010), bleek dat de leerprestaties van de leerlingen toenamen door doelgericht en planmatig werken. Het Ministerie van Onderwijs vraagt van scholen om opbrengstgericht passend onderwijs te bieden aan alle leerlingen (Toezichtkader PO/VO, 2011). Opbrengstgericht werken wordt omschreven als het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. Dit houdt in dat je: • doelen formuleert; • het onderwijsaanbod beschrijft;
7
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 8
Kleutersprongen
• gegevens verzamelt tijdens en na uitvoering van je aanbod; • deze gegevens analyseert; • je gevolgde werkwijze eventueel bijstelt. Elke school is vrij om een bepaald onderwijsconcept te kiezen. Je bent echter wel verplicht je te verantwoorden voor het onderwijs en de resultaten. Van de kant van de inspectie worden daarbij een aantal aandachtspunten aangegeven. Zo dient er op school sprake te zijn van een doorgaande lijn. Dat betekent dat de groepen 1 en 2 werken met een beredeneerd en vastgelegd aanbod dat aansluit op de leerinhouden van groep 3. De prestaties en de ontwikkeling van alle leerlingen worden gevolgd met een leerlingvolgsysteem, ten minste op het gebied van taal en rekenen. Dit omvat toetsen en structurele observaties in groep 1 en 2. De resultaten op groepsniveau worden op overzichtelijke wijze geregistreerd en geanalyseerd. Deze analyses worden vervolgens gebruikt om conclusies te trekken over de leerinhouden, de onderwijstijd en het didactisch en pedagogisch handelen voor de volgende periode. Je kijkt op systematische wijze of je inspanningen hebben gewerkt. Je wilt weten of dat wat je hebt gedaan past bij de kleuters in je groep en effect heeft. In deze publicatie beschrijven we een kader voor opbrengstgericht werken met kleuters. In hoofdstuk 1 geven we onze reacties op een aantal veelgehoorde uitspraken van leerkrachten in de onderbouw over opbrengstgericht werken. In hoofdstuk 2 wordt het Onderwijscontinuüm en werken in 4D beknopt toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt de cyclus van opbrengstgericht werken met kleuters besproken. In hoofdstuk 4 volgen we een leerkracht die samen met de intern begeleider aan de slag gaat met het analyseren van data na afname van de middentoets Taal voor kleuters. In hoofdstuk 5 volgen we twee leerkrachten van een andere school die na afname van de eindtoets Rekenen voor kleuters de cyclus van opbrengstgericht werken doorlopen. Wanneer de cyclus duidelijk is voor het reken- en taalleesonderwijs kun je deze uiteraard ook toepassen op andere ontwikkelingsgebieden. Omdat een doorlopende leerlijn en een ononderbroken ontwikkeling van kinderen van belang is, is er de afgelopen jaren veel aandacht uitgegaan naar voor- en vroegschoolse educatie. Daarom wordt in hoofdstuk 6 aandacht besteed aan opbrengstgericht werken met peuters. Er wordt aangegeven waar je rekening mee moet houden bij het opbrengstgericht werken met peuters en er worden suggesties gedaan voor groepsplannen. Bij de CED-Groep zal ook een aparte publicatie verschijnen over opbrengstgericht werken met peuters (Peuterstappen: op pad naar groep 1). Hierin zal uitgebreid worden ingegaan op de toepassing van de 4D cyclus voor peutergroepen en startgroepen.
8
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 9
HOOFDSTUK 1: Opbrengstgericht werken met kleuters
Misschien herken je één van de volgende uitspraken:
‘Kleuters moeten rijpen en daar heb je van buitenaf weinig invloed op.’ ‘Het kleuteronderwijs wordt zo cognitief, een kleuter mag niet meer spelen.’ ‘In een kleutergroep kun je het model van directe instructie niet toepassen.’ Uit de uitspraken blijkt dat deze leerkrachten zich bewust zijn dat kleuters op een andere manier leren dan oudere kinderen en dat het onderwijzen van kleuters specifieke kennis en vaardigheden vraagt. Met onderstaande reacties op de uitspraken willen we duidelijk maken dat opbrengstgericht werken ook met kleuters mogelijk is.
Kleuters moeten rijpen en daar heb je van buitenaf weinig invloed op. De leerkracht die deze uitspraak doet, geeft aan dat haar invloed wordt begrensd door rijping. De taal- en rekenontwikkeling van kleuters is echter niet alleen een kwestie van rijping. Invloed op de ontwikkeling heb je, al dan niet bewust, altijd; de ontwikkeling vindt plaats in interactie met de omgeving. Als kleuterleerkracht heb je grote invloed op de ontwikkeling van de kleuters. Met doelgerichte betekenisvolle activiteiten en een rijke omgeving stimuleer je de kleuters om kennis en vaardigheden te oefenen en verder uit te breiden. Je beïnvloedt de rijping door de speelen leeromgeving te organiseren. Een goed aanbod in de kleutergroepen draagt in belangrijke mate bij aan het maken van een goede start in groep 3. Leesonderzoek van Kees Vernooy (2007) geeft bijvoorbeeld aan dat de vaardigheid van kleuters op het gebied van fonemisch bewustzijn (begrip dat gesproken woorden uit klanken bestaan) de beste voorspeller is voor de toekomstige leesontwikkeling. Hans van Luit (2009) geeft aan dat veel van de rekenproblemen bij leerlingen vanaf groep 3 terug te voeren zijn op onvoldoende ontwikkeld getalbegrip. Voor de rekenstart is het gunstig wanneer in groep 1 en 2 gericht aandacht besteed wordt aan getalbegrip en tellen in speelse en betekenisvolle activiteiten. Juist voor kleuters die risico lopen in de ontwikkeling van hun mogelijkheden is het belangrijk niet te wachten ‘tot ze er aan toe zijn’. Voor hen is het van belang dat er veel extra aandacht is in een kleine groep en vanuit betekenisvolle situaties waarbij hun competentiegevoel versterkt wordt. Zij profiteren onvoldoende van alleen de activiteiten in de grote groep en hebben daarbovenop extra leertijd en/of instructie nodig in bijvoorbeeld een kleine groep.
9
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 10
Kleutersprongen
Het kleuteronderwijs wordt zo cognitief, een kleuter mag niet meer spelen. Spel is het belangrijkste middel voor jonge kinderen om te leren. Ontwikkeling van kleuters kun je dan ook het best stimuleren in de context van spel. Wanneer je het spel doelbewust begeleidt – in een uitnodigende speelleeromgeving - zorg je ervoor dat de mogelijkheden van het spel worden uitgebreid en kun je voor de kleuters betekenisvolle leermomenten inbrengen. De kleuters vinden het meestal erg leuk wanneer je als leerkracht met hen meespeelt. Je sluit aan bij hun interesses én bij jouw doel om de ontwikkeling verder te stimuleren. De meeste kleuterleerkrachten hebben enorm veel leuke spelideeën. Het is een uitdaging om één of enkele doelstellingen aan een spelidee te koppelen. Wanneer je aan te veel doelen tegelijkertijd wilt werken, bestaat er een grote kans dat je het zicht kwijtraakt op je doelstellingen en eigenlijk aan geen enkele doelstelling nog effectief werkt. Op basis van observaties tijdens de begeleide activiteiten bepaal je of je de doelen die je had met deze activiteiten ook hebt bereikt. Je past je aanbod telkens weer aan om tot hogere opbrengsten te komen. Leerkracht ligt languit om deel te kunnen nemen aan het spel in de bouwhoek (waarbij zij het actieve taalgebruik wil stimuleren):
Het gaat in het kleuteronderwijs niet alleen om cognitieve vaardigheden en het toetsen van die vaardigheden. Je hebt ook doelen op het gebied van sociale vaardigheden en vaardigheden rondom de werkhouding (leren leren). Bijvoorbeeld (zie www.leerlijnen.cedgroep.nl):
10
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 11
HOOFDSTUK 1: Opbrengstgericht werken met kleuters
Uit de leerlijn leren leren. Subdoel: Taakaanpak
Groep 2
• De kleuter luistert en kijkt naar de uitleg van een opdracht in een groepsinstructie voordat hij aan de taak begint • De kleuter kijkt hoe de leerkracht een taak aanpakt en neemt deze aanpak over • De kleuter herhaalt de opdracht die hem is gegeven (wat ga je nu doen?) • De kleuter begint na de uitleg met zijn taak • De kleuter verbetert na aanwijzingen de manier waarop hij een taak uitvoert
Uit de leerlijn sociaal gedrag. Subdoel: Jezelf presenteren
Groep 2
• De kleuter vraagt in verschillende situaties op een adequate manier aandacht (iemand aantikken, vragen of je mag storen) • De kleuter vertelt wat hij leuk vindt om te doen • De kleuter vertelt een idee aan een medeleerling (nieuw spel, activiteit) • De kleuter gaat adequaat om met gevoelens van trots
Deze vakoverstijgende doelen worden ook expliciet geoefend op een bepaald moment op het rooster binnen een bepaalde les. Je benoemt een vakoverstijgend doel expliciet en geeft er ook expliciet tussentijdse feedback op. Zo zet je heel gericht je pedagogisch handelen in om aan deze doelen te werken. Door het bewust oefenen en de tussentijdse feedback zorg je dat kleuters zelfvertrouwen ontwikkelen, dat ze zelfstandig zijn, dat ze samen met andere kleuters kunnen spelen. Dit zijn immers voorwaarden om te kunnen leren. Wanneer een kleuter zich veilig en prettig voelt, zal hij beter kunnen presteren. En die succeservaringen dragen weer bij aan het welbevinden.
In een kleutergroep kun je het model van directe instructie niet toepassen. In de groep wissel je open spelactiviteiten af met activiteiten die je zelf initieert. Iedere activiteit bestaat uit een opening, een middenstuk en een afsluiting. Hierdoor zijn er ook binnen open spelactiviteiten mogelijkheden voor het toepassen van bepaalde fasen uit een lesmodel. Instructie mag je immers ook zien als een zeer kleine aansturing, verlengde instructie als het begeleid meespelen met kleuters en een afsluiting als de evaluatie van het spel. De kwaliteit van de instructie speelt een belangrijke rol. Voordat de kleuters met een activiteit aan de gang gaan, moeten ze begrijpen wat het doel is van de activiteit, wat ze gaan doen, hoe ze het moeten aanpakken.
11
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 12
Kleutersprongen
Kleuters kunnen betere resultaten behalen wanneer je als leerkracht je activiteiten uitvoert volgens een goed gestructureerde opzet. Dat geldt voor zowel het aanleren van basisvaardigheden die van belang zijn in de taal-, lees- en rekenontwikkeling, als voor de vakoverstijgende vaardigheden sociaal gedrag en leren leren. Een didactisch lesmodel bestaat uit verschillende lesfasen waardoor er een duidelijke opbouw van je activiteit is: • een introductie om de aandacht van de kleuters te trekken; • benoemen van je doel(en); • voordoen; • samen doen; • de kleuters doen het zelf; • een evaluatie waarbij ook een terugkoppeling is naar je doel(en) van de activiteit. Hieronder staat een voorbeeld van de start en de afsluiting van een activiteit. Leerkracht Saher van groep 1/2 start met het uitleggen van het doel en vraagt aan het einde wat de kleuters geleerd hebben. Zeker voor oudere kleuters is dat een uitdagende vraag. De leerkracht geeft hen de kans te reflecteren en stimuleert zo de taal- en denkontwikkeling.
Juf Saher zet een boodschappenmandje naast zich neer met een doek erover. Alle kleuters kijken verwachtingsvol…. Juf: ‘We gaan leren wat het verschil is tussen gezond en ongezond eten.’ Ze kijkt handpop Gijs aan die op de schoot van een kind zit. ‘Gijs heeft een probleem. Gisteren zijn Gijs en ik naar de supermarkt geweest, want hij wil een lekker hapje voor jullie klaarmaken’. Kleuter: ‘Ja, want dan kan je lekker eten.’ Juf Saher: ‘Ja; hij wil ook dat jullie gezond eten! Zullen we Gijs eens helpen?’ ‘Ja!’, roept de klas in koor. Juf Saher pakt een rode en groene hoepel die onder handbereik liggen. ‘Gijs, de kinderen zullen je helpen. Het gezonde eten leggen we in de groene hoepel en het ongezonde eten in de rode hoepel.’ Aan het einde van de activiteit sluit Juf Saher af met een voor de groep bekende routine: ‘Ga allemaal goed zitten op je stoel, voeten naast elkaar, kijk naar de juf, luister naar de vraag………Wie kan mij vertellen wat we geleerd hebben?’ Ze geeft Hisham de beurt: ‘We hebben gezonde eten gedaan en we hebben ongezonde eten gedaan.’ Juf Saher: ‘Ja, we hebben geleerd wat gezond eten is en wat ongezond eten is. Dikke duim voor jou!’
12
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 13
HOOFDSTUK 1: Opbrengstgericht werken met kleuters
Hoewel het onderwijs aan kleuters verschilt in zijn vormgeving van het onderwijs aan oudere kinderen, vormt dat geen belemmering voor het proces van doelgericht opbrengstgericht werken in de onderbouw. In het volgende hoofdstuk wordt eerst het Onderwijscontinu端m en werken in 4D uitgelegd. In hoofdstuk 3 beschrijven we vervolgens deze cyclus van opbrengstgericht werken met kleuters.
13
BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 14
Kleutersprongen
14