laan op S de grote
trom Slagwerkers philharmonie zuidnederland Een interview met vier slagwerkers van philharmonie zuidnederland. Een gesprek dat nooit stil valt. Al is het maar omdat er tijdens het interview continu een achtergrondmuziekje klinkt. In de vorm van een lepeltje dat de koffiemok in een herkenbaar ritme toucheert. Of wanneer een stemverheffing kracht wordt bijgezet door met de vingertoppen de tafel te beroeren. Tussendoor telkens weer die veelzeggende blik: Sorry, macht der gewoonte. Tekst: Cindy Brouns I Fotografie: Paul Rous
60
61
meedoet, kan je ondanks een struikelpartij toch een goede eindtijd neerzetten. Maar als je de 100 meter loopt, is één misstap fataal.”
De muziek begint, je ondergaat het en als je alles gehad hebt, is het gelijk weer weg. Dat kunstwerk wordt iedere keer weer opnieuw opgebouwd, met de toeschouwer als onderdeel.”
MUZIEK ALS KUNSTWERK
Han Vogel, Raymond Spons, Bas Voorter en Albert Straten
oor de fusie die twee jaar geleden ontstond tussen Het Brabants Orkest en het Limburgs Symfonie Orkest werden ook de slagwerkers van beide orkesten gedwongen de krachten te bundelen. Al snel bleken zij elkaar perfect aan te vullen. Zoals de gitaar niet zonder snaar kan en het drumstel niet zonder drumstok. We spraken vier van de vijf heren die de maat nooit mis slaan: Raymond Spons, Bas Voorter, Han Vogel en Albert Straten. HECHT GEZELSCHAP
Raymond: “Omdat Bas en ik bij het Limburgs Symfonie Orkest gewend waren dat er regelmatig anderen in onze keuken mee kookten, was het voor ons ook niet moeilijk om ineens
INSIDE JOKES EN PLAGERIJEN WORDEN AFGEWISSELD MET DIEPGAANDE DISCUSSIES OVER HUN GEZAMENLIJKE PASSIE: MUZIEK 62
met ‘die Brabanders’ samen te werken.” Terwijl de lachsalvo’s wegsterven, vult ook Albert Straten aan voordelen van de fusie te ervaren. “Er zijn nieuwe uitdagingen mogelijk, zoals kamermuziek en museumconcerten.” Uit het gekeuvel van de heren is af te leiden hoe hecht het gezelschap is. Inside jokes en plagerijen worden afgewisseld met diepgaande discussies over hun gezamenlijke passie: muziek.
De gepassioneerde mannen doen niets liever dan hun liefde voor muziek verspreiden. En daarvoor trekken ze alles uit de kast. Of zoals Han het verwoordt: “Als Mozes niet naar de berg komt, brengen wij de berg naar Mozes. Tegenwoordig komen mensen niet meer zomaar naar een concert. Daar moet je als orkest je ogen niet voor sluiten, maar juist meer moeite doen. Als mensen eenmaal zo’n concert hebben meegemaakt, zijn ze meestal onder de indruk, ook al is het niet hun muzieksoort. Muziek is een rare kunstvorm.
DREMPEL VERLAGEN
Een wezenlijk verschil met de beleving wanneer je een CD luistert. Juist daarom is het zo belangrijk dat orkesten proberen de drempel te verlagen. Han: “We werken aan educatieve projecten en veranderen af en toe onze concertformules.” Albert vult aan: “We zijn er voor alle lagen van de bevolking, alle leeftijdsgroepen.” Zo organiseert philharmonie zuidnederland studentenconcerten (spicy classics), maar voert het af en toe ook de boventoon op poppodia. Raymond:
VERPEST JE WEL DE AVOND”
ALS JE SLAAT, MOET JE RAAK SLAAN
De plek van de slagwerkers is dan wel traditioneel achteraan in het orkest, maar onopvallend zijn ze nooit. Raymond: “Wij zijn niet bang om gezien te worden.” Geen medestrijkers of blazers om zich achter te verschuilen, maar prominent zicht- en hoorbaar voor het publiek. Want de slagwerkers spelen altijd solo. Als je eens een inzet mist, is het meteen duidelijk wie ernaast zat. Raymond: “Al hoef je maar twee keer te slaan tijdens een concert, als je er één verprutst, verpest je wel de avond.” Bas trekt het vergelijk met topsport: “Elke slag moet op het juiste moment, met de juiste klank en het juiste volume gegeven worden.” Raymond: “Als je aan een marathon 63
FLEXIBILITEIT IS DE SLAGWERKERS MET DE PAPLEPEL INGEGOTEN DOOR DE COMPONIST “We hebben te maken met een zapcultuur. Wij spelen een langer muziekstuk en dan heb ik het nog niet over een Wagner opera van zes uur. In het theater kunnen bezoekers niet zappen..” Het zoeken naar die juiste balans om de concentratie vast te houden, vinden de heren juist interessant. Flexibiliteit is de slagwerkers met de paplepel ingegoten door de componist. FLEXIBILITEIT
Een definitie van een slagwerkinstrument? Daar zijn de heren het al snel over eens: alles waar je op kunt slaan en waar vervolgens geluid uitkomt. Raymond: “Het begrip is breder dan ons lief is. We zijn gewend solo te spelen. Daarnaast bespelen we veel verschillende instrumenten. Als er dan fluitende vogelzang in een compositie voorkomt, of over de rand van een wijnglas gewreven moet worden, komt zo’n taak al snel bij ons terecht.” Zo ontstaat een stel creatieve geesten dat overal een refrein in hoort en uit elk voorwerp muziekklanken tovert. Maar als je van je hobby eenmaal je werk gemaakt hebt, ben je je hobby kwijt. Bas: “Ik vind het moeilijk bij een concert als toeschouwer te ontspannen. Je luistert anders, ik kan dan niet uitschakelen.” En als Bas een misser hoort, kan het ook de muziekliefhebbers om hem heen niet ontgaan. Want die macht der gewoonte van de slagwerkers, het ritmisch vingergeroffel, is ook in de vrije tijd niet af te zweren.
Adams De fotografie vond plaats bij Adams Drumwereld
64