8 minute read

Voorpublicatie

Next Article
Eerbetoon

Eerbetoon

De Avonturen van Moira en Mystique Moord in Cativicus

Britta Fath en Eva Spear

De bibliothecaris van Cativicus is vermoord, met in zijn poezelige pootje een boek. Wat is er gebeurd? Omdat de plaatselijke politiekat te sloom is, beslist Moira zelf maar op onderzoek uit te gaan. Dat doet ze samen met twee andere katten – net als zij de buitenbeentjes in het dorp – al gaat dat niet vanzelf.

Het eerste deel uit de spannende avonturen van kattendetective Moira en haar eenhoorn Mystique. Voor speurders vanaf 9 jaar.

1

In een woonwijk ten oosten van Cativicus, het dorp waar katten veilig en ver weg van de mensenwereld leven, bevindt zich een kleurrijk huisje. Daar woont Moira. Zij is een intelligente, grijze tijgerkat die houdt van felle kleuren en raadsels en mysteries oplossen. Vandaag vertrekt ze heel vroeg naar het werk. Ze wil immers nog langs de bibliotheek om boeken in te ruilen voor wat nieuwe exemplaren. Maar helaas blijkt die nog gesloten. Vreemd, want normaal zou ze al lang open moeten zijn. Moira rammelt met de deuren, maar er is binnen geen beweging te bespeuren. Ze begint zich een beetje zorgen te maken over Finn, de bibliothecaris.

Op dat moment komt Jeff, de politiecommissaris, aangesloft. Jeff is een ietwat dikkere kat en niet van de snelsten.

‘Goedemorgen, Moira, wat ben jij al vroeg op pad.’

‘Goedemorgen, Jeff. Ik sta hier voor een gesloten deur en dat is heel vreemd, want de bieb is anders al open. Ik maak me zorgen om Finn. Heb jij toevallig een sleutel van dit gebouw? Dan kunnen we gaan kijken of alles in orde is.’

‘Ja,’ zegt Jeff, ‘ik zal hem even gaan halen op het commissariaat. Ik ben zo terug.’ Hij sloft het dorpsplein over naar het politiebureau. Dat gaat even duren, denkt Moira.

Een kwartier later is Jeff terug en gaan ze de bibliotheek binnen. Er brandt nog geen licht. Ze lopen tussen de boekenrekken door en roepen Finns naam, maar er komt geen antwoord. Dan doet

Moira een verschrikkelijke ontdekking: tussen de rekken met fantasyromans ligt Finn in een plas bloed. Ze roept de commissaris. Als hij het lichaam ziet, kijkt hij verschrikt.

‘Oei oei,’ stamelt Jeff. ‘Dat ziet er zeer ernstig uit ... Leeft hij nog, denk je? Kun jij de dokter bellen?’

Moira neemt haar telefoon, belt de dokter en vertelt hem dat ze het lichaam van Finn gevonden hebben in de bibliotheek. Wanneer de dokter ter plaatse is, stelt hij onmiddellijk vast dat het slachtoffer om het leven werd gebracht door een klap op zijn hoofd.

O nee, arme Finn. Dit mysterie kan ik helpen oplossen, denkt Moira. Ze neemt haar tasje van haar rug en haalt er een notitieblokje en potlood uit. Verwoed begint ze het tafereel te beschrijven, geen detail wil ze missen. Zo merkt ze op dat de bibliothecaris krampachtig een boek vasthoudt. Zou het verband houden met zijn moord?

De commissaris heeft ook al tot zijn eerste conclusie gekomen: ‘Het is overduidelijk dat Finn gestorven is door de klap op zijn hoofd. Waarmee hij geslagen werd, is mij op dit moment nog niet duidelijk,’ zegt Jeff terwijl hij aan zijn hoofd krabt.

‘Commissaris, denk je dat het boek in Finns hand te maken kan hebben met de moord?’ vraagt Moria. ‘Mag ik dat boek van dichterbij bekijken?’

‘Natuurlijk, al is het volgens mij niet erg belangrijk. Ik denk wel dat ik weet wie hier iets mee te maken heeft.’

‘Ja?’ vraagt Moira. ‘Wie dan?’

‘Ik heb gisterenavond nog een rood-witte kat zien rondsluipen in de buurt van de bibliotheek. Ik ben er zeker van dat het Samael was. Je weet wel, die vreemde kat die in dat vervallen huis woont. Het zou me niet verbazen als dit zijn werk is,’ gromt hij overtuigd.

Dat klinkt allemaal wel geloofwaardig, maar er is één belangrijk feit dat Moira doet twijfelen. Ze weet dat de commissaris kleurenblind is, en vooral in het donker is dat een probleem voor hem. Misschien weet hij dus niet met zekerheid welke kat hij gezien heeft.

Moira schuifelt wat dichter naar de bibliothecaris toe. Ze ziet dat het boek dat hij in zijn poot heeft geschreven werd door een inwoner van het dorp, Jo. Het boek gaat over zijn dorpsgenoten met al hun eigenaardigheden, en dat werd hem niet overal in dank afgenomen. Moira noteert in haar boekje dat ze met Jo moet gaan praten. Maar ook de opmerking van de commissaris is blijven hangen, dus Samael komt ook op de lijst.

Dan ziet ze een vage pootafdruk in het bloed.

‘Hé, commissaris, heb je dit al gezien? Hier staat een pootafdruk in het bloed van Finn. Die is misschien van de dader. Neem jij daar een foto van?’

Terwijl de commissaris foto’s neemt, maakt Moira een uitgebreide schets van de plaats delict. Na een kort gesprek met de commissaris verlaat ze het gebouw en loopt snel door naar school. Ze is door het voorval in de bieb te laat op haar werk en dat zal Nimue, de directrice, niet zomaar laten voorbijgaan.

2

Aangekomen op school blijkt Nimue inderdaad allesbehalve blij dat ze te laat is. Als Moira probeert uit te leggen wat er is gebeurd, valt dat in dovemansoren. Voor Nimue is geen enkele reden goed genoeg om te laat te komen. Naar Moira’s mening is de directrice een ongevoelige feeks die als een tiran heerst.

Al van bij het begin hangt er een gespannen sfeer tussen Moira en Nimue. Moira weet niet wat ze ooit verkeerd heeft gedaan om de directrice zo tegen zich in het harnas te jagen. Ze is een vriendelijke en behulpzame ziel die steeds eerlijk zegt wat er in haar opkomt. Maar Nimue kan er niet tegen als iemand haar op haar fouten wijst. Moira vermoedt dat ze problemen heeft met het horen van de waarheid.

‘Wat sta je daar nu nog te staan?’ zegt Nimue. ‘Het werk verdwijnt niet vanzelf hoor. Als ik jou was, zou ik er maar aan beginnen. En het uur dat je vandaag gemist hebt, moet je ook nog inhalen.’

Moira gaat aan haar bureau zitten en zucht. Ze vraagt zich nog steeds af waar ze die behandeling aan verdiend heeft. Nimue heeft altijd al op haar neergekeken en de spot met haar gedreven. Zeker haar eenhoornspulletjes zijn vaak het onderwerp van pesterige opmerkingen.

Nimue heeft ook wel ergens gelijk. Moira is dol op alles wat met eenhoorns te maken heeft. Haar rugzak, notitieboekjes, potloden, zelfs de decoratie in haar huisje ... Overal is wel een eenhoorn op terug te vinden. Maar de allerbelangrijkste eenhoorn in haar leven is haar huisdier. Haar mini-eenhoorn heeft de naam Mystique gekregen omdat het zo’n mysterieus wezentje is. Mystique is een wit eenhoorntje, zo groot als een eekhoorn, met roze manen.

Altijd wanneer Moira thuiskomt van het werk, neemt ze de tijd om even met Mystique te praten en haar wat te vertroetelen. Het diertje zorgt ervoor dat ze zich niet zo alleen voelt. Straks zal ze heel wat te vertellen hebben, over de moord op Finn en de vraag wie de dader kan zijn. Ze zou zo graag het mysterie ontrafelen. Praten met Mystique helpt haar altijd om haar gedachten te ordenen, dus misschien krijgt ze straks een geniale inval.

Maar, helaas. Voor ze naar huis kan, zal ze nog een paar uur hard moeten werken op het secretariaat van de school, waar ze zowat de persoonlijke assistente van Nimue is. Ze heeft dus meer dan genoeg werk om haar dag te vullen.

Na wat een eeuwigheid lijkt, kan Moira eindelijk stoppen voor vandaag. Ze begint haar spulletjes in te pakken en stipt om vijf uur verlaat ze de school.

Ze wandelt het dorpsplein over in de richting van de supermarkt. Binnen gaat het over de moord

op Finn, iedereen is aan het gissen naar de reden en de dader. Dit is de allereerste moord ooit in Cativicus, dus is het normaal dat iedereen ermee bezig is. Het vredige dorpje is wakker geschud door deze gruwelijke daad.

Moira koopt wat eten voor zichzelf en Mystique. Onderweg naar huis loopt ze langs de kerk. Ze blijft even staan. Zou ze binnengaan? Ze beslist om snel een kaarsje te gaan aansteken voor Finn. Hij had geen familie in het dorp en ze wil hem op deze manier bedanken voor alles wat hij voor haar gedaan heeft. Wanneer ze bij de kaarsjes staat, komt Simon naar haar toe. Hij is de priester van de parochie.

‘Dag Moira, is alles goed met je?’ vraagt de priester. Hij is een tenger gebouwde kater die al aardig grijs is geworden. Hij zal wel een van de oudste bewoners van het dorp zijn. ‘Ik heb gehoord dat je een bewogen ochtend hebt gehad.’

‘Ja inderdaad,’ zucht Moira. ‘Het is niet zo leuk om het lichaam van een vriend te vinden. Ik ben er niet goed van. Ik weet niet wie dit gedaan kan hebben. Waarom Finn?’

‘Ja, mijn kind, het leven is niet altijd makkelijk of eerlijk. We moeten erop vertrouwen dat de politie dit raadsel oplost. Ondertussen kunnen we enkel bidden voor Finn. Als je ooit nood hebt aan een gesprek, weet dan dat je hier altijd welkom bent.’

‘Dank je, Simon. Dat hou ik in gedachten.’

Moira verlaat de kerk en een paar minuten later wandelt ze haar huisje binnen. Ze is blij dat ze thuis is. Eindelijk wat rust.

Moira

Politiekat Jeff

This article is from: