Lesbrief
Wereldverteldag 2012
Inleiding
gebruik lesbrief
Een van de mooiste boeken die ik ken is het
Deze lesbrief bestaat uit elf verhalen. Na
leerkracht zich vrij voelt in het gebruik
boek van Joseph Campbell: De Held met de
elk verhaal volgen drie opdrachten om het
van de opdrachten. Het is heel goed
duizend gezichten. En zo is het maar net:
verhaal verder uit te diepen. Elk verhaal
mogelijk de opdrachten behorende bij
een held heeft inderdaad vele, vele gezichten.
kan voorgelezen of verteld worden. Onze
het ene verhaal in te zetten bij de andere
Toen 8 Hengelose basisscholen mij vroegen
voorkeur gaat er naar uit om het verhaal te
verhalen. Een kleien waarschuwing
om samen met hen een cultuurprogramma
vertellen. Wij weten ook dat niet iedereen
vooraf. Lees eerst de opdrachten door.
te ontwikkelen met het thema Helden was
kan of durft te vertellen. Het vertellen van
Zorg er ook voor dat meteen na het verhaal
ik meteen enthousiast. Bij een goed cultuur-
één pagina tekst van deze lesbrief duurt
begonnen kan worden met verwerking en
programma hoort natuurlijk een lesbrief om
een kleine 5 minuten. De leerkracht kan
verdieping. Om de leesbaarheid te
het thema verder uit te diepen. Ik heb er voor
dan zelf inschatten hoe lang een verhaal
bevorderen is er voor gekozen, ondanks
gekozen om in deze lesbrief veel verhalen op te
vertellen / voorlezen in beslag neemt. De
het feit dat de schrijver weet dat de meeste
nemen met het doel het thema Helden van
verhalen voorin de lesbrief zijn meer voor
mensen in het basisschoolonderwijs
zoveel mogelijk kanten te belichten. In deze
de onderbouw geschikt, de verhalen op
vrouw zijn, om alles in de ‘hij’ vorm op te
lesbrief is materiaal opgenomen voor zowel
het eind zijn te gebruiken voor de boven-
schrijven. Heel veel plezier en inspiratie
de onder-, als wel de midden- als ook de
bouw. Na elk verhaal vindt de leerkracht
gewenst met deze lesbrief.
bovenbouw. Ik heb veel plezier gehad om deze
drie opdrachten. Wij hopen dat de
lesbrief te mogen ontwikkelen. Hoop ik tot slot dat dit plezier voelbaar is tot in de harten van de kinderen in al die meer dan honderd klassen waar deze lesbrief in gebruikt gaat worden. Want daarvoor heb ik het uiteindelijk allemaal gedaan.
Namens de Karavaan der Vertellers,
Wim Wolbrink
pagina 2
inhoudsopgave Inleiding
pag. 2
Gebruik lesbrief
pag. 2
Inhoud
pag. 3
De zeven raven
pag. 4
De papegaai en het vuur
pag. 7
Grootmoeder Kraanvogel
pag. 9
Liefde
pag. 12
Wedstrijd
pag. 13
Kwade gedachten
pag. 15
De gewone jongen
pag. 19
Grootvader, de vloedgolf en het vuur
pag. 21
Waarheid
pag. 24
Timmerbedrijf Zeven
pag. 26
Dienaar in complimentjes
pag. 29
Colofon
pag. 32
pagina 3
onderbouw
de zeven raven Sprookje van Grimm nr. 025
Er was eens een man met zeven zonen en nog steeds geen dochtertje; hoe graag hij dat ook wilde hebben. Eindelijk gaf zijn vrouw hem weer de hoop op een kindje, en toen het ter wereld kwam, was het inderdaad een meisje. Grote vreugde, maar het kindje was teer en klein en omdat het zo zwak was, moest het snel gedoopt worden. De vader stuurde één van zijn jongens vlug naar een bron om doopwater te halen, de andere zes liepen allemaal mee en omdat ze allemaal de eerste schep wilden doen, viel de kruik in het water. Daar stonden ze. Ze wisten niet wat te doen en naar huis durfde er niemand. Maar toen ze niet terugkwamen, werd de vader ongeduldig en zei: “Ze hebben het natuurlijk weer onder het spelen vergeten, die goddeloze deugnieten.” Hij werd bang, dat het meisje ongedoopt zou sterven, en in zijn boosheid riep hij: “Ik wou dat die jongens allemaal raven werden!” Nauwelijks was het woord gesproken, of hij hoorde een gesuis in de lucht boven zijn hoofd, hij keek omhoog en zag zeven koolzwarte raven opvliegen en wegzwieren. De ouders konden de verwensing niet meer terugnemen; maar hoe bedroefd zo ook waren over het verlies van hun zonen, ze werden toch enigszins getroost
pagina 4
door hun lief dochtertje, dat weldra op krachten kwam en elke dag mooier werd. Lange tijd wist zij niet eens, dat haar ouders nog andere kinderen hadden, want de ouders hoedden zich er wel voor hen te noemen, tot ze eens op een dag heel toevallig de mensen over haarzelf hoorde spreken, het meisje was dan wel mooi, maar toch de schuld van het ongeluk van haar zeven broers. Toen werd ze heel verdrietig, en vroeg of ze dan broers had gehad en waar die heen waren? Nu durfden de ouders het geheim niet langer te bewaren, maar ze zeiden, dat het een beschikking van de hemel was en haar geboorte maar een onschuldige aanleiding. Maar het meisje verweet het zichzelf dagelijks en ze geloofde dat zij hen weer moest verlossen. Ze had rust noch duur, tot ze zich eindelijk klaarmaakte om de wijde wereld in te gaan, haar broeders te vinden en te bevrijden wat het ook kosten
kinderen op. Haastig holde ze weg en liep
“Als je zo’n pootje niet hebt, kun je de glazen
mocht. Ze nam niets anders mee dan een
naar de maan, maar die was te koud en te
berg niet openmaken, en in de glazen berg zijn
ringetje als aandenken aan haar ouders,
griezelig en te boos, en toen die het kind
je broers.” Het meisje nam het beentje,
een groot brood voor de honger, een
zag, zei de maan: “Ik ruik, ik ruik, ik ruik
wikkelde het goed in haar schortje en ging
kruikje water voor de dorst en een stoeltje
mensenvlees!” Daarom maakte ze dat ze
weer zo lang verder tot ze bij de glazen
voor de moeheid. Nu liep ze aldoor voort,
weg kwam en liep naar de sterren. Die
berg kwam. De poort was gesloten, maar
ver, ver weg tot aan het eind van de wereld.
waren vriendelijk en goed, en ieder zat
toen ze het pootje loswikkelde, was haar
Toen kwam ze bij de zon, maar die was al
op een eigen stoeltje. Maar de morgenster
schortje leeg: ze had het geschenk van de
te heet en vreselijk en ze at de kleine
stond op, gaf haar een kippenpootje en zei:
ster verloren.
pagina 5
Wat nu te doen? Haar broers wilde ze toch
bekertjes, en van elk van de bordjes at het
En toen de zevende zijn bekertje tot de
redden, en ze had geen sleutel voor de
zusje één broodje, uit elk van de bekertjes
bodem leeg gedronken had, rolde het
glazen berg. Het lieve kind nam een mes,
dronk ze een slokje, maar in het laatste
ringetje naar hem toe. Hij bekeek het en
sneed zichzelf haar pink af, stak die in de
bekertje liet ze het ringetje vallen dat ze
zag dat het de ring van zijn vader en zijn
poort en meteen ging hij open. Toen ze
meegenomen had. Opeens klonk er in de
moeder was, en zei: “God, geve dat onze
naar binnen was gegaan, kwam haar een
lucht een gesuis van wiekslagen; toen
zuster hier geweest is, want dan zouden we
dwergje tegemoet, dat zei: “Kind, wat zoek
sprak het dwergje: “Nu komen de heren
verlost kunnen worden.” Zodra het meisje,
je?” “Ik zoek mijn broers, de zeven raven,” ant-
raven naar huis gevlogen.” Daar waren ze,
dat achter de deur stond te luisteren, dat
woordde ze. De dwerg sprak: “De heren
ze wilden eten en drinken en zochten hun
hoorde, kwam zij te voorschijn, en meteen
raven zijn niet thuis, maar als je zo lang wilt
bordjes en bekertjes. Toen zei de één na
hadden alle raven hun mensengedaante
wachten, kom dan maar binnen.” Nu ging
de ander: “Wie heeft van mijn bord gegeten?
terug. Ze kusten elkaar verheugd en
het dwergje het eten voor de zeven raven
Wie heeft uit mijn bekertje gedronken? Dat
trokken juichend naar huis.
opdienen, op zeven bordjes en in zeven
moet een mensenmond zijn geweest.”
pagina 6
opdracht 1 boekje maken
opdracht 2 naspelen
opdracht 3 het kleine verhaaldoosje
Tijdsduur: 30 minuten. Nodig: Papier, wasco krijt, perforator, touwtje. Uitwerking: laat de kinderen een tekening maken n.a.v. het verhaal. De tekening is af als er geen wit meer te zien is. Voeg alle tekeningen samen, gaatjes er in, touwtje er door en de klas heeft een heus boekwerkje.
Tijdsduur: 45 minuten. Nodig: Kist met verkleedkleren. Uitwerking: Vertel eerst een paar keer het verhaal. Dit mag rustig elke dag van de week op een vast tijdstip zijn. Daarna wijst de leerkracht de rollen van de kinderen aan. Het is heel goed mogelijk om meerdere kinderen een rol te geven. Daarna gaat de leerkracht met de kinderen al vertellend door het verhaal. Neem de tijd om de kinderen zinnen te laten zeggen. Laat de kinderen elkaar aan kijken.
Tijdsduur: 45 minuten. Nodig: Zwart kartonpapier in kleine stukjes geknipt (3 x 5 cm), wasco krijt en opberg doosje. Uitwerking: Wasco krijt op zwartpapier geeft een mooi oud schoolbordeffect waarbij de tekening oplicht. Laat de kinderen iets kleins van het verhaal tekenen. Alles van het verhaal komt in het doosje. Dus ook de boosheid van de koning. De leerkracht kan er voor zorgen dat het doosje een mooie voorplaat krijgt. Als alles klaar is mag een kind met het verhaaldoosje spelen.
middenbouw
Herkomst onbekend
Er was eens een grote bosbrand. Het hele
Een van de engelen daalde uit de hemel
bos stond in lichte laaien. Alle dieren
neer om eens te praten met die dwaze
waren al gevlucht. Er was echter één
papegaai. Inmiddels had de vogel niet
uitzondering. Eén kleine vogel was er nog
genoeg veren meer om nog gewoon te
steeds. Een papegaai bleef maar heen en
kunnen vliegen. De prachtige kleuren
weer vliegen vanaf de rivier naar het
waar al verdwenen. De meeste veren waren
brandende bos en terug. Bij de rivier dook
verbrand en zelfs verkoold. “Lieve vogel, wij
hij het water in zodat zijn veertjes vol met
Engelen zijn verbaasd. Hoe kan zo’n vogeltje
water kwamen. Dan boven het bos, boven
als jij nu denken dat hij in zijn eentje zo’n grote
de hitte, schudde hij zijn kleine lijfje zodat
brand kan blussen?
onderbouw
de papegaai en het vuur
de druppeltjes in het hete vuur vielen. Daarna vloog hij weer terug naar het water. Keer op keer, zonder moe te worden, leek het wel. Het vuur was warm en heet. De vlammen likten aan de arme veertjes van de papegaai. Maar de vogel bleef maar door vliegen van de rivier naar het bos en weer terug. Iedere keer een paar kleine druppeltjes water uit zijn veertjes schuddend. Maar ach, wat was het vuur heet. De veren van de moedige papegaai begonnen al te verschroeien en te verbranden. Boven in de hemel keken de Engelen naar beneden naar de aarde. Ze zagen die verschrikkelijke bosbrand en dat kleine moedige vogeltje. Ze dachten: ‘Zo’n kleine vogel en zo’n extreme grote bosbrand. Hoe kan de domme vogel zo’n groot vuur nu stoppen?’
pagina 7
Eigenlijk denken we dat je beter kunt stoppen.
opdracht 1
Je zult sterven zo. Kijk eens naar jouw veren, al
verhaalmozaïek
helemaal verbrand. Nog even en van
Tijdsduur: 45 minuten
uitputting zul je in het vuur vallen.” De vogel
Nodig: wit ondervel / papier minimaal
wilde niet luisteren. “Ik heb het druk. Ik doe
A3. Veel kleuren dun scheurpapier. Lijm
mijn deel om de brand te blussen. Misschien
Uitwerking: Maak groepjes van maxi-
kunt u uw deel van de brand blussen!” En de
maal 4 kinderen. Elk groepje gaat al
kleine papegaai ging terug naar de rivier om weer een paar druppeltjes water te
scheurend en plakkend met het gekleurde papier op het witte ondervel een mozaïek van het verhaal maken. Er kan gekozen
halen. De Engel was verbaasd. Zo’n beestje
worden dat het hele verhaal er op moet of
en zo vol van hoop en vertrouwen. En dat
een enkele scene. Als iedereen klaar is
raakte de Engel in zijn hart. De papegaai
wordt er een tentoonstelling gehouden.
bleef maar af en aan vliegen. De papegaai wist maar niet van ophouden. De Engel raakte zo ontroert van de moed van
opdracht 2 brooddeeg kleien
papegaai dat de Engel begon te huilen. En
Tijdsduur: 45 minuten
als een Engel huilt dan regent het op aarde.
Nodig: gekleurd brooddeegklei
Ook de andere Engelen begonnen te huilen. Toen regende zoveel water uit de Hemel dat de vele, vele tranen het vuur doofden. “Doe je deel,” had de papegaai
Uitwerking: Maak groepjes van maximaal 4 kinderen. Elk groepje gaat het verhaal namaken en naspelen met de zelf gemaakte personages van de brooddeegklei.
gezegd. En gelukkig de papegaai overleefde het, hoewel het duurde maanden
opdracht 3
voordat de veren van de papegaai weer
de levensgrote schildering
aangegroeid waren. Maar de engelen
Tijdsduur: 45 minuten
vergaten nooit zijn moed.Iedereen moet
Nodig: afval behangpapier van de
zijn steentje bijdragen. Dat is wat de
schilder, handverf, goedkoop schilder
papegaai ons geleerd heeft.
grondzeil. Uitwerking: plak stroken behangpapier aan elkaar zodat er een oppervlakte ontstaat van 4 x 3 meter. Overleg met de kinderen waar het bos, het vuur en de hemel komt. Laat dan de kinderen levensgraat het verhaal tekenen.
pagina 8
middenbouw
Een Bosjesman mythe uit Zuid Afrika
In de tijd, voor de tijd, in de droomtijd, in
Grootmoeder Kraanvogel zat rustig in het
en zich in de richting van de beek begaf.
die tijd, leefden de diermensen in hutten
gras tegen een boom geleund en zat al
Vuilbek. Zijn rottende tanden waren
in kleine dorpen en ze kookten nog hun
gauw te knikkebollen. Schildpadmeisje
bedekt met harige schimmel en hij had
eigen potje op het vuur. Grootmoeder
zag haar kans schoon en sloop richting
twee enorme klauwen met vlijmscherpe
Kraanvogel was een van de diermensen.
beek. Af en toe keek ze om en zag dat
gekrulde nagels. Uit zijn bek droop een
Ze hield ervan om met de jonge meisjes-
Grootmoeder heerlijk lag te slapen, ze
dikke straal groen slijm. Zijn ogen
dieren het veld in te gaan en op ze te
kwam maar langzaam vooruit maar
schitterden. Dit was zijn kans. Eindelijk
passen. Dit was niet altijd gemakkelijk,
eindelijk bereikte ze dan de beek en ze zag
zou hij zo’n sappig jong diermeisje
want de diermeisjes waren zeer levendig
dat het water zo helder was dat ze de tot op
kunnen verschalken. Hij kon zich niet
en Grootmoeder Kraanvogel was heel oud.
de bodem kon kijken. Even keek ze naar
bedwingen en brulde van voorpret.
Aan de rand van het veld, direct langs het
het bos en dacht aan de verhalen over
Grootmoeder Kraanvogel schrok wakker,
bos stroomde een frisse beek. Maar de
Vuilbek, maar het frisse water lokte en ze
wreef haar ogen uit en begon de meisjes te
meisjes mochten daar absoluut niet in de
plonsde erin. En ze genoot zo intens van
tellen. Mmmmm... 12… 13… 14. Ze miste
buurt komen, want in dat bos woonde een
dat heerlijke water dat ze wel een uur erin
iemand, nog eens tellen. Haar hart begon
afschuwelijk monster dat gek was op
ontbladerde. Daarna kroop ze weer naar de
sneller te kloppen...14! Ze miste iemand.
diermeisjes. Dat monster dat heette
kant en begon nog nagenietend terug te
Ze speurde rond en toen ze haar blik op de
Vuilbek. De meisjes namen dit verhaal met
lopen. Als ze omgekeken had, had ze
rand van het bos richtte zag ze hoe schild-
een korreltje zout want niemand van hen
kunnen zien dat Vuilbek haar ontdekt had
padmeisje langzaam teruggewandeld
onderbouw
grootmoeder kraanvogel
had dat monster ooit gezien. Op zekere dag waren Grootmoeder Kraanvogel en de diermeisjes weer eens naar het veld gegaan. Sommige meisjes waren aan het spelen, anderen waren aan het uitrusten en een paar meisjes probeerden eetbare knollen uit te graven. Het was al dagenlang erg warm en droog en schildpadmeisje verlangde hevig naar een duik in dat frisse water van de beek.
pagina 9
pagina 10
kwam en niet in de gaten had dat Vuilbek
houden. “Niet dat meisje. Laat haar. Vecht
achter haar aan kwam. En Grootmoeder
met mij.” Vuilbek gromde en duwde haar
Kraan vogel gilde tegen de meisjes: “Naar
opzij. Ze sprong weer voor hem. “Niet het
huis. Onmiddellijk naar huis!” De meisjes
meisje. Alsjeblieft.” En weer sloeg Vuilbek
begonnen te lachen en maakten er grapjes
haar met zijn vlijmscherpe klauwen opzij.
over. Maar Grootmoeder Kraanvogel riep
En weer kwam Grootmoeder Kraanvogel
nog harder: “Naar huis! Zo snel als je kan.
ertussen en klemde zich aan hem vast,
Naar huis!” Nu begonnen de meisjes zich
terwijl ze Schildpadmeisje aanvuurde om
af te vragen waarom grootmoeder zo’n
zich te haasten: “Snel. Snel dan toch!”
kabaal maakte. Een van de meisjes keek
En weer beukte Vuilbek Grootmoeder van
eens om zich heen en gilde en zette het op
zich af want hij wist, dat zodra de meisjes
een lopen. Nu keken ook de andere
het dorp zouden bereiken, alles verloren
meisjes om en... holden naar het dorp. Zo
zou zijn. Dan zou hij zich terug moeten
snel ze konden. Vuilbek kwam eraan. En
trekken, want het dorp was te gevaarlijk
Grootmoeder spoorde hen aan: “Ren. Ren
voor hem. “Oh Schildpadmeisje, nog even.
dan toch!” En schildpadmeisje had Vuilbek
Hou vol.” De stem van de gewonde groot-
nu ook gezien. Hij kwam akelig dichtbij.
moeder werd al zwakker en zwakker en
En schildpadmeisje probeerde sneller
Vuilbek stampte haar uit de weg, sprong
vooruit te komen en gilde van angst. Ze
naar schildpadmeisje toe... Te laat.
deed haar uiterste best, maar ze kon niet
Schildpadmeisje had de rand van het dorp
zo snel. Grootmoeder Kraanvogel holde
bereikt. Vuilbek brulde van woede en
terug om haar aan te moedigen: “Sneller.
frustratie en stampte op zijn zware poten
Sneller, mijn kind.” Vuilbek kwam steeds
terug richting het bos. En toen hij
dichterbij en Grootmoeder Kraanvogel
onderweg Grootmoeder Kraanvogel zag
draaide, vloog op hem af om hem tegen te
liggen koelde hij zijn woede op haar en gaf
haar zo’n enorme zwiep dat ze hoog door de lucht vloog richting dorp en... hoe is het mogelijk... op de rug van Schildpadmeisje
opdracht 2 naspelen (zie ook bij het verhaal de zeven raven)
landde, waar ze verdoofd van pijn bleef
Tijdsduur: 45 minuten.
liggen. En Schildpadmeisje bracht
Nodig: Kist met verkleedkleren.
Grootmoeder heel voorzichtig tot aan haar
Uitwerking: vertel eerst een paar keer het
hut waar de andere diermeisjes haar
verhaal. Dit mag rustig elke dag van de
hielpen om Grootmoeder naar binnen te
week op een vast tijdstip zijn. Daarna
dragen en op bed te leggen. En daar werd
wijst de leerkracht de rollen van de
ze net zo lang verzorgd tot ze weer
kinderen aan. Het is heel goed mogelijk
helemaal beter was. En vanaf die dag werd
om meerdere kinderen een rol te geven.
Grootmoeder Kraanvogel met meer
Daarna gaat de leerkracht met de
respect behandeld dan ooit tevoren.
kinderen al vertellend door het verhaal. Neem de tijd om de kinderen zinnen te
opdracht 1 vuilbekwand, grootmoeder kraanvogelwand, schilpadmeisjewand Tijdsduur: 3 x 20 minuten. Nodig: veel A4 tekenpapier, wasco krijt,
laten zeggen. Laat de kinderen elkaar aan kijken. opdracht 3 de vertelwaslijn Tijdsduur: 45 minuten.
ruimte op de wanden.
Nodig: Papier, wasco krijt, plakband
Uitwerking: Laat alle kinderen eerst hun
en touw.
eigen vuilbek tekenen. Al deze tekenin-
Uitwerking: Elk kind mag een tekening
gen komen samen op de vuilbekwand. In
maken voor de verhaalwaslijn. Een
een volgend blok tekenen alle kinderen
enkele scene tekenen is voldoende. Laat
het arme kwetsbare schildpadmeisje.
het kind zelf bepalen waar de tekening
Deze komen op een andere wand naast
op de waslijn moet komen.
die van vuilbek. Tenslotte wordt in een derde tijdsblok grootmoeder kraanvogel getekend; de redster. Ook zij krijgt natuurlijk een wand. Zo ontstaat, onlosmakelijk, de dader, het slachtoffer en de redder. Dit hoeft verder niet benoemd te worden.
pagina 11
middenbouw
liefde Een verhaal van Anthony de Mello
Een klein meisje was stervende aan een
De ogen van de jongen verbreedden zich in
gehad moest hebben. De jongen had
ziekte waar haar achtjarige oude broer
angst. Hij aarzelde een ogenblik, en zei
namelijk gedacht al zijn bloed te moeten
enige tijd geleden van was hersteld.
eindelijk: ‘Oké, dokter. Ik zal het doen.’
geven om zijn zusje te redden.
De dokter zei tegen de jongen, ‘Alleen een
Een uur nadat de transfusie was voltooid
transfusie van jouw bloed kan het leven van je
vroeg de jongen aarzelend, ‘Zeg, dokter,
zusje redden. Ben je klaar om haar jouw bloed
wanneer sterf ik?’ Pas toen begreep de arts
te geven?’
de verschrikkelijke angst die de jongen
opdracht 2 angstwand
Tijdsduur: 45 minuten. Nodig: grote vellen tekenpapier,
opdracht 3
wasco krijt.
hart van dankbaarheid
Uitwerking: laat de kinderen datgene
pagina 12
op de grote vellen papier tekenen
Tijdsduur: 30 minuten.
waar ze bang voor zijn. Dit kan voor
Nodig: tekenpapier, wasco krijt rode
opdracht 1
sommigen erg confronterend zijn.
kleur, geslepen potloden.
kruip in de rol van de jongen
Laat daarom ook ruimte voor
Uitwerking: laat de kinderen met de
abstracte tekeningen. Hang alle
rode kleur waskrijt een groot hart
Tijdsduur: 30 minuten.
tekeningen bij elkaar op de grote
tekenen op het witte vel papier. Laat
Nodig: tafels aan de kanten, stoelen
angstwand. Stel open vragen aan de
de kinderen alles met potlood in het
in een open U-vorm.
kinderen in het napraten. Lichte
hart opschrijven waar ze dankbaar
Uitwerking: laat een kind het verhaal
aanmoediging mag. Nogmaals wees
voor zijn. (Potlood heeft een warmere
nog een keer vertellen maar dan in de
respectvol en voorzichtig. Plan de les
zachtere uitstraling dan een balpen)
ik-vorm vanuit het perspectief van de
zo dat je kinderen na schooltijd de
Praat na met de klas wat de kinderen
jongen.
gelegenheid geeft bij je te komen.
hebben opgeschreven.
bovenbouw
Een wijsheidsverhaal
Drie kikkers wilden een wedstrijdje doen,
Zoveel kikkers bij elkaar zouden toch meer
ze besloten een berg te beklimmen. De
weten dan hij in zijn eentje, en ook hij
hele kikkergemeenschap liep uit om dit te
haakte af. De derde kikker zette zijn
gaan zien. En allemaal riepen ze: ‘Dat lukt
klimtocht door en na een tijdje stond hij
ze nooit! Wat onwetend van hen en wat dom’,
aan de top. Iedereen keek elkaar verbaasd
schreeuwden ze in koor. De eerste kikker
aan. Bovenop de berg stond de kikker in
die dit allemaal aanhoorde, stopte al
stilte te genieten van het uitzicht. Hij was
voordat het startschot klonk, want als
doof.
middenbouw
wedstrijd
iedereen dat riep, moest het toch wel waar zijn. De anderen twee kikkers begonnen te klimmen. En nog steeds schreeuwde alle kikkers: ‘Dat lukt jullie nooit, jullie zijn echt dom bezig.’ De tweede kikker begon nu ook te twijfelen.
pagina 13
bovenbouw middenbouw
opdracht 1
opdracht 3
postkaart
kringgesprek over doen
(middenbouw)
wat anderen afraden (bovenbouw)
Tijdsduur: 30 minuten Nodig: stevig wit kartonpapier op A6
Tijdsduur: 30 minuten.
postkaart formaat gesneden, wasco krijt
Nodig: Open kring met stoelen.
Uitwerking: voorkant is om te tekenen,
Uitwerking: Na het verhaal, wijst de
achterkant voor adressering.
leerkracht de kinderen er op dat ‘doof ’ twee betekenissen heeft, niet kunnen
opdracht 2
luisteren en niet willen luisteren. De
eén tegen de rest
leerkracht begint met een persoonlijk
(midden- en bovenbouw)
verhaal waarin hij eens niet geluisterd heeft naar anderen en waarin het
pagina 14
Tijdsduur: 20 minuten.
resultaat goed voor hem heeft uitgepakt.
Nodig: tafels en stoelen aan de kanten.
Vraag de kinderen ook met deze verhalen
Uitwerking: één kind gaat voor de hele
te komen. Daarna vertelt de leerkracht
klas staan. De klas zegt in koor: “Dat kun
een persoonlijk verhaal waarin het niet
je niet!” Het enkele kind zegt terug: “Dat
luisteren slecht heeft uitgepakt. Laat ook
kan ik wel!” Laat dit drie tot vijf keer op
hier de kinderen met hun eigen verhaal
en neer gaan. Let op dat het geen
komen. Kijk dan of je met de klas kunt
schreeuwen wordt. ‘Dat’ is natuurlijk het
achterhalen wanneer je nou wel en
durven en kunnen - alleen - voor de groep
wanneer je nou niet moet luisteren naar
staan.
anderen.
‘Je moet eens aan trouwen denken,” zei de oude koning tot zijn zoon. “Met wie moet ik dan trouwen?’ vroeg de prins lusteloos. ‘Met een mooie prinses,’ zei de koning. ‘En niet alleen mooi, maar ook goed. Ze mag
bovenbouw
Een sprookje van Annie M.G. Schmidt
middenbouw
kwade gedachten
geen enkele kwade gedachte hebben, nooit ofte nimmer.’ ‘Zo iemand vinden we immers niet,’ zuchtte de prins. Maar de koning riep zijn kamerheer. Deze had de eigenaardigheid dat hij slechte gedachten kon zien. Hij zag de slechte gedachten als zwarte gevleugelde insecten om de hoofden van de mensen vliegen. ‘Luister,’ zei de koning tot zijn kamerheer. ‘Vanmiddag komen er elf prinsessen op zicht. Wij zullen wel kijken wie de mooiste is, maar jij, m’n waarde kamerheer, jij moet kijken of ze slechte gedachten hebben.’ Zo gebeurde het. ‘s Middags zaten er elf prinsessen op het gazon. Ze zaten op plastic schommelstoelen en zwegen bedrukt, want ze waren erg zenuwachtig. ‘Nu!’ zei de koning. De kamerheer begon bij de eerste prinses, een blonde. ‘Bah!’ riep hij en hij deinsde achteruit. ‘Walgelijk! Horzels om haar heen!’ Bij de tweede riep hij: ‘Zwarte torren... wel duizend!’ Bij de derde rende hij zelfs verschrikt weg en brulde: ‘Woedende wespen ... help!’ En zo ging >>>>
pagina 15
>>>>
het door, het hele rijtje langs. Hij zag om al
stuk cake om hen te troosten, maar ze
kwade maar ook geen goede.’ ‘Kom, wat
die mooie hoofdjes afschuwelijke insecten
waren toch diep beledigd, dat kon je zien.
hindert dat?’ riep de koning luchtigjes.
vliegen, dat waren de kwade gedachten
En de elfde prinses werd de verloofde van
‘Ze wordt later koningin en een koningin hoeft
van de prinsessen. De koning en de prins
de prins. Ze was ongelofelijk mooi, dat
geen gedachten te hebben. Als ze maar kan
stonden erbij. Ze konden de insecten niet
moet gezegd worden. Ze had diepblauwe
wuiven achter het raampje van haar rijtuig.
zien, maar ze waren vol bewondering voor
ogen en kastanjebruine haartjes en ze was
Als ze maar kan glimlachen en mooie woordjes
de knappe kamerheer. Eindelijk, bij de
zo blank als een porseleinen poppetje.
uit het hoofd kan leren. Dan hoeft ze helemaal
elfde prinses, stond de kamerheer lang
‘Ziezo,’ zei de koning en hij wreef zich in de
niet te denken!’ De prins zweeg. Die dag
stil. Hij liep om haar heen, keek, luisterde
handen. ‘Dat is weer voor mekaar. Ben je
ging hij varen met zijn mooie verloofde in
en snuffelde aan haar krullen. ‘Niet te
gelukkig, m’n zoon?’ ‘Nee,’ zei de prins.
een bootje. Ze roeiden langzaam de rivier
geloven,’ mompelde hij. ‘Geen enkele kwade
‘Maar jongen,’ riep de koning verschrikt.
op. Langs de groene oevers bloeiden overal
gedachte. Geen ziertje kwaad bij dit meisje. Ik
‘Zo’n mooie verloofde van koninklijken bloede
paarse en gele lisbloemen in de zon. ‘Denk
sta voor haar in.’ ‘Wel,’ zei de koning
en dan nog helemaal zonder kwade gedachten.
je dat er een hemel bestaat?’ vroeg de prins.
opgewekt. ‘Dan zijn we klaar.’
Denk eens aan!’
De prinses keek hem verwonderd aan. Ze
De overige tien prinsessen werden haastig
‘Tja,’ zei de prins, ‘het is best mogelijk dat ze
zweeg en hij begreep dat ze daar geen
naar huis gestuurd in karossen. Ze kregen
geen kwade gedachte heeft. Maar als u het mij
gedachte over had. Hij roeide zwijgend
allemaal voor ‘t weggaan nog gauw een
vraagt, heeft ze helemaal geen gedachten. Geen
verder en ze kwamen langs een oud,
pagina 16
armelijk, vervallen hutje dat aan de
gekleed meisje met donkere ogen. Ze was
velden naar huis. De prinses in het bootje
rechteroever stond. ‘Waarom is de ene mens
bezig aardappelen te schillen en ze keek
was hij totaal vergeten en toen hij met het
rijk en de andere arm?’ vroeg de prins. Weer
verwonderd naar de mooie prins. ‘Dag,’ zei
arme meisje in het paleis kwam, zei hij tot
keek de prinses hem verbaasd aan. Haar
de prins en hij bleef staan kijken, terwijl
zijn vader die zat te knikkebollen op de
gezicht was mooier dan ooit, maar de
zij verder schilde. ‘Dag,’ zei het meisje.
troon: ‘Vader, dit is mijn bruid. Ze denkt!’
prins werd korzelig, omdat hij zag dat ze
‘Waarom...’ zo vroeg de prins. ‘Waarom is
‘Maar jongen,’ riep de koning verschrikt.
nooit over die vraag had nagedacht en er
een bloem mooier dan een mand schillen?’ Het
‘Je had toch al een bruid? En dit... dit is een vies
ook niet over kón nadenken. Ze had
meisje liet haar aardappelmes even rusten
meisje. Met een aardappelmesje in haar hand!
immers nooit gedachten. ‘Ik maak het
en dacht na. Toen zei ze: ‘Maar is een bloem
Wat zullen de mensen wel zeggen? En wat een
bootje hier even vast,’ zei de prins. ‘Wacht
mooier dan een mand schillen? Weet je dat wel
smerige jurk!’ ‘Dat is te verhelpen,’ zei de
hier op mij. Ik wil dat hutje vanbinnen
zeker?’ En de prins keek en vond de mand
prins. ‘Jurken genoeg op de wereld.’ Intussen
bekijken.’ De prinses bleef geduldig zitten
schillen op haar schoot mooier dan alle
was de kamerheer naderbij gekomen. Hij
en liet het stromende water door haar
bloemen van de aarde. Dat was vreemd,
gaf een kreet van schrik toen hij het meisje
vingers glijden, terwijl het bootje
maar hij vond het nu eenmaal en hij wist
zag en riep: ‘Een hommel! Een dikke bruine
schommelde aan de kant. Intussen duwde
niet waarom. Hij wist alleen dat dit meisje
hommel vliegt om haar hoofd! Ze heeft een
de prins de deur van de hut open. Daar, op
gedachten had. Hij nam haar zachtjes bij
kwade gedachte!’ ‘Eentje maar?’ lachte de
een oude wrakke stoel zat een armzalig
de arm en liep met haar door de groene
prins. ‘Waar dacht je aan, liefje?’
pagina 17
Het meisje bloosde en zei: ‘Ik dacht, wat een
opdracht 1
opdracht 2
dwaze koning die er iets om geeft wat de
naspelen
naspelen
mensen zullen zeggen!’ ‘Ziet u wel?’ riep de
(middenbouw)
(bovenbouw)
Tijdsduur: 45 minuten.
Tijdsduur: 45 minuten.
Nodig: Kist met verkleedkleren.
Nodig: Kist met verkleedkleren.
prins en hij kuste zijn meisje, hoe vies ze
Uitwerking: vertel eerst een paar keer het
Uitwerking: Vertel eerst het verhaal.
ook was. Toen moest ze in bad en on-
verhaal. Dit mag rust elke dag van de
Maak groepen van maximaal vier
middellijk daarna werd de bruiloft ge-
week op een vast tijdstip zijn. Daarna
kinderen. Laat groep een samenvatting
vierd. De stoet reed langs de rivier en de
wijst de leerkracht de rollen van de
van het verhaal opschrijven. Daarna
kinderen aan. Het is heel goed mogelijk
mogen ze het toneelstukje oefenen. Tot
om meerdere kinderen een rol te geven.
slot is er een presentatie voor de klas
kamerheer driftig. ‘Een boze gedachte.’ ‘Beter dan helemaal geen gedachte,’ zei de
bruidegom zag tot zijn schrik dat de mooie prinses nog steeds in het bootje zat te wachten. ‘Ik was haar vergeten...’ riep hij.
Daarna gaat de leerkracht met de kinderen al vertellend door het verhaal.
opdracht 3
‘Vraag haar of ze in het achterste rijtuig wil
Neem de tijd om de kinderen zinnen te
horzelhoofd
plaatsnemen.’ Zo gebeurde het en de
laten zeggen. Laat de kinderen elkaar aan
(midden- en bovenbouw)
prinses vond het best en dacht er verder
kijken.
niet over na, want ze dacht immers nooit.
Tijdsduur: 30 minuten.
De bruiloftsstoet reed naar de kerk en
Nodig: Groot vel papier A2 formaat,
iedereen was gelukkig behalve de
teken- en schrijfmaterialen.
kamerheer. Hij sloeg met zijn stok in het
Uitwerking: Maak groepjes van
rond en bromde: ‘Overal insecten in de kerk! Torren en kevers, wespen en blauwe vliegen en
maximaal vier kinderen. Laat de kinderen aan hun tafel van vier op het grote vel papier een silhouet van een
giftige bijen... foei... foei!’ Maar niemand trok
hoofd tekenen. Daaromheen mogen ze
zich daar een sikkepit van aan.
net zo veel horzels, torren, kevers, wespen en blauwe vliegen en giftige bijen tekenen als ze willen. In het hoofd schrijven ze zoveel mogelijk ‘slechte’ gedachten op als ze kunnen vinden. Let op: zelfs brave klasjes komen helemaal los. Het verdient aanbeveling deze ‘horzel’-sfeer snel over te laten gaan in iets positiefs. Kijk maar eens naar het volgende verhaal.
pagina 18
bovenbouw middenbouw de gewone jongen Herkomst onbekend
Drie vrouwen haalden water bij de bron.
eigenlijk een heel gewone jongen. Ik weet niet
indruk. Glunderend omhelsde de tweede
“Mijn zoon is echt een wonderkind, al vanaf
of... hij iets bijzonders heeft ...”. De vrouwen
vrouw haar zoon. Toen wende ze zich naar
jongs af aan is hij lenig, snel en atletisch. Hij
vulden hun emmers met water en liepen
de andere twee vrouwen: “Mooi kan mijn
heeft les gekregen van de beste sportleraren
de weg weer terug naar huis. De emmers
zoon zingen, niet?” De gewone jongen liep
van het land en afgelopen maand is hij
van de vrouwen waren zwaar en de
daarop naar zijn moeder. “Moeder geef mij
landskampioen geworden. Dus jullie zullen
hengsels sneden in hun vingers. Van tijd
de emmer maar, dan zal ik hem voor u dragen”.
wel begrijpen hoe trots ik ben op mijn
tot tijd moesten ze ook even rusten omdat
Dankbaar gaf de vrouw de emmer aan haar
sportheld!” “Mijn zoon”, zei de tweede
het dagelijkse watersjouwen hen rug-
zoon en samen liepen ze richting het dorp.
vrouw, “heeft een stem als een nachtegaal, hij
klachten had gegeven. Toen kwamen hen
Heldhaftigheid verschuilt zich vaak in het
kan werkelijk prachtig zingen en iedereen die
drie jongens tegemoet. De eerste jongen
gewone, het alledaagse.
hem hoort, is diep onder de indruk. Hij heeft nu
liep op zijn handen en maakte vlak voor de
een uitnodiging gekregen om naar het paleis te
vrouwen, drie radslagen en een flikflak.
komen en daar voor de Koninklijke familie te
Vol bewondering keken de vrouwen naar
zingen.” En toen keken deze twee vrouwen
zijn kunsten. “Dat is mijn zoon!”, sprak de
naar de derde vrouw: “En jouw zoon, wat
eerste vrouw vol bewondering. De tweede
kan hij?” De derde vrouw keek hen een
jongen kwam en hij begon met luide stem
beetje verlegen aan: “Nou, mijn zoon... is
te zingen en maakte met zijn stem diepe
pagina 19
opdracht 1
opdracht 2
opdracht 3
vertelcarrousel
de goede daden trommel
krantenknipsel map
Tijdsduur: 60 minuten.
Tijdsduur: De hele week.
Tijdsduur: Hele week.
Nodig: groot tekenvel per vier kinderen
Nodig: Kleine briefjes, lege trommel met
Nodig: (Gratis) dag en of weekkranten.
en tekenspullen.
een sleuf of brievenbus.
Uitwerking: De kinderen gaan op zoek
Uitwerking: Maak groepjes van
Uitwerking: Iedereen in de klas wordt
naar zoveel mogelijk krantenberichten
maximaal vier kinderen. Laat ze het
gevraagd elke dag een goede daad te
met goed nieuws waarin iemand een
verhaal zo gedetailleerd mogelijk op het
verrichten. Deze goede daden schrijf je
ander geholpen heeft. Deze berichten
groepsvel tekenen. Alles moet er op. Laat
op (elke daad op één papiertje) en gaat in
worden verzameld in de krantenknipsel
daarna twee kinderen van elke groep met
de goede-daden-trommel. Aan de einde
map.
de klok mee naar een andere groep gaan.
van de week wordt de trommel tjokvol
Doel: probeer met je klas 100 goede
De oorspronkelijke groep krijgt dus van
goede daden aangeboden aan de krant.
berichten te vinden. Dubbele tellen
een andere groep twee gastkinderen op
Doel is om met jouw klas in de krant te
natuurlijk niet.
bezoek. De twee ‘achterblijvers’ vertellen
komen.
nu het verhaal aan de hand van de tekening aan de twee gastkinderen. Na drie minuten geeft de leerkracht een teken en trekken de twee gast kinderen verder naar de volgende groep. Ook hier krijgen de twee gast kinderen het verhaal te horen. Bij het derde signaal keren de kinderen terug naar hun eigen oorspronkelijke groep. Daarna mogen de kinderen die net verteld hebben natuurlijk ook nog op pad.
pagina 20
bovenbouw middenbouw
grootvader, de vloedgolf en het vuur Een verhaal door Nienke van Hichtum
Op een eiland in het mooie land Japan leefde eens
keek hij naar de zee. Maar plotseling stond hij daar
brandende tak in de hand en liep daarmee,
een goede oude man. Zijn huis stond op een vlakke
als verlamd van schrik en staarde strak in de verte,
zo hard zijn oude benen hem konden dragen,
berg en om het huis lagen de rijstvelden van de
waar zee en lucht elkaar schenen te ontmoeten!
naar de rijstvelden. “Volg mij, Yone!” riep hij,
mensen die aan de voet van de berg woonden, op de
Daar rees iets op uit de golven, iets als een
en de jongen draafde achter hem aan, de bran-
smalle strook grond langs de zee. Vanuit zijn huisje
reusachtige wolk, en het was alsof de wateren van
dende tak nog altijd in de hand houdend.
had de man het uitzicht over de rijstvelden, en
de zee zich daar ophieven tot hoog, hoog in de
Daar zag hij tot zijn schrik dat de oude man
daarachter over de mooie blauwe zee, die het hele
lucht! De oude man hield zijn handen boven de
zijn tak midden in de droge, rijpe rijst sling-
land omspoelde. Elke morgen en elke avond keken
ogen en keek nog eens goed toe, zo goed als zijn
erde, en hij gilde in doodsangst: “O, grootvader!
de oude man en zijn kleinzoon naar de mannen uit
oude ogen het hem mogelijk maakten. Toen wendde
Grootvader! O, o, wat doet u daar? Wat doet u daar?”
het dorp, die ijverig hun velden bewerkten. De kleine
hij zich plotseling om en rende het huisje binnen.
- “Vlug, jongen, vlug! Steek de boel in de brand!”
jongen hield van de rijstvelden. Hij wist heel goed
“Yone, Yone”, riep hij zijn kleinzoon toe,”breng mij
was het enige antwoord dat hij kreeg. Yone
dat die het voedsel moesten opbrengen voor heel
dadelijk een brandende tak uit het haardvuur!” De
dacht niet anders dan dat zijn grootvader
het volk in de omtrek; en dikwijls hield hij met zijn
jongen begreep niet waarvoor zijn grootvader dat
krankzinnig was geworden, en hij gaf een gil
grootvader de wacht bij de velden, als de werkers
vuur nodig had, maar hij was, als alle kinderen in
van ontzetting; maar hoe ontsteld hij ook was,
naar huis gingen om een poosje te rusten. Eens op
Japan, altijd gehoorzaam. Vlug trok hij een
tóch wist hij dat hij moest gehoorzamen.
een dag stond de grootvader alleen voor zijn huisje.
brandende tak uit het vuur en holde daarmee naar
Ook hij slingerde dus zijn tak in de rijst, en
Eerst keek hij een poos naar de rijstvelden en toen
zijn grootvader. Maar zie, die had zelf óók al een
een felle vlam begon weldra tegen de dorre
pagina 21
stengels op te klimmen. Meer vlammen volgden, rode vlammen en gele vlammen. In een ogenblik stond het hele veld in
luid gillend en krijsend “Waarom? Waarom toch?” toen wendde hij zich om, en wees naar de zee.Allen staarden naar die kant en
lichterlaaie, en dikke zwarte rookwolken
zie; waar kort geleden nog de blauwe zee
verhieven zich hoog in de lucht. Als een
zo rustig had gelegen, daar zagen ze nu
donkere wolk steeg de rook op, en de
een geweldige muur van opgezweept
mensen beneden begrepen met schrik dat
water, zó hoog dat hij de hemel scheen te
hun kostbare velden in brand stonden!
raken, op hun eiland afkomen! Niemand
Ha, hoe holden, draafden en sprongen ze de berg op! Ieder wou proberen nog iets te redden; oude mensen, vrouwen en kinderen, allen haastten zich naar de brandende velden! Geen sterveling bleef thuis. Maar toen ze de top van de berg bereikten, zagen ze hoe heel hun kostelijke rijstoogst al in vlammen stond. Niets,
was in staat een geluid te geven, zó verschrikkelijk was deze aanblik! De watermuur had nu het land al bereikt, overstroomde de plek waar het dorp had gestaan, en brak toen, met geweldig geraas tegen de sterke bergwand. Een tweede watergolf stortte zich over het land - en nóg een golf; toen zagen de
niets viel er meer te redden, en een luid
verschrikte mensen rondom de berg niets
gejammer weerklonk door de lucht. “Wie
anders meer dan water, water en nog eens
heeft dit gedaan?” riep de een, en “Hoe is de
water; het dorp waar ze gewoond hadden,
brand aangekomen?” gilde een ander. “Ik
was er onder bedolven... Maar alle bewo-
was het, die de velden in brand stak”, zei de
ners waren gered! Nu pas begonnen ze te
oude man plechtig; en het jongetje herhaalde zijn verzekering: “Ja, grootvader heeft de brand aangestoken.” Maar toen nu allen op de oude man aandrongen,
begrijpen wat de oude man had gedaan, en hoe ze allen aan hém hun leven te danken hadden. Ze vereerden hem boven alle andere mensen.
opdracht 2 ontzag voor natuurgeweld
Tijdsduur: 30 minuten. Nodig: tafels aan de kanten, stoelen in een open U-vorm. Uitwerking: De leerkracht vertelt een opdracht 1
persoonlijk verhaal dat hij betrokken was
ode aan de ouderen
bij natuurgeweld. Vraag de kinderen met
opdracht 3
hun verhaal te komen. Probeer vanuit
vertelcarrousel
Tijdsduur: De hele week.
deze verhalen te komen tot het beant-
((zie ook bij het verhaal De gewone jongen)
Nodig: Vel papier. Afbeeldingen van
woorden van de vraag wat is de juiste en
oude mensen. Stickies. Bezoekjes (buiten
verstandige houding ten opzichte van
Tijdsduur: 60 minuten.
schooltijd) aan ouderen in de samenleving
natuurgeweld.
Nodig: Groot tekenvel per vier kinderen
Uitwerking: Eerst gaan de kinderen op
en tekenspullen.
zoek naar plaatjes of foto’s van oudere
Uitwerking: Maak groepjes van
mensen. Deze worden verzameld en als
maximaal vier kinderen. Laat ze het
raamwerk op een groot vel papier geplakt
verhaal zo gedetailleerd mogelijk op het
zodat daarbinnen de verhalen kunnen
groepsvel tekenen. Alles moet er op. Laat
komen. Dan gaan de kinderen in de rest
daarna twee kinderen van elke groep met
van de week op zoek naar verhalen waar-
de klok mee naar een andere groep gaan.
in een oudere persoon als oudere goede
De oorspronkelijke groep krijgt dus van
daden verricht heeft. Deze verhalen
een andere groep twee gastkinderen op
komen op stickies en worden binnen het
bezoek. De twee ‘achterblijvers’ vertellen
raamwerk gehangen.
nu het verhaal aan de hand van de tekening aan de twee gastkinderen. Na drie minuten geeft de leerkracht een teken en trekken de twee gastkinderen verder naar de volgende groep. Ook hier krijgen de twee gastkinderen het verhaal te horen. Bij het derde signaal keren de kinderen terug naar hun eigen oorspronkelijke groep. Daarna mogen de kinderen die net verteld hebben natuurlijk ook nog op pad.
pagina 23
bovenbouw
waarheid Een verhaal van Anthony de Mello
Het was midden in de oorlog. Een soldaat
was. Iemand had een vreselijke en
Toen leunde de soldaat voor over, pakte de
werd in allerijl terug geroepen naar huis,
kolossale fout gemaakt. “Hoe lang heeft hij
hand vast van de oude man en sprak: “Pap,
omdat zijn vader op sterven lag. Eigenlijk
nog te leven?”,vroeg hij de arts die daar
ik ben het. Ik ben terug!” De stervende man
mocht niemand het front verlaten. Maar
toevallig voorbij kwam. “Niet meer dan een
greep naar de hand van de soldaat, zijn
een speciale uitzondering werd voor hem
paar uur. Je bent nog net op tijd gekomen.” De
ogen, die niet meer goed konden zien,
gemaakt, want hij was het enige familielid
soldaat dacht aan de echte zoon van deze
tuurden de omgeving af. Een tevreden
die zijn vader nog had. Bij het ziekenhuis
stervende man, vechtend, God wist waar,
glimlach kwam over zijn oude gezicht.
gekomen liep hij meteen naar de intensive
duizenden mijlen ver weg. Hij dacht hoe
Met zwakke stem sprak de oude man:
care afdeling. Daar zag hij plotseling dat
de oude man gevochten moest hebben om
“Mijn zoon, ik wist dat je zou komen!” De
de halfbewuste oude man, gelegen aan
in leven te blijven om toch nog één keer
soldaat bleef daar tot de oude man stierf,
allerlei buizen en slangen, niet zijn vader
zijn enige zoon te zien.
ongeveer een uur later.
opdracht 1
opdracht 2
opdracht 3
maak af
leugentje om bestwil
bluf
Tijdsduur: 45 minuten
Tijdsduur: Hele week
Tijdsduur: 45 minuten
Nodig: Niets
Nodig: twee dozen, veel gele en veel
Nodig: tafels aan de kanten en stoelen
Uitwerking: De leerkracht vertelt het
oranje papiertjes, pennen.
in een lege U-vorm
verhaal (of leest voor) tot en met de
Uitwerking: Ga op zoek naar
Uitwerking: elk kind mag als hij dat
zin: ‘Toen leunde de soldaat voor
leugentjes. Bij jezelf bij je ouders, of
wil voor de klas komen om iets te
over, pakte de hand vast van de oude
waar dan ook. Verzamel zoveel
vertellen. Dat wat hij vertelt hoeft
man en sprak:’ Daarna stopt de
mogelijk leugentjes. In het kort
niet waar te zijn. Als het kind klaar is,
leerkracht en is een tijd stil. Daarna
schrijf je dat op een gekleurd
is het even stil, en vraagt de leerkracht
maakt hij van de klas groepen van 4.
papiertje. Op het gele papiertje
aan de klas of dit kind de waarheid
Elk groepje mag het verhaal af
komen al die leugentjes die je goed
gesproken heeft. Wie van de klas kan
maken. Dat kan schrijvend maar ook
vond. Die komen in de ene doos. Op
het beste bluffen?
toneelspelend. Als laatste verteld de
de Orange velletjes schrijven de
leerkracht het verhaal af. Laat de
kinderen al die leugens die niet door
kinderen discuteren over welke van
de beugel kunnen. Aan het einde van
alle eindversies zij de beste vinden en
de week wordt gekeken in welke doos
waarom.
de meeste leugens zitten. Napraten in een cirkel is wenselijk.
pagina 24
bovenbouw
timmerbedrijf zeven Herkomst onbekend
Het was een schamel optrekje, niet veel meer dan een hut aan de rand van de stad. Aan de voorkant had Joaquin een kleine werkplaats met wat machines en gereedschap, aan de achterkant een eenvoudige badkamer en verder twee kamers en een keuken. Toch klaagde Joaquin niet. Tijdens de afgelopen wee jaar had de werkplaats van timmerbedrijf Zeven zoveel bekendheid verworven dat hij voldoende verdiende om de schamele spaarcenten die hij bezat niet te hoeven aanspreken, Die ochtend stond hij zoals gewoonlijk om halfzeven op om de zon te zien opkomen. Langs het pad ontwaarde hij op zo’n tweehonderd meter van zijn huis het gehavende en gewonde lichaam van een jongen. Snel knielde hij en legde zijn oor op de borst van de jongen... Heel zacht en ver weg worstelde zijn hart om wat er nog aan leven restte in dat vieze, naar bloed, vuil en alcohol stinkende lichaam niet te verliezen. Joaquin ging een kruiwagen halen waar hij de jongen in legde. Toen hij thuis was, legde hij het lichaam van de jongen op zijn bed, knipte de versleten kleding los en waste hem voorzichtig met water, zeep en alcohol. De jongen was niet alleen dronken, maar ook bruut in elkaar geslagen. Hij had
pagina 26
sneeën in zijn handen en zijn rug en zijn
het bedrijf en de eerste beurt in de
rechterbeen was gebroken. De twee
badkamer in ruil voor de belofte dat hij
volgende dagen concentreerde Joaquin
zich zou inzetten voor het werk. Op een
zich volledig op de gezondheid van zijn
avond, toen Joaquin al sliep, besloot
ongenode gast. Hij verzorgde en verbond
Manuel dat een borrel in het dorp hem
zijn wonden, spalkte zijn been en voedde
geen kwaad zou doen. Voor het geval
de jongen met lepels kippenbouillon.
Joaquin ‘s nachts wakker werd, deed hij de
Toen de jongen wakker werd, zat Joaquin
deur van binnen op de grendel en ging hij
aan zijn zijde bezorgd en teder naar hem te
via het raam naar buiten. Binnen had hij
kijken. ‘Hoe gaat het met je?’ vroeg Joaquin.
een kaars laten branden om de indruk te
‘Goed... geloof ik,’ antwoordde de jongen
wekken dat hij aanwezig was. Na de eerste
terwijl hij zijn schone en verzorgde
borrel volgde de tweede en na deze de
lichaam bekeek. ‘Wie heeft me verzorgd?’
derde en de vierde en nog vele meer... Hij
‘Ik.’ ‘Waarom?’ ‘Omdat je gewond was.’
was met zijn dronkenmanvrienden aan
‘Alleen daarom?’ ‘Nee. Ook omdat ik een
het zingen toen de brandweerauto met
hulpje nodig heb.’ En beiden lachten
gillende sirene langs de bar kwam. Manuel
hartelijk... Goed doorvoed, goed uitgerust
associeerde deze gebeurtenis niet met wat
en zonder alcohol kwam Manuel - zo
er zich verderop afspeelde tot hij ‘s
heette de jongen - snel weer op krachten.
ochtends slingerend thuiskwam en de
Joaquin probeerde hem het vak te leren,
menigte op straat zag... Slechts één muur,
maar Manuel schuwde het werk waar hij
de machines en wat gereedschap waren
kon. Telkens weer probeerde Joaquin door
gespaard gebleven. De rest was door de
te dringen tot dat door losbandigheid
brand verwoest. Van Joaquin vonden ze
aangetaste hoofd om hem van de
vier of vijf geblakerde botten die ze op het
voordelen van een goede baan, een goede
kerkhof begroeven ondereen steen waarin
naam en een eerlijk leven te overtuigen.
Manuel het volgende grafschrift liet
Telkens leek Manuel hem te begrijpen en
beitelen: ‘Ik zal het doen, Joaquin, ik zal
twee uur of twee dagen later versliep hij
het doen!’ Het was veel werk, maar Manuel
zich weer of vergat hij de klus uit te voeren
bouwde het timmerbedrijf opnieuw op.
die hem door Joaquin was opgedragen.
Hij was lui maar handig en wat hij van
Maanden gingen voorbij en Manuel was
Joaquin had geleerd hielp hem het bedrijf
volledig hersteld. Joaquin had Manuel de
voort te zetten. Altijd had hij het gevoel
grootste kamer gegeven, een aandeel in
dat Joaquin hem in de gaten hield en
pagina 27
aanmoedigde. Bij elke mijlpaal, zoals zijn huwelijk, de geboorte van zijn eerste kind en de aankoop van zijn eerste auto, moest Manuel aan hem denken... Op vijfhonderd kilometer daarvandaan zat Joaquin zich springlevend af te vragen of het geoorloofd was te liegen, bedriegen en dat prachtige huisje in de as te leggen, alleen maar om een jongen te redden. Ja, dat was het, gaf hij zichzelf als antwoord en bij de gedachte dat de politie van het dorp varkensbotten had aangezien voor mensen-
opdracht 3
botten moest hij hard lachen… Zijn
vertelcarrousel
nieuwe timmerbedrijf was iets beschei-
(zie ook bij het verhaal De gewone jongen)
dener dan het vorige, maar had reeds een
Tijdsduur: 60 minuten.
behoorlijke bekendheid verworven. Het
Nodig: Groot tekenvel per vier kinderen
heette Timmerbedrijf Acht.
en tekenspullen.
opdracht 1
opdracht 2
maak af
hoorspel
Tijdsduur: 60 minuten.
Tijdsduur: 60 minuten.
Nodig: Niets.
Nodig: voldoende kopieën van dit
Uitwerking: De leerkracht vertelt het
verhaal. Veel materialen die geluid
verhaal (of leest voor) tot en met de zin:
maken.
Na de eerste borrel volgde de tweede en
Uitwerking: de klas wordt verdeeld in
na deze de derde en de vierde en nog vele
groepen van maximaal 4 kinderen. Eén
meer... Dan stopt de leerkracht en is een
kind uit elke groep wordt straks de grote
tijd stil. Vervolgens maakt hij van de klas
voorlezer van betreffende groepje. Maar
groepen van 4. Elk groepje mag het
eerst wordt er gerepeteerd. Probeer met
verhaal af maken. Dat kan schrijvend
je groepje zo veel mogelijk geluiden te
maar ook toneelspelend. Als laatste
vinden die onder het verhaal komen als
vertelt de leerkracht het verhaal af. Laat
het straks voorgelezen wordt zodat er
de kinderen discussiëren over welke van
een echt hoorspel ontstaat. Oefen eerst
alle eindversies zij de beste vinden en
een paar keer. De kinderen die de meeste
waarom.
passende geluiden bij het verhaal kunnen vinden is de winnaar.
pagina 28
Uitwerking: Maak groepjes van maximaal vier kinderen. Laat ze het verhaal zo gedetailleerd mogelijk op het groepsvel tekenen. Alles moet er op. Laat daarna twee kinderen van elke groep met de klok mee naar een andere groep gaan. De oorspronkelijke groep krijgt dus van een andere groep twee gastkinderen op bezoek. De twee ‘achterblijvers’ vertellen nu het verhaal aan de hand van de tekening aan de twee gastkinderen. Na drie minuten geeft de leerkracht een teken en trekken de twee gastkinderen verder naar de volgende groep. Ook hier krijgen de twee gastkinderen het verhaal te horen. Bij het derde signaal keren de kinderen terug naar hun eigen oorspronkelijke groep. Daarna mogen de kinderen die net verteld hebben natuurlijk ook nog op pad.
bovenbouw
dienaar in complimentjes Een Joods verhaal van Gottfrid van Eck www.gottfridvaneck.nl
Rabbi David Mosje raakte in gesprek met
En allen zingen ze mee in het koor. Zo verrichten
rabbi Aaron en zij bespraken het reilen en
ze met zijn allen engelenwerk. Ja, het zijn
zeilen van hun chassidische gemeenschap-
koningen, priesters en profeten tegelijk.”
pen. Rabbi David Mosje begon: “We hebben
“Engelen? Koningen, priesters en pro-
een zeer actieve gemeente bij ons in Charkov.
feten?”, vroeg rabbi Aaron. “Overdrijf je niet
De ene chassied zet zich in voor gastvrijheid
een beetje?” “Misschien. Maar ze zijn in elk
en regelt onderdak voor al mijn leerlingen en
geval wel koningen”, antwoordde rabbi
gasten. De ander veegt de synagoge en het
David Mosje. “De Charkover chas-
leerhuis aan. Een derde bezoekt de zieken,
sidiem, mijn volgelingen, zijn allemaal
een vierde leert Hebreeuws aan de kinderen,
koningen in hun eigen koninkrijkje: de
een vijfde zit in het bestuur van de synagoge.
synagoge, het leerhuis of de tuin. En op hun
pagina 29
pagina 30
terrein dulden ze geen andere machthebbers.
Hij doet het allerbelangrijkste wat er gedaan
altijd het beste moet zoeken in andere mensen.
Ieder regeert met ijzeren hand en doet dat
moet worden.” “Wat dan?” “Hij deelt de hele
Je moet je ogen sluiten voor hun missers en
werkelijk voortreffelijk.” “Dat klinkt
dag complimentjes aan iedereen uit. Hij zegt
alleen op hun goede daden letten. Dat talent
geweldig.” “‘Maar hoe zit het eigenlijk met
bijvoorbeeld: ‘Dat heeft u geweldig gedaan. Wat
hebben maar weinigen. Bovendien: als mensen
jouw gemeente?’, vroeg rabbi David Mosje.
ziet dat er fraai uit. Wat heeft u dat goed voor
een compliment krijgen, voelen ze zich
Rabbi Aaron antwoordde: “Mijn chassidiem
elkaar, meneer. Of: Wat attent van u,
gewaardeerd en houden het langer vol. Al mijn
lijken in alle opzichten op de jouwe. Ik heb in
mevrouw.’ Deze chassied heeft oog voor ieders
chassidiem lopen zich het vuur uit de sloffen en
mijn gemeente ook vele leerlingen die zich
inzet.” “Is complimentjes geven het enige dat hij
verrichten hun taken met plezier dankzij deze
inzetten voor de synagoge, voor de armen, de
doet?” “Ja.” “En dat noem jij de belangrijke
complimentjesgever. Kortom: zonder deze
zieken en de kinderen. Maar daarnaast heb ik
dienst in jouw gemeente? Zo moeilijk is dat
dienaar der dienaren zaten we in zak en as.”
nog één unieke chassied. Die doet iets waar ik
toch niet, complimenten geven?” “Kijk, het
jou niet over heb gehoord.
lijkt heel eenvoudig. Maar het betekent dat je
opdrachten 1
opdracht 2
opdracht 3 op zoek naar
de complimenten spaarpot
levensgrote complimenten
compliment-verhalen
Tijdsduur: de hele week
Tijdsduur: de hele week
Tijdsduur: 30 minuten .
Nodig: vele kleine papiertjes, spaarpot of
Nodig: grote vellen afval behangpapier,
Nodig: Niets.
lege doos of brievenbus
stiften, scharen en veel plek
Uitwerking: De kinderen gaan in hun
Uitwerking: Iedereen probeert elke dag
Uitwerking: rol het behangpapier uit.
eigen vrije tijd bij volwassen op zoek naar
in ieder geval één compliment te maken.
Eén leerling gaat er op liggen en wel zo
persoonlijke verhalen van een specifiek
Deze worden op een klein papiertje
dat zijn lichaamscontouren er helemaal
compliment dat de volwassene eens
geschreven en in de spaarpot gestopt.
opgetekend kunnen worden. Na het
heeft mogen ontvangen en die veel
Aan het einde van de week volgt een
tekenen wordt de persoon uit het papier
indruk gemaakt heeft of zelfs zijn leven
kringgesprek. Twee vragen staan
geknipt. Zo komen alle leerlingen aan de
ten goede veranderd heeft. Deze verhalen
centraal. - Wat doet het met je als je een
beurt. Al deze levensgrote persoonsil-
worden in een kringgesprek in de klas
compliment krijgt?
houetten krijgen een plek in de klas, op
nabesproken.
- Hoe is het om complimenten te geven?
de gang of ergens anders waar ruimte is. De hele week lang mogen klasgenoten op stickies complimenten aan de klasgenoten schrijven. Deze worden dan op het betreffende silhouet geplakt. Het is de verantwoording van de klas om de complimenten gelijk te verdelen over alle leerlingen. Aan het einde van de week wordt gekeken wat dat met je doet, complimenten ontvangen.
pagina 31
Deze uitgave is tot stand gekomen door de Karavaan Der Vertellers in samenwerking met tien basisscholen in de gemeente Hengelo. contact Stichting Karavaan der Vertellers Eendengang 75 7552 KN HENGELO tel 074 - 24 22 696 e-mail info@ karavaandervertellers.nl internet www.karavaandervertellers.nl kvk 08139151
uitgave maart 2012 deze publicatie is eigendom van de karavaan der vertellers. vormgeving NEST0ntwerp.nl uitgever De Karavaan der Vertellers teksten Karavaan der Vertellers eindredactie & tekstredacteur Wim Wolbrink met speciale dank aan