ACTUALITEIT
ACTUALITEIT
Wijzigingen van het verkeersreglement
De uitbreiding van het “S”-aanbod in Brussel is een succes!
VOOR U GELEZEN Is verkeers(on)veiligheid gendergerelateerd?
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID Een verhaal over fietsers, rijwielen… Geraak je er nog uit?
DRIEMAANDELIJKS Nr 54
Gids van de Mobiliteit en de Verkeersveiligheid
DRIEMAANDELIJKS Nr. 54
DIRECTIE : Philippe Barette, Corinne François COORDINATIE: Jean-Michel Reniers, Pierre-Jean Bertrand REDACTIE : Gregory Moors, Erik Caelen, Paul De Schepper, Peter Van de Veire, Christine Heine, Jihane Annane, Geerts JeanFrançois, Marie-Noëlle Collart, Eric Troniseck VERTALING : Liesbeth Vankelecom
INHOUD NIEUWS VAN HET GEWEST
DE TOEGANKELIJKHEID VAN WEGEN VOOR …............................04 ACTUALITEIT
DE UITBREIDING VAN HET “S”-AANBOD IN BRUSSEL IS EEN SUCCES!..........................................................05 ACTUALITEIT
WIJZIGINGEN VAN HET VERKEERSREGLEMENT TEN GUNSTE VAN DE ACTIEVE MOBILITEIT.....................................13 ONDER DE LOEP
COVER FOTO : Copyright VO Communication / Brussel Mobiliteit Deze publicatie is de vrucht van samenwerking tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB)
EEN VERHAAL OVER FIETSERS, RIJWIELEN, GEMOTORISEERDE TWEE-, DRIE OF VIERWIELERS, ELEKTRISCHE FIETSEN EN SPEED PEDELECS. GERAAK JE ER NOG AAN UIT?.....................................16 NIEUWS VAN HET GEWEST
DE WEEK VAN DE MOBILITEIT 2019 OP DE RAILS GEZET...............30 VOOR U GELEZEN
IS VERKEERS(ON)VEILIGHEID GENDERGERELATEERD? HEEFT HET VERKEER HET GEMUNT OP VROUWEN? ....................33
BRULOCALIS, VERENIGING VAN DE STAD EN DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Aarlenstraat 53/4 - 1040 Brussel Tel 02 238 51 40 - Fax 02 280 60 90 Jean-michel.reniers@brulocalis.brussels www.brulocalis.brussels
BRUSSEL MOBILITEIT Vooruitgangstraat 80 - 1035 Brussel Tel 0800 94 001 mobiliteit@gob.brussels www.mobielbrussel.be
02
EDITO
EDITO De zomer komt eraan en blijkbaar wordt het warm! Dat heeft veel prettige maar ook minder aangename gevolgen. Hoge temperaturen in combinatie met zonneschijn en luchtvervuiling dragen bij aan de vorming van troposferische ozon. Dat is een irriterend gas dat ademhalingsproblemen, oogirritatie en hoofdpijn kan veroorzaken. Dus waarom zou je geen gebruik maken van het goede weer om nieuwe manieren te testen om je te verplaatsen? Soms zijn het gewoon oude gewoonten die moeten veranderen en eens iets anders proberen kan leiden tot een aantal leuke verrassingen! Verlaat je comfortzone! En je kunt niet zeggen dat er geen keuze is! Wandelen, fietsen, steps en nieuwe verplaatsingstoestellen, elektrische scooters, S-treinen, openbaar vervoer, ‌ er zijn heel wat alternatieven voor de auto in het Brussels Gewest en oneindig veel combinaties! Heb je het nieuwe fietspad langs de kleine ring al gebruikt? Heb je ooit op een trein gewacht terwijl je de prachtige muurschilderingen in het station van Diesdelle bewonderde? Heb je wel eens iets gedronken op een terras, in de zomer, op wat eigenlijk een parkeerplaats was? Zoveel dingen zijn zoveel aangenamer dan achter het stuur te blijven! Het Brussels Gewest evolueert. Te langzaam, zeggen sommigen misschien, maar de koers is gezet. Nu is het belangrijk om al deze ontwikkelingen op te volgen, met name door aanpassingen aan de verkeerswetgeving. Een globale herziening ervan stond op de agenda, maar het zal waarschijnlijk wat meer geduld vergen voordat die er effectief komt. In de tussentijd worden de veranderingen hier en daar doorgevoerd, wat helaas soms leidt tot incoherente of onduidelijke situaties. Een studie naar het gebruik van vrije vloot steps is eveneens aan de gang en de resultaten zouden in september beschikbaar moeten zijn. In dit nummer van de Monitor van de Mobiliteit en de Verkeersveiligheid vindt u onder andere alles wat u altijd al wilde weten over de plaats van rijwielen, scooters, fietsen, ‌ in de Wegcode. Maar ook het nieuwe aanbod van S-treinen dat de moeite waard is om te promoten bij de inwoners van uw stad. En wat als onze mobiliteitskeuzes verschillen tussen man en vrouw? Aan het eind van dit nummer vindt u een interessante studie die een andere benadering van mobiliteit en verkeersveiligheid voorstelt. Veel leesplezier en geniet van de zomer! De redactie
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
03
NIEUWS VAN HET GEWEST >>Gregory MOORS - Brussel Mobiliteit
DE TOEGANKELIJKHEID VAN WEGEN VOOR … … HULP VOOR UW GEMEENTE Brussel Mobiliteit (BM) maakt van de toegankelijkheid van wegen en openbaar vervoer voor personen met een beperkte mobiliteit een prioriteit. Omdat het Brusselse netwerk niet stopt bij de gewestwegen, biedt BM een reeks hulpmiddelen aan om de gemeentediensten beter uit te rusten om degelijke verbeteringen door te voeren. De vernieuwde Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (waarvan het openbaar onderzoek pas is afgerond) en het vademecum over de toegankelijkheid voor voetgangers (hier te downloaden) zijn waardevolle hulpmiddelen waar u de regelgeving en aanbevelingen vindt die moeten worden nageleefd op het gebied van toegankelijkheid. Zelfs met de beste wil van de wereld kan het moeilijk zijn om al deze principes bij te houden en na te leven. Om uw kansen te optimaliseren, biedt het Gewest u: • Een jaarlijkse opleiding als toegankelijkheidsadviseur “specialisatie wegen”, in de eerste plaats bedoeld voor personeel van de gemeentelijke diensten mobiliteit, wegen en openbare werken. Deze driedaagse vorming biedt de kennis en methodes die nodig zijn om het concept van universeel ontwerp te integreren in projecten, of het nu gaat om de inrichting of de keuze van uitrusting. • Persoonlijke begeleiding door een bureau met deskundigen inzake toegankelijkheid. U wenst een herinrichtingsplan voor een weg te doen valideren, een terreinbezoek te organiseren, ervoor te zorgen dat de uitvoering van het project voldoet aan de vereisten van het plan, … Dan kunt u gratis een beroep doen op deze ad hoc hulp via onze diensten. Als het gaat om een uitvoeringsprobleem op het terrein, kunt u als wegbeheerder gebruik maken van het advies van het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW) of een plaatsbezoek aanvragen door rechtstreeks contact op te nemen met het OCW: Olivier Van Damme – o.vandamme@brrc.be. Wanneer de gemeente een grootschalig ontwikkelingsproject op touw zet, nodigt Brussel Mobiliteit u uit om het plan te komen voorstellen in de afdeling actieve vervoersmodi van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie. Dit orgaan, bestaande uit Brussel Mobiliteit, Urban, de verenigingen voor personen met een beperkte mobiliteit, voetgangers en fietsers, zal een advies geven over het project in kwestie. Er zijn subsidies te verkrijgen als uw gemeente een plan voor de toegankelijkheid van de
04
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
weg en de openbare ruimte (PAVE) opgesteld heeft. Slecht onderhouden trottoirs, moeilijk zichtbaar straatmeubilair, geen podotactiele tegels of verlaagde stoepranden bij voetgangersoversteekplaatsen? Kortom, projecten om trottoirs toegankelijk te maken in uw gemeente? Maak gebruik van de PAVE-subsidie om de toegankelijkheid van de gemeente op te drijven! Bovendien hebben de MIVB en Brussel Mobiliteit zich er in het kader van Good Move toe verbonden om jaarlijks minstens zestig haltes toegankelijk te maken de komende tien jaar. Een aantal haltes, zowel op uw gewestelijke als gemeentelijke wegen, zullen dus een aanzienlijke upgrade krijgen ten behoeve van de gebruikers. Maar naast de halte moet er ook voor worden gezorgd dat de trottoirs die naar de halte leiden en de kruispunten in de omgeving voldoende toegankelijk zijn. Daarom is het belangrijk ze in het uitvoeringsplan op te nemen, aangezien het onmogelijk is een halte te bereiken als de trottoir ontoegankelijk is. Wilt u het comfort (slipbestendigheid en vlakheid) van een wegbekleding in een bestaand of toekomstig project kennen? Via het door het OCW ontwikkelde auscultatiestoel kunt u een aantal metingen aanvragen bij het Gewest.
>>Infos Indien u concrete vragen hebt om informatie over deze verschillende initiatieven, kan u contact opnemen met Brussel Mobiliteit Gregory Moors gmoors@sprb.brussels
ACTUALITEIT >>Jihane ANNANE - General Manager GEN – NMBS >>Jean-François GEERTS - Expert voorstedelijk aanbod – NMBS
DE UITBREIDING VAN HET “S”-AANBOD IN BRUSSEL IS EEN SUCCES! Het aantal reizigers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is met nagenoeg de helft toegenomen (+44 %) in 3 jaar (van 2015 tot 2018). Deze toename hangt samen met de lancering in 2015 van het «S»-aanbod in de voorsteden, de uitbreiding ervan en de promotiecampagnes tussen 2015 en 2018. Dit resultaat bevestigt dat de trein als aanvulling op het aanbod van de MIVB steeds meer beschouwd wordt als een snel, veilig en comfortabel alternatief voor de auto. ENKELE CIJFERS
station per 4,6 km² in Brussel, tegenover één station per 55 km² in België.
De NMBS baat 34 stations uit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, op een grondgebied van 161,4 km². In 2020 wordt een 35e station geopend in Anderlecht-COOVI. Dat betekent gemiddeld één
Door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest loopt ongeveer 75 km spoorweg. Er is met andere woorden gemiddeld een station om de 2,2 km op de spoorwegen op dit grondgebied.
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
05
ACTUALITEIT
HET BRUSSELSE VOORSTADSNET Onderstaande kaart biedt een overzicht van de S-verbindingen die Brussel met de rand verbinden over een afstand van 30 km. De witte, niet grijs
DE VOORSTADSBEDIENING OP HET GRONDGEBIED VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST In 2019 bestaat het S-aanbod in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uit de volgende treinen:
gemaakte zone, stelt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor waarop ingezoomd wordt. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt bediend met 12 voorstedelijke S-verbindingen die sinds 2015 de spoorwegschakel van het GEN vormen.
Deze treinen rijden de hele dag door volgens een klokvaste bediening. De IC27 rijdt quasi als stoptrein door de stad, zodat deze verbinding beschouwd kan worden als een deel van het voorstadsnet. Deze trein verbindt Brussel met Brussels Airport. De Brusselse stations worden bediend door 12 voorstedelijke verbindingen. Aangezien 4 treinen (5 in de piekuren) om het halfuur rijden, zijn er dus elk uur 16 S-treinen x 2 richtingen = 32 S-treinen. Op een gewone werkdag stoppen die treinen in totaal 250 keer per uur in een Brussels station (voor beide richtingen samen). Voor 35 stations betekent dit dat er per station gemiddeld 7,4 keer per uur een S-trein stopt. En elke minuut worden er 4 Brusselse stations bediend door een S-trein. Het weekendaanbod werd geleidelijk aan uitgebreid. Zo werden de S5 en de IC27 aan het aanbod op zaterdag en zondag toegevoegd, en rijden er tegenwoordig twee treinen per uur op zaterdag op de S1- en S2-verbinding. Dit voorstedelijk aanbod wordt aangevuld met 19 IC-treinen (x 2 richtingen) die de grote stations van de Noord-Zuidverbinding en de Europese wijk met elkaar verbinden.
06
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
ACTUALITEIT
DE BELANGRIJKSTE VERBINDINGEN IN DE STAD
Een oost-westverbinding tussen Sint-AgathaBerchem, Jette en Etterbeek via de Europese wijk, waarop de S4 rijdt.
In de stad zijn dit de belangrijkste S-verbindingen:
Een kort westelijk ringspoor tussen Anderlecht, Molenbeek en Jette, waarop de S10 rijdt.
Un axe nEen noord-zuidas tussen Ukkel, Vorst en Schaarbeek via het stadscentrum (NoordZuidverbinding), waarop de S1, S2, S3 en S6 rijden.
Een asverbinding tussen Watermaal-Bosvoorde, Elsene, Etterbeek, de Europese wijk en het stadscentrum, verzekerd door de S8.
en oostelijk ringspoor tussen Ukkel, Elsene, E Evere en Haren via de Europese wijk (lijn 26), waarop de S5, S7, S9 en IC27 rijden.
DE BEDIENINGSFREQUENTIE VAN DE BRUSSELSE STATIONS De vervoersplannen die sinds december 2014 achtereenvolgens werden ingevoerd, hebben de bedieningsfrequentie in de Brusselse stations duidelijk doen toenemen. Meer dan de helft van de verbindingen rijdt in 2018 met 3 treinen per uur in beide richtingen.
Met de opening van het station van AnderlechtCOOVI, een ontsluitingsroute zuid-west-centrum tussen dit station en het stadscentrum, verzekerd door de S3.e S3.
Aantal S-treinen per uur en per richting in de Brusselse stations in 2018
Aantal stations
4 of meer
14
3
4
2
9
1
7
Totaal
34
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
07
ACTUALITEIT
Onderstaande kaart stelt de bedieningsfrequentie per station schematisch voor. We stellen vast dat de stations van het oostelijk ringspoor (lijn 26) tussen Moensberg en Haren zeer goed bediend worden. De beperkte bediening van het westelijk ringspoor (lijn 28) is te wijten aan de moeilijkheden die er zijn
om een afdoende bediening te organiseren op deze lijn, doordat het een geografisch beperktere lijn is, die helemaal parallel naast de metrolijn loopt (lijnen 2 en 6). Voor 2020 staat de opening van nieuwe infrastructuur gepland die het mogelijk zal maken om de bediening uit te breiden.
>>Bedieningsfrequentie per richting --Groen: minimum 2 treinen op daluur / minimum 4 treinen op pickuur --Oranje: 2 treinen np daluur / minder van 4 treinen op pickuur --Rood: geen trein op daluur / geen 4 treinen op pickuur
08
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
ACTUALITEIT
Onderstaande tabel vermeldt het aantal stops die de treinen (IC- en S-treinen door elkaar) maken op een gemiddelde werkdag in elk van de Brusselse stations, volgens het vervoersplan van december 2014 en volgens dat van december 2017. Sinds december 2014 is het totaal aantal stops toegenomen met 15 %. Als we van dat totaal het aanbod in de 5 grootste stations aftrekken,
Station
waar zowat IC-treinen stoppen, dan is het aantal stops met 35 % gestegen. Die stijging is toe te schrijven aan de uitrol van het S-aanbod in de secundaire stations, in het bijzonder op het oostelijke ringspoor door de opening van de Schuman-Josafattunnel, en aan de uitbreiding van de dagelijkse amplitude.
Aantal stops op een werkdag VP 12/2014
VP 12/2017
BRU.-NOORD/NORD
1 090
1 107
BRU.-CENT.
1 083
1 092
9
1%
BRU.-MIDI/ZUID
1 184
1 153
-31
-3%
BRU.-LUXEMBG
307
346
39
13%
BRU.-SCHUMAN
217
345
128
59%
ETTERBEEK
225
262
37
16%
JETTE
167
173
6
4%
SCHAARBEEK/SCHAERBEEK
255
243
-12
-5%
57
214
157
275%
119
159
40
34%
75
75
0
0%
BORDET BOONDAEL/BOONDAAL BOITSFORT/BOSVOORDE UCCLE/UKKEL-CALEVOET
Evolutie 17
2%
59
67
8
14%
ST-JOB
119
159
40
34%
BOCKSTAEL
105
108
3
3%
66
68
2
3%
BERCHEM-ST-AG.-BERCHEM VIVIER D'OIE/DIESDELLE
119
159
40
34%
MEISER
57
148
91
160%
BRU. CONG.
55
56
1
2%
EVERE
57
148
91
160%
MERODE
57
52
-5
-9%
MOENSBERG
85
93
8
9%
HAREN-ZUID/SUD
62 -
64
2
GERMOIR/MOUTERIJ
97
97
3% -
DELTA
57
52
-5
-9%
FOREST-MIDI/VORST-ZUID
62
64
2
3%
UCCLE/UKKEL-STALLE
38
38
0
0%
HAREN
53
92
39
74%
FOREST-EST/VORST-OOST
38
66
28
74%
WATERMAEL/WATERMAAL
36
36
0
0%
SIMONIS
27
29
2
7%
BRU.-CHAP./KAP.
29
29
0
0%
BRU.-WEST/OUEST
27 -
29
2
29
29
7% -
-
28
28
-
TOTAAL 5 grote stations
3 881
4 043
162
4%
TOTAAL andere stations
2 106
2 837
731
35%
TOTAAL
5 987
6 880
893
15%
TOUR ET TAXIS/THURN EN TAXIS ARCADEN
>>Aantal stops die de treinen maken op een gemiddelde werkdag op beide richtingen
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
09
ACTUALITEIT
DE INTERMODALITEIT
Source : Bruxelles Mobilité
Source : Bruxelles Mobilité
Het voorstadsaanbod van NMBS strekt zich uit tot 30 km rond Brussel en is ontworpen als geïntegreerd aanbod dat complementair is met dat van de MIVB (zie kaart) en van de andere openbaarvervoersoperatoren. Het vervangt hun aanbod met andere woorden niet. Dat werd zo bepaald in de GEN-overeenkomst van 2003.
10
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
Onderstaande kaart stelt de belangrijkste knooppunten voor, waar kan worden overgestapt van het voorstadsaanbod op de Brusselse metro, in 9 intermodale stations. Een 10e belangrijk knooppunt zal gecreëerd worden zodra metro noord (ontwerpfase) tot aan het station Bordet zal rijden.
ACTUALITEIT
REISTIJD Onderstaande tabel geeft een voorbeeld van de reistijden per trein tussen verschillende vertrek- en bestemmingsstations in de stad. De reistijd per trein wordt vergeleken met de reistijd voor het
vergelijkbare traject met de auto (bron: Google Maps, maximale reistijd in spitsuren en minimale reistijd buiten de spitsuren). We stellen vast dat de reistijd per trein bijna altijd korter is dan die per auto. Dat verschil is nog uitgesprokener tijdens de spitsuren.
Reistijd Verbinding
Aanbod Per trein
Per auto min-max
Arcaden <> Bordet
S7 (1/h)
15’
20’ – 50’
St.-Agatha-Berchem <> Schuman
S4 (1/h)
15’
20’ - 40’
St.-Agatha-Berchem <> Etterbeek
S4 (1/h)
22’
26’ – 1u00’
St.-Agatha-Berchem <> Brussel-Zuid
S10 (1/h)
21’
20’ - 40’
Bosvoorde <> Brussel-Schuman
S8 (2/h), S81 (2/h in de spitsuren)
12’ – 13’
20’ – 45’
Bosvoorde <> Brussel-Noord
S8 (2/h)
19’- 20’
20’ – 45’
Brussel-Centraal <> Schaarbeek
S1 (2/h), S2 (2/h), S6 (1/h)
11’
16’ - 28’
Brussel-Centraal <> Jette
S3 (1/h) - S10 (1/h)
13’
16’ – 35’
Kalevoet < > stadscentrum
S1 (2/h)
11’ - 14’
20’ – 35’
Congres <> Ukkel-Kalevoet
S1 (2/h)
17’
18’ – 40’
Vorst-Oost < > Brussel-Centraal
S1 (2/h)
10’
14’ - 30’
Vorst-Oost < > Schaarbeek
S1 (2/h)
21’
24’ – 1h05’
Vorst-Oost < > Ukkel-Kalevoet
S1 (2/h)
3’
10’ – 18’
Vorst-Zuid< > Brussel-Centraal
S2 (2/h)
10’
16’ - 40’
Vorst-Zuid < > Schaarbeek
(S2, 2/h)
22’
22’ – 1h10’
Mouterij <> Bordet
S5 (2/h), S9 (1/h)
16’
14’ - 30’
Jette <> Brussel-Zuid
S3 (1/h) en S10 (2/h)
14’ - 18’
16’ - 45’
Jette <> Schuman
S4 (1/h)
10’
14’ - 40’
Luxemburg <> Jette
S4 (1/h)
14’
12’ - 40’
Luxemburg <> Sint-Job
S5 (2/h), S9 (1/h), IC 27 (1/h)
15’
14’ - 30’
Moensberg < > Bordet
S5 (2/h) - S7 (1/h)
26’ - 32’
30’ – 60’
Meiser <> Schuman
3/h – S5, S9
4’
8’ – 16’
Schaarbeek < > Brussel-Zuid
5/h – S1, S2, S6
14’
18’ - 35’
Diesdelle < > Schuman
IC 27 (1/h) - S5 (2/h) - S9 (1/h)
16’ - 18’
16’ – 35’
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
11
ACTUALITEIT
GEBRUIK VAN DE NMBSTREINEN BINNEN BRUSSEL De verkoopstatistieken van NMBS-vervoerbewijzen in onderstaande tabel tonen recent een zeer positieve evolutie (aantal reizigers + 44 %) voor het treingebruik binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Die evolutie is te danken aan de lancering van de S-treinen in 2015, aan de verbeteringen van het S-aanbod, aan de leesbaarheid van dit aanbod, en aan de reclame- en communicatiecampagnes die werden georganiseerd gezet tussen 2015 en 2018. In absolute waarden blijven de cijfers echter nog aan de lage kant ten opzichte van het volume reizigers dat NMBS globaal vervoert van/naar/in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (> 52 miljoen reizigers in 2018) en het aantal reizigers dat de MIVB vervoert op zijn stadsnet (> 400 miljoen reizigers in 2018). 2015 Reizigers
2018
2018-2015
1.304.000 1.873.000 569.000
Reizigers-km 3.660.000 5.328.000 1668.000
44 % 46 %
Verkoop van NMBS-vervoersbewijzen binnen het Brussels Gewest
Merk op dat de door NMBS gerealiseerde verkoop als indicator van het werkelijke gebruik van de trein binnen Brussel een sterke onderschatting (met factor 2?) inhoudt, aangezien: het gebruik van abonnementen met als bestemming ‘alle Brusselse stations’ niet in aanmerking wordt genomen, de NMBS-aansluitingen met een Jump-vervoerbewijs die gebruikt en gevalideerd werden op de andere netten niet meegeteld werden en gezien de fraude die gepaard gaat met het beperkter aantal controles aan boord van de treinen tijdens hun traject door Brussel. Uit enquêtes die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tussen 2011 en 2017 afnam bij de reizigers die de belangrijkste Brusselse stations verlieten, bleek dat het aantal intraregionale verplaatsingen
12
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
respectievelijk 6 % en 8 % van het totale aantal verplaatsingen bedraagt. Wanneer we die percentages toepassen op de totale verkoop van NMBS, krijgen we een volledigere evaluatie (echter uitgezonderd Passes) met een zeer positieve evolutie (+ 53 %).
CONCLUSIES Sinds de lancering van het voorstedelijk treinaanbod (S-treinen) in 2015, is het S-aanbod naar, van en in Brussel aanzienlijk uitgebreid. Momenteel bestaat het aanbod uit 12 verbindingen waarvan sommige door twee treinen per uur bediend worden. Het aantal stops door treinen in het Brussels Gewest is sinds 2015 aanzienlijk toegenomen, in die mate dat een steeds groter aantal Brusselse stations momenteel over vier stilstanden per uur en per richting beschikt. Bovenop de opdracht om Brussel te verbinden met zijn rand, bieden de S-verbindingen op tal van trajecten tussen verschillende stadswijken een interessant openbaarvervoersaanbod, die een mooie aanvulling vormen op het aanbod van de MIVB. Ze vormen een competitief alternatief voor de auto. Steeds meer Brusselaars kiezen voor de S-trein. Uit de verkoopstatistieken van de NMBS blijkt dat het gebruik van de trein voor verplaatsingen binnen het Brussels Gewest in drie jaar tijd met ongeveer 50 % toegenomen is. Dat is bijzonder goed nieuws. De verdere ontwikkelingen van het treinaanbod van, naar en in Brussel, die voorzien zijn in het GENVijfjarenplan, zullen het S-aanbod de komende jaren nog aantrekkelijker maken. Tegelijkertijd moeten de promotiecampagnes en communicatie-inspanningen voortgezet worden om nog meer Brusselaars (en uiteraard ook niet-Brusselaars) te overtuigen om de voorstadstrein te nemen voor hun verplaatsingen.
ACTUALITEIT >>Erik CAELEN - Raadgevende Commissie Wegverkeer (RCWV) >>Eric TRONISECK - Politiecommissaris, Coördinator federale politie – Centrex Wegverkeer
WIJZIGINGEN VAN HET VERKEERSREGLEMENT TEN GUNSTE VAN DE ACTIEVE MOBILITEIT De Wegcode werd recent gewijzigd teneinde het verkeer van fietsen, cargo-fietsen, trottinetten en voetgangers te bevorderen. Tevens werd er een definitie van luchthavengebieden, waar het verkeersreglement niet van toepassing is, ingevoegd. Op 13 april laatstleden heeft het parlement 3 wetten goedgekeurd die het verkeersreglement wijzigen. Zij zijn in voege getreden op 31 mei en 1 juli. De artikels die gewijzigd werden betreffen vooral de actieve modi.
• op voorbehouden wegen aangeduid met een verkeersbord F99a en F99b; • in schoolstraten.
Definitie en verkeer in schoolstraten (art. 2.68 en art.22undecies) In de definitie van de schoolstraat wordt er nu verduidelijkt dat motorvoertuigen verboden zijn behalve indien een onderbord een uitzondering voorziet. Voor de Franstaligen moet het hek verplaatsbaar zijn, terwijl voor de Nederlandstaligen het ook een vaste afsluiting kan zijn. Er wordt niet verduidelijkt of er moet rekening worden gehouden met de taalrol van de wegbeheerder of van de school. De schoolstraten zijn voorbehouden voor voetgangers en fietsers, maar nu ook voor rijwielen en speed pedelecs. Daarenboven mogen de bewoners van de straat of die een garage bezitten in die straat nog steeds de schoolstraat uitrijden met hun motorvoertuig, maar ze mogen er niet meer inrijden (tenzij ze een vergunning hebben).
Gemotoriseerde voortbewegingstoestellen (art 2.15.2)
Met de aanpassing van de bepaling van het rijwiel worden drie-en vierwielers van minder dan 1 meter breed gelijkgesteld met fietsers. Dat is van belang, bv. voor bakfietsen en fietsen voor personen met beperkte mobiliteit, die vaak 3 of 4 wielen hebben.
De snelheid die, naar bouw en vermogen, mag ontwikkeld worden door een gemotoriseerd voortbewegingstoestel wordt van 18 km/u gebracht naar 25 km/u op een horizontale weg. De snelheid van 18 km/u is immers in tegenspraak met de Europese normen die een maximumsnelheid van 25 km/u bepalen. De bepalingen uit Europese norm EN 17128/2017 zijn weliswaar nog ontwerpteksten en zijn juridisch niet afdwingbaar, maar ze worden wel al nageleefd door de producenten. Daardoor hebben zo goed als alle gemotoriseerde voortbewegingstoestellen een, door de constructie bepaalde, maximumsnelheid van 25 km/u.
Op deze manier worden ze, onder meer, toegelaten op volgende plaatsen:
De wetgever geeft tevens een nietlimitatieve opsomming van gemotoriseerde voortbewegingstoestellen.
Aanpassing van de bepaling “rijwiel” (art.2.15.1)
• tegen de richting in een eenrichtingsstraat (onderbord M2); • bij “uitgezonderd plaatselijk verkeer”, bepaald in artikel 2.47. van de Wegcode; • in voetgangerszones aangeduid met een verkeersbord F103;
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
13
ACTUALITEIT
Jonge fietsers (art. 9.1.2. 5°) Voortaan mogen jonge fietsers tot de leeftijd van 10 jaar (voorheen 9 jaar) in alle omstandighedengebruik maken van trottoirs en verhoogde bermen. Deze afwijking is niet langer onderworpen aan het gebruik van een kinderfiets.
In tegenstelling tot de driekleurige verkeerslichten die de verlichte silhouet van een fiets voorstellen, gelden deze lichten niet voor bestuurders van tweewielige bromfietsen.
De voorwaarde dat zij de andere weggebruikers niet in gevaar mogen brengen werd niet herhaald. Dit principe is immers reeds opgenomen in artikel 7.1, tweede lid en 7.2 en blijft dus onverminderd van toepassing.
Zijdelingse afstand (art. 40.7 & 40ter) Om de veiligheid van voetgangers en fietsers te garanderen moeten bestuurders buiten de bebouwde kom voortaan een zijdelingse afstand van 1,5 meter in plaats van 1 meter respecteren tussen het voertuig en de zwakke weggebruiker. Dat geldt zowel ten aanzien van voetgangers, als van fietsers en tweewielige bromfietsen.
Speed pedelecs naast elkaar (art. 43.2) Bestuurders van speed pedelecs mogen, onder dezelfde voorwaarden als de fietsers, naast elkaar rijden wanneer zij de rijbaan volgen. Het kruisen moet mogelijk blijven.
Voetgangers – gebruik van oversteekplaatsen (art. 42.4.1) De verplichting voor voetgangers om gebruik te maken van de oversteekplaats wordt versoepeld. Deze verplichting geldt thans indien de oversteekplaats zich op minder dan ongeveer 20 meter afstand bevindt.
VERKEERSLICHTEN Nieuwe verkeerslichten mogen nu geplaatst worden om de veiligheid en het vlot verkeer van voetgangers en fietsers te garanderen.
Bijkomend oranjegeel knipperend licht met het fietssilhouet (art. 61.1.9°) Met deze aanpassing wordt in het wegverkeersreglement de mogelijkheid ingevoerd van een oranjegeel knipperend licht met het silhouet van een fiets en met een oranje-gele knipperende pijl. Dit betekent dat fietsers en bestuurders van speed pedelecs bij rood of oranje-geel licht toch in de richting aangeduid door de oranje-gele pijl mogen verder rijden. Dit systeem komt te staan naast het bestaande systeem van de borden B22 of B23 dat eveneens wordt behouden. Maar wanneer het verkeersbord B22 of B23 geplaatst wordt, geldt de toelating om het rode licht voorbij te rijden in de richting aangegeven door een gele pijl, enkel voor fietsers.
Vierkant groen voor fietsers en voetgangers (art. 63.1.5) De verkeersveiligheid van fietsers is en blijft een heikel punt en de roep naar conflictvrije kruispunten is groot. Eén van de mogelijke oplossingen kan het verkeerlichtenprincipe alle fietsers tegelijk groen zijn. Met deze aanpassingen van de Wegcode wordt het principe mogelijk gemaakt.
Lichten voor fietsers en voetgangers (art. 61.1.8°) Verkeerslichten met dubbele lens (verlichte silhouet van een fiets en voetganger) gelden zowel voor fietsers als voor voetgangers. Dit vergemakkelijkt de leesbaarheid voor de fietsers want deze lichten worden geplaatst aan de overzijde van de oversteek, en niet ervoor. Dit vermijdt dus ook het plaatsen van twee lichten. Alle fietsers tegelijk groen is een manier om twee- of driekleurige verkeerlichten te regelen op kruispunten. Op een kruispunt met vierkant groen kan aan alle overstekende voetgangers en fietsers tegelijk groen gegeven worden in elke mogelijke oversteekbeweging. Het gemotoriseerd verkeer wordt op dat moment in alle richtingen gestopt. Afhankelijk van de lokale situatie kan gekozen worden om in vierkant groen te voorzien enkel
14
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
ACTUALITEIT
voor fietsers, voor fietsers en voetgangers, of voor voetgangers alleen. Bij de afwikkeling van verkeersstromen op een kruispunt wordt op die manier voorrang gegeven aan voetgangers en fietsers conform het STOP-principe. Praktijk in het buitenland (Nederland) en proefproject in binnenland (Hasselt) tonen aan dat het principe “Alle fietsers tegelijk groen” twee belangrijke voordelen heeft: • Ten eerste zijn er geen conflicten tussen fietsers en gemotoriseerde voertuigen op het kruispunt. Ongevallen tussen rechtdoorgaande (of links afslaande) fietsers en rechts afslaande voertuigen worden vermeden. Dat is van groot belang voor de verkeersveiligheid, meer bepaald voor de dodehoekproblematiek. De regeling kan bijgevolg voordelen opleveren op kruispunten met veel rechts afslaand autoverkeer. Vierkant groen wordt relatief conflictvrij genoemd. Er zijn geen potentiële ‘harde’ conflicten met gemotoriseerd verkeer, maar wel potentiële ‘zachte’ conflicten met andere fietsers. • Een tweede voordeel van vierkant groen is dat fietsers kunnen afslaan in één beweging, zonder extra stop voor een tweede verkeerslicht. Dat leidt tot kortere gemiddelde en maximale wachttijden voor fietsers die links af moeten slaan. Indien er één fietsfase per cyclus is ingesteld, neemt de gemiddelde verliestijd van rechtdoor gaande fietsers toe. Daarom wordt aangeraden om twee fietsfasen per cyclus in te stellen. Zo halveert de gemiddelde wachttijd bijna.
Fietszones (art. 22novies et art. 65) De Wegcode voorziet in de mogelijkheid om aan fietsstraten een zonale geldigheid te geven. Een fietsstraat moet immers aan elke toegang aangeduid worden door het bord F111. Op de plaatsen waar verschillende fietsstraten samenkomen, kan deze regel een overaanbod van verkeerstekens creëren dat de leesbaarheid van de weg in het gedrang brengt. De invoering van een zonale geldigheid lost dat probleem op. Daarenboven was de fietsstraat enkel van toepassing voor fietsers. Met deze nieuwe wijziging genieten de bestuurders van rijwielen of van speed pedelecs nu dezelfde bescherming in de fietsstraten/zones. Ter herinnering, in fietsstraten mogen fietsers, bestuurders van rijwielen en speed pedelecs de hele breedte van de rijbaan gebruiken voor zover deze slechts is opengesteld in hun rijrichting en de helft van de breedte langs de rechterzijde indien de rijbaan is opengesteld in beide richtingen. Bestuurders van motorvoertuigen hebben toegang tot fietsstraten, maar mogen er fietsers niet inhalen. De snelheid blijft er beperkt tot 30 km/u voor alle weggebruikers.
Om de regeling ook mogelijk te maken voor voetgangers, werd artikel 63 van de Wegcode aangepast.
Luchthavengebied (art. 57 en art. 71) Er wordt een definitie in de Wegcode voorzien ter aanduiding van luchthavengebieden, die voorheen geen afzonderlijke bepalingen en signalisatie in de Wegcode genoten, maar waarvoor – net zoals bij havengebieden – de Wegcode geheel of gedeeltelijk buiten werking kan worden gesteld door de bevoegde overheid. Er worden ook borden (F119 en F120) voorzien ter aanduiding van luchthavengebieden.
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
15
ONDER DE LOEP >>Paul DE SCHEPPER - Voorzitter Verkeerscommissie Evergem >>Erik CAELEN - Brulocalis - Secretaris van de Raadgevende Commissie voor het Wegverkeer (RCWV) >>Peter VAN DE VEIRE - Diensthoofd gemeentewerken Evergem
EEN VERHAAL OVER FIETSERS, RIJWIELEN, GEMOTORISEERDE TWEE-, DRIE OF VIERWIELERS, ELEKTRISCHE FIETSEN EN SPEED PEDELECS. GERAAK JE ER NOG AAN UIT? Fietsers moeten het fietspad gebruiken. Maar hoe zit het met de rijwielen? Bovendien, wat wordt er bedoeld met ‘rijwielen’? En speed pedelecs, waar kunnen of moeten zij rijden? De komst van allerlei nieuwe verplaatsingswijzen maakt de wetgeving ingewikkelder. Daarom bieden wij hier een handig overzicht voor de weggebruiker, maar ook voor wegbeheerder die met al deze aspecten rekening moet houden bij de inrichting van wegen. Naast fietsers die de klassieke ‘stadsfiets’ gebruiken hebben we nu meer en meer fietsers die zich aan hogere snelheden met hun koersfiets verplaatsen voor het woon en werk verkeer. Bakfietsen in allerlei vormen zijn meer en meer in gebruik. Deze fietsen rijden niet sneller, maar nemen een pak meer plaats is. Elektrische fietsen zijn niet alleen meer voor senioren die een extraatje aan kracht kunnen gebruiken, maar ze zijn ook een steun voor pendelaars om moeilijke omstandigheden zoals tegenwind en heuvels te overwinnen. De speed pedelecs brengen het fietsen letterlijk en figuurlijk in een hogere versnelling, waardoor een actieve weggebruiker plotseling gelijke tred houdt met autoverkeer in de dorpskernen. Dan zijn er nog de bromfietsen of scooters klasse A (max. 25 km/u) en B (max. 45 km/u) die als alternatief voor de auto worden ingezet.
Voetgangers Een voetganger is een persoon die zich te voet verplaatst. Maar worden ook gelijkgesteld met voetgangers: • personen die een kruiwagen, een kinderwagen, een rolstoel of enig ander voertuig zonder motor dat geen bredere dan de voor de voetgangers vereiste ruimte nodig heeft, aan de hand leiden; • personen die een fiets , een gemotoriseerd rijwiel of een tweewielige bromfiets aan de hand leiden; • gebruikers van voortbewegingstoestellen als ze niet sneller rijden dan stapvoets.
En vergeten we tot slot ook de nieuwe vervoersvormen niet, zoals de hoverboards, e-steps, monowheels en andere toestellen niet. Deze toestellen kunnen ideaal worden ingezet als voor en na transport bij openbaar vervoer. Al deze weggebruikers moeten zich in een continue, obstakelvrije en verkeersveilige omgeving kunnen verplaatsen. Uiteraard is de infrastructuur zeer belangrijk. Voor een wegbeheerder is het dus belangrijk om te weten welk deel van de openbare weg elk van deze weggebruikers moet volgen.
DE WEGGEBRUIKERS ZOALS IN HET VERKEERSREGLEMENT GEDEFINIEERD Een weggebruiker is elke persoon die van de openbare weg gebruik maakt als voetganger of als bestuurder.
16
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
Bestuurders Iedereen die een voertuig bestuurt of trek, lastof rijdieren of vee geleidt of bewaakt is een bestuurder. Iemand die een ingespannen boerenkar of huifkar met paard of een niet ingespannen rijpaard (ruiter) of een of meer koeien begeleidt, is dus een bestuurder.
ONDER DE LOEP
Iemand die een nietbereden motorfiets of defecte auto voortduwt, blijft eveneens een bestuurder. Is geen bestuurder: iemand die een fiets, een gemotoriseerd rijwiel, een bromfiets of een voortbewegingstoestel aan de hand leidt. Zij moeten dus de regels volgen die voor de voetgangers van toepassing zijn.
Voorbeelden: fiets, driewieler, vierwieler Een gocart zoals ze veel aan de kust verhuren, is een rijwiel. !NIEUW!: Drie- en vierwielers die een breedte hebben van maximum 1 meter worden gelijkgesteld met fietsen.
De fiets
DE VOERTUIGEN ZOALS IN HET VERKEERSREGLEMENT GEDEFINIEERD Een voertuig is elk middel van vervoer te land, alle verrijdbaar landbouwen bedrijfsmateriaal. Voertuigen kunnen worden ingedeeld in motorloze voertuigen en motorvoertuigen. Motorloze voertuigen zijn voertuigen zonder motor, zoals een fiets, drieof vierwieler, kruiwagen, invalidenwagentje, boodschappenkarretje, stootkar, aanhangwagen, caravan, boerenkar …
Een rijwiel kan dus 2 of meer wielen hebben, een fiets heeft slechts twee wielen. Een fiets is een rijwiel, maar elk rijwiel is dus niet altijd een fiets. Maar drie- en vierwielers die een breedte hebben van max. 1 meter worden gelijkgesteld met fietsen. Bepaalde regels in het verkeersreglement hebben enkel betrekking op fietsen en niet op rijwielen: • Fietsen mogen onder bepaalde voorwaarden met twee naast elkaar rijden, rijwielen niet.
Elk voertuig dat met een motor is uitgerust en dat is bestemd om op eigen kracht te rijden is een motorvoertuig, bv. een bromfiets, een motorfiets, een motordriewieler, een motorvierwieler of een auto.
• Enkel fietsers moeten gebruik maken van de fietspaden, rijwielen moeten gebruik maken van de rijbaan.
Het rijwiel
• Fietsers hebben toegang tot wegen die voorbehouden zijn voor het plaatselijke verkeer, of voor plaatselijke bediening en hebben ook toegang tot de speelstraten en de schoolstraten.
Een rijwiel is een voertuig met twee of meer wielen dat • door één of meer gebruikers wordt voortbewogen door pedalen of handgrepen • niet met een motor is uitgerust. Maar de bevestiging van een elektrische hulpmotor met een max. vermogen 0,25 kW waarvan de drijfkracht geleidelijk verminderd en tenslotte wordt onderbroken wanneer voertuig een snelheid van 25 km per uur bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen, brengt geen wijziging in de classificatie.
• Wegen kunnen worden voorbehouden aan fietsers door het verkeersbord F99a en F99b.
• Door het plaatsen van onderborden mogen fietsers in eenrichtingsstraten in de tegenovergestelde richting rijden. • Door het plaatsen van opschriften hebben fietsers toegang tot de busstroken en de overrijdbare beddingen evenals tot de voetgangerszones. • Fietsers mogen zich opstellen in een opstelvak voor fietsers.
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
17
ONDER DE LOEP
Het voortbewegingstoestel Een “voortbewegingstoestel” is : • ofwel een “niet-gemotoriseerd voortbewegingstoestel”, d.w.z. elk voertuig dat niet beantwoordt aan de definitie van rijwiel, dat door de gebruiker of de gebruikers door middel van spierkracht wordt voortbewogen en niet met een motor is uitgerust; • ofwel een “gemotoriseerd voortbewegingstoestel”, d.w.z. elk motorvoertuig met één of meer wielen dat door bouw en motorvermogen, op een horizontale weg, niet sneller kan rijden dan 25 km per uur, onder meer:les chaises roulantes électriques ; –– elektrische rolstoelen; –– elektrische rolwagens voor personen met verminderde mobiliteit; –– gemotoriseerde autopeds; –– zelf balancerende een- of tweewielige elektrische toestellen.
• uitgerust met een hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning; • waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximum 25 km per uur; • met uitsluiting van de rijwielen. De cilinderinhoud van een motor met inwendige verbranding bedraagt ten hoogste 50 cm³ en het nettomaximumvermogen 1 kW. Voor een elektrische motor bedraagt het nominaal continu maximumvermogen ten hoogste 1 kW. De bestuurders van tweewielige gemotoriseerde rijwielen worden gelijkgesteld met fietsers. De bestuurders van drieof vierwielige gemotoriseerde rijwielen worden gelijkgesteld met de bestuurders van drieof vierwielige rijwielen. De voorschriften die de andere weggebruikers moeten naleven ten opzichte van respectievelijk fietsers en bestuurders van drie- of vierwielige rijwielen, gelden eveneens ten opzichte van bestuurders van gemotoriseerde rijwielen.
Voor de toepassing van het Verkeersreglement worden de gemotoriseerde voortbewegings toestellen niet gelijkgesteld met motorvoertuigen. De gebruiker van een voortbewegingstoestel, die niet sneller dan stapvoets rijdt, wordt niet gelijkgesteld met een bestuurder maar met een voetganger. Als hij sneller dan stapvoets rijdt, wordt hij gelijkgesteld met een fietser. Een voortbewegingstoestel moet niet worden ingeschreven en moet dus ook geen nummerplaat hebben. De voorschriften die de andere weggebruikers moeten naleven ten opzichte van respectievelijk voetgangers en fietsers, gelden eveneens ten opzichte van gebruikers van voortbewegingstoestellen.
Het gemotoriseerd rijwiel Een gemotoriseerd rijwiel is een tweedrieof vierwielig voertuig met pedalen:
18
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
De bromfiets Bromfietsen worden in drie klassen onderverdeeld: de bromfiets klasse A, de Bromfiets klasse B en de speed pedelec.
ONDER DE LOEP
De bromfiets klasse A Dit wil zeggen elk twee- of driewielig voertuig uitgerust met een motor met inwendige verbranding waarvan de cilinderinhoud ten hoogste 50 cm³ bedraagt met een netto-maximumvermogen van ten hoogste 4 kW, of met een elektrische motor met een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4 kW en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van 25 km per uur, met uitsluiting van de gemotoriseerde voortbewegingstoestellen.
Voor vierwielige bromfietsen met een gesloten bestuurders- en passagiersruimte die maximaal van drie zijden toegankelijk is, bedraagt het netto-maximumvermogen of het nominaal continu maximumvermogen ten hoogste 6 kW.
De bromfiets klasse B Een bromfiets klasse B is: • elk tweewielig voertuig met uitsluiting van de bromfietsen klasse A en van de gemotoriseerde voortbewegingstoestellen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van ten hoogste 45 km per uur en met de volgende kenmerken: –– een cilinderinhoud van ten hoogste 50 cm³ met een netto-maximumvermogen van ten hoogste 4 kW indien het een motor met inwendige verbranding betreft, of –– een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4 kW indien het een elektrische motor betreft;
De speed pedelec Dit wil zeggen elk tweewielig voertuig met pedalen, met uitsluiting van de gemotoriseerde rijwielen, met een hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximum 45 km per uur, en met de volgende kenmerken: • een cilinderinhoud van ten hoogste 50 cm³ met een netto-maximumvermogen van ten hoogste 4 kW indien het een motor met inwendige verbranding betreft, of • een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4 kW indien het een elektrische motor betreft.
• elk drie- of vierwielig voertuig met uitsluiting van de bromfietsen klasse A, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van ten hoogste 45 km per uur en met de volgende kenmerken: –– een cilinderinhoud van ten hoogste 50 cm³ met een netto-maximumvermogen van ten hoogste 4 kW indien het een motor met elektrische ontsteking betreft, of –– een netto-maximumvermogen van ten hoogste 4 kW indien het een motor met compressieontsteking betreft, of –– een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4 kW indien het een elektrische motor betreft.
Bijkomende bepalingen voor bromfietsen A, B en speed pedelecs De maximale lege massa van de driewielige bromfietsen is beperkt tot 270 kg; deze van de vierwielige bromfietsen tot 425 kg; voor de elektrische voertuigen geldt die massa evenwel zonder de batterijen.
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
19
ONDER DE LOEP
OPGELET ! VERANDERING VAN STATUUT VAN EEN “VOERTUIG” DIE NIET BEREDEN IS! Worden niet beschouwd als een voertuig maar als een voorwerp: • een niet bereden rijwiel • een niet bereden fiets • een niet bereden voortbewegingstoestel • een niet bereden gemotoriseerd rijwiel • een niet bereden tweewielige bromfiets Een niet bereden bromfiets met meer dan twee wielen wordt daarentegen wel als een voertuig beschouwd. > De regels betreffende het parkeren verschillen naar gelang van het statuut van het voertuig (cfr. art 23 van het Verkeersreglement)
Drie- en vierwielige bromfietsen zijn uitgerust met maximaal twee zitplaatsen, inclusief de bestuurderszitplaats. De driewielige bromfiets met twee wielen die op dezelfde as zijn gemonteerd en waarvan de afstand tussen de middens van de contactvlakken van deze wielen met de grond kleiner is dan 0,46 m, wordt beschouwd als bromfiets met twee wielen. Bevestiging van een aanhangwagen aan een bromfiets brengt geen wijziging in de classificatie van dit voertuig. De voertuigen bestuurd door personen met een handicap, uitgerust met een motor die niet toelaat zich sneller dan stapvoets voort te bewegen, worden niet als bromfiets beschouwd.
DE FIETSINFRASTRUCTUUR Indien er geen specifieke fietsinfrastructuur aanwezig is, gebruiken de fietsers en de bromfietsers de rijbaan, net zoals de andere bestuurders.
Er is geen fietsinfrastructuur aanwezig Wanneer er geen fietsinfrastructuur aanwezig is, zijn er wel een aantal bijzondere gedragsregels die voor fietsers en bromfietsers van toepassing zijn. Zo mogend de fietsers en de bestuurders van speed pedelecs die de rijbaan volgen, met twee naast elkaar rijden, behalve wanneer het kruisen niet mogelijk is. Buiten de bebouwde kom moeten zij bovendien achter elkaar rijden bij het naderen van een achteropkomend voertuig. Fietsers moeten achter elkaar rijden wanneer een aanhangwagen aan een fiets gekoppeld is.
Fietspaden Een “Fietspad” is het deel van de openbare weg dat voor het verkeer van fietsen en tweewielige bromfietsen klasse A is voorbehouden door de verkeersborden D7, D9 of door de wegmarkeringen. Het fietspad maakt geen deel uit van de rijbaan.
Gemarkeerd fietspad Een gemarkeerd fietspad moet verplicht worden gevolgd indien dit fietspad zich rechts in de rijrichting bevindt. Een gemarkeerd fietspad is dus altijd een éénrichtingsfietspad. De volgende bestuurders moeten het gemarkeerd fietspad volgen: • Bestuurders van voortbewegingstoestellen als ze sneller rijden dan stapvoets; • Fietsers maar de drie- en vierwielers van minder dan 1 meter breed hebben de keuze; • Bestuurders van bromfietsen klasse A; • Bestuurders van speed pedelecs; • Bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B hebben de keuze om ofwel het fietspad te volgen, ofwel om de rijbaan te volgen indien de snelheid op de openbare weg beperkt is tot 50 km/uur. Indien de toegelaten snelheid op de openbare weg hoger is dan 50 km/uur, dan zijn zij verplicht om het fietspad te volgen.
Als er geen fietspad is, en op voorwaarde rechts in de rijrichting te rijden, mogen fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A de gelijkgrondse bermen en volgen en, buiten de bebouwde kommen, mogen de fietsers bovendien de trottoirs en verhoogde bermen volgen. Kinderen van minder dan 10 jaar mogen altijd de trottoirs en verhoogde bermen volgen.
20
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
ONDER DE LOEP
Fietspad aangeduid door het verkeersbord D7 Een fietspad aangeduid door het verkeersbord D7 moet worden gevolgd als het in de richting van de fietser is gesignaleerd. Een verkeersbord D7 kan dus ook een dubbelrichtingsfietspad aanduiden.
De volgende bestuurders moeten het fietspad D9 volgen: • Bestuurders van voortbewegingstoestellen als ze sneller rijden dan stapvoets; • Fietsers maar de drie- en vierwielers van minder dan 1 meter breed hebben de keuze; • Bestuurders van bromfietsen klasse A.
Deel van de openbare weg aangeduid met het verkeersbord D10 De volgende bestuurders moeten het fietspad D7 volgen: • Bestuurders van voortbewegingstoestellen als ze sneller rijden dan stapvoets; • Fietsers maar de drie- en vierwielers van minder dan 1 meter breed hebben de keuze; • Bestuurders van bromfietsen klasse A; • Bestuurders van speed pedelecs; • Bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B hebben de keuze om ofwel het fietspad te volgen, ofwel om de rijbaan te volgen indien de snelheid op de openbare weg beperkt is tot 50 km/uur. Indien de toegelaten snelheid op de openbare weg hoger is dan 50 km/uur, dan zijn zij verplicht om het fietspad te volgen. Onderborden kunnen het gebruik van het fietspad aangeduid door het verkeersbord D7 verplichten of verbieden voor tweewielige bromfietsen klasse B en/ of voor speed pedelecs.
Is een deel van de openbare weg aangeduid met het verkeersbord D10, dan moeten fietsers met inbegrip van de drie- en vierwielers van minder dan 1 meter breed en voetgangers dit deel van de openbare weg gebruiken. Het is voor de andere weggebruikers verboden om hier te rijden. Het verkeersbord D10 duid dus geen fietspad aan. Fietsers en voetgangers moeten hier hetzelfde deel van de openbare weg volgen. Voetgangers hebben geen voorrang ten opzichte van de fietsers en omgekeerd, de fietsers hebben geen voorrang ten opzichte van de voetgangers.
Voorbehouden wegen of delen van de openbare weg Een weg of een deel van een openbare weg kan worden voorbehouden voor een bepaalde weggebruikers. In tegenstelling tot een fietspad zijn de fietsers niet verplicht om deze wegen of delen van openbare wegen te volgen. Er zijn twee types van voorbehouden wegen, namelijk de wegen voorbehouden voor voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs, aangeduid door de verkeersborden F99a of F99b, en de wegen voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs, aangeduid door het verkeersbord F99c.
Fietspaden aangeduid door het verkeersbord D9 Een fietspad aangeduid door het verkeersbord D9 moet worden gevolgd als het in de richting van de fietser is gesignaleerd.
Verkeer op wegen voorbehouden voor voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs Op deze wegen is alleen het verkeer toegestaan van de categorieën van weggebruikers waarvan het symbool afgebeeld is op de verkeersborden die bij de toegang geplaatst zijn. Wanneer het symbool van een fiets is aangebracht op het verkeersbord, dan mogen alleen de fietsers gebruik maken van deze wegen of delen van de openbare wegen. Drie- of vierwielers mogen hier dus niet rijden (behalve als ze minder dan 1 meter breed zijn).
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
21
ONDER DE LOEP
Wanneer het symbool van een bromfiets aangevuld door de letter P wordt afgebeeld, dan mogen bestuurders van speed pedelecs er gebruik van maken, maar de andere bestuurders van bromfietsen niet. De snelheid van de bestuurders die toegelaten zijn op deze wegen is beperkt tot 30 km/u.
Beperkt eenrichtingsverkeer In een straat met éénrichtingsverkeer mogen de fietsers (maar ook de drie- en vierwielers die een breedte hebben van maximum 1 meter) in tegenrichting rijden wanneer een onderbord onder het verkeersbord C1 dit toelaat. Ook bromfietsen
Verkeer op wegen voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs Op deze wegen is alleen het verkeer toegestaan van de categorieën van weggebruikers waarvan het symbool afgebeeld is op de verkeersborden die bij de toegang geplaatst zijn. Wanneer het symbool van een fiets is aangebracht op het verkeersbord, dan mogen de fietsers gebruik maken van deze wegen, maar ook niet-gemotoriseerde drie- en vierwielers zijn er toegelaten. Wanneer het symbool van een bromfiets aangevuld door de letter P wordt afgebeeld, dan mogen bestuurders van speed pedelecs er gebruik van maken, maar de bestuurders van andere bromfietsen niet.
klasse A en speed pedelecs mogen in tegenrichting rijden wanneer op het onderbord, naast het logo van de fiets, het logo van een bromfiets is afgebeeld met respectievelijk de letter A en/of P is vermeld. Bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B mogen dus nooit in tegenrichting toegelaten worden in een straat met eenrichtingsverkeer.
Verkeer op busstroken en bijzondere overrijdbare beddingen
De bestuurders van andere bromfietsen (A en B) mogen wel gebruik maken van deze wegen wanneer zij zich begeven van en naar de aanliggende percelen. De snelheid van de bestuurders die toegelaten zijn op deze wegen is beperkt tot 30 km/u.
Infrastructuur waar fietsers over een bijzondere regeling genieten Fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen die de rijbaan volgen moeten dezelfde regels volgen als alle andere bestuurders, zoals bijvoorbeeld een autobestuurder. Maar om het fietsverkeer te bevorderen zijn in een aantal bijzondere omstandigheden een aantal specifieke regels van toepassing.
22
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
Fietsers, drie- en vierwielers die een breedte hebben van maximum 1 meter en bestuurders van tweewielige bromfietsen (A, B en P) mogen een busstrook of een bijzondere overrijdbare bedding volgen wanneer het symbool van een fiets en/of een bromfiets is aangebracht op de verkeersborden F17 en F18 of op een wit onderbord. Wanneer fietsers de rijstrook die voorbehouden is aan voertuigen van geregelde openbare diensten en aan voertuigen bestemd voor het ophalen van leerlingen of de bijzondere overrijdbare bedding mogen volgen, moeten zij achter elkaar rijden. Wanneer bromfietsers de bijzondere overrijdbare bedding mogen volgen, moeten zij achter elkaar rijden.
ONDER DE LOEP
Verkeer in wegen voorbehouden voor plaatselijk verkeer of plaatselijke bediening
Wanneer een verkeersbord wordt aangevuld door een onderbord met de vermelding “plaatselijk verkeer” of “plaatselijke bediening”, dan hebben alleen de voertuigen van de bewoners en hun bezoekers, de voertuigen voor levering inbegrepen, de voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer, de voertuigen voor onderhoud en toezicht, wanneer de aard van hun opdracht dit rechtvaardigt, de prioritaire voertuigen en fietsers en ruiters er toegang.
Verkeer in voetgangerszones Fietsers hebben toegang tot de voetgangerszones indien op het verkeersbord het logo van een fiets is afgebeeld.
De bestuurders van niet gemotoriseerde drie- en vierwielers en de bromfietsers (klasse A, B en speed pedelec) vallen niet onder deze regels en mogen een voetgangerszone niet inrijden.
Verkeer in fietsstraten
Besturen van rijwielen met drie- of vier wielen van meer dan 1 meter breed alsook bromfietsers (klasse A, B en speed pedelecs) hebben er dus geen toegang.
Verkeer in speelstraten
Alleen bestuurders van motorvoertuigen, die in de straat wonen of wier garage in die straat gelegen is, alsook prioritaire voertuigen, wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt, alsook voertuigen in het bezit van een vergunning afgegeven door de beheerder van deze wegen en fietsers, hebben toegang tot speelstraten.
Verkeer in schoolstraten
In de schoolstraten is de openbare weg voorbehouden voor voetgangers en fietsers, dus niet voor de bestuurders van niet gemotoriseerde drie- en vierwielers en de bromfietsers (klasse A, B en speed pedelec).
In fietsstraten mogen de fietsers en de bestuurders van rijwielen en speed pedelec de ganse breedte van de rijbaan gebruiken voor zover deze slechts opengesteld is in hun rijrichting en de helft van de breedte langs de rechterzijde indien de rijbaan opengesteld is in beide rijrichtingen. Motorvoertuigen hebben toegang tot fietsstraten. Zij mogen de fietsers en de bestuurders van rijwielen en speed pedelec evenwel niet inhalen. De snelheid mag in een fietsstraat nooit hoger liggen dan 30 kilometer per uur. De bromfietsers (klasse A, B en speed pedelec) vallen niet onder deze regels en moeten de regels van de andere gemotoriseerde bestuurders volgen.
Fietsers door rood of oranje licht
De verkeersborden B22 en B23 laten fietsers toe om het rode of oranjegeel licht voorbij te rijden, hetzij om rechts af te slaan, hetzij om rechtdoor te rijden. De bestuurders van niet gemotoriseerde drie- en vierwielers en de bromfietsers (klasse A, B en speed pedelec) vallen niet onder deze regels en moeten de verkeerslichten respecteren.
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
23
ONDER DE LOEP
WIE MAG WAAR RIJDEN?… VOLGENS HET VERKEERSREGLEMENT Fietser en rijwielen van max 1 meter breed
Bestuurder rijwielen van meer dan 1 meter breed
Bromfietser klasse A
Bromfietser klasse P (speed pedelec)
Bromfietser klasse B met 2 wielen
verboden
verplicht
toegestaan
toegestaan
toegestaan voor rijwielen van max 1 meter breed
verboden
verplicht
verplicht
verplicht
verboden
verboden
verboden
verboden
verboden
toegestaan
toegestaan
maar verboden indien onderbord “verboden”
maar verboden indien onderbord “verboden”
verplicht indien onderbord “verplicht”
verplicht indien onderbord “verplicht”
verplicht
verplicht
maar verboden indien onderbord “verboden”
maar verboden indien onderbord “verboden”
verplicht
Rechts in rijrichting
toegestaan voor rijwielen van max 1 meter breed
Max. 50 km/u
verplicht Rechts in rijrichting Meer dan 50 km/u
Links in rijrichting
verplicht
Rechts en links in rijrichting gesignaleerd
toegestaan voor rijwielen van max 1 meter breed
verboden
verplicht
Max. 50 km/u
verplicht
Rechts en links in rijrichting gesignaleerd
toegestaan voor rijwielen van max 1 meter breed
verboden
Meer dan 50 km/u
24
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
verplicht
ONDER DE LOEP
Fietser en rijwielen van max 1 meter breed
Bestuurder rijwielen van meer dan 1Â meter breed
Bromfietser klasse A
Bromfietser klasse P (speed pedelec)
Bromfietser klasse B met 2Â wielen
toegestaan voor rijwielen van max 1 meter breed
verboden
verplicht
verboden
verboden
verplicht
verboden
verboden
verboden
verboden
toegestaan
verboden
verboden
toegestaan
verboden
toegestaan
verboden
verboden
verboden
verboden
toegestaan
toegestaan
verboden
toegestaan
verboden
verplicht
Rechts en links in rijrichting gesignaleerd
Rechts en links in rijrichting gesignaleerd
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
25
ONDER DE LOEP
Fietser en rijwielen van max 1 meter breed
Bestuurder rijwielen van meer dan 1Â meter breed
Bromfietser klasse A
Bromfietser klasse P (speed pedelec)
Bromfietser klasse B met 2Â wielen
toegestaan
verboden
verboden uitgezonderd erftoegang
verboden uitgezonderd erftoegang
verboden uitgezonderd erftoegang
toegestaan
toegestaan
toegestaan
toegestaan
toegestaan
toegestaan
verboden (lichten respecteren)
verboden (lichten respecteren)
verboden (lichten respecteren)
verboden (lichten respecteren)
toegestaan
verboden
verboden (uitgezonderd erftoegang)
verboden (uitgezonderd erftoegang)
verboden (uitgezonderd erftoegang)
B23
26
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
ONDER DE LOEP
Fietser en rijwielen van max 1 meter breed
Bestuurder rijwielen van meer dan 1Â meter breed
Bromfietser klasse A
Bromfietser klasse P (speed pedelec)
Bromfietser klasse B met 2Â wielen
verboden rijrichting
verboden rijrichting
verboden rijrichting
verboden rijrichting
verboden rijrichting
toegestaan
verboden rijrichting
verboden rijrichting
verboden rijrichting
verboden rijrichting
toegestaan
verboden rijrichting
toegestaan
verboden rijrichting
verboden rijrichting
toegestaan
verboden rijrichting
verboden rijrichting
toegestaan
verboden rijrichting
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
27
ONDER DE LOEP
28
Fietser en rijwielen van max 1 meter breed
Bestuurder rijwielen van meer dan 1Â meter breed
Bromfietser klasse A
Bromfietser klasse P (speed pedelec)
Bromfietser klasse B met 2Â wielen
toegestaan
verboden rijrichting
toegestaan
toegestaan
verboden rijrichting
verboden
verboden
verboden
verboden
verboden
toegestaan
verboden
verboden
verboden
verboden
toegestaan
verboden
toegestaan
verboden
verboden
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
ONDER DE LOEP
Fietser en rijwielen van max 1 meter breed
Bestuurder rijwielen van meer dan 1Â meter breed
Bromfietser klasse A
Bromfietser klasse P (speed pedelec)
Bromfietser klasse B met 2Â wielen
toegestaan
verboden
verboden
toegestaan
verboden
toegestaan
verboden
toegestaan
toegestaan
verboden
toegestaan
verboden
toegestaan
toegestaan
toegestaan
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
29
NIEUWS VAN HET GEWEST >>Christine HEINE – Brussel Mobiliteit
DE WEEK VAN DE MOBILITEIT 2019 OP DE RAILS GEZET
Source : VO Communication / Bruxelles Mobilité
De oproepen tot deelname vanwege Brussel Mobiliteit, zowel binnen de gemeenten als voor bedrijven en scholen, zijn gelanceerd of lopen stilaan af. Hoe zal de editie 2019 er uitzien? Boordevol ontmoetingen, denkoefeningen, dialoog, bewustwording, … Maar voordat we naar de toekomst kijken, kijken we eerst even terug om te evalueren wat we allemaal samen hebben opgebouwd.
>>Autoloze zondag In september 2018 verrichte Brussel Mobiliteit een enquête om na te gaan hoe verankerd de Week van de Mobiliteit en de autoloze zondag inmiddels zijn. Enkele interessante vaststellingen om in gedachten te houden, teneinde nog verder te gaan.
AUTOLOZE ZONDAG In de eerste plaats zien we dat 86 % van de Brusselaars voorstander is en blijft van de autovrije zondag in de Europese week van de mobiliteit (elk jaar rond 22 september).
De top 5 van positieve aspecten die voortvloeien uit de actiedag Autoloze Zondag en als dusdanig worden aangeduid door de Brusselaars die in Brussel zijn gebleven (hetzij die zich binnen Brussel hebben verplaatst, hetzij die thuis zijn gebleven), is : de vermindering van het geluid (58 %), de vrijheid om zich te voet, met de fiets, met skates of met step te verplaatsen in straten die normaal zijn voorbehouden voor auto’s (43 %), de vermindering van de hoeveelheid uitlaatgassen (39 %), de gezelligheid en het feestelijk aspect van de voorgestelde activiteiten (33 %) en het gratis openbaar vervoer (31 %).
30
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
NIEUWS VAN HET GEWEST
18 september 2018 (9,5 euro voor een heen- en terugreis overal in België) kan daartoe bijgedragen hebben.
Source : MAS Etude de perception par la population de la RBC septembre 2018
In de loop der jaren is er echter een groeiende trend zichtbaar: steeds meer Brusselaars verlaten het Gewest of blijven die dag thuis (zie grafiek). Het “mobiliteitsticket” van de NMBS op 17 en
>>Deelname aan de autoloze zondag: evolutie 2005-2018 De autovrije zondag blijft voor Brusselaars en bezoekers een uitstekende gelegenheid om
Brussel te voet, met het openbaar vervoer, de fiets of de scooter te ontdekken.
27 % van de Brusselaars werd door het gratis openbaar vervoer ertoe aangezet om het openbaar vervoer dan ook te gebruiken tijdens die zondag.
WEEK VAN DE MOBILITEIT Maar de Week van de Mobiliteit, dat is niet alleen een autovrije zondag: het is ook een belangrijk moment van het jaar om nieuwe goede verplaatsingsgewoonten aan te leren! Sinds enkele jaren is er een nieuwe cultuur ontstaan die de nadruk legt op mobiliteit in al haar vormen en niet op het type voertuig: de zogenaamde “shared mobility”. Zo hebben de vijf belangrijkste actoren op het vlak van carsharing in het Brusselse Gewest van 25 juni tot 22 september 2018 voor het eerst de handen in elkaar geslagen om deze nieuwe benadering van mobiliteit te promoten. De campagne bood de Brusselaars de kans om vertrouwd te geraken met dit systeem, het te testen en hun verplaatsingsgewoonten in vraag te stellen. Acties zoals “Naar het werk zonder auto” en “Naar school zonder auto” bereiken ook
“We gebruiken deze week echt als lanceermiddel voor alle toekomstige acties.” Ecole active, deelnemer aan de actie “Naar school zonder auto”
honderdduizenden mensen, om automobilisten van de 300 deelnemende bedrijven en scholen te laten wennen aan een andere mobiliteit en hen aan te trekken tot duurzamere verplaatsingswijzen. “Veel enthousiasme, veel deelnemers dankzij concrete acties, mooi communicatiemateriaal door samenwerking met onze communicatiedienst, veel stof tot nadenken … Het is een topic die besproken wordt in de wandelgangen en het belangrijkste is dat er een trend is naar nieuwe verplaatsingsgewoonten waarbij het openbaar vervoer een grotere rol speelt.” Nestlé/Nespresso, deelnemer aan de actie “Naar het werk zonder auto” Dan is er ook nog Bike Brussels, de Brusselse fietsbeurs, die meer dan 15.000 bezoekers ontving voor zijn tweede editie! Nog niet getest? Afspraak van 20 tot 23 september 2019 in Tour&Taxis.
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
31
Bron: VO Communicatie / Mobiliteit Brussel
NIEUWS VAN HET GEWEST
>>Actie “Naar school zonder auto”
EVOLUTIE VAN DE BRUSSELSE MOBILITEIT Laten we nog even terugkomen op de doelstelling van de autovrije zondag en de acties van de mobiliteitsweek: de mobiliteit in Brussel doen evolueren. De trends die uit andere studies naar voren komen, worden hier ook bevestigd door een daling van het autogebruik als bestuurder en een toename van het gebruik van het openbaar vervoer – waaronder ook de trein – in Brussel.
Toch moeten we blijven rekening houden met de aandachtspunten die de ondervraagde Brusselaars naar voren brachten: de veiligheid van fietsers ten opzichte van andere weggebruikers (55 %), de beschikbaarheid van parkeerplaatsen langs de weg (52 %), de infrastructuur voor fietsers (52 %) en de fietsparkeerplaatsen (47 %).
Het is bemoedigend om dankzij deze enquête de evoluties in het gebruik van alle verplaatsingswijzen en de toegenomen tevredenheid van de Brusselaars over de mobiliteit in het algemeen te kunnen vaststellen.
>>Legende: . Gebruikte verplaatsingsmodi afgelopen jaar in België of elders
32
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
VOOR U GELEZEN >>Marie-Noëlle COLLART - Dienst Planning – Verkeersveiligheid – Brussel Mobiliteit
IS VERKEERS(ON)VEILIGHEID GENDERGERELATEERD? HEEFT HET VERKEER HET GEMUNT OP VROUWEN? De afgelopen maanden voerde Volvo een grote communicatiecampagne onder de noemer «EVA initiative, equal vehicles for all»1. Volvo deelt zijn kennis over de bescherming van alle autopassagiers en niet alleen de ‘doorsnee man’. Op 24 april publiceerde het Franse dagblad Libération een artikel over de overlijdens bij fietsers in het Parijse verkeer2. Dodelijke ongelukken in de hoofdstad blijken gendergerelateerd: alle vrouwelijke fietsers die omkwamen, werden gedood door vrachtwagens». Heeft het verkeer het dan in het bijzonder gemunt op vrouwen? Zo ja, waarom? En zijn er oplossingen om daar iets aan te doen? EENZELFDE VASTSTELLING VAN ZWEDEN TOT PARIJS: VROUWEN ZOUDEN GEVAAR LOPEN IN HET VERKEER Volgens Volvo worden crashtests voornamelijk uitgevoerd met mannelijke dummies. De gevolgen zijn: meer fysiologische risico’s voor vrouwen: whiplash komt vaker voor, omdat de anatomie en de lichaamskracht van vrouwen anders zijn dan bij mannen. Tussen 2005 en 2017 zijn er in Parijs 42 fietsers om het leven gekomen, waarvan 24 na een aanrijding met een vrachtwagen. Binnen deze laatste groep slachtoffers waren er 16 vrouwen. Dit fenomeen is vergelijkbaar met wat er in Londen waargenomen wordt. De verklaring: vrouwen leven de verkeersregels stipter na en wachten veeleer naast de vrachtwagen als het licht rood is. Mannen daarentegen zijn duidelijk beter getraind om te anticiperen op gevaren, zijn sneller geneigd om regels te overtreden en nemen vaker plaats voor de vrachtwagen waardoor ze beter zichtbaar zijn voor de bestuurder. Uit cijfers blijkt echter dat de realiteit verschilt van deze voorstelling van vrouwen als belangrijkste slachtoffers van het wegverkeer. Integendeel, het zijn eigenlijk de mannen die er de meerderheid van vormen. In 2017 waren in België 75 % van de doden (458 van de 615 slachtoffers) en 66 % van de zwaargewonden (2.442 van de 3.757 slachtoffers) mannen. De tendens is vergelijkbaar, maar minder uitgesproken, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar 54 % van de doden (13 op 24 personen) en 65 % van de zwaargewonden (127 op 194 slachtoffers) mannen zijn. Vrouwen zijn bovendien bij minder ongevallen betrokken dan mannen en minder vaak bij ernstige ongevallen. Vias Institute wijst er bij een analyse
in 2018 op dat het risicogedrag van mannen en vrouwen verschilt, wat het verschil in betrokkenheid bij ongevallen kan verklaren. Risicogedrag bij het rijden onder invloed van alcohol komt vaker voor bij mannen: “De kans dat een man de wettelijke grens voor alcohol zal overschrijden is vier keer zo groot als bij vrouwen”. Deze neiging van mannen om vaker te rijden onder invloed van alcohol blijkt ook uit de ongevallenstatistieken: “Slechts 5 % van de vrouwelijke bestuurders die na een personenongeval een ademtest aflegden, was daadwerkelijk onder invloed van alcohol, terwijl dat percentage stijgt tot 11 % bij mannen. Hetzelfde geldt voor de snelheidsovertredingen: “Wat de snelheid betreft, vertonen mannen ook een grotere ‘tolerantie’ tegenover zichzelf dan vrouwen, met name wat betreft de naleving van de snelheidsbeperkingen. Zo blijkt uit een onderzoek van Vias Institute dat 73 % van de mannen toegeeft dat ze wel eens 140 km/u rijden op de snelweg, tegenover slechts 54 % van de vrouwen. Hetzelfde geldt voor de snelheidsbeperking in de bebouwde kom: 64 % van de mannen zegt die met meer dan 20 km/u te overschrijden, tegenover 50 % van de vrouwen”3.
WELKE MAATREGELEN KUNNEN UIT DE GENDERANALYSE VAN DE VERKEERSVEILIGHEID VOORTVLOEIEN? We stellen vast dat vrouwen niet de grootste slachtoffers van het wegverkeer zijn. Toch zijn zij betrokken bij bepaalde soorten ongevallen, zoals blijkt uit de situatie van de fietsers in Parijs en Londen. Uit een studie van de European Transport Safety Council in 2013 is gebleken dat in Europa
1. Info op www.volvocars.com. 2. Het artikel “Comment sont tués les cyclistes à Paris. Les accidents mortels dans la capitale sont très genrés : toutes les femmes cyclistes tuées l’ont été par des poids lourds” van Julien Guillot en Savinien de Rivet verscheen op 24-4-2019 op hun website (https://www.liberation.fr/ france/2019/04/24/comment-sont-tuesles-cyclistes-a-paris_1722899?fbclid=Iw AR3xGjFfXmHRCLsaCwdwkeA5hZh9g NVjVW0iam0ZRvQcu8n4K567o-26t7c). 3. Vias persbericht “Vrouwen aan het stuur, minder boetes, minder ernstige ongevallen, 6-3-2018 https://www.vias. be/nl/newsroom/femmes-au-volantmoins-daccidents-moins-de-p-v.
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
33
VOOR U GELEZEN
vooral mannen omkwamen als bestuurder van auto’s en motorfietsen, en vrouwen als voetganger en autopassagier4.
IS EEN GENDERBENADERING VAN DE SENSIBILISERING VOOR VERKEERSVEILIGHEID RELEVANT? De vorming van vrouwen en mannen is nog steeds verschillend. Vrouwen zijn beter opgeleid om regels te respecteren, te delen en mannen zijn snel vatbaar voor een meer competitieve sfeer (uiteindelijk kunnen bepaalde regels overtreden worden als dat de efficiëntie ten goede komt). Dit beeld is uiteraard karikaturaal is en niet erg genuanceerd, maar het onderstreept de risico’s en voordelen van deze educatieve principes in de context van het wegverkeer. Voorzichtigheid blijft echter geboden, omdat studies aangeven dat de grootste voorspeller van het nemen van risico’s is dat men zich moet aanpassen aan mannelijke stereotypen (het overtreden van regels en het nemen van risico’s) en niet zozeer het feit dat men een man of een vrouw is.
4. https://etsc.eu/risk-on-the-roadsa-male-problem-pin-flash-25. 5. Institut Français des Sciences et Technologies des Transports, de l’Aménagement et des Réseaux: https://www.ifsttar.fr/accueil. 6. http://www.securite-routiere. gouv.fr/medias/campagnes/ le-manifeste-des-femmes.
VOORBEELD VAN EEN EDUCATIEF PROJECT: DE AANPASSING VAN HET PROJECT ‘VOETGANGERSBREVET’ AAN GENDER Voor de editie 2018-2019 van het voetgangersbrevet in Brussel vroeg Brussel Mobiliteit aan Good Planet om de modules die in het kader van de vorming worden voorgesteld,
>>Affiche van de campagne – maart 2012
34
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
te analyseren vanuit een genderperspectief. Met andere woorden, speelt geslacht een rol in de kijk van een 6- tot 7-jarig kind op de verkeerssituaties waarmee hij of zij geconfronteerd wordt? Het antwoord is uiteraard ja, gewoonweg omdat jongens en meisjes verschillend opgevoed worden (meer tolerantie voor risicovol gedrag bij jongens). Marie-Axelle Granié, onderzoekster bij IFSTTAR5 rond genderkwesties, geïnterviewd in het kader van het voetgangersbrevet, beveelt aan om jongens op dezelfde manier op te voeden als meisjes, m.a.w. bewustmaken van hun kwetsbaarheid in het verkeer. Als ze een ongeluk krijgen, kunnen de gevolgen ernstig zijn. Een andere tip van Marie-Axelle Granié is om bijzondere aandacht te besteden aan het relativeren van de beschermende werking van regels. Het feit dat men op een zebrapad oversteekt, betekent niet dat men zich automatisch beschermd moet voelen. Het kan immers gebeuren dat een auto een kind niet opmerkt of niet stopt voor een halte. Het advies is dus om te wachten tot er geen auto’s meer zijn of na te gaan dat ze daadwerkelijk stoppen.
Voorbeeld van een Franse campagne «Manifest van de vrouw voor een veiligere weg»6 Het idee van dit project is vrouwen te mobiliseren om mannen te sensibiliseren voor de risico’s van het verkeer: “75 % van de verkeersdoden zijn mannen. (...) Ze zijn niet bang voor snelheid en ook niet voor vermoeidheid. En het zijn ook niet enkele glazen bij het eten die hen ervan weerhouden de auto te nemen. Ze rijden toch. Trouwens, ze hebben nog nooit een ongeluk gehad. En dat klopt, tot de dag dat ... In de entourage van een man die achter het stuur kruipt van de auto of de sleutel van de motorfiets omdraait, is er vaak een vrouw”. Het concept is interessant omdat het komaf wil maken met genderstereotypen die stellen dat mannen veroveraars zijn en vrouwen zich aanpassen, door hen aan te moedigen om te communiceren met hun partner, zoon en vader. Toch merken we dat de opmerkingen op het sociale netwerk Youtube zeer negatief zijn over de campagne. Veel mensen klagen over neerbuigende stigmatisering. Deze campagne, gebaseerd op een goed gedocumenteerde en gekwantificeerde aanpak, is misschien een beetje te direct (een man wordt voorgesteld als een risico voor zichzelf en voor anderen). De doelgroep (mannen) kan zich gestigmatiseerd voelen en de preventieboodschap afwijzen. Een andere – positievere – benadering zou zijn om mannelijke rolmodellen, ‘ambassadeurs’, te kiezen die niet beantwoorden aan de mannelijke clichés wat risico’s betreft, terwijl ze sociaal toch erkend worden als ‘typische’ mannen.
VOOR U GELEZEN
CONCLUSIE De analyse van de verkeersveiligheid vanuit een genderperspectief biedt ongetwijfeld mogelijkheden om de verkeersveiligheid te verbeteren. Gezien de statistieken kan worden geconcludeerd dat het verkeer het niet zozeer gemunt heeft op vrouwen, maar dat sommige aspecten van ongevalspreventie inderdaad systematisch rekening moeten houden met de fysiologische kenmerken van vrouwen bij de ontwikkeling van technologieën. Sensibilisering en educatie zijn uiteraard essentieel om de veiligheid
Auto (alleen) Carpoolen Motorfiets Trein Metro, tram & bus Openbaar vervoer Fiets Wandelen
te verbeteren: in deze context is het noodzakelijk om mannelijke rolmodellen te kunnen tonen die zich inzetten voor actieve verkeersveiligheid (geen ‘sportrijden’, geen nadruk op snelheid, ...). Dat is belangrijk voor zowel mannen als vrouwen. Studies tonen aan dat pubermeisjes de neiging kunnen hebben om ‘mannelijk’ gedrag te vertonen om hun sociale waarde te vergroten. De uitdaging is dan ook de mannelijke stereotypen te doorbreken die verband houden met het nemen van risico’s in het verkeer, die zowel bij mannen als bij vrouwen tot uiting kunnen komen7.
Mannen 71,5 % 4,4 % 1,8 % 5,1 % 3,1 % 1,2 % 11,2 % 1,7 %
Vrouwen 73,6 % 1,6 % 0,6 % 5,8 % 5,6 % 0,2 % 10,6 % 3,3 %
>>Modale verdeling van het woon-werkverkeer naar geslacht (bron: fod mobiliteit en vervoer 2016)
IS MOBILITEIT EEN KWESTIE VAN GENDER? Naast de kwestie van de verkeersveiligheid is er ook de kwestie van de mobiliteit. Is mobiliteit gendergerelateerd? Het antwoord is ja. Het milieueffectenrapport van het gewestelijk mobiliteitsplan GoodMove vertelt ons dat de meerderheid van de gebruikers van het openbaar vervoer in Brussel vrouwen zijn. Het markantste verschil ligt bij het gebruik van metro, tram en bus. Er zijn ook bijna twee keer zoveel vrouwen als mannen die te voet naar het werk gaan. Wat het fietsgebruik betreft, wijst het Fietsobservatorium van het Brussels Gewest 2017 erop dat 64,1 % van de waargenomen fietsers mannen zijn en 34,1 % vrouwen (de rest zijn kinderen). (…) Naast deze ongelijkheden in de vervoerswijzen zijn er ook verschillen in het type traject, met – veelal bij vrouwen – de opkomst van het fenomeen ‘trip chaining’
(complexe reisketens)8: hun verplaatsingen zijn indirecte reizen, met veel stops en omwegen, naar winkels, scholen, banken en kinderdagverblijven bv. vooraleer ze naar hun werk gaan. Last but not least komt de subjectieve onzekerheid (angst voor agressie) tot uiting in strategieën bij vrouwen om bepaalde gebieden te vermijden. In het milieueffectrapport wordt daarom een gendermainstreaming-aanpak aanbevolen bij de operationalisering van de maatregelen uit het gewestelijk mobiliteitsplan. Een voetgangersbeleid dat bv. geen rekening houdt met de subjectieve veiligheidsbehoeften van vrouwen ‘s avonds, zou aan dit doel kunnen voorbijgaan: vrouwen zouden zich dan beperken in hun bewegingsvrijheid of liever de auto gebruiken.
7. Marie-Axelles Granié, “Gender and the relationship to risk: from understanding to leverage to action” (online), vol. 9/2013, publicatie 15 oktober 2013, geraadpleegd op 28 mei 2019. 8. Inge Van Der Stinghelen, in de Gids van de Mobiliteit en de Verkeersveiligheid (nr. 44); Christophe Gibout (2004) spreekt over dit verschijnsel als een van de factoren van ‘overmobiliteit’.
GIDS VAN DE MOBILITEIT EN DE VERKEERSVEILIGHEID NR 54 // zomer 2019
35
ADRESBOEKJE : DE 19 MOBILITEITSAMBTENAREN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
NAAM
ADRES
GEMEENTE
TEL
Sailliez Laurence
Van Lintstraat 6
1070 Anderlecht
02/526.21.52
lsailliez@anderlecht.irisnet.be
Stevenart Quentin
E. Idiersstraat 12-14
1160 Oudergem
02/676.48.76
qstevenart@auderghem.irisnet.be
Philppe Moreau
Koning Albertlaan 33
1082 Sint-Agatha-Berchem
02/464 04 74
pmoreau@berchem.brussels
Schollaert Jan
Anspachlaan 6
1000 Brussel
02/279 29 19
Jan.schollaert@brucity.be
De Vadder Vincent
Oudergemlaan 113-117
1040 Etterbeek
02/627.27.18
vdevadder@etterbeek.irisnet.be
Libois Cathy
Hoedemaekerssquare 10
1140 Evere
02/247.62.22
evere222@evere.irisnet.be
Grégoire Sarah
Brusselssteenweg 112
1190 Vorst
02/348 17 61
sgregoire@forest.brussels
Libert Philippe
Keizer Karellaan 140
1083 Ganshoren
02/464.05.47
plibert@ganshoren.irisnet.be
Verkindere Maud
Viaductstraat 133
1050 Elsene
02/643.59.81
mverkindere@ixelles.irisnet.be
Caudron Philippe
Wemmelse Steenweg 100
1090 Jette
02/422.31.08
phcaudron@jette.irisnet.be
Morel Dany
Vanhuffelplein 6
1081 Koekelberg
02/600.15.81
dmorel@koekelberg.brussels
Maurits Janssens
Graaf van Vlaanderenstraat 20
1080 Sint-Jans-Molenbeek
02/600.49.26
mjanssens@molenbeek.irisnet.be
Konstadinos Pavlidis
Sterrenkundelaan 13
1210 Sint-Joost-ten-Node
02/220.26.38
kpavlidis@sjtn.brussels
Journieux Pauline
M. Van Meenenplein 39
1060 Sint-Gillis
02/536.03.91
pjournieux@stgilles.irisnet.be
Velghe Benoît
Colignonplein
1030 Schaarbeek
02/244.72.22
bvelghe@schaerbeek.irisnet.be
Gabriel France
Auguste Dansestraat 25
1180 Ukkel
02/852.94.27
fgabriel@uccle.brussels
Brackelaire Myriam
A. Gilsonplein 1
1170 Watermaal-Bosvoorde
02/674.74.34
mbrackelaire@wb.irisnet.be
Denys Frédéric
P. Hymanslaan 2
1200 Sint-Lambrechts-Woluwe
02/774.35.13
f.denys@woluwe1200.be
Cloetens Johan
Ch. Thielemanslaan 93
1150 Sint-Pieters-Woluwe
02/773.06.11
jcloetens@woluwe1150.irisnet.be
LAAT DIT NIET LIGGEN ! GRATIS Hebt u de Gids van de Mobiliteit en de Verkeersveiligheid niet persoonlijk ontvangen? Of zou een collega dit tijdschrift ook graag rechtstreeks ontvangen? Geen probleem! Surf naar de website van Brulocalis http://www.brulocalis.be/nl/Publications/ moniteur-de-la-mobilite.html en vul het online formulier in. U zal toegevoegd worden aan de mailing list en voortaan elk nieuw nummer van het tijdschrift ontvangen.