5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:52 Pagina 1
Les 1
Categorie 10
Deze les leren we samenstellingen, dat zijn twee woorden die we al kunnen schrijven die samen een nieuw woord vormen: voet + bal = voetbal. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
de kaarsvlam de balpen de buurman het drukwerk de glijbaan de ligfiets de grapjas de boomhut de bloemkool het huisdier het kruispunt de klaproos de postduif het klokhuis de rugzak
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). 3 Welk woord staat er? + bol
= ................................................
brom +
= ................................................
+ hoek
= ................................................
taal
+
= ................................................
+ kaart = ................................................
lees
+
= ................................................
+ punt
= ................................................
post
+
= ................................................
+ vlam
= ................................................
rug
+
= ................................................
buur
+
= ................................................
Spelling langs de lijn
5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:52 Pagina 2
Les 2
Categorie 10
Deze les leren we samenstellingen, dat zijn twee woorden die we al kunnen schrijven die samen een nieuw woord vormen: voet + bal = voetbal. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
het huiswerk de steelpan de tuinman de stofdoek het hoekhuis het melkpak de spierpijn het pretpark de rookworst de slagboom het toppunt de woonwijk de deelsom de kaasschaaf de koelkast
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). 3 Maak steeds drie samenstellingen met het gegeven woord, gebruik de woorden: {pot-kool-bol} {dier-werk-wijn} {berg-baan-kast} {sleep-woon-stoom} {taal-dag-kook} {speel-school-moes} huis
ijs
bloem
boek
tuin
boot
Spelling langs de lijn
5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:52 Pagina 3
Les 3
Categorie 10
Deze les leren we samenstellingen, dat zijn twee woorden die we al kunnen schrijven die samen een nieuw woord vormen: voet + bal = voetbal. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
het uurwerk de stoelpoot de tuinboon de straathoek de steenkool de spaarpot de schrijfles de rugzak de ingang de huilbui de wijsneus de driehoek de grapjas de spierpijn het kruispunt
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). 3 Kies het woord dat in de zin past.
huiswerk
werkweek
1. Elke dag maak ik mijn ...........................................................
steelpan
rugzak
2. Ik stop mijn huiswerk in mijn ...........................................................
weektaak
waslijst
3. Op school werk ik aan mijn ...........................................................
slootkant
speeltuin
4. Op vrijdag gaan we naar de ...........................................................
glijbaan
ijsbaan
5. Daar is een hoge ...........................................................
stripboek
spaarpot
6. Thuis lees ik nog een ...........................................................
stokroos
rookworst
7. Wij eten zuurkool met ...........................................................
slagboom
slagroom
8. Daarna krijg ik ijs met ...........................................................
Spelling langs de lijn
5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:52 Pagina 4
Les 4
Categorie 10
Deze les leren we samenstellingen, dat zijn twee woorden die we al kunnen schrijven die samen een nieuw woord vormen: voet + bal = voetbal. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
de rugzak de bloempot het melkpak de stoomboot de boomstam de driehoek het huiswerk het kookboek de kaasschaaf het pretpark de balpen de steelpan de stoelpoot de straatsteen de spaarpot
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). 3 Zet het goede woord erbij.
1
2
3
4
5
6
7
8
Spelling langs de lijn
5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:52 Pagina 5
Categorie 10
Les 5
Deze les leren we samenstellingen, dat zijn twee woorden die we al kunnen schrijven die samen een nieuw woord vormen: voet + bal = voetbal. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
het taalschrift de fietsbel de boomhut het huisdier de ijsberg de tuinslang de kaarsvlam het huiswerk de gifslang de tuinman het taalboek de spierpijn het schrijfschrift het woonhuis de ringslang
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). 3 Vul goed in. 1. Een huis waar je in woont is een ........................................................... 2. Een man die in de tuin werkt is een ........................................................... 3. Een hut in een boom is een ........................................................... 4. Een dier voor in huis is een ........................................................... 5. Een berg van ijs heet een ........................................................... 6. De kant van de sloot noem je de ........................................................... 7.
De vlam van de kaars heet de ...........................................................
8. De poot van de stoel is de ........................................................... 9. Pijn in je spieren heet ........................................................... 10. Werk dat je thuis doet is ...........................................................
Spelling langs de lijn
5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:52 Pagina 6
Les 6
Categorie 10
Deze les leren we samenstellingen, dat zijn twee woorden die we al kunnen schrijven die samen een nieuw woord vormen: voet + bal = voetbal. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
het taalschrift de fietsbel de boomhut het huisdier de ijsberg de tuinslang de kaarsvlam het huiswerk de gifslang de tuinman het buurthuis de spierpijn het schrijfschrift het woonhuis de ringslang
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). 3 Maak steeds twee woorden met: huis - werk - week
tuin - school - man
slang - ring - gif
schrift - taal - schrijf
huis - hoek - drie
kool - bloem - bol
boom - slag - room
boek - taal - kook
baan - ijs - glij
Spelling langs de lijn
5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:53 Pagina 7
Les 1
Categorie 11 Deze les leren we woorden met een f of v aan het begin. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
fles vraag fruit vies feest vaak fris vlieg fee vaas fluit verf flink vast vijf
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). Let op dat je de letters f en v goed uitspreekt! 3 Rebus, schrijf het goede woord op.
z=vr tw=f
r=s fl=fr
1
2
3
4 p=v
s=k
m=fl 5
Spelling langs de lijn
w=vl 6
7
8
5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:53 Pagina 8
Les 2
Categorie 11 Deze les leren we woorden met f en v. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
lief flink vers vlag fijn brief vlees vlug film vloer ver vorst half vos vlam
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). Let op dat je de letters f en v goed uitspreekt. 3 Rijmen. 1. Een vlieg is geen mug, traag is niet .................................................................... 2. Een maan is geen ster, dichtbij is niet .................................................................... 3. Die man is geen dief, stout is niet .................................................................... 4. Een koe en een kalf, heel is niet .................................................................... 5. Een schaap en een lam, het vuur en een .................................................................... 6. Daar is mijn broer, hij zit op de .................................................................... 7. Vier - vijf - zes, kurk op de .................................................................... 8. In het bos woont een sluwe ....................................................................
Spelling langs de lijn
5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:53 Pagina 9
Les 3
Categorie 11 Deze les leren we woorden met s en z. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
snoep zeef slang zoek slee zit zwaan spreekt zingt zwemt springt zuur streep zwaar zorgt
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). Let op dat je de letters s en z goed uitspreekt! 3 Vul goed in. ik snoep
jij
jij?
hij
ik spreek
jij
jij?
hij
ik zwem
jij
jij?
hij
ik zorg
jij
jij?
hij
ik zit
jij
jij?
hij
ik zing
jij
jij?
hij
ik spring
jij
jij?
hij
ik zoek
jij
jij?
hij
Spelling langs de lijn
5-SLDL-GR4-Oefenbladen-indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 14:53 Pagina 10
Les 4
Categorie 11 Deze les leren we woorden met s en z. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
slak zee ziek staart zon stem zoon spijt zus sterk zwart stier zweet stil zoet
2 Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden). Let op dat je de letters s en z goed uitspreekt! 3 Zoek uit oefening 1 een woord dat rijmt. twee
kaart
bus
mier
kwijt
werk
dak
piek
pil
weet
ton
boon
moet
hart
hem
Op de tak zat een .................................................................... Een .................................................................... is een dier. Als ik het wil, ben je ....................................................................! Mijn .................................................................... stapt in de bus. Ik woon bij mijn ....................................................................
Spelling langs de lijn