ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE #3 2016 JAARGANG 39
‘Je ziet dat kinderen op een andere manier tot leren komen’
Leren, wonen, werken en leven op de Campus Hoogvliet!
Albeda coacht eigen docenten
10 breinsleutels om de hoofden van leerlingen te openen
Vluchtelingenkinderen op school in Rotterdam
#ROM3 1
‘Als u wilt restylen, denk dan ook eens over de bladformule’
Nieuw! Hé, is dit het ROM? Ja, dit is het ROM, het Rotterdams Onderwijs Magazine. En inderdaad, het ziet er anders uit dan het vorige nummer, en een hele hoop nummers daarvoor. De vorige vormgeving ging al best lang mee, dus het was niet zo gek dat het ROM eens met de vormgever om de tafel ging zitten om het over een restyling te hebben. Want zo heet dat. ‘Beste hoofdredacteur’, zei de vormgever. ‘Als u wilt restylen, denk dan ook eens over de bladformule: wat kan of moet daar anders aan?’ Om een lang verhaal kort te maken, er ligt nu niet alleen een andere vormgeving, maar ook de inhoud is op een aantal punten veranderd. Niet alles is anders, want veel van de rubrieken die u al kende vindt u ook in dit nummer weer terug. Maar daarnaast sluiten we meer aan bij wat we ook in andere bladen anno 2016 steeds meer zien: korte artikelen, bruggetjes naar de digitale wereld, infographics enz. Let ook eens op de foto’s die vaak net anders zijn dan ze in vorige nummers waren. Wat betreft het genoemde bruggetje naar de digitale wereld, kent u onze digitale wereld? Ten eerste is dat de website www.romnieuws.nl, met actueel nieuws, achtergrondartikelen en meer. Daarnaast kunt u zich abonneren op onze digitale nieuwsbrief die tien keer per jaar de belangrijkste inhoud op de site op een rijtje zet, aangevuld met links naar extra nieuws en sinds kort ook een onderwijscartoon. Bij onze digitale wereld horen ook ons twitteraccount en onze facebookpagina. Volg ons op Twitter, like ons op Facebook en gegarandeerd dat u geen enkel Rotterdams onderwijsnieuwtje meer mist.
08 vluchtelingenkinderen op school willen dolgraag leren
26 mijn vak ideeën uitvoeren en veranderingen doorvoeren
Paul de Maat, hoofdredacteur
22 stel je voor leert scholen cultuuronderwijs verankeren
2 #ROM3
Inhoud 04
techniek op de basisschool de techiekcoach komt langs
07
het mottert en meer originele woorden van kleuters
12
estafette twee meningen over versneld vwo
15
meest gekozen schoolactiviteiten infographic
16
excellente basisschoolleerlingen bij Alexandra Myk halen ze het maximale uit zichzelf
18
10 campus hoogvliet gestart in 2014, hoe is het in 2016?
de klas van Martine Nederend laat leerlingen zich oriënteren op hun loopbaan
24
4 scholen citylab010 innovatieve schoolideeën, ondersteund door gemeente Rotterdam
25
column Anne-Marie examentijd
25
het succes van… de Jacobusschool
28
breinsleutels 10 sleutels voor de bovenkamer
31
Agenda
31
inhoud volgende nummer
32
dubbelportret ‘ze kunnen alles van je stelen, behalve een goede opleiding.’
Het ROM is er ook als website. Met nieuws, artikelen, alle magazines van de laatste jaren en meer. Ga naar www.romnieuws.nl, blijf op de hoogte van alles wat van belang is voor het onderwijs in Rotterdam en abonneer u op onze nieuwsbrief.
Volg het ROM:
20 begeleider op school Albeda coach voor de eigen docenten
N twitter @ romnieuws M facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine
colofon Rotterdams Onderwijs Magazine onafhankelijk voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie en opleiding in Rotterdam. Gratis voor personeel van het Rotterdamse onderwijs | 39e jaargang nr. 3 juli 2016 | ISSN 1386, Verschijnt vijf keer per jaar, Oplage 7000 | Uitgave CED-Groep | Redactie Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofd- en eindredactie) | Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Anne-Marie Plasschaert, Ineke Westbroek | Bladmanagement Paul de Maat, Keeke Dielemans, Anne-Marie Smit, Tamara Wally | Redactieadres Postbus 8639, 3009 AP Rotterdam, 010 4071469, rom@cedgroep.nl | Grafisch ontwerp en vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp, Rotterdam (Louise de Kruijf, Otto Mende) | Foto cover Petja Buitendijk | © CED-Groep
De techniekcoach: laagdrempelig en kosteloos 4 #ROM3
René is, naast techniekcoach, ook vakleerkracht techniek op Ibn-i Sina. Groep 3 krijgt een les over luchtdruk.
Hoe maak je het makkelijk voor leerkrachten om een techniekles te geven? Wat is een goede techniekmethode? Hoe maak je een begin met onderzoekend en ontwerpend leren? Voor advies en hulp bij deze en andere zaken kunnen basisscholen kosteloos terecht bij de techniekcoach van TechniekTalent.nu.
Tekst Renate Mamber FOTO PETJA BUITENDIJK
TechniekTalent.nu is een landelijke organisatie die wil helpen wetenschap en technologie duurzaam te verankeren in het onderwijs. ‘We komen dus niet zelf technieklessen geven’, vertelt techniekcoach René Schrammeijer. ‘Wij helpen met advies, tips en uitzoekwerk, maar de school moet het zelf uitvoeren. Op die manier wordt het structureel verankerd in de school.’ René krijgt uiteenlopende vragen van scholen. Hoe techniek te integreren in het kunstonderwijs? Of hoe een begin te maken met onderzoekend en ontwerpend leren? ‘De Pniëlschool bijvoorbeeld’, vertelt René. ‘Deze school heeft zelf geen technieklokaal. Ze waren op zoek naar een school die er wel een had, waar ze gebruik van mochten maken. Ze vroegen mij om contacten te leggen.’
Vooral zelf doen Hij kwam uit bij het Zuiderpark College. De Pniëlschool mag het technieklokaal van dit College gebruiken als ze zelf een plan bedenken voor wat ze er willen doen. ‘Het wordt een project met bouwen’, vertelt Hans den Ouden, adjunct-directeur van de Pniëlschool. ‘De leerkracht van groep 7 heeft daar een plan voor gemaakt. Als het bevalt dan doen we het natuurlijk nog een keer. Als de contacten er eenmaal zijn, gaat dat gemakkelijk.’ De school wil graag meer aan wetenschap en technologie doen. ‘We hebben wel een methode maar daar zit voor ons gevoel niet genoeg techniek in’, zegt Hans. ‘We willen dat kinderen vooral zelf doen. Ook willen we dat de groepen 7 en 8 een soort van stage kunnen lopen bij bedrijven.’ René ondersteunt de school bij deze nog openstaande vragen: het zoeken naar een goede wetenschap-en-technologiemethode met veel praktijk en contacten met het bedrijfsleven.
TechniekTalent.nu kan ook helpen bij praktische vraagstukken waar leerkrachten tegenaanlopen. Twee voorbeelden:
VOORBEELD 1 Vraag: Hoe maak je het gemakkelijker om een goede wetenschap- en technologieles te geven?
Mogelijke oplossing: Kant en klare lesmandjes Voor wie: Leerkrachten Kosten: De kosten van het lesmateriaal Tijd: Een keer samenstellen, daarna blijvend gemak van ‘Als je de avond voordat je een techniekles wilt geven nog alle materialen bij elkaar moet zoeken, dan lukt dat meestal niet’, zegt René. ‘Maar als er op school lesmandjes met goede beschrijvingen en het juiste materiaal beschikbaar zijn, dan helpt dat in de voorbereiding.’ De techniekcoach begeleidt de school met het zoeken naar proefjes, informatie en materialen. ‘Het vraagt een keer een tijdinvestering van een leerkracht of projectgroep om zo’n mandje samen te stellen, maar daarna kun je het steeds opnieuw gebruiken.’
‘ Wetenschap en technologie spreekt alle kinderen aan. Zeker als je techniek breed ziet vanuit verschillende belevingswerelden’ #ROM3 5
VOORBEELD 2 Vraag: Hoe maak je van een eenvoudig proefje een les onderzoekend en ontwerpend leren?
Mogelijke oplossing: Workshop ‘Hoe word ik proefjesproof’
Voor wie: Leerkrachten Kosten: Gratis via TechniekTalent.nu Tijd: 1 uur ‘Je kunt genoeg proefjes op internet vinden’, vertelt René. ‘Proefjes als: je doet dit en dan gebeurt er dat. Maar hoe maak je van zo’n proefje een les waarbij de kinderen echt aan het denken worden gezet? In deze workshop gaan we zelf bellenblaas maken. De onderzoeksvraag staat centraal: hoe maak je goed werkend bellenblaas? In de workshop gaan we in op hoe je kinderen eerst zelf laat ontdekken en proberen. Na afloop kan de leerkracht zelf eenvoudige proefjes omvormen naar ontdekkend en ontwerpend leren.’
6 #ROM3
Techniekscan Als een school een techniekcoach benadert, gaat deze volgens een vaste procedure te werk. ‘Eerst hebben we een gesprek om de verwachtingen op elkaar af te stemmen’, vertelt René. ‘Daarna maken we een techniekscan om te kijken wat een school al doet en wat ze nog meer willen en kunnen doen om wetenschap en technologie in het onderwijs te verankeren. Daar komt een centrale hulpvraag uit. En op die centrale hulpvraag kunnen wij maatwerk leveren.’ Afhankelijk van de hulpvraag kan de inzet van de techniekcoach kort of langer zijn, variërend van drie maanden tot anderhalf jaar. René ziet geen reden waarom scholen er geen gebruik van zouden maken. ‘Voor de scholen is het laagdrempelig en kosteloos en het kan veel opleveren. Wetenschap en technologie kan alle kinderen aanspreken. Zeker als je techniek breed ziet vanuit verschillende belevingswerelden. Denk aan experimenten, proefjes, creativiteit, design en toepassingen uit de wereld van sport en gezondheid.’
Meer weten? www.techniektalent.nu
Gehoord in de groep
Quotes van kleuters
Gesprekje over de baas zijn: ‘Mijn moeder is de baas.’ ‘En papa dan?’ ‘Papa is het hulpje van mama.’
‘ Zomer is dat de zon supervet gaat uitschijnen!’ Gesprekje over de oorlog in de wereld: ‘ Mensen moeten gewoon weer lief voor elkaar zijn.’
‘ Boeh! Je schrikt van je hoedje, hè?!’ ‘Ik voel kleine drupjes regen in mijn gezicht. Het mottert!’ Knutselen met crêpepapier: ‘Juf, waar is het pretpapier?’
‘ Ik ben een grapjas. En jij bent een stoutbroek!’
‘ Juf, wat wil jij later worden als je groot bent?’ #ROM3 7 ROM#3
Ze moeten er door hun taalachterstand hard voor werken, maar hebben het er graag voor over.
Onderwijs aan vluchtelingenkinderen vraagt extra inspanning scholen!
Een tandje erbij Rotterdamse scholen zien steeds vaker vluchtelingenkinderen komen. Hoe spelen ze hierop in?
Tekst Ineke Westbroek FOTO PETJA BUITENDIJK
‘Vliegende keep’ helpt school met best practices De druk op scholen om nieuwkomers te plaatsen neemt toe, qua plaatsingsaanvragen en aanmeldingen per school. Soms zijn noodverbanden nodig. ‘Voor hulp aan scholen is het van belang of er bestuurlijke afspraken bestaan voor opvang van nieuwkomers, of dat een school het wiel moet uitvinden’, schetst Henny Sikken, directeur Advies en Zorg CED-Groep. Zij is een van de zes onderwijsadviseurs die de CED-Groep levert aan de vliegende keep Nieuwkomers, die de PO-raad dit jaar instelde voor hulp aan scholen bij het verzorgen van onderwijs aan nieuwkomers. Het LOWAN (www.lowan.nl) coördineert de steun voor het onderwijs aan nieuwkomers. Henny: ‘Maatwerk bij hulp vergt een plaatje van de school in context. Ook is de status van nieuwkomers een belangrijk achtergrondaspect bij het kiezen van plaatsing en leerroute. Deze zaken zijn niet altijd bekend bij het inroepen van onze hulp. Veel scholen weten al hoe zij met nieuwkomers om moeten
8 #ROM3
gaan, en hebben vooral behoefte aan aanvulling op hun methodes. Scholen voor wie de komst van vluchtelingenkinderen nieuw is, vragen ondersteuning bij het doorvoeren van passende lesmethodes.’ Als ‘vliegende keep’, die scholen bijstaat op het gebied van visie, beleid en financiering, en praktische onderwijsvragen, ondersteunt Henny scholen op maat: ‘Scholen zoeken vooral hulp voor steun bij trauma’s, hechtingsproblemen en ruzies. Vluchtelingenkinderen worden onzeker en onrustig doordat ze zo vaak afscheid moeten nemen als ze naar een andere locatie verhuizen. Jongetjes uit landen met een machocultuur willen niet onderdoen voor elkaar. Leid
’Vluchtelingenkinderen willen dolgraag presteren’
dat maar eens in goede banen. Structuur en een veilig klimaat zijn belangrijke voorwaarden.’ Voor het aanleren van cognitieve en sociaalemotionele vaardigheden verwijst de brigade naar bestaande methodes zoals Grip Op De Groep en Vreedzame School. Henny: ‘Methodes die werken en eventueel kunnen worden aangevuld. Best practices die op maat kunnen worden gemaakt.’
‘Vluchtelingenleerlingen zien school als cadeau’ ‘Door wat ze hebben meegemaakt staan sommige van onze vluchtelingenleerlingen voortdurend onder spanning. Ze kunnen daardoor heftiger reageren op bijvoorbeeld onvoldoendes en terechtwijzingen.’ Martijn Schoonderwoerd, docent Nederlands Wolfert ISK, weet uit ervaring hoe belangrijk een rustige benadering in dergelijke situaties is: ‘Zorg dat ze hun verhaal vertellen, luister er goed naar, maar stel grenzen’, adviseert hij, ‘niet altijd gelijk geven.’
‘Vriendschappen tussen leerlingen overschrijden politieke en religieuze grenzen’ Op Wolfert ISK zitten leerlingen met verschillende geloven en politieke achtergronden bij elkaar in de klas. ‘Dat gaat opvallend goed’, constateert Martijn Schoonderwoerd: ‘Vriendschappen tussen leerlingen overschrijden politieke en religieuze grenzen.’ Mochten de verschillen toch problemen opleveren, probeer dan begrip te kweken voor verschillende standpunten, adviseren Martijn Schoonderwoerd en Ronald van Veen (teamleider Wolfert van Borselen), die dankzij intakegesprekken achtergronden en belangrijke kenmerken van leerlingen kennen: Spreek
met elkaar af dat conflicten uit het land van herkomst niet worden voortgezet op school.’ Wolfert ISK geeft les aan onder andere Syrische, Afghaanse en Iraanse leerlingen, die het er volgens Martijn en Ronald naar hun zin hebben: ‘School is een rustpunt in hun situatie. Ze zien het als cadeau om naar school te morgen, bijten er zich in vast. Ze doen hun best op Nederlands om snel naar een hogere klas te mogen.’ Ook Albertine Verdouw (ib‘er schakelklassen basisschool A.S. Talma) merkt dat vluchtelingenkinderen graag naar school gaan: ‘ze willen dolgraag presteren in een vertrouwde sfeer, volgens hetzelfde vaste patroon. Nieuwelingen krijgen een maatje dat hen wegwijs maakt. Op een subtiele manier zorgen wij dat kinderen zich thuis voelen.’
‘In Syrië was ik al naar de universiteit gegaan’ ‘In Syrië leggen docenten meer uit, in Nederland moet je zelfstandiger werken.’ Daar
Tips • Zorg dat leerlingen hun verhaal kwijt kunnen • Stel grenzen: geef niet altijd gelijk • Creëer een dagelijks vast patroon • Vraag extra of leerlingen lesstof begrijpen • Voer regelmatig voortgangsgesprekken met leerlingen • Leg ouders onderwijssysteem uit
moesten Lana Salhani (17) en haar eveneens Syrische klasgenoten Sahar Alahmad (17), Hala en Mohamad Jouhar (beide 16) in het begin aan wennen: ‘hier moeten we meer op internet opzoeken.’ Wiskunde geeft weinig problemen voor het viertal dat anderhalf jaar in Nederland woont, maar door de taalachterstand ploeteren ze soms tot diep in de nacht aan hun huiswerk. Ze hebben het ervoor over, zien hun toekomst in Nederland; Sahar als piloot (’Misschien word ik ooit astronaut…’), Lana als accountant, Mohamad als bouwkundige. Soms vinden zij hun achterstand frustrerend. Lana: ‘In Syrië was ik al naar de universiteit gegaan.’ ‘Eerst vond ik het erg’, relativeert Sahar, ‘maar ik weet dat mijn diploma hier beter is.’
#ROM3 9
Campus Hoogvliet:
Leren, werken en wonen op één plek Leerling of docent, je kunt van elkaar blijven leren, een leven lang. Daar draait het om op Campus Hoogvliet. Onderwijs, werk en vrije tijd komen er samen.
10 #ROM3
Van elkaar blijven leren Sloopflats maakten plaats voor schoolgebouwen en horeca. Tussen de gebouwen exerceren studenten van de Veiligheidsacademie in camouflagepakken. Alles komt samen op Campus Hoogvliet, in 2013 ontstaan uit samenwerking met de Gemeente Rotterdam, Woonbron, Veiligheidsacademie Zadkine, Einstein Lyceum, en PENTA College CGS Hoogvliet. Het idee voor Campus Hoogvliet – geopend in 2014 – ontstond in 2011, tijdens de herstructureringsplannen voor de Lampreibuurt, die qua wonen, onderwijs en buurtvoorzieningen ongunstig aangeschreven stond. Als centrale plek in de wijk waar onderwijs, sport, werk en cultuur samenvloeien, moet de Campus dit alles doorbreken. Het werkt, melden de initiatiefnemers. Op de website www.campushoogvliet.nl noemen zij de campus dé plek om goed onderwijs te volgen, en hét centrum voor buurtbewoners. Scholen en verenigingen sporten in het sportcomplex, studenten en starters wonen in het wooncomplex, de Art Studio met geluidsstudio’s en theateroefenruimtes doet dienst als
Tekst Ineke Westbroek FOTO PETJA BUITENDIJK
cultureel centrum, en wijkrestaurant Le Salon Vert, onderdeel van de horecavakscholen van PENTA College en Zadkine is een ontmoetingsplek voor studenten, docenten, ondernemers en buurtbewoners. De verbindende factor volgens de website: elkaar stimuleren door van elkaar te leren, ‘of je nu student bent of docent.’
‘ Docenten en studenten inspireren elkaar’
‘Doorlopende leerlijnen komen gemakkelijker tot stand’ ‘Iedereen komt elkaar overal tegen, waardoor docenten en studenten elkaar inspireren.’ Dit maakt Campus Hoogvliet bijzonder, vindt Klaas Alkema, directeur van PENTA College CSG Hoogvliet: ‘Docenten kunnen zaken op grotere schaal op elkaar afstemmen. Doorlopende leerlijnen van voortgezet onderwijs naar mbo komen door nauwe samenwerking tussen opleidingen gemakkelijker tot stand.’ Zo kunnen leerlingen een vmbo- én een niveau-2-mbo-diploma halen (Horeca, Bakkerij, Recreatie, Zorg en Welzijn), en kunnen mavo-leerlingen in een havo-top-opleiding hun havodiploma halen. Dankzij contacten met bedrijven in de omgeving vinden leerlingen gemakkelijker stageadressen. Als participant van bedrijvencentrum De Gadering onderhouden de scholen op de Campus intensieve contacten met bedrijven, waarmee ze in Le Salon Vert overleggen. Klaas: ‘Vooral havo-top-leerlingen, die één dag per week een praktische stage moeten lopen, vinden sneller stageadressen. Er lopen er nu drie een administratieve kennismakingsstage.’
heidsacademie als verkeersregelaar optreden, maar ook de exposities van leerlingen in de Art Studio, dragen bij aan de samenhang. Klaas: ‘Dat gekrioel van verschillende mensen die met elkaar praten en wat drinken, werkt verbroederend.’
‘Sjouwen met boomstammen, dat wilde ik ook!’ ‘Als ik onder de les naar buiten keek, zag ik ze met boomstammen door de sloot sjouwen en arrestaties naspelen. Ik wist zeker: dat wilde ik ook.’ De opleiding Zorg en Welzijn die zij aan het PENTA College op Campus Hoogvliet afrondde, sprak Joany Loman (16) niet aan. Op de Veiligheidsacademie Zadkine voelt zij zich echt op haar plek: ‘Ik ben mijn hele leven al in beweging, heel veel op het water, zit sinds mijn zevende op waterscout.’ Via de Veiligheidsacademie, die voorbereidt op militaire- en politieopleidingen, wil Joany bij de Marine terechtkomen en heeft ze sta-
gegelopen in de kazerne in Den Helder. ‘We gingen op bivak, echt zoals de praktijk is’, vertelt zij, wijzend op foto’s in het gebouw van de Veiligheidsacademie. Op de klimwand leert zij basisschoolkinderen klimmen: ‘Leuk werk, maar ze zouden iets beter moeten luisteren.’
‘Sociale contacten helpen je verder’ ‘Op het terrein van de Campus krijg je sociale contacten die je verder helpen’, ervaart Jim Noordzij (18), niveau-2-student aan de horecaopleiding van Zadkine. Glazen poetsend aan de bar van campusrestaurant Le Salon Vert, vertelt hij hoe hij zijn stage als barman van restaurant La Cocotte aan de Gadering regelde: ‘Er komen vaak mensen van bedrijven aan de Gadering in het campusrestaurant langs, het was bekend voor me. Ik ben bij La Cocotte langs gegaan en ze konden een stagiair gebruiken. Mooi geregeld.’
Scholen op de Campus werken samen met basisscholen in de buurt, zoals bij de klimlessen door studenten van de Veiligheidsacademie en de speelse rekenles op het plein voor basisschoolleerlingen door PENTA College, Einstein Lyceum en basisscholen in Hoogvliet. ‘Zo werken scholen op de campus samen met basisscholen aan goed rekenonderwijs’, zegt Marloes Donker, biologiedocent en coördinator op mavo Einstein Lyceum. ‘We onderhouden regelmatig contact hierover.’ Grootscheepse evenementen, zoals de scholentriatlon waarbij studenten van de Veilig-
#ROM3 11
ESTAFETTE
‘Voor slimmeriken die geen extra projectjes willen’
Versneld vwo: vondst of verkeerde route? Welke vraag zou jij willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Karel Philipsen, directeur van EarlyBird, zijn vraag aan Yolande de Beer, conrector op het Marnix Gymnasium: ‘Staatssecretaris Dekker wil een versneld vwo mogelijk maken. Getalenteerde leerlingen kunnen dan al na vijf jaar examen doen. Is dit een oplossing van een probleem, of zijn er betere manieren om getalenteerde leerlingen uit te dagen? Tekst Marijke Nijboer FOTO Jan vAN dER Meijde
Het Marnix Gymnasium wil een proef starten met een versneld vwo. De school heeft daarbij een heel specifieke doelgroep op het oog: hoogbegaafde kinderen, die geen zin hebben in verbreden en gewoon sneller door de lesstof willen. ‘We doen al veel aan verbreding’, vertelt conrector Yolande de Beer. ‘Leerlingen kunnen lessen skippen en werken aan eigen projecten. Ook hebben we een uitgebreid aanbod van samenwerkingsprogramma’s met verschillende universiteiten. Toch blijven er dan nog leerlingen over die zich hierdoor niet aangesproken voelen. Die groep laten we nu liggen.’
‘Hoogbegaafden moeten leren samenwerken, ook met niet-hoogbegaafden’
12 ROM#3 #ROM3
Het oorspronkelijke idee was om tien tot vijftien leerlingen te laten meedoen met een programma waarin zij de driejarige onderbouw in twee jaar voltooien. ‘Maar de ouders willen liever eerst aanzien hoe hun kinderen het doen op school’, vertelt Yolande. Karel Philipsen knikt. ‘Het lijkt mij dat je ze in de eerste klas nog onvoldoende kent om te kunnen beoordelen of ze hier geschikt voor zijn.’ Yolande: ‘Misschien zou het beter zijn om pas in de bovenbouw te versnellen. Dan voorkom je
ook dat leerlingen na een versnelde onderbouw in de vierde klas ineens weer langzamer moeten gaan werken. Maar de pilot van staatssecretaris Dekker richt zich nu eenmaal op de onderbouw.’ De school overweegt nu om na de kerstvakantie een pilot starten met drie of vier leerlingen.
Soft skills Karel werkte in zijn jaren op het Wolfert Tweetalig met hoogbegaafde leerlingen. ‘Ik denk dat het voor deze leerlingen belangrijk is om deel te blijven uitmaken van hun eigen klas’, zegt hij. ‘En om hun soft skills te ontwikkelen. Ze moeten leren samenwerken, ook met niethoogbegaafden. Als dat niet gebeurt, en ze belanden ook nog eens heel jong op de universiteit, vrees ik dat het daar niet goed met ze gaat. De ‘harmonieus’ hoogbegaafden redden het wel; kinderen met een IQ van 150 die dertien vakken doen, sporten en voorzitter zijn van de toneelclub. Het zijn de meer eenzijdig begaafden waarover ik me zorgen maak.’ Yolande ziet zijn punt. ‘Toch hebben wij leerlingen die geschikt zouden zijn voor dit programma. Deze groep, superslim maar niet geïnteresseerd in verbreding, doorloopt de zes jaren, maar sukkelt weinig enthousiast voort. Daar zitten ook sociaal vaardige kinderen bij. Een van onze toelatingsvoorwaarden is dat ze emotioneel hun mannetje staan. Sommige zesdeklassers die over ons plan hebben gehoord, zeggen: dat had ik ook graag gedaan.’
Anders lesgeven De pilot zal haar school wel uitdagingen opleveren. Zo stelt het Rijk hiervoor geen extra geld beschikbaar. ‘En de docenten moeten anders gaan lesgeven. Ik denk dat je deze leerlingen meer top-down moet onderwijzen, waarbij je begint bij het eindpunt. Je geeft de leerlingen bijvoorbeeld sommen van het eindexamen havo, en laat hen uitzoeken langs welke route je deze oplost. In die werkwijze zullen we docenten moeten scholen. Ik denk dat uiteindelijk alle leerlingen daarvan profiteren.’ Karel is nog steeds niet overtuigd. ‘Volgens mij los je met zo’n versneld vwo niets op, want de moeilijkheidsgraad neemt niet toe. Bovendien vraag ik me af of de school alles moet oplossen. De kinderen kunnen ook buiten school intellectuele prikkels opdoen. Zelf zou ik liever investeren in een betere binding van deze leerlingen met buddy’s en hun mentor.’ Het alternatief is, om deze groep passend onderwijs te geven in de eigen klas. Yolande denkt dat dat niet altijd even goed uit de verf komt. ‘Onze docenten differentiëren al veel. Wij hebben een divers leerlingenbestand met veel verschillende culturele en sociale achtergronden en in elke klas zitten wel een of meer leerlingen met een vorm van autisme. De beoogde doelgroep vraagt echter een eigen aanpak. Ik denk dat we met een versneld vwo bepaalde leerlingen echt een plezier zullen doen.’
‘Docenten moeten anders lesgeven aan deze leerlingen: meer top-down, waarbij je begint bij het eindpunt’
De brandende vraag Yolandes vraag aan een collega luidt: ‘Hoe kunnen we beter omgaan met diversiteit, met name in havo- en vwo-klassen?’
#ROM3 13 ROM#3
Huishoek
Vormgeving en illustr aties:
GRAT
IS
ol.nl
Xavier Troost, Pixel: ID
Sil
De m ee st NEEM EEN in sp ire re nd e kl eu te rm et ho de , PROE fle xi be l en FLICE NTIE www.sil ac tu ee l opscho
/ Aah!Comics
Knutselhoek Altijd actueel, 8 thema’s per jaar die inspelen op de kleuteractualitei t
en methode, Online aangebod in te zetten en naar eigen wens
De basis van Sil op
school is spelend
leren
www.silopschool.nl
Werken aan de SLO-doelen voor taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling
Vormgeving en illustr aties: Xavier Troos t, Pixel:ID / Aah!C omics
Sil
chief
r gebreid a or een uit n o d id e h Keuzevrij met activiteite
Adv Sil op School-ROM 06-2016 200x135.indd 1
26-05-16 14:57
Peuteropvang, KDV en BSO samen in één school?
Hoe?? Kinder Service Hotels heeft deze kennis en ook al jarenlange ervaring.
14 #ROM3
Nijverheidsweg 14B 7031 BV Wehl T. 0314-680498 Kinder Service Hotels
K I N D E R O P V A N G
www.kinderservicehotels.nl
Meest gekozen activiteiten in schoolplannen
Po-scholen kunnen bij de gemeente via Leren Loont! voor verschillende activiteiten extra financiĂŤle middelen aanvragen. Zij leveren schoolplannen in waarin ze hun subsidieaanvraag onderbouwen. Dit zijn de vijf meest gekozen onderwerpen waar de scholen dit schooljaar mee aan de slag zijn gegaan.
Ouderbetrokkenheid
Professionalisering
170
C DbG Ef H A
1+1=2
Taal en rekenen (extra leertijd en professionalisering)
150
leerkrachten
270
Programma voor excellente of meer begaafde leerlingen
115
Aansluiting Jeugdhulp
100
De genoemde aantallen zijn gebaseerd op cijfers van J&O Gemeente Rotterdam. Ze vormen een globale indicatie, en zijn een interpretatie van het Rotterdams Onderwijs Magazine.
#ROM3 15 ROM#3
De leerlingen leren zelf, of met elkaar, oplossingen te bedenken voor problemen.
Meerbegaafdenprotocol op De Klipper
‘ De lust om te leren blijft’ Elke school heeft wel een aantal excellente leerlingen voor wie bijvoorbeeld een topklas nog geen uitdaging genoeg is. De Klipper in Berkel en Rodenrijs biedt deze leerlingen anderhalf uur per week extra opdrachten op maat. Tekst Renate Mamber FOTO’s PETJA BUITENDIJK
Elke school heeft wel een aantal excellente leerlingen voor wie bijvoorbeeld een topklas nog geen uitdaging genoeg is. De Klipper in Berkel en Rodenrijs biedt deze leerlingen anderhalf uur per week extra opdrachten op maat. Op woensdagochtend ligt de lerarenkamer van OBS de Klipper vol met troep. Oude sokken, afgedankte fotolijstjes, plastic flesjes en meer. ‘Jullie opdracht voor vandaag is upcyclen’, vertelt Alexandra Myk, de begeleider van
een groepje leerlingen uit groep 7 en 8. ‘Iets nieuws maken van oude spullen. Je mag zelf verzinnen wat.’ De leerlingen staren een tijdje naar alle troep en komen dan met ideeën: een boekenplank, een sierradenrek, een pennenbak. Eenmaal bij de praktische uitvoering lopen de kinderen tegen obstakels aan. Want hoe maak je een boekenplank die echt boeken kan houden? ‘Met dit soort opdrachten sporen we ze aan
het maximale uit zichzelf te halen en door te zetten, ook als het moeilijk wordt’, vertelt Alexandra. ‘Alle kinderen lopen tijdens de uitvoering tegen hun grenzen aan. Het doel is dat ze weerstand ervaren. Begeleid frustreren noemen we dat. Daarna zorgen we ervoor dat ze het zelf of met elkaar kunnen oplossen, zodat de weerstand verandert in kracht. Op de basisschool leren ze dat meestal niet, omdat het vaak te makkelijk voor ze is.’
Leren doorpakken ‘Deze kinderen hebben het altijd makkelijk in het onderwijs’, vult Maarten van Geldorp, leerkracht van groep 8 aan. ‘Normaal hollen ze overal doorheen, maar nu vragen ze zich af: hoe zal ik beginnen? En als ze hier leren doorpakken, dan hebben ze veel geleerd.’ De Klipper biedt leerlingen van groep 5 tot en met 8 die daarvoor zijn geselecteerd op basis van hun resultaten of werkhouding dit soort opdrachten op maat. Het is onderdeel van het meerbegaafdenprotocol. Alexandra was daar als moeder van een leerling en als ervaringsdeskundige vanaf het begin bij betrokken en geeft mede vorm aan de invulling. ‘We begonnen met Acadin, een digitale leeromgeving voor talentvolle leerlingen. Maar dat bleek ontoereikend’, vertelt Alexandra. Nu stelt ze zelf haar lessen samen op basis van interessegebied en bestaande les-
16 #ROM3
‘ Een luipaard loopt al hard, heeft het zin om hem nog harder te laten lopen?’ sen of maakt ze gebruik van lespakketten van Wetenschapsknooppunten. ‘Aan het begin van het schooljaar inventariseer ik de interesses. Dan verzin ik opdrachten die voor die groep of een bepaald kind geschikt zijn. Ik heb projecten gedaan onder andere over duurzame energie, games ontwikkelen en scheikundige proefjes.’ ‘We zijn veel gerichter naar kinderen gaan kijken’, vertelt Maarten. ‘Want je kunt niet alle hoogbegaafden op een hoop gooien. De een heeft bijvoorbeeld baat bij een open opdracht en de ander bij een gesloten.’
Plezier Maarten en Alexandra merken dat de aanpak effect heeft op de kinderen. ‘Je ziet dat de
lust om te leren blijft. Bijvoorbeeld omdat een jongen zegt: sinds ik dit doe, ga ik weer met plezier naar school’, zegt Alexandra. ‘Of dat een kind van een havo/vwo-leerling uitgroeit tot een echte gymnaste’, zegt Maarten. Ze hebben beide de filosofie dat deze groep leerlingen meer nodig heeft dan alleen het gebruikelijke ‘stof verrijken en verdiepen’. ‘Een luipaard loopt al hard, heeft het zin om hem dan nog harder te laten lopen, of moet je hem iets anders bieden?’ vraagt Maarten. ‘Ouders willen vaak versnellen; dat hun kind een klas overslaat. Maar je ziet soms dat een kind dan toch niet klaar is voor het voortgezet onderwijs. Met deze begeleiding zie je dat kinderen op een gegeven moment aan het werk gaan met het doel om hun kennis te
Alexandra Myk is genomineerd voor de Aardig Onderweg Award 2016. Meer informatie: Alexandramyk@gmail.com
vergroten en niet om hun werk af te hebben.’ Samara uit groep 8 doet al een tijdje mee met de opdrachten. Ze probeert een oude houten lijst te ‘upcyclen’. ‘Ik wilde eerst een fotolijst maken, maar dat vond ik toch te simpel. Dat leek me geen uitdaging’, zegt ze. ‘Nu maak ik een sieradenrek. Ik moet echt nadenken hoe ik dat ga doen.’ Ze heeft tijdens deze lessen vaak dat ze niet weet hoe ze verder moet. ‘Maar dan ga ik erover nadenken en dan wordt het toch leuk, omdat het dan toch lukt.’ Ook haar groepsgenoot Sem vindt de lessen leuk. ‘Omdat het steeds weer anders is. Je creatief leert denken en alles van een andere kant ziet.’
#ROM3 17
DIT IS MIJN KLAS Layla (13):
‘Ik weet nu al dat consumptief niets voor mij is, maar ik vind het moeilijk om tussen techniek of verzorging te kiezen. Ik kan goed met kinderen praten en problemen oplossen en wil psychiater of verpleegkundige worden, maar ik vind het ook erg leuk om met m’n handen te werken.’
Martine Nederend – Docent kunst/cultuur en natuur/techniek, begeleider praktische sector oriëntatie en mentor van klas 1c van de vmbo kaderberoepsgerichte leerweg bij Melanchthon Mathenesse Tekst Ronald Buitelaar FOTO Jan vAN dER Meijde
‘Met ingang van dit schooljaar is Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) een verplicht onderdeel van het vmbo-aanbod. Op onze school onderscheiden we twee aspecten, zeg maar een ‘harde’ en een ‘zachte’ kant. Met beide willen we de toekomst voor de leerlingen dichterbij brengen. De ‘harde’ kant krijgt vorm via de Praktische sectororiëntatie (PSO). We hebben daarvoor twee ‘pleinen’ ingericht, een facilitair- en een techniekplein. Op het facilitair plein maken de leerlingen
18 #ROM3
kennis met de richtingen Horeca, Bakkerij & Recreatie en Zorg & Welzijn. Op het techniekplein gaat het om Produceren, Installeren & Energie en Mobiliteit & Transport. In klas 1 maken de leerlingen in blokken van 6-8 weken kennis met alle richtingen. Tijdens een bliksemstage krijgen ze de kans om ook een kijkje in de beroepspraktijk te nemen. Deze periode wordt middels een toets of een opdracht en een individueel gesprek met de mentor afgerond. Met de ontwikkeling van de ‘zachte’ kant ben ik momenteel bezig. Een belangrijk onderdeel is het stimuleren van ouderbetrokkenheid. We vinden het erg belangrijk dat school, ouder en leerling het gesprek voeren over de ontwikkelkanten en -kansen van het kind. Daarnaast wil ik met behulp van actieve kunstbeschouwing het gesprek met leerlingen op gang helpen over mogelijkheden, onzekerheden en (ontbrekende) vaardigheden. Komen ze tot zelfreflectie, zijn ze flexibel, hebben ze doorzettingsvermogen? Vaardigheden die ze nu en in de toekomst nodig hebben om volledig uit de verf te komen.’
Walid (13):
Mohamed (12):
‘Ik denk dat ik iets ga doen dat met handel en transport te maken heeft. Ik heb familie die dat doet en zie ook op televisie dat er dan veel mogelijk is. Ik ben benieuwd hoe school me bij die keuze kan helpen.’
‘Ik wil later steward of voetballer worden. Ik ben rechtsbuiten en hoor binnenkort of ik bij Sparta mag spelen. Toch denk ik dat ik het liefst steward wordt. Dan verdien je goed en hoef je niet zo hard te rennen als een voetballer.’
Souhaïla (13): Dilara (12):
‘Ik wil later de architectuur in. Ik ben goed in techniek en heb m’n hele leven gebouwen en andere dingen bedacht en getekend. Verzorging en koken is niets voor mij.’
‘Ik vind het leuk om andere mensen te helpen en ga daarom waarschijnlijk voor verzorging kiezen. Ik heb dat ontdekt door opdrachten bij Praktische sectororiëntatie en door wat de docenten erover vertellen.’
#ROM3 19 ROM#3
Training Begeleider Op School maakt startende docenten zekerder
‘Ik kan het’ Hoe krijg je de aandacht van je studentengroep, hoe zorg je dat lesstof bij hen binnenkomt, hoe bereik je structuur? Om startende docenten hierin te ondersteunen en uitval tegen te gaan, biedt het Albeda College sinds tien jaar de training Begeleider Op School (BOS), met onder andere lesbezoeken en gezamenlijke lesvoorbereiding. Tekst Ineke Westbroek FOTO ALBEDA COLLEGE
Sterke kanten uitbouwen Onzekerheid. Veel beginnende mbo-docenten lopen erop vast. Volgens onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen haakt 25 tot 40% van de nieuwelingen af vanwege stress. Vergeleken bij ervaren collega’s lopen zij achter op basale pedagogisch-didactische vaardigheden. Zij hebben moeite met orde houden, uitleggen en activeren van studenten. ‘Om lesstof over te dragen moet er een klik zijn tussen docenten en studenten’, zegt Anton de Leeuw, BOS-trainer en HR-adviseur Ontwikkeling aan het Albeda College. ‘Voor beginners is het moeilijk evenwicht te vinden tussen een goede verstandhouding en grenzen stellen. Meestal is er weinig leeftijdsverschil met de studenten, die niet altijd makkelijk zijn. Docenten beginnen vaak te onvoorbereid. Lerarenopleidingen besteden pas sinds kort expliciet aandacht aan lesgeven in het mbo.’ BOSser Mireille van Woerkom en docent Marije van Os
20 #ROM3
Persoonlijkheid Begeleiding van docenten is onderdeel van het personeelsbeleid van het Albeda. Starters, zij-instromers en docenten die vastlopen of overstappen naar een nieuwe branche, krijgen in hun competentieontwikkeling ondersteuning van een BOSser. Middels coachgesprekken, lesbezoeken, nabespreking, gezamenlijke lesvoorbereiding, portfoliobegeleiding en intervisiebijeenkomsten, worden docenten dermate versterkt in hun kwaliteiten, dat zij zich na een jaar sterker voelen en beter voorbereid lesgeven. Het leerproces van de docent staat centraal. Samen met hun BOSser reflecteren docenten op hun handelen. Ervaringen worden methodisch besproken, pedagogische en didactische onderwerpen worden naar behoefte behandeld. Na afronding van de éénjarige leergang blijft de docent zich professionaliseren door deelname aan intervisiebijeenkomsten, met kennisoverdracht van nieuwe begeleidingsontwikkelingen. De focus bij BOS ligt op gebruikmaken van de sterke kanten van de docenten. ‘Wat gaat goed en hoe bouw je dat uit?’ schetst Brigitte Booij, BOSser en docent aan het Startcollege. ‘Bewustmaken van momenten dat studenten wél luisterden en daarop voortborduren, uitgaand van de persoonlijkheid van de docent.’ Als voorbeeld noemt Brigitte een door haar begeleide docent, die minder chaos in zijn les wilde: ‘Hij wilde net zo’n strakke structuur als sommige collega’s, maar dat paste niet bij hem. Sinds hij zijn lessen beter voorbereidt, gaat het goed, ook met zijn lossere stijl. Een eyeopener.’
‘Kritisch kijken naar je docent-zijn’ ‘Als docent voor de klas, alleen in een lokaal, ben je heel eenzaam.’ BOSser Nienke van Hensbergen weet nog precies hoe dat voelde in haar beginperiode als docent methodische
‘Bewustmaken van momenten dat studenten wél luisterden en daarop voortborduren, uitgaand van de persoonlijkheid van de docent’ vaardigheden aan de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg. Zij was daarom blij met de begeleiding die ze van haar BOSser kreeg: ‘Fijn te weten dat ik bij haar terechtkon. Iemand die kritisch keek, meedacht als ik ergens tegen opliep, mij wees op wat ik goed deed en beter kon.’ De overstap van de gehandicaptenzorg naar het onderwijs was groot voor Nienke, die meteen drie uur voor een klas met bijna-leeftijdgenoten moest staan: ‘Niet mijn beste les. Ik had nog nooit van het vak gehoord en ik moest de les helemaal zelf bedenken op basis van een lesplanner. Ik dacht de groep lekker aan het werk te zetten met een opdracht met veel verwerkingsvragen, maar ze waren na een kwartiertje al klaar.’
Verplaatsen Speerpunten voor Nienke: lestijd efficiënt inplannen en aandacht vasthouden. Met haar BOSser besprak zij de lessen: ‘Ontspannen, koffie erbij.’ Uitgangspunt vormden haar kwaliteiten: ‘Zij benoemde de momenten waarop de les goed ging, bijvoorbeeld als ik vragen stelde of concrete praktijkvoorbeelden gaf. Dan had ik de aandacht, dat moest ik uitbouwen. De oplossing moet vanuit jezelf komen. Je leert met vallen en opstaan. Ik leerde me meer in studenten verplaatsen, wat willen zij leren, en hoe? Ik dacht minder vanuit mijn eigen mbo-tijd. Opdrachten met vragen vond ik leuk, maar dat geldt niet voor iedereen. Toen ik het idee kreeg verwer-
‘Moeilijk om als beginner evenwicht te vinden tussen een goede verstandhouding en grenzen stellen’
kingsopdrachten te geven in de vorm van interviews, rollenspel en quizvragen, ging het beter.’ Nienke is zo enthousiast over de begeleiding dat zij zichzelf heeft laten opleiden tot BOSser: ‘Ik heb geleerd kritisch naar mijn eigen docent-zijn te kijken. Dat geef ik graag door.’
Coach jij ook een collega? Neem de tips ter harte • L eer als coach op je handen te zitten • Vertrouw ook eens op het oordeel van de persoon die je coacht • Een effectieve coach kent de kracht van de stilte • Vraag ook eens ‘Wat als…?’ • Neem ANNA (altijd navragen, nooit aannemen) mee en laat OMA (oordelen, meningen, adviezen) thuis • Breng structuur aan in je coachgesprek, bijvoorbeeld met het GROW-model (Goal: doel; Reality: Stand van zaken; Options: mogelijkheden, Will: actieplan)
Informatie: Afdeling HRM/HRD, Sanneke Koot s.koot@albeda.nl
#ROM3 21
Stel je voor! In 2013 startte Stel je voor, een vierjarig project om binnen Rotterdam het cultuuronderwijs te verankeren. De werkwijze is ‘bottom up’: de school is het uitgangspunt. Villa Zebra en Maas Theater en Dans en vijftien basisscholen doen mee. Het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (KCR) ondersteunt het project inhoudelijk. De resultaten tekenen zich inmiddels af. Tekst Renate Mamber FOTO PETJA BUITENDIJK
Rotterdam kent meerdere structurele, langlopende leerlijnen waarbinnen leerlingen alle lesjaren cultuuronderwijs krijgen. Het Cultuurtraject is daar een voorbeeld van. Ook Stel je voor wil komen tot langlopende leerlijnen. Waar het project zich in onderscheidt, is de manier waarop. ‘We gaan bottom up te werk’, vertelt Ester Huijnen van Villa Zebra. ‘We gaan in gesprek met de scholen: wat willen jullie, waar liggen jullie interesses, waar kunnen we op aansluiten en wat willen jullie leren van deze lessen? De meerwaarde van deze werkwijze is dat je aansluit op de vraag van de school en wat er in de school gebeurt. Op die manier wordt de betrokkenheid van de school groter en je krijgt een soort eigenaarschap. Zo hopen we ook verankering te bewerkstellingen. Dat is heel anders dan wanneer een kunstinstelling zo maar iets kant en klaars komt invliegen.’
Coaching Deze aanpak leidde bij de deelnemende scholen tot diverse variaties van het project. De Mr. van Eijckschool koos er bijvoorbeeld voor om zowel iets met beeldende kunst als theater te doen en die twee samen te laten vloeien tot een geheel. De Bavokring koos voor een coachingstraject op het gebied van beeldende kunst. ‘Vakdocenten geven eerst de lessen en de leerkrachten kijken toe’, legt Ester uit. ‘Daarna bedenken de leerkrachten in tweetallen zelf lessen en voeren die samen met de vakdocenten uit.’
22 #ROM3
Semra: ‘Het mooie aan kunst is dat alles goed is. Die succeservaring doet veel met kinderen.’
‘Je ziet dat kinderen op een andere manier tot leren komen’
De Klimop koos ook voor beeldende kunst en theater. ‘Wij doen twee keer in het jaar acht lessen Stel je voor. Vier lessen beeldend en vier theater’, vertelt Semra Sevim, leerkracht van groep 7/8. ‘Wij komen met de thema’s en de vakdocenten gaan ermee aan de slag.’ Eigenlijk ziet Semra de vakleerkrachten graag structureel in de klas. ‘Een professional kan het altijd zo veel beter dan ik’, verzucht ze. Maar door de vakdocenten goed te observeren, heeft ze veel geleerd. ‘Ik zag: Oh, zo kan het ook’, zegt ze. ‘Hoe de vakdocent haar intro doet bijvoorbeeld. Of hoe ze de kinderen weet te enthousiasmeren. De evaluatie achteraf gaat ook veel dieper. Dan hoor ik kinderen opeens dingen zeggen waarvan ik niet wist dat ze dat zo konden verwoorden. De manier van kijken van vakdocenten is anders, meer onderzoekend en reflecterend.’
Tekst Renate Mamber
Zelf verzinnen Voor Semra is dat het meest waardevolle van het traject. ‘Niet de kant en klare lessen, want die zijn op internet wel te vinden. Niet zo zeer het wat, maar vooral het hoe: zelf een les verzinnen, nadenken over hoe je het gaat presenteren, hoe je ze nieuwsgierig maakt, niet te veel weggeeft en hoe je achteraf evalueert.’ Volgens haar is dat ook wat het team van de school nodig heeft. ‘Als we als team maar gevoed worden, dan gaan we wel’, zegt ze. ‘Maar we moeten wel eerst worden geïnspireerd.’ De Klimop doet nu twee jaar mee aan Stel je voor en Semra heeft kinderen echt zien opbloeien. ‘Het mooie aan kunst is dat alles goed is. Er bestaat geen fout. Je ziet dat kinderen op een andere manier tot leren komen. Die succeservaring doet veel met ze. Dat werkt door in de rest van de klas en in hun werkhouding.’ KCR, Villa Zebra en Maas Theater en Dans hebben tijdens het project een schat aan informatie verzameld over hoe bottom up leerlijnen kunnen worden opgezet bij scholen. Anne Marie Backes, directeur KCR: ‘Wij gaan nu al die informatie ordenen om te komen tot een goede overdraagbare werkwijze voor scholen.’
Anne Marie Backes, directeur KCR, over Stel je voor Bij Stel je voor spreken we de verbeelding van kinderen aan. Verbeelding is nodig om op een diepere manier te kunnen begrijpen. Het helpt bij het leren van betekenissen. Het helpt je uitdrukken wie je bent en wat je meemaakt. Het draagt bij aan sociale vaardigheden en het vermogen tot samenwerken; de 21st century skills zoals ze het ook wel noemen. Niet alleen in Rotterdam vinden we dat belangrijk. Stel je Voor en een aantal andere Rotterdamse leerlijnen komen voort uit het landelijke beleidsprogramma Cultuureducatie Met Kwaliteit.
#ROM3 23
TRENDS
Ondersteund door Citylab010 Op CityLab010 komen mensen samen die Rotterdam willen verbeteren. Naast het delen van ideeën en aangaan van nieuwe samenwerkingen, kan er via CityLab010 ook financiering worden gezocht om de gemaakte plannen uit te voeren. De gemeente heeft hier in 2016 ruim 3 miljoen euro voor beschikbaar gesteld. Deze vier scholen dienden met succes een aanvraag in.
‘Door laagdrempelige en toegankelijke activiteiten kunnen de onvoldoende benutte talenten van kinderen uit het Oude Noorden tot bloei komen’
Basisschool De Kleine Fontein. Na Onderwijs komt wereldwijs
Zalmplaatschool. Onderzoekend en ontwerpend leren
Het idee is om… een naschools educatief programma te organiseren waarin kinderen bijzondere activiteiten kunnen doen op het gebied van cultuur, sport, ICT, sport en media. Goed voor de stad want… door laagdrempelige en toegankelijke activiteiten kunnen de onvoldoende benutte talenten van kinderen uit het Oude Noorden tot bloei komen. Vernieuwend omdat… het is bedacht en ontwikkeld door ouders van de school. Ouders spelen bovendien een grote rol in het programma, onder andere door het geven van workshops. Een sterk staaltje ouderbetrokkenheid dus!
Het idee is om… leerlingen voor te bereiden op de 21ste eeuwse vaardigheden door de principes van onderzoekend en ontwerpend leren toe te passen in het curriculum. Goed voor de stad want… het is toekomstgericht, inspirerend, het biedt perspectief voor de Nederlandse economie en er is aandacht voor de wetenschap. Daarnaast wordt er opbrengstgericht gewerkt en samengewerkt met bedrijven en andere scholen met het doel van elkaar te leren en te participeren. Vernieuwend omdat… met dit plan wordt vormgegeven aan vakoverstijgende vaardigheden van leerlingen. Het is dus geen apart vak, maar het zijn vaardigheden die nodig zijn voor de werkgelegenheid in de 21ste eeuw.
Scholengroep Charlois Het digitale schoolplein Het idee is om… door middel van een digitaal schoolplein (een sociaal platform) experts binnen de scholengroep met elkaar in verbinding te brengen. Op deze open werkplek worden successen gedeeld en wordt de onderwijsruimte verkend. Goed voor de stad want… het digitale schoolplein is opschaalbaar naar het hele openbare onderwijs in Rotterdam. Vernieuwend omdat… het scholen, ouders, leerlingen, jeugdwerkers en wijkbewoners op een 21e eeuwse manier met elkaar verbindt.
OBS De Vierambacht Onderwijs van de 21e eeuw Het idee is om… een onderwijssysteem in te voeren waarin ieder kind zich maximaal ontplooit, talenten kan ontwikkelen en klaar is voor de toekomst. Goed voor de stad want… wij moeten nu anticiperen op de behoefte van de toekomst en kinderen vaardig en kundig maken om Rotterdam ook dán op de kaart te zetten. Investeren in Rotterdam begint bij de jeugd, bij onderwijs! Vernieuwend omdat… ieder kind een persoonlijk ontwikkelingsplan wordt geboden dat door de driehoek ouder-kind-leerkracht is opgezet. Daarnaast wordt er meer variatie in het leeraanbod gebracht en de tablet effectiever ingezet.
24 #ROM3
Kijk voor meer informatie op www.citylab010.nl
Examentijd Anne-Marie Plasschaert
Succes van: de Jacobusschool Tekst Ronald Buitelaar FOTO PETJA BUITENDIJK
Op mijn tandvlees sleepte ik mij naar de meivakantie die dit jaar gelukkig al in de laatste week van april begon. Met een volwassen groep eindexamenkandidaten en een nog grotere groep tweedejaars mentorleerlingen die allemaal bezig zijn een stageplaats te bemachtigen, werd de vierde schoolperiode een zware klus. Soms heb ik dan ook het gevoel of ik zelf examen doe. Hoewel elke mbo-student aan de vooravond of het slot van het examenjaar oud en wijs genoeg is om zijn eigen verantwoordelijkheden te nemen, zijn er diverse dames en heren die aan het einde van de rit alsnog een inzinking krijgen. Je weet het eigenlijk al van tevoren: alle twijfels waar elk mens mee is behept, dringen op de voorgrond bij de mensen die ooit in hun schoolverleden een etiketje kregen opgeplakt. Zo lees ik in de reflecties van mijn studenten veel over angststoornissen en faalangst. In de begeleidende gesprekken vertellen ze over perfectionisme dat zich vertaalt in ‘niet durven leveren’. Ik weet van depressies, autisme, adhd, add, of minder ernstig: dyslexie, wat toch wel lastig is voor een redactioneel medewerker. Wij waren destijds gewoon zenuwachtig voor ons examen, waardoor je soms wat minder presteerde en iedereen vond dat heel normaal. Als hun mentor, coach, begeleider moet ik heel wat tandjes bijzetten, terwijl ik er toch heilig van overtuigd was dat mijn studenten het nu allemaal wel zelf zouden kunnen. Gelukkig is dat ook zo bij het gros, maar het handjevol zorgenkinderen vreet mijn energie. Zij geven mij het gevoel dat ik mijn werk niet goed heb gedaan, dat ík faal, want ik moet tenslotte iedereen rijp zien te krijgen voor het diploma. Dus voer ik gesprekken, help voor de zoveelste keer met het indelen van de bewijzenmap wanneer er eentje helemaal doorheen zit, bel als ze niets van zich laten horen, geef feedback via de e-mail of telefonisch. Kortom, ik houd een stevige vinger aan de pols tot op de ochtend van mijn vakantievertrek. Dan rijd ik de vrijheid tegemoet. Ik hoef nergens meer aan te denken. Maar dat blijkt niet zo eenvoudig. Nachtenlang ben ik bezig met het indelen van portfolio’s, met motiveren, geruststellen, bewijzen te beoordelen… Ik word wakker en staar in het maanlicht naar het dak van het kampeerbusje. Nee, ik hoef nu even helemaal niets. Ik heb al examen gedaan. Nu mijn studenten nog.
Donderdag 19 mei maakte het bestuur van de Erfgoedcoalitie Rotterdam op de Jacobusschool in Hoogvliet bekend welk door de leerlingen ontworpen logo zal gaan prijken op de website ‘Ik in 010 – De stad als verhaal’. Deze site wordt een digitale leeromgeving waar kinderen vanaf september kennis kunnen maken met cultureel erfgoed van Rotterdam. Projectleider Hein van den Bemt vertelt over de achtergrond van het project: ‘Rotterdam vindt Erfgoededucatie belangrijk, zodat kinderen verleden, heden en toekomst beter leren begrijpen en de verbanden daartussen zien. Bij de Jacobusschool zijn we daar al mee aan de slag gegaan door bijvoorbeeld met elkaar te spreken over de Van Nelle fabriek, een uniek bouwwerk dat zelfs op de Werelderfgoedlijst staat. In dat gesprek kwam naar voren hoe revolutionair het ontwerp voor die tijd was. Zo werd er al met lopende banden gewerkt: een uitvinding die nog altijd op bijvoorbeeld luchthavens wordt toegepast en wellicht nog nieuwe toepassingen in de toekomst krijgt. Met deze vingeroefening in het achterhoofd zijn de kinderen aan de slag gegaan met hun eigen ‘erfgoed’. Een leerling nam bijvoorbeeld de werkkleding van zijn Surinaamse grootvader mee naar school, waardoor een gesprek ontstond over de eigenschappen van werkkleding in verleden, heden en ook toekomst. De Erfgoedcoalitie wil die onderzoekende houding bij kinderen verder op gang helpen door niet zelf met aanbod te komen, maar waar mogelijk ondersteuning te bieden. Daarbij staan de vragen van kinderen over hun eigen omgeving centraal en is het de bedoeling dat kinderen en school zelf aan de slag gaan met het uitdiepen van de vragen en het vinden van antwoorden.’
De Erfgoedcoalitie Rotterdam bestaat uit het Maritiem Museum, Nederlands Fotomuseum, Bureau oudheidkundig onderzoek, Museum Rotterdam, Archief Rotterdam en het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam.
#ROM3 25
Passie voor het
vak 26 #ROM3
In het eerste jaar dat Sander de Jongh als docent aan het werk is, heeft hij al het een en ander voor elkaar gekregen bij de timmerafdeling van het Hout- en Meubileringscollege (HMC). In ieder geval wordt er in de kleine opleiding weer met enthousiasme gewerkt. Dat merken zowel de leerlingen als de stagebedrijven. Tekst Anne-Marie Plasschaert FOTO Jan van dER Meijde
‘Ik ben een soort van zij-instromer. In september ben ik hier vol enthousiasme aan het werk gegaan. En er was niet eens een vacature!’ Sander de Jongh (30) vertelt zijn verhaal met verve. ‘Ik begeleidde op mijn werk in de bouw stagiairs van de timmerafdeling van het Hout- en Meubileringscollege (HMC) en ik bemerkte weinig enthousiasme voor het vak. Dat was heel anders toen ik hier zelf leerling was en de opleiding volgde. Ik vond dus dat het onderwijs wel een boost kon gebruiken. Daarom heb ik een open sollicitatie geschreven.’
Sander de Jongh: ‘Toen ik hier op school zat, waren er twee oude pilaren die de opleiding droegen. We hadden respect voor ze, ze gaven ons het enthousiasme. Die mensen zijn met pensioen gegaan. Daar ligt nu voor mij de uitdaging.’
Voortvarend neemt Sander het voortouw in het gesprek, zoals hij alles aanpakt. Natuurlijk speelden ook andere factoren een rol bij de overstap van de bouwwerkplaats naar het onderwijs, merkt hij op. ‘Ik had te maken met aannemers, tussenaannemers, uitvoerende medewerkers… Die gebruiken allemaal weinig woorden, het is vaak wat bot. Daar had ik een beetje genoeg van. Bovendien dacht ik vaker na over het onderwijs. Eigenlijk al vanaf het moment dat ik als leerling bij het HMC wegging.’
Ontslag Sander is omgeven met mensen uit het onderwijs. ‘Mijn moeder is docent handvaardigheid, zij is creatief en een beetje verlegen.’ Sanders toenmalige vrouw werkt in het primair onderwijs en ook via haar hoort hij in de loop van de tijd leuke verhalen over onderwijs en kinderen. De open sollicitatie voor een baan in het onderwijs komt dus niet uit de lucht vallen en wanneer Sander daarna wordt uitgenodigd voor een oriënterend gesprek, spat het enthousiasme voor zijn vak eraf. Toch reageert het HMC in eerste instantie - begrijpelijk - wat terughoudend. Wat moeten ze met iemand die komt vertellen dat ze hém moeten hebben om meer passie in de opleiding te brengen, dat er veranderingen nodig zijn. ‘Ze zeiden in eerste instantie dat ze mijn sollicitatie in de la zouden bewaren voor over een jaar. Maar na een paar dagen volgde al een tweede gesprek’, vertelt Sander met een grote grijns. Vervolgens gaat het snel. Op de Open Dagen geeft Sander gastlessen, dan wordt hem gevraagd een lessencyclus te schrijven en uit te voeren. De leerlingen reageren enthousiast en de school raakt onder de indruk van de waarde die Sander kan hebben voor de opleiding. Overtuigd van zijn plannen neemt Sander alvast ontslag in de bouw. Als het assessment dan ook nog goed uitpakt, mag Sander in september 2015 aan de slag bij het HMC. Inmiddels volgt hij in deeltijd de lerarenopleiding bouwtechniek en houdt hij zich bezig met de curriculumontwikkeling van de driejarige opleiding.
Visie Hoewel Sander relatief weinig jaren in het werkveld zat, heeft hij wel een eigen visie op het vak. ‘In de bouw gaat alles volgens vaste regels. Maar daarbinnen is ruimte voor een timmerman om te spelen, te schuiven. Je moet die ruimte leren zien en gebruiken’, legt Sander uit. ‘Dat is wat ik mijn leerlingen wil meegeven.’
‘Je moet ruimte leren zien en gebruiken’ Outside the box denken, een visie ontwikkelen, veranderingen doorvoeren, het vormt de rode draad in zijn leven en werkzaamheden. ‘Ik ben een denker. Als kind wilde ik altijd al van alles veranderen, het liefst ook regels. Dus als er wat werd gezegd, dan kwam ik met mijn eigen mening. Ik zoek de discussie, wil argumenten geven en horen, want daarmee kom je verder.’ Voor Sander is het belangrijk dat een leraar ideeën uitdraagt, een visie op het vak heeft, die overdraagt aan zijn leerlingen. ‘Kijk, toen ik hier op school zat, waren er twee oude pilaren die de opleiding droegen. We hadden respect voor ze, ze gaven ons het enthousiasme. Die mensen zijn met pensioen gegaan en er bleef een gat achter. Daar ligt nu voor mij de uitdaging. Het lijkt mij fantastisch wanneer ik over twintig jaar op een beurs kom, een oud-leerling met een eigen bedrijf zie die inmiddels veel meer weet dan ik, maar dat hij nog steeds respect voelt voor mij, omdat hij van mij het vak heeft geleerd.’
Of Sander de Jongh zijn hele carrière als vakdocent blijft werken, is maar de vraag. ‘Nu ben ik druk met mijn studie, het curriculum schrijven en de opleiding op de kaart zetten’, zegt Sander. ‘Maar over een jaar of tien kan ik mij voorstellen dat ik wel iets anders wil. Geen andere school, ik blijf bij het Hout- en Meubileringscollege.’ Collega’s suggereren een teamleiderschap, Sander weet beter: ‘Ik denk eerder aan een functie als zorgcoördinator. Ik heb een zwak voor leerlingen met problemen.’ Het wordt dan wel persoonlijk, geeft hij aan. ‘Ik had zelf een ‘drukke jeugd’. Daardoor kan ik op basis van mijn eigen ervaringen makkelijker met zulke jongeren omgaan. We gaan buiten rustig zitten praten en zo kom je erachter hoe groot het probleem is.’ Sander brengt dan het team op de hoogte en zo’n jongen krijgt professionele hulp. ‘Ik heb voor mijzelf en voor van alles en nog wat moeten knokken’, geeft Sander aan. ‘Ik zeg dingen recht voor zijn raap, maar ik ben wel een warme persoonlijkheid. Ik zeg het uit bezorgdheid.’
Sander de Jongh Hout- en Meubileringscollege 010 285 55 55
#ROM3 27
Basisonderwijs Hoogvliet en Pernis pakt professionalisering bovenschools aan
Bewuster onderwijzen, beter leren Tekst Ronald Buitelaar FOTO Jan vAN dER Meijde
Dineke Kombolitis, intern begeleider van basisschool Het Middelpunt en Astrid Ruizeveld de Winter - Schop, intern begeleider van de Zalmplaatschool zijn de drijvende krachten achter een initiatief in Hoogvliet en Pernis om professionaliseringsgeld zo effectief mogelijk in te zetten. Het geld is afkomstig van het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam en wordt gebruikt om alle basisscholen van Hoogvliet en Pernis verder te professionaliseren: ‘Onder het motto “Geen kind Hoogvliet (en Pernis) uit” hechten we er als basisonderwijs in Hoogvliet en Pernis aan om ons bovenschools te
professionaliseren. Na consultatie van de zeventien basisscholen kwam naar voren dat er behoefte is aan scholing rond twee thema’s: rekenonderwijs en leerlinggedrag. Het rekenonderwijs krijgt een impuls door per school een leraar op te leiden tot rekenspecialist. Wat leerlinggedrag (motivatie, zelfregulatie, etc) betreft hebben we gekozen voor Breinsleutels. Elke school krijgt het boek en elk team krijgt een stoomcursus Breinsleutels. Daarnaast gaat een afgevaardigde per school naar de verdiepingscursus waar ook aandacht besteed wordt aan de implementatie ervan.
Hanni Bijl ontwikkelaar bij de CED-groep en trainer Breinsleutels: ‘Tijdens de trainingen leer ik deelnemers om door de Breinsleutelbril naar leren te kijken. Ik wil dat ze vanuit een ander perspectief naar het leren van hun leerlingen kijken, zodat ze beter begrijpen hoe dat tot stand komt en waardoor het geblokkeerd kan raken. Bij Breinsleutels wordt gebruik gemaakt van de metafoor waarin het brein een bovenkamer is met deuren die met sleutels geopend kunnen worden. Deze (tien) Breinsleutels omvatten alle didactische technieken en pedagogische handelingen die leerkrachten tot hun be-
Trainer Hanni Bijl leert cursisten te kijken door de ‘Breinsleutelbril’.
28 #ROM3
schikking hebben om die deuren te openen. Overigens zijn de Breinsleutels niet nieuw; de meeste docenten kennen ze al en passen ze ook toe. Wel nieuw is de koppeling met kennis over het lerende brein. Omdat leraren het leren van hun leerlingen beter gaan begrijpen krijgt ook het lesgeven een opfrisbeurt. Leraren gaan didactisch en pedagogisch nog bewuster handelen, waardoor leerlingen de lesstof beter gaan verwerken en leerkracht en leerling het beste uit zichzelf halen.’
Anneke Buis plaatsvervangend teamleider Onderwijs Arrangeer Team (OAT) Hoogvliet en Pernis van het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam (PPO) en Mieke de Haan schoolcontactpersoon van OAT Hoogvliet Pernis en ambulant begeleider gericht op gedrag: ‘In dit gebied is grote bereidheid om samen te professionaliseren en met en van elkaar te leren. Als PPO faciliteren en stimuleren we dat omdat we zien dat kennis en vertrouwen (in elkaar) toenemen.’
Joyce Moore leraar groep 7/8 basisschool Andries van der Vlerk: ‘Ik ben me door de cursus veel bewuster geworden van de werking van het brein en mijn eigen handelen. Ik merk dat ik meer nadenk over wat ik in de klas doe en wat het effect daarvan op de leerlingen is. Zo ben ik bij het aanleren van de breuken meer gaan visualiseren en bij zinsontleding meer gaan clusteren.’
Angelique de Greef leraar en intern begeleider SBO Hoogvliet: ‘Ik ben veel bewuster bezig om mijn handelen af te stemmen op wat ik zie. Zo ben ik tot de ontdekking gekomen dat ik soms te talig bezig ben, waardoor ik over de hoofden van de kinderen heen spreek. Door meer met concreet materiaal te werken raken ze beter bij de les betrokken en zijn er minder gedragsproblemen.’
De tien breinsleutels: 1
Leerdoelen Stellen en expliciet benoemen van lesdoel en leerdoel
2
Voorkennis Vanuit langetermijngeheugen bestaande kennis ophalen
3
Herhalen Door oefening bestaande kennis inslijpen
4
Voorbeelden Hardop denken en stappen voordoen
5
Markeren Leerstappen tijdens het leerproces aangeven
6
Clusteren Bij elkaar horende kennis groeperen tot betekenisvolle gehelen
Alexander Oldenmenger leraar groep 5 basisschool Middelpunt: ‘Ik heb geleerd hoe ik mijn leerlingen op allerlei manieren kan activeren. Bijvoorbeeld door het geleerde te herhalen, waardoor kennis beter blijft hangen en ruimte ontstaat voor nieuwe kennis. Het levert inzichten op waar ik vrolijk van word en die ik graag met mijn collega’s deel.’
7
Opdelen Informatie in behapklare ‘brokken’ aanbieden
8
Visualiseren Zichtbaar maken van leerstof, instructie, strategieën en afspraken
Flora de With Intern begeleider basisschool Het Waterschip: ‘Het prettige aan deze workshop is dat het boek meer gaat leven. Het aanbod helpt mij als intern begeleider om tijdens een leerlingbespreking te spreken over de achtergrond van problemen bij leerlingen. Beseft een leerkracht bijvoorbeeld dat het van belang is om het werkgeheugen leeg te maken voordat het gevuld wordt met nieuwe kennis? Waarom is voorkennis belangrijk en hoe kan instructie verbeterd worden? Tal van extra handvatten. Ook voor mij.’
9
10
Schakelen Verandermomenten tussen leerstof, lessituaties, lessen e.d. helder aangeven Feedback Uitkomst van (leer) gedrag of prestaties terugkoppelen aan de leerling
ROM op alle media aanwezig www.romnieuws.nl Blijf op de hoogte van actueel onderwijsnieuws, lees wat u niet in het blad tegenkwam, kijk in de agenda en meer.
ROM Nieuwsbrief De nieuwsbrief linkt u maandelijks naar de laatste aanvullingen op de website, geeft extra nieuws en bezorgt u een glimlach met de vaste cartoon. Meld u aan op www.romnieuws.nl/nieuwsbrieven
M Facebook Het nieuws uit het blad en de website, belangrijke gebeurtenissen en meer, het komt allemaal in uw timeline als u ons volgt. facebook. com/rotterdamsonderwijsmagazine:
like ons!
n Twitter Nieuwe artikelen, agenda-items en nieuwtjes worden meteen gemeld op twitter: @romnieuws.twitter.com/ romnieuws: volg ons!
#ROM3 29
Adv-GEDRAG_ROM-05-16.qxp_Opmaak 1 24-05-16 11:53 Pagina 1
Een must voor ib’ers en gedragsspecialisten! Net als taal en rekenen kunt u het aanleren van schoolgedrag zien als een vak. Hoe u dit kunt vormgeven in de praktijk, leest u in het nieuwe boek Gedrag is een vak. Zijn er leerlingen die zich opvallend gedragen? Beschouw dit dan als een signaal. De leerling heeft u nodig! Waarvoor precies, daar komt u met behulp van Gedrag is een signaal achter. De uitgaven zijn als bundel verkrijgbaar via www.cedgroep.nl/webwinkel. Wilt u een cursus volgen op het gebied van gedrag? Bekijk eens 'De professional voor de klas' (S4460) of de Basiscursus Gedragsspecialist po (S4450) via www.cedgroep.nl/cursussen. Meer informatie over ons begeleidingsaanbod vindt u op www.cedgroep.nl/gedrag.
www.cedgroep.nl
CED-Groep bereikt
Wie wil voor het ROM een boek recenseren?
Zin om een boek voor de ROM-lezers te bespreken? Dat kan vanaf de volgende editie, bijvoorbeeld met Hello Ruby van Linda Liukas. Houd onze nieuwsbrief en website in de gaten voor nieuwe boeken of doe zelf een voorstel voor een boek. Het boek dat u bespreekt mag u vanzelfsprekend houden.
Neem contact op! rom@cedgroep.nl
Wat leest u in #ROM4 oktober? Opleiding pedagogisch medewerkers
Agenda 7 september 2016 Focus op toekomst www.cedgroep.nl 28 september 2016 Conferentie Begrijpend lezen www.cedgroep.nl/conferentiebegrijpendlezen 14 september 2016 Landelijke IKC-dag www.poraad.nl 3 oktober 2016 Voor de Jeugd Dag www.voordejeugddag.nl 9 november 2016 Leraren maken het verschil! De Superschool www.dyade.nl
Stadsregionaal Sectorplan Rotterdam-Rijnmond. In Rotterdam werken kinderopvang, peuterspeelzalen, scholen en beroepsopleidingen samen bij het duurzaam inzetbaar maken van pedagogisch medewerkers.
-75% Rotterdam wil het aantal thuiszitters met 75% verminderen. Hoe ziet dit er in de praktijk uit?
Hoe geef je gelukslessen? Bijvoorbeeld met de Gelukskoffer, waar ze mee werken op de Auris Taalfontein.
VADER
OBS Toermalijn organiseert regelmatig een vaderochtend en heeft daar goede ervaringen mee. De school vertelt erover.
Technieklessen opnieuw een voorbeeld van een school die al ver is met wetenschap & technologie in de klas.
#ROM3 31
DUBBELPORTRET
Jennifer Ruiz & Joyson Laclé Tekst Ronald Buitelaar FOTO Jan vAN dE Meijde
Jennifer en Joyson (13) zijn bijna twee jaar geleden vanuit Aruba naar Rotterdam verhuisd en wonen sindsdien met zoon/broer Brandon (18) bij het gezin van Jennifers broer. Jennifer woonde al eerder, tot haar achtste, in Nederland. Joyson maakte in Nederland zijn basisschool af en zit momenteel in een havo/vwo-brugklas van het Montfort college. In zijn vrije tijd speelt hij met lego en doet hij aan Tang Soo Do, een Koreaanse vechtsport gericht op verdediging.
Hoe reis je naar school? Joyson ‘Naar de basisschool ging ik lopend, maar naar het Montfortcollege ga ik op de fiets. Onderweg rijden andere leerlingen met mij mee.’ Jennifer ‘Ik heb hem in het begin naar de basisschool gebracht, maar dat was na twee dagen afgelopen omdat hij dat niet meer wilde.’
Wat vind je leuk aan school? Joyson ‘De leraren zijn allemaal heel erg vriendelijk en het is een kleine school.’ Jennifer ‘Ik word als ouder serieus genomen en er is veel aandacht voor taal. Belangrijk omdat Joyson een beperkte Nederlandse woordenschat heeft.’
Wat mis je? Joyson ‘Een mogelijkheid om naar buiten te gaan. We hebben geen eigen schoolplein en vanwege het Zuidplein mag de onderbouw niet naar buiten.’ Jennifer ‘Inderdaad, het feit dat ze de hele dag binnen zitten. Daar moet echt iets aan gedaan worden vind ik.’
Over welke school- en onderwijsonderwerpen praten jullie thuis? Joyson ‘Over school praat ik vooral met mijn klasgenoten in de groepsapp.’ Jennifer ‘Ik vraag naar de lessen en huiswerk. Hij heeft pech dat ik op een school werk en dus precies weet wat er aan de orde komt.’
Vind je dat de school een goede voorbereiding op de toekomst biedt? Joyson ‘Ja, want ik weet bijvoorbeeld precies wat mijn achterstand bij begrijpend lezen is en hoe ik dat kan verbeteren.’ Jennifer ‘Ik stimuleer de jongens zoveel mogelijk en zeg altijd dat ze alles van je kunnen stelen, behalve een goede opleiding.’
Wat vindt je van de wijze waarop school met je communiceert? Joyson ‘Ik heb een mentor die serieus en grappig is en ons goed informeert’ Jennifer ‘Uitstekend. Ik kan met al mijn vragen en opmerkingen terecht.’
Wat zijn je dromen voor later? Joyson ‘Ik houd erg van onderzoeken en wil daarom later (forensisch) rechercheur of marechaussee worden. ’Jennifer Ik hoop dat hij zonder al te veel problemen zijn school afmaakt en dat hij een mooie en leuke tijd heeft.’
32 #ROM3