Nederlands in Uitvoering Leerjaar 1
Tijdschriften
Een brief schrijven
Algemene modulegegevens Leerjaar:
1
Taaltaak:
Een brief schrijven
Thema:
Tijdschriften
Leerstijlvariant: DENK - DOE - ERVAAR - BEKIJK
Beschrijving van de module In deze module vormen groepjes leerlingen de redacties van verschillende tijdschriften. Gezamenlijk bedenken zij een titel en onderwerp voor hun tijdschrift en verzamelen zij artikelen, foto’s en andere tijdschriftinhoud. Ook doet elke redactie een ‘lezersoproep’, waarop andere leerlingen kunnen reageren door middel van een ingezonden brief. Elke leerling schrijft een brief naar een ander tijdschrift. De ingezonden brieven worden door de redacties becommentarieerd en beoordeeld op geschiktheid voor plaatsing. Deze ‘redactievergaderingen’ worden geobserveerd door andere leerlingen. Zij noteren welke criteria een redactie hanteert bij het beoordelen van de brieven.
Inzet van de module De module kent geen specifieke eisen ten aanzien van het moment van inzet. Dit is de enige module met de taaltaak ‘Een brief schrijven’ in leerjaar 1. De module doet een vrij groot beroep op de leesvaardigheid van de leerlingen. De module kan ingezet worden in het kader van een algemene projectweek op school, waarbij de leerlingen in hun tijdschriften verschillende onderdelen of aspecten van het project belichten en verslag doen van projectactiviteiten. In de ingezonden brieven kunnen leerlingen dan bijvoorbeeld vertellen wat ze van bepaalde projectonderdelen vonden. Deze module kan ook goed ingezet worden tijdens of na een studiereis of excursie. In deze module kunt u samenwerken met verschillende andere vakken of leergebieden. Kijk voor meer informatie bij ‘Suggesties voor samenwerking met andere vakken’ aan het eind van deze handleiding. In deze module kunt u samenwerken met verschillende andere vakken of leergebieden. Kijk voor meer informatie bij ‘Suggesties voor samenwerking met andere vakken’ aan het eind van deze handleiding. Suggestie voor uitvoering van deze module in meerdere klassen tegelijk Als u in een parallelklas dezelfde module behandelt, kunt u de oproepen en brieven ook met die klas uitwisselen. Dit betreft opdracht 7 en 8, opdracht 11 en opdracht 14 en 15. Waarschijnlijk moet u dan in de klas waar u de lessen het eerst geeft schuiven met enkele opdrachten; opdracht 8 kan dan namelijk niet direct na opdracht 7 uitgevoerd worden. Opdrachten die u naar voren kunt
Nederlands in Uitvoering
halen zijn: opdracht 9 (taken verdelen voor het tijdschrift) en opdracht 12 (woordenschatopdracht). Ook kunt u de leerlingen in aansluiting op het maken van een taakverdeling bij opdracht 9 direct laten beginnen aan het maken van het tijdschrift zelf.
2
Doelen •
De leerling kan ervaringen beschrijven.
•
De leerling kan emoties en voorkeuren uitdrukken.
•
De leerling onderscheidt twee schrijftoepassingen: schrijven voor jezelf aan de ene kant, schrijven voor een ander aan de andere kant.
•
De leerling past het taalgebruik in een brief aan aan degene voor wie de brief bedoeld is.
•
De leerling pakt het schrijven van een taak stapsgewijs aan en reflecteert op de aanpak en het resultaat.
Materialen en voorbereiding Les 1 Opdracht 4
Zorg voor tien kleine, blanco kaartjes per leerling, waar ze de woorden op kunnen schrijven.
Opdracht 5
Zorg voor schrijfpapier, waarop de redacties hun oproepen kunnen schrijven. Bewaar de oproepen voor in les 2 (opdracht 7). Maak een groepsindeling voor de redactiegroepen: vorm groepen van ongeveer vier leerlingen. In deze groepen werken de leerlingen het grootste deel van de module samen. Besteed daarom aandacht aan de groepssamenstelling.
Les 2 Opdracht 7
De brieven kunnen het best geschreven worden op vellen papier met een forse kantlijn, waarin later commentaar geschreven kan worden. Zorg voor voldoende schrijfpapier. Zorg ook voor een vel kladpapier per leerling. Verder heeft u de redactieoproepen uit opdracht 5 nodig.
Opdracht 9
Als u een losse takenlijst wilt hebben voor uw eigen administratie, het groepswerkboek of een overzichtsbord in de klas, kunt u voor elke redactiegroep een kopie van het werkblad bij opdracht 9 maken.
Les 3 Opdracht 11
Zorg voor voldoende schrijfpapier en kladpapier. Verder heeft elke leerling zijn/haar eigen (bij opdracht 7 geschreven) brief nodig.
Opdracht 12
De kaartjes van opdracht 1 zijn nu weer nodig.
Opdracht 13
Als de leerlingen het tijdschrift op papier maken, moet u zorgen voor (gekleurd) A4- of A3-papier (minimaal vier vel A4- of twee vel A3-papier per groepje) en tevens voor tekenmateriaal, scharen, lijm en tijdschriften waarin geknipt mag worden. U kunt leerlingen ook vragen om zelf (jongeren)tijdschriften mee te nemen. Laat u het tijdschrift op de computer maken, zorg dan voor voldoende beschikbare computers (reserveer zonodig een computerlokaal). Voor de papieren versie kunt u de Tijdschriften - Een brief schrijven
leerlingen overigens ook artikelen en plaatjes op internet laten zoeken en uitprinten.
3
Les 4 Opdracht 15
Maak van tevoren een groepsindeling voor de twee vergaderrondes. U kunt ervoor kiezen ‘koppels van twee groepen’ te maken (waarbij twee groepen elkaar observeren) of u kunt bij ronde twee laten ‘doorschuiven’ (zodat een groep NIET geobserveerd wordt door de groep die zij net zelf bekeken hebben). Bij een oneven aantal groepjes kunt u bij het observeren de groepen opsplitsen (niet een voltallige redactie, maar verschillende individuele leerlingen bekijken dan de vergadering van een andere groep).
Opdracht 16
Zie les 3, opdracht 13.
Aanwijzingen per les Les 1
Denk: Hoe schrijf je een ingezonden brief?
NB: Deze les (Denk-fase) duurt ongeveer 80 minuten. In geval van een 50-minutenrooster kunt u de les goed afbreken na opdracht 3 of opdracht 4. Bespreek het titelblad bij de module en het gidsblokje bij les 1. Neem eventueel klassikaal de woorden door. Opdracht 1
Verdeel de leerlingen in tweetallen. Bespreek de vragen eventueel (kort) klassikaal na, met name vraag 2 en de daaruit voortvloeiende ‘Tip’. Herschrijf de brief van Maryam eventueel samen met de leerlingen, of laat de leerlingen tips voor haar formuleren.
Opdracht 2
Behandel de uitleg zonodig klassikaal.
Opdracht 3
Neem deze opdracht eventueel in ter beoordeling. (Doe dit pas aan het eind van de les, in verband met de opdrachten op de achterzijde.)
Opdracht 4
(Deze opdracht kunt u desgewenst op een ander moment in de module inzetten) Deel de blanco kaartjes uit. Laat de leerlingen de woordkaartjes na afloop zelf bewaren of neem deze weer in.
Opdracht 5
Verdeel de leerlingen in de redactiegroepen.
Opdracht 6
Splits de redactiegroepen voor deze opdracht in tweetallen. Groepen van drie kunnen gewoon samen blijven werken. Als u tijd over hebt, kunt u wat langer stilstaan bij het fenomeen sms-taal, ook in het kader van taalbeschouwing/aandacht voor vormaspecten. Bespreek dan klassikaal de
Nederlands in Uitvoering
vragen bij punt 2 en het uitlegblokje. Vraag ook naar de eigen ervaringen van leerlingen. Laat hen eventueel korte briefjes in sms-taal aan elkaar sturen. Gebruikt iedereen dezelfde afkortingen en symbolen?
4
De ‘vertaling’ van de brief luidt als volgt: Hallo/Hoi Crush, Ik wil even kwijt dat mijn kanarie heel erg cool is. Momenteel geeft hij pootjes, geweldig! Straks leer ik hem springen op één pootje. Zijn naam is Beauty, super hè. Nu stop ik. Groeten, Olivier Toelichting: atm = at the moment; :-D = ‘smiley met brede lach’ (geeft aan dat iets grappig bedoeld is); kstp = ik stop; mzzls = mazzels
Les 2
Doe: Een ingezonden brief schrijven
Blik kort terug op les 1 en bespreek het gidsblokje bij deze les. De leerlingen kunnen de gehele les werken in de redactiegroepen zoals die bij opdracht 5 gevormd zijn. Opdracht 7
Geef elk groepje een aantal willekeurige oproepen, zoveel als er groepsleden zijn. Let erop dat de eigen groepsoproep er niet tussen zit. Deel verder aan elke leerling schrijfpapier en kladpapier uit. Benadruk dat de leerlingen zelfstandig een eigen brief moeten schrijven. Neem na 15-20 minuten de brieven in. Waarschuw enkele minuten daarvoor dat leerlingen moeten afronden. Laat leerlingen die eerder klaar zijn met schrijven opdracht 9 alvast bekijken.
Opdracht 8
Als u de brieven uitwisselt met een parallelgroep, kunt u de leerlingen nu eerst opdracht 9 en/of opdracht 12 laten doen. Zorg er wel voor dat de brieven van de parallelgroep vóór de volgende les van deze groep geschreven zijn. Sorteer de brieven per oproep. Geef alle brieven die bij dezelfde oproep horen aan de redactiegroep die die oproep gedaan heeft. Neem na afloop alle becommentarieerde brieven in.
Opdracht 9
1. Controleer of de taken evenwichtig verdeeld zijn binnen de groepjes. Laat elke groep desgewenst de losse takenlijst invullen (zie Materialen en voorbereiding). 2. Bespreek met de klas hoe het tijdschrift gemaakt wordt: op papier of op de computer. Geef zonodig aanvullende instructies, bijvoorbeeld: Wanneer de leerlingen het tijdschrift moeten maken (in de les Nederlands, in een andere les, bijvoorbeeld handvaardigheid of computergebruik, of in zelfstandige werktijd) en welke materialen ze mogen/moeten gebruiken.
Tijdschriften - Een brief schrijven
5
Les 3
Ervaar: Gebruik het commentaar
Blik kort terug op de vorige lessen en bespreek het gidsblokje bij deze les. Opdracht 10
Zie leerlingenmateriaal.
Opdracht 11
1. Geef alle leerlingen hun eigen - becommentarieerde - brief terug. Deel verder aan elke leerling schrijfpapier en kladpapier uit. 2. Loop rond en help waar nodig individuele leerlingen bij het formuleren van tips naar aanleiding van het commentaar op hun brief. Stel eventueel bepaalde, vaker voorkomende zaken (vormaspecten, stijlaspecten, grammatica- of spelregels) klassikaal aan de orde. Maak hierbij zonodig onderscheid tussen bbl- en kbl-leerlingen. 3. Geef aan of de leerlingen hun brieven na afloop bij u moeten inleveren of bij de verschillende tijdschriftredacties. NB: Het is handig om de twee brieven aan elkaar te bevestigen door middel van paperclips of nietjes.
Opdracht 12
Verdeel de leerlingen in tweetallen. Deel zonodig de kaartjes uit opdracht 1 uit. (Deze opdracht kunt u desgewenst ook op een ander moment in de module inzetten)
Opdracht 13
Afhankelijk van de gemaakte afspraken, werken de leerlingen in deze les of op een ander moment verder aan het tijdschrift.
Les 4
Bekijk: Wat vinden anderen een goede brief?
Blik kort terug op de vorige lessen en bespreek het gidsblokje bij deze les. Opdracht 14
Laat de redactiegroepen bij elkaar gaan zitten. Geef elke groep de ingezonden brieven die bij hun tijdschrift horen.
Opdracht 15
Geef instructies over het vergaderen en observeren: welke groep doet wat in elke ronde? Maak duidelijk: bij het vergaderen gaat het er om dat een groepje twee brieven kiest. Wel moeten eerst alle brieven besproken worden. Bij het observeren moeten de leerlingen vragen in het kader beantwoorden. Geef tijd om de vragen van tevoren door te lezen. NB: Als u bij de beoordeling van deze module ook een leerlingenoordeel wilt laten geven, moet u de redacties aanvullende beoordeelinstructies geven - zie onder
Nederlands in Uitvoering
‘Beoordeling’. Opdracht 16
Herinner zonodig nog eens aan de gemaakte afspraken over het maken en inleveren van het eindproduct. Als de tijdschriften klaar zijn, kunt u ze laten rouleren door de klas, zodat elk groepje de
6
tijdschriften kan bekijken. Daarna kunt u de eindproducten ter inzage leggen in de mediatheek. Andere suggesties: bundelen en kopiëren voor de hele groep of opnemen in de schoolkrant. Extra opdracht
Zie leerlingenmateriaal.
Beoordeling Geef een beoordeling die hoofdzakelijk gebaseerd is op de bij opdracht 11 geschreven brief. Beoordeel deze brief op basis van de aanwijzingen in les 2 (bij ‘Uitleg’). Eventueel kunt u ook de eerste versie van de brief, uit opdracht 7, bekijken en nagaan in hoeverre er in de tweede versie sprake is van verbetering. Stel hogere eisen aan de brief van een kbl-leerling. Geef extra punten voor de uitvoering van het eindproduct: het tijdschrift. In hoeverre ziet dit er verzorgd uit? Zijn er een inhoudsopgave en colofon aanwezig? Is er werk gemaakt van het verzamelen van originele of passende artikelen en andere items? NB: Als u de leerlingen zelf artikelen hebt laten schrijven, wilt u hier wellicht een aparte beoordeling voor geven. Laat de beoordeling van het tijdschrift in dat geval zwaarder meewegen in het totaaloordeel. Eventueel kunt u ook de samenwerking binnen de redactiegroepen meenemen in de beoordeling. Overigens leent deze module zich ook goed voor een onderlinge beoordeling door leerlingen; in feite gebeurt dit al binnen de redactievergaderingen (opdracht 15). U kunt bijvoorbeeld een extra punt toekennen aan de brieven die door de redacties geselecteerd zijn. Of u laat de redacties alle brieven een kwalificatie ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’ geven, voordat de twee brieven voor plaatsing in het tijdschrift geselecteerd worden. Op de website www.nederlandsinuitvoering.nl vindt u een woordenschattoets over de woorden in deze module. Extra oefeningen met de woorden staan op www.woordenweb.nl
Suggesties voor samenwerking met andere vakken Deze module leent zich goed voor samenwerking met verschillende andere vakken of leergebieden. Een voor de hand liggende samenwerking ligt op het gebied van de invulling van de tijdschriftinhoud en op het gebied van de constructie en vormgeving van de tijdschriften. In overleg met een of meerdere docenten van andere vakken kunt u een thema vaststellen voor het tijdschrift. De titel van het tijdschrift, de oproepen die de redacties maken en de tijdschriftinhoud die zij verzamelen moeten dan passen binnen dat thema. Het ligt voor de hand een thema te kiezen dat aansluit op of overeenkomt met een onderwerp dat op dat moment centraal staat bij het/de andere vak(ken). Eventueel Tijdschriften - Een brief schrijven
kunt u de verschillende redactiegroepen elk een specifiek subthema of invalshoek toewijzen of zelf laten uitzoeken.
7
Er is een aantal activiteiten die leerlingen in het kader van de vervaardiging van het tijdschrift bij de beeldende vakken kunnen leren uitvoeren. Bijvoorbeeld: •
foto’s maken;
•
foto’s bewerken;
•
een ‘cover’ maken;
•
een bepaalde stijl in de vormgeving ontwikkelen/hanteren;
•
werken met opmaakprogramma’s;
•
specifieke technieken gebruiken voor de (handmatige) vervaardiging van het gehele tijdschrift of van bepaalde onderdelen (zeefdruk, stempeldruk, houtskool, waterverf, etc.).
Afhankelijk van het aanbod binnen de beeldende vakken en het programma daar, kunt u met een docent beeldende vorming extra eisen opstellen voor de vervaardiging van het tijdschrift. De theorie en het aanleren van vaardigheden rond die eisen kan dan plaatsvinden binnen het betreffende vak. Ook de beoordeling van het tijdschrift kunt u in dat geval overdragen aan de betrokken vakdocent, of u kunt het tijdschrift
Nederlands in Uitvoering
gezamenlijk beoordelen.
8
Werkblad bij opdracht 9
Tijdschrift
Onderwerp van het tijdschrift: .................................................................................................................... Namen van de redactieleden: ...................................................................................................................... .........................................................................................................................................................................
taken redactie •
inleiding schrijven
•
artikelen schrijven of zoeken
•
plaatjes zoeken of tekeningen maken
•
brievenrubriek maken -
horoscoop maken / zoeken
-
strip maken / zoeken
-
quiz maken / zoeken
-
prijsvraag verzinnen
-
puzzel maken / zoeken
-
tips verzinnen / zoeken
-
roddelrubriek maken
wie gaat het doen?
Paraaf docent: Commentaar: Tijdschriften - Een brief schrijven
..................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................
9