1.
Inleiding
Voor je ligt de Interne Zorgzoeker. De Interne Zorgzoeker is bestemd voor leidinggevenden van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Met de Interne Zorgzoeker kun je de interne zorgstructuur op je peuterspeelzaal of kinderdagverblijf nader bekijken en analyseren. Om een compleet beeld te krijgen wordt hiervoor een onderscheid gemaakt in verschillende niveaus. Zo wordt de interne zorgstructuur bekeken op organisatieniveau, ouderniveau, pedagogisch medewerkerniveau, groepsniveau en kindniveau. In deze gids vind je verder verschillende materialen, hulpmiddelen om de interne zorgstructuur (verder) vorm te geven. Aangezien er veel aanvullende materialen ontwikkeld worden en er ook steeds nieuwe materialen en hulpmiddelen op de markt komen wordt ook verwezen naar de sites van de ontwikkelaars en trainers. Hierop kun je de meest recente informatie vinden. De Interne Zorgzoeker bestaat uit een inventarisatie vragenlijst met analyseformulier op de achterflap, een beschrijving van de interne zorgstructuur en een overzicht van materialen, hulpmiddelen en dergelijke om de interne zorgstructuur invulling te geven. Hieronder vind je een omschrijving van de verschillende onderdelen van de Interne Zorgzoeker. Inventarisatie vragenlijst (hoofdstuk 2.) Door het invullen van deze vragenlijst kun je een duidelijk beeld van de huidige interne zorgstructuur op je peuterspeelzaal of kinderdagverblijf krijgen. Er wordt gekeken naar de interne zorgstructuur op kindniveau, groepsniveau, pedagogisch medewerker niveau, ouderniveau en beleidsniveau. Aan de hand van de ingevulde vragenlijst maak je een analyse van waar eventueel nog hiaten zitten en kan een prioriteitenplan opgesteld worden. Mogelijkheden voor verbeteringen staan verder beschreven in deze gids. Analyse (achterflap) De achterflap van de Interne Zorgzoeker kun je uitvouwen. Op het formulier dat dan tevoorschijn komt, kun je de antwoorden op de vragen van de vragenlijst aankruisen. Hierdoor heb je na het invullen van de vragenlijst een overzicht van de onderdelen waarop de zorgstructuur op orde is (de vragen waarop je ‘Ja’ hebt aangekruist) en van de onderdelen die voor verbetering in aanmerking komen (de vragen waarop je ‘Nee’ hebt aangekruist). Aan de binnenkant van de achterflap kun je de actiepunten opschrijven waaraan je in de toekomst wilt werken. Door prioriteit 1, 2 of 3 aan de actiepunten toe te kennen kun je aangeven aan welke actiepunten je direct of op langere termijn wilt werken. Met behulp hiervan kun je een werkplan of een meerjarenbeleid opstellen. Interne zorgstructuur (hoofdstuk 3.) Bij de interne zorgstructuur staat beschreven wat wij verstaan onder de interne zorgstructuur, hoe die op verschillende niveaus kan worden vormgegeven en komt het planmatig werken binnen de zorgstructuur aan bod.
5
1. Inleiding
Externe zorgstructuur (hoofdstuk 4.) Hier staat een model opgenomen dat ontwikkeld is door Stichting de Meeuw, waarin schematisch staat weergegeven naar wie je een kind waar je je zorgen over maakt kan doorverwijzen. Observatie-instrumenten (paragraaf 5.1.) Met behulp van een observatie-instrument kan de pedagogisch medewerker de ontwikkeling van het kind volgen (kindniveau). Met behulp van de uitkomsten kan men het kind verder stimuleren en indien nodig extra aandacht geven. Bij sommige observatieinstrumenten worden hiervoor suggesties gegeven. De observatie-instrumenten geven veelal op kindniveau informatie, daarnaast geven enkele ook inzicht op groepsniveau. Hierbij kan men dan ook de groepsaanpak aanpassen op de bevindingen. Een observatie-instrument is een goede ondersteuning als de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf planmatig wil werken aan de interne zorgstructuur. Daarbij kunnen de gegevens ook waardevol zijn voor de basisschool waar een kind naar toe gaat of indien externe zorg nodig is, voor de externe instanties. Overdrachtdocument (paragraaf 5.2.) In Rotterdam wil de gemeente werken met één overdrachtdocument naar de basisschool met, indien nodig, een ingevuld zorgboekje. Dit wordt kort toegelicht bij overdrachtformulier. Programma’s (paragraaf 5.3.) Bij programma’s vind je methodes, projecten, trainingen en dergelijke. Het zijn materialen die door de pedagogisch medewerker op groepsniveau in te zetten zijn om te werken aan (bepaalde aspecten van) de ontwikkeling van het kind. Er worden voorbeelden gegeven van methodes die een leidraad geven voor het totale pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers. Kenmerkend voor een methode is dat deze aangeeft op welke manieren kinderen zich ontwikkelen op de verschillende ontwikkelingsgebieden. Dit zijn bijvoorbeeld de VVE-programma’s. De overige materialen die genoemd worden kunnen door de pedagogisch medewerker gedurende kortere periode ingezet worden en richten zich vaak op één aspect van de ontwikkeling. Deze overige materialen en werkwijzen kunnen een aanvulling zijn op de bestaande structurele aanpak. Zorg (paragraaf 5.4.) Bij zorg staan programma’s, hulpmiddelen en dergelijke beschreven, die specifiek gericht zijn op de interne zorgstructuur van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Daarnaast staan er ook externe instanties genoemd die bij zorg hulp kunnen bieden aan de pedagogisch medewerker en/of leidinggevende. Deskundigheidsbevordering (paragraaf 5.5.) Bij deskundigheidsbevordering staan instanties beschreven die deskundigheidsbevordering bieden voor pedagogisch medewerkers en leidinggevenden van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Aangezien de verschillende instanties een groot aanbod hebben, wordt kort beschreven op welke gebieden men deskundigheidsbevordering kan bieden en wordt vervolgens voor meer informatie verwezen naar de websites.
6
1. Inleiding
Pedagogische kwaliteit (paragraaf 5.6.) Onder pedagogische kwaliteit staan trainingen en methodes die betrekking hebben op de kwaliteit van het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerker. Onder pedagogische kwaliteit verstaan we dat pedagogisch medewerkers optimaal kunnen inspelen op de behoeften van kinderen. In de trainingen en methodes die hier genoemd worden staan de leidstervaardigheden centraal. Ouderparticipatie (paragraaf 5.7.) Op welke manieren peuterspeelzalen en kinderdagverblijven de ouders kunnen betrekken bij de zorg rondom het kind staat beschreven bij ouderparticipatie. Websites (paragraaf 5.8.) Hierbij staan belangrijke website adressen, waar de leidinggevenden meer informatie kunnen vinden met betrekking tot de onderwerpen uit de Interne Zorgzoeker. In onderstaand schema zie je op welk niveau de onderwerpen hulp kunnen bieden.
Websites
Ouderparticipatie
Pedagogische kwaliteit
˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚
Deskundigheidsbevordering
Kindniveau
Zorg
Groepsniveau
Programma’s
Pedagogisch medewerkerniveau
Overdrachtdocument
Ouderniveau
Observatieinstrumenten
Interne zorgstructuur
Organisatieniveau
˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚ ˚
We hopen dat je met deze Interne Zorgzoeker een duidelijk overzicht kunt krijgen van de interne zorgstructuur op je peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. Dat je een beeld krijgt op welke niveaus je de interne zorgstructuur verder uit kunt breiden en welke manieren, hulpmiddelen etcetera daarvoor voor handen zijn. Redactie Interne Zorgzoeker, Rotterdam, 2008.
7