Taakspel kleuters

Page 1

TAAKSPEL voor kleuters

Groep 1, groep 2 (en groep 3) van de basisschool Een handleiding voor onderbouwleerkrachten

Ontwikkeld door de CED-Groep / Unit Onderzoek & Ontwikkeling

1


Inhoudsopgave Inleiding .......................................................................................................................................................... 5 1. 1. 1. 1.

Theoretische uitgangspunten van het Taakspel ................................................................. 7 1.1 De operante conditionering in het Taakspel .................................................................................... 7 1.2 Het model planmatig werken aan gedrag ......................................................................................... 8 1.3 Sociale competentie en de waarden binnen het Taakspel .................................................... 9

2. 1. 1. 1.

Training en begeleiding van het Taakspel ............................................................................ 11 2.1 De drie fasen van het Taakspel ............................................................................................................... 11 2.2 De trainingen ........................................................................................................................................................ 11 2.3 De begeleiding in de klas (klassenconsultaties) .......................................................................... 12

3. 1. 1. 1. 1.

De 3.1 3.2 3.3 3.4

invoeringsfase ...................................................................................................................................................... 13 Observeren ........................................................................................................................................................... 13 Samenstellen van teams ............................................................................................................................... 16 Voorbereiden van het Taakspel .............................................................................................................. 18 Het spelen van het Taakspel .................................................................................................................... 22

4. 1. 1. 1. 1.

De 4.1 4.2 4.3 4.4

uitbreidingsfase ................................................................................................................................................ 31 Observeren van regelovertredend gedrag ...................................................................................... 31 Wijzigen van teams ........................................................................................................................................ 32 Opbouw in de uitbreidingsfase .............................................................................................................. 33 Elementen van het Taakspel voor uitbreiding .............................................................................. 36

5. 1. 1. 1. 1.

De 5.1 5.2 5.3 5.4

generalisatiefase ............................................................................................................................................. 39 Observeren van regelovertredend gedrag ..................................................................................... 39 Wijzigen van teams ........................................................................................................................................ 39 Opbouw van de generalisatiemomenten ....................................................................................... 39 Elementen van het Taakspel voor generalisatie .......................................................................... 40

6. 1.

Leerlingen met veel regelovertredend gedrag .............................................................................. 45 6.1 Oorzaken en aanpak van regelovertredend gedrag ................................................................ 46

Bijlagen ......................................................................................................................................................... 49

3


Inleiding

Inleiding Leerlingen die moeilijk op hun stoel kunnen blijven zitten…., niet op hun beurt wachten…., hun antwoord door de kring roepen zonder de vinger op te steken…, andere leerlingen storen..., door het lokaal rennen..., onzorgvuldig omgaan met het materiaal. In elke kleuterklas komt wel eens gedrag voor dat niet gewenst is, bijvoorbeeld omdat het storend of niet taakgericht is. Met het Taakspel kunt u leerlingen leren vooral gedrag te laten zien dat gewenst is, dat volgens de regels is. Dit kan nodig zijn omdat leerlingen (nog) niet hebben geleerd welk gedrag wanneer gewenst is. En omdat er leerlingen zijn die het wel hebben geleerd maar het onvoldoende kunnen toepassen. Het Taakspel is een groepsgerichte aanpak om leerlingen te leren zich beter aan klassenregels te houden. Wanneer leerlingen zich beter aan deze regels houden, neemt onrustig, storend en eventueel aanwezig agressief gedrag af. Met het Taakspel wordt het taakgerichte gedrag van leerlingen positief beïnvloed. Doordat er minder verstoringen zijn tijdens een les kan er beter gewerkt worden. Afhankelijk van de gekozen regels leren leerlingen ook meer rekening te houden met elkaar. Op een prettige manier met elkaar omgaan leidt tot een beter klimaat in de klas. De doelen van het Taakspel voor de leerlingen zijn daarom als volgt: - taakgericht gedrag neemt toe - regelovertredend gedrag neemt af - het wordt rustiger en gezelliger in de klas Om deze doelen te kunnen bereiken is het nodig dat u zich een aantal leerkrachtvaardigheden eigen maakt of verder uitbreidt, zoals observeren, complimenteren en negeren. Het Taakspel werkt met positieve regels en de nadruk wordt gelegd op wat de leerlingen goed doen. Doordat er meer complimenten uitgedeeld worden en er minder corrigerende opmerkingen gemaakt worden, neemt taakgericht of ander gewenst gedrag toe en neemt storend of ander niet gewenst gedrag af. Leerkrachten die het Taakspel al gespeeld hebben, geven vaak aan dat deze aanpak even wennen is. Daarom wordt u tijdens het invoeren van het Taakspel getraind en begeleid door uw eigen onderwijsbegeleidingsdienst. Taakspel wordt al jaren met veel succes in de midden- en bovenbouw van de basisschool gespeeld. Ook in de onderbouw willen leerkrachten graag Taakspel inzetten. Taakspel in de klas is voor kleuters niet geschikt doordat de situatie in de kleuterklas anders is, de leerlingen zitten bijvoorbeeld niet de hele dag op een vaste plek bij elkaar in een groepje. Daarom is Taakspel aangepast voor kleuters. De principes van Taakspel voor kleuters zijn hetzelfde als voor Taakspel in de klas, maar het materiaal en de manier van spelen verschillen. In groep 3 kan, afhankelijk van de situatie in de klas, gekozen worden om Taakspel in de klas of Taakspel voor kleuters te spelen. U kunt dit overleggen met uw begeleider. U leest in deze handleiding hoe u Taakspel voor kleuters kunt inzetten. De inhoud van deze handleiding is als volgt: Eerst worden de theoretische uitgangspunten van het Taakspel kort toegelicht. Daarna wordt in het hoofdstuk Training en begeleiding uitgelegd hoe de planning van het Taakspel over het jaar verdeeld is. Het Taakspel wordt in drie fasen ingevoerd. Elke fase wordt duidelijk beschreven in de daarop volgende hoofdstukken. Omdat er ondanks het Taakspel leerlingen blijven met regelovertredend gedrag is er een hoofdstuk opgenomen met een aanpak voor dit gedrag. De introductielessen en lijsten met voorbeelden van regels en beloningen zijn opgenomen in de bijlagen. De formulieren, verkorte handleiding voor het Taakspel en de materialen die u nodig hebt voor het Taakspel zijn te vinden in de materialendoos.

5


Inleiding

Leerkrachten die al met het Taakspel werken geven aan dat de leerlingen zich tijdens het Taakspel inderdaad beter aan de klassenregels houden, dat er taakgerichter wordt gewerkt en dat het gezelliger is in de klas. Ook de leerlingen zijn enthousiast over het Taakspel: ‘Yes... Taakspel!’ Wij wensen u dan ook veel succes en plezier toe met het Taakspel!

6


1 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel

1 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel In dit hoofdstuk leest u over de theoretisch uitgangspunten van Taakspel. U leest over de leertheorie, het model planmatig werken en over de relatie tussen Taakspel en sociale competentie.

1.1

De operante conditionering in het Taakspel

Het Taakspel is gebaseerd op de leertheorie. Binnen de leertheorie zijn er verschillende stromingen en één daarvan is de operante conditionering. Operant conditioneren gaat ervan uit dat gedrag wordt bepaald door wat er aan vooraf gaat en door wat er op volgt.

1 Gedrag wordt bepaald door wat er aan vooraf gaat. -

Leerlingen leren gedrag van anderen (modelleren). Bijvoorbeeld: Jesse ziet dat de leerlingen die klaar zijn met hun knutselwerkje, hun werkje op de verwarming te drogen leggen en hun knutselspullen opruimen. Jesse hoort dat de leerkracht zegt: ‘Prima, wat ruimen jullie goed op!’. Jesse is klaar met zijn knutselwerkje. Hij legt zijn werkje op de verwarming en ruimt zijn knutselspullen op. In het Taakspel legt de leerkracht de nadruk op wat de leerlingen goed doen. Hiermee wordt ook aan de leerlingen het voorbeeld gegeven te letten op wat de ander goed doet. Ook de leerkracht geeft het goede voorbeeld door zich consequent aan afspraken te houden. 1

-

Regels/ instructie geven over welk gedrag wanneer gewenst is (discriminatief leren). Bijvoorbeeld: Natasja moet naar de wc. Ze ziet naast de deur een rood papieren rondje hangen. De leerkracht heeft uitgelegd dat de wc dan bezet is en dat je dan moet wachten. Colin komt terug van de wc en draait het rondje om. Het is nu groen. Natasja gaat naar de wc. In het Taakspel wordt gewerkt met positieve regels. Deze regels vertellen de leerlingen welk gedrag gewenst is in de klassensituatie op dat moment.

2 Gedrag wordt bepaald door wat er op volgt. -

1

Leerlingen leren gedrag van de reacties die anderen hebben op hun gedrag. Bijvoorbeeld: In de vertelkring heeft Tom zijn vinger opgestoken. De leerkracht geeft Tom een beurt. Tom vertelt zijn verhaal. Met het opsteken van zijn vinger heeft Tom dus het gewenste resultaat behaald. Tom zal de volgende keer weer zijn vinger opsteken als hij iets wilt vertellen. In het Taakspel worden de leerlingen beloond wanneer zij zich aan de regels houden, bijvoorbeeld door een compliment. De leerlingen leren op deze manier dat zij aandacht krijgen wanneer zij gewenst gedrag laten zien. Hierdoor neemt het gewenste gedrag toe. In het Taakspel wordt er zo min mogelijk aandacht gegeven aan het ongewenste gedrag. Er wordt bijvoorbeeld weinig gewaarschuwd. Het ongewenste gedrag neemt hierdoor af. Wanneer een leerling ongewenst gedrag heeft aangeleerd, is het ook weer af te leren of is er

In deze handleiding verwijzen we steeds met ‘hij’, maar hier kan uiteraard ook ‘zij’ worden gelezen.

7


1 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel

ander gedrag voor in de plaats aan te leren. Bijvoorbeeld: De leerkracht wil juist dat de leerlingen niet hun vinger opsteken in de kring, maar allemaal het antwoord bedenken waarna de leerkracht kiest welke leerling het mag zeggen. De leerkracht spreekt dit af met de leerlingen. Er zijn leerlingen die toch direct hun vinger opsteken. De leerkracht geeft hen geen beurt. Hij geeft wel een beurt aan leerlingen die niet hun vinger opsteken. De andere leerlingen zien dat het geen zin heeft je vinger op te steken. Zij bedenken ook zelf het antwoord en wachten af of ze een beurt krijgen zonder hun vinger op te steken.

Gedrag wordt aangeleerd in interactie met de omgeving. Dit houdt in dat u als leerkracht het gedrag van de leerlingen in uw klas positief kunt be誰nvloeden. U kunt het gewenste gedrag uitlokken door uw instructie voorafgaand aan het gedrag en door uw reactie op het gedrag.

1.2

Het model planmatig werken aan gedrag

In het Taakspel wordt op planmatige wijze gewerkt aan het be誰nvloeden van gedrag. Model planmatig werken aan gedrag 1 probleem signaleren

Situatie weergeven a. individueel

b. groep

2 probleem analyseren

c. leerkracht

Gegevens bespreken 1. 2. 3. 4. 5.

Probleem selecteren Gedrag omschrijven Observeren ABC-analyse Doelgedrag

1. 2. 3. 4. 5.

Probleem selecteren Gedrag omschrijven Observeren ABC-analyse Doelgedrag

1. 2. 3. 4. 5.

Probleem selecteren Gedrag omschrijven Observeren ABC-analyse Doelgedrag

3 oplossing voorbereiden

- Toepassing technieken beschrijven in relatie tot probleem - Oplossing kiezen

- Toepassing technieken beschrijven in relatie tot probleem - Oplossing kiezen

- Toepassing technieken beschrijven in relatie tot probleem - Oplossing kiezen

4 oplossing toepassen

Plannen uitvoeren

Plannen uitvoeren

Plannen uitvoeren

5 oplossing evalueren (cyclus herhalen)

Evalueren

Evalueren

Evalueren

Model planmatig werken aan gedrag, C. Oele, K. Naudts-Geschiere, C. Struiksma (1994), PI Rotterdam.

Figuur 1 Model planmatig werken aan gedrag

8


1 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel

De planmatige aanpak in het Taakspel verloopt volgens een cyclus. Hierbij worden de volgende stappen herhaaldelijk doorlopen: Problemen signaleren Leerkrachten signaleren het probleem dat de leerlingen zich moeilijk aan de regels houden waardoor de leerkracht veel moet corrigeren. Met behulp van het Taakspel kan dit verbeterd worden. Er wordt een beslissing genomen over het wel of niet invoeren van het Taakspel. Problemen analyseren Regelovertredend gedrag wordt geobserveerd. De gegevens van de observatie worden geanalyseerd. Er wordt bekeken hoe vaak de regels worden overtreden en door welke leerlingen. Er wordt een teamindeling gemaakt. Oplossing voorbereiden De leerkracht betrekt de leerlingen in het opstellen van regels voor gedrag in de klas en het kiezen van beloningen. Ook wordt het Taakspel uitgelegd aan de leerlingen. Oplossing toepassen Het Taakspel wordt gespeeld. Het wordt geleidelijk opgebouwd in drie fasen; de invoeringsfase, de uitbreidingsfase en de generalisatiefase. Oplossing evalueren Het regelovertredend gedrag wordt weer geobserveerd om te kijken of het Taakspel effect heeft. Wanneer regelovertredend gedrag afneemt wordt doorgegaan met ‘oplossing toepassen’. Wanneer regelovertredende gedrag niet afneemt wordt opnieuw ‘probleem geanalyseerd’.

Door herhaaldelijk de stappen te doorlopen, wordt op een planmatige wijze gewerkt aan het positief beïnvloeden van regelovertredend en taakgericht gedrag van de leerlingen.

1.3

Sociale competentie en de waarden binnen het Taakspel

Het Taakspel heeft een groepsgerichte aanpak omdat de leerlingen veel van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen ondersteunen. Leerlingen ontwikkelen hun sociale competentie door te participeren in de sociale praktijk in de klas als leergemeenschap. Een klas als leergemeenschap is idealiter een klas waarin leerlingen zowel individueel verantwoordelijk zijn voor hun leerproces, als waarin een ieder zich verantwoordelijk voelt voor het gezamenlijke leerproces. Binnen het Taakspel spelen de volgende waarden een belangrijke rol: -

Gelijkwaardigheid Ieder team is qua regelovertredend gedrag van de leerlingen gelijk.

-

Hulpvaardigheid De leerlingen helpen elkaar om het spel te winnen.

-

Rechtvaardigheid Alle teams kunnen winnen.

9


1 Theoretische uitgangspunten van het Taakspel

-

Solidariteit Alle leerlingen doen mee (We zijn een team en verliezen of winnen als team).

-

Tolerantie De leerling met veel regelovertredend gedrag doet ook mee, ook als deze het kan verknallen.

-

Veiligheid Het is een spel en het enige dat er kan gebeuren is dat je een keer geen beloning hebt.

-

Verantwoordelijkheid De leden van het team zijn samen verantwoordelijk voor het functioneren van het team.

-

Zorg De leerlingen helpen elkaar zich aan de regels te houden.

Het Taakspel bevordert de sociale competentie van de leerlingen.

10


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.