Nederlands in Uitvoering De ideale spiekbrief
Leren voor een toets Hoe ziet jouw ideale spiekbrief eruit? Heb je wel eens gespiekt bij een toets? In deze module ga je de ideale spiekbrief maken. Je leert hoe je je het beste kunt voorbereiden op een toets. Dit doe je onder andere door te proberen om toetsvragen te voorspellen en door te kijken hoe een ander zich voorbereidt op een toets. Je krijgt ook uitleg over hoe je het beste kunt leren voor een toets. Van deze uitleg maak je een spiekbrief. En die maak je zó dat hij voldoet aan jouw idee van ‘de ideale spiekbrief’. Spieken is dan overbodig geworden!
Inhoud: Woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Les 1 - Doe: Een spiekbrief maken voor een toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Opdracht 1: Toetsvragen voorspellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Opdracht 2: Toetsvragen vergelijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Opdracht 3: Een spiekbrief maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Opdracht 4: Woorden toevoegen aan je woordenboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Les 2 - Ervaar: Je spiekbrief testen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Opdracht 5: Kijken of je de toetsvragen goed voorspeld hebt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Opdracht 6: De toets maken met je spiekbrief erbij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Opdracht 7: De toets nakijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Opdracht 8: Tips voor het leren voor een toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Opdracht 9: Hoe leer jij het lekkerst? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Les 3 - Bekijk: Hoe leert een ander voor een overhoring? . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Opdracht 10: Kijken terwijl een ander hardop leert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Opdracht 11: Een ander mondeling overhoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Opdracht 12: De opdrachten nabespreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Opdracht 13: Woorden uitleggen met tekens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Opdracht 14: Woorden raden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Les 4 - Denk: Hoe kun je het beste leren voor een toets? . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Opdracht 15: Hoe maak je een spiekbrief? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Opdracht 16: De ideale spiekbrief maken over het leren voor een toets . . . . . . . . . . . 16
Opdracht 17: Stukken verzamelen voor je portfolio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Nederlands in Uitvoering
Extra opdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
2
Woordenlijst Deze woorden hebben te maken met de ideale spiekbrief. Kun je de woordbetekenis afleiden uit de zin?
grondig markeren de term
de aanpak van belang zijn beschouwen als compact het symbool geneigd zijn om
= Ik heb in mijn economieboek alle belangrijke woorden gemarkeerd met een gele stift. = Bij dat vak moeten we heel veel nieuwe termen leren. = Als je een onderzoek gaat doen, moet je eerst bedenken wat je aanpak wordt.
= In dit hoofdstuk is bijna alles van belang. Het is moeilijk om er een samenvatting van te maken.
= Mijn broer beschouwt mij als een wandelend woordenboek. Als hij een woord niet kent, vraagt hij het altijd aan mij. = Een usb-stick is een compacte manier om gegevens op te slaan en mee te nemen.
= De betekenis van de symbolen wordt meestal voorof achterin het boek uitgelegd.
= Als ik zit te leren voor een toets, ben ik geneigd om het hoofdstuk vijf keer door te lezen. Maar twee of drie keer is eigenlijk meer dan genoeg.
= Ik zorg ervoor dat het leren een beetje aangenaam is: ik zet altijd een muziekje aan.
3
De ideale spiekbrief - Leren voor een toets
aangenaam
= Als je een goede spiekbrief wilt maken, moet je de stof grondig bestuderen.
Ken je deze woorden ook (nog)?
ideaal
behoefte hebben aan noteren beperkt toevoegen
= Ik vind het ideaal dat je bij sommige toetsen je boek erbij mag houden.
= Ik heb geen behoefte aan een spiekbrief tijdens de toets. Als ik er eentje maak, weet ik alles gelijk uit mijn hoofd.
= Ook alles wat ik tijdens de lessen heb genoteerd, gebruik ik bij het leren voor een toets.
= Op een spiekbriefje heb je maar beperkt de ruimte. Je moet dus alleen belangrijke dingen opschrijven. = Ik ben klaar met de toets. Ik wil niets meer aan mijn antwoorden toevoegen.
Nederlands in Uitvoering
Ken je de woorden niet (meer)? Zoek dan de betekenis op. Schrijf de woorden op een woordenblad (er zit er een aan het eind van deze module) of neem ze op in een digitaal woordenboek.
4
Les 1
Doe: Een spiekbrief maken voor een toets
Wat?
Je maakt de ideale spiekbrief.
Waarom?
Het voorspellen van toetsvragen is een belangrijk onderdeel van het leren voor een toets en voor het maken van een spiekbrief.
Wat nu?
Hoe?
Met wie?
Wat heb je nodig?
Opdracht 1
De volgende les krijg je een toets over een hoofdstuk uit het lesboek van één van je vakken. In deze les bereid je je op deze toets voor door te voorspellen welke toetsvragen er gesteld zouden kunnen worden.
Je maakt opdracht 1 tot en met 4. Alleen en in tweetallen.
Deze les, een hoofdstuk uit je lesboek, een schema, kleurpotloden of markeerstiften.
Toetsvragen voorspellen
Van de docent krijg je een kopie van het hoofdstuk waar je de volgende les een toets over krijgt. Je krijgt ook een schema.
å
Lees het hoofdstuk grondig door. Markeer alles wat van belang zou kunnen zijn voor de toets (woorden, zinnen, formules, stappenplannen, regels, rijtjes).
Tip
Vul de eerste twee kolommen van het schema in. Schrijf in de linkerkolom over welke onderwerpen in het hoofdstuk je een vraag verwacht. Noteer in de middelste kolom welke vragen er in de toets over deze onderwerpen gesteld zouden kunnen worden.
5
De ideale spiekbrief - Leren voor een toets
ç
Weet je nog welke aanpak je moet gebruiken als je een tekst grondig gaat lezen? Kijk anders nog eens naar een “Stappenplan lezen”, in je lesboek of in een andere module.
Opdracht 2
å ç
Toetsvragen vergelijken
Ga naast iemand zitten die hetzelfde hoofdstuk heeft gelezen.
Vergelijk jullie schema’s met elkaar. Kijk of jullie dezelfde onderwerpen hebben voorspeld. Kijk ook of jullie (ongeveer) dezelfde vragen hebben bedacht. • Heb jij één of meer onderwerpen opgeschreven die de ander niet heeft? Leg dan aan de ander uit waarom jij denkt dat over dit onderwerp vragen gesteld zullen worden. • Heb jij één of meer vragen opgeschreven die de ander niet heeft bedacht? Leg dan aan de ander uit waarom jij denkt dat deze vraag/vragen gesteld zou(den) kunnen worden. • Voeg eventueel onderwerpen of vragen aan je schema toe.
Opdracht 3
Een spiekbrief maken
å
Zoek in het hoofdstuk naar de antwoorden op de vragen in je schema.
é
Maak een spiekbrief voor de toets. De brief hoeft niet klein te zijn. Belangrijker is, dat alle dingen waarover je een vraag kunt verwachten erop staan.
ç
Schrijf in de rechterkolom van het schema achter iedere toetsvraag zo kort mogelijk het antwoord op.
Opdracht 4
Woorden toevoegen aan je woordenboek
Nederlands in Uitvoering
Wat betekenen de nieuwe woorden? Schrijf de betekenis op. Voeg de nieuwe woorden toe aan je woordenblad of een digitaal woordenboek.
Woord grondig markeren de term de aanpak van belang zijn beschouwen als compact het symbool geneigd zijn om aangenaam 6
Betekenis