Gedragspatronen_v3.indd II
28-03-2007 15:41:26
GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
Gedragspatronen_v3.indd I
28-03-2007 15:41:25
Gedragspatronen_v3.indd II
28-03-2007 15:41:26
Gedragspatronen van personen en organisaties In kaart brengen, inzetten en veranderen
Rudy Vandamme
Gedragspatronen_v3.indd III
28-03-2007 15:41:26
ISBN: 978-90-430-1417-5 NUR: 808 Trefw: gedragspatronen Dit is een uitgave van Pearson Education Benelux bv, Postbus 75598, 1070 AN Amsterdam Website: www.pearsoneducation.nl – e-mail: amsterdam@pearson.com Opmaak: BEELDVORM, Pijnacker Omslagontwerp: Kok Korpershoek, Amsterdam
Dit boek is gedrukt op een papiersoort die niet met chloorhoudende chemicaliën is gebleekt. Hierdoor is de productie van dit boek minder belastend voor het milieu.
© Copyright 2007 Pearson Education Benelux Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie- of andere werken (artikel 16 Auteurswet 1912), in welke vorm dan ook, dient men zich tot de uitgever te wenden. Ondanks alle aan de samenstelling van dit boek bestede zorg kan noch de redactie, noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.
Gedragspatronen_v3.indd IV
28-03-2007 15:41:27
Waarom ben je zoveel bezig met het doel, de weg en het bouwen, terwijl je diepste verlangen is om te wonen?
Gedragspatronen_v3.indd V
28-03-2007 15:41:27
Gedragspatronen_v3.indd VI
28-03-2007 15:41:28
Dankbetuiging De patroonbenadering is geen nieuwe ontdekking of uitvinding. Het is een proces van creatieve ontvouwing. Al doende ontstaat het resultaat. In mijn denken en handelen worden de grondstoffen gemixt. Ik dank de mensen die mij inspireren. De Britse antropoloog en bioloog Gregory Bateson leverde filosofische inspiratie voor de aard van patronen. De methode voor het in kaart brengen van patronen heb ik jarenlang geoefend met de NLP-modelleringstechniek van Richard Bandler en John Grinder. Daarnaast ben ik veelvuldig met patronen in aanraking gekomen via de studie van het wonen. Ik houd nu eenmaal van architectuur en kunst. Patronen zijn iets visueels. Op 24-jarige leeftijd, ik schreef toen mijn thesis De filosofie van het wonen, heeft hoogleraar René Devisch mij de vormelijke karakteristieken van menselijke patronen leren ‘lezen’. Er bestaat een bijzondere relatie tussen patronen en wonen, zoals ik ook in dit boek laat zien. Zo komen verschillende disciplines steeds weer samen in mijn werk: psychologie, biologie, antropologie, filosofie, architectuur en kunst. Een groot leermeester in het opbouwen van de patroonbenadering is het leven zelf. Ik ben opgegroeid in een generatie van zelfontwikkelaars, met als motto: leer je gedragspatronen kennen en bevrijd je ervan. Mijn ontwikkeling is gevoed door zelfinzicht en honger naar feedback. Het is vaak een wellicht pijnlijke, maar uiteindelijk bevrijdende gewaarwording als je beseft hoe het voortduren van ongelukkige omstandigheden de resultante is van je eigen gedragspatronen.
VII
Vele deelnemers aan mijn patronenworkshops maken deel uit van deze ontvouwing. Ik dank alle enthousiaste medereizigers. Ik merk hoe geboeid we omgaan met onze blinde vlekken. Veranderkunde. Ook managers zijn daarin geïnteresseerd. Via coaching bouwen we de juiste context om het patroonmatige bespreekbaar te maken. Het in kaart brengen van patronen is de manier om persoonlijke vrijheid en een hoger bewustzijnsniveau te bereiken. Wereldwijd houden mensen zich bezig met het onderzoek naar patronen. Ik sta niet alleen. Samen trachten we patronen een specifieke plek te geven in ons nadenken over mens, wereld en leven. Deze studie reikt hiervoor de bouwstenen aan; het is een seminaal werk binnen het domein van de psychologie. Misschien ontstaat er wel een nieuwe discipline: de patronologie. Dan is dit werk alvast er een handboek voor. Als mijn intuïtie juist is, dan zal de lezer het perspectief herkennen. Ik dank mijn virtuele netwerk; de groep waarvan ik een ‘agency’ ben.
Gedragspatronen_v3.indd VII
28-03-2007 15:41:28
Ten slotte dank ik de uitgever, Pearson Education Benelux, en met name Wardy Poelstra. Hij gelooft in het momentum voor dit boek. Daarnaast heeft hij mij geholpen mijn schrijfpatronen te doorzien. Ik ben namelijk verteller en docent, ik schrijf zoals ik spreek. Dat levert lange, gebroken zinsconstructies en veel associaties – ‘Rudy, schrijf kortere zinnen en houd je rode draad vast!’
DANKBETUIGING
Rudy Vandamme www.coaching-co.eu info@coaching-co.eu
GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
VIII
Gedragspatronen_v3.indd VIII
28-03-2007 15:41:28
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................ 1 1. Een biologisch en antropologisch perspectief ........................................... 1 2. Deel van een bredere stroming ................................................................. 2 3. Voorlopers binnen de psychologie ............................................................ 3 4. De doorbraak van ‘human resources’ ........................................................ 4 5. Een natuurlijke gave .................................................................................. 5 6. Patronen als hefboom voor cultuurvernieuwing ........................................ 6 7. Professionele toepassing van de patroonbenadering ................................. 7 8. Leeswijzer ................................................................................................. 9 1 Omschrijvingen ........................................................................................... 11 1. Etymologie van het begrip ‘patroon’ ....................................................... 11 2. Het specifieke van gedragspatronen ........................................................ 12 3. Het ‘patroonmatige’ in het functioneren ................................................ 13 4. Tussen chaos en rigiditeit ........................................................................ 16 5. Gedragspatronen zijn dragers van betekenis ........................................... 18 2 Soorten patronen ........................................................................................ 21 1. Patronen op drie niveaus ....................................................................... 21
IX
1. Patronen op basis van herhaling: gelijkvormige patronen ...................21 2. Patronen op basis van verwantschap: soortspecifieke patronen...........23 3. Patronen op basis van coherentie: verbindende patronen ...................24 4. Besluit: prototypisch voorbeeld van een patroon ................................27
2. Kernpatronen .......................................................................................... 27 3. Stampatronen ........................................................................................ 30 3 Uitgangspunten ........................................................................................... 35 1. Kennistheoretische uitgangspunten......................................................... 35 1. Beschrijven in plaats van verklaren .......................................................35 2. Zo objectief mogelijk observeren ..........................................................37 3. Empathie als vorm van kennis ..............................................................37 4. Subjectief materiaal gebruiken...............................................................39 5. Abstraheren: verwantschap en verbinding zien ....................................40 6. Kennis moet levend blijven ...................................................................43
2. Wereldmodel .......................................................................................... 44 1. Liefde voor gedrag..................................................................................45 2. Je doet een patroon ................................................................................46 3. Participatie in het grotere geheel ...........................................................47 4. Het leven organiseert zichzelf................................................................48
Gedragspatronen_v3.indd IX
28-03-2007 15:41:29
5. Een poëtisch universum ........................................................................50 6. Overdracht via een veld ........................................................................51
4 Patronen in kaart brengen .......................................................................... 55 1. Ontmoeten ............................................................................................ 56 2. Observeren ............................................................................................. 58 1. Rechtstreekse observaties ......................................................................59 2. Cartografievragen ...................................................................................60 3. Inhoudelijke vragen ...............................................................................63 4. Subjectieve reacties ...............................................................................65
3. Vergelijken .............................................................................................. 66 1. Het proces van vergelijken.....................................................................66 2. De methode om van inhoud naar vorm te gaan ..................................68 3. De criteria om te vergelijken .................................................................69 4. Stappen in het vergelijkingsproces ........................................................70
INHOUD
4. Veralgemeniseren.................................................................................... 71
GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
X
1. Het proces van veralgemeniseren ..........................................................72 2. Hulpmiddelen voor het zien van gelijkvormige patronen ...................74 3. Hulpmiddelen voor het zien van soortspecifieke patronen .................75 4. Testen .....................................................................................................78
5. Het patroon in kaart brengen.................................................................. 79 6. Het verbindende patroon beschrijven ..................................................... 86 7. Toepassing: in rekrutering je kandidaat leren ‘kennen’ ............................ 90 5 Ontwerpen met patronen ........................................................................... 95 1. Een set van gedragingen ........................................................................98 2. De betekenis activeren .........................................................................100
2. Profiel van de expert ............................................................................. 101 1. Patroonherkenning ..............................................................................102 2. Een databank opbouwen ....................................................................104 3. Patronen inzetten ................................................................................106 4. Ruimte voor processen ........................................................................107 5. Stijlontwikkeling ..................................................................................109
3. Het humanresourcespatroon ................................................................. 109 1. Wat is nodig? .......................................................................................112 2. Voorbeelden .........................................................................................113 3. Herbeleven ...........................................................................................114 4. Hulpbron ..............................................................................................115 5. Transmissie ...........................................................................................117 6. Besluit ...................................................................................................117
4. Toepassing: een benadering ontwerpen met patronen ......................... 118
Gedragspatronen_v3.indd X
28-03-2007 15:41:29
6 Patronen in beweging brengen ................................................................ 121 1. Aard van een hardnekkig patroon ......................................................... 122 1. Observaties ...........................................................................................122 2. Interne variatie .....................................................................................123 3. Grensgebied..........................................................................................124 4. Soort .....................................................................................................126 5. Andere elementen in het grotere geheel .............................................126 6. Veralgemenisering ...............................................................................128
2. De klassieke aanpak............................................................................... 130 1. Oorzaken opruimen .............................................................................130 2. Bewustwording.....................................................................................132 3. Doorbreken ..........................................................................................134 4. Anders oplossen ...................................................................................136 5. Hulp vragen..........................................................................................138
3. De paradoxale aanpak .......................................................................... 139
1. Ervoor kiezen te zijn wie je wilt zijn ...................................................146 2. Beweeglijk door het leven ....................................................................148 3. De intelligentie van het leven volgen .................................................149 4. Katalysatoren toevoegen ......................................................................152 5. Je lot aanvaarden .................................................................................153 6. Cultural agency ....................................................................................154
5. Besluit .................................................................................................. 156 7 Gehelen veranderen met patronen .......................................................... 159 1. Pion met of zonder invloed ................................................................... 160 1. Observaties ...........................................................................................160 2. Interne variatie .....................................................................................162 3. Grensgebied..........................................................................................163 4. Soort .....................................................................................................164 5. Andere elementen in het grotere geheel .............................................165 6. Veralgemenisering ...............................................................................166
2. Gehelen veranderen .............................................................................. 167
XI GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
4. De nieuwe traditie ............................................................................... 146
INHOUD
1. Het ongewenste bewust doen ..............................................................140 2. Herkaderen naar positief......................................................................141 3. Gebruik van het bizarre .......................................................................143 4. Deconstrueren ......................................................................................144
1. Reeks veranderingen ............................................................................170 2. Nieuwe aannamen en stampatronen ..................................................170 3. Patroonvorming ...................................................................................171 4. Omslagpunt van het geheel.................................................................172
3. Individu in een netwerk......................................................................... 174 1. Geborgen in je netwerk ......................................................................175 2. Zelfwerkzaamheid ................................................................................177
Gedragspatronen_v3.indd XI
28-03-2007 15:41:29
3. Actie in de wereld ................................................................................178 4. Zinvolheid door verbinding ................................................................180 5. Besluit ...................................................................................................180
4. Begeleidingskunde ................................................................................ 181 1. Het patroon ‘Helpen’ ...........................................................................181 2. Een nieuw stampatroon voor begeleidingskunde ...............................183 3. De patroonbenadering integreren ......................................................190
Tot besluit: Patronologie en levensfilosofie .................................................. 193 Bijlage 1 Steekkaart van patronen ............................................................... 201 Bibliografie ..................................................................................................... 203
INHOUD
Index .............................................................................................................. 211
GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
XII
Gedragspatronen_v3.indd XII
28-03-2007 15:41:30
Inleiding Het functioneren van een levend wezen – een persoon of een organisatie – bouwt zich op rond de herhaling en samenhang van gedrag. Een gedragspatroon is een observeerbare uitdrukkingsvorm van het functioneren. Dit raakt alles: van de manier waarop je je koffie drinkt of bijvoorbeeld nieuwe medewerkers rekruteert tot de modellen die een organisatie hanteert om gedrag vorm te geven. Oorspronkelijk stamt het begrip ‘patroon’ uit de biologie en antropologie. Daar heeft het de neutrale betekenis van een observeerbare ordening. Maar in de psychologie verwijst ‘patroon’ naar een specifiek perspectief op gedrag. Het heeft daar eerder een negatieve bijklank, net zoals in ons dagelijks taalgebruik, getuige bijvoorbeeld de volgende uitspraken. ‘Ik ben in mijn patroon geschoten.’ ‘Hij draait weer zijn patroon af.’ ‘Dat is een patroon van mij.’ ‘Het patroon is sterker dan ikzelf.’ ‘Bevrijd je van vastgeroeste patronen.’ 1
Het patroon is dan iets wat je last bezorgt, je verleidt, meezuigt. Het is een probleem. Daardoor wordt het synoniem met ‘slechte gewoonte’. Het is een geconditioneerde dwang waarover je geen controle hebt. De psychologie plaatst de term in het kader van de conditionering, psychoanalyse en problemen. Dit is een gemiste kans voor iedereen die zich bezighoudt met zelfontwikkeling, verandermanagement en hulpverlening. Daarom dienen hier de oorspronkelijke biologische en antropologische perspectieven verdedigd te worden. Want die zijn neutraler, wars van morele oordelen. Het patroon is dan niet het kwaad dat overmeesterd moet worden. Het is geen hindernis of een vervelende gewoonte. Nieuwe woorden openen de deur naar nieuwe werelden. Maar dan moeten we wel het achterliggende mensbeeld expliciteren. De term ‘patroon’ wordt een kapstok voor een goed onderbouwde benaderingswijze, gebaseerd op theorie en geconcretiseerd in een methodiek.
1. Een biologisch en antropologisch perspectief Het is nuttig om vanuit een biologisch en antropologisch perspectief naar gedrag te kijken. Biologie moet hier niet worden opgevat als het ontleden van een kikker of het on-
Gedragspatronen_v3.indd 1
28-03-2007 15:41:30
derzoeken van de invloed van neurotransmitters op ons gedrag, maar als het analyseren van organisatievormen in levende wezens. Het antropologisch perspectief bestaat erin te onderzoeken hoe de mens betekenissen tot uitdrukking brengt. Vanuit het biologische en het antropologische wereldmodel kunnen we goed kijken naar de manier waarop mensen hun gedrag opbouwen. Dit neutrale perspectief biedt tegenwicht aan de alom gangbare neiging om van (te) veel dingen een probleem te maken. We zoeken te snel hulp bij professionals. We willen te veel verklaren voordat we handelen. We zijn te argwanend – ‘er steekt iets achter’, ‘er zit iets onder’.
INLEIDING
Antropoloog en bioloog Gregory Bateson is de grondlegger van de theoretische onderbouw van de patronenbenadering (Het verbindend patroon – de Nederlandse vertaling van Mind and Nature, 1979). Bateson maakte van ‘patterns’ een centrale term om de ordening – de gelijkenissen en verschillen – van gedrag te observeren. Veel eerder gebruikte Ruth Benedict (Patterns of Culture, 1934) ‘patterns’ al als neutrale term om te omschrijven op welke typerende manier een cultuur zichzelf uitdrukt in observeerbare manieren van doen. De patroonbenadering ondersteunt de idee dat het leven een proces van vormgeving is, waarin we allen participeren. Zij leidt tot een groter bewustzijn van de manier waarop we ons leven inrichten.
GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
2
Met deze benadering wordt de psychologie een hoopgevende attitude om gedragsmogelijkheden te onderzoeken in functie van een scheppende levenshouding. Het werken met patronen sluit aan bij het verlangen van velen om meer vanuit de gezondheid, de excellentie en de competentie te denken. Deze methode combineert onder andere het perspectief van de positieve psychologie, van waarderende methoden, van de psychologie van expertsystemen, van competentiemanagement en van agogische benaderingen. Vele deelbenaderingen willen het juk van het probleemdenken afwerpen. Bij deze stroming in onze cultuur sluit de patroonbenadering nauw aan.
2. Deel van een bredere stroming Het patroondenken staat niet op zichzelf. In de architectuur, bijvoorbeeld, geniet tegenwoordig de benadering van Christopher Alexander grote populariteit. Met zijn meesterwerk A Pattern Language. Towns, Buildings, Construction (1977) ontketende Alexander binnen dit vakgebied een kleine revolutie. Hij liet zien welke patronen welgevormd zijn en welke niet. Als je bijvoorbeeld in je eigen woonbuurt rondkijkt, kun je al vlug waarnemen of die op het niveau van gemeenschapsvorming welgevormd is. Vaak ontbreekt een eenheid in de gevels van huizen. Dat weerspiegelt het individualisme. Maar daarmee wordt een van de belangrijkste aspecten van het wonen verwaarloosd: je thuis voelen in je eigen wijk. In plaats van een huis of buurt van de grond af te ontwerpen, gaat het
Gedragspatronen_v3.indd 2
28-03-2007 15:41:30
er nu om – dankzij Alexanders onderzoekswerk – welgevormde patronen toe te passen. Door die aan elkaar te voegen, ontstaat een ‘taal’ die uitdrukt wie je wilt zijn. Dit inzicht maakt het voor beginnende architecten aanzienlijk gemakkelijker om succesvol aan de slag te gaan. Deze benadering is methodisch zo aantrekkelijk dat zij ook grondslag is geworden op een heel ander terrein, dat van de IT. Daar is ‘design pattern’ een belangrijk onderdeel van de objectgeoriënteerde werkwijze voor het ontwikkelen van software. Als eenmaal een aantal patronen goed omschreven is, bestaat het werk van de programmeur er voornamelijk uit die op de juiste manier toe te passen en in het grotere geheel samen te voegen.
3. Voorlopers binnen de psychologie Zoals gezegd, de term ‘patroon’ komt veel voor, zowel in boeken als in onze dagelijkse gesprekken; vaak in de betekenis van bijvoorbeeld ‘techniek’, ‘vorm’, ‘strategie’, ‘structuur’ en ‘gewoonte’. Het begrip is blijkbaar geen anker voor een specifiek onderwerp: we komen het zelden tegen in de index van boeken en het is geen psychologische vakterm. Toch gebruiken we het woord ‘patroon’ graag en veel om het gedragsmatige en observeerbare van een persoon of organisatie aan te duiden. Het is hiermee net als met woorden als ‘project’, ‘management’ of ‘coach’: het veelvuldige gebruik ervan verraadt een nieuwe manier van denken. Een tot nu toe onopgemerkt wereldmodel schuift ons denken binnen, zij het dat die nog niet helder geëxpliciteerd is.
3 GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
Waarom zouden de principes van het ontwerpen met patronen niet breder toepasbaar zijn, bijvoorbeeld in je persoonlijke leven? Hoe zou je met de patroonbenadering je leven anders kunnen vormgeven? Zouden zelfsturing en zelfontwikkeling kunnen verbeteren als je goed in staat bent de welgevormdheid van patronen te omschrijven? Zou je gemakkelijker samenwerken als je helder ziet welke patronen in je gedrag wel en niet functioneel zijn? Zouden je relaties vlotter lopen als je weet welke patronen je kunt aanpassen om gelukkig te zijn? Hoe zou je een constructieve psychologie en ‘positief denken’ concreter kunnen maken door je patronen beter te vormen?
INLEIDING
De verwachting luidt dat nog veel meer sectoren in toenemende mate hun ontwerpen zullen baseren op het definiëren van patronen. In het onderwijs, bijvoorbeeld, kan men veel sneller expertise aanleren met een heldere omschrijving van patronen. In het management worden duidelijk gedefinieerde gedragspatronen de basis voor competentieprofielen.
Een eerste aanwijzing voor dit wereldmodel vinden we bij de voorlopers binnen de psychologie. De termen zijn anders, maar het patroondenken is er al. We komen het voornamelijk tegen als het gaat om het herkennen van gedragspatronen. De transactionele analyse van Eric Berne (Games People Play, 1964), bijvoorbeeld, is een uitwerking van de idee dat mensen interacties ‘spelen’ volgens beschrijfbare scripts en regels. Bekend is het
Gedragspatronen_v3.indd 3
28-03-2007 15:41:31
redderspel waarbij de hulpverlener iets te veel helpt, waardoor de patiënt begint tegen te werken. De termen ‘spel’ en ‘interactiepatroon’ zijn hier onderling verwisselbaar.
INLEIDING
Paul Watzlawick (Change. Principles of Problem Formation and Problem Resolution, 1974) formuleerde het belang van ‘second order change’ – stop met meer te doen van hetzelfde. Doorzie het patroon in je vruchteloze pogingen om te veranderen. Maak een verschil met je gebruikelijke manier van doen. Daarop aansluitend is een hele reeks benaderingen ontstaan onder de naam ‘constructieve therapievormen’. Deze hebben als uitgangspunt het doelgericht werken vanuit de scheppende mogelijkheid van mensen. Tegelijk blijven ze op het niveau van gedrag: dat in kaart brengen en op dat niveau een verschil maken. De oplossingsgerichte therapie van Steve de Shazer (Keys to Solution in Brief Therapy, 1985) verdedigt de strategie om het bereiken van het doel los te koppelen van het oplossen van het probleem. De belangrijkste oplossingsgerichte interventie daarbij is de pragmatische vraag: ‘Wat werkt?’ Als het niet werkt, houd er dan mee op.
GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
4
Het Neurolinguïstisch Programmeren (NLP) van Richard Bandler en John Grinder (The Structure of Magic, 1975) vindt zijn toepassing in patroononderbrekende interventies. Daarnaast is NLP een heldere methode om via patroonherkenning expertise in kaart te brengen. Het zijn specifieke patronen die het verschil maken tussen een expert en een beginner. Van veel recenter datum is de schemagerichte benadering van Jeffrey Young en coauteurs (Schema Therapy, 2003). De complexiteit van disfuncties wordt hier herleid tot terugkerende ‘schema’s’. De cognitieve gedragspsychologie oefent hier duidelijk haar invloed uit. In tegenstelling tot langdurige en complexe psychoanalytische processen, wordt in de cognitieve gedragstherapie gekozen voor een gestructureerde aanpak. Daarin is de trend duidelijk dat men graag heldere en hanteerbare methoden ontwikkelt om complexe zaken te begrijpen. Het patroondenken zit op hetzelfde spoor als de wijze waarop we tegenwoordig graag omgaan met menselijk gedrag: helder, hanteerbaar en constructief.
4. De doorbraak van ‘human resources’ De grotere stroming laat zich als volgt verwoorden: ‘human resources’ omvat elke vorm van gedragssturing. Deze term betreft dus méér dan bedrijfsmanagement en heeft niets te maken met de geldwaarde van talent. ‘Resources’ verwijst naar de benadering van een mens als een persoon met mogelijkheden, kwaliteiten en leervermogen. Vroeger zou het ‘human potential’ hebben geheten. Tegenwoordig is de nadruk meer komen te liggen op identiteit: wie je bent, wie je wilt zijn en welke vermogens je hebt om je leven vorm te geven. Het belangrijkste is in verschillende contexten jezelf te kunnen zijn. In het leven, leren en carrière maken ben je voortdurend bezig met het managen van je human resources. Wie ben je? Wie wil je zijn? In welke beweging zit je? Voorkeurthema’s zijn dan: competenties aanleren, doelen stellen, acties ondernemen, kernkwaliteiten
Gedragspatronen_v3.indd 4
28-03-2007 15:41:31
ontwikkelen, jezelf bijsturen, op de juiste plek zitten enzovoort. Deze trend breekt door in het management, het onderwijs, de hulpverlening en de zelfontwikkeling. Human resources heeft ook te maken met veranderen, in de zin van een leer- en ontwikkelingsproces. Evolueren doe je via projectmanagement, opleiding, vraaggestuurde zorg, zelfstandig leren, mentorship, coaching en bemiddeling. Met human resources raken we aan de grenzen van de klassieke hulpverlening: patiënten worden cliënten, hulpverlening wordt dienstverlening. De hulpverlener reikt handvatten aan zodat cliënten zichzelf kunnen (bij)sturen.
Patronen zijn een instrument voor human resources. Het herkennen en inzetten van patronen versnelt het proces van leren en ontwikkelen aanzienlijk. Immers, leren en evolueren worden zoveel gemakkelijker als je weet welke patronen je functioneren kenmerken en welke je moet doen om vooruitgang te boeken. Processen, waarden en visies worden vertaald in concrete handelingen. De patroonbenadering biedt een nieuw instrument om het abstracte aan het concrete te verbinden.
5. Een natuurlijke gave De patroonbenadering is geen nieuwe uitvinding. Patronen herkennen en ze inzetten, doen we al dagelijks. We zijn de dragers van een natuurlijke begaafdheid om in patronen te denken, onszelf in patronen te organiseren en ze waar te nemen. Het herkennen van patronen is niet iets wat we hoeven leren. Het ligt besloten in de kern van ons functioneren.
5 GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
Mensen die met de menselijke factor werken, werden vroeger aangezien voor soft, mistig, wollig of zweverig. Een manager zal simpelweg zeggen: ‘Ik wil openstaan voor psychologie, zelfs voor het maatschappelijke en spirituele, maar vertel me dan precies wat ik moet doen.’ Mensen willen best praten over en betrokken zijn bij waarden, visies en processen, als het maar op een veilige manier gebeurt. En die veiligheid ontstaat door hanteerbaarheid. Als de menselijke en spirituele factor zodanig worden uitgelegd dat ze hanteerbaar worden, zullen aanzienlijk meer mensen meegaan in het boeiende proces van evolutie.
INLEIDING
Human resources is ten eerste constructief ingesteld: het kijkt niet naar wat er misgaat, maar naar wat er al goed gaat en wat zich verder wil ontwikkelen. Ten tweede is het praktisch en hanteerbaar.
De natuurlijkheid van patronen stelt ons ook voor enkele beperkingen. Patronen zijn namelijk zo geautomatiseerd in ons functioneren dat we er niet eens erg in hebben. Ze vallen niet onder onze bewuste sturing. Voor een aantal doelen weten we niet welk patroon het meest geschikt is. We doen maar wat of vragen hulp: ‘Hoe moet ik dit doen?’ Bovendien kan de waarneming komen vast te zitten. Onze levensstijl kan erg rigide worden. Patronen die niet langer vernieuwend zijn, kunnen ons denken beheersen.
Gedragspatronen_v3.indd 5
28-03-2007 15:41:31
Emotionele en relatiepatronen kunnen destructief zijn. Het is niet de bedoeling van het leven dat het rigide wordt. Beweeglijkheid is een kwaliteitscriterium om te overleven en gelukkig te zijn. Het is daarom nuttig even bij dit aspect van het leven stil te staan. We maken van de natuurlijke gave rond patroonvorming een methode. Zo wordt het een instrument om ons functioneren beter te begrijpen, meer flexibiliteit te ontwikkelen en de patroonbenadering professioneel in te zetten.
INLEIDING
6. Patronen als hefboom voor cultuurvernieuwing
GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
6
Behalve voor de human resources van het individu zijn patronen bijzonder waardevol op organisatorisch en cultureel niveau. Hoe komt het dat heldere inzichten zo langzaam doorsijpelen? Hoe komt het dat degelijke visies zo weinig invloed hebben? Hoe komt het dat een technisch snufje als mobiel telefoneren in tien jaar tijd de wereld verovert, maar een visie op gezonde eetgewoonten maar geen ingang vindt? Wat is het verschil tussen het succes van mobiel telefoneren en de hoopgevende visie van de al ruim vijftig jaar bestaande kwantumtheorie? Het is niet zo dat een technologische vernieuwing waardevoller of ‘beter’ zou zijn dan een nieuw wetenschappelijk inzicht. Het zit ’m niet in het commerciële motief, noch in belangengroepen die voor of tegen zouden zijn. Het is simpelweg zo dat techniek beter past bij de manier waarop wij op dit ogenblik als handelende mensen functioneren. Techniek ‘past’ in onze manier van leven. Een handig technisch snufje wordt gebruikt. Is het niet gebruiksvriendelijk, dan zal het al snel weer verdwijnen. Stel dat het zo simpel ligt. De hefboom om visies sneller te laten doorstromen van het topmanagement naar de medewerkers en van beleidsmakers naar de burgers, is dan gelegen in het ‘vertechniseren’ van die visies. De sleutel is eenvoudig: definieer een heldere ‘kapstok’, zodat mensen de visie zelf kunnen uitvoeren. De aanname is dat inzichten vlugger worden opgenomen als je ze definieert in termen van gedragspatronen. Patronen zijn bij uitstek een methode om welke inspiratie dan ook te operationaliseren. Ze leggen de verbinding tussen het abstracte van een visie en het concrete van de praktijk. Patronen zijn daarom het aangewezen instrument voor iedereen die zich bezighoudt met de overdracht van ideeën, zoals docenten, politici, consultants, leiders, therapeuten, coaches en sociale hulpverleners. Dankzij de concretisering van het doel zullen meer mensen vlugger de ideeën gaan toepassen. Zo ontstaat een kritische massa en switcht een totale cultuur naar mooiere, gezondere, moreel hoger staande wijzen van leven. Dit brengt me bij mijn persoonlijke missie: inspiraties concretiseren in methoden. Patronen zijn een middel hiertoe en tegelijk een voorbeeld van een inspiratie die met meer gevoel toegepast zou kunnen worden. De patroonbenadering stelt je in staat te leren om
Gedragspatronen_v3.indd 6
28-03-2007 15:41:32
wat je wilt bereiken gemakkelijker te verbinden met de manier waarop je dat moet doen. Deze benadering uit zich in drie domeinen: • • •
Patronen in kaart brengen betekent meer inzicht verwerven. Patronen inzetten maakt je aanpak krachtiger. Patronen in beweging brengen en houden, bevordert je levenskwaliteit.
7. Professionele toepassing van de patroonbenadering Dit boek is in de eerste plaats bedoeld voor professionals die beroepsmatig met mensen werken.
In werving en selectie gaat het om het verkrijgen van valide kennis over sollicitanten. De systematische check op patronen helpt daarbij. Gedragspatronen hebben een sterk voorspellende waarde, omdat ze ingebed zijn in de identiteit. Ze veranderen niet eenvoudig. Je wilt vooral niet voor de verrassing komen te staan dat een nieuwe medewerker plotseling een patroon ‘afdraait’ dat je tijdens het sollicitatiegesprek niet had opgemerkt. Je hebt dus een subtiele methode nodig om te ontdekken wat kenmerkend is voor de kandidaat. Het in kaart brengen van patronen is een bijzonder nuttige techniek voor intakegesprekken door hulpverleners en consultants. Vooral bij vage klachten loont het de moeite om de gedragspatronen van het huidige functioneren te definiëren. Dat kan erg verschillen van wat de betrokkene denkt dat er aan de hand is. Zo krijg je als hulpverlener de vraagstelling helder.
7 GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
In elk team kan men, als de sfeer veilig is, elkaar feedback geven op kenmerkende patronen die men bij elkaar ontdekt. De feedback is het startpunt van ‘elkaar coachen’, maar vooral van zelfkennis voor de ontvanger. Het beschrijven van patronen is iets anders dan het aangaan van een conflictgesprek of het geven van kritiek op irritant gedrag. Het is feedback op het niveau van het patroonmatige.
INLEIDING
Leidinggevenden kunnen veel beter op hun medewerkers inspelen als ze hun gedragspatronen bewust kunnen benoemen en bespreekbaar maken. De patroonbenadering vormt de start van op dagelijkse observaties en ervaringen gebaseerde evaluaties. Voortdurende reflectie op de patronen is essentieel voor kwaliteit en vitaliteit. Het houdt jezelf en je medewerkers wakker.
Coaches, adviseurs, therapeuten en supervisors zijn natuurlijk geïnteresseerd in de manier waarop ze hardnekkige patronen van cliënten in beweging kunnen brengen. Wezenlijk onderdeel van veranderkunde is dat het blijkbaar niet vanzelfsprekend is om hardnekkige patronen in beweging te brengen. Mensen hebben een verslaving of opvoedingspatroon en willen weten hoe ze daarvan af kunnen raken. Door het huidige gedrag
Gedragspatronen_v3.indd 7
28-03-2007 15:41:32
als een patroon te bekijken – als iets wat je op een bepaalde manier construeert en doet – krijgt de persoon een nieuwe optie van zelfsturing. Elke stroming in de psychologie heeft haar eigen visie op de veranderingsstrategie. Hoofdstuk VI biedt een systematisering van vijftien opties. Veel hulpverleners staan machteloos tegenover hardnekkige patronen van hun cliënten. Helpen is vaak minder eenvoudig dan men denkt. Zou de wijze van hulpverlening daar iets mee te maken hebben? Vormt de poging om de problemen van cliënten op te lossen onderdeel van een patroon van helpen dat niet altijd effectief blijkt te zijn? In het licht van dergelijke vragen is het de moeite waard om te reflecteren op het patroon ‘Helpen’ en te onderzoeken of het wellicht aan vernieuwing toe is.
INLEIDING
Managers die veranderingen buiten zichzelf willen realiseren, staan voor een gelijksoortig vraagstuk als hulpverleners. Na het veranderingsproject te hebben ontworpen, moet het geïmplementeerd worden. Welk patroon doen managers hierin? Zijn er misschien andere patronen beschikbaar om verandering in de organisatie te bewerkstelligen?
GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
8
Van consultants en adviseurs wordt verwacht dat ze een voor de betrokkenen verhelderend inzicht kunnen bieden. Meestal verrichten ze daartoe onderzoek. Maar vaak is feedback op blinde vlekken en vanzelfsprekende gewoonten het meest verrassend en winstgevend. Het gaat om het leren zien van patronen in de meest vanzelfsprekende dagelijkse handelingen. Consultants moeten alert genoeg zijn om die informatie op te pikken. Zij moeten zich bekwamen om verbindende patronen van organisaties te leren zien. Opleiders en docenten kunnen het in kaart brengen van patronen gebruiken als leermethode: laat studenten op een gegeven moment zelf uitzoeken hoe een senior of expert het precies aanpakt. De ontdekkingstocht van het in kaart brengen is een groot deel van het leren: welke succespatronen doet de expert? Voor veel pedagogen is het een uitdaging om expertise via enkele kernpatronen op toegankelijke wijze te definiëren. In elke ontmoeting spelen patronen een rol. We reageren niet zozeer op elkaars gedragingen, maar vooral op de patronen daarin. Je kunt beginnen te zien welke patronen de ander doet, welke jij doet en welk interactiepatroon je samen ontwikkelt. Relaties en samenwerkingsverbanden worden beter aangestuurd als je wat er gebeurt kunt uitdrukken in termen van patronen. Er is in dit verband geen mooier geschenk te bedenken dan iemand kunnen vertellen welke gedragspatronen kenmerkend voor hem of haar zijn. Vooral als het zaken betreft waarin de ander excelleert. De meeste patronen zijn voor de betrokken persoon zo vanzelfsprekend dat het verrassend is te horen hoe anderen ertegen aankijken.
Gedragspatronen_v3.indd 8
28-03-2007 15:41:32
8. Leeswijzer De vele bovengenoemde toepassingsmogelijkheden illustreren het brede karakter van de patroonbenadering. Zij komt zowel voor in veranderkunde als in design, bij individuen én bij organisaties en culturen. Gedragspatronen kun je koppelen aan het functioneren van een bepaalde persoon of organisatie, maar je kunt ze ook in abstracto omschrijven. Dit boek brengt de – wellicht gespecialiseerde – lezer in contact met een generalistisch onderwerp. Patronen komen overal voor. Het interdisciplinaire karakter van dit fenomeen brengt vernieuwing. Door de voorbeelden uit de architectuur, het onderwijs en expertsystemen samen te voegen met de aanpak van hedendaagse vormen van hulpverlening, ontstaat een creatieve kruisbestuiving.
Vraag je je af wat patronen kunnen betekenen voor je levenshouding, ga dan dadelijk naar het hoofdstuk ‘Tot besluit: Patronologie en levensfilosofie’. Ten slotte bevatten een aantal hoofdstukken oefeningen en denkvragen. Aangezien de lezer zich waarschijnlijk beroepsmatig bezighoudt met andere mensen, zijn de oefeningen te integreren in het werk. Een aantal oefeningen is geschikt voor uitvoering door medewerkers in een workshop of door cliënten in een sessie. De denkvragen zijn bedoeld voor de lezer zelf.
Gedragspatronen_v3.indd 9
9 GEDRAGSPATRONEN VAN PERSONEN EN ORGANISATIES
Een praktische richtlijn voor de lezer: start je graag met heldere definities en indelingen, begin dan bij hoofdstuk I en II. Hoofdstuk III is voor mensen die graag beginnen bij inspiratie en visie. De patroonbenadering is gebaseerd op recente inzichten in mens en wereld. Leer je daarentegen graag via methode, kies dan meteen het hoofdstuk dat je het meest aantrekt: • De methode om de patronen van medewerkers of cliënten in kaart te brengen: hoofdstuk IV. • De methode om patronen in te zetten zoals een expert dat doet: hoofdstuk V. • De methode om hardnekkige patronen in beweging te brengen: hoofdstuk VI. • De methode om het geheel waartoe je behoort – een organisatie of samenleving – te veranderen: hoofdstuk VII.
INLEIDING
Vandaar dat ik hoop dat bijvoorbeeld hulpverleners zullen openstaan voor een groter begrip van de manier waarop expertsystemen met patronen werken. En dat managers of rekruteerders zullen zien hoe patronen ingebed zijn in de totale persoon.
28-03-2007 15:41:33