04_15 k Horeca Vakschool k Maker education k Talenten van po naar vo >
- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine
School zelf duurzaam maken
Loopbaan en ouderbetrokkenheid
Creatieve vakken breed inzetten
april _ nr. 04 _ jaargang 38
van de redactie
agenda
Ontwikkeling
19 mei UTRECHT
Onderwijs gaat niet mee met de tijd, lees je soms. Alles blijft daar altijd hetzelfde. Inderdaad, als je twee foto’s naast elkaar legt, de ene heel oud, de andere recent en je ziet op beide foto’s leerlingen die in rijen zitten met een leraar ervoor, dan lijkt er niets veranderd te zijn. Maar wie werkelijk wil weten of en hoe het onderwijs zich echt ontwikkelt, zal dieper moeten graven.
www.aps.nl
Het Rotterdams Onderwijs Magazine is in deze editie inderdaad aan het graven gegaan, met als resultaat verschillende voorbeelden van scholen en docenten die zich volop aan het ontwikkelen zijn en zaken oppakken waar men zich honderd, vijftig of misschien wel tien jaar geleden nog helemaal niets bij kon voorstellen. Vo-leerlingen die onderzoeken hoe ze hun eigen school duurzaam kunnen maken. Een basisschool die filosofie en creatieve vakken verweeft met de lessen en daardoor ook het vergroten van de woordenschat een impuls geeft. Een mbo-student die de docent vraagt of hij misschien eens de les mag voorbereiden. Een directeur die een makerspace de school binnenhaalt waar leerlingen leren door met slimme printplaatjes en andere technische noviteiten aan de gang te gaan. Het zijn vier voorbeelden van scholen en docenten die allerminst de behoefte hebben om dingen te blijven doen zoals ze altijd al deden. Dat willen ze niet, ze willen zich ontwikkelen. Ze zijn niet tevreden met wat ze doen, willen beter worden en maken hun eigen keuzes. Ook de vve-instellingen willen zich ontwikkelen. Daarvoor is de vve-coach in het leven geroepen en hoe dat uitpakt, leest u ook in deze editie van het ROM.
werkbijeenkomst schoolcultuur in het vmbo 27 mei UTRECHT
inspiratiesessie rekenen en ict (vo) www.aps.nl 27 mei GOUDA
symposium 'media en onderwijs' (po, vo en so) www.driestar-educatief.nl 1 juni AMERSFOORT
congres ‘onderwijs en jeugdhulp verbonden?’ (po, sbo en so) www.ojcongres.nl 3 juni UTRECHT
congres passend onderwijs op passende manier toepassen (po, sbo, so, vo, vso) www.congrespassendonderwijs.nl 4 juni AMERSFOORT
succesvol studeren in het mbo www.medilexonderwijs.nl 17 juni DEN HAAG
workshop omgaan met pesten (po) www.hco.nl Meer voor uw agenda op www.romnieuws.nl/agenda
Al die zich ontwikkelende scholen, instellingen, docenten en leerlingen, daar gaan we nog meer van horen. Succes! Paul de Maat, hoofdredacteur
colofon Rotterdams Onderwijs Magazine onafhankelijk voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie en opleiding in Rotterdam. Gratis voor personeel van het Rotterdamse onderwijs 38e jaargang -- nr. 04 -- april 2015 ISSN 1386 -- Verschijnt vijf keer per jaar -- Oplage 7000 Uitgave CED-Groep Redactie Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofd- en eindredactie), Hannie van ‘t Veer Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Ad Oskam (strip), Anne-Marie Plasschaert, Ineke Westbroek, Linda Zwegers Redactieadres Postbus 8639 -- 3009 AP Rotterdam -- telefoon 06 525 705 04 -e-mail rom@cedgroep.nl Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde 2|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
Het ROM is er ook als website. Met nieuws, artikelen, alle magazines van de laatste jaren en meer. Ga naar www.romnieuws.nl, blijf op de hoogte van alles wat van belang is voor het onderwijs in Rotterdam en abonneer u op onze nieuwsbrief.
Volg het ROM op Twitter @romnieuws, facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine en sluit je aan via Linkedin ‘Rotterdams Onderwijs Magazine’.
inhoud 02 agenda 04 bewustwijzer Leerlingen Lyceum Rotterdam
14_ DE STAD UIT Natuurbeleving stadskinderen R
maken school duurzamer
06 estafette Hoe van vmbo naar mbo zonder diploma?
08 met mensen omgaan
Het vak van Huibert Sandberg
20_ K WALITEIT VERHOGEN Coach in de vve O
12 creatieve vakken Vakkrachten ondersteunen Dalton Pierre Bayle
16
de klas van
Harry Vogelaars, Houten Meubileringscollege
18
column Anne-Marie
Zelfsturend onderwijs
18
Heropening OBS Delfshaven
wat ook nog gebeurde
19
succes van…
Rotterdams Vakcollege De Hef
22 strip Ad Oskam
24_ WETENSCHAP IN DE KLAS Maker education R
ROFFAB
22 column linda Vieze handen
28 talent benutten Achtstegroepers voorbereiden door les op vo
30 loopbaanoriëntatie Ouders zijn betrokken op Melanchthon Kralingen
26_ HAVENLOGISTIEK Contact met hele wereld O
32 dubbelportret ‘Ik kan op school altijd met mijn verhaal terecht’
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|3
Duurzaamheid
> LEERLINGEN LYCEUM ROTTERDAM ONDERZOEKEN KLIMAAT OP SCHOOL
BStreven B B B B naar B B Bduurzame BBBBBB B B B B school BBBBBBBBBBBBBBBBBB BewustWijzer Bmet BBB BBBBBBBBBBBBBB tekst Ineke Westbroek
Minder tl-buizen, licht en apparaten uit in ruimtes waar niemand is, een apparaatje om de luchtkwaliteit in lokalen te meten, een vakjesprullenbak om afval te scheiden, met buurtbewoners een plek organiseren voor een composthoop. Een scala van bruikbare ideeën, die leerlingen van het Lyceum Rotterdam voor wetenschap, kunst en ondernemen presenteren als afronding van hun duurzaamheidsproject in het kader van BewustWijzer.
4|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
H
ier zit een luchtje aan… Maar wat? Je ruikt het in alle lokalen en gangen… Reden voor Pieter, Alex, Casper en Vinay uit wetenschapsklas 3HV om een onderzoek in te stellen naar de luchtkwaliteit op het Lyceum Rotterdam. Zij presenteerden de resultaten tijdens de feestelijke afrondingsbijeenkomst van het duurzaamheidproject dat de klas drie maanden lang onder leiding van BewustWijzer uitvoerde. Metingen met een CO2-meter toonden een CO-gehalte tussen 1200 en 2400 ppm: ‘Onder het landelijk gemiddelde, maar toch slechter dan wenselijk.’ Hun oplossingen: verbetering van de mechanische ventilatie, ramen vaker openzetten en de luchtkwaliteit checken met de Arduino (een klein maar slim moederbordje, zie ook blz. 28-29). Zij deelden hiermee de duurzaamheidprijs voor het beste duurzame-energie-idee voor hun school met
O Samenwerken en eigen verantwoordelijkheid nemen zijn cruciaal. foto Petja Buitendijk
‘ Wij willen 21e-eeuwse vaardigheden verbinden aan relevante thema’s, zoals duurzaamheid’
Kunst en Ondernemen, waarvan de school per richting wekelijks vier extra vakken (tien extra lesuren) aanbiedt, als binnen de reguliere lessen.
de groep van Lieke, Megan, Kes en Felix: een prullenbak met verschillende vakken om afval te scheiden. Tijdens het werken met het duurzaamheidthema werden de leerlingen van 3HV verdeeld in vier groepen. Deze groepen vormden ideeën over duurzaamheid en over manieren om daaraan zelf bij te dragen, op school én in hun eigen leven. Op school deden zij onderzoek naar energie, CO en afval. In creatieve sessies werken zij oplossingen uit. Zo leerden zij onderzoek opzetten, resultaten verzamelen, gegevens interpreteren en oplossingen bedenken. Samenwerken en eigen verantwoordelijkheid nemen zijn cruciaal in het proces. Het project sluit aan op de werkwijze van Het Lyceum Rotterdam, gefocust op ontdekkend en samenwerkend leren, met de docent als coach. Dit is in alle vakken verweven, zowel binnen de richtingen Wetenschap,
‘Wij willen 21e-eeuwse vaardigheden verbinden aan relevante thema’s, zoals duurzaamheid’, licht wetenschapsdocent Lowi Sturrus toe,’wat nu speelt, koppelen we aan de omgeving. Zo gaan we samen met De Voedseltuin (verbouwt biologische producten voor de Voedselbank – red.) onderzoeken of we een bewateringssysteem voor de kassen kunnen ontwerpen en aanleggen.’ Samen brainstormen, onderzoek opzetten, taken verdelen en feedback geven is dus niet nieuw voor de leerlingen van 3HV. Via WhatsApp hielden zij elkaar op de hoogte van de vorderingen en bewaakten de voortgang van hun onderzoeken. ‘Wie iets vergat kreeg van iedereen spam op WhatsApp’, lacht Lieke,’dat werkte goed!’ Het researchwerk deden leerlingen aan de hand van Google, papieren naslagwerken en vragen aan deskundigen in en buiten school. ‘Daarbij kan je verdwalen’, ondervond Vinay: ‘Het was moeilijk om aan de juiste documen-
ten komen. Dan moet je googelen, maar waarop precies?’ ‘Dan helpen wij ze op gang met suggesties waar ze informatie kunnen zoeken’, vertelt Karin Nettenbreijers, die de leerlingen vanuit BewustWijzer begeleidde, ‘deze leerlingen hebben al veel kennis en kunde in huis. Het gaat om goede opdrachten formuleren en zelf laten ontdekken, waarbij fouten maken mag.’Dit soort hobbels hoort bij het leerproces, weet Lowi Sturrus: ‘Informatie vergaren moeten ze later in hun werk ook kunnen, daarom is het goed er vroeg mee te beginnen.’ Duurzaamheid krijgt een vaste plek in het curriculum van Lyceum Rotterdam. De school beraadt zich over de vorm waarin dit wordt gegoten. Alle vastgestelde oplossingen uit het project worden in ieder geval nader uitgewerkt. Óók de ideeën die niet in de prijzen vielen, zoals het idee om licht uit te doen in ruimtes waar niemand aanwezig is. Daarbij gaat het licht door sensoren aan op het moment dat er iemand binnenkomt. Lowi Sturrus: ‘Lampen en apparaten staan nog weleens voor niets aan.' B
DUURZAME-SCHOOL-METHODE BEWUSTWIJZER Met de duurzame-school-methode begeleidt BewustWijzer sinds 2009 leerlingen uit basis- en voortgezet onderwijs met onderzoek naar manieren om scholen duurzamer te maken. Daarbij hoort een passend plan van aanpak, met onder andere docententrainingen, een leerlingen-eco-raad, bedenken en uitvoeren van campagnes met leerlingen, toevoegen van lesmateriaal in het schoolcurriculum en leggen van verbindingen met het bedrijfsleven. www.bewustwijzer.com www.facebook.com/bewustwijzer
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|5
Estafette > DE ONGEDIPLOMEERDE LEERLING
gggggggggggggg Kansen voor vmbo’er gggg ggg g de gg gggg tekst Marijke Nijboer
Welke vraag zou jij willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Anja van Raamsdonk, docent Nederlands en zorgcoördinator op de vmbo-school G.K. Van Hogendorp, haar vraag aan Frans de Jonge, trajectbegeleider bij het instroompunt van Albeda College: ‘Wij krijgen met name ongediplomeerde leerlingen steeds moeilijker geplaatst op het mbo. Wat zijn precies de toelatingscriteria?’
V
W Anja van Raamsdonk: ‘Wij praten uitvoerig met leerlingen over wat hun interesses en kwaliteiten zijn.’ foto Jan van der Meijde
IN DEZE AFLEVERING VAN ESTAFETTE WISSELEN TWEE LERAREN, EEN UIT HET VOORTGEZET ONDERWIJS, EN EEN UIT HET MBO, HUN ERVARINGEN UIT. VOOR DE KOMENDE AFLEVERING GEVEN ZIJ HET STOKJE – MET BRANDENDE VRAAG – DOOR AAN EEN VOLGENDE COLLEGA.
6|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
eel ouders kiezen voor de G.K. van Hogendorp omdat deze school in hun wijk staat, vertelt Anja. ‘Dat vinden zij gemakkelijker en het scheelt ook reiskosten. Ouders kiezen voor die nabijheid, én voor het onderwijsconcept van onze onderbouw, met kerndocenten. Dat zorgt voor een duidelijke structuur, zeker voor leerlingen waarbij de overstap po-vo moeizaam zou kunnen verlopen. Wij bieden echter alleen de sector economie/ICT, en dat is voor lang niet alle leerlingen de beste keuze. Ook als wij adviseren om elders te gaan kijken, houdt men vaak vast aan de keuze voor onze school. Bij leerlingen voor wie economie/ICT een minder goede keuze is, leidt dat vanaf de derde klas soms tot problemen en sommigen vallen dan uit. Voorheen konden wij deze leerlingen vrij probleemloos overdragen aan het mbo, maar dat is moeilijker geworden. ’Er zijn inderdaad een paar regels veranderd, zegt Frans. ‘Zowel door wetswijzigingen als door Rotterdamse afspraken. Een strenge eis is nu dat de leerling 16 jaar is op 1 augustus van het schooljaar dat hij bij het mbo binnenkomt. Dispensatie is mogelijk als de aanleverende school en ouders een aanvraag doen bij Leerplicht. Een 16-jarige kan naar een AKAopleiding (arbeidsmarktgekwalificeerd assistent) en daarna naar niveau 2.’ Vanaf komend schooljaar biedt Albeda AKA aan in zeven domeinen. ‘De leerling moet wel al ongeveer weten welke richting hij op wil.’ Anja: ‘Wij praten uitvoerig met leerlingen over wat hun interesses en kwaliteiten zijn.’
Schoolloopbaanteams Ook nieuw zijn de zes schoolloopbaanteams in de regio Rotterdam. Zij begeleiden jongeren tijdens hun schoolcarrière en zien vooral goed toe bij de overstap van de ene schoolsoort naar de andere. Frans: ‘We hebben liefst dat een leerling eerst z’n vmbo-diploma haalt, eventueel in een andere sector of op een ander niveau. Het mbo is nu terughoudend met het toelaten van
gggg gggg ongediplomeerde leerlingen tot niveau 2 en hoger.’ Albeda en Zadkine hebben samen een geschiktheidsonderzoek ontwikkeld. Het toelaten van ongediplomeerde leerlingen mag pas nadat uit dit onderzoek is gebleken dat een leerling kans op succes heeft. Frans: ‘Bij dat onderzoek wordt ook gekeken wat iemands niveau is bij Nederlands en rekenen. Maar niet van elke onvoldoende wordt een probleem gemaakt. Wil iemand kok worden, dan is een onvoldoende voor Duits geen struikelblok. We kijken vooral naar de relevante vakken.’ De G.K. van Hogendorp heeft vmbo basis, kader en gemengd in huis. Anja: ‘Leerlingen die het elders niet redden op de mavo en bij ons binnenkomen, zijn minder gemotiveerd omdat ze bij ons niet worden uitgedaagd. Vaak komen we er dan achter dat er thuis ook problemen spelen.’ Frans: ‘Is bij getroubleerde leerlingen een tussentijdse overstap naar het mbo wel verstandig? Jongeren moeten hier veel zelfstandiger werken en stage lopen.’ Anja: ‘Stages zijn ze gewend, die lopen ze bij ons ook.’ Frans: ‘Ik vraag me af of het vmbo zo sterk moet inzetten op stages. Die lopen ze bij ons veelvuldig, en zeker bij AKA gaat het, net als waarschijnlijk bij jullie, vooral om basale vaardigheden zoals op tijd komen. Als dat te veel dubbelt, motiveert het niet. Als we van elkaar weten wat we doen, kunnen we samen een logische lijn uitzetten.’ Anja: ‘Meer onderlinge afstemming lijkt me een goed idee.’
Versneld doorstromen Ook bij de plaatsing van gediplomeerde leerlingen heeft haar school weleens vragen, zegt Anja. ‘Leerlingen die bij ons hun diploma gemengde leerweg hebben gehaald en mbo techniek willen gaan doen, moeten dan naar niveau 2. Is dat terecht?’ Frans: ‘Deze leerlingen hebben bij de praktijkvakken een achterstand. Dat wordt bijgespijkerd en daarna kunnen ze versneld doorstromen.’ Anja vertelt wat haar school doet met leerlingen die mogelijk hun examen niet gaan halen: ‘Zij doen bij hun zwakke vakken examen op een lager niveau, en krijgen een diploma op een lager niveau.’ Frans: ‘Dat vind ik een mooie oplossing. Als ze die vakken wel op kaderniveau halen, kunnen ze eventueel naar niveau 3. Meld hen maar aan op een zo hoog mogelijk niveau. En neem contact met ons op over de twijfelgevallen én de kinderen met problemen. Een warme overdracht is dan extra belangrijk.’ g
‘ Als we van elkaar weten wat we doen, kunnen we samen een logische lijn uitzetten’
W Frans de Jonge: ‘Wil iemand kok worden, dan is een onvoldoende voor Duits geen struikelblok’ foto Jan van der Meijde
DE BRANDENDE VRAAG
Frans’ vraag aan een collega luidt: 'Wij zien veel ongediplomeerde leerlingen binnenkomen die op een vmbo-school met een breder aanbod vast een diploma hadden kunnen behalen. Kunnen vmbo-scholen daar niet in samenwerking aan mouw aan passen?'
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|7
Mijn vak
> HUIBERT SANDBERG, HORECA VAKSCHOOL ROTTERDAM
U U‘ U UU U U U U U UisU U U InUhet bedrijfsleven UUUUUUUUUUUUUUU de U realiteits-check’ U U UU UUUUUUUUUU tekst Anne-Marie Plasschaert
Als jonge knul met een te grote mond vindt Huibert Sandberg zijn weg in de horeca. Nu kunnen jongelui van hem de kneepjes van het vak leren. ‘Soms is het lachen, gieren, brullen’, zegt hij goedmoedig, ‘maar zodra de gasten het restaurant binnen komen, schiet iedereen in de plooi. En zo hoort dat in de horeca.’
8|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
O Huibert Sandberg: ‘Ik hoop dat ik leerlingen de normen en waarden kan meegeven die ik zelf hanteer.’ foto Jan van der Meijde
‘ Ik wil ze de basis aanleren, overigens op allerlei gebieden’ >>
man de deur uit, die hier binnen misschien ‘het mannetje’ zijn, maar straks de realiteitscheck tegenkomen. Dan zullen ze het moeten waar maken.’
Rode kool ‘De leerlingen kiezen hier voor een vak waarin ze met mensen omgaan – ze zitten niet de hele dag achter een computer. Ze hebben klantcontacten. Ze werken met collega’s samen. Dan moet je over sociale vaardigheden beschikken. Ik wil ze dat graag leren’, zegt Huibert vol enthousiasme. ‘Ik wil ze de basis aanleren, zodat zij er wat aan hebben in hun hele verdere leven. Overigens op allerlei gebieden, want ik leer ze ook nog gewoon hun potje koken. Toen ik op mijn zeventiende op kamers ging, belde een vriend die ook op kamers woonde mij op dat zijn rode kool maar niet gaar werd. Die had de hele kool in een pan water gedaan!’
Brede rug Huibert zelf heeft in verschillende richtingen en disciplines in de horeca gewerkt, zowel in de keuken als in de bediening. ‘Vanaf mijn vijftiende ben ik al werkzaam in de horeca. Destijds kwam ik terecht bij een gerenommeerd restaurant. Kom je daar binnen met je grote mond, dat jij het wel weet, nou, dan word je wel even op je plaats gezet.’ Als zestienjarige gaat Huibert naar het mbo bij Zadkine, stroomt vervolgens door naar de hotelschool en werkt daarna jarenlang als kok. Gezinsuitbreiding zet hem aan tot een wat regelmatiger en gestructureerd leven. Daarom meldt hij zich op zijn dertigste aan bij
Fontys Hogeschool voor de deeltijd-docentenopleiding. Hij start op een vmbo-school met meer dan duizend leerlingen, maar na anderhalf jaar ziet hij een vacature bij de kleinschalige vakopleiding in Rotterdam en de op mensen ingestelde docent stapt maar wat graag over. ‘Hier ken ik alle leerlingen bij naam, dat vind ik belangrijk’, zegt de docent en mentor van de vierdejaars. ‘Als mentor heb ik vaak gesprekjes met hen dat zij zich niet meer als een leerling kunnen gedragen. Dat ze hun verantwoordelijkheid moeten nemen, omdat dat in het bedrijfsleven van ze wordt gevraagd. Hier hebben wij nog een brede rug. Maar er gaan straks vijfenzestig
Na de lunch maken de leerlingen eensgezind de keuken schoon. Ze rennen op ons af: wat vonden we van de tomatensoep? ‘Te dik, hè’. Huibert toont op zijn kantoor instructiefilmpjes, door de leerlingen zelf gemaakt. Ze zijn geweldig. Ik begrijp inmiddels heel goed dat hij bij een tussentijdse reflectie op zijn werk heeft besloten in het onderwijs te blijven. ‘Misschien over een jaar of tien wat meer richting management, want hoe leuk ook, lesgeven en zeker in de keuken is wel zwaar’, geeft hij aan. ‘Maandag ben ik hier weer om kwart voor zeven om de keuken voor te bereiden; vrijdag heb ik leerlingen tot kwart over vier. Al die uren sta ik op mijn benen - ik draai nog steeds lange dagen in de keuken.’
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|9
T Huibert Sandberg Horeca Vakschool 010 4655055 www.horecavakschoolrotterdam.nl
>>
10 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
‘Ik vind koken heel leuk. Bij ons thuis werd er werk gemaakt van koken, vrijwel altijd vis, want wij woonden bij de zee. Maar werken met mensen vind ik het allerbelangrijkste’, zegt Huibert Sandberg. ‘Als er bijvoorbeeld een leerling jarig is: feliciteren, even praten. Later vragen of het leuk is geweest. Dat doe ik trouwens niet alleen bij leerlingen maar ook met collega’s. Zo ben ik, zo sta ik in het leven.’ Ik heb het sociale van huis uit meegekregen, maar het zit ook gewoon in mijzelf. In de trein van huis naar school en terug is het altijd druk, als er dan iemand echt een zitplaats nodig heeft, sta ik op. Ik zie mijn broer, zus en moeder vrijwel elke week. Dat vind ik belangrijk.’ Daarom is Huibert ook helemaal op zijn plaats in het onderwijs: ‘Je verdient geen gouden bergen, maar ik kan de hypotheek betalen, met mijn gezin op vakantie en ik kan jonge mensen wat meegeven voor hun verdere leven.’
DIT IS WIJS
DIT IS WIJS Personeelsdiensten Voor elke personeelsuitdaging een slimme oplossing ‘De leerkracht maakt het verschil!’ • DIT IS WIJS biedt slimme personeelsoplossingen voor zowel tijdelijke als langdurige trajecten in het onderwijs: - Vervanging van leerkrachten, al vanaf 1 dag en vaak binnen 1 dag geregeld! - Interne coach in dienst van DIT IS WIJS voor klassenbezoeken en kwaliteitsborging van de invalkrachten - Gunstige tarieven door lage overheadkosten - Online plantool om 24 uur per dag beschikbaarheid in te zien en diensten in te boeken - Onderwijsspecialisten in dienst van speciaal onderwijs, vaktechnisch tot intern begeleider
• DIT IS WIJS: alleen echte professionals voor de klas! - Onze medewerkers beschikken allemaal over een relevante onderwijsopleiding en passende werkervaring - Ze zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag - En beschikken over minimaal twee positieve referenties
Al vanaf € 37,50 p/u* *prijs is exclusief btw / bemiddelingskosten *vraag naar de voorwaarden
Zo wijs is DIT IS WIJS Neem contact op voor een vrijblijvend adviesgesprek of een offerte HOOFDKANTOOR DIT IS WIJS MAX EUWELAAN 61 3062 MA ROTTERDAM TELEFOON
088 130 98 50
INFO@DITISWIJS.NL
INTERNET
WWW.DITISWIJSGROEP.NL
HAALT MEER UIT ONDERWIJS
Zijn u w voor leerlingen de 21 e k eeuw laar ?
De tijd gaat hard. De technologische ontwikkeling staat nog maar in
haar kinderschoenen en de sociale omgang verandert in sneltreinvaart. Ook het onderwijs verandert en moet zich voorbereiden op de toekomst
en dit vraagt om innovatie. Beware Brede School heeft onder de naam “21st century skills” een nieuw activiteitenpakket ontwikkeld dat kinderen op een leuke manier leert omgaan met alle veranderingen om hen heen.
1 2 century st
✓ Nieuw activiteitenpakket ✓ Online klassikale lessen ✓ Schooljaar 2015/2016 ✓ Focus op 7 skills!
skills
1: Communicatie 2: Samenwerken
3: ICT geletterdheid 4: Creativiteit
5: Kritisch denken
6: Problemen oplossen 7: Sociale en culturele vaardigheden
Wij blijvveenren, inno ook? jullie toch
Innoveert u met ons mee of wilt u meer informatie over onze diensten? Mail ons via info@bewarebredeschool.nl of bel naar 0180 - 61 91 10.
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 11
Creatieve vakken
tekst Marijke Nijboer
Rekenen en taal blijven belangrijk, maar ‘voortschrijdend inzicht’ leidt momenteel tot een herwaardering van creatieve vakken. Sinds een tijdje al kunnen Rotterdamse scholen een beroep doen op subsidie voor ‘Denken, Voelen, Doen’. Met dit geld verweven zij muziek, filosofie, drama, dans en beeldende vorming in hun programma. De gemeente verwijst naar onderzoek waaruit blijkt dat deze vakken een positief effect hebben op leerlingen, ‘en daarmee ook op de onderwijsresultaten’.
, Thema’s worden uitgewerkt in lessen en beeldende opdrachten. foto Jan van der Meijde
> DENKEN, VOELEN, DOEN OP DE DALTON PIERRE BAYLE
BTekenen B B B B Ben BB B B B B B B B B B B B B drama als steunpilaar BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB het Bvan BBB B Bonderwijs BBBBBBBBBBBBBB O
penbare Daltonbasisschool Pierre Bayle in Rotterdam-Crooswijk huurt met deze subsidie twee vakkrachten in van de organisatie Beware Brede School, die een dag per week helpen om de creatieve vakken in te weven in de lessen. Deze integrale aanpak vloeit voort uit de eerdere werkwijze, vertelt directeur René Bos. ‘Wij werkten tijdens schooluren hard aan onze onderwijsdoelen en aan taken die voortkwamen uit onze maatschappelijke opdracht. Van ons wordt verwacht dat we aandacht besteden aan gezonde voeding, sociale veiligheid, enzo-
12 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
voort. Daardoor komen vakken als beeldende vorming en muziek onder druk. Die brachten we daarom onder in de brede school.’ Achteraf vindt hij dat, als je deze vakken zo isoleert, je er onvoldoende uithaalt. ‘Als je creativiteit en cultuur juist integreert in de zaakvakken, kan je ze inzetten voor de kerndoelen. Daarnaast werken we langs deze weg natuurlijk ook aan onze eigen speerpunten. Onze kinderen hebben een flinke taalachterstand, dus wij geven veel extra aandacht aan begrijpend lezen en woordenschat.’ Scholen die meedoen aan ‘Denken, Voelen, Doen’ krijgen twee jaar lang
T http://ditiswijsgroep.nl
waarna ze in een context terugkomen.’ Ook in taalspelletjes komen deze woorden terug. Elk project sluit af met een presentatie voor de andere groepen, leerkrachten en ouders waarbij kinderen vertellen over hun werk. Dat past goed bij het Daltononderwijs, waarbij kinderen de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen werk.
Leerlijnen
begeleiding. De eigen leerkrachten doen actief mee en gaan daarna op eigen kracht verder. Beware werkt met hbo’ers met lesbevoegdheid. Schooldirecteur Bos: ‘Voorheen, in de brede school, werkten we met mbo’ers. Dat gaat prima met kleine groepjes, maar zij kunnen geen hele klas aan.’
Meerwaarde De school wilde de creatieve vakken meer integreren, maar op twee voorwaarden: het moest de kinderen een duidelijke meerwaarde bieden en mocht de leerkrachten niet extra belasten. Bos: ‘Dat lukt aardig met Beware als rolmodel.’ Vakkracht Moniek Peeters volgde een hboopleiding in kunst en cultuur. ‘We bedenken samen met de leerkrachten thema’s,’ vertelt ze. ‘Die werken we uit in lessen en beeldende opdrachten. Voor het thema ‘Rotterdam’ hebben we ons bijvoorbeeld verdiept in bijzondere gebouwen en de geschiedenis van de stad. We hebben een Rotterdamlied gecomponeerd
en de kinderen hebben portretten gemaakt van bekende Rotterdammers, met beeldende technieken die een reguliere leerkracht niet zo snel zal inzetten.’ Momenteel werken de kinderen aan het thema ‘lente’. Ze laten een boontje ontkiemen en meten telkens hoeveel het is gegroeid. Met oostindische inkt leggen ze de nerfstructuur van bladeren vast in mooie kunstwerkjes. Bos: ‘Voor we beginnen met een nieuw thema maken we een woordenlijst. We leren de kinderen die begrippen aan,
Beware (sinds 1 januari 2015 onderdeel van de DIT IS WIJS Groep) ontwikkelt zelf leerlijnen en zorgt dat deze gericht zijn op de kerndoelen. Coach Anja Jansen, die een lange onderwijscarrière achter de rug heeft, ondersteunt vanuit Beware de vakkrachten en bewaakt de kwaliteitsborging. Het is niet de bedoeling dat de leerkrachten ondertussen gaan zitten corrigeren; zij doen actief mee. Zij werken gedurende de rest van de week namelijk op dezelfde manier, en moeten na twee jaar zelfstandig verder kunnen. Bos: ‘Zij moeten ook bewaken dat onze school-doelen voldoende uit de verf komen. Dat levert gaandeweg mooie discussies op.’ Er zijn verbeterpunten. De communicatie verloopt nog niet altijd even soepel tussen de vaste ploeg en de vakkrachten die een keer per week binnenkomen. Ook moeten de leerkracht en de vakkracht soms even zoeken naar een goede onderlinge rolverdeling. De school en Beware zoeken naar een manier om die wisselwerking te verbeteren. Directeur Frank Voskuil denkt dat de portal van Beware daar een rol in kan spelen. Angelique Smits-Schouten, leerkracht van groep 7, is blij met de vakkrachten. ‘Je krijgt handreikingen om op een andere manier te werken. De kinderen vinden de creatieve lessen ook erg leuk.’ Bos: ‘Ik hoop dat wij over anderhalf jaar zover zijn met onze zoektocht dat we weten welke kant we op willen en hoe we dat kunnen inrichten.’ B
‘ Als je creativiteit en cultuur integreert in de zaakvakken, kan je ze inzetten voor de kerndoelen’ 04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 13
Natuur
> DE STAD UIT: ZIEN, RUIKEN EN VOELEN
U U‘ E Uen U beetje U U U natuur UUUUU UUUUUUUUUUUU alU verschil’ U U maakt UUUU UUUUU tekst Renate Mamber Kinderen van verschillende scholen bezochten in januari en februari de lammetjesdagen op de schapenboerderij van Martin Oosthoek. Dit soort schoolreisjes zijn een initiatief van De Stad Uit, een organisatie die stadskinderen meer natuur-beleving wil geven.
14 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
R
otterdamse kinderen groeien op tussen veel huizen en gebouwen en weinig groen. Daarom is het niet vanzelfsprekend dat alle kinderen even goed weten waar de lammetjes of de melk vandaan komen. Volgens Gudrun Feldkamp, projectleider bij De Stad Uit, heeft het gebrek aan groen meerdere gevolgen. ‘Uit onderzoek blijkt dat bij kinderen die opgroeien in stenige wijken steeds dezelfde delen van de hersenen worden aangesproken’, zegt ze. ‘Het blijkt dat kinderen, en ook volwassenen, ontspannen als ze in de natuur
T Meer weten: www.destaduit.info
‘ De natuur is heel dichtbij en het is makkelijk om ernaartoe te gaan’
Laagdrempeliger
W
De kinderen ervaren hoe het eraan toe gaat in de natuur. foto Petja Buitendijk
zijn en dat ze daardoor weer meer kunnen opnemen. Een klein beetje natuur, zoals dit uitstapje naar de schapenboerderij, kan al verschil maken. ’Uit het onderzoek van het IVN (Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid) blijkt verder dat kinderen die opgroeien met meer natuur minder last hebben van angst- of ontwikkelstoornissen. Daarnaast zouden kinderen met bijvoorbeeld adhd veel baat hebben bij bezoekjes aan de natuur. Volgens het IVN geldt voor alle mensen dat een wandeling door het park al rustgevend kan zijn, maar het is het beste als mensen even helemaal geen gebouwen om zich heen zien.
Het zijn allemaal redenen voor De Stad Uit om het voor volwassenen en kinderen laagdrempeliger te maken om de natuur in te gaan. Gudrun: ‘Rondom Rotterdam hebben we bijzondere groene plekken in kaart gebracht en activiteiten georganiseerd. Bijvoorbeeld paddenstoelen- en strandtochten. We willen daarmee laten zien dat de natuur eigenlijk heel dichtbij is en dat het best makkelijk is om ernaartoe te gaan. Op eigen houtje, maar ook bijvoorbeeld met school.’ Een van die bijzondere groene plekken is de schapenboerderij van Martin Oosthoek. Vanaf eind januari bevallen de schapen massaal van lammetjes. Bij herder Martin waren het er dit jaar ruim duizend. De Stad Uit organiseerde voor het eerst schoolreisjes ernaartoe. ‘Ik hoorde ervan omdat een moeder bij de organisatie werkte’, vertelt Natasha Noordzij, leerkracht van groep 1/2 van Daltonschool De Margriet. ‘Het leek me een leuk initiatief, want sommige kinderen weten niet eens dat er zwarte schapen zijn.’ De Margriet was een van de eerste scholen die op een koude, natte januaridag de lammetjes kwam bewonderen. Gelukkig bleek het een weerbestendig uitje. De kinderen werden opgehaald in een overdekte huifkar en daarna konden ze de grote stal in. Daar wachtten hen honderden luid mekkerende schapen en lammetjes, maar ook een strokasteel, skelters en een pony. Een speurtocht leidde hen langs alles wat er te zien en te beleven was op de boerderij.
‘Ik vind het een leuke manier om kinderen in aanraking te laten komen met dieren en het platteland’, zegt een moeder die met de groep is meegekomen. ‘Voor mijn zoon van vier jaar is het nog lastig alles goed te begrijpen, maar er komt van alles op hem af. Hij kan alles zien, ruiken en voelen.’ ‘Wij wonen net buiten de stad en komen regelmatig op de kinderboerderij’, zegt een andere moeder. ‘Maar dat geldt niet voor alle kinderen. Dus het is leuk als zo’n uitje vanuit de school kan.’
Bewustwording ‘Ik heb twee kinderen in mijn groepje die echt stomverbaasd waren te horen waar het hooi vandaan kwam’, vertelt een vader. ‘Zo iets als dit is goed voor de bewustwording. Zo zien ze hoe het eraan toegaat in de natuur.’ De kinderen zelf vermaken zich ondertussen in het schapenhok waar ze om de beurt een lammetje op schoot mogen hebben. ‘Je mag ze aaien!’ roepen ze verrukt. Andere kleuters staan te kijken bij herder Martin die een schaap scheert. Ze mogen ook de wol voelen. ‘Net een dikke jas.’ Als de kinderen van De Margriet al bijna klaar zijn met de speurtocht, arriveert een nieuwe huifkar met kinderen van het Peutercollege. Deze kinderen zijn nog jonger en nog onbekender met het leven op het platteland. ‘Ik denk dat negentig procent van onze kinderen nog nooit op een boerderij is geweest’, gokt een begeleidster. Een moeder kijkt met enige verwondering naar de menigte schapen en lammetjes. ‘Ik denk niet dat er hierna nog kinderen zijn die het woord schaap niet kennen.’ B
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 15
De Deklas klasvan van
JORIS (20): ‘Ik ben wedstrijdroeier, houd van water en vind boten fascinerend, dus de keuze was snel gemaakt. Ik word botenbouwer. Punt is wel dat een boot bouwen ongelooflijk duur is. Ik was daarom erg blij dat de roeivereniging mij financieel steunt. Zij krijgen een boot en ik kan ‘m bouwen.’
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde
DE KLAS VAN HARRY VOGELAARS, DOCENT MEUBELMAKEN/ONTWERPEND MEUBELMAKEN EN BEGELEIDER KLAS 4MA4O VAN HMC MBO VAKSCHOOL VOOR HOUT, MEUBEL EN INTERIEUR ‘Bij deze opleiding meubelmaken BOL 4 opleiding met specialisatie botenbouw maken we onderscheid tussen ambachtelijk en ontwerpend meubelmakers. Leerlingen die graag een ambachtelijk product afleveren dat tot in de puntjes verzorgd is, kiezen er meestal voor om ambachtelijk meubelmaker te worden. Leerlingen die creatief aan de slag willen kiezen in de meeste gevallen voor ontwerpend meubel maken. Nieuwe oplossingen bedenken, grenzen verleggen, onderzoeken. Dat is wat zij graag doen. En dan zijn er nog de botenbouwers, leerlingen die bereid zijn om eindeloos te schaven en te schuren om een boot af te leveren zoals alleen zij die kunnen maken. De eerste twee jaar zijn ze overigens allemaal actief als ambachtelijk meubelmaker. In het derde en vierde jaar specialiseren ze zich. Het zal duidelijk zijn dat leerlingen die zo verschillend met het vak bezig zijn voor een geheel eigen dynamiek in de klas zorgen. Omdat ik niet wil dat de klas zich in drie groepen opsplitst creëer ik bewust momenten waarop we met z’n allen bij elkaar zitten om met elkaar te praten en te overleggen. Ik vind dat belangrijk omdat ik ervan overtuigd ben dat verschillende disciplines elkaar kunnen versterken. Als ze dat hier leren hebben ze er later profijt van.’ 16 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
TEUN (24): ‘Ik heb voorheen in de horeca gewerkt, ben op mijn zestiende hier al eens wezen kijken en er uiteindelijk ook echt terechtgekomen. Ik studeer voor ontwerpend meubelmaker en heb zo’n brede belangstelling dat ik verwacht later vooral conceptueel bezig te zijn.’
T Heeft of doet u iets speciaals in of met uw klas of kent u een ‘bijzondere’ klas? Geef het aan ons door. Misschien staan u en uw klas een volgende keer in de spotlight.
CARLOS (24): ‘Ik ben een echte stapelaar. Ik heb eerst mbo niveau 2 gedaan, daarna 3 en nu bezig met niveau 4. Ik studeer voor ontwerpend meubelmaker omdat ik het leuk vind iets nieuws te bedenken of iets ouds in een nieuw jasje te steken.’
WILMA (21, niet op de foto): ‘Ik heb eerst vwo (natuur en gezondheid) gedaan, maar had geen zin om weer theoretisch bezig te zijn. Ik wilde met m’n handen werken. Deze opleiding tot ambachtelijk meubelmaker is precies wat ik zocht. Technisch, praktisch en toch ook een beetje theoretisch.’
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 17
Zelfsturend onderwijs ‘Mag ik u iets vragen?’, zegt mijn wat oudere eerstejaars Boudewijn tijdens een les redactionele en journalistieke vaardigheden (RJV) ergens in december. ‘Natuurlijk’, antwoord ik en tot mijn verbazing en genoegen vervolgt hij enigszins plechtstatig, zoals hij altijd praat: ‘Wat zou u ervan vinden als ik eens een les RJV voorbereid?’ ‘Prima’, zeg ik - want zo is mijn instant-reactie op elk eigen initiatief – en vraag: ‘Wat zou je dan willen doen?’ ‘Ja, ik heb in de Volkskrant een interessant artikel gelezen over constructieve journalistiek, een nieuwe trend. En ik dacht dat het misschien wel interessant zou kunnen zijn voor mijn klasgenoten.’ Ik reageer enthousiast en geef hem aan dat hij meteen na de kerstvakantie alle ruimte krijgt voor zijn onderwerp. In januari verschijnt Boudewijn met een stapeltje kopieën aan mijn bureau en zegt: ‘Ik heb op basis van het grote artikel in de krant er zelf een tekst van gemaakt voor mijn klasgenoten en er opdrachten bij bedacht.’ Snel neem ik het door en mijn glimlach reikt dan inmiddels van oor tot oor. In de trant van mijn eigen opdrachten heeft hij er een stuk of vier bedacht waarmee de hele groep op internet aan de slag kan om te kijken wat die constructieve journalistiek in de praktijk betekent, of er al mee wordt gewerkt en wat zij – als redactioneel medewerkers in spé – er zelf voor een bijdrage aan zouden kunnen leveren.We gaan aan de slag en wanneer wij na een uur onderzoek op internet weer gezamenlijk aan de overlegtafels zitten,
Anne-Marie geeft iedereen zijn ervaringen en gedachten weer over constructieve journalistiek, maar ook over het feit dat een medestudent dit heeft bedacht en voorbereid. De les van deze eerstejaars is een succes en ik vraag of er meer studenten zijn die dit zouden willen doen. Onmiddellijk steken twee enthousiastelingen hun vinger in de lucht. Vanaf dat moment worden de lessen redactionele en journalistieke vaardigheden om de twee weken ingevuld door een student. Ze gebruiken allemaal het door Boudewijn beproefde les-format, dat ik zelf ook graag hanteer. Zo hebben wij al geleerd over ‘clickbaits’ en ‘yellow journalism’, newsgames en ‘immersieve journalistiek’. Zelf ben ik er helemaal happy mee en ook de studenten uiten zich positief over deze vorm van zelfsturing. Nieuwe enthousiastelingen hebben zich dan ook al aan mijn bureau gemeld. Ik ben heel benieuwd welke trend we de volgende keer krijgen voorgeschoteld.
Journaliste Anne-Marie Plasschaert is docent journalistieke vaardigheden en communicatie & pr in het mbo.
Wat ook nog gebeurde
Maandag 2 maart was de officiele heropening van openbare basisschool Delfshaven. De school heeft een frisse uitstraling met een nieuw, opvallend logo. Die dag werd ook gestart met twee peutergroepen: ‘De Zonnestraaltjes’ van Peuter & Co. Ouders, kinderen, leerkrachten en partners in de wijk legden symbolisch met elkaar de verbinding. Huub van Blijswijk (voorzitter Boor) en Ton Harremans (voorzitter gebiedscommissie Delfshaven) spraken hun vertrouwen uit in basisschool Delfshaven en benadrukten het belang van een ‘kindcentrum’ in de wijk Coolhaveneiland.
18 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 15
S succes van: Rotterdams Vakcollege De Hef tekst Ronald Buitelaar foto © RTV Rijnmond
Donderdag 12 februari maakte onderwijswethouder Hugo de Jonge de winnaars bekend van de provinciale voorronde in Zuid-Holland van de Nationale Onderwijsprijs 2015. In de categorie voortgezet onderwijs mocht het Rotterdams Vakcollege De Hef naar de landelijk finale op 25 maart in Rotterdam, waar ze opnieuw winnaar werden!
D
e school won de prijs met het project ‘Mentoren op Zuid’, een samenwerkingsverband tussen de scholen op Zuid, Hogeschool Rotterdam en Stichting de Verre Bergen. Het programma gaat uit van het principe dat kinderen op Zuid behoefte hebben aan een-op-eenbegeleiding bij huiswerk, planning, zelfvertrouwen en loopbaankeuze. Bij RVC De Hef waren het afgelopen jaar zo’n 80 studenten als mentor actief. De verwachting is dat dit er dit schooljaar 160 worden. Directeur Selma Klinkhamer over het project en de prijs: ‘We zijn met Mentoren op Zuid begonnen om vooral sociaal-pedagogische studenten
van de Hogeschool Rotterdam kennis te laten maken met ‘Zuid’ en een vmbo óp Zuid’. Voor menig student is dat onbekend terrein. Zeker als ze bijvoorbeeld van de eilanden komen. Aan het project ging geen hoogdravend plan met allerlei doelstellingen vooraf. Na een aantal basisafspraken zijn we gewoon aan de slag gegaan. En met succes, want wat we zien is dat zowel studenten als leerlingen er enorm van genieten. Studenten omdat ze merken dat ze iets voor leerlingen kunnen betekenen en leerlingen omdat ze met iemand kunnen praten die qua leeftijd en belevingswereld heel dicht bij ze staat. De vertrouwensband
die op deze manier ontstaat zorgt voor fijne en soms zeer heftige gesprekken. Het is ook daarom dat studenten na afloop van de wekelijks anderhalf uur die het bezoek duurt met elkaar en docenten intervisiebijeenkomsten hebben. Om stoom af te kunnen blazen en met elkaar te overleggen. Het voordeel voor school is dat er op deze wijze signalen doorkomen die anders onopgemerkt blijven. Signalen die onze successteacher (zorgcoördinator –red.) kan oppakken. Studenten bevalt het heel goed dat ze hier in de praktijk kunnen oefenen met gespreks- en coachingsvaardigheden. Het is zo fijn om te merken dat sommige studenten voor een toets nog even een appje sturen waarin succes gewenst wordt of via een sms’je vragen hoe een gesprek verlopen is. Die verbondenheid tussen studenten en leerlingen maakt dit zo mooi. En tja, dat we daar een prijs mee hebben gewonnen hebben is natuurlijk helemaal fantastisch. Het is een blijk van waardering en een teken dat we het goed doen. Heel fijn ook om van heel veel kanten felicitaties te ontvangen. Dat doet ons veel goed!
S
02 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 19
vve-kwaliteit R De pedagogisch medewerkers hebben al veel kwaliteit en ervaring. foto Petja Buitendijk
tekst Renate Mamber
De gemeente Rotterdam wil de kwaliteit van de vroeg- en voorschoolse educatie (vve) op de peuterspeelzalen nog verder verbeteren. Daarom investeert de gemeente in hbo-geschoolde coaches. Nancy de Vreede van Peuter & Co pionierde de afgelopen anderhalf jaar in deze functie.
>H BO-GESCHOOLDE COACHES IN VROEGEN VOORSCHOOLSE EDUCATIE
ggggggggggggggg ‘ D it is een vak waarin je blijft groeien’ ggggggggggggggg I
n Rotterdam beginnen nog steeds veel kinderen op de basisschool met een achterstand. Pedagogisch medewerksters in de groepen nul van de basisschool en de vve-groepen van de peuterspeelzaal kunnen veel doen om achterstanden te voorkomen. Daarom investeerde de gemeente Rotterdam de afgelopen jaren flink in de educatie van het jonge kind. In 2012 en 2013 was er extra scholing van de pedagogisch medewerkers en sinds 2014 kwam er meer aandacht voor opbrengstgericht werken. Ook investeerde de gemeente in hbo-geschoolde pedagogisch medewerkers in de groepen nul van
de basisschool. De komende vier jaar maakt de gemeente nu geld vrij voor de inzet van hbo-geschoolde coaches in de vve-groepen van peuterspeelzalen.
Kwaliteit Volgens het convenant tussen gemeente en peuterspeelzalen moeten de coaches helpen de kwaliteit van de vve nog verder te verhogen door onder andere het ontwikkelen van beleid en het ondersteunen van pedagogisch medewerkers, kinderen en ouders. De coaches krijgen drie begeleidingsuren per week per vve-groep. Nancy de Vreede, vve-coach bij Peuter & Co doet dit werk al anderhalf jaar. ‘Ik heb samen met
‘ Je bent nu nog bewuster aan het werk’ 20 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
mijn manager een werkwijze opgesteld’, vertelt ze. ‘We maken gebruik van objectieve instrumenten zoals een nulmeting, we stellen doelen, werken ze uit, maken een plan van aanpak, doen de evaluatie en zorgen voor de verslaglegging.’ Ze merkt dat de investeringen van de afgelopen jaren al veel hebben opgeleverd. ‘De vaardigheden van de leidsters zijn allemaal prima in orde. Er is veel kwaliteit en ervaring. Dat stimuleer ik. De leidsters zijn blij dat ze worden gesteund bij de keuzes die ze maken. Ook vinden ze het fijn dat iemand een kader aangeeft en het overzicht houdt.’
Doorgaande lijn Naast de ondersteuning van de pedagogisch medewerkers werkt ze als coach ook aan een vloeiende overgang van de peuterspeelzaal
naar de basisschool. ‘Juist het aanbrengen van die doorgaande lijn naar de basisschool toe betekent nogal wat. De leidsters hebben het eigenlijk te druk om dat ook nog in de gaten te houden. Je moet veel afstemmen met de basisschool om die lijn te garanderen.’ Soms zijn er grote verschillen per locatie. Nancy: ‘De ene locatie is bijvoorbeeld verder met de overlegstructuur en de verdeling van de taken en verantwoordelijkheden met de basisschool dan de andere.’ Om haar werk goed te doen moet ze haar tijd slim verdelen. ‘Je wilt graag feedback geven en begeleiden’, zegt ze, ‘maar je snoept altijd tijd af van de beperkte overheaduren van de medewerkers. Daarom moet je altijd heel gefocust zijn.’ De pedagogisch medewerkers zijn blij met Nancy’s inzet. ‘Dit is een vak waarin je blijft
leren, je blijft groeien’, vertelt pedagogisch medewerker Willemijn Karskens. ‘We doen al veel goed, maar er wordt ook steeds meer van je gevraagd en je moet steeds meer verantwoorden. Nancy heeft een realistisch beeld van wat we doen en weet hoe belangrijk het is om prioriteiten te stellen.’ ‘Ze helpt ons keuzes te maken bij wat er op een moment het meest belangrijk is’, zegt ook haar collega Nevin Gurler. ‘Ze is een coach voor ons en geeft tips hoe je dingen kunt aanpakken.’
Bewustwording De medewerkers zijn ook blij met de resultaten van alle investeringen tot nu. ‘Je bent nu nog bewuster aan het werk’, vindt Fatima Igamhiouen. ‘Het opbrengstgericht werken is ook een bewustwordingsproces’, vult Willemijn aan. ‘Je
ziet waar je was en waar je naartoe gaat en dat geeft houvast.’ Nancy is coach van zes locaties in Het Oude Noorden. Peuter & Co trok dit jaar met de steun van de gemeente zes nieuwe coaches aan voor de andere locaties. Nancy hoopt dat het effect van de extra inzet is dat peuters nog meer gaan profiteren van een aanbod op maat. ‘Het is niet zo dat dat vroeger niet gebeurde’, zegt ze, ‘maar nu is het meer gestructureerd en beredeneerd en staat het ook op papier.’ Vooral op het gebied van opbrengstgericht werken is er volgens haar de komende tijd nog winst te boeken. ‘Ik denk dat tussen nu en anderhalf jaar de kwaliteitsverbetering breder in de praktijk te merken is.’ g
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 21
Roffab
L!nda Linda Zwegers is lerares in de onderbouw op een Rotterdamse basisschool
Vieze handen Ecoline, altijd een troep om mee te werken, maar het geeft zo'n leuk resultaat. Toch altijd een uitdaging om ermee bezig te zijn. De schortjes op school beschermen wel tegen plakkaatverf maar zijn niet waterdicht, dus voor die 5 minuten dat de kinderen hun papier vol verven met de grootste kwasten die ik kan vinden, gaat er onder hun schort nog een soort vuilniszak-poncho. De potjes zet ik in een laatje zodat als ze omvallen niet alles over tafel gaat. Niet meer dan vier kids tegelijk. En het liefst zou ik nog een soort van politielint om het tafelgroepje spannen om de rest van de kinderen, die het resultaat wel even willen bekijken of willen kletsen met mij of de schilders, te beschermen. Na het schilderen is er niet één kind dat niet probeert met zeep de handen schoon te krijgen om dan de vieze handen weer aan mij te laten zien. ‘Ja, dat gaat er wel af maar dat duurt misschien een of twee dagen’. Meestal wordt er dan schouderophalend gereageerd, de vieze handen zakken en het kind gaat weer spelen. Jayden echter is een knul die liever zijn handen niet vies maakt. Hij vindt lijm of zand aan zijn handen een verschrikking en als hij mag verven houdt hij zijn penseel helemaal aan het uiteinde vast. Nadat ik voor een groepswerkje een keer een duimafdruk met inkt bij hem had afgenomen, was hij zelfs thuis paniekerig in huilen uitgebarsten. Ik had al gemerkt dat hij dit werkje vakkundig probeerde te ontlopen, tot hij echt een van de laatsten was die het moest doen. Hij keek me een beetje angstig aan, maar ik gaf hem een knipoog en zei dat het wel goed zou komen. Na de ervaring van de dag ervoor had ik 's ochtens nog snel een paar latex handschoentjes in mijn tas gegooid, en toen bedacht ik dat ik hem daar ook wel blij mee zou maken. Toen ik hem die handschoenen aangaf en hij zich realiseerde dat zijn handen lekker schoon zouden blijven, heeft hij zingend staan schilderen en genoten van het werkje met een prachtig resultaat! Linda Zwegers
22 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
DOOR AD OSKAM
Bekijk het cursusaanbod van de CED-Groep Eénjarige trainingen
Korte cursussen, bijvoorbeeld
Basiscursussen voor…
Taakspel in de klas voor leerkrachten (S4601)
Interne begeleiding (S5100)
Coöperatieve leerstrategieën (S4701)
Gedragsspecialist (S4450)
Aan de slag met woordenschat (S1500)
Leesspecialist (S2111)
Het lerende brein (S4150)
Rekenspecialist (S3050)
Teach Like a Champion (S7201)
Specialist jonge kind (S8700)
Grip op de groep (S4600)
Bouwcoördinator (S7101)
Herzie dyslexie (S2151)
iCoach (S6120)
Automatiseren is te leren (S3060)
Taalcoördinator (S1103)
Opbrengstgericht werken met kleuters (S7085) Interne contactpersoon machtsmisbruik (S5260)
Workshops of studie(mid)dagen
Effectief communiceren met ouders (S7160)
Passend omgaan met verschillen (S5810)
Hoe verbeter ik mijn spellingonderwijs? (S1410)
Een zml-leerling in de klas (S5875)
Heldere communicatie (S7150)
Nieuwsbegrip: omgaan met verschillen (S2190) Basiscursus hoogbegaafdheid (S5500) Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong (S5502) Spelen in hoeken voor kleuters S3205) Drama is leuk en stimulerend (S3500) Werken met Knuffels (S3115)
www.cedgroep.nl/cursussen @cursusced
facebook.com/cursusbureau 04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 23
Maker Movement
> LYCEUM ROTTERDAM, LEERLINGEN ONDERZOEKEN EN MAKEN
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB Rotterdamse school B BEerste BBBB BBBBBBB BBBBBBBB inpandige makerspace B Bmet BBB BBBBBB BBBBBBBBBB tekst Ronald Buitelaar
Het Lyceum Rotterdam is een havo/ vwo-school aan de Beukelsdijk met ruim 500 leerlingen. De school onderscheidt drie opleidingsstromen: ondernemen, kunst en wetenschap. Tijdens drie recente projectdagen bogen zo’n dertig brugklasleerlingen van de wetenschapsstroom zich over de vraag of zij technische oplossingen konden bedenken om ouderen te ontlasten en/of te activeren. Niet in theoretische zin, maar in concrete door hen zelf te bedenken, te ontwerpen en te maken oplossingen. Een impressie van het project en het bredere kader.
24 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
I
n de lokalen waar de brugklassers aan het werk zijn hangt de sfeer van een technisch laboratorium. Er staan laptops en leerlingen zijn met kabeltjes en arduino’s* in de weer. Hanna (13) en Safae (13) zijn bezig met de bouw van een mini-zanginstallatie voor een ‘karaokebus’: ‘Wij hebben bedacht dat ouderen meer beweging nodig hebben en ook graag liedjes van vroeger zingen. De karaokebus brengt ze naar een bos en de muziekinstallatie zorgt voor de liedjes. De moeilijkheid is dat onze arduino niet alle geluiden kent, dus zijn we die nu via de laptop opnieuw aan het programmeren.’ Iets verderop zijn Ian en Livia (beide 13) bezig met hún oplossing voor ouderen; een sensor waarmee ouderen via handbewegingen het licht aan en uit kunnen doen. Ze hebben technische problemen omdat de motoren van de sensor niet sterk genoeg
T Meer informatie: www.stadslabrotterdam.nl / www.roffab.nl / www.makered.nl
O Vraagstukken worden samen opgelost. foto Jan van der Meijde.
‘ Als het licht bij kinderen aangaat, raken ze van binnenuit gemotiveerd’
blijken: ‘Geen punt’, vinden ze, ‘dat maakt dit juist zo leuk. Nieuwe dingen en oplossingen bedenken.’ Aardrijkskundedocent Maarten van Heumen staat in een ander lokaal waar met LEGO Mindstorms voertuigen gebouwd en geprogrammeerd worden. Hij constateert dat de leerlingen met name de eerste dag moesten wennen aan de vrije situatie. Op deze tweede dag zorgen de succeservaringen dat ze het steeds leuker vinden: ‘Gisteren moesten de taken verdeeld worden, werd er nog veel individueel gewerkt en waren er zelfs hier en daar tranen. Vandaag werken ze in groepjes en worden vraagstukken samen opgelost. Aan mij om dat proces te kaderen en te begeleiden.’
Van waakvlam naar vuur
de (technische) ondersteuning van de projectdagen. Milja looft de beslissing van school en directeur om letterlijk ruimte te maken voor wat nationaal en internationaal bekend staat als de maker-beweging, een ontwikkeling die eind jaren negentig in de Verenigde Staten op gang kwam met het opzetten van het FabLab door professor Neil Gershenfeld. Hij bedacht dat de technische ontwikkelingen van deze tijd iedereen in staat stellen om in informele leeromgevingen als FabLabs nieuwe producten te bedenken en te maken en probleemoplossend en ondernemend bezig te zijn. De afgelopen jaren is de Maker Movement, die daar het gevolg van is ook in Nederland aan een (voorzichtige) opmars begonnen. In Rotterdam zijn Milja Kruijt en Tom van Doveren initiatiefnemers en aanjagers van een aantal initiatieven die inmiddels ineen gevloeid zijn tot de Rotterdamse equivalent van het FabLab: ROFFAB. Milja en Tom zien graag dat de ‘waakvlamstand’ waarin de belangstelling voor technische ontwikkelingen en mogelijkheden nu nog verkeert, omgezet wordt in vurige belangstelling voor de mogelijkheden van de makerbeweging: ‘Als het licht bij kinderen aangaat, raken ze van binnenuit gemotiveerd’. Milja
prijst zich gelukkig dat zij in Renée Bouwer van het Lyceum Rotterdam een enthousiaste schooldirecteur heeft gevonden die het initiatief van harte omarmt en er grootse plannen voor de school mee heeft. Volgens Renée sluit het ‘spelend’ leren ontdekken perfect aan bij haar onderwijsplannen: ‘Hiermee kunnen we allerlei dwarsverbanden maken tussen de drie opleidingstromen én het curriculum verrijken.’
Zendingswerk Vanuit de gedachte dat die ontwikkeling niet op gang komt als er alleen maar af en toe projectmatig gewerkt wordt, nodigde zij Milja en Tom uit om in een vrijgekomen zijvleugel van de school een makerspace in te richten die door school en buurt gebruikt kan worden. Een initiatief waar Milja en Tom haar enorm dankbaar voor zijn: ‘We doen dit vrijwel allemaal onbetaald en zien het als zendingswerk. Wat is het dan geweldig dat een school en directeur bereid zijn om ons zo’n mooie plek aan te bieden. De eerste makerspace in Rotterdam waar makerbeweging en onderwijs met elkaar verbonden kunnen worden.’ B
* Een arduino is een soort kleine slimme printplaat die geprogrammeerd kan worden. De Arduino heeft inputen outputpoorten waarop bijvoorbeeld een schakelaar, magneetcontact, temperatuursensor, bewegingsmelder of lichtsensor aangesloten kunnen worden. http://nl.wikipedia.org/wiki/Arduino_(computerplatform)
Milja Kruijt hoort het tevreden aan en loopt genietend rond. Zij en haar collega’s verzorgen
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 25
Techniek R Sinds ik de opleiding volg, boeit het me. foto Petja Buitendijk
tekst Ineke Westbroek
Jongeren die graag organiseren op internationaal niveau, zijn geknipt voor de opleiding Medewerker Havenlogistiek bij het Scheepvaart en Transport College (STC): een springplank naar opleidingen voor Coördinator Havenlogistiek, Logistiek Teamleider of Planner Wegtransport.
>M EDEWERKER HAVENLOGISTIEK, SCHEEPVAART EN TRANSPORT COLLEGE
UUUUUUUUUUUUUU ‘Contact met de hele w UUUUUUUUUUUUUU M
uziek is zijn passie. Van kleins af speelt hij hits op piano en drums. Het liefst koos Jasper Spithoven (16) een muziekopleiding, maar zijn moeder vond een opleiding met meer kans op werk verstandiger. Daarom schreef Jasper zich in voor de BOL-opleiding Medewerker Havenlogistiek. ‘Ik hou van zelfstandig regelen en organiseren en contact met mensen’, vertelt Jasper, die in zijn opleiding VMBO Kader Handel en Administratie volgde, ‘eerst wilde ik de opleiding Commercieel Medewerker doen, maar dat ROC vond mijn rapportcijfers te
laag.’ Op de Open dag van het STC ontdekte Jasper de opleiding Medewerker Havenlogistiek. Een vak waarin het ook aankomt op zelfstandig plannen. Jasper besloot zich in te schrijven. ‘Een gokje’, zegt hij nu, ‘ik woon in Rozenburg met de haven dichtbij, maar van de havensector wist ik weinig af. Maar sinds ik de opleiding volg, boeit het me. Als medewerker Havenlogistiek werk je achter een bureau, maar je hebt contact met de hele wereld. Zoals bij koeriersbedrijf DHL, maar dan op een schip.’ Medewerkers Havenlogistiek helpen bij de
‘ Het is gevarieerd werk, je doet nergens hetzelfde’
26 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
organisatie van het logistieke proces bij het havenvervoer. Zij brengen de bijbehorende documentenstroom op orde en onderhouden contacten met verladers, vervoerders, autoriteiten en douane. In de driejarige niveau 2 opleiding (BOL en BBL) aan het Scheepvaart en Transport College leren studenten zowel digitaal als schriftelijk documenten en dossiers opmaken, en communiceren met internationale contacten. Op het rooster staan vakken als havenlogistiek, economie (met veel aandacht voor archiveren), douaneleer, Engels en Duits. ‘We streven ernaar havenlogistiek in alle vakken te integreren’, vertelt Josien Eijbergen, docent Engels en mentor van Jasper’s klas. Uniek in de opleiding noemt zij het douanevak: ‘Dat heb je niet bij andere opleidingen. Het is gevarieerd werk, je doet
T www.stc.nl > MBO > Opleidingen > Logistiek > Havens
UUUUUUUUUUUUUUUUUU wereld vanachter een bureau’ UUUUUUUUUUUUUUUUUU
nergens hetzelfde, elk bedrijf heeft een andere documentenstroom. Dat maakt de opleiding breed.’
Springplank Jasper leert met plezier over de verschillen tussen binnen- en buitengrenzen. Hij werkt graag met het computerprogramma Softpack, voor het werken met havendocumenten, met termen als ‘last minute’ en ‘time of arrival and departure’. Waar hij in het tweede jaar stage gaat lopen, weet hij nu nog niet: ‘Een vriend van mijn vader heeft een havenbedrijf in de Europoort. Misschien zijn daar mogelijkheden.’ Hoe de praktijk er straks uitziet leert hij van zijn docenten, zij-instromers uit de praktijk van het haventransport. Interessante ervaringen, vindt Jasper: ‘Bijvoorbeeld wat er mis kan gaan
als je een vrachtdocument afgeeft waarin staat dat de container op een schip is geladen, terwijl die container nog aan wal staat. Dan geldt het document niet. De container kan dan niet mee en de vracht moet met een vliegtuig worden vervoerd. Een dure grap.’ Deze docenten hebben een link met relevante bedrijven. Een sterke kant van de opleiding, vindt Josien Eijbergen: ‘Die bedrijven houden de school op de hoogte van de leemtes in het curriculum, zodat we dat kunnen aanpassen.’ Als Jasper klaar is, wil hij doorstromen naar niveau 4 om expediteur te worden: ‘Dan kan ik op mezelf werken, met eigen klanten.’ Dat is een mooi aspect van de opleiding, vindt Wim van Nieuwenhuijze (teamleider Sector Havens aan het STC), ‘Het is een
mogelijke opstap naar een vervolgopleiding binnen het STC.’ Gediplomeerden stromen het bedrijfsleven in, of gaan een vervolgopleiding doen op niveau 3 of 4. Een aantal gediplomeerden op niveau 2 vindt een vaste baan in het stagebedrijf. BBL-studenten die stagelopen bij een erkend leerbedrijf, kunnen binnen hun stagebedrijf niveau 3 volgen. Over exacte gegevens van doorstroming naar de arbeidsmarkt beschikt het STC niet, maar volgens Wim en Josien vonden gediplomeerden op niveau 4 tot op heden altijd een baan, tenzij zij andere keuzes maken zoals doorstuderen. Josien: ‘De havensector heeft een grote behoefte aan arbeidskrachten. En het diverse takenpakket van werknemers in de havenlogistiek, maakt hen onmisbaar in een bedrijf.’ U
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 27
Talent R De kinderen leren plannen en samenwerken in groepen foto Petja Buitendijk
tekst Renate Mamber
Sommige leerlingen uit groep 8 hebben een duwtje extra nodig om op het gymnasium of havo/vwo te komen. Vaak omdat het van huis uit niet voor de hand ligt dat ze daarheen gaan. Of ze missen net voldoende taalvaardigheid of algemene ontwikkeling. Het volgen van een talent- of perspectiefklas op een vo-school kan uitkomst bieden.
> TALENT- EN PERSPECTIEFKLASSEN HELPEN ACHTSTEGROEPERS VOORUIT
BB B Bwillen BBBB B B verborgen BBBBBBBBBB ‘We hun BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB capaciteiten aanspreken’ BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB E
en keer in de week lopen er achtstegroepers tussen de middelbare scholieren van verschillende Rotterdamse middelbare scholen. Ze gaan naar een talent- of perspectiefklas. Een jaar lang krijgen ze daar extra les. De talentklassen, die inmiddels twee jaar bestaan, bereiden voor op een mogelijk start op het gymnasium. De perspectiefklassen, dit jaar voor het eerst, bereiden voor op havo/vwo. Elke vo-school stelt een eigen programma samen voor de klassen. Zo ook Calvijn Vreewijk. ‘We
28 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
bieden de kinderen workshops van bedrijven als Siemens en ASML, maar bijvoorbeeld ook workshops over filosofie’, vertelt coördinator Rob Madlener van Calvijn Vreewijk. ‘Allemaal bedoeld om ze te laten zien wat ze kunnen doen als ze het gymnasium doen en daarna gaan studeren. Alles wat ze volgen is twee treden hoger dan waar ze nu zijn, zodat ze zich eraan kunnen optrekken. We willen hun verborgen capaciteiten aanspreken; dat wat erin zit ontplooien.’
Presenteren Op een donderdag in februari staat een workshop van projectontwikkelaar Harm Noordhof op het programma. Hij vertelt over duurzaam bouwen en de kinderen gaan ook zelf aan de slag. Op gekleurde post-it papiertjes schrijven ze hun ideeën over hoe je thuis energie kunt besparen. Daarna geven ze een presentatie. ‘Minder vaak de afwasmachine aan en zelf afwassen net als vroeger’, vertelt Nalani van de Steven Stemerdingschool. ‘Minder vaak tv kijken en meer naar buiten. En minder vaak je
T www.sezer.nl
‘ De lessen zijn hier veel leuker’
In het begin had ze nog haar twijfels omdat ze de kinderen van de andere scholen niet kende. ‘Ik dacht, dat gaat hem niet worden, maar nu heb ik ook vriendinnen van andere scholen.’ Haar klasgenoot Enver is in zijn element. ‘We doen hier veel meer ingewikkelde dingen, bijvoorbeeld over CO2 praten. Op de basisschool doen we dat soms, maar heel kort en moeten we weer snel door.’
Motivatie
telefoon opladen, al is dat erg moeilijk.’ Een jongen gooit het over een andere boeg. ‘Een intelligente vloer die als je eroverheen loopt energie opwekt. Of een boksbal die energie opwekt als je ertegenaan bokst.’ Harm Noordhof moedigt de kinderen aan hun ideeën goed onder woorden te brengen. ‘Mijn onderliggende doel is om ze niet alleen iets bij te brengen over duurzaam bouwen, maar om ze te laten samenwerken en zichzelf te presenteren’, zegt hij.
Veilige omgeving Volgens Rob ervaren de kinderen tijdens het programma wat er van ze wordt verwacht op het voortgezet onderwijs. ‘Ze leren plannen en samenwerken in groepen. Dat is best moeilijk.’ Hij meent dat ook slimme kinderen aandacht en een veilige omgeving nodig hebben. ‘Vaak zijn ze op hun basisschool al een beetje apart omdat ze andere interesses hebben. Wij zorgen ervoor dat ze zich geaccepteerd voelen
en zich bloot durven geven.’ ‘We hebben architectuur, filosoferen en robotica gehad’, vertelt Nalani enthousiast. ‘Hier zijn de lessen veel leuker dan op de basisschool. Daar doe je alles maar een half uur en hier ben je drie uur bezig met een les en dan leer je veel meer over een onderwerp.’
Alle achtstegroepers die meedoen aan de talent- of perspectiefklassen zijn aangemeld door hun basisschool. De leerkrachten maken daarvoor in groep 7 een selectie. Adjunct-directeur Joyce Knetemann van de Imeldaschool: ‘Voor ons is, naast goede toetsscores, vooral de intrinsieke motivatie belangrijk, dat de kinderen zelf iets willen bereiken. We kiezen kinderen waarvan we denken dat ze een goede werkhouding hebben, maar die er nog net niet zijn, vaak vanwege een taalachterstand.’ De Imeldaschool doet, inclusief de pilot, al drie jaar mee met het initiatief. Joyce: ‘Een leuk neveneffect is dat het andere kinderen stimuleert. Zij zien dat je met hard werken en een serieuze werkhouding verder komt.’ B
De talent- en perspectiefklassen zijn een samenwerking tussen de organisatie Sezer, Erasmiaans en Marnix Gymnasium, Calvijn Vreewijk, St. Montfort en Cosmicus en diverse basisscholen. Ook de ouders van de deelnemende kinderen worden betrokken. Tijdens aparte bijeenkomsten krijgen ze handvatten voor de ondersteuning van hun kinderen tijdens de middelbare schooltijd. Vorig jaar deden zestig kinderen mee aan het initiatief, dit jaar ruim honderd. Vorig jaar stroomden nagenoeg alle deelnemers door naar gymnasia of havo-vwo.
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 29
Ouderbetrokkenheid
>L OOPBAANORIËNTATIE EN OUDERBETROKKENHEID OP MELANCHTHON KRALINGEN
U‘ A UlsUkinderen U U U Umaar UUU UU een UUUUUUUUUUUU Ustudie U U Ukiezen U U U die U Uze UUU vinden’ Uleuk UUU UUUUUUUU
W
Bijeenkomsten worden goed bezocht. foto Petja Buitendijk
tekst Ineke Westbroek Wat willen kinderen later worden en wat vinden ouders daarvan? Naast de school zouden ouders daarin een belangrijke rol moeten spelen, maar in de praktijk werkt het lang niet altijd zo. Reden voor Melanchthon Kralingen (VMBO) om deel te nemen aan het project Loopbaanoriëntatie en Ouderbetrokkenheid (LOB), als pilot uitgevoerd op vier Rotterdamse VO-scholen in het kader van de Rotterdamse aanpak loopbaanoriëntatie, en vanuit het programma Aanval op Uitval.
30 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 04 | 15
T Project LOB: www.lob-vo.nl
‘ Het moet voor ouders not done zijn, zich niet te bemoeien met de schoolloopbaan en de toekomst van hun kinderen’ toekomstmogelijkheden van hun kinderen, deed Melanchthon Kralingen vorig schooljaar besluiten deel te nemen aan het project LOB.
Ouwe mannetjes ‘Een kind wil graag in de zorg werken en is daar ook geschikt voor’, schetst decaan Gepke Römer, ‘maar de ouders willen dat zij advocaat wordt. Mijn dochter gaat geen ouwe mannetjes wassen! Die ideeën ontstaan als ouders te weinig bij school, en dus loopbaanoriëntatie, zijn betrokken. Dat willen wij veranderen. Ouders kennen hun zoon of dochter immers het beste. Zij kennen hun interesses, mogelijkheden en beperkingen. Het moet voor ouders not done zijn, zich niet te bemoeien met de schoolloopbaan en de toekomst van hun kinderen. ’
P
rofvoetballer wil hij worden. Hij is de ster van zijn voetbalteam, moet moeder Fatima toegeven. Maar zij beseft dat een carrière als profvoetballer voor slechts enkelen is weggelegd: ‘Maar hij is heel sportief, dus ga ik hem helpen met zoeken naar opleidingen in de richting van sport en bewegen.’ Daar is nog alle tijd voor, want zoonlief zit in pas in de eerste klas. Toch kruipen moeder en zoon binnenkort achter de computer om samen de beroepstest in te vullen, die Melanchthon Kralingen aanbiedt in het kader van Loopbaanoriëntatie. Fatima is blij met de ondersteuning: ‘Heel belangrijk dat de school dit doet.’ Onwetendheid over opleidingen en beroepen, gecombineerd met onrealistische verwachtingen bij ouders over de
LOB biedt instrumenten om dit te bereiken. Het project startte in 2013, om tot een aanpak te komen waarin ouderbetrokkenheid en loopbaanoriëntatie samenvloeien. Daarbij praten leerlingen met docenten en ouders over opgedane ervaringen op het gebied van loopbaanoriëntatie, zoals open dagen, stages, en bezoeken aan bedrijven en opleidingen. Docenten volgen een training om leerling-oudergesprekken te voeren, zoals een decaan doet. Samen met ouders en leerlingen bespreken zij de resultaten van de door ouders en leerlingen ingevulde beroepskeuzetest, gebaseerd op interesses van hun kinderen. Melanchthon Kralingen organiseert voorlichtingsbijeenkomsten over de onderwijsrichtingen op school, met bijpassende beroepsmogelijkheden, en presentaties over beroepen, verzorgd door oud-leerlingen. In het kader van het voorlichtingsproject ‘De keuze is reuze’ gaan ouders, leerlingen en medewerkers ouderbetrokkenheid op bezoek
bij roc’s en bedrijven. ‘Ook bellen als het goed gaat’ Sinds de start van LOB constateert Gepke een grotere betrokkenheid van ouders bij schoolloopbaan en beroepskeuze: ‘Meer ouders zijn zich ervan bewust dat zij rekening moeten houden met interesses en mogelijkheden van hun kinderen. Bijeenkomsten worden goed bezocht. Maar we zijn er nog lang niet. Nog steeds zijn er vaders die tijdens gesprekken roepen dat hun zoon dokter wordt, waarbij die zoon zwijgt en braaf zit te knikken. We hebben tools nodig om dit te doorbreken.’ De moeders die de voorlichtingsbijeenkomst over school en onderwijssysteem bijwoonden, waarbij ook een bezoek aan het Scheepvaart- en Transport College wordt voorbereid, zijn wél overtuigd van het belang om bij beroepskeuze uit te gaan van interesses en capaciteiten van hun kinderen: ‘Als ze maar een studie kiezen die ze leuk vinden.’ Om ouders bij schoolcarrière en loopbaanoriëntatie te betrekken, is het volgens Sarah Nazoume en Ayse Doga (medewerkers ouderbetrokkenheid) noodzakelijk een vertrouwensband met hen op te bouwen. ‘Om ouders binnen te krijgen en te houden, moet je de drempel zo laag mogelijk maken’, betoogt Ayse, ‘dat betekent dat je regelmatig contact met hen onderhoudt, niet alleen belt als er iets mis is, maar juist ook als het goed gaat. Zo belde ik laatst naar een moeder van een jongen die lange tijd ongewenst gedrag vertoonde, maar zich al twee weken keurig gedroeg. Die moeder vond dat fijn om te horen. Zoiets stimuleert betrokkenheid bij school.’ U
04 | 15 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 31
v Dubbelportret :
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijd
Manuela en Alysia Fries
Hoe reis je naar school? Alysia: ‘Ik ga meestal op de fiets en soms lopend.’ Manuela: ‘Het is maar vijf minuutjes, maar als het nog donker is fiets ik even met haar mee.’ Wat vind je leuk aan school? Alysia: ‘Met mijn vriendinnen spelen vind ik het leukst, maar gym vind ik ook wel leuk. Kan ik lekker rennen.’ Manuela: ‘De manier waarop ouders betrokken worden vind ik het leukste van de school. Het is een soort tweede huis voor me.’ Wat mis je? Alysia: ‘Ik zou vaker een schoolfeest willen hebben en meer sport.’ Manuela: ‘Ik mis eigenlijk niets. Als je als ouder iets aankaart wordt er direct iets mee gedaan. Je wordt als ouder echt serieus genomen.’ Praten jullie thuis over school? Alysia: ‘Mama vraagt elke dag wat ik gedaan heb en ik vertel er makkelijk over. Mijn ouders mogen alles weten.’ Manuela: ‘Ik praat er elke dag met haar over. Wat ze gedaan heeft, of er toetsen zijn afgenomen en of ze iets leuks gedaan heeft.’ Hoe laat ga je naar bed? Alysia: ‘Ik ga om half negen naar bed, maar dan kan ik niet altijd gelijk slapen. Meestal lig ik nog even wakker.’ Manuela: ‘Ze gaat altijd na ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ naar bed. Later moet ze het echt niet maken.’ Heb je huiswerk? Alysia: ‘Ja, heel veel. Op maandag na, elke dag wel zo’n twee blaadjes. Vaak voor spelling of rekenen, maar ook wel voor aardrijkskunde.’ Manuela: ‘Ik vind het niet te veel. Het is goed te doen voor haar.’ Heb je hulp nodig bij je huiswerk? Alysia: ‘Soms wel. Dan helpt mijn vader of moeder of Desley. Vooral met rekenen, dat vind ik erg moeilijk.’ Manuela: ‘Ik help haar vooral met overhoren.’ Kun je uit de voeten met de nieuwe media? Alysia: ‘Ik heb wel een smartphone, maar geen abonnement, dus kan ik alleen als ik wifi heb Facebooken en whatsappen.’ Manuela: ‘Ik Facebook en App.’
Alysia (11) woont samen met moeder Manuela, vader Edwin, broer Desley (14) en twee honden en een kat in een galerijwoning in Kralingen. Manuela vult haar dagen met het huishouden en de zorg voor kinderen en man. Haar hobby’s zijn lezen en bioscoop- en concertbezoek. Alysia is graag in de weer met de hondjes en zit op streetdance. Bij de schoolsportvereniging doet ze aan tafeltennis. Alysia is leerling van de Bavokring en zit in groep 7.
Hoe stel je je als ouder op de hoogte van schoolontwikkelingen? Manuela: ‘Ik kan altijd met mijn verhaal terecht. Leerkrachten zijn goed benaderbaar en de directie heeft een gewillig oor. Ze doen niet uit de hoogte. Ze zijn eigenlijk net als wij.’ Wat wil je later bereiken? Alysia: ‘Ik wil later graag iets met dieren doen en hoop daarom ik dat ik naar het Wellantcollege kan.’ Manuela: ‘Ik heb wel eens gekscherend gezegd dat ik hoop dat ze kapster en nagelstyliste wordt zodat ze mij kan verzorgen, maar dat is gekkigheid. Ik wil vooral dat ze bereikt wat ze wil bereiken en een baan vindt zodat ze zelfstandig is.’