Rom februari 2015 lores

Page 1

02_15 k Teamleden leren van elkaar k Mannen voor de klas k Technasium >

- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine

Optiek opleiding voor winkel en werkplaats

Ouders en school: educatieve partners

Van data naar groepsplan

februari _ nr. 02 _ jaargang 38


van de redactie Leren loont!

5 maart MAARTENSDIJK

Het onderwijs in Rotterdam gaat een nieuwe fase in. In januari is namelijk ‘Leren loont!’ verschenen waarin het gemeentelijke onderwijsbeleid voor de jaren 2015-2018 beschreven wordt. Inderdaad, leren loont, want onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat een hogere opleiding leidt tot een hoger inkomen. Nu weten we allemaal natuurlijk dat onderwijs niet alleen een hoog inkomen tot doel heeft. School kan er een grote bijdrage aan leveren dat leerlingen zich ontwikkelen tot sociale en gelukkige burgers en in die zin loont het ook. Die ontwikkeling vindt echter niet vanzelf plaats en daarom is er werk aan de winkel. De samenstellers van Leren loont! constateren dat Beter Presteren in de afgelopen jaren tot diverse verbeteringen heeft geleid, maar dat er nog ‘genoeg ruimte voor verbetering is’. Die verbeteringen moeten bij Leren loont! plaatsvinden via vijf thema’s: Een vliegende start (VVE), De beste leraren voor Rotterdam, Werken aan vakmanschap, Aansluiting onderwijs en jeugdhulp, Kwaliteit door schoolontwikkeling. Scholen moeten zich ontwikkelen zegt het laatste speerpunt, en wel zo dat de onderwijskwaliteit stijgt. Leren loont! zal scholen daarbij de ruimte geven om eigen lijnen uit te zetten, want ‘Scholen weten het beste wat er nodig is om het maximale uit hun leerlingen te halen.’ Dat veel scholen prima vanuit een eigen visie kunnen werken aan hogere leerlingprestaties kunnen we al jaren zien in het ROM. De vijf thema’s uit Leren loont! komen bijna alle veelvuldig in het blad terug en de reportages in de komende edities zullen er ook weer vaak op terug te voeren zijn. ‘Bijna alle’ schreef ik, omdat het thema ‘Een vliegende start’ er een tijdje lang bekaaid vanaf kwam. Maar dat is verleden tijd, want vanaf nu zult u weer regelmatig nieuws en achtergronden uit de VVE-hoek kunnen lezen in het ROM. Precies zoals Rotterdam, en de Rotterdamse scholen en instellingen, zal ook het ROM in 2015-2018 met de vijf thema’s van Leren loont! aan de slag gaan. Paul de Maat, hoofdredacteur

www.cedgroep.nl/conferentiedidactiek

colofon Rotterdams Onderwijs Magazine onafhankelijk voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie en opleiding in Rotterdam. Gratis voor personeel van het Rotterdamse onderwijs 38e jaargang -- nr.02 -- februari 2015 ISSN 1386 -- Verschijnt vijf keer per jaar -- Oplage 7000 Uitgave CED-Groep Redactie Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofden eindredactie), Rien van Genderen, Hannie van ‘t Veer Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Ad Oskam (strip), Anne-Marie Plasschaert, Tamara Wally (foto), Ineke Westbroek, Linda Zwegers Redactieadres Postbus 8639 -- 3009 AP Rotterdam -- telefoon 06 525 705 04 -e-mail rom@cedgroep.nl Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde

2|

agenda

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

Conferentie didactiek 6 maart ALMERE

Conferentie Stimuleren van jonge kinderen www.cedgroep.nl/conferentiejongekind 11 maart CAPELLE AAN DEN IJSSEL

Conferentie Stimuleren van jonge kinderen www.cedgroep.nl/conferentiejongekind 18 maart ZWOLLE

Onderwijslezing 2015: Passend Onderwijs http://www.windesheim.nl 8 april AMERSFOORT

Conferentie voor vakmanschap: vertrouwenswerk in uitvoering www.ppsi.nl 18 april PAPENDRECHT

Basisschool Debattoernooi www.schooldebatteren.nl/basisschool 18 april NEW YORK

Studiereis Teach Like a Champion www.cedgroep.nl Meer voor uw agenda op www.romnieuws.nl/agenda

Het ROM is er ook als website. Met nieuws, artikelen, alle magazines van de laatste jaren en meer. Ga naar www.romnieuws.nl, blijf op de hoogte van alles wat van belang is voor het onderwijs in Rotterdam en abonneer u op onze nieuwsbrief.

Volg het ROM op Twitter @romnieuws, facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine en sluit je aan via Linkedin ‘Rotterdams Onderwijs Magazine’.


inhoud 02 agenda 06 leerKRACHT Onderwijskwaliteit Theresia Basisschool stijgt

04_ ALLROUND OPTIEK Iets maken en verkopen R

08 estafette Hoe kunnen po- en vo-leesonderwijs

op elkaar aansluiten?

10

echt lesgeven

Het vak van Rick van Leeuwen

13

wat ook nog gebeurde

Nieuw Rotterdams beleid: Leren loont!

14

Samenwerking in Hoogvliet

16

de klas van

20_ OUDERBETROKKENHEID GROOT Het Open Venster O

afstemming po en vo bij rekenen

Ruben Reedijk, Wellant College Bosdreef

18 column Anne-Marie Fatsoen 18

wat ook nog gebeurde

SBO-oudermagazine Samen vooruit!

19

succes van…

A.J. Schreuderschool

24_ TRAJECT Mannen voor de klas R

22 strip Ad Oskam Meer mannen voor de klas 22 column Linda Als ik later groot ben… 26 kinderen hebben een stem Meebeslissen op de Oranjeschool 28 talenten benutten op Technasium

Onderzoek & Ontwerpen op Cosmicus College

30_ BRUIKBARE GROEPSPLANNEN Dankzij datagestuurd werkenO

32 dubbelportret

‘Ik voel me op school altijd echt welkom.’

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|3


Techniek

> ALLROUND MEDEWERKER OPTIEK, ROC Zadkine

BB B Bprecisiewerkers BBBBBBBBBB BBBBBB Voor met BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB verkooptalent BB BBBBBBBBBBBBBBBBBB tekst Ineke Westbroek

Door de vergrijzing groeit de vraag naar brillen en lenzen. De optiekbranche heeft daarom behoefte aan versterking met medewerkers die zowel in de winkel als in de werkplaats inzetbaar zijn. ROC Zadkine startte om die reden de driejarige opleiding Allround Medewerker Optiek.

4|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

B

edrijvigheid alom in het leslokaal van de opleiding Allround Medewerker Optiek van Zadkine. Omgeven door meet- en slijpapparatuur, kleurige brilmonturen, bungelend aan het plafond, en affiches met brilontwerpen van Prada, Gucci en Armani, buigen tien jongens en meisjes zich ijverig over glas. Af en toe komt iemand met een vraag bij docent Trudy ten Hoope. Een student is ‘doorgeschoten’ in zijn glasvierkantje, tijdens het slijpen. ‘Wat heb je ervan geleerd?’ vraagt Trudy hem. De jongen weet het niet. ‘Dat je beter op moet letten. Nee, niet opnieuw beginnen, dan heb je alles voor niks gedaan.’ Een andere jongen haalt een pleister uit de


T www.zadkine.nl > Zoek een opleiding > Gezondheidszorg & optiek > Allround medewerker optiek

O Medewerkers moeten zowel in de winkel als in de werkplaats inzetbaar zijn. foto Petja Buitendijk

‘ Mensen leren kennen en lekker met mijn handen iets in elkaar te zetten’

weekendbaan bij de zonnebrillenafdeling van Pearle, twee jaar geleden: ‘Veel mensen gingen de deur uit met een goed passende zonnebril, die ik had geadviseerd.’

Uniek

EHBO-kit. Werken met glas kent scherpe kantjes. Maar dat nemen eerstejaars Linda van Dissel (17), Chivan Hassan (23), Cathlyn Perquin (26) en Ahmed Amarzguioui (25) voor lief. Chivan voelt zich helemaal op zijn plaats in het optiekvak. Geïnspireerd door zijn broer, die bijna klaar is met zijn BBL-opleiding voor opticien, schreef hij zich vorig jaar in voor de opleiding. Hij vindt het leuk om zelf iets met zijn handen te maken, maar verkopen trekt hem het meest aan in de functie waar hij voor wordt opgeleid: ‘Elke keer nieuwe klanten overhalen tot een koop, een echte uitdaging.’ Dat hem dit goed afgaat, merkte hij in zijn

Ahmed, die voorheen in de glasvezelindustrie werkte, voelt zich aangetrokken door zowel de technische als de sociale kant van het vak. ‘Het lijkt me uniek vergeleken met andere opleidingen’, vindt hij, ‘de combinatie van verkopen en iets maken hoor je niet vaak.’ Dat laatste doet hij ook graag: ‘Vroeger repareerde ik mijn eigen horloges.’ Ook voor Linda is de combinatie technisch en sociaal aantrekkelijk: ‘In een winkel staan lijkt me leuk, gevarieerd werk. Mensen leren kennen en lekker met mijn handen iets in elkaar te zetten.’ Voor Cathlyn vormen de boeiendste aspecten van de opleiding het meten en maken van berekeningen. De voormalige administratief medewerkster kwam op het idee de opleiding te gaan volgen toen zij haar ogen liet opmeten voor een autorijdbril: ’Ik zag hoe die mensen bezig waren. Hé, leuk, dacht ik, hoe werkt dat allemaal? Ik vond die berekeningen met wiskundige formules zo interessant.’ Daarnaast werkt Cathlyn, inmiddels van niveau 3 doorgestroomd naar niveau 4, graag met haar handen, met een voorkeur voor precisiewerk: ‘Vroeger maakte ik kettinkjes. Hoe kleiner en priegeliger ze waren, hoe uitdagender het voor mij was. De praktijk van het vak, met veel priegelige schroefjes, lijkt me daarom het leukste.’

Moldavië Tijdens de opleiding Allround Medewerker Optiek leren studenten alles over brillen en oogmeting en daarnaast hoe zij moeten verkopen, adviseren en betalingen regelen. Allround medewerkers optiek werken zowel in de winkel als in de werkplaats. Zij verkopen brillen en contactlenzen, adviseren klanten over soorten lenzen, brillenglazen en monturen, bewerken brillenglazen en monturen, zorgen voor een juiste montage van de glazen bij bewerkingen van brillen, en houden de voorraad in de gaten. Studenten krijgen onder andere les in verkooptechnieken, voorraadbeheer, commerciële vaardigheden, brillen slijpen en aanpassen, reparatiewerkzaamheden en mode. Stages moeten zij zelf regelen. ‘Lastig’, ondervindt Trudy, ‘Stageplekken liggen niet meer voor het oprapen. Door personeelstekort hebben optiekbedrijven weinig medewerkers om stagiaires te begeleiden.’ Een mooie gelegenheid om de praktijk te oefenen, vormt de inzamelingsactie van brillen voor Moldavië, waarbij eerstejaars studenten afgedankte brillen opknappen en bijstellen. Studenten halen ze uit elkaar, reinigen ze in een ultrasonisch bad, zetten ze weer in elkaar en voorzien ze eventueel van nieuwe neuspadjes. Daarna worden ze doorgemeten en wordt de sterkte genoteerd. Een mooie gelegenheid om te oefenen, vindt Cathlyn: ‘Het leuke ervan is dat je brillen echt leert kennen.’ B

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|5


Schoolverbetering

tekst Ronald Buitelaar

Je school verbeteren door als leraren samen aan de slag te gaan. Gezamenlijk doelen stellen, acties afspreken, samen lessen voorbereiden en bij elkaar in de klas kijken. Dat is de manier waarop stichting leerKRACHT een onderwijscultuur wil helpen ontwikkelen waarbij leraren zelf aanjagers worden van onderwijsvernieuwing > leerKRACHT, THERESIA BASISSCHOOL

BMet B B leerKRACHT BBBBBBBB BB BBBBB de school BBBBBBBBBBBBBBBBBB samen een Belke B B Bdag BBB BBBB B B beetje BBBBB maken Bbeter BBBB BBBBBBBBBBBBB M

Net over de gemeentegrens, in Capelle aan de IJssel, staat de Contrabas. Lia van der Horst was nog niet zo lang directeur toen haar in 2012 gevraagd werd of haar school aan de leerKRACHT-pilotfase wilde meedoen: ‘Ik vond het wel een prettig steuntje in de rug.’ Drie jaar later constateert Lia dat zowel team als management doelgerichter werkt: ‘In algemene zin, maar zeker waar het knelpunten betreft. We blijven hierdoor op zoek naar manieren om ons onderwijs te optimaliseren.’

6|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

aandagmiddag, kwart over drie. De deur van de directiekamer van de Theresia basisschool in Bloemhof gaat open. Vijftien teamleden vullen de kleine ruimte. Meike Lucassen, juf van groep 6, gaat op een krukje staan en vraagt om aandacht. De aanwezigen kijken naar het grote witte planbord aan de muur. Het bord is in vakken verdeeld met kopjes als prestatie-indicatoren, verbeteracties en successen. Meike begint bij het vak waarin smileys staan: ‘Hoe voelt iedereen zich?’. Een rondje leert dat de meerderheid van het team lekker in het vel zit. Goed nieuws in de traditioneel drukste periode van het schooljaar. Vlotjes gaat het verder langs de verschillende categorieën. Een afspraakje hier, een aanscherping daar, een korte opmerking over het inleveren van spullen, een enkele vraag naar aanleiding van geplande acties, een verzoek om allemaal iets na te kijken en nauwelijks een kwartier later verlaat de groep alweer de ruimte om met elkaar lessen voor te bereiden.

‘Je doet het samen’ De bordsessie is een onderdeel van wat stichting leerKRACHT de kerninterventies noemt. Tijdens deze wekelijkse uitwisseling

voor het afsprakenbord bespreekt het team kort doelen, resultaten en verbeteracties. Het vormt de aanzet voor de gezamenlijke lesvoorbereiding waarbij de teamleden dieper op de onderwerpen ingaan. Onderling klassenbezoek is het sluitstuk van de werkwijze en het startpunt voor nieuwe afspraken. Leraren Don Kockelman (groep 8) en Christa Verhoeff-Holleboom (groep 7) zijn blij met de wijze waarop de Theresiaschool nu bijna drie jaar werkt. Don: ‘We werken veel effectiever. Een korte check van de stand van zaken tijdens de bordsessie en – alleen bij genoeg vraagstukken – een vergadering.’ Christa: ‘Discussie voeren we niet bij het bord. Dat doen we tijdens de lesvoorbereiding.’ Don en Christa zagen de schoolcultuur erdoor veranderen en de kwaliteit van het onderwijs stijgen: ‘Als je bij elkaar in de klas komt kijken raak


T Meer weten: www.stichting-leerkracht.nl

je vertrouwder met elkaar en ontstaat er saamhorigheid. Je staat er niet meer alleen voor. Je doet het samen.’

Besmettelijk Directeur AnneMarie van der Jagt legt uit hoe de school in aanraking kwam met de aanpak van leerKRACHT: Mijn adjunct en ik zijn in 2012 gevraagd om deel te nemen aan de pilotfase van leerKRACHT en hebben meteen volmondig ja gezegd. Spijt hebben we niet gehad. De vijf uur durende introductiebijeenkomst bij McKinsey (zie kader – red.) zorgde al snel voor veel energie. Het tempo en de daadkracht spraken ons enorm aan. Direct spijkers met koppen slaan. Dat zijn we in het onderwijs minder gewend.’ Terug op school bleek het enthousiasme besmettelijk. AnneMarie:’ leerKRACHT wil dat het team gefaseerd mee gaat doen en de eerste groep was net zo

enthousiast als wij. Moeilijker lag het met de tweede groep, maar die werd op sleeptouw genomen door het enthousiasme van de derde en laatste groep.’ Ruim twee jaar later kijkt AnneMarie terug op een ontwikkeling waarbij de leraren van de Theresiaschool zelf de voortdurende vernieuwing van hun onderwijs vorm zijn gaan geven: ‘Je moet als directeur het lef hebben om los

W Het team bespreekt kort doelen, resultaten en verbeteracties. foto Jan van der Meijde

te laten zodat leraren de ruimte voelen om zich verder te ontwikkelen. Het gevolg is dat we voorlopen op de veranderparagraaf van ons schoolplan.’ B

De werkwijze van stichting leerKRACHT vindt zijn oorsprong in een pro bono initiatief vanuit McKinsey & Company. Het project ging in 2012 van start en bestaat inmiddels uit een zelfstandige stichting met landelijk meer dan 200 deelnemende scholen, waarvan ongeveer 40 in Rotterdam en directe omgeving, die geïnspireerd werden door de verhalen van de scholen die in 2012 en 2013 startten. leerKRACHT heeft zich ten doel gesteld de aanpak zodanig binnen scholen en besturen te verspreiden dat de stichting in 2020 overbodig is en opgeheven kan worden.

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|7


Estafette > FICTIEDOSSIER OPBOUWEN

g gg g gpogg g gggggg Hoe kunnen en vo-leesonderwijs gggggggggggggg tekst Marijke Nijboer

Welke vraag zou jij willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Mariska Daalhuizen, leerkracht en coördinator literaire school bij De Piramide, haar vraag aan Anja van Raamsdonk, docent Nederlands en zorgcoördinator op de G.K. Van Hogendorp: ‘Wat doet het voortgezet onderwijs aan literatuur, en hoe kunnen wij daarbij aansluiten?’

O

W Mariska Daalhuizen: ‘Leesplezier stimuleert de taalontwikkeling enorm’

p de vmbo-school G.K. van Hogendorp (GKH) begint sinds dit schooljaar elke dag met een half uur vrij lezen. Daarvoor heeft elke leerling een boek uitgezocht in de schoolbibliotheek. ‘Alle klassen zitten dan bij hun eigen mentor. Sommige mentoren lezen voor. Dat vinden kinderen heerlijk, ook in de hoogste klassen,’ vertelt Anja van Raamsdonk. ‘Wij merken dat ze door dat halfuurtje heel ontspannen aan hun dag beginnen.’ De school doet meer. Zo was er na de kerstvakantie een voorleeswedstrijd voor de eerste klassen. Ook participeert de GKH in De Jonge Jury, een programma waarbij leerlingen lesbrieven krijgen over de titels die dit jaar meedingen naar de Prijs van de Jonge Jury. Zij kunnen deze boeken lezen en jureren. Speciaal hiervoor is de schoolbibliotheek uitgebreid. In vier jaar tijd bouwen leerlingen een eigen fictiedossier op, waarin ze hun gelezen boeken en alle andere activiteiten rond literatuur vastleggen. In de vierde klas is dat fictiedossier een goed gevulde map en doen kinderen op basis daarvan mondeling examen Nederlands.

Gemakkelijke boeken

In deze aflevering van estafette wisselen TWEE LEERKRACHTEN uit het basisonderwijs Hun ervaringen uit. voor de KOMENDE aflevering geven zij het stokje – MET brandende vraag – door aan een volgende collega.

8|

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

Mariska wil met haar basisschool graag aansluiten op het leesonderwijs van het vo. Anja ziet daar zeker het nut van in. ‘Ik geef momenteel weer Nederlands aan een eerste klas, en merk heel duidelijk welke kinderen van een basisschool komen waar veel aandacht aan boeken wordt besteed. Andere kinderen kiezen de gemakkelijke boeken. Maar komen de kinderen van een basisschool met aandacht voor boeken, dan hebben ze plezier in lezen. Ze gaan bewust op zoek naar een bepaalde schrijver. Wij krijgen hier bijvoorbeeld leerlingen van de Emmausschool, die een paar jaar geleden de Dr. Mommersprijs kreeg voor hun taalonderwijs. Die kinderen zijn echt taalvaardiger.’ Dat niveau haalt niet elk kind. Een basisvoorwaarde is wat Anja betreft dat leerlingen bij binnenkomst stil voor zichzelf kunnen


gelkaar ggg ggggg sg op aansluiten? gggggggggg lezen. ‘Onder de noemer van passend onderwijs hebben wij nu echter een paar kinderen binnengekregen die nog hardop lezen. Dat moet langzamerhand verbeteren.’ Mariska: ‘Leesplezier lijkt me toch ook een belangrijke voorwaarde. Dat stimuleert de taalontwikkeling enorm. Onze leerlingen lezen zo graag dat zij zelf verzoeken doen voor de aanschaf van nieuwe boeken.’ Zij is onder de indruk van het leesonderwijs op de GKH. ‘Ik dacht dat het vo niet zoveel aan technisch- en stillezen doet.’ Anja: ‘Wij zien ons hiertoe genoodzaakt omdat veel kinderen thuis niet lezen. Ze zijn geen lid van de bibliotheek meer. De kinderen hebben een gebrekkige woordenschat, en dat zorgt voor leerachterstand.’

Boek mee naar huis? De schoolbibliotheek op de GKH heeft per boek meerdere exemplaren. Mariska: ‘Wat fijn! Wij hebben één exemplaar van elk boek. Met twee parallelklassen loop je dan al vast. Mogen jullie leerlingen boeken mee naar huis nemen? Wij zouden dat enerzijds graag doen, omdat de bibliotheek tegenwoordig zo ver weg is. Anderzijds: boeken slijten dan sneller.’ Anja: ‘Onze ervaring is dat die slijtage erg meevalt. Toch mag meenemen bij ons alleen in de vakantie, omdat kinderen vaak vergeten om hun boek mee terug naar school te nemen. Dan loopt dat half uurtje lezen in de soep.’ Mariska: ‘In groep 7 en 8 heb je al enig inzicht in het mogelijk uitstroomniveau van de leerlingen. We zouden in die klassen alvast bepaalde fictieboeken met kinderen kunnen gaan lezen, en zo een begin maken met een fictiedossier.’ Anja: ‘Zeker! Je kan dat ook best speels aanpakken. Onze leerlingen maken in elk leerjaar drie boekbewerkingen. Ze ontwerpen een omslag of maken een samenvatting. Die mag ook getekend worden; dat vinden visueel ingestelde kinderen prettig. Ze vertellen hoe ze het boek zouden aanprijzen aan anderen, of kiezen een lied dat zou passen bij een verfilming van het boek.’ Mariska: ‘Ik zie bij jullie een duidelijke lijn waarop ik zou kunnen aansluiten. Jammer dat onze scholen ver uit elkaar liggen en onze kinderen niet naar jullie toe gaan. Ik ga ook eens praten bij onze afnemende vo-scholen.’ g

‘ Wij merken goed welke basisschool veel doet aan lezen’

W Anja van Raamsdonk: ‘Voorlezen vinden kinderen heerlijk, ook in de hoogste klassen’ foto’s Jan van der Meijde

De Brandende Vraag

Anja’s vraag aan een collega luidt: ‘Wij merken dat het mbo sommige leerlingen niet wil plaatsen, ook al hebben ze het gevraagde vmbodiploma. Wat zijn de secundaire toelatingscriteria?’ www.jongejury.nl

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

|9


Mijn vak

> RICK VAN LEEUWEN, LEERKRACHT VAN HET JAAR, CHRISTOPHOORSCHOOL

UU U U Ukinderen U U U U Uhebben UUUUUUUUU ‘ D eze U U U U U U U U U U U U U UU U U U U U Ubetrokken U U U U Uvolwassenen U U U U U Unodig’ UUUUUU tekst Anne-Marie Plasschaert

Als zeventienjarige kiest Rick van Leeuwen voor het onderwijs en al ras staat hij voor de klas bij jongelui die niet veel jonger zijn dan hijzelf. Wanneer hij door omstandigheden de overstap maakt naar het basisonderwijs, gaat er een nieuwe wereld voor hem open.

10 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

A

an het einde van de schooldag maken alle leerlingen van groep 6 nog even een praatje met hun meester Rick. Voor iedereen apart heeft hij een hand en een paar woorden, tegelijk stopt hij ze een gezonde appel en een klein bakje yoghurt toe. Op de gang geeft een stoere knul van een jaar of tien de appel aan zijn broertje, dat er gretig zijn tanden in zet. De laatste kinderen willen niet van weggaan weten; school is hun thuis en Rick hun


Rotterd a leraarmse basischo 2014 ol

O Rick van Leeuwen: ‘Ik ben hier eigenlijk altijd vrolijk.’ foto’s Jan van der Meijde

‘ In het basisonderwijs ging er een wereld voor mij open’

>>

vaderfiguur. ‘Zeker de helft van de kinderen hier groeit op zonder vader. Voor hen is het echt belangrijk dat wij een aantal mannen in het team hebben. De mix van mannen en vrouwen is hier goed’, zegt Rick van Leeuwen (30), een van de mannen op de school en ‘leerkracht van het jaar’, zoals buiten al trots is vermeld op de ramen van de bovenverdieping. Rick vertelt dat er op de Christophoorschool wel zeven mannelijke leerkrachten zijn, plus nog een adjunct en een muziekleraar voor de kleuters. Zelf is hij – net als zijn collega Danny – binnen gekomen via het

Hij-instroomtraject, een initiatief van de Rotterdamse Vereniging Katholiek Onderwijs (RVKO), om meer mannen voor het basisonderwijs te interesseren (zie blz. 24 – red.).

Intenser Rick was nooit van plan om in het basisonderwijs te gaan werken. Op zijn zeventiende startte hij met de lerarenopleiding aardrijkskunde tweedegraads en kreeg al meteen voor drie dagen in de week een baan aangeboden. ‘Jarenlang heb ik in het beroepsonderwijs gewerkt, vmbo, maar dan vooral het speciaal onderwijs. Daar was je

meer coach dan leerkracht, je was voornamelijk bezig met opvoeden’, vertelt Rick. Hij verhaalt van een autistische jongen waar hij ’s morgens langs ging om de gordijnen open te trekken. ‘Ik zei dan: “Ik zie je zo op school” en vertrok - dat kregen zijn ouders niet meer voor elkaar met hem. Maar ik ben ook wel met een meisje mee geweest naar de abortuskliniek en ik had een jongen in een afkickkliniek zitten.’ Als mens ben je heel belangrijk voor deze jongelui, geeft Rick aan, maar met onderwijs heeft het niet veel te maken. Wanneer er thuis door ziekte van zijn vrouw een appel wordt gedaan op Rick, schakelt hij nog een tandje bij, maakt gebruik van zorgverlof en zo weet hij in eerste instantie alle ballen in de lucht te houden, inclusief zijn werk in het speciaal onderwijs. Dan is het zorgverlof op en zijn alle taken tegelijk niet

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 11


T Rick van Leeuwen Christophoorschool 010 480 88 30 www.leraarvanhetjaarrotterdam.nl

>>

meer vol te houden. Gelukkig doet zich de gelegenheid voor deel te gaan nemen aan een Hij-traject. Rick gaat naar het basisonderwijs en volgt de pabo bij Thomas More. Hij vindt rust en: ‘In het basisonderwijs ging er een wereld voor mij open. Ik ervaar de band met de kinderen intenser. Ik ben hier eigenlijk altijd vrolijk, want het onderwijs levert me meer energie op dan het mij kost.’

Rick van Leeuwen werkt nu vier jaar in het basisonderwijs en is ‘leerkracht van het jaar 2014’. ‘Ik ben me heel erg bewust dat dit een kwantitatieve verkiezing is. Maar het is toch ook heel bijzonder als ouders en kinderen tonen wat ze van jou vinden en hoe trots ze zijn als je dan leerkracht van het jaar bent.’ Rick vertelt: ‘Ík ben het geworden, maar ik weet dat er hier minstens tien rondlopen die het ook hadden kunnen zijn.’ Het leuke van deze uitverkiezing is dat je ineens voor allerlei zaken wordt uitgenodigd, geeft Rick aan. ‘Laatst nog om mee te praten over het nieuwe Rotterdamse Onderwijsbeleid. Ik vind dat interessant, want ik ben van plan ooit nog een andere functie te zoeken in het onderwijs. In het onderwijs lever je een bijdrage aan de maatschappij, maar heel groot is die misschien niet. Toch wil ik voorlopig nog niet uit de klas.’

Didactische schoolcoach ‘Er wordt in het basisonderwijs zo veel meer gevraagd op het gebied van didactiek’, zegt Rick, ‘ik heb eigenlijk het gevoel dat ik hier pas echt ben begonnen met lesgeven.’ Hij wil zich daarom zo veel mogelijk verdiepen in didactiek, werkvormen en hoe je kinderen kunt prikkelen om te willen leren. In de opleiding ‘didactisch schoolcoach’, die Rick volgt,

12 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

pikt hij dan ook graag alle ideeën op om in zijn eigen lessen toe te passen. ‘Wij waren een zogenaamde “zwakke” school en hebben enorm ingezet op kennis. Inmiddels staat de school als ‘voldoende’ aangemerkt. Maar we zijn ook een Daltonschool. Daar kunnen wij ons nu dus wat meer mee bezighouden.’ Rick is daarom blij dat de invulling van het vak

wereldoriëntatie met een nieuwe methode wat vrijer kan worden aangepakt. ‘Je hebt een methode, een begin- en een eindpunt en het doel is helder. Maar hoe jij je doel bereikt, gaan we allemaal zelf uitproberen’, legt Rick uit. Dat is interessant: zelf keuzes maken op basis van de gedachten achter dat onderwijs. Zelf keuzes maken en uitwisselen. U


Wat ook nog gebeurde

Op Melanchthon Mathenesse werd ‘Leren loont!’, het Rotterdamse onderwijsbeleid voor 2015-2018 gepresenteerd. Wethouder Hugo de Jonge leidde het onderwerp in en onderwijsbestuurders gaven per sector aan wat hun plannen zijn. foto Gemeente Rotterdam

Beware Brede School: uw partner in het Beter Presteren. Beware Brede School is er van overtuigd dat alle leerlingen in Nederland de kans moeten krijgen zich op verschillende vakgebieden te ontwikkelen. Wij bieden vernieuwende sportieve, creatieve en educatieve activiteiten aan voor het basis en voortgezet onderwijs.

✓ Ervaring op meer dan 80 scholen ✓ Gekwalificeerde en enthousiaste docenten ✓ Vernieuwende activiteiten ✓ Uitgewerkte leerlijnen gebaseerd op kerndoelen ✓ Inzichtelijk communicatiesysteem ✓ Vaste schoolcontactpersonen ✓ Gunstige prijs/kwaliteit verhouding ✓ Inzet coach voor de vakkrachten

, n e r e v o n n i n e v j Wij bli jullie toch ook? Beware Brede School is verhuisd. Ons nieuwe adres is: Max Euwelaan 61, 3062 MA Rotterdam 02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 13


Rekenen

R Directe instructie is een van de belangrijkste middelen om de resultaten te verhogen. foto Jan van der Meijde

tekst Marijke Nijboer

De Hoogvlietse po- en vo-scholen willen hun rekenonderwijs verbeteren, en hebben besloten om dat samen te doen. Ze kijken bij elkaar en laten zich zo inspireren. En gaan steeds meer samen doen, ook op heel andere terreinen.

> PO EN VO HOOGVLIET STEMMEN REKENONDERWIJS AF

UUUUUUUUUUUUUUUU Eén doorgaande lijn vanaf groep UUUUUUUUUUUUUUUU totUeinde schoolloopbaan Unul UU UUU UUUUUUUUU O

nlangs woonden een paar docenten van het Penta College en Einstein Lyceum rekenlessen bij op de Zalmplaatschool. Zij wilden graag zien hoe de school een rekenles opbouwt, en waren vooral benieuwd naar hoe het directe-instructiemodel wordt ingezet. Zo’n bezoek van het vo aan het basisonderwijs is vrij bijzonder. Maar in Hoogvliet was dit een logisch vervolg van een eerder opgezette samenwerking.

14 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

Die begon zo’n zes jaar geleden, toen het Penta College en de Zalmplaatschool partners werden in de pilot onderwijstijdverlenging. Rond die tijd initieerde de deelgemeente bovendien het jaarlijkse directieoverleg voor alle po- en vo-scholen. Janneke Oudshoorn, adjunct-directeur van de Zalmplaatschool en lid van de regiegroep doorgaande lijn rekenen po-vo: ‘Daar maakten we kennis en informeerden we elkaar.’


T Janneke Oudshoorn www.zalmplaatschool.nl

Rekentoets Op het voortgezet onderwijs is rekenen nu een hoofdvak. De rekentoetsen worden landelijk echter niet goed gemaakt. Dat geeft het Hoogvlietse project extra urgentie. ‘Ook hier kan het nog beter. Wij willen samen de verantwoordelijkheid nemen voor het verhogen van de kwaliteit van het rekenonderwijs.’ Janneke sluit niet uit dat de samenwerking zich in de toekomst gaat uitbreiden naar andere vakken, zoals taal. De Hoogvlietse scholen hebben een ideaalbeeld voor ogen. ‘Uiteindelijk willen we een ‘‘pijplijn’’ bewerkstelligen, één doorgaande lijn van groep nul tot aan het eind van de onderwijscarrière. Dan begeleiden we de kinderen in feite tot aan hun eerste baan. Zo hopen we hun succesvol functioneren in de maatschappij te stimuleren.’

‘Gastleerlingen’

In de regiegroep zit afgezien van de nulgroepen het complete onderwijsveld. Dat werkt goed, vertelt Janneke. ‘We zitten er allemaal namens onze besturen. Iedereen ziet de noodzaak.’ De scholen willen samen het rekenonderwijs en de aansluiting van hun rekenonderwijs op elkaar verbeteren. Leerkrachten en docenten volgen samen studiebijeenkomsten. Met hun gezamenlijke plan ‘Plezier in succesvol rekenen in Hoogvliet’ willen ze ‘komen tot een goede didactiek en afstemming voor het rekenonderwijs,’ legt Janneke uit. ‘Daarbij zijn de referentieniveaus heel belangrijk. We willen concreet aan de slag met een fundamenteel, streef- en plusniveau.’

Rekentraining De scholen volgden samen een rekentraining, verzorgd door het CPS. ‘Toen kwamen de overeenkomsten en verschil-

len, problemen en kansen in beeld en die hebben we samen besproken.’ Er zijn weer twee nieuwe studiebijeenkomsten gepland. Op het programma staat onder andere een presentatie van de SLO, het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, over de referentieniveaus. Janneke: ‘Van daaruit gaat iedereen z’n eigen team informeren. Dan hebben we allemaal dezelfde kennis.’ Het Einstein Lyceum en Penta College keken goed hoe in de groepen 6 en 8 van de Zalmplaatschool werd gewerkt met het directe-instructiemodel. De vo-scholen willen dit model op termijn zelf ook invoeren. Janneke: ‘Uit onderzoek weten we dat directe instructie een van de belangrijkste middelen is om de resultaten te verhogen. Uiteindelijk willen we als po- en vo-scholen toe naar een afstemming van onze werkwijzen, zeker voor de eerste klassen. De overgang is nu te groot voor veel leerlingen.’

Dat er stevig wordt samengewerkt, betekent niet dat iedereen op dezelfde manier moet werken. De basisscholen gebruiken bijvoorbeeld verschillende rekenmethodes. ‘Elke school heeft z’n eigen visie en werkwijze. De methode is maar een hulpmiddel. Het gaat erom dat er doorlopende lijnen zijn, dat het aanbod passend is en de kinderen uiteindelijk kunnen rekenen.’ Het elkaar kennen leidt tot steeds meer contact. Zo nodigde de Jacobusschool de andere scholen uit voor een studiemiddag over rekenen die aanvankelijk was bestemd voor het eigen team. De Hoogvlietse scholen werken samen in een pilot Passend Onderwijs, en organiseren samen de scholenmarkt. Verder wisselen ze ‘gastleerlingen’ uit: als een leerling op een school niet functioneert, kan hij als gast naar een andere school. ‘Het kind hoeft dan niet met een taxi naar Rotterdam, maar krijgt gewoon een nieuwe kans op een andere school vlakbij huis. Bij ons is zo’n uitwisseling heel goed uitgepakt.’ De gemeente Rotterdam ondersteunt de samenwerking met de inzet van een beleidsmedewerker en een kleine subsidie. Janneke: ‘We willen denken in kansen en die liggen er volop. De organisatie kost tijd, maar je krijgt er veel positieve energie voor terug.’ U

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 15


De Deklas klasvan van

Lefterres (12):

‘Ik heb voor deze school gekozen omdat werken met planten en dieren me leuk leek. Mijn mentor is op een goede manier streng. Hij zegt iets als je het fout doet, maar ook als je het goed doet.’

tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde

DE KLAS VAN RUBEN REEDIJK, LERAAR BIOLOGIE EN LICHAMELIJKE OEFENING, ROOSTERMAKER EN MENTOR VAN KLAS 1B VAN HET WELLANT COLLEGE AAN DE BOSDREEF ‘De klas is relatief klein omdat mijn leerlingen leerwegondersteuning hebben. Uiteraard leiden we hier op voor een regulier vmbo-diploma, maar minstens zo belangrijk is sociaal-emotionele vorming. Weten wat je waard bent, zelfvertrouwen krijgen, geloof in jezelf hebben, je veilig voelen. Zaken waar ik als mentor vrijwel dagelijks met de klas over praat. De ene keer naar aanleiding van een voorval op school of in de klas, een andere keer aan de hand van een filmpje of een televisieprogramma als ‘Over de streep’. Vooral het laatste maakt veel bij de kinderen los. Ik laat ze soms voor zichzelf mee tellen hoe vaak ze over de streep gestapt zouden zijn. Dan zijn er wel eens tranen en slaat de ene leerling een troostende arm om een andere leerling. En wordt het stil in de klas. Doodstil. Dat zijn momenten waarop ik me nog meer dan anders realiseer dat veel van mijn leerlingen al het nodige hebben meegemaakt in hun leven. Een relatief kleine school als de onze is voor hen daarom fijn. Iedereen kent elkaar en niemand kan zich verschuilen. En dan kan het zomaar gebeuren dat een leerling die op de basisschool te horen kreeg dat ze ‘toch niets kan’, hier opbloeit en van basis naar gemengde leerweg opstoomt. Een mooi succes dat we met z’n allen vieren.’ 16 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15


Imane (12):

‘Ik vind eigenlijk alles leuk van deze school en de dieren maken het nog leuker. Als ik het qua niveau aankan wil ik het liefst dierenarts worden. Mijn mentor is aardig en soms streng, maar dat is voor sommige leerlingen wel nodig.’

T Heeft of doet u iets speciaals in of met uw klas of kent u een ‘bijzondere’ klas? Geef het aan ons door. Misschien staan u en uw klas een volgende keer in de spotlight.

Sven (12):

‘Ik zit hier niet voor de dieren of de planten, maar omdat mijn moeder dit een goede school vond. Mijn mentor vind ik erg leuk. Hij maakt veel grapjes en is rechtvaardig. Als je iets verkeerds doet wordt hij niet gelijk boos.’ Manal (12): ‘Ik vind het hier erg leuk. Vooral omdat je met dieren en natuur werkt. We hebben gezellige leraren en doen leuke activiteiten. Ik vind dat mijn mentor het goed doet. Hij vertelt leuke verhalen en legt goed uit. Hij is een beetje streng en dat is maar goed ook, omdat onze klas anders een dierentuin zou worden.’

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 17


Fatsoen ‘Jij bent benoemd tot fatsoensrakker’, kreeg ik grappend te horen nadat ik in een teamtraining aangaf dat het voor mij een kwestie van fatsoen is dat te late leerlingen niet voor je langs lopen wanneer jij met je introductie bezig bent. In mijn optiek moet je studenten daarop aanspreken, maar sommige collega’s merken het niet eens op als laatkomers aandacht-eisend met een hoop bombarie hun plaats in de klas innemen. Ik voelde mij in de verdediging schieten: ík een fatsoensrakker - niet echt, ik ben nogal tegendraads, bepaal zelf wel hoe ik mij moet gedragen. Misschien komt die aversie voor het woord fatsoen doordat politici van verschillende signatuur dat begrip in de afgelopen decennia hebben gekaapt. Wij burgers moesten meer met fatsoen bezig zijn. Vervolgens lieten heel wat politici zien het met datzelfde fatsoen niet zo nauw te nemen. De tweede gedachte was eigenlijk nog schokkender: blijkbaar is het niet leuk om als ‘fatsoensrakker’ te worden neergezet, dat wordt niet als een positieve kwalificatie gezien. Onze samenleving roept weliswaar om meer fatsoen, maar in navolging van onze rolmodellen en idolen gaat het er vooral om dat een ander fatsoenlijk moet doen. Wij houden ons alleen aan regels als er een grote pakkans is, niet omdat wij het goede regels vinden, niet omdat wij uit onszelf nadenken over een ander ruimte en respect geven.

Anne-Marie Dat brengt mij bij de kern van mijn gedachten over fatsoen, moderner gezegd respect, zo bij de start van het nieuwe jaar. Voor mij gaat het allemaal over zelfstandig denken, over nadenken, verantwoordelijk handelen. Het gaat mij om intrinsieke waarden van waaruit ik rekening wíl houden met een ander - ook als ik dingen doe die niet mogen, zoals over de stoep of door het rode licht fietsen. Ik wil uit mijzelf respect voelen voor een ander en ik zou willen dat anderen door hun gedrag dat respect bij mij oproepen. Dat is het gedachtegoed dat ik wil overdragen aan mijn studenten, door zelf zo te zijn en door het voor te leven. Ik wil ze bewust maken van hun omgeving, hun invloed op die omgeving. Zodat zij zelf gaan nadenken, zelf beslissen en zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag. Dat is voor mij fatsoen. Niks mis mee, toch?

Journaliste Anne-Marie Plasschaert is docent journalistieke vaardigheden en communicatie & pr in het mbo.

Wat ook nog gebeurde

Esther Jonker, een ouder van een leerling van SBO De Kring, ontving uit handen van CED-directeur Theo Magito het eerste exemplaar van het magazine Samen vooruit. Het magazine bevat praktische adviezen voor ouders met een kind in het S(B)O en ideeën voor leuke activiteiten. De Gemeente Rotterdam betaalde mee aan de ontwikkeling van Samen vooruit dat naar alle S(B)O-scholen in Rotterdam gaat. Meer info en enkele voorbeeldpagina’s op www.cedgroep.nl/samenvooruit. foto Tamara Wally

18 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15


S succes van: A.J. Schreuderschool tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde

De Schreuderschool in Lombardijen heeft twee vestigingen. Een voor speciaal en een voor voortgezet speciaal onderwijs. Het voortgezet speciaal onderwijs is eindonderwijs en bereidt leerlingen voor op een vorm van dagbesteding of werk.

O

m de voorbereiding op werk zo realistisch mogelijk te maken werkt de school samen met het lokale bedrijfsleven. Zo zijn er contacten met een plaatselijke supermarkt en een restaurant in de buurt. Als uitvloeisel daarvan verzorgt de school activiteiten in de tegenover de school gelegen Zonnetrap, een wooncentrum voor ouderen. Een van de recente activiteiten is het verzorgen van een feestelijke lunch.

Volgens Joost Cremers, docent consumptieve technieken bij de Schreuderschool, had hij de zaal wel twee maal uit kunnen verkopen: ‘We doen het dit keer echter met vijftig bewoners, omdat het voor de leerlingen al spannend genoeg is.’ De lunch past in het traject contextverrijking dat de school enige tijd geleden heeft ingezet. Eugène Schilperoordt, coördinator

arbeidstoeleiding legt uit: ‘Met het grotere beroep dat de wetgever doet op het zelfstandig functioneren van mensen is het ook voor onze leerlingen van belang om na school een bezigheid of werk te vinden dat bij hen past. Binnen het traject werkt de school samen met plaatselijke bedrijven. Zij komen bij ons op school en leerlingen met voldoende capaciteiten lopen stage bij hun bedrijf. Leerlingen leren dus niet alleen meer op school maar ook echt in de praktijk. We stellen ze begeleid bloot aan de arbeidsmarkt.’ Adjunct-directeur Els Nagtegaal van de Schreuderschool zegt het ‘geweldig fijn’ te vinden dat de school hier gast én gastheer mag zijn: ‘Deze lunch is weer een mooi voorbeeld van de verbinding tussen onze school en de Zonnetrap.’ F

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 19


Ouderbetrokkenheid R Kerstdiner voor betrokken ouders. foto Petja Buitendijk

tekst Renate Mamber

Basisschool Het Open Venster startte twee jaar geleden met een gedegen beleid voor ouderbetrokkenheid. Nu plukt de school daarvan de vruchten. Uit een voorlopig onderzoek van het CPS, een landelijke adviesorganisatie voor onderwijs, komt het ouderbeleid goed uit de bus. Een ouder: ‘Je wordt overal bij betrokken.’

> OUDERBETROKKENHEID HET OPEN VENSTER

g g g gkomen ggg ggg ggg ‘ O uders sneller naar ggggggggggggg met gje gtoe gg gvragen’ gggggggg O

p de donderdag voor de kerstvakantie is het hectisch op Het Open Venster. Directeur Victor van Toer bereidt in de kleine keuken van de school kip in chocoladesaus en appelmoes. Het is een kerstdiner voor bijna veertig ouders die zich het afgelopen jaar extra voor de school hebben ingezet. ‘Het is eigenlijk zo ontstaan’, vertelt medewerker ouderbetrokkenheid Indira Zevenhuizen die even verderop in de ouderkamer de laatste stoelen bij elkaar zoekt. ‘We zijn een multiculturele school en ook een christelijke school die open staat voor alle culturen. Toen de ouders aangaven dat ze meer feesten wilden vieren, leek ons dat een leuk idee. De ouders gingen

etentjes voor elkaar organiseren tijdens het Hindoestaanse feest Divali en het islamitische Offerfeest met alle traditionele gerechten erbij. Ze nodigden ook de leerkrachten uit en gaven een presentatie over wat het feest inhield. Vandaar dat wij vonden dat we met kerst de ouders eens moesten uitnodigen, om iets terug te doen.’

Niet in geld uit te drukken De ouderkamer stroomt ondertussen vol met leesouders, ouders die helpen bij de gymles, leden van de oudercommissie, leden van de regiegroep, ouders die pleinwacht lopen en andere actieve ouders. Victor spreekt zijn gasten toe: ‘Mijn dankbaarheid voor jullie

‘ We proberen de drempel te verlagen’ 20 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

inzet is niet in geld uit te drukken, maar wel in zwoegen en zweten. Ik hoop dat er volgend jaar nog meer betrokken ouders bij komen en dat we er twee tafels bij moeten zetten.’ Het kerstdiner begint met de befaamde tomaten-kikkererwtensoep van Jamie Oliver als voorgerecht. Maar er is meer, want sommige ouders hebben het toch niet kunnen laten zelf nog gerechten mee te nemen. Even later is iedereen aan het eten en praten. ‘Je wordt overal bij betrokken’, vertelt leesmoeder Desi. ‘We ontvangen elke week een weekmail van de leerkracht over wat de kinderen de afgelopen week hebben gedaan en wat ze volgende week gaan doen. Daarin staan ook dingen die je met je kind kunt oefenen, bijvoorbeeld welke letters ze leren en welke woordjes je kunt oefenen.’


Weekmail De weekmail is een idee van de regiegroep. Ouders en leerkrachten bedenken daarin samen hoe het contact tussen ouders en school nog kan worden verbeterd. ‘We praten over hoe dingen anders zouden kunnen, bijvoorbeeld over de communicatie tussen ouders en school of over de invulling van het pestprotocol’, vertelt moeder Ilse. ‘Zo’n weekmail is bijvoorbeeld heel handig voor ouders die niet vaak bij activiteiten op school kunnen zijn omdat ze druk zijn met hun werk.’ De weekmail en de regiegroep zijn onderdeel van het uitgebreide beleid voor ouderbetrokkenheid van de school. Andere onderdelen zijn bijvoorbeeld: een gezamenlijke startbijeenkomst aan het begin van het jaar, kennismakingsgesprekken met ouders, kinderen die zelf

iets vertellen bij de rapportgesprekken en open lessen waarbij ouders kunnen komen kijken.

Partnerschap ‘Het is onze visie om te komen tot een educatief partnerschap tussen ouders en school, omdat dat de onderwijsresultaten kan verbeteren,’ zegt Victor. ‘We proberen een stukje van school naar huis te verplaatsen. We proberen de drempel te verlagen en het voor alle ouders makkelijker te maken om iets met hun kind te doen.’ De leerkrachten ervaren sinds de start van het beleid een duidelijk verbetering. ‘We groeien op het gebied van ouderbetrokkenheid’, zegt Shanna Beukers, leerkracht van groep 4. ‘Ouders zijn meer betrokken geraakt omdat het lijntje korter is geworden. Ouders komen nu

sneller naar je toe met vragen, bijvoorbeeld als het niet lukt met huiswerk.’ ‘Ik merk ook dat ik meer reacties krijg van ouders, via de mail maar ook persoonlijk,’ zegt Joke van den Eijnden, leerkracht van groep 6. ‘Wij, leerkrachten en ouders, hebben elkaar nodig. We moeten het samen doen.’ CPS, een landelijke adviesorganisatie voor onderwijs, nam eind 2014 het beleid van de school onder de loep en oordeelde dat de school goed op weg was. Waarschijnlijk komt Het Open Venster eind van het schooljaar in aanmerking voor een keurmerk ouderbetrokkenheid. Victor is daar blij mee. ‘Maar het belangrijkste is toch het hele proces ernaartoe dat je als school doormaakt.’ g

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 21


L!nda Linda Zwegers is lerares in de onderbouw op een Rotterdamse basisschool

Als ik later groot ben… Toen ik vier jaar oud was, na mijn eerste week school, riep ik dat ik schooljuf wilde worden en dat is eigenlijk nooit meer veranderd. Beroepen, dat was deze week het onderwerp in mijn groep. Wat is een beroep en waarom moet je later gaan werken? De kinderen begrepen er niets van dat ik geld verdien terwijl ik ‘op hen pas’. ‘Maar wij krijgen toch ook geen centjes om hier te zijn?’ wist Anke heel wijsneuzerig uit te brengen. De kinderen keken ook niet heel blij met het aantal scholen dat ze moesten gaan bezoeken om ‘iets te worden’. En wat gaan papa en mama eigenlijk doen als ze centjes gaan verdienen? ‘Mijn mama is gewoon mama’, zegt Josh een beetje verward. ‘Mijn papa gaat altijd vroeg weg met de auto en dan gaat hij rijden en dan komt hij vlak voor het eten altijd weer thuis’, brengt Finn heel enthousiast. Alleen specifieke beroepen zijn bij de kinderen bekend. ‘Mijn mama is dokter’, zegt Stan. ‘Mijn papa rijdt op de vrachtwagen’, zegt Fleur. Een omschrijving wil ook nog wel voldoen: ‘Mijn mama zorgt dat kindjes beter leren praten’, weet Odette. Sommige kids weten wel dat mama in een winkel werkt maar niet wat ze verkoopt. En dan is er nog de poging van Jason, die probeert te omschrijven waar misschien veel kinderen naar zoeken: ‘Mijn papa die werkt op een gebouw, ja een kantoor, en daar heeft hij een computer en een telefoon en heel veel papier en dan is hij de hele dag aan het typen en bellen en schrijven en dan is hij weer klaar’. We bespreken wat voor beroepen ze allemaal tegenkomen en zo probeer ik de kinderen dan een beeld te geven van allerlei verschillende beroepen. Hoe simpel of ingewikkeld ook. Maar wanneer we besluiten met een rondje: Wat wil jij nu later doen? krijg ik toch wel weer terug hoe mooi de wereld van een kleuter moet zijn: In de klas heb ik een aantal brandweermannen, een paar stoere politieagenten, een stel wijze juffen, prachtige prinsessen en een astronaut en hier en daar een papa of mama…

Linda Zwegers

22 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

Meester door Ad Oskam


NEEM

EEN

GRAT

IS

PROE FLICE NTIE www.si lopscho ol.nl

N IE U W !

SIL OP SCHOOL: Sil op school: een compleet en altijd actueel programma voor alle kleutergroepen.

Altijd actueel De thema’s van Sil op school zijn altijd actueel en worden aangeboden via de website. Bij ieder thema zijn er activiteiten, handleidingen, voorleesverhalen, woordkaarten en meer. Bij uw licentie hoort een poppenset met de echte pop Sil, het vriendje van uw leerlingen.

SIL OP SCHOOL IN HET KORT: • Thema’s aan de hand van een actueel (kleuter) onderwerp • Goed voor 40 weken onderwijs • Inzetbaar als volwaardig VVE-programma • Werken aan SLO-doelen voor taal, woordenschat, rekenen, motoriek en sociaalemotionele ontwikkeling • Bij ieder thema suggesties voor opbrengstgericht werken

Sil Alle materialen van Sil op sch ool worden digitaal aangebo den.

www.silopschool.nl 02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine Adv Sil op SchoolV3 ROM 12-2013 190x270.indd 1

| 23

17-12-13 13:53


Mannen

> Hij-instromerstraject bij de RKVO

ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ Behoefte ZZ Z Z Z Z Z Zaan Z Z Zmeer Z Z Z Zmannen ZZZZZZZZ inZbasisonderwijs ZZ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ tekst Ineke Westbroek

Scholen hebben behoefte aan meer mannen voor de klas. Binnen het onderwijs is meer dan de helft vrouw, maar kinderen hebben ook behoefte aan mannelijke rolmodellen. Om meer evenwicht in de personeelssamenstelling te bereiken, organiseren pabo’s mannenklassen om meer mannelijke studenten te trekken. In Rotterdam organiseert de RVKO samen met de Thomas Moore Hogeschool het hij-instroomtraject, dat mannen opleidt voor het basisonderwijs.

24 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15


‘ Vrouwen zijn zorgzamer, mannen rouwdouweriger. Beide vullen elkaar aan’

verdeling van sekses. Pabo’s in verschillende steden ontplooien initiatieven om mannelijke studenten te werven.

Rolmodellen

W Scholen binnen het bestuur hadden behoefte aan mannelijke rolmodellen foto Petja Buitendijk

‘K

eileuk’, vindt Salim de lessen van meester Kees Ruigrok. De leerling uit groep 6 van basisschool de Bavokring vindt een meester en een juf allebei prima: ‘Ze gedragen zich op een andere manier.’ ‘De juf is lief, de meester maakt grapjes’, benoemt klasgenoot Rana het verschil. ‘Voor kinderen maakt het niet zo uit of ze een meester of juf hebben’, gelooft Kees (33), die vier jaar geleden zijn baan als personeelsadviseur bij de overheid verruilde voor het onderwijs: ‘Ik raakte erop uitgekeken en kinderen vond ik altijd al leuk.’ Kees is één van de hij-instromers die een vaste aanstelling overhield aan het traject. Het onderwijsveld ziet de noodzaak van evenwicht in schoolteams door een gelijke

De RVKO startte in 2010 het hij-instromerstraject, omdat scholen binnen het bestuur behoefte hadden aan mannelijke rolmodellen voor een toenemend aantal leerlingen dat alleen door moeders wordt opgevoed. Daarnaast was er een hoge uitstroom van meesters die met pensioen gingen. Het hij-instromerstraject laat hoogopgeleide mannen, vaak afkomstig uit het bedrijfsleven, in een tweejarige opleiding versneld in aanraking komen met de onderwijspraktijk in een vierdaagse baan als lerarenondersteuner in het basisonderwijs. Zij worden op de werkvloer gecoacht door leerkrachten binnen het bestuur. Eén dag per week studeren zij aan de Pabo. De komst van de hij-instromers zorgt voor een andere dynamiek op de scholen, constateert Astrid de Wit (beleidsondersteuner Personeel en Facilitaire zaken van het bestuur): ‘Vrouwen zijn vaak wat voorzichtiger. Mannen bieden meer fysieke ruimte, bijvoorbeeld met gym. Vooral jongens hebben daar behoefte aan.’ ‘Vrouwen zijn zorgzamer, mannen rouwdouweriger’, gelooft Laurent Oomens (30), sinds dit schooljaar in groep 6 van de St. Michaëlschool als hij-instromer aan het werk, ‘ik doe lekker mee met een potje trefbal. Vrouwen zijn knuffeliger. Op school vullen beide kanten elkaar aan.’ Daarnaar streeft ook de Bavokring, die bij de start van het hij-instroomtraject een schoolteam had met een man-vrouw-verhouding van 20-80. Nu is dit 25-75, en merkt ieder-

een veranderingen op de werkvloer. In teamvergaderingen wordt meer gelachen.’ Mannen zijn meer geneigd tot grappen’, ervaart directeur Aziz El Amiri. Hij merkt ook dat meesters juffen leren meer te relativeren, en dat vrouwen meer oog hebben voor details bij problemen: ‘Die zijn daarin subtieler.’

Zelf oplossen ‘Vrouwen willen zaken zoals schoolreisjes soms te perfect regelen, waardoor het niet meer praktisch is’, ondervindt Kees Ruigrok, die aanvankelijk moest wennen aan een door vrouwen gedomineerde werksfeer, ‘mannen pakken meer door.’ Laurent Oomens, die naast zijn baan als grafisch ontwerper tekencursussen gaf en er zo achter kwam dat hij lesgeven aan kinderen leuker vindt, heeft soortgelijke ervaringen: ‘In de omgang met kinderen zijn mannen geneigd de verantwoordelijkheid wat meer bij het kind te laten. Ik merk dat dit beter is dan politieagent spelen. Ze komen dan eerder zelf met oplossingen als het misgaat, bijvoorbeeld wassen als zij zich met viltstift hebben onder gekladderd.’ Vooral jongens hebben hier volgens Laurent behoefte aan: ‘Zij willen wat uitproberen en hebben daarvoor ruimte en beweging nodig. Soms moeten ze even een rondje lopen. Dan laat ik ze koffie halen. Daarna hebben ze alle aandacht bij de les.’ Van de eerste lichting hij-instromers vond 44% een baan bij de RVKO, van de laatste lichting 60%. Astrid de Wit is daar blij mee. Volgens haar is het nog te vroeg om vast te stellen of er een beter evenwicht mannen-vrouwen op de scholen is bereikt: ‘Maar er verandert wel iets, want elke man meer merk je.’ Z

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 25


Kinderparticipatie R Alle kinderen denken mee over mogelijke oplossingen. foto Petja Buitendijk

tekst Renate Mamber

De Oranjeschool heeft al drie jaar een kinderraad die mag meepraten over allerlei zaken op school. De raad komt elk jaar tot stand na echte verkiezingen met posters en verkiezingspraatjes. Peter uit groep 8: ‘Ik vind het leuk dat we mogen meebepalen wat het thema van het schoolfeest is.’

> Kinderraad op de Oranjeschool

UUUUUUUUUUUUUU Aan de slag na echte UUUUUUUUUUUUUU O

p de eerste woensdagmiddag in januari komt de kinderraad direct na schooltijd bijeen. Het zijn zes kinderen. Uit de groepen 6, 7 en 8 elk een jongen en een meisje. Ze beginnen relaxed met een kopje thee en een rondje over hoe het gaat in de klas. ‘Het gaat wel goed’, zegt Ilham uit groep 7, ‘maar er wordt nog wel veel gepraat in de klas.’ ‘Wat denk je eraan te kunnen doen?’ vraagt intern begeleider Chittra Sankersing die de

raad regelmatig voorzit. ‘Praten met de juf’, zegt Ilham na enig nadenken. De andere kinderen knikken. Ze praten er nog even over door en over andere gebeurtenissen van de afgelopen maand. Daarna begint de vergadering echt. De punten van de vorige vergadering komen op tafel, aangevuld met nieuwe: het thema van het komende schoolfeest, een probleem met de fietsenstalling waar steeds voetballen in terechtkomen en vieze duikelrekken. Alle kinderen denken mee over mogelijke oplossingen.

‘ Kinderen hebben ook goede ideeën in hun hoofd’

26 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

Stemmen Vorig schooljaar zijn de raadsleden gekozen na echte verkiezingen. Alle kinderen van de school mochten hun stem uitbrengen. Ook de kinderen uit groep 1 en 2. Zij werden daarbij geholpen door hun juf. ‘We hebben ervoor gekozen om de verkiezingen aan het eind van het schooljaar te doen zodat de oude raadsleden van groep 8 de nieuwe raad nog wat tips konden geven’, vertelt Kim Stuurman, leerkracht van groep 3, die de raad ook vaak voorzit. ‘Bovendien blijft er steeds een kind uit groep 7 in de raad zitten, zodat hij of zij de andere kinderen kan vertellen hoe het in zijn werk gaat.’ De kinderen die zich verkiesbaar stelden moesten zelf punten opstellen waarom kinderen op hen zouden moeten stemmen. ‘Daarna hebben we foto’s van ze gemaakt


UUUUUUUUU verkiezingen UUUUUUUUU

en die als verkiezingsposters door de school verspreid’, vertelt Chittra. ‘Ook hebben alle kandidaten zich in elke klas voorgesteld.’

Niet alles kan Peter uit groep 8 denkt dat kinderen op hem hebben gestemd omdat hij goede ideeën heeft. ‘Bijvoorbeeld dat we toetsen moeten kunnen uitstellen’, zegt hij. Tesslina uit groep 6 had leuke veranderingen beloofd. ‘Bijvoorbeeld een groter voetbalveld, meer speelgoed op het schoolplein en twee keer per jaar op schoolreis.’ Volkan uit groep 6 beloofde zelfs een half uur minder les per dag. ‘Maar niet alles kan’, zegt hij. ‘Soms kost het te veel geld of mag het niet van de gemeente.’ ‘Bij de eerste bijeenkomst van de raad bespreken we wat wel en wat niet mogelijk

is’, vertelt Kim. ‘Als je uitlegt wat de bedoeling is, kijken ze er anders naar en gaan ze nadenken over wat ze wel kunnen doen.’ Eigenlijk is het ook de bedoeling dat klasgenoten en kinderen uit de lagere klassen naar de raadsleden toekomen als ze ergens mee zitten, maar dat gebeurt nog niet genoeg. Chittra en Kim vinden dat een punt van aandacht. Chittra: ‘Misschien moeten jullie nog eens een rondje maken langs alle klassen om dat uit te leggen.’

Belangrijk De kinderen zitten nu bijna een half jaar in de raad. Ilham vindt tot nu toe de voetballen in de fietsenstalling het belangrijkste punt dat ze hebben besproken. ‘Het zou toch zonde zijn als er daardoor fietsen kapot gaan’, vindt ze.

Een oplossing heeft ze al. ‘Ik vind dat de deur van de fietsenstalling om negen uur op slot moet en dat hij pas weer om vier uur open mag.’ Denny die vorig jaar ook al in de raad zat, noemt als leukste punt dat ze mochten meedenken over de invulling van een activiteitenmiddag. ‘En ik vind het leuk dat we mogen meebepalen wat het thema van het schoolfeest is’, zegt Peter. Alle kinderen zijn het erover eens dat het belangrijk is dat er een kinderraad is. ‘Altijd mogen de leraren bepalen wat er gebeurt en nu mogen we meebeslissen’, zegt Peter. ‘En kinderen hebben ook goede ideeën in hun hoofd’, vindt Denny. ‘En de juffen spelen niet buiten, dus die weten ook niet altijd alles’, zegt Volkan. U

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 27


Techniek

tekst Ineke Westbroek

Bètaleerlingen die hunkeren naar kennis kunnen op het Technasium hun onderzoeksdrang en creatieve ideeën botvieren. In het Rijnmondgebied werken vijf scholen met dit nieuwe, op havo en vwo gerichte format, waarbij leerlingen in opdracht van bedrijven innovaties ontwerpen. Zoals op het Cosmicus College, waar leerlingen zich vol overgave buigen over biodiesel en luchtdoorlatend glas. > COSMICUS TECHNASIUM

ZZZZZZZZZZZ Z Zelfstandig ZZZZZZZZZZ Z werken Z Z Z Z Zaan ZZZZZ Z technische ZZZZZZZZZZ ZZZZZZZZZZZ innovaties ZZZZZZZZZZZ H

et Technasiumlokaal van het Cosmicus College onderscheidt zich nauwelijks van een professionele technische ruimte. Tekentafels, laptops, 3D-printers, brainstormhoeken met digibordjes, een werkplaats en een presentatietheater. Groepjes leerlingen buigen zich over ingewikkelde vraagstukken. ‘We hebben de massa en de dichtheid, wat is de volgende stap?’ ‘Leerlingen maken verslagen op basis van een analyse’, legt Mark Jansen (docent Onderzoek & Ontwerpen) uit, ‘daarna passen ze die toe.’ ‘Gif!’, waarschuwen koeienletters op een petfles legergroene vloeistof. Een poging tot het maken van biodiesel voor een sciencefestival. ‘Mislukt’, verklaart Mark, ‘maar we blijven proberen.’

28 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

Steeds meer zelf doen Het Technasium, met de examenvakken Onderzoek en Ontwerpen (O & O) biedt bètaleerlingen de mogelijkheid hun talenten te benutten. Vier uur per week werken leerlingen in groepsverband aan een project, in opdracht van bedrijven, overheden of nonprofit organisaties. Door samen met klasgenoten te werken aan technische vernieuwingen en oplossingen van vraagstukken, leren zij zelfstandig werken, samenwerken en plannen. Zelfstandig werken past in het concept van het Cosmicus College, dat het Technasium sinds 2012 aanbiedt. ‘In hun latere leven wordt dit van leerlingen verwacht’, betoogt teamleider Mustafa Kocaer, die als wiskundeleraar al jarenlang groepsopdrachten

W

Groepjes leerlingen buigen zich over ingewikkelde vraagstukken. foto Petja Buitendijk

geeft. ‘Naast het stimuleren van bètaleerlingen was zelfstandig werken een belangrijke reden om met O & O te werken.’ Op het Technasium wordt daarnaast gewerkt aan sociale vaardigheden en aandacht besteed aan verschillende vakdisciplines. Bij het uitwerken van een opdracht geeft een docent instructies en begeleidt de in groepjes van vier werkende leerlingen verder als coach, waarbij hij leerlingen zo nodig een zetje in de juiste richting geeft en wekelijks de voortgang controleert. De groepjes houden hun vorderingen bij in een digitaal logboek. De bedoeling is dat zij zelf een plan van aanpak maken, waarbij de docent feedback geeft. Zij voeren de opdracht stapsgewijs, in subopdrachten uit. Na goedkeuring


van het plan van aanpak maken leerlingen een ontwerp, dat zij aan de docent en de opdrachtgever presenteren. ‘De bedoeling is dat leerlingen steeds meer zelf doen’, schetst Mark, ‘als het goed is, hoeven docenten steeds minder bij te sturen, naarmate de jaren vorderen.’

Verschillende karakters De Technasiumgroepen worden samengesteld uit leerlingen uit verschillende havo- en vwo-klassen, met verschillende leerstijlen en karakters. Mark: ‘Dat doen we om leerlingen te leren samenwerken met allerlei soorten mensen, met verschillende meningen en manieren van werken.’ Nilem Malhoe, Amir Yunes en Ziad Massala uit 2 vwo kunnen zich hierin vinden. ‘In een baan moet je ook met iedereen kunnen samenwerken’, weet Nilem, die zich inschreef voor het Technasium nadat zij op de Open dag helemaal enthousiast werd van de gepresenteerde

‘ Ze halen dingen uit zo’n opdracht waaraan volwassenen nooit hebben gedacht’ technische vindingen. ‘Vooral robotica boeit me’, vertelt zij, ‘daar wilde ik meer van weten. Bovendien vind je daar altijd banen in.’ Ziad en Amir zijn verwoede beoefenaars van Minecraft, een spel dat een omgeving bouwt met onder andere grondstoffen, tunnelsystemen en biodiversiteit. Het spel bracht hen op het idee het Technasium te volgen. Enthousiast vertellen zij over de projecten waaraan zij hebben meegewerkt, zoals het ontwerp van een waterplein voor het gebouw van het Ikazia Ziekenhuis, vergelijkbaar met het waterplein aan het Benthemplein. Op dit moment zijn de leerlingen druk doende met een energieleverend gebouw

voor een wedstrijd, uitgeschreven door de Vilentum Hogeschool (hbo-opleiding de groene sector). Daarbij wordt gebruik gemaakt van biomimicry (nabootsen van ideeën uit de natuur om menselijke problemen op te lossen). Zo vonden zij voor het energieleverende gebouw luchtdoorlatend glas uit, op zandbasis. Eerder ontwierpen zij bordspelen met de 3D-printer, in opdracht van spellenfabrikant Ravensburger, onder andere over geld en onderhandelen. De ontwerpen van de Technasiumleerlingen worden door opdrachtgevers als inspiratiebron gebruikt. Z

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 29


Opbrengstgericht werken

> ‘SCHOOLCIJFERS, EEN TWEEDE NATUUR’

UUUUUUUUUUU maak jeU U U U UHoe UUU UUU Ueen U U handzaam UUUUUUUU Ugroepsplan? UUUUUUUUUU UUUUUUUUUUU tekst Renate Mamber Hoe kom je van data uit verschillende leerlingvolgsystemen tot groepsplannen die bruikbaar zijn in de dagelijkse praktijk? Het project ‘Schoolcijfers, een tweede natuur’ hielp drie Rotterdamse basisscholen op weg. Leerkracht Remco van Buuren: ‘Iedereen ziet het maken van een groepsplan nu als iets nuttigs.’ 30 |

Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15

H

W

Groepsplannen kunnen heel bruikbaar zijn in de praktijk. foto Petja Buitendijk

ogeschool Rotterdam startte in 2013 het project ‘Schoolcijfers, een tweede natuur’ met de Rotterdamse basisscholen De Notenkraker, Het Landje en De Vierambacht. ‘Het doel was het handelingsrepertoire van leerkrachten en schoolleiders op het gebied van datagestuurd werken te vergroten,’ vertelt Denise van Schelven van het projectteam Schoolcijfers. Dit datagestuurd werken, ook wel opbrengstgericht werken genoemd, is


T Meer weten: www.schoolcijfers.com

‘ We hebben gekeken welke data we echt nodig hebben’ begrijpend lezen, Het Landje op technisch lezen en De Vierambacht op rekenen. Gaandeweg kwam naar voren dat alle scholen worstelden met dezelfde vraag: hoe maak je een handzaam groepsplan?

Denkwerk

een cyclisch proces. Het gaat grofweg van het verzamelen, analyseren en interpreteren van data, naar het stellen van doelen, het maken van groepsplannen, deze evalueren en weer aanpassen.

Dezelfde vraag De scholen waren al met de cyclus begonnen maar bevonden zich ieder in een ander stadium. Denise: ‘Een school was net begonnen met het maken van groepsplannen. De andere had ze al maar vond ze nog niet goed genoeg en de laatste had ook groepsplannen maar verzamelde meer data dan nodig was.’ Het projectteam sloot aan bij het stadium waarin de school zich bevond. Elke school concentreerde zich vervolgens op een zelf gekozen vakgebied: De Notenkraker op

‘Het werd zichtbaar dat iedere leerkracht dat op zijn eigen manier deed en dat daar geen eenduidigheid in zat’, vertelt Denise. ‘Alle scholen hebben daarom handleidingen gemaakt voor het schrijven van een groepsplan. Een handleiding is een heel praktisch ding, maar er gaat veel denkwerk aan vooraf. Je moet daarvoor bijvoorbeeld goed kijken naar welke doelen je als school wilt bereiken. Dat proces is het werkelijke resultaat.’ Toen De Vierambacht met het project begon had de school de groepsplannen op orde, maar wilde ze perfectioneren. ‘We hadden erg veel data en ook onze groepsplannen bevatten nog te veel data’, vertelt Remco van Buuren, leerkracht van groep 7. ‘We wilden kijken naar wat we konden weglaten, zodat het overzichtelijker werd en bruikbaarder.’ In de onderbouw waren ze daarnaast op zoek naar een goed systeem waarin ze alle relevante data konden opnemen. ‘We hadden te veel systemen en lijstjes, vertelt Cindy van Schie, leerkracht van groep 2. ‘Cito, Pravoo, en soms hielden leerkrachten ook nog een eigen handgeschreven lijstje bij.’

Gebruiksvoorwerp De leerkrachten waren vaak ieder op hun eigen manier met de data bezig. ‘Door Schoolcijfers hebben we de stap kunnen maken dat iedereen het op dezelfde manier doet’, vertelt Remco. ‘Het projectteam Schoolcijfers heeft onze groepsplannen onder de loep genomen. We hebben data geschrapt en ook een toetsronde. Daarna hebben we een handleiding

gemaakt voor het maken van een groepsplan zodat het meer een gebruiksvoorwerp werd.’ De onderbouw doorliep eenzelfde traject. ‘We hebben gekeken welke data we echt nodig hebben, doelen gesteld en samen met het projectteam één digitaal registratiesysteem gemaakt’, vertelt Cindy. ‘Iedereen ziet het maken van een groepsplan nu als iets nuttigs’, zegt Remco. ‘We praten er samen over: wat zijn de scores, waar vallen ze tegen en waardoor kan dat komen? Je staat er niet alleen voor.’ Hij geeft wel aan dat het belangrijk is dat er extra tijd wordt vrij gemaakt voor het maken van de groepsplannen. Als lid van het projectteam Schoolcijfers van hun school hebben Remco en Cindy zich aanzienlijk verdiept in datagestuurd werken en ontwikkelden zich daarin. ‘Het houdt je scherp’, vindt Cindy. ‘En het is er leuker op geworden’, zegt Remco. ‘We hebben laten zien dat het maken van groepsplannen nog makkelijker kan.’

Gelukt Het project Schoolcijfers is inmiddels grotendeels afgerond. Denise: ‘Onze intentie was om heel vraaggestuurd te werken zodat het ook echt iets van de school werd en dat is gelukt. Elke school heeft op zijn eigen manier vormgegeven hoe je van data-analyse tot een goed groepsplan komt. En de scholen zijn zonder onze ondersteuning nog steeds bezig met datagestuurd werken. Ze hebben bijvoorbeeld handleidingen opgesteld voor het maken van groepsplannen voor andere vakgebieden.’ Het projectteam Schoolcijfers concentreert zich nu op het schrijven van een handboek waarmee scholen zelfstandig op weg kunnen naar datagestuurd werken. U

02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine

| 31


v Dubbelportret :

tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde

Monica en Abderrahman en Elharith Diaz

Abderrahman en Elharith (10) bewonen met moeder Monica en broer Abdeallah (7) een etagewoning in Hillesluis. Monica heeft als kleuterleerkracht bij basisschool Ibn-I Sina gewerkt en is tegenwoordig teamleider bij Samenlevingswerk, een sociaal programma dat bijstandsgerechtigden activeert. Abderrahman en Elharith zijn leerlingen van de Heldringschool, een school voor speciaal basisonderwijs. Beide zitten in groep 7/8, maar in verschillende klassen. Hun interesses komen aardig overeen. Allebei zijn ze dol op strips en voetbal en tennissen ze graag. Gamen doen ze ook, maar niet zo vaak. Hoe reis je naar school? Abderrahman en Elharith: ‘Lopend.’ Monica: ‘Ik loop met ze mee tot het kruispunt. Daarna lopen zij door naar hun eigen school en breng ik Abdeallah naar zijn school.’ Wat vind je leuk aan school? Abderrahman: ‘Ik vind spelen het leukst, maar de rekentoets maak ik ook graag. Oefentherapie bij juf Kirsten vind ik fijn om te doen.’ Elharith: ‘Buitenspelen vind ik superleuk en lezen is wat ik het liefst doe.’ Monica: ‘De school is gestructureerd, heel veilig en professioneel. Ik voel me er altijd echt welkom.’ Wat mis je? Abderrahman: ‘Ik mis het schoolkamp.’ Elharith: ‘Ik mis eigenlijk niets.’ Monica: ‘Het zou fijn zijn als de school eigen naschoolse opvang zou hebben zodat Abderrahman en Elharith niet naar een andere locatie hoeven. Dat geeft veel onrust omdat ze weer aan andere regels moeten wennen.’

Praten jullie thuis over school? Abderrahman en Elharith: ‘Ja, over hoe het op school was en wat we gedaan hebben.’ Monica: ‘En of er nog iets is voorgevallen, maar dat is eigenlijk nooit het geval. Gebeurt er wel iets dan wordt dat altijd direct en goed opgepakt.’ Hoe laat ga je naar bed? Abderrahman en Elharith: ‘Half negen.’ Monica: ‘Ze moeten om acht uur naar bed en mogen dan nog even iets lezen. Om half negen gaat het licht uit.’ Heb je huiswerk? Abderrahman: ‘Ik heb bijna nooit huiswerk.’ Elharith: ‘Ik heb wel eens woordenschatoefeningen.’ Heb je hulp nodig bij je huiswerk? Elharith: ‘Soms.’ Monica: ‘Ik help met overhoren. Dan noem ik een woord en moet Elharith de betekenis zeggen.’

Kun je uit de voeten met de nieuwe media? Abderrahman: ‘Ik heb een Facebookaccount.’ Elharith: ‘Ik werk op school met de iPad en de computer en we hebben digiborden.’ Monica: ‘Ze hebben sinds kort een smartphone en daar mogen ze soms spelletjes of iets dergelijks op doen. Voor Facebook vind ik ze eigenlijk te jong, maar Abderrahman gebruikt z’n account alleen om te kijken. Niet om iets te posten.’ Hoe stel je je als ouder op de hoogte van schoolontwikkelingen? Monica: ‘Door met de kinderen te praten en zoveel mogelijk naar rapportbesprekingen en informatieavonden te gaan. Tussendoor naar school gaan lukt niet omdat ik vier dagen per week werk.’ Wat wil je later bereiken? Abderrahman: ‘Ik wil dokter of professor worden. Ik heb vaak oorontsteking en de dokter helpt mij erg goed.’ Elharith: ‘Ik wil journalist of detective worden. Net als Kuifje. Dat lijkt me spannend.’ Monica: ‘Ik wil dat de kinderen gezond en gelukkig zijn, dat ze hun talenten kunnen gebruiken bij hun toekomstige werk en dat ze een bijdrage leveren aan een betere wereld.’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.