Wijzer Onderwijs: Aandachtstekort- en Gedragsstoornissen VO Scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs krijgen regelmatig te maken met leerlingen met aandachtstekort- en gedragsstoornissen, zoals ADHD, ODD en in zeldzamere gevallen CD. Meestal is wel literatuur te vinden over de oorzaken en achtergronden van de stoornis, maar blijkt het lastig om de theorie te vertalen naar de alledaagse praktijk: het lesgeven. Deze map maakt die vertaalslag en komt met praktische handreikingen. Hiermee kunt u direct binnen uw school aan de slag! Wat biedt deze map? Deze map bestaat uit vijf katernen (Wijzers) met informatie en tips voor het lesgeven aan leerlingen met een aandachtstekort- en gedragsstoornis binnen het voortgezet (speciaal) onderwijs. Het volgende overzicht beschrijft beknopt de inhoud van de verschillende Wijzers. Wijzer ADHD-Wijzer
Inhoud Achtergrondinformatie over leerlingen met ADHD die inzichtelijk wordt gemaakt met praktijkvoorbeelden. Tips en adviezen beschreven in de overige Wijzers kunnen alleen goed ingezet worden als een school of een docent voldoende kennis heeft over deze stoornissen. Daarom is het zinvol om eerst de ADHD-Wijzer te lezen en vervolgens een keuze te maken uit één (of meer) van de overige Wijzers.
ODD/CD-Wijzer
Achtergrondinformatie over leerlingen met ODD of CD die inzichtelijk wordt gemaakt met praktijkvoorbeelden. Ook kennis uit deze Wijzer is de basis van waaruit de tips en adviezen van de andere Wijzers kunnen worden ingezet.
Les-Wijzer
Praktische tips voor in de les in de vorm van checklisten. De tips zijn overzichtelijk geclusterd in onderwerpen die te maken hebben met het creëren van duidelijkheid in ruimte, tijd, activiteiten en sociale situaties. Met behulp van de tips kan een docent een optimale leeromgeving bieden aan leerlingen met aandachtstekort- en gedragsstoornissen, zonder andere leerlingen tekort te doen. Ook de verschillende bijlagen bieden handvatten om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen.
Methodiek-Wijzer
Aandachtspunten voor het vormgeven van het onderwijs aan leerlingen met aandachtstekort- en gedragsstoornissen. Onder andere beschrijvingen van nieuwe vormen van leren en een passend lesmodel, methodegebruik, leerlingenzorg en toetsen. De Methodiek-Wijzer biedt een kader waarbinnen tips uit de Les-Wijzer een plaats krijgen.
Organisatie-Wijzer
Een handreiking voor het invoeren van de verschillende Wijzers. Beschrijft manieren waarop de schoolorganisatie kan aansluiten bij leerlingen met aandachtstekort- en gedragsstoornissen. De adviezen uit de Organisatie-Wijzer zorgen ervoor dat aandachtspunten en tips uit de Methodiek-Wijzer en de Les-Wijzer uitgevoerd kunnen worden.
Voor wie is deze map bedoeld? De map is bedoeld voor iedereen die binnen het voortgezet (speciaal) onderwijs te maken heeft of krijgt met leerlingen met aandachtstekort- en gedragsstoornissen, en die zich in de stoornis wil verdiepen. Dit zijn onder andere docenten, mentoren, remedial teachers, zorgcoördinatoren, (ortho)pedagogen, maar ook schoolbesturen en ouders van leerlingen met aandachtstekort- en gedragsstoornisen.
1
Voorbeeld uit de leswijzer
2. Duidelijkheid in de ruimte 2.1
Inleiding
Voorbeeld Dennis
Dennis is tijdens de techniekles bezig om een fotolijst te maken. Dennis vindt het een leuke opdracht en wil graag zijn best doen. De docent heeft op het bord een tekening van de lijst gemaakt zodat de leerlingen weten hoe zij het kunnen aanpakken. Ook heeft hij laten zien welke materialen en gereedschappen zij kunnen gebruiken. De leerlingen mogen nu zelf aan de slag. Dennis begint wat plankjes te schuren. Het duurt eigenlijk best lang voordat het glad is en Dennis vindt het schuren maar saai. Twee klasgenoten praten met elkaar over een film die ze gisteravond op tv gezien hebben. Terwijl Dennis meeluistert, kijkt hij uit het raam. Hé, daar loopt zijn broer op het plein! Dennis staat direct op en loopt naar het raam om naar zijn broer te kunnen zwaaien. Zijn broertje ziet hem niet, dus Dennis klopt hard op het raam. ‘Dennis, ga eens verder met je werk!’ zegt de techniekdocent. Dennis loopt weer terug naar zijn werkbank en bedenkt wat hij ook alweer moest doen. Hij kijkt naar het bord, maar daar staan ook de tekeningen van de werkstukken van een andere klas nog op. Dennis weet nu niet meer welke voor zijn groep bedoeld was… Hij kijkt nog eens naar het ruwe hout en bedenkt dat hij nog maar wat gaat schuren. Terwijl hij schuurt, kijkt hij weer om zich heen en ziet hij de fotolijstjes die de leerlingen uit een andere klas hebben gemaakt. Ze zijn al geverfd en zien er erg mooi uit. Terwijl Dennis de lijsten bekijkt, scheurt hij ongemerkt het schuurpapiertje in stukjes. Dennis voelt de hand van de docent op zijn schouder. ‘Ga nog maar even aan het werk’, zegt hij. Wanneer Dennis weer aan de slag wil, ziet hij dat zijn schuurpapier in snippers op de werkbank ligt… Bespreking voorbeeld Dennis heeft ADHD. Hierdoor heeft hij moeite om zich op zijn werk te concentreren. In het leslokaal en daarbuiten gebeuren veel dingen die hem afleiden. Zo heeft hij in een theorielokaal zijn agenda op tafel liggen, hangen er posters en zitten aan de tafel voor hem twee klasgenoten die vaak overleggen over opdrachten. In een praktijklokaal zijn nog meer afleidende prikkels. Dennis kan zijn aandacht daardoor moeilijk bij zijn eigen werk houden. Hij is steeds met andere dingen bezig en heeft de opdrachten dan ook vaak niet af. Regelmatig voelt Dennis een drang om zich te bewegen. Hij wiebelt op zijn stoel, staat vaak even op, of speelt met zijn etui en geodriehoek. Omdat Dennis behoefte heeft aan prikkels is hij steeds op zoek naar nieuwe, spannende, leuke dingen om hem heen. Wanneer hij vindt dat een bladzijde met wiskundeopgaven er saai uitziet of als hij verveeld raakt tijdens het luisteren naar een lang geschiedenisverhaal, dan zoekt hij snel iets dat hem op dat moment meer interesseert.
2
Voorbeeld Cisco
Cisco loopt naar het wiskundelokaal. Na de vorige les moest hij nog even bij de docent komen om iets te bespreken. Zijn klasgenoten zijn daarom al eerder in het lokaal dan hij. Het is de tweede les wiskunde van dit schooljaar en tijdens de vorige les mochten de leerlingen zelf een plaats uitkiezen waar zij gingen zitten. Als Cisco naar de plaats wil lopen waar hij tijdens de vorige les gezeten heeft, ziet hij dat Marco nu op die plaats zit. Cisco stuift op Marco af. ‘Hé, dat is mijn plaats, donder op’. Marco blijft gewoon zitten en zegt: ‘We hebben geen vaste plaatsen bij wiskunde, dus doe een beetje rustig jij.’ Hierna wordt Cisco echt boos en geeft Marco een trap tegen zijn been. De docent kan nog net voorkomen dat er een vechtpartij ontstaat. Hij stuurt Cisco naar de directeur. Bespreking voorbeeld Cisco heeft ODD. Als gevolg van zijn stoornis heeft hij behoefte aan duidelijkheid. Als hij weet wat er van hem verwacht wordt en wat hij moet doen, is het voor hem makkelijker om aangepast gedrag te laten zien. Hij stapte het wiskundelokaal in en wilde naar de plaats lopen, waar hij dacht dat hij moest gaan zitten. Nu daar al iemand anders zat, was het voor Cisco niet duidelijk wat hij moest doen. Hij raakte geïrriteerd en handelde naar zijn gevoelens. Algemeen aandachtspunt ruimte Een rustige en overzichtelijke werkplek die ook aantrekkelijk genoeg is, is voor leerlingen met ADHD erg belangrijk. Een werkomgeving moet een leerling rust geven en tegelijkertijd stimuleren. Op deze manier maakt een werkplek het mogelijk om de aandacht op het werk te blijven richten. Voor leerlingen die regelmatig de drang hebben om zich te bewegen en hyperactief kunnen zijn, is het prettig om af te spreken waar en wanneer zij mogen bewegen. Dit is tevens in het belang van hun klasgenoten, druk gedrag kan ook voor andere leerlingen afleidend zijn. Leerlingen met ODD of CD hebben behoefte aan duidelijkheid in de ruimte. Dat geeft hen rust. Aandachtspunten in de praktijk Vaak is er in een leslokaal veel te zien en te horen. Zo is er in een geschiedenislokaal een tijdsbalk en hangen in het aardrijkskundelokaal wereldkaarten aan de muur. In een techniekof handvaardigheidlokaal staan werkstukken van leerlingen. Daarnaast komen er wel eens andere docenten, leerlingen of conciërges de klas in of lopen zij buiten de klas over de gang. In het lokaal praten leerlingen met elkaar of lopen zij heen en weer. Vanuit sommige lokalen is er zicht op het schoolplein, waardoor andere leerlingen tijdens een pauze of een tussenuur te zien zijn. Soms kunnen er ook geluiden vanuit een naastgelegen muziek- of technieklokaal te horen zijn. Al deze prikkels zijn voor leerlingen met ADHD erg interessant en zorgen voor veel mogelijkheden voor afleiding. Voor leerlingen met ODD of CD kunnen deze prikkels aanleiding zijn om zich niet met hun schoolwerk bezig te hoeven houden. Lokalen met rustige posters, die bijvoorbeeld niet teveel verschillende opvallende kleuren hebben, en enkele belangrijke ondersteunende materialen in het zicht van de leerlingen zijn goed geschikt voor een leerling met ADHD. Op deze manier is de omgeving rustig genoeg om een langere tijd geconcentreerd te kunnen blijven, maar zijn er ook net genoeg prikkels die een leerling stimuleren. Daarbij is ook de plaats van een leerling in het lokaal erg belangrijk. Bijvoorbeeld een plek niet te dicht bij het looppad en tussen een aantal rustige leerlingen is voor een leerling met ADHD erg geschikt. 3
Een leerling met ODD of CD is veel sneller gefrustreerd dan andere leerlingen. Het is daarom belangrijk dat hij een plek in het lokaal heeft waar hij zo min mogelijk kans heeft om in conflict te komen met andere leerlingen. Indeling hoofdstuk Dit hoofdstuk over duidelijkheid in de ruimte gaat in op de ruimte in het lokaal. Het hoofdstuk wordt verdeeld in twee categorieĂŤn, die in de volgende paragrafen verder worden uitgewerkt: 2.2
Inrichting van het leslokaal
2.3
Inrichting van het praktijklokaal
2.4
De werkplek
De tips die zijn beschreven in deze paragrafen zullen niet bij elke leerling met ADHD,ODD of CD passen. Iedere leerling met ADHD, ODD of CD is immers uniek. Bovendien hebben scholen verschillende mogelijkheden. Daarnaast kunnen leerlingen in de adolescentie vaak zelf ook goed aangeven wat zij prettig vinden en wat voor hen goed werkt. Bekijk daarom per tip samen met een leerling of deze voor hem zinvol is en of deze te realiseren is binnen de school.
4
Belangrijkste aandachtspunten Ruimte • Zorg voor zo min mogelijk afleidende prikkels • Zorg voor voldoende stimulerende prikkels • Zorg voor een gestructureerde en overzichtelijke werkplek • Zorg voor een vaste werkplek in ieder lokaal • Zorg voor een plek en moment om te bewegen
5