Les 1
Categorie 1 Deze les leren wij woorden met a. 1 1
de tak
2
het dak
3
de kam
4
de bal
5
de jas
6
de kar
7
de das
8
de kat
9
de pan
10
de man
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). 3 Schrijf de woorden uit oefening 1 bij de plaatjes.
1
2
3
4
5
6
7
8
Spelling langs de lijn
Les 2
Categorie 1 Deze les leren wij woorden met e. 1 1
en
2
bes
3
den
4
gek
5
heg
6
les
7
nek
8
rem
9
ver
10
weg
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande woorden). 3 Schrijf de drie woorden op.
b
es
..................................................
ek
..................................................
el
..................................................
h
v
Spelling
eg
..................................................
ek
..................................................
et
..................................................
er
..................................................
et
..................................................
el
..................................................
Les 3
Categorie 1 Deze les leren wij woorden met i. 1 1
big
2
ik
3
dik
4
pil
5
zit
6
is
7
kip
8
vis
9
gil
10
win
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). 3 Lees het woord, dek het af en zoek een rijmwoord uit oefening 1. Schrijf het uit je hoofd op en controleer. lip tik lig kin lik wil mis wit
Spelling
Les 4
Categorie 1 Deze les leren wij woorden met a-e-i. 1 1
jas
2
mol
3
lek
4
man
5
lig
6
bom
7
vis
8
top
9
pet
10
pan
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande woorden). 3
Kies het goede woord in de zin en schrijf het uit je hoofd op. mes - bes
1. Ik eet met vork en ............................
bal - bel
2. Hoor ik de .......................................... ?
kip - wip
3. De .................................... legt een ei
dak - dik
4. Hij is niet dun, maar ........................
wit - wet
5. Sneeuw is ................................................
pak - pan
6. Soep kook je in een .......................
les - vis
7. Ik let op in de .......................................
lek - gek
8. Doe niet zo ........................................ !
Spelling
Les 5
Categorie 1 Deze les leren wij woorden met o. 1 1
bos
2
dop
3
zon
4
hok
5
pot
6
vos
7
som
8
pop
9
wol
10
op
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). 3 Welk woord uit oefening 1 rijmt? Schrijf het woord uit je hoofd op volgens het stappenplan. hol
rok
dom
rot
kop
top
los
ton
Wat rijmt? In het bos woont een .................................................. De mol woont in een .................................................. De bok woont in een .................................................. Tom is niet ..................................................
Spelling