Taakspel-bi-werk-nieuw09-10:Taakspel-bi-werk/nieuw06-08 15-09-10 11:29 Pagina 3
Voorwoord
Iedere ouder wenst dat zijn kind met plezier naar school gaat. De kans daarop is groter als ook de leerkracht plezier beleeft aan zijn vak. Maar iedere leerkracht heeft zijn prettige en minder prettige werkdagen. Dat komt omdat het plezier soms weg is doordat het te lawaaierig en te druk is in de klas en er veel regelovertredend gedrag is. Het Taakspel is methodiek om het taakgerichte gedrag te laten toenemen en het regelovertredend gedrag te laten afnemen. Dit leidt tot een positief onderwijsleerklimaat waarin zowel kinderen als leerkracht prettige ervaringen opdoen. Bij het ontwikkelen van het Taakspel is gekeken naar het Amerikaanse Good Behavior Game (Dolan, e.a. 1989). Het Pedologisch Instituut van het Centrum Educatieve Dienstverlening te Rotterdam heeft van 1996 tot en met 1999 in samenwerking met 15 basisscholen de methodiek ontwikkeld. De ervaringen van de leerkrachten van de proefscholen zijn verwerkt in de definitieve versie. Het Pedologisch Instituut heeft als uitgangspunt dat wetenschap en praktijk hand in hand moeten gaan om tot verbetering van het onderwijs te komen. Dit is ook de reden om samen met de Erasmus Universiteit/ Sophia Kinderziekenhuis wetenschappelijk onderzoek te verrichten naar de effecten van het Taakspel. Daarbij wordt door het Sophia Kinderziekenhuis vooral gekeken naar de afname van psychopathologie (bijvoorbeeld agressief gedrag), terwijl het Pedologisch Instituut vooral de effecten in de onderwijsleersituatie zal meten (bijvoorbeeld of taakgericht gedrag toeneemt). De eerste publicaties hiervan worden medio 2002 verwacht. De positieve feedback die wij van de proefscholen kregen, heeft ons doen besluiten de methodiek nu al ter beschikking te stellen van het gehele onderwijsveld. Het Taakspel zoals beschreven in deze handleiding, is geschikt voor leerkrachten van groep 4 en 5 van het basisonderwijs. In de praktijk is gebleken dat het Taakspel in deze vorm ook toegepast kan worden in groep 3 en 6. Op het moment dat deze handleiding uitgegeven wordt, is het Taakspel voor andere leeftijdsgroepen en onderwijssoorten nog in ontwikkeling. Bij de invoering van het Taakspel is training en begeleiding noodzakelijk. De begeleiding van het Taakspel in het onderwijs zal plaatsvinden door schoolbegeleiders die een door het Pedologisch Instituut verstrekte licentie gekregen hebben. Succes toegewenst met het gebruik van het Taakspel. Koosje Naudts-Geschiere Coรถrdinator Jeugdzorg Pedologisch Instituut
3
Taakspel-bi-werk-nieuw09-10:Taakspel-bi-werk/nieuw06-08 15-09-10 11:29 Pagina 5
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
Theoretische uitgangspunten van het Taakspel 2.1 2.2 2.3
3.
Training en begeleiding van het Taakspel 3.1 3.2 3.3
4.
De operante conditionering in het Taakspel Het model planmatig werken aan gedrag Sociale competentie en de waarden binnen het Taakspel
De drie fasen van het Taakspel De inhoud van de trainingen De begeleiding in de klas
Invoeringswijzer 4.1
4.2
4.3
4.4
Observeren 4.1.1 Waarom observeren? 4.1.2 Observeren voor het Taakspel Samenstelling teams 4.2.1 Het teamaspect van het Taakspel 4.2.2 Stappen in het samenstellen van teams Voorbereiden van het Taakspel 4.3.1 Positieve regels 4.3.1.1 Waarom positieve regels? 4.3.1.2 Positieve regels opstellen voor het Taakspel 4.3.2 Beloningen 4.3.2.1 Waarom belonen? 4.3.2.2 Beloningen kiezen voor het Taakspel 4.3.3 Teamposter 4.3.3.1 Waarom een teamposter? 4.3.3.2 Het maken en gebruiken van de teamposter 4.3.4 Kaarten 4.3.4.1 Waarom kaarten? 4.3.4.2 Voorbereiding voor het gebruik van de kaarten Het spelen van het Taakspel 4.4.1 De proefles 4.4.2 Het spelen van het Taakspel 4.4.2.1 Stappen voordat het Taakspel begint 4.4.2.2 Stappen tijdens het spelen van het Taakspel 4.4.2.3 Stappen als het Taakspel is afgelopen 4.4.3 Opbouw in de invoeringsfase
7
9 9 10 11
13 13 14 14
17 17 17 17 20 20 20 21 21 21 21 22 22 23 23 23 24 25 25 25 26 26 26 27 27 30 31
5
Taakspel-bi-werk-nieuw09-10:Taakspel-bi-werk/nieuw06-08 15-09-10 11:29 Pagina 6
Uitbreidingswijzer
5.
5.1 5.2 5.3
5.4
6.
Observeren van regelovertredend gedrag Wijzigen van teams Opbouw in de uitbreidingsfase 5.3.1 Uitbreiden onderwijssituaties 5.3.2 Uitbreiden tijdsduur Elementen van het Taakspel voor uitbreiding 5.4.1 Positieve regels Knipjes 5.4.2 5.4.3 Beloningen 5.4.4 Kaarten 5.4.5 Observeren met formulier IV
Generalisatiewijzer 6.1 6.2 6.3 6.4
7.
Observeren van regelovertredend gedrag Wijzigen van teams Opbouw van de generalisatiemomenten Elementen van het Taakspel voor generalisatie 6.4.1 Stappen voordat het generalisatiemoment begint 6.4.2 Stappen tijdens het generalisatiemoment 6.4.3 Stappen als het generalisatiemoment is afgelopen
Leerlingen met veel regelovertredend gedrag 7.1 7.2
Reden van regelovertredend gedrag Mogelijkheden voor de aanpak van regelovertredend gedrag
Bijlagen
33 33 34 35 36 36 36 36 37 37 37 38
39 39 39 39 40 41 42 42
45 45 46
49
Introductieles 1 en 2 Voorbeelden van positieve regels voor het Taakspel Voorbeelden van beloningen voor het Taakspel Aanbevolen literatuur
Colofon Materialen 9 Pictogrammen 80 Kaarten Suggesties voor bevestiging kaarten 1 Verkorte handleiding 1 Teamposter 5 Formulieren
6
63
Taakspel-bi-werk-nieuw09-10:Taakspel-bi-werk/nieuw06-08 15-09-10 11:29 Pagina 7
1 Inleiding
1 Inleiding
Praten tijdens de uitleg..., naar buiten kijken tijdens het werken..., elkaar duwen op de gang..., wiebelen op de stoel..., spelen in plaats van bezig zijn met werk..., niet eerst hulp vragen aan een ander, maar meteen de vinger opsteken... In elke klas komt wel eens gedrag voor dat niet gewenst is, bijvoorbeeld omdat het storend of niet taakgericht is. Met het Taakspel kunt u leerlingen leren vooral gedrag te laten zien dat gewenst is, dat volgens de regels is. Dit kan nodig zijn omdat kinderen niet hebben geleerd welk gedrag wanneer gewenst is. En omdat er kinderen zijn die het wel hebben geleerd maar het onvoldoende kunnen toepassen. Het Taakspel is een groepsgerichte aanpak om leerlingen te leren zich beter aan klassenregels te houden. Wanneer leerlingen zich beter aan deze regels houden, neemt onrustig, storend en eventueel aanwezig agressief gedrag af. Met het Taakspel wordt het taakgerichte gedrag van leerlingen positief beïnvloed. Doordat er minder verstoringen zijn tijdens een les kan er beter gewerkt worden. Afhankelijk van de gekozen regels leren leerlingen ook meer rekening te houden met elkaar. Op een prettige manier met elkaar omgaan leidt tot een beter klimaat in de klas. De doelen van het Taakspel voor de leerlingen zijn daarom als volgt: taakgericht gedrag neemt toe regelovertredend gedrag neemt af het wordt rustiger en gezelliger in de klas. Om deze doelen te kunnen bereiken is het nodig dat u zich een aantal leerkrachtvaardigheden eigen maakt of verder uitbreidt, zoals observeren, complimenteren en negeren. Het Taakspel werkt met positieve regels en de nadruk wordt gelegd op wat de kinderen goed doen. Doordat er meer complimenten uitgedeeld worden en er minder corrigerende opmerkingen gemaakt worden, neemt taakgericht of ander gewenst gedrag toe en neemt storend of ander niet gewenst gedrag af. Leerkrachten die het Taakspel al gespeeld hebben, geven vaak aan dat deze aanpak even wennen is. Daarom wordt u tijdens het invoeren van het Taakspel getraind en begeleid door uw eigen onderwijsbegeleidingsdienst. De inhoud van deze handleiding is als volgt: Eerst worden de theoretische uitgangspunten van het Taakspel kort toegelicht. Daarna wordt in het hoofdstuk Training en begeleiding uitgelegd hoe de planning van het Taakspel over het jaar verdeeld is. Het Taakspel wordt in drie fasen ingevoerd. Elke fase wordt duidelijk beschreven in de daarop volgende hoofdstukken. Omdat er ondanks het Taakspel kinderen blijven met regelovertredend gedrag is er een hoofdstuk opgenomen met een aanpak voor dit gedrag. De introductielessen en lijsten met voorbeelden van regels en beloningen zijn opgenomen in de bijlagen. De formulieren, verkorte handleiding voor het Taakspel en de materialen die u nodig hebt voor het Taakspel zijn te vinden in de materialendoos die bij deze handleiding hoort. Leerkrachten die al met het Taakspel werken geven aan dat de leerlingen zich tijdens het Taakspel inderdaad beter aan de klassenregels houden, dat er taakgerichter wordt gewerkt en dat het gezelliger is in de klas. Ook de leerlingen zijn enthousiast over het Taakspel: ‘Yes... Taakspel!’ Wij wensen u dan ook veel succes toe met het Taakspel! Ria van der Sar, projectleider Taakspel Marléone Goudswaard, medewerker Taakspel
7
Taakspel-bi-werk-nieuw09-10:Taakspel-bi-werk/nieuw06-08 15-09-10 11:29 Pagina 9
2 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel
2 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel 2.1
De operante conditionering in het Taakspel
Het Taakspel is gebaseerd op de leertheorie. Binnen de leertheorie zijn er verschillende stromingen en één daarvan is de operante conditionering. Het operant conditioneren is het leren van een samenhang tussen wat iemand doet en wat er als resultaat op volgt. 1
Gedrag wordt bepaald door wat er aan vooraf gaat. Kinderen leren gedrag van anderen (modelleren). Bijvoorbeeld: Jesse ziet dat de kinderen die klaar zijn met hun werk, zachtjes met hun schrift naar voren lopen. Zij leggen hun schrift in een groene bak. Jesse hoort dat de leerkracht zegt: ‘prima, jullie lopen zo zachtjes’. Jesse is klaar met zijn werk. Op zijn tenen loopt hij met zijn schrift naar de groene bak. In het Taakspel wordt de nadruk door de leerkracht gelegd op wat de leerlingen goed doen. Hiermee wordt ook aan de leerlingen het voorbeeld gegeven te letten op wat de ander goed doet. Ook de leerkracht geeft het goede voorbeeld door zich consequent aan afspraken te houden. -
Regels/ instructie geven over welk gedrag wanneer gewenst is (discriminatief leren). Bijvoorbeeld: Natasja moet naar de wc. Ze ziet naast de deur een rood papieren rondje hangen. De leerkracht heeft uitgelegd dat de wc dan bezet is en dat je dan moet wachten. Colin komt terug van de wc en draait het rondje om. Het is nu groen. Natasja gaat naar de wc. In het Taakspel wordt gewerkt met positieve regels. Deze regels vertellen de leerlingen welk gedrag gewenst is in de klassensituatie op dat moment.
2
Gedrag wordt bepaald door wat er op volgt. Kinderen leren gedrag van de reacties die anderen hebben op hun gedrag. Bijvoorbeeld: Tom heeft zijn vinger opgestoken. De leerkracht komt naar hem toe en Tom stelt zijn vraag. De leerkracht helpt hem en Tom kan weer verder werken. Met het opsteken van zijn vinger heeft Tom dus het gewenste resultaat behaald. Tom zal de volgende keer weer zijn vinger opsteken als hij hulp wil. In het Taakspel worden de kinderen beloond wanneer zij zich aan de regels houden, bijvoorbeeld door een compliment. De leerlingen leren op deze manier dat zij aandacht krijgen wanneer zij gewenst gedrag laten zien. Hierdoor neemt het gewenste gedrag toe. In het Taakspel wordt er zo min mogelijk aandacht gegeven aan het ongewenste gedrag. Er wordt bijvoorbeeld weinig gewaarschuwd. Het ongewenste gedrag neemt hierdoor af.
Wanneer een kind ongewenst gedrag heeft aangeleerd, is het ook weer af te leren of is er ander gedrag voor in de plaats aan te leren. Bijvoorbeeld: De leerkracht wil juist dat de kinderen niet meteen hun vinger opsteken, maar eerst hulp vragen aan degene die naast hen zit. De leerkracht
9
Taakspel-bi-werk-nieuw09-10:Taakspel-bi-werk/nieuw06-08 15-09-10 11:29 Pagina 10
2 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel
spreekt dit af met de kinderen. Er zijn kinderen die toch direct hun vinger opsteken. De leerkracht gaat niet naar hen toe. Hij helpt wel de kinderen die eerst hulp aan een ander hebben gevraagd en daarna pas hun vinger opsteken. De andere kinderen zien dat het geen zin heeft meteen je vinger op te steken. Zij gaan ook eerst hulp vragen aan andere kinderen.
Gedrag wordt aangeleerd in interactie met de omgeving. Dit houdt in dat u als leerkracht het gedrag van de leerlingen in uw klas positief kunt be誰nvloeden. U kunt het gewenste gedrag uitlokken door uw instructie voorafgaand aan het gedrag en door uw reactie op het gedrag.
2.2
Het model planmatig werken aan gedrag
In het Taakspel wordt op planmatige wijze gewerkt aan het be誰nvloeden van gedrag. Model planmatig werken aan gedrag 1 probleem signaleren
Situatie weergeven a. individueel
b. groep
2 probleem analyseren
c. leerkracht
Gegevens bespreken 1. 2. 3. 4. 5.
Probleem selecteren Gedrag omschrijven Observeren ABC-analyse Doelgedrag
1. 2. 3. 4. 5.
Probleem selecteren Gedrag omschrijven Observeren ABC-analyse Doelgedrag
1. 2. 3. 4. 5.
Probleem selecteren Gedrag omschrijven Observeren ABC-analyse Doelgedrag
3 oplossing voorbereiden
- Toepassing technieken beschrijven in relatie tot probleem - Oplossing kiezen
- Toepassing technieken beschrijven in relatie tot probleem - Oplossing kiezen
- Toepassing technieken beschrijven in relatie tot probleem - Oplossing kiezen
4 oplossing toepassen
Plannen uitvoeren
Plannen uitvoeren
Plannen uitvoeren
5 oplossing evalueren (cyclus herhalen)
Evalueren
Evalueren
Evalueren
Model planmatig werken aan gedrag, C. Oele, K. Naudts-Geschiere, C. Struiksma (1994), PI Rotterdam.
Figuur 1 Model planmatig werken aan gedrag
10
Taakspel-bi-werk-nieuw09-10:Taakspel-bi-werk/nieuw06-08 15-09-10 11:29 Pagina 11
2 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel
De planmatige aanpak in het Taakspel verloopt volgens een cyclus. Hierbij worden de volgende stappen herhaaldelijk doorlopen: Problemen signaleren: Leerkrachten signaleren het probleem dat de kinderen hun werk niet afkrijgen, bijvoorbeeld omdat ze regelmatig met iets anders bezig zijn. Met behulp van het Taakspel kan taakgericht gedrag worden bevorderd. Er wordt een beslissing genomen over het wel of niet invoeren van het Taakspel. Problemen analyseren: Regelovertredend gedrag wordt geobserveerd. De gegevens van de observatie worden geanalyseerd. Er wordt bekeken hoe vaak de regels worden overtreden en door welke leerlingen. Er wordt een teamindeling gemaakt. Oplossing voorbereiden: Samen met de leerlingen worden er regels opgesteld voor gedrag in de klas. Er worden door de leerlingen beloningen gekozen. Ook wordt het Taakspel uitgelegd aan de leerlingen. Oplossing toepassen: Het Taakspel wordt gespeeld. Het wordt geleidelijk opgebouwd in drie fasen. Oplossing evalueren: Het regelovertredend gedrag wordt weer geobserveerd om te kijken of het Taakspel effect heeft. Wanneer regelovertredend gedrag afneemt wordt doorgegaan met ‘oplossing toepassen’. Wanneer regelovertredende gedrag niet afneemt wordt opnieuw ‘probleem geanalyseerd’.
Door herhaaldelijk de stappen te doorlopen, wordt op een planmatige wijze gewerkt aan het positief beïnvloeden van regelovertredend en taakgericht gedrag van de leerlingen.
2.3
Sociale competentie en de waarden binnen het Taakspel
Het Taakspel heeft een groepsgerichte aanpak omdat de leerlingen veel van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen ondersteunen. Ten Dam (1999) geeft aan dat leerlingen hun sociale competentie ontwikkelen door te participeren in de sociale praktijk in de klas als leergemeenschap. Een klas als leergemeenschap is idealiter een klas waarin leerlingen zowel individueel verantwoordelijk zijn voor hun leerproces, als waarin een ieder zich verantwoordelijk voelt voor het gezamenlijke leerproces. Binnen het Taakspel spelen de volgende waarden een belangrijke rol: Gelijkwaardigheid Ieder team is qua regelovertredend gedrag van de leerlingen gelijk. Hulpvaardigheid De leerlingen helpen elkaar om het spel te winnen. Rechtvaardigheid Alle teams kunnen winnen. Solidariteit Alle leerlingen doen mee (We zijn een team en verliezen of winnen als team). Tolerantie De leerling met veel regelovertredend gedrag doet ook mee, ook als deze het kan verknallen.
11
Taakspel-bi-werk-nieuw09-10:Taakspel-bi-werk/nieuw06-08 15-09-10 11:29 Pagina 12
2 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel
-
Veiligheid Het is een spel en het enige dat er kan gebeuren is dat je een keer geen beloning hebt. Verantwoordelijkheid De leden van het team zijn samen verantwoordelijk voor het functioneren van het team. Zorg De leerlingen helpen elkaar zich aan de regels te houden.
-
Het Taakspel bevordert de sociale competentie van de leerlingen.
12
Taakspel-bi-werk-nieuw09-10:Taakspel-bi-werk/nieuw06-08 15-09-10 11:29 Pagina 13
3 Training en begeleiding van het Taakspel
3 Training en begeleiding van het Taakspel
Het Taakspel wordt in drie fasen ingevoerd. Iedere fase duurt ongeveer drie maanden. In iedere fase is er een training en is er begeleiding in de vorm van klassenconsultaties. De planning over het schooljaar ziet er als volgt uit: Fase van het Taakspel
Maand
Training
Begeleiding
1 Invoeringsfase
September
Invoeringstraining
1x klassenconsultatie
Oktober
2x klassenconsultatie
November
2x klassenconsultatie
December* 2 Uitbreidingsfase
3 Generalisatiefase
Januari
Uitbreidingstraining
1x klassenconsultatie
Februari
1x klassenconsultatie
Maart
1x klassenconsultatie
April Mei
Generalisatietraining
1x klassenconsultatie 1x klassenconsultatie
juni* * In december worden geen klassenconsultaties gedaan vanwege de feestdagen. In juni niet vanwege de afronding van het schooljaar.
Figuur 2 Planning van het Taakspel over het schooljaar
3.1
De drie fasen van het Taakspel
Iedere fase start met het observeren van het regelovertredend gedrag zonder dat het Taakspel gespeeld wordt. Naar aanleiding van deze observatiegegevens worden er teams samengesteld. Zo wordt drie keer per jaar het gedrag van de leerlingen gevolgd en kunnen drie keer per jaar nieuwe teams gemaakt worden. 1
Invoeringsfase In de invoeringsfase wordt het spel ge誰ntroduceerd bij de leerlingen met behulp van uitgewerkte introductielessen. De leerlingen stellen samen met de leerkracht positieve regels op en verzinnen beloningen die passend zijn voor de klassensituatie. Vervolgens wordt het Taakspel drie keer per week gespeeld. Eerst tijdens het (zelfstandig) werken omdat uit ervaring blijkt dat het spelen van het Taakspel tijdens deze klassensituatie het makkelijkst is. Later komt daar de instructie bij. De speeltijd van het Taakspel wordt heel geleidelijk opgebouwd. Het is belangrijk dat het zo gespeeld wordt dat iedereen het spel kan winnen.
2
Uitbreidingsfase In de uitbreidingsfase wordt het Taakspel steeds langer gespeeld. Dat betekent dat het Taakspel ook in andere onderwijssituaties gespeeld gaat worden. De opbouw gaat heel geleidelijk zodat het voor iedereen haalbaar blijft.
13