Rotterdams Onderwijs Magazine

Page 1

ROTTERDAMS ONDERWIJS MAGAZINE #4 oktober 2016 JAARGANG 39

‘Ik leer kinderen altijd: waar een wil is, is een weg’

Duizend pedagogisch medewerkers nóg professioneler

Radicale meningen in de klas: Wat dan?

Techniek op school: zo simpel kan het zijn!

#ROM4 1 En verder: Vaderbijeenkomsten | Taskforce Thuiszitters


Daarom Werken in het onderwijs: ‘gouden jaren zijn het’, lezen we in deze eerste ROM-editie van het nieuwe schooljaar. Is dat zo? Natuurlijk, nieuwbakken leraren starten – nemen we maar even aan – vol idealen hun loopbaan en zien een toekomst voor zich met toch wel kneedbare leerlingen die zij, aansluitend bij ieders talent, zullen laten floreren door motiverende lessen en een klik. En dan… Spuwen die leerlingen meningen die we liever niet horen, die we verafschuwen zelfs. Dromen die leerlingen dromen die helemaal niet realistisch blijken. Maken die leerlingen zich ‘niet te handhaven’ en worden ze thuiszitter. Komen die leerlingen net uit Syrië, met trauma’s en geen enkele kennis van het Nederlands. Kunnen die leerlingen schoolcultuur niet van straatcultuur onderscheiden. Die dingen komen voor, ook in Rotterdam, want ze worden beschreven in dit ROM. Maar wat opvalt is dat geen enkele docent zich hierdoor uit de school laat jagen, mistroostig wordt of bij zijn baas gaat klagen vanwege de slechte werkomstandigheden of omdat zij hiervoor niet was opgeleid. Nee, juist dat niet verwachte gedrag van leerlingen daagt de onderwijzenden uit om op zoek te gaan naar manieren om met de leerlingen contact te krijgen en alles uit hen te halen. Daarom zijn er scholen waar alle leerkrachten op huisbezoek gaan. Daarom steken pedagogisch medewerkers extra tijd in nog beter worden. Daarom gaat iemand gewoon op een dag de snelst groeiende school van Rotterdam, die voor AZC-leerlingen, leiden. En daarom blikt een docent als 65-jarige terug op haar onderwijsloopbaan en besluit ze om gewoon door te gaan met onderwijzen, maar dan duizenden kilometers verderop.

10 Vaderbijeenkomsten op school aan animo geen gebrek

14 Museum Villa Zebra Zó boei je kinderen

Het schooljaar is weer begonnen. Rotterdam mag dit jaar het predicaat Onderwijsstad dragen en dat is niet verwonderlijk, zo veel als er op de Rotterdamse scholen en vve-locaties gebeurt. Blijf op de hoogte via dit blad, www.romnieuws.nl en onze nieuwsbrief.

Paul de Maat, hoofdredacteur

22 Profijt van huisbezoeken Belangrijk bij alle gezinnen

2 #ROM4


Inhoud 04

RADICALISERING OP SCHOOL HOE SPEEL JE EROP IN?

06

OM OVER NA TE DENKEN QUOTES RONDOM RADICALE MENINGEN

08

TASKFORCE THUISZITTERS AANTAL THUISZITTERS REDUCEREN MET 75%

12

ESTAFETTE OMGAAN MET CULTURELE VERSCHILLEN

16

DE KLAS VAN DIRECTEUR TOM OVER ‘ZIJN’ AZC SCHOOL

18

COLUMN ANNE-MARIE

16 DE KLAS VAN DIRECTEUR TOM OVER ‘ZIJN’ AZC SCHOOL

DROMEN 19

FEITEN OVER THUISZITTERS INFOGRAPHIC

20

SCHOLINGSPROGRAMMA VOOR PM’ERS ‘OPSCHOLEN’ VAN MBO 3 NAAR MBO 4

24

4 VRAGEN OVER ROTTERDAM ONDERWIJSJAAR DOEL, LEERLINGEN, STAD EN TOEKOMST

25

BOEKBESPREKINGEN MEESTER MARK GRAAFT DOOR | DE LERAAR DIE MIJN LEVEN VERANDERDE

28

WETENSCHAP EN TECHNIEK IN HET PO ONGELOOFLIJK ENTHOUSIAST

31

AGENDA

31

INHOUD VOLGENDE NUMMER

32

DUBBELPORTRET ‘MISSCHIEN WORD IK ONDERWATERLASSER.’

Het ROM is er ook als website. Met nieuws, artikelen, alle magazines van de laatste jaren en meer. Ga naar www.romnieuws.nl, blijf op de hoogte van alles wat van belang is voor het onderwijs in Rotterdam en abonneer u op onze nieuwsbrief.

Volg het ROM:

26 DIT IS MIJN VAK ONDERWIJSDUIZENDPOOT SHELLY GAAT MET PENSIOEN

N twitter @ romnieuws M facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine

colofon Rotterdams Onderwijs Magazine onafhankelijk voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie en opleiding in Rotterdam. Gratis voor personeel van het Rotterdamse onderwijs | 39e jaargang nr. 4 oktober 2016 | ISSN 1386, Verschijnt vijf keer per jaar, Oplage 7.000 | Uitgave CED-Groep | Redactie Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Paul de Maat (hoofd- en eindredactie) | Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Eric Fecken (foto), Sanne van der Most, Marijke Nijboer, Erik Ouwerkerk, Anne-Marie Plasschaert, Ineke Westbroek | Bladmanagement Paul de Maat, Keeke Dielemans, Anne-Marie Smit, Tamara Wally | Redactieadres Postbus 8639, 3009 AP Rotterdam, 010 4071469, rom@cedgroep.nl | Grafisch ontwerp en vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp, Rotterdam (Natascha van der Horst, Otto Mende) | Foto cover Jan van der Meijde | © CED-Groep


Luisteren en eigen waarden uitschakelen Hoe speel je in op tekenen van radicalisering? ‘Als ik een Kalasjnikov had, schoot ik alle joden dood.’ Hoe reageer je als docent op dit soort uitlatingen en hoe help je extremistische neigingen bij leerlingen voorkomen? Zoals in alle grote steden zoeken ook scholen in Rotterdam naar methoden.

4 #ROM4

Tekst Ineke Westbroek FOTO eric Fecken

Vooralsnog zou het meevallen met de radicalisering van Rotterdamse jongeren. Onderzoeksgegevens van het Meld- en Adviespunt Radicalisering (MAR) tonen dat zich in Rotterdam de laatste jaren geen concrete dreigings- of conflictsituaties voordeden. Problemen met dreigende radicalisering, zoals op scholen in andere steden, zouden in Rotterdam niet spelen. Maar scholen vertellen niet altijd alles. Surfen naar terreurwebsites, mysterieus vertrek van leerlingen. Sommigen noemen het, maar ‘off the record’. Sinds de opkomst van IS leeft in Rotterdam het besef van de noodzaak voor een intensievere aanpak van radicaliseringspreventie. Ging het voorheen vooral om verbondenheid tussen bevolkingsgroepen, nu focussen beleidsmakers vooral op groepsgerichte activiteiten, die de weerbaarheid tegen gewelddadig jihadisme helpen vergroten. Aan vo- en mbo-docenten biedt de gemeente trainingen voor gesprekstechnieken, ontwikkeld door de landelijke Stichting School en Veiligheid, om controversiële onderwerpen met leerlingen te bespreken en


Zoeken naar overeenkomsten in plaats van benadrukken van tegenstellingen.

‘Provocerende opmerkingen kunnen waardevolle signalen zijn voor onderliggende problemen’

mogelijke radicaliseringssignalen te herkennen. Leerlingen kunnen met docenten de theatervoorstelling Jihad bezoeken. Het pakket, met lesbrief en nagesprek, tot nu toe gebruikt door vijf scholen, is onderdeel van een landelijke pilot, gefaciliteerd door OCW. Ahmed Harika (beleidsadviseur bij directie Veiligheid) verwacht de komende tijd meer belangstelling: ‘Docenten vertellen vaker te worden geconfronteerd met vragen en opmerkingen van leerlingen. Ze willen daarover met hen kunnen praten, en daarnaast signalen van radicalisering herkennen.’

Oneliners ‘Ham op een broodje is een zionistisch complot.’ Humor en tragiek kenmerken Jihad - De Voorstelling, van de Belgisch-Marokkaanse Ismael Saïdi, over integratieproblemen en preventie van radicalisering. Volgens nieuwsmedia worden scholieren gegrepen door de avonturen van drie vrienden uit Almere, die afreizen naar Syrië. Datzelfde geldt voor de leerlingen van Melanchthon Kralingen, melden docenten die de voorstelling bezochten. Zo’n voorstelling helpt om onderwerpen rond radicalisering in de les bespreekbaar te maken, vinden leden van het docententeam, die ook de training van Stichting School en Veiligheid volgden. ‘Doordat het stuk nuances tussen goed en slecht toont, ervaren pubers dat de wereld niet louter in goed en kwaad valt op te delen’, zegt Jos Meester, zorgcoördinator en hoofd onderbouw, ‘Leerlingen herkennen zichzelf en de mensen uit hun omgeving. Dat helpt bij het bespreken van actuele thema’s.’ Ook de docententraining, die leraren leert openstaan voor botte oneliners, zonder door eigen waarden en emoties van de wijs te worden gebracht, biedt volgens Jos en zijn collega Miriam Rozendaal geschikte handvatten om hierop in te gaan. Volgens adjunct-directeur Dennis Maharban sluit de training aan op de door de school al jaren gehan-

teerde werkwijze bij klassengesprekken over actuele vraagstukken, waarbij begripvol en serieus wordt ingegaan op vragen zoals ‘Waarom moeten we stil zijn voor Parijs en niet voor Syrië?’ ‘Dat werkt blijkbaar preventief. De school signaleert geen tekenen van radicalisering.’ Zoeken naar overeenkomsten in plaats van tegenstellingen te benadrukken is onontbeerlijk, ondervindt Jos: ‘Bijvoorbeeld door te kijken naar de manier waarop de bijbel en de koran agressie beoordelen.’ Als leerlingen terreurdaden goedpraten, is het soms lastig om rustig te blijven. Miriam: ‘Zinloos om daar vol gas tegenin te gaan. Het kunnen waardevolle signalen zijn. Je moet niet willen overtuigen, maar doorvragen: ik schrik hier onwijs van, maar vertel waarom je zo denkt. Dan hoor je wat eronder zit. Angst, ontheemd, buitengesloten voelen.’ Dit is ook de ervaring van Karim Amghar (docent omgangskunde, ROC Zadkine): ‘Door te luisteren krijg je de kern van het probleem te pakken. Zoals bij die moslimjongen die zich rot voelde omdat hij voortdurend werd aangesproken op aanslagen. Karim gebruikt de ‘talking stick’, een Indiaans middel voor een onpartijdig gesprek. De gespreksleider start het gesprek en geeft de stok aan iemand die iets wil zeggen. Vervolgens gaat de stok naar iemand die wil reageren. Gespreksdeelnemers luisteren, maar gaan niet in discussie. Karim: ‘Het helpt om leerlingen minder vatbaar te maken voor radicalisering. Doordat zij niet tegen elkaar ingaan, wordt het debat nooit verhit. Leerlingen voelen zich beschermd, worden buigzamer, weerbaarder, begrijpen elkaar beter, durven zich uit te spreken. Dat maakt hen minder vatbaar voor invloeden van straat.’ Sinds de invoering van de methode hoort Karim minder foute opmerkingen. Als het toch gebeurt, corrigeren leerlingen elkaar. Een jongen riep dat Allah de tekenaars bij Charlie Hebdo strafte voor belediging van de profeet. Een klasgenoot zei daarop dat Allah hen zou hebben vergeven.’

Meer weten? www.rotterdam.nl/radicalisering www.schoolenveiligheid.nl www.wijwijs.nl Lees ook het artikel: Omgaan met radicaliseren – 4 tips op romnieuws.nl.

#ROM4 5


Om over na te denken

Quotes rondom radicale meningen

‘ Ik schrik hier onwijs van, maar vertel eens waarom je zo denkt. Als leerlingen terreurdaden goedpraten, ga er dan niet vol gas tegen in. Vraag door. Zo hoor je wat er onder zit.’ (docent)

‘ Jongeren vertrouwen voor 100% op internetbronnen.’ (adjunct-directeur)

‘ Door te luisteren krijg je de kern van het probleem te pakken. Zoals bij die moslimjongen die zich rot voelde omdat hij voortdurend werd aangesproken op aanslagen.’ (docent)

‘ Leerlingen die rare dingen zeggen moet je begrijpen, maar je hoeft geen begrip te tonen.’ (zorgcoördinator en afdelingshoofd)

‘ Ik schrik niet van extreme of ongenuanceerde ideeën en gedrag. Dat hoort bij jonge mensen’ (docent) 6 #ROM4


‘ Een leerling die choquerende opmerkingen maakt over aanslagen kan ook gewoon als puber zijn grenzen verkennen.’ (schoolpsycholoog)

‘ Bij complottheorieën geef ik zo veel mogelijk feiten. Uiteindelijk zien leerlingen vaak zelf in of informatie betrouwbaar is of niet.’ (docent)

LESSEN BEGRIJPEND LEZEN VOOR HET VAK ENGELS AAN DE HAND VAN ACTUELE ONDERWERPEN

week 45, 2015 : James Bond

: week 19, 2016 Beyoncé m bu al w Lemonade: ne : week 36, 2016 es am Paralympic G

S I T A R G PROEFLICENTIE

week 47, 2015: Jamie Oliver’s Sugar Tax @Newswise_NL

fb.com/newswise.eu

IS

GRAT Probeer 2 maanden

WWW.NEWSWISE.NL

#ROM4 7


Taskforce Thuiszitters In 2018 geen enkele leerling thuis onder schooltijd Jaarlijks komen enkele honderden Rotterdamse leerlingen voor korte of langere tijd thuis te zitten. Duurt dit langer dan vier weken dan krijgt zo’n leerling de status thuiszitter. Om het aantal thuiszitters te verminderen organiseren de gemeente Rotterdam en de samenwerkende schoolbesturen sinds vorig jaar de Taskforce Thuiszitters. Sinds de invoering werden 72 van de 117 thuiszitters terug naar school geholpen.

Tekst Ineke Westbroek FOTO PETJA BUITENDIJK

Scholieren met gecompliceerde problemen dreigen tussen de wal en het schip te belanden. Sinds de invoering van passend onderwijs steeg het aantal leerlingen dat langer dan vier weken thuiszit met 20%. Reden voor de gemeente Rotterdam om vorig jaar december samen met schoolbesturen, Jeugdhulp en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) de Taskforce Thuiszitters te starten. Langdurige thuiszitters worden door de leerplichtambtenaar en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs aangemeld bij de Taskforce Thuiszitters, dat onderdeel uitmaakt van het Rotterdamse Onderwijsbeleid Leren Loont! De Taskforce moet ervoor zorgen dat thuiszitters, desnoods onder dwang, na maximaal tien weken een passende onderwijsplaats krijgen. Middelbare scholieren die door gedragsproblemen dreigen uit te vallen, worden terug naar school begeleid via

8 #ROM4

het Orthopedagogisch Centrum (OPCD), waar tachtig leerlingen op twee locaties een programma op maat kunnen volgen. Naast vroegtijdig signaleren richt de samenwerking zich op een passende schoolkeuze en de juiste combinatie van onderwijs en zorg. Wat de Taskforce over de leerling besluit, is bindend voor ouders en scholen. Doelstelling van de Taskforce is reductie van het aantal thuiszitters met 75%, waarbij in 2018 leerplichtige kinderen niet langer dan tien weken thuiszitten. Dankzij de korte lijnen tussen de samenwerkende partijen kan sneller aan oplossingen worden gewerkt, constateren Gerard Spierings (voorzitter Taskforce) en Mandy Goudriaan (zaakonderzoeker Taskforce Thuiszitters). In het halfjaar dat de Taskforce draait, zijn 22 van de 24 aangemelde zaken opgelost, melden zij. Gerard Spierings ziet veel ‘positieve energie’

‘Alle ouders willen dat hun kind goed onderwijs krijgt’ bij scholen, die - volgens hem - beseffen dat de Taskforce een laatste redmiddel is: ‘Zij benutten alle mogelijkheden die onderwijs en zorg bieden.’ Tot nu toe verzetten scholen zich niet tegen de besluiten van de Taskforce om leerlingen op hun school te plaatsen. Ook ouders die hun kinderen maandenlang thuishielden omdat zij speciaal onderwijs voor hen niet accepteerden, werken nu mee, merkt Mandy Goudriaan: ‘Ouders die ik spreek zitten er toch niet op te wachten dat hun kind geen onderwijs krijgt.’


‘Weerstand zit vaak in kleine nuances’ ‘Ons kind naar onderwijs voor verstandelijk beperkten? Nooit!’ Met hand en tand verzetten de ouders van Jeffrey (8) zich tegen de verwijzing van het samenwerkingsverband passend onderwijs naar een cluster 4- school. Door Jeffreys gedragsproblemen, voortkomend uit zijn autisme, kon hij niet op de basisschool blijven. ‘De ouders hielden hun poot stijf’, vertelt Mandy Goudriaan, ‘ze wilden dat hun zoon op zijn huidige school zou blijven. Het bleek dat iemand van de toekomstige school aan de telefoon de term ‘groep voor verstandelijk beperkten’ had genoemd. Na een gesprek tussen de ouders, die zich tegen dat stigma verzetten, en de school, werd het misverstand uit de weg geruimd.

Eerst zwaar gefrustreerd thuis, nu in de Leerlingenraad Jarenlang zat hij zwaar gefrustreerd thuis. Geen enkele school wou hem hebben. Nadat Kevin van het vmbo werd weggestuurd omdat hij te vaak rotzooi trapte, moest hij naar een cluster 4-school. Daar hoorde hij niet thuis: zijn gedrag was niet problematisch genoeg. Zijn droom, werken in de horeca, dreigde echter uiteen te spatten. Zijn achterstand was zo groot geworden, dat hij leek aangewezen op mbo-niveau 1. Totdat de Taskforce Thuiszitters hem op het educatief centrum van Horizon (voor speciaal en transitieonderwijs) plaatst, waar hij een toelatingstest kon doen voor een hoger mbo-niveau. Kevin herpakt zich. Hij gaat ervoor, geeft bokslessen en is actief in de leerlingenraad. Zaakonderzoeker Mandy Goudriaan is onder de indruk: ‘Dit lukt alleen door van het begin af aan onbevangen naar zo’n jongen te kijken.’

Kijk voor feiten en cijfers op pagina 19.

#ROM4 9


Vaderbetrokkenheid op OBS De Toermalijn

‘ Wij hebben echt wat in te halen’ Tekst Sanne van der Most FOTO’s Sanne van der Most

Samen door hoepels kruipen, samen een bal in de lucht houden, aan de hand van je pa een schuine bank aflopen en kijken wie het hardst kan rennen. Samen sporten schept een band en het is ook nog eens hartstikke leuk en gezellig. Vanuit die overtuiging werkt OBS De Toermalijn aan vaderbetrokkenheid. En dat is wel nodig, vinden de vaders, want ze hebben heel wat in te halen.

10 #ROM4

De gymzaal van OBS De Toermalijn is helemaal vol met vaders, zoons en dochters. Iedereen joelt, lacht en schreeuwt door elkaar heen. En allemaal zijn ze druk in de weer om te laten zien hoe hoog, hoe ver en hoe hard ze kunnen. De een nog trotser dan de ander. De opkomst is enorm. ‘Ik zag zelfs vaders die ik nog nooit eerder had gezien’, zegt Hasan Goldeli, vader van Seymen uit groep 2. ‘Geweldig natuurlijk


Het vaderproject op De Toermalijn was een groot succes. Zowel de vaders als de kinderen waren trots als een pauw.

dat ze zoiets organiseren. Wij waren eigenlijk een beetje jaloers op al die moeders. Op het schoolplein horen ze alles wat er speelt. Wij missen toch dingen.’

Grote winst ‘Vaderbetrokkenheid is net zo belangrijk als moederbetrokkenheid’, zegt onderbouwcoördinator Adrienne Platenburg. ‘Toch zit dat er bij de meeste vaders niet standaard in. Maar nu we al die vaders zien komen, blijkt dit toch wel een heel goed idee te zijn. Dankzij dit project wordt het contact veel ontspannener. Weten welke gezicht bij welke vader hoort, dat is een grote winst. Ook voor de kinderen zelf. Je ziet ze zo ontzettend blij en trots kijken als hun vader op school is en als ze in de kring over hun vader mogen vertellen. Dan gaan hun ogen glimmen.’

Persoonlijk benaderen Schoolmaatschappelijk werker Rubelto Baker is ook betrokken bij het vaderproject op De Toermalijn. Vanuit Schoolmaatschappelijk Werk Rijnmond (SMWR) houdt hij zich al langer met dit thema bezig. ‘Essentieel voor het slagen van dit soort projecten is de welwillendheid en de interesse van de school. Die was er bij De Toermalijn absoluut.’ Tijdens de voorafgaande vaderbijeenkomst bleek er gelukkig ook onder de vaders animo te zijn. ‘Om uiteindelijk echt alle vaders te bereiken, moet je heel wat uit de kast halen’, vervolgt Baker. ‘Heel anders dan bij moeders. Die komen toch wel. Vaders moet je op een heel andere manier betrekken. Door ze persoonlijk te benaderen. Dus hebben we ze gebeld. En door het ondernemen van activiteiten. Samen sporten is stap één.

‘ Wij waren eigenlijk een beetje jaloers op al die moeders’ hebben jullie gedaan, wat heb je geleerd?’ De druk erop. Dat werkte eigenlijk averechts. Veel meer dan ‘leuk’ kwam er niet uit. En logisch ook, want hoe zou jij het vinden als iemand jou na een dag hard werken de oren van het hoofd zou vragen? Tijdens de bijeenkomst hebben we geleerd dat je je kind veel meer de ruimte moet geven. De verhalen komen vanzelf wel. En dat is waar.’

Telefoon uit Een andere eyeopener was tijdsindeling. ‘Hoeveel tijd heb jij dagelijks daadwerkelijk over voor je kind. En dat was een schok’, vervolgt Goldeli. ‘Want als je de uren optelt die je echt puur aan je kind besteedt dan is dat bar weinig. Vaak zit je toch op je telefoon, of ben je met

andere dingen bezig. Maar nu, in dat ene uurtje dat ik met mijn zoon doorbreng, ben ik ook echt helemaal met hem bezig.’ Ook bij Jimmy Hoesseinbaks is er thuis heel wat veranderd sinds de vaderbijeenkomsten. ‘Ik ging altijd al mee naar de voetbaltraining. Maar tegenwoordig zitten we ook samen op karate. Verder probeer ik mijn zoon zo vroeg mogelijk van de BSO te halen. Liefst al om halfvijf. Hij gaat om acht uur naar bed, dus als ie dan pas om zes uur thuis is, zien we elkaar nauwelijks. Ik ben eigen baas en ik heb drie telefoons. Maar in die drie uurtjes dat ik met hem ben, gaan ze allemaal uit. Dan bén ik maar even onbereikbaar. Maar andersom ook hoor. Want in plaats van meteen weer te gaan gamen achter die pc, doet hij nu spelletjes met zijn vader.’

Meer ruimte ‘Een geweldige zet’, vindt Goldeli. ‘Tijdens de vaderbijeenkomst hebben we gepraat over multiculturele opvoeding, communicatie met je kind, maar ook over samen leuke dingen doen. De band met de moeder die is vanzelf al sterk. Dat kan ook niet anders na negen maanden bij je moeder in de buik. Daar komt nog eens bij dat de meeste vaders meer werken dan de meeste moeders, en ook daardoor heel wat missen. Dat halen we nu in.’ Goldeli heeft veel geleerd van de vaderbijeenkomst. Over communiceren met zijn zoon bijvoorbeeld. ‘Vroeger was ik altijd geneigd om na school meteen bovenop hem te springen. ‘Hoe was je dag, wat

#ROM4 11


ESTAFETTE

‘Omarm je taak als opvoeder’

Hoe ga je om met culturele verschillen? Welke vraag zou jij willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeef-rubriek stelt Yolande de Beer, conrector op het Marnix Gymnasium, haar vraag aan Maria van Sorgen, docent aardrijkskunde en coördinator projectonderwijs op het Wolfert College: ‘Hoe kunnen we beter omgaan met culturele diversiteit, met name in havo- en vwo-klassen?’

Tekst Marijke Nijboer FOTO’s Jan vAN dER Meijde

‘ Wij hebben een talentenklas voor kinderen uit groep 7 die gymnasiumpotentie hebben’

12 ROM#3 #ROM4

Yolande licht haar vraag toe. ‘Wij zien de laatste jaren een toenemende diversiteit. We spelen daar op in, bijvoorbeeld met een talentenklas voor kinderen uit groep 7 die vanuit thuis geen gymnasiumachtergrond hebben, maar wel -potentie. Ze komen bij ons aan hun taal en algemene ontwikkeling werken. We maken uitstapjes en betrekken ouders bij een project dat we doen met de socioloog Iliass el Hadioui. Onze instroom is divers, maar veel kinderen krijgen problemen in de derde en vierde klas. Op die leeftijd komen ze meer in aanraking met de straatcultuur. De gedragscodes op school zijn heel anders. Daardoor raken we die kinderen kwijt.’ De straatcultuur staat haaks op de schoolcultuur. De school probeert leerlingen discipline, structuur en zelfbeheersing bij te brengen. Ze moeten luisteren naar de docent, zich netjes gedragen en leren argumenteren in gewoon Nederlands. Op straat is leren niet stoer. Je moet uitslapen, je weinig inspannen en pronken met spullen. Ook het Wolfert College houdt de straatcultuur dan ook zoveel mogelijk buiten de deur, vertelt Maria. ‘Ik ken kinderen die niet kunnen switchen tussen de thuis-, straat- en schoolcultuur. Dat is geen etnisch, maar een stedelijk en sociaal probleem. Meisjes zijn bijvoorbeeld thuis heel


ingetogen, maar wij vragen hen om zich kritisch te uiten. Op straat zijn ze een lustobject.’ Maria: ‘Ik geef geen boks. Wij doen niet aan gangsterrapworkshops en nemen geen uitdrukkingen uit de straattaal over, want dan verheerlijk je die cultuur.’

Projectonderwijs Op het Wolfert krijgen leerlingen een dagdeel per week projectmatig onderwijs, ‘Xpo’ genaamd. Xpo stimuleert de algemene ontwikkeling en brede persoonsvorming van leerlingen. Er wordt vakoverstijgend lesgegeven. Er komen bezoekers van buiten in de klas, leerlingen ontwikkelen samen een product en presenteren hun verhaal voor de groep. Bij Xpo staan er twee docenten voor de klas. Maria: ‘Zo werken we niet alleen aan een betekenisvol curriculum, maar is er daarnaast ook ruimte om te werken aan de sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen. Sleutelbegrippen zijn zelfreflectie, zelfontplooiing en respect voor de ander.’ Dat vraagt om bepaalde vaardigheden. Yolande: ‘Hoe rust je docenten hiervoor toe?’ Maria: ‘Er was hier eerst wel weerstand onder docenten tegen het projectonderwijs. Je moet gewoon doorzetten. Wij begrijpen inmiddels allemaal goed dat we ook opvoeders zijn. Docenten moeten beseffen dat negatief gedrag niet tegen hen persoonlijk is gericht, maar dat het voortkomt uit machteloosheid. Wanneer je ziet dat kinderen uit een schrale achtergrond komen, zet je graag een extra stap. Je bent opvoeder. Dat moet je omarmen.’ Ze merkt op dat kinderen de vaardigheden waar haar school aan werkt, niet op de basisschool hebben meegekregen. Dat herkent Yolande: ‘Kinderen van zwarte basisscholen zijn soms zo gedrild, die doen alleen wat de juf zegt. Wij zien juist graag dat ze zelf nadenken.’

Ouders mogen appen Het Wolfert College biedt ouders via externe partijen een oudercursus aan en probeert hen te betrekken bij het onderwijs. Dat lukt volgens Maria omdat ouders beseffen dat ze hun kind kunnen ‘verliezen’ aan de straatcultuur. Veel mentoren geven de ouders hun mobiele nummer. De ouders mogen appen. Yolande: ‘Wij zijn een warme school, maar nog erg gericht op kennisoverdracht. Je mobiele nummer geven, dat zou bij ons nog wel een dingetje zijn.’ Maria gaat als brugklasmentor bij al haar leerlingen op huisbezoek. ‘Veel kinderen hebben geen eigen kamer met een bureau, maar alleen een eigen kussen.’ Daarom mogen de kinderen tot 17 uur op school blijven om huiswerk te maken. Volgens Maria helpt ook het project Giving Back, in de bovenbouw van het havo/vwo. Daarbij begeleiden mensen met een geslaagd beroepsleven leerlingen die hier behoefte aan hebben. Yolande vraagt of Maria veel verschil ziet in problematiek tussen kinderen op de mavo, havo en het vwo. Maria: ‘Nee, maar bij havo en vwo zijn de problemen minder zichtbaar. Deze kinderen zijn vaak beleefd, stiller en meer naar binnen gericht dan kinderen op de lagere schoolniveaus. Bij havo en vwo is de identiteitscrisis, door de grotere afstand met de straat- en thuiscultuur, echter ook groter. Wij vinden het daarom belangrijk om ook rolmodellen in ons team te hebben die de straatcultuur zijn ontgroeid.’ Maria: ‘Je moet van deze kinderen gaan houden, anders kun je niet met hen werken. Voor veel van hen is de school een uitwedstrijd. We moeten zorgen dat het een thuiswedstrijd wordt.’

‘Wij begrijpen inmiddels goed dat we ook opvoeders zijn’ De brandende vraag ISK-leerlingen stromen gedurende het hele jaar in. Zij verschillen sterk qua leeftijd, leertempo en beginniveau. Hoe speel je daar met je organisatie en didactiek op in?

Iliass el Hadioui is verbonden aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit en heeft onderzoek gedaan naar de straatcultuur van Rotterdamse jongeren. Straatcultuur leidt volgens hem tot spijbelen, schooluitval, taalachterstand en agressie tegen docenten.

#ROM4 ROM#3 13


Villa Zebra: prikkelend voor de fantasie

Monsters maken in het museum Elke school heeft wel een aantal excellente leerlingen voor wie bijvoorbeeld een topklas nog geen uitdaging genoeg is. De Klipper in Berkel en Rodenrijs biedt deze leerlingen anderhalf uur per week extra opdrachten op maat. Tekst Erik Ouwerkerk FOTO’s PETJA BUITENDIJK

Kinderen en het museum: dat betekent toch dralende koters en verveelde blikken? Villa Zebra bewijst al vijftien jaar het tegendeel en heet scholen van harte welkom. Vandaag komen de kleuters van basisschool De Horizon op bezoek. Een lange sliert kleuters van een jaar of vier, vijf slingert langs de grote ramen van Villa Zebra richting de entree. Ze hangen hun jassen aan de haakjes van

de speelse kapstokken, waarop de letters G.A.R.D.E.R.O.B.E. als een piek in de boom boven hun kleding zweven. Voor het geval de jonge leerlingen het opvallende gebouw, de zebrastrepen rondom en de Gibra (een kruising van een giraffe en een zebra) op het dak nog niet waren opgevallen, weten ze nu heel goed dat ze in een bijzonder spannend gebouw zijn beland.

Monsterstraat Vandaag staat De Monsterstraat op het programma, een van de mogelijke programma’s voor jongste groepen. De bezoekers splitsen zich op in drie groepen en gaan op ontdekkingstocht door de ruimte van de tentoonstelling van ZELF!, de tentoonstelling voor de jongste doelgroep van drie tot zes jaar. In het Laboratorium liggen uiteenlopende materialen, vormen en kleuren die iets met monsters te maken hebben, hoewel de kleuters zelf natuurlijk het laatste woord daarover hebben: Lucas heeft een blauwe voet van een monster te pakken. ‘En dit is...’ vertelt hij met een octopus-achtig figuur in handen, ‘geen vis... want hij kan niet zwemmen. Maar hij kan wel onder water...’ Het is duidelijk dat het Lab de fantasie van Lucas flink prikkelt. Een andere groep heeft het monsterboek ontdekt. De stad van de monsters is afgebeeld op de wanden rondom de kinderen, en nu mogen ze het boek tot leven wekken door magneten van monsters op het straatdecor te plakken. Villa-Zebra-medewerker Lisa ziet het resultaat en vraagt: ‘Welke monsters zijn vriendjes geworden? En deze is alleen, is die verdrietig? In de Black light disco geven de kinderen hun wereld verder vorm: ze tekenen met dikke zwarte stiften samen huizen, monsters en tractors op een groot wit vel papier. ‘Kijk, een vuilniswagen!,’ laat Sebastiaan zien. De laatste groep knutselt zelf monsters in elkaar aan een grote houten tafel: ‘Ik wil nog meer ogen,’ roept Keano uit. ‘Deze kan vliegen!’, laat zijn buurman weten.

Zelf! ‘Geforceerd kijken naar kunst werkt niet. Maar met storytelling, zoals dat onder invloed van de Engelse kindermuseawereld

14 #ROM4


vaak wordt genoemd, lukt het vaak wel door kunst net iets anders naar het leven te kijken. Hier stimuleren we de kinderen daarom hun eigen verhaal te maken met behulp van hun eigen creativiteit. ‘Jullie kunnen hier zelf aan de slag, zelf vragen stellen en zelf ontdekken,’ leren we de kinderen zodra ze binnen zijn. Vandaar heet onze ruimte ook ZELF! Dat woord zorgt voor een positief en activerend begin van het creatieve avontuur dat ze te wachten staat,’ aldus Georgette van Oosten, de projectleider van de peuter- en kleutertentoonstelling op de Kop van Zuid. De avontuurlijke blik botst trouwens weleens met wat ouders en leerkrachten verwachten. ‘Ze hebben hun kroost nét de

noodzakelijke structuur bijgebracht... en dan gaat hun kleuter of peuter als poppendokter in de weer met drie verschillende benen. ‘Deze kan toch veel beter rennen?’, hoor je dan.’ Volgens Van Oosten vinden volwassenen de kijk van hun kinderen vaak ook heel spannend.

Draai Het einde van de spanningsboog is bij de kleuters na meer dan een uur wel bereikt maar enthousiast komen ze ter afsluiting van de museumochtend nog eenmaal bij elkaar op de tribune tegenover het Laboratorium. ‘Wat vonden jullie het leukst?’, vraagt medewerkster Iris. ‘De keuken’, roept een grote

‘ Niet geforceerd naar kunst kijken maar tekenen in de Black light disco en verhalen vertellen’

groep. Zij bedoelen het Lab, dat met de kastjes en het aanrecht inderdaad veel weg heeft van een keuken. ‘Het circus’, zegt een meisje, en ze bedoelt de Black light disco. Dat geeft niets. Niet alleen omdat de (monster)disco binnenkort ook daadwerkelijk omgetoverd wordt tot circus met fantasiedieren, maar ook omdat kinderen nieuwe dingen nu eenmaal snel associëren met dat wat ze al kennen. Het geeft ze houvast. Net als volwassenen overigens. Tegelijkertijd kunnen jonge mensen bij uitstek een oorspronkelijke blik ontwikkelen en een originele draai aan de dingen geven. Goed dat Villa Zebra hen hierin uitdaagt en scholen graag ontvangt.

Op ontdekkingstocht in Villa Zebra.

#ROM4 15


Adri van der Meer (RVKO):

‘Ik wilde hier werken, omdat ik van een dynamische omgeving houd.’

Nesrin Dogan (PCBO):

‘Ik vind het fantastisch om juist kinderen, die zo’n moeilijk start maken de kans te geven zich te ontwikkelen.’

Yolanda Bresser (PCBO):

‘Wat mij hier vooral boeit is zien hoe kinderen leren en zich ontwikkelen. Dat gaat soms met een ongelooflijke snelheid.’

Suzanne Maat (RVKO):

‘Ik wil mijn referentiekader verbreden en wilde daarom absoluut bij deze school aan de slag.’

16 #ROM4


DIT IS MIJN school

Lieke de Vlaam (BOOR):

‘Het is een sprong in het diepe, maar wel een heel bijzondere. Dit maak ik waarschijnlijk maar een keer in mijn leven mee.’

Desirée Yuan (BOOR):

‘Ik werkte al in een schakelklas en vind dit een unieke kans om mijn kennis te verdiepen.’

Tom Kros - Directeur AZC school Beverwaard

‘ Wij zijn de snelst groeiende school van Rotterdam’ Tekst Ronald Buitelaar FOTO Jan vAN dER Meijde

‘Ik ben de afgelopen veertig jaar werkzaam geweest als leraar, adjunct- directeur en directeur bij diverse basisscholen en zie dit als de mooiste uitdaging in mijn loopbaan. Het is altijd mooi om een nieuwe school te mogen stichten, maar bovenal vind ik het een eer om op professionele wijze iets voor deze doelgroep te mogen betekenen. De school is een gezamenlijk initiatief van de gemeente Rotterdam en vier grote Rotterdamse schoolbesturen (BOOR, PCBO, RVKO en Kind en Onderwijs). Het onderwijsteam bestaat uit twee intern begeleiders en vier leerkrachten. De IB’ers zijn door de besturen benoemd. De vier leerkrachten heb ik zelf uit ruim zestig sollicitaties geselecteerd. Voor mij stond voorop dat ze breed inzetbaar zijn. Onze populatie wisselt immers voortdurend van samenstelling. Ook moeten ze een goed ontwikkeld empathisch vermogen hebben en geen ordeproblemen. Om dat op waarde te schatten ben ik bij iedereen in de klas wezen kijken tijdens een taal- of rekenles en een lesovergang. Om ons als team zo goed mogelijk op onze taak voor te bereiden zijn we bij andere AZC-scholen op bezoek geweest en hebben we voor de zomervakantie meerdere keren formeel en informeel met elkaar rond de tafel gezeten. Uiteindelijk ging de school toch nog onverwacht op 29 augustus open en begonnen we met vijf leerlingen. Inmiddels (begin september – red.) zijn dat er al zo’n vijftig en volgens de prognose moeten dat er zo’n zestig (=10% van het aantal asielzoekers in AZC Beverwaard) worden. Wat het team betreft vind ik het belangrijk om elke dag met elkaar de dag door te nemen. Dit werk gaat je niet in de koude kleren zitten, dus daar moet je het voortdurend met elkaar over hebben.’

#ROM4 17


primair onderwijs

Dromen Anne-Marie Plasschaert

voortgezet onderwijs

Hoe SKVR KUnsteducatie uw School versterkt? SKVR.NL/ontdekhetnu

FOTOGRAFIE: GABY JONGENELEN

Rotterdams onderwijsnieuws online www.romnieuws.nl Blijf op de hoogte van actueel onderwijsnieuws, lees wat u niet in het blad tegenkwam, kijk in de agenda en meer.

ROM Nieuwsbrief De nieuwsbrief linkt u maandelijks naar de laatste aanvullingen op de website, geeft extra nieuws en bezorgt u een glimlach met de vaste cartoon. Meld u aan via www.romnieuws.nl/nieuwsbrieven

M n

Facebook facebook.com/rotterdamsonderwijsmagazine: like ons!

Twitter @romnieuws.twitter.com/romnieuws:

18 #ROM4

skvr.nl/onderwijs

010 - 27 18 320

MBO

De opleiding redactioneel medewerker, nu redactiemedewerker genoemd, is dit jaar weer van start gegaan. Schoven er zes jaar geleden nog een luttele twintig studenten binnen als allereerste proefkonijnen, inmiddels zijn er vier volle klassen eerstejaars. Bij elkaar een stuk of honderd; aan animo voor deze studie geen gebrek. Al die zestienjarigen kiezen ervoor omdat ze schrijven zo leuk vinden – ‘het liefst een boek’ –, ze willen sportverslaggever worden, of ster-presentator, altijd op reis zijn, een commercieel modeblog runnen, of bij de radio als dj plaatjes en praatjes verkopen. Waar de één graag achter de schermen blijft, zoekt de ander bekendheid en roem. Gemeen hebben ze dat ze met niet al te veel inspanning wel flink geld willen verdienen en het liefst van begin af aan. In de opleiding worden al die mooie dromen stukje bij beetje omgebogen naar een wat minder roze realiteit. De aspirant-schrijvers, filmers en presentatoren merken dat ze, anders dan ze thuis soms werden bejubeld, niet zo heel bijzonder zijn, en de creativiteit laat nog wel eens te wensen over. Als ze op stage gaan, vallen de schellen hun pas echt van de ogen. Ze ontdekken dat er een minder ‘glamourous’ wereld op ze wacht. Een wereld van hard werken door een heleboel onbekende mensen die ‘stukkies schrijven’, gesprekken voeren en onderzoek doen, voor een weliswaar goed maar niet al te hoog vast salaris. Het is de wereld waarvoor het mbo opleidt en waarom de minister – tegen de stroom in van minder opleidingen – het kwalificatiedossier voor deze studie wel goedkeurde. Wij leveren namelijk gewoon vakbekwame jongelui, die weten hoe ze een bericht moeten schrijven, social media inzetten als communicatiemiddel in een doortimmerd plan en cross-mediaal een boodschap weten over te brengen. Precies waar heel veel ondernemers en organisaties op zitten te wachten. En ja, zo nu en dan zitten er bijzondere pareltjes tussen. Die vinden via deze opleiding ook hun plek; bij de radio, de televisie en op de scholen voor journalistiek. Die talenten kun je al horen en zien bij de landelijke en regionale radio en vind je terug bij de krant en tijdschriften. Dromen is mooi, maar die droom verwezenlijken is waar we met z’n allen drie jaar lang heel hard aan werken.

Van praktische culturele workshop tot kunstzinnige jaarprogrammering; van ouderparticipatie tot werken aan vaardigheden; laat u inspireren door de mogelijkheden op onze website of bel

volg ons!


Jaarlijks komen enkele honderden Rotterdamse leerlingen thuis te zitten. Om het aantal thuiszitters te verminderen, is er sinds vorig jaar de Taskforce Thuiszitters.

Thuiszitters in Rotterdam Thuiszitter =

Thuiszitters Schooljaar

• leerling 5 - 18 jaar • > 4 wk afwezig • niet ingeschreven

2014 - 2015

190

doel 2104 - 2018

75%

10

137 72% naar school

2015 - 2016 weken

10

samenwerking

Taskforce met • schoolbesturen • jeugdhulp • gemeente

Meer weten over het werk van Taskforce Thuiszitters? Lees het artikel op pagina 8.

286

240 84% naar school

De genoemde aantallen zijn gebaseerd op cijfers van Gemeente Rotterdam van 20 september 2016 en zijn een interpretatie van het Rotterdams Onderwijs Magazine.

#ROM4 19


Scholingsprogramma professionaliseert zo’n duizend pedagogisch medewerkers.

Woordenschat en daadkracht Forse krimp van de kinderopvang en steeds hogere eisen voor pedagogisch medewerkers. Dé ingrediënten voor onrust op de arbeidsmarkt, want hoe behoud je je werk of vind je een andere baan als je niet voldoende gekwalificeerd bent? Om daar verandering in te brengen sloegen werkveld, opleiders en overheid in de Rotterdamse regio de handen ineen. Met het grootschalige scholingsprogramma Woordenschat en daadkracht worden rond duizend pedagogisch medewerkers bij- of opgeschoold.

Tekst Ronald Buitelaar FOTO ALBEDA COLLEGE - Rob Kamminga

Valerie Vleesenbeek is projectleider Regionaal Sectorplan RotterdamRijnmond kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, beroepsopleidingen en namens ROC Albeda penvoerder en trekker van het plan. Valerie is trots dat het gelukt is een plan te maken dat reële knelpunten en oplossingen bevat: ‘Wat wij met elkaar gedaan hebben is echt uniek. Normaal worden dit soort plannen centraal bedacht en moet de werkvloer maar afwachten wat er bedacht is. In dit geval is het andersom. De vragen komen uit de praktijk en de antwoorden zijn in samenspraak geformuleerd.’ Een andere bijzonderheid aan het sectorscholingsplan voor de sector is de eensgezindheid waarmee vraagstukken in de kinderopvang zijn benoemd en van een oplossing zijn voorzien. Valerie: ‘De kinderopvangorganisaties en betrokken beroepsopleidingen voelen dit echt als een gemeenschappelijk belang en zijn bereid om over hun eigen schaduw te stappen.’ De maatregelen in het sectorplan kosten ruim 2,5 miljoen. De helft daarvan wordt bekostigd door het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid. De andere helft is voor rekening van de werkgevers.

20 #ROM4

Behoorlijk spannend Hilda de Jong is praktijkopleider bij KomKids, een van de kinderopvangorganisaties in de Rotterdamse regio die nauw betrokken is bij de totstandkoming en uitvoering van het sectorplan. Hilda legt uit dat het sectorplan gericht is op scholing voor het zittende personeel: ‘In kinderopvang en peuterspeelzalen werken veel gedreven en toegewijde pedagogisch medewerkers. Sommige hebben hun opleiding al langer geleden afgerond. Intussen heeft de sector zich ontwikkeld. Er zijn nieuwe eisen, inzichten en ontwikkelingen. De scholing uit het sectorplan sluit hierop aan.’ Hilda geeft een voorbeeld: Veel medewerkers hebben taalscholing gevolgd of volgen dit nog zodat zij aan de huidige eisen voldoen.’ Andere voorbeelden van trainingen die zich richten op het verdiepen van pedagogische kennis zijn bijvoorbeeld babypedagogieken samenwerken met partners in het IKC. Een van de niveauverhogende maatregelen is de kopklas, een scholingstraject waarbij pedagogisch medewerkers met een mbo 3 diploma in één jaar ‘opgeschoold’ worden naar mbo 4. ‘Behoorlijk spannend om na zoveel


Albeda docent Jacqueline Haakman met een aantal ‘leerlingen’ uit haar kopklas.

‘Het is pittig, maar ik heb zó veel geleerd’ jaren weer naar school te gaan’, weet Hilda. ‘Het is een pittig traject waarbij veel werk verzet moet worden, maar dat echt een ontwikkeling in gang zet. Mooi voor pedagogisch medewerkers én werkgevers. En voor de kinderen natuurlijk.’

geworden van de effecten van het eigen handelen en weer een ander roemt het met en van elkaar leren. Het zijn herkenbare geluiden voor Hilda die als opleider bij KomKids ziet en hoort wat de opleiding binnen de organisatie losmaakt: ‘Juist die mix van verschillende organisaties, het bij elkaar in de keuken kijken en aan de slag gaan met je bevindingen heeft zoveel meerwaarde. Waar voorheen werd volstaan met een losse training of een opfriscursus gaan ze nu echt de diepte in. Marloes: ‘Het is pittig, maar ik heb zóveel geleerd.’

Zeer waardevolle scholing Isaura Fernades (De Droomplaats), Marina Spanovic (Peuteropvang IJsselmonde), Samantha Netten (KomKids) en Marloes Ebels-De Jong (Peuter & Co) werken in de kinderopvang. Marina een jaar of drie, Samantha vijf, Isaura elf en Marloes achttien jaar. Samen met Albeda docent Jacqueline Haakman vertellen zij over hun ervaringen in de kopklas, een scholingstraject dat in oktober 2015 begon en doorloopt tot februari 2017. Hoewel de een naar de opleiding ‘moest’ en de ander er zelf voor koos, zag Jacqueline al na een paar weken een enthousiaste flow in de klas ontstaan: ‘De meesten stapten aarzelend en afwachtend binnen en hadden een beperkte blik. Nu pakken ze van alles aan en denken ze veel breder.’ Er wordt instemmend geknikt. Voor de meesten was het wennen om weer de schoolbanken in te stappen. Zeker als dat gecombineerd moet worden met een drukke baan en een jong gezin. Toch ervaren ze de scholing allemaal als zeer waardevol. De een zegt aan eigenwaarde te winnen, een ander is zich bewuster

Van 2011 tot 2014 verloren landelijk 19.000 van de 97.000 werknemers in de kinderopvang hun baan. In totaal zal het aantal banen binnen de sector krimpen met ongeveer 23%. Het Regionaal Sectorplan Rotterdam-Rijnmond omvat een aantal maatregelen om werknemers in de kinderopvang open bij te scholen: Inzicht en bewustwording van persoonlijke scholingsbehoefte, taalscholing, opbrengstgericht werken, inzetbaarheid mbo-3, bijscholing kinderopvang, kopklas/ associate degree, scholing van werkbegeleiders. Deze maatregelen versterken de arbeidsmarktpositie van de medewerkers: ze maken, in deze tijd van krimp, meer kans om hun baan te behouden of vinden elders gemakkelijker werk. Tegelijkertijd wordt de kwaliteit van de kinderopvang en peuterspeelzaalwerk er beter van.

#ROM4 21


Carla gaat bij ál haar nieuwe leerlingen op huisbezoek.

Tekst Marijke Nijboer FOTO Jan vAN dER Meijde

Ook Quintin verblijd met haar komst.

Tijdrovend, maar een goede investering

Huisbezoek: daar heb je jaren profijt van! Huisbezoeken vréten toch tijd? Zeker. Maar ze leveren ook veel goeds op. De Heldringschool voor sbo en Calvijn Juliana vertellen waarom zij hierin investeren. Carla Visser, schoolmaatschappelijk werker (smw’er) op de Rotterdamse Heldringschool voor sbo, gaat al sinds 2005 naar de ouders van alle nieuwe leerlingen in de onderbouw. Dat doet ze zo’n twee maanden na hun entree op school. Ook de groepsleerkrachten van de onderbouw gaan op huisbezoek. Hiervoor zijn extra uren ingeroosterd. De leerkracht bespreekt het onderwijs, de smw’er informeert hoe het gezin er uitziet, of de ouders werken, welke interesses het kind heeft en of er in het gezin hulpverlening is. Carla: ‘Waar lopen ouders tegenaan en wat kan de school voor hen betekenen? Ik maak een verslag van het gesprek en de ouders komen op school om het te lezen en te ondertekenen. Zij krijgen een kopie mee. Het origineel gaat in het dossier van het kind.’ Tijdens zo’n huisbezoek stellen ouders ook vragen. ‘Vaak gaat het om lichte opvoedkundige problemen. Een kind heeft bijvoorbeeld slaapproblemen. Als de vragen te ‘zwaar’ zijn voor ons, vraag ik of de ouders hulp willen. Eventueel kan ik het wijkteam of een andere instantie inschakelen.’ Kinderen kijken dagen uit naar het huisbezoek, zegt Carla, en de ouders vinden het ook plezierig. Wat het oplevert? ‘Wij willen uitstralen: de school, het onderwijs en het schoolmaatschappelijk werk zijn er voor de ouders. We zetten bij de kennismaking al in op een

22 #ROM4

goede relatie met hen. Het schoolmaatschappelijk werk moet in beeld zijn voordat er problemen ontstaan. Met zo’n huisbezoek kan ik mijn rol heel positief op de kaart zetten. Bovendien krijg je zicht op de thuissituatie. Zie je thuis overal hoopjes kleren liggen, dan kan dat een teken zijn dat het huishouden niet op rolletjes loopt. Dan weet je dat je niet met de leerling maar met de moeder of vader het gesprek moet aangaan als de leerling regelmatig z’n gymkleren vergeet.’ Denk niet dat huisbezoek alleen nuttig is bij achterstandsgezinnen, zegt Carla. ‘Het is belangrijk dat ouders en school weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. En dat je de ouders kent, en zij jou. Met huisbezoeken straal je betrokkenheid uit.’

‘Met zo’n huisbezoek kan ik mijn rol heel positief op de kaart zetten.’ Calvijn Juliana Ook bij Calvijn Juliana (vmbo g en t) krijgen alle eersteklassers bezoek, van hun mentor. ‘Wij doen dit omdat we graag willen kennismaken met ouders in een positieve sfeer, zonder negatieve aanleiding’, zegt onderwijsteamleider Jaap Diepenhorst. ‘Het grote voor-

deel is dat dit drempelverlagend werkt voor later, wanneer er misschien echt iets aan de hand is. Indien nodig, vinden vervolggesprekken op school plaats.’ Jaap: ‘Huisbezoeken horen al heel lang bij onze cultuur, daar is geen weerstand tegen onder docenten. Wij hebben ook weinig verloop op school, dus de meeste mentoren zijn er vertrouwd mee. Nieuwe mentoren draaien eerst met een ervaren collega mee.’ Huisbezoeken dragen bij aan de vertrouwensrelatie tussen ouders en school, zegt hij. ‘Kinderen willen dat je hun kamer bekijkt en laten hun huisdier zien. Ze willen gekend worden en vinden het geweldig dat je voor hen op bezoek komt.’ Hij ziet een verband tussen oudercontacten en schoolsucces. ‘Wij verplichten ouders om naar de rapportbespreking te komen. Daar zitten we dan met mentor, ouders en leerling. De lijnen zijn superkort.’ De mentoren geven elke week een aantal uren huiswerkbegeleiding aan hun eigen klas. Dat verstevigt de band met de leerlingen. Huiswerkbegeleiding en het brengen van huisbezoeken worden bekostigd met subsidie van rijk en gemeente. Daarnaast worden er iets minder lessen gegeven, waardoor ook extra geld voor deze doelen beschikbaar komt. Huisbezoeken zijn tijdrovend, maar zó waardevol, zegt Jaap. ‘En we hebben er vier jaar lang profijt van.’


Voor meer informatie: www.verus.nl/ouderbetrokkenheid/thuisbezoek-welke-schoolgaat-nog-op-huisbezoek

Tips voor huisbezoek Verus, vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs, geeft op haar website veel achtergrondinformatie en tips over huisbezoek. Hieronder een kleine greep. • L aat het team nadenken over de zin van huisbezoek. Kijk samen hoe je huisbezoek invult en hoe je hiervoor tijd vindt • Huisbezoek hoeft niet elk jaar bij alle kinderen • Ga op bezoek bij alle leerlingen van een jaargang, om te voorkomen dat huisbezoek wordt geassocieerd met problemen of controle • Ga vroeg in het schooljaar op huisbezoek, zodat je hier langer plezier van hebt • Besteed tijdens het huisbezoek ook aandacht aan wat goed gaat.

#ROM4 23


Tekst Ronald Buitelaar

4 vragen

Rotterdam Onderwijsstad 2016 - 2017

‘Ik hoop op een bruisend onderwijsjaar’ Dit schooljaar is Rotterdam dé onderwijsstad van Nederland en daarmee het brandpunt van een scala aan activiteiten over en rond onderwijs. Na de aftrap van het onderwijsjaar op 25 augustus, is het programma in de Nationale Onderwijsweek in oktober echt op stoom gekomen met tal van landelijke activiteiten in Rotterdam. Ook de rest van dit schooljaar staat een stroom van evenementen en activiteiten op het program. Zo zal er aandacht zijn voor thema’s als onderwijs en arbeidsmarkt, het ontwikkelen en benutten van talenten, onderhuisvesting en de stad als leeromgeving. Marieke Neervoort projectleider Rotterdam Onderwijsstad 2016 – 2017, verwacht dat het Onderwijsjaar een beweging in gang zet waarbij in toenemende mate met en van elkaar geleerd wordt: ‘Ik hoop op een bruisend onderwijsjaar.’ Vier antwoorden op vier ROM-vragen.

Het doel is om… ‘Rotterdam Onderwijsstad kent twee doelen. Ten eerste moet het een etalage worden van alles wat er in deze stad (en daarbuiten) voor en door het onderwijs bedacht is en uitgevoerd wordt. Denk aan congressen en andere grootschalige activiteiten maar zeker ook aan wat er in Rotterdamse scholen en klassen gebeurt. Ouders, leerlingen en leraren die anderen kennis willen laten maken met hun school krijgen van ons een podium. Daarnaast moet Rotterdam Onderwijsstad een debatplatform worden waar Rotterdammers nadenken over wat ze met het onderwijs in de stad willen. Ik roep daarom alle partners in het onderwijs op om zich bij ons te melden met activiteiten en/of ideeën. De opbrengst daarvan wordt gebruikt als input voor het Rotterdamse Masterplan Onderwijs 2030.’ Belangrijk voor de leerlingen, omdat… ‘Rotterdam Onderwijsstad wil dat ook leerlingen hun verhalen, wensen en dromen kwijt kunnen. We denken op dit moment na over de wijze waarop we dat gaan organiseren en betrekken daar uiteraard ook jongeren zelf bij. Het ligt voor de hand dat social media er een belangrijke rol in spelen, maar de exacte invulling moet nog vorm krijgen.’ Goed voor de stad want… ‘Onderwijs is een onmisbare component in het dna van de stad, maar wij willen dat breder trekken dan alleen gericht op het opleiden voor een baan. Wij willen verbindingen leggen tussen onderwijs en andere domeinen zoals cultuur en het bedrijfsleven. We zijn lang een stad geweest waar het onderwijs vooral gericht was op het creëren van kansen. Dat laten we niet los, maar wij willen ook meer aandacht voor talentontwikkeling.’ Gericht op de toekomst, want… ‘We hebben de neiging om het onderwijs vooral in het hier en nu te zien en dreigen uit het oog te verliezen dat wat nu onderwezen en geleerd wordt consequenties heeft voor de toekomst van Rotterdam. Nu nadenken over de inhoud en rol van het onderwijs betekent dat we bezig zijn met de vormgeving van onze gezamenlijke toekomst.’

Kijk voor meer informatie op www.citylab010.nl

24 #ROM4


2 Boeken Recensies voor en door leraren

Meester Mark beschrijft, want ook in het peuterspeelzaalwerk, vergelijkbaar met het onderwijs, hebben die zich (voor mij in 30 jaar) voltrokken. Wat nemen we mee uit deze reis naar onze huidige tijd?

Meester Mark graaft door - Mark van der Werf Meester Mark, journalist en enige tijd basisschoolleerkracht, neemt ons mee op reis door vijftig jaar onderwijsland met treffende verhalen van langer en korter geleden. Wat er vooral uitspringt is zijn liefde voor de kinderen en voor het vak. Wat ook blijft hangen is de verandering van een wereld waarin de onderwijzer (m/v) moest improviseren en over veel creativiteit moest beschikken naar de huidige school waarbij meten, weten, plannen, controleren en toetsen niet meer weg te

denken zijn. Verrassend om te lezen hoe het vak in relatief korte tijd zo veranderd is, met name de positie van het schoolhoofd, de ouders en de gemeente.Ik herken in het boek de veranderingen die

Hannie van ’t Veer is oud‘klosser’ (KLOS stond voor Kleuter Leidster Opleiding school) en ruim 36 jaar werkzaam in het peuterspeelzaalwerk.

De leraar die mijn leven veranderde – diverse auteurs

‘ A teacher affects eternity; he can never tell where his influence stops.’

Wilt u ook een boek recenseren? Via onze social media, romnieuws.nl en de nieuwsbrief doen wij regelmatig oproepen. Het boek dat u recenseert, krijgt u thuisgestuurd en mag u houden.

Bovenstaande uitspraak van Henry Adams schoot mij gelijk te binnen toen ik het boek “de leraar die mijn leven veranderde” gelezen had. In 19 korte verhalen wordt duidelijk dat wij, leraren, invloed hebben. Of deze invloed altijd positief is valt te betwijfelen maar de leraar in kwestie blijft onze studenten/ leerlingen in ieder geval bij! Het is een makkelijk te lezen, vermakelijk boek. De verhalen komen oprecht over,

met humor, ontzag maar ook rake overwegingen die je soms een duidelijke spiegel voorhouden. En dat is het, een boek dat je als leraar een spiegel voorhoudt. Dat mij weer doet nadenken over wat ik doe voor de klas en me terug laat denken aan de leraren die mijn leven veranderden.

Ralf Hillebrand, twitter: @ralfhillebrand Docent 24/7, lerarenopleider Hogeschool Rotterdam, hbo, social media, bestuurslid Leraren met Lef, mede-initiatiefnemer Meetup010, edublogger op ralfhillebrand.nl, hart voor mbo.

#ROM4 25


DIT IS MIJN VAK

Shelly Gainda-Ramautar: ‘Als docent heb je verschillende rollen te vervullen: je bent vertrouwenspersoon, opvoeder en didacticus. Dat wil ik graag nog aan beginnende collega’s meegeven.’

Gouden jaren Zo ongeveer wanneer dit magazine verschijnt, viert Shelly Gainda-Ramautar haar vijfenzestigste verjaardag en het begin van haar pensioen. Kersvers uit Suriname aangekomen, startte zij in 1971 haar lange onderwijscarrière. Ze kijkt terug op heel wat veranderingen, maar er was één constante: ‘Het contact met de leerlingen. Dat ga ik zeker missen.’ Tekst Anne-Marie Plasschaert FOTO Jan van dER Meijde

‘Voor de leerlingen ben ik mevrouw Ramautar. Ik begon in het Rotterdamse onderwijs onder mijn meisjesnaam omdat ik toen nog niet getrouwd was en ik heb dat later maar zo gelaten’, vertelt Shelly. Ze lacht als ik haar een compliment maak over haar Hindoestaanse kledij en sieraden. ‘Daar had de inspecteur het de laatste keer ook al over. Die vroeg aan de leerling waar zij naast zat of ik er elke dag zo uitzag, waarop die leerling antwoordde: “U moet maar elke dag naar school komen, dan kunt u het zelf zien.” En dat is dan een leerling van de ISK* die nog bezig is om de taal te leren.’ Als het om veranderingen in het onderwijs aan anderstaligen gaat, worden haar ogen al snel ernstig. ‘De grootste verandering is dat je ieder jaar een heel andere bevolkingsgroep hebt: Afghanen, Chinezen, Turkse, Marokkaanse, Oost-Europese en momenteel vooral Syrische kinderen. Als er iets aan de hand is in de wereld, zie je de afspiegeling daarvan terug in de ISK.’ ‘Ik was de laatste jaren altijd mentor van de klas die uitstroomde naar het mbo. Het was vaak tranen met tuiten bij zo’n afscheid. Ze vonden mijn lessen boeiend, omdat ik de lesstof concreet maakte. Als ze mij zagen, dachten ze al: die gaat mij begrijpen want die komt zelf uit een ander land. Maar ik leerde ook veel over die andere culturen, dat vond ik heel interessant.’

Koffer met diploma’s Shelly ontwikkelde zich in de loop van de jaren tot een specialist in het onderwijs aan anderstalige kinderen, maar begon haar onderwijs-carrière in 1971 op een heel gewone basisschool. Ze heeft dan de kweekschool in Suriname gevolgd en is met haar ouders naar Nederland ge-

26 #ROM4

‘Ik deelde mijn kennis met collega’s’ komen. ‘Ik kon meteen aan de slag en haalde hier in Rotterdam mijn hoofdakte’, schetst ze in vogelvlucht haar geschiedenis. Vervolgens doet ze de opleiding voor speciaal onderwijs bij het Seminarium voor Orthopedagogiek en behaalt ook die onderwijsbevoegdheid. Halverwege de jaren tachtig wordt ze vanuit het bestuur katholiek onderwijs gedetacheerd bij het Pedologisch Instituut. ‘Ik heb daar tien jaar gewerkt, het waren mijn gouden jaren’, zegt Shelly enthousiast. ‘Ik zat in een multidisciplinair team en kwam op verschillende scholen voor speciaal onderwijs. Ik leerde er veel, ben enorm gegroeid in mijn werk. En die kennis heb ik later in mijn werk heel goed kunnen inzetten.’ Als Shelly na tien jaar terugkeert op de basisschool wordt ze adjunctdirecteur, maar ze maakt al snel de overstap naar het voortgezet onderwijs. Ze solliciteert bij OSG Willem Drees, komt met een koffer vol diploma’s en aktes naar het sollicitatiegesprek, maar daar wordt geen blik op geworpen – het gesprek volstaat. Binnen een week wordt ze gebeld met de vraag of ze zo snel mogelijk kan beginnen en met wat overleg tussen de directeuren lukt dat ook.


Nu Shelly Gainda-Ramautar met pensioen is, maakt zij plannen om zich opnieuw in te zetten voor jonge mensen die in een minder bevoordeelde situatie verkeren. ‘Volgens mijn levensovertuiging - het hindoeïsme – ga ik een nieuwe levensfase in, waarin ik mij dienstbaar moet opstellen voor mijn medemens. Daarom wil ik vooral in de wintermaanden naar India waar mijn zus en zwager een meisjesweeshuis runnen met daarbij een school. Ik wil mij daar op educatief gebied bezighouden met deze kwetsbare groep.’ Zo hoopt Shelly tegelijkertijd de wens te verwezenlijken die ze al heel lang geleden koesterde: docent worden in een land in de Derde Wereld. ‘Ik heb daar ooit voor gesolliciteerd en was zelfs aangenomen. Thuis had ik nog niks verteld en ik zat inmiddels met een gezin met kleine kinderen. Ik ben dus niet gegaan. Maar die wens bleef en heeft ook zeker ten grondslag gelegen aan mijn werk bij de ISK.’

Trots Vele fusies, gebouwen, schoolnamen, directies en leidinggevenden verder, blikt Shelly - inmiddels werkzaam op RVC De Hef - terug op haar hoogtepunten. Zo vond ze het geweldig dat haar toenmalige directeur haar naar Turkije en Marokko stuurde voor een studiereis, als vervolg op de cursussen die ze had gevolgd over die culturen toen er grote groepen Turkse en Marokkaanse kinderen naar Nederland kwamen. ‘Die directeur keek echt naar de kwaliteiten van de mensen. Hij gaf mij het vertrouwen om die reizen te maken en ik deelde mijn kennis met collega’s.’ Trots is ze op de eerste prijs die haar ISK’ers twee keer wonnen in het landelijke NT2-dictee. Ook het opzetten en uitvoeren van interculturele projecten op de Willem Dreesschool, ziet Shelly als hoogtepunt. ‘We hebben daarvoor een keer een tweede prijs gekregen in een wedstrijd en ontvingen toen voor de school een geldbedrag.’ Deze officiële erkenning plus de enorme waardering van ouders, collega’s en leerlingen zijn voor Shelly de drive geweest om al die jaren les te geven en de laatste jaren zelfs haar coördinerende taken

te verminderen ten gunste van het lesgeven. ‘Het eerste dat ik de leerlingen altijd leerde was: waar een wil is, is een weg.’ Waar zo’n spreuk toe kan leiden, ontdekte Shelly toen zij op bezoek in het Erasmus MC tegenover een jonge arts stond, die zei: “U herkent mij niet, maar ik ben Norine. U weet wel, u leerde ons: waar een wil is, is een weg. Dat is mij gelukt.”’ *ISK staat voor Internationale SchakelKlas

Shelly Gainda-Ramautar Oud-docent Rotterdams Vak College De Hef 010 485 06 66

#ROM4 27


Zo leuk en simpel kan het zijn! Wetenschap en techniek in de groep Tekst Renate Mamber FOTO’s PETJA BUITENDIJK

Een jaar geleden was wetenschap en techniek bij de Nieuwe Park Rozenburgschool nog een ondergeschoven kindje, maar in 2015-2016 begon het team te experimenteren. Directeur Cees Adriaansen: ‘Als je mensen vrij laat om zelf te ontdekken, ontstaat er opeens van alles.’

28 #ROM4


‘Als leerkrachten de vrijheid krijgen zich zelf te ontwikkelen dan geeft dat het beste resultaat’ De Nieuwe Park Rozenburgschool wilde net als veel andere scholen wel aan wetenschap en techniek doen, maar het kwam er steeds niet van. Totdat ze afgelopen schooljaar in de plusklas begonnen met de Lego League. ‘Daarbij kun je zelf robotjes maken en programmeren’, vertelt directeur Cees Adriaansen. ‘Daar werden de kinderen ongelooflijk enthousiast van. Ze gingen er zelfs buiten schooltijd mee verder. Verbazingwekkend wat ze allemaal leren en hoe. Ze proberen dingen uit, komen in aanraking met nieuwe ontwikkelingen, gaan op onderzoek uit. Binnen de reguliere schooltijd zie je dat niet zo vaak. Eigenlijk wilden we dat niet alleen voor de plusklas, maar voor alle groepen.’

Leuk en simpel Ongeveer tegelijkertijd nodigde het schoolbestuur (Kind en Onderwijs Rotterdam) een aantal teamleden uit mee te doen aan LOT, het Leerkracht Ontwikkelteam. ‘Dat waren negen bijeenkomsten’, vertelt Marcel Gerritsen, leerkracht groep 6. ‘Centraal stond hoe je wetenschap en techniek kan implementeren in het onderwijs. Naar aanleiding daarvan organiseerden we een techniekdag waarin alle facetten van techniek aan de orde kwamen.’ ‘Die dag was bedoeld voor onze collega’s, om

ze te enthousiasmeren’, vertelt Margreet Rodenburg, leerkracht groep 3 en 7. ‘We wilden laten zien hoe leuk en simpel techniek kan zijn. En hoe kinderen ervan kunnen genieten.’ De techniekdag werd een groot succes. ‘Iedereen liep rond met een grote grijns op het gezicht’, zegt Margreet. ‘Juffen, meesters, jongens en meisjes. Het was leuk te zien dat de stereotypen verdwenen. De jongens waren net zo hard bezig met kleding van karton ontwerpen, als dat de meisjes bezig waren met het ontwerpen van raceauto’s.’ Kinderen van alle niveaus konden tot ontwikkeling komen. ‘Bij het 3D-printen maakt iedereen een ontwerp’, vertelt Marcel. ‘Het ene kind maakt een simpel naamplaatje en een ander een heel zwembad.’ De kunst is om de opdrachten zo ruim mogelijk te stellen. ‘Je kunt wel een heel vast omlijnde opdracht geven, maar als je ze vrij laat dan komen ze met de meest fantastische oplossingen.’ De leermomenten die ze die dag voorbij zagen komen waren legio. ‘Samenwerken, probleemoplossend denken, rekenen, taal’, somt Marcel op. ‘Leren van elkaar, kijken wat werkt en wat niet’, vult Margreet aan. ‘Bij de raceauto’s zat er altijd eentje tussen die niet zo hard ging. Dan zag je de omstanders overleggen: zou het daar- of daaraan liggen?’

Eigen invulling Volgens Cees is het enthousiasme te verklaren doordat wetenschap en techniek zo breed is. ‘Veel mensen zijn eerst wat terughoudend als het om wetenschap en techniek gaat. Maar als je met voorbeelden komt dan is het al snel: Oh, hoort dat er ook bij? Het is zo breed dat iedereen er zijn eigen invulling aan kan geven.’ Zo heeft Marcel veel affiniteit met de 3D-printers en voelt Margreet meer voor het verhaal eromheen. Margreet: ‘Bijvoorbeeld: een verdwaald konijn wil terug naar huis maar moet daarvoor een gevaarlijke weg oversteken. Kun je met de spullen uit de goodybag een oplossing bedenken en maken?’ Cees vindt de vrijheid om te experimenteren heel belangrijk. ‘Er zijn vast voldoende methodes met een vast omlijnd traject. Maar als leerkrachten de vrijheid krijgen zich zelf te ontwikkelen dan geeft dat het beste resultaat. Vandaar dat ik de leerkrachten de vrije hand geef. Een visie op wetenschap en techniek ontwikkelt zich gaandeweg. Het is uitproberen en kijken wat werkt en wat niet. Later gaan we eruit filteren wat voor ons als school de meeste waarde heeft.’

Ambitie Bij dat traject vindt hij het ook belangrijk dat de school de randvoorwaarden schept, zoals bijvoorbeeld het regelen van materialen. ‘Veel van de materialen hebben we nu gefinancierd uit het budget van Leren Loont! Maar het hoeft niet altijd veel geld te kosten. En via de Maakotheek kunnen we veel materialen huren. De materialen die een succes zijn, kun je vervolgens gefaseerd aanschaffen.’ De techniekdag was voor de school de kickoff. Voor volgend schooljaar heeft het team de ambitie om veertig uur in te vullen met wetenschap en techniek. Hoe, ligt nog niet helemaal vast. Cees. ‘Je moet gewoon durven en doen.’

16 december 2016 vindt de Lego League finale regio Rijnmond plaats in Rotterdam met de uitreiking van de awards door wethouder Hugo de Jonge.

#ROM4 29


Peuteropvang, KDV en BSO samen in ĂŠĂŠn school?

Hoe?? Kinder Service Hotels heeft deze kennis en ook al jarenlange ervaring.

Nijverheidsweg 14B 7031 BV Wehl T. 0314-680498 Kinder Service Hotels

K I N D E R O P V A N G

www.kinderservicehotels.nl


Wat leest u in #ROM5 DECEMBER?

Agenda 4 november 2016 Levende Talen Studiedag www.levendetalen.nl 9 november 2016 Leraren maken het verschil! De Superschool www.dyade.nl 25 november 2016 Hét Congres www.hetcongres.nl 29 november 2016 Kennisdag huisvesting onderwijs en kinderopvang www.onderwijs010.nl/agenda 7 december 2016 Taalconferentie po en so www.cedgroep.nl/ taalconferentieposo 27 t/m 30 januari 2017 Nationale Onderwijs Tentoonstelling www.not-online.nl

Lessen in geluk Hoop, trots, plezier en liefde hebben een positieve invloed op de aandacht, nieuwsgierigheid en creativiteit van kinderen. Hoe geef je hier les in?

Ieder kind een instrument De SKVR geeft basisschoolleerlingen de kans om een instrument te bespelen en samen muziek te maken. Dat betekent meer dan alleen een leuk liedje spelen!

Best dressed EduEnvogue reikte een prijs uit aan de best geklede leraar van dit jaar.

Ooms en tantes van MBO’ers Werknemers van Rotterdamse bedrijven worden gekoppeld aan leerlingen ter voorkoming van schooluitval. Inmiddels zijn er zo’n 30 koppels. Lees over de resultaten en ervaringen tot nu toe.

Schooljudo Waarom koos Montessorischool Kralingen voor judo? En wat vinden de leerlingen ervan?

#ROM4 31


DUBBELPORTRET

Houria & Mohammed Awad Tekst Ronald Buitelaar FOTO Jan vAN dER Meijde

Houria en Mohammed bewonen met de rest van het gezin een maisonnette in Feijenoord. Houria verdeelt haar tijd tussen het moederschap, vrijwilligerswerk bij school en bewonersvereniging en de decoratiewinkel van haar dochter. Mohammed deed eerder aan karate, speelt tegenwoordig vooral buiten of helpt in de winkel van zijn zus. Naar welke school ga je? Mohammed: ‘Eerst ging ik naar de Groen van Prinsterer, maar nadat die vorig jaar met de Heemskerkschool fuseerde zit ik op De Nieuwe Haven.’ Houria: ‘Mohammed zit nu in hetzelfde gebouw waar de Groen van Prinsterer vroeger in zat toen ik er als kind naar toe ging. Dat is wel heel speciaal voor mij.’

Hoe reis je naar school? Mohammed: ‘Lopend.’ Houria: ‘Ik breng de kinderen altijd naar school. Vanwege de veiligheid, omdat ze twee gevaarlijke straten moeten oversteken en omdat ik graag contact met school heb.’

Wat vind je leuk aan school? Mohammed: ‘Rekenen, begrijpend lezen en iedereen om me heen.’ Houria: ‘Ik ben gek op de school en mijn collega’s daar. Het zijn leuke, lieve mensen en alles is bespreekbaar. Ik ga er met heel veel plezier heen.’

Denk je al na over wat je na deze school wilt gaan doen? Mohammed: ‘Ja, ik denk soms na over welke kant ik op wil en dat zal waarschijnlijk iets technisch worden. Mijn niveau op dit moment is vmbo tl/havo.’ Houria: ‘Hij is niet zo groot, maar hij denkt wel groot.’

Wat zijn je dromen voor later? Mohammed: ‘Misschien word ik onderwaterlasser, maar het liefst word ik architect. Dingen verzinnen en tekenen. Dat vind ik fijn.’ Houria: ‘Ik zie in hem wel een beroemde architect en gun het hem ook. Toch hoop ik vooral dat hij iets gaat doen dat hem gelukkig maakt. Zorgen maak ik me daar niet over.’

32 #ROM4

Gezinssamenstelling Moeder Houria (40) en vader Hammoud (51) Dochters/zussen Najiha (22), Khadija (20), Aya (19) Zonen/broers Khalid (14), Mohammed (11) en Yusus (6)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.