Bladerfolder niu lj2 1 beroepen 2015

Page 1

Nederlands in Uitvoering Beroepen

Een interview houden Welk beroep lijkt jou wel wat? Weet jij al precies wat je later wilt worden, of welke opleiding je straks gaat doen? Heb je al een sector gekozen? Bij het maken van een keuze voor een beroepssector of vervolgopleiding ga je natuurlijk in de eerste plaats uit van je eigen interesses, of van waar je goed in bent. Maar ook van het soort werk dat je kunt gaan doen met een opleiding in die sector: welke beroepen zijn er allemaal? En wat houdt een beroep precies in? Niemand kan je beter vertellen hoe een beroep is, dan iemand die dat werk zelf doet. Daarom ga je in deze module iemand interviewen over zijn of haar beroep. De informatie uit het interview gebruik je, om een kwartet te maken over dat beroep. Ieder van jullie interviewt iemand met een ander beroep. Zo krijgen jullie met de klas een heel kwartetspel over verschillende beroepen. En als je dat beroepen-kwartet speelt, leer je vanzelf veel verschillende beroepen kennen!


Inhoud: Woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

Les 1 - Doe: Houd een interview . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Les 2 - Ervaar: Hoe ging jouw interview? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

Nederlands in Uitvoering

Les 3 - Bekijk en denk: Wat is nog meer belangrijk bij een interview? . . . . . . . . . 13

2


Woordenlijst Dit zijn woorden die je nodig kunt hebben als je met iemand praat over zijn of haar beroep. beschikken over

= hebben, bezitten

ergens van uitgaan

= je ergens op baseren, iets als uitgangspunt kiezen

inhouden

= betekenen

de vaardigheid

= iets wat je kunt

lichamelijke eisen

= wat je moet kunnen met je lichaam, bijvoorbeeld goed zien of sterk zijn

Het is moeilijk om werk te vinden als je niet beschikt over een diploma. Ik twijfel of ik Italiaans of Frans moet gaan leren. Als ik uitga van wat het nuttigst is, kies ik voor Frans. Dat wordt in meer landen gesproken. Maar als ik uitga van wat mij het leukst lijkt, kies ik Italiaans. Dat vind ik zo mooi klinken. “Wat houdt het werk van receptioniste precies in?” “Nou, de belangrijkste taken zijn: de telefoon aannemen, bezoekers ontvangen en informatie geven of vragen beantwoorden.” Het duurt even voor je de vaardigheid van het autorijden echt beheerst.

Bij kantoorwerk worden bijna nooit lichamelijke eisen gesteld.

= weten hoe iets is omdat je het al eens gedaan of meegemaakt hebt

het karakter

= hoe iemand is, de eigenschappen die iemand heeft

Door mijn zaterdagbaantje bij de supermarkt heb ik al ervaring met kassawerk. Ze blijft altijd heel rustig tegen lastige klanten. Geduldig zijn zit gewoon in haar karakter.

3

Beroepen - Een interview houden

ergens ervaring mee hebben


deskundig zijn

= ergens verstand van hebben

professioneel

= zoals beroepsmensen het doen

de kant (van iets/die ergens aan zit)

= het onderdeel

In een stage ben je aan het leren. Je bent nog niet zo deskundig als de medewerkers.

Het is natuurlijk niet professioneel om kauwgum in je mond te hebben als je met klanten praat!

Wat zijn de leuke kanten aan het beroep van kapper? Zitten er ook vervelende kanten aan?

Ken je deze woorden (nog)? (een interview) afnemen, doorvragen, iemand in de rede vallen, iets beheersen, de eigenschap, het kenmerk

Nederlands in Uitvoering

Ken je deze woorden niet of niet meer? Zoek ze op en schrijf ze op je woordenblad op de laatste twee pagina's van deze module.

4


Les 1

Doe: Houd een interview

Wat?

Je interviewt iemand over zijn of haar beroep. Met de informatie uit het interview maak je een kwartet over dat beroep.

Wat nu? Waarom? Hoe?

Met wie?

Opdracht 1

å

Je bedenkt met de klas over welke beroepen jullie informatie willen en wie jullie hiervoor kunnen interviewen. Je houd je eigen interview. Je merkt vanzelf of het je lukt om een goed interview af te nemen. Je maakt opdracht 1 tot en met 4. Met de klas en in tweetallen.

Beroepen kiezen voor het kwartet

Bedenk voor jezelf over welke beroepen je graag meer zou willen weten. Schrijf minstens vier beroepen op:

………………………………….....................................................................……………

………………………………….....................................................................……………

ç

Met de klas kiezen jullie een aantal beroepen uit, waarover jullie informatie gaan verzamelen.

é

De docent verdeelt jullie in tweetallen. Elk tweetal gaat over één van de beroepen een kwartet maken.

Opdracht 2

Overleggen over de aanpak

å

Kijk naar het voorbeeld van een kwartet over het beroep 'kapper', op de volgende bladzijde. Bekijk de vier kaarten goed: welke informatie over het beroep staat er op elke kaart?

5

Beroepen - Een interview houden

Jullie gaan samen een kwartet maken over een van de gekozen beroepen. Eén kwartet bestaat uit vier kaarten.


Voorbeeldkwartet KAPPER

å Ç É Ñ

Lichamelijke eisen: een sterke rug hebben Vaardigheden: goed kunnen knippen en kletsen Eigenschappen: graag met mensen omgaan Leuke kanten: je werkt met je handen en je maakt mensen blij

KAPPER

Å Ç é

Nederlands in Uitvoering

Ñ

6

Lichamelijke eisen

Eigenschappen

Lichamelijke eisen: een sterke rug hebben Vaardigheden: goed kunnen knippen en kletsen Eigenschappen: graag met mensen omgaan Leuke kanten: je werkt met je handen en je maakt mensen blij

KAPPER

Å ç É Ñ

Lichamelijke eisen: een sterke rug hebben Vaardigheden: goed kunnen knippen en kletsen Eigenschappen: graag met mensen omgaan Leuke kanten: je werkt met je handen en je maakt mensen blij

KAPPER

Å Ç É è

Vaardigheden

Leuke kanten

Lichamelijke eisen: een sterke rug hebben Vaardigheden: goed kunnen knippen en kletsen Eigenschappen: graag met mensen omgaan Leuke kanten: je werkt met je handen en je maakt mensen blij


ç

Ook op jullie kwartetkaarten moet informatie komen over: • lichamelijke eisen die aan je gesteld worden bij het werk; • vaardigheden die je moet hebben om het werk te doen; • eigenschappen die handig of belangrijk zijn in dit beroep; • leuke kanten aan het beroep.

Jullie gaan ieder iemand interviewen die het beroep heeft waarover jullie je kwartet maken. Samen interviewen jullie dus twee mensen, over hetzelfde beroep. Uit de interviews halen jullie de informatie die je nodig hebt om jullie kwartetkaarten in te vullen. Je kunt iemand interviewen die je kent, bijvoorbeeld een familielid, maar ook een oudere leerling die stage heeft gelopen in dat beroep. Jullie moeten de twee interviews houden vóór de volgende les Nederlands. • Overleg samen hoe jullie het aan gaan pakken. • Lees ook opdracht 3 vast door.

Opdracht 3

å

Een interviewverslag maken

Van het interview dat je houdt, moet je ook een verslag maken. Gebruik daarvoor het werkblad ‘Interviewverslag’, dat je van je docent krijgt. Let op: Van de docent horen jullie of je in de volgende les aan het interviewverslag mag werken, of dat je dit als huiswerk moet doen.

ç

Laat het verslag eerst aan je docent zien. Laat het daarna ook lezen aan de geïnterviewde. Als de geïnterviewde het eens is met het verslag, zet die een handtekening. Anders moet je het verslag zó veranderen dat jullie allemaal tevreden zijn.

Opdracht 4

Interviewvragen bedenken met de woorden

Op de volgende bladzijde staan zinnen met de woorden uit de woordenlijst.

ç

Lees om beurten een zin voor.

Bedenk samen een interviewvraag, die je kunt stellen om deze informatie te verkrijgen. Let op: in de interviewvraag mag je het schuingedrukte woord niet gebruiken, maar de vraag moet wel hetzelfde betekenen als de zin! 7

Beroepen - Een interview houden

å


é

Laat, als jullie klaar zijn, de vragen controleren door de docent.

Voorbeeld Je wilt weten waar iemand vanuit is gegaan bij de keuze voor zijn beroep. Vraag: “Hoe hebt u besloten welk beroep u wilde gaan doen?” Of: “Waarop hebt u uw keuze voor dit beroep gebaseerd?”

Å Ç É Ñ Ö Ü á

Nederlands in Uitvoering

à â

Je wilt weten wat het beroep van ‘salesmanager’ inhoudt.

Vraag: …………………………………………………………………………………………

Je vraagt je af of degene die je interviewt ervaring heeft met ruzie op het werk.

Vraag: …………………………………………………………………………………………

Je wilt een deskundig advies over jouw kansen om fotomodel te worden.

Vraag: …………………………………………………………………………………………

Je wilt weten of je een bepaald karakter moet hebben om op een booreiland te werken. Vraag: …………………………………………………………………………………………

Je vraagt je af of goed omgaan met klanten een eigenschap is of een vaardigheid.

Vraag: …………………………………………………………………………………………

Vuilnis ophalen lijkt jou niets. Je bent benieuwd naar de leuke kanten aan dat werk.

Vraag: …………………………………………………………………………………………

Je vraagt je af of er soms lichamelijke eisen gesteld worden die eigenlijk verboden zijn.

Vraag: ………………………………………………………………………………………… Je vraagt je af hoe je op een professionele manier een dienblad vasthoudt.

Vraag: …………………………………………………………………………………………

Je wilt weten over welke vooropleiding je moet beschikken om naar de Hotelschool te kunnen. Vraag: …………………………………………………………………………………………

8


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.