15 minute read
EWOUT KIECKENS
EWOUT KIECKENS WOONT AL VELE JAREN IN ROME. HIJ BELICHT OPMERKELIJKE ZAKEN VAN HET LEVEN IN ITALIË.
Wc-papier & wimperkrullers
We kwamen zonder wc-papier te zitten. We hadden kennelijk niet voldoende gehamsterd tijdens de eerste coronagolf. Mijn vrouw vroeg of ik even wat rollen bij de supermarkt wilde halen. “Neem wel een tas mee”, zei ze nog. Even later kwam ik terug met een pak van tien onder mijn arm. “Waarom heb je dat niet in een tas gedaan?” vroeg ze verwijtend. Ze vond het niet gepast dat ik met zichtbare wc-rollen over straat was gegaan. Je loopt in Italië niet onnodig met wc-papier rond. In de tvreclames van Scottex, een merk toiletpapier, heeft altijd een jonge puppy of baby de hoofdrol, nooit een volwassene. Scottex, onderdeel van een Amerikaanse onderneming, maakt die reclames vast alleen voor de Italiaanse markt. Met dieren of kinderen in de hoofdrol is het alsof het niet over poepen en plassen gaat. De kleintjes zorgen voor taboo softening, zoals dat heet in de sociologie. Dankzij die reclames, die al tientallen jaren op de Italiaanse buis zijn, staat Scottex tegenwoordig voor toiletpapier. Het is er een synoniem van geworden. Zoals Kleenex staat voor papieren zakdoekjes. Dat kan geen toeval zijn. Ook in Nederland en Vlaanderen hebben we merken die soortnamen zijn geworden (Spa, Velpon, Chocomel), maar het zijn in het algemeen geen woorden die iets moeten verhullen. De verbloeming van toiletpapier gaat heel ver want Scottex verhult een woord dat van zichzelf al verhullend is. Wc-papier is in het Italiaans carta igienica. De woorden hebben haast een romantische gloed over zich. De terminologie doet zelfs een beetje plechtig aan. Als je er in de winkel bij een verkoper om vraagt (als die schaamteloze actie al bij je opkomt), is het alsof je het over de Magna Carta hebt. Dan heb je het over begrippen als vrijheid en democratie. Feces? Die komen hierbij onmogelijk in je gedachten op. Dingen die je doet op de wc houd je voor jezelf, dat is wel zo’n beetje de gedachte in Italië. En dat geldt voor alles wat je met het lichaam doet: douchen, epileren, opmaken et cetera. Dat doe je thuis, achter gesloten deuren. Toen ik laatst in Nederland de trein nam, zat ik tegenover een meisje dat met een wimperkruller aan de gang was. Ik heb het nooit eerder in Italië gezien. Aan de overkant van het gangpad deed op datzelfde ritje (Schiphol-Amsterdam-Zuid) een meisje mascara op. Het voelde alsof ik bij haar in de badkamer stond. Is dergelijk ‘exhibitionisme’ beter of slechter? Nee, maar het verschil is zo duidelijk. Het verschil heet privacy. Je kunt het ook preutsheid noemen. Dat komt ook naar voren in de sauna. We waren afgelopen winter in Oostenrijk. Wij (vrouw, kind, ik) kwamen in ons zwemgoed de ruime Finse cabine in. Een norse Duitser gromde ons toe dat we naakt moesten zijn. We dropen af. Als het in sauna’s al zo toegaat, kun je je voorstellen hoe het op naaktstranden is. Nudisten worden toch vaak gezien als perverselingen. Er zijn veertig naaktstranden in heel Italië, vijfduizend mensen zijn lid van de landelijke nudistenclub. Dat is 0,0008 procent van de bevolking. De vraag is natuurlijk waarom de homo italicus niet gesteld is op pats-boemvoor-je-gezicht bloot. Aan halfnaakte vrouwen op de buis is tenslotte geen gebrek. Dat is waarschijnlijk het verschil: halfnaakt is niet bloot. Misschien staat Italië ook wel model voor de postindividualistische samenleving, als die er ooit komt. De westerse samenleving is nu zo individualistisch dat iedereen binnen het wettelijke kader maar doet wat hij of zij wil. Of je vermeende persoonlijke vrijheid anderen tegen de borst kan stuiten, je naaktheid of wimperkrullerij, is van ondergeschikt belang. Misschien krijgen we daar eens genoeg van. Dan weten we wat het beloofde land is. •
EWOUT
Loungen aan het Lago d'Idro
Dat smaakt naar meer
Op slechts een halfuurtje rijden van het Gardameer bevindt zich een meer waar de toeristenmenu’s nog niet zijn uitgevonden, de mensen je glimlachend verwelkomen en het Italiaans nog de voertaal is. Italië Magazine maakte een ontdekkingstocht langs de omgeving van het Lago d’Idro.
TEKST & FOTOGRAFIE PABLO PICHEL
TIPS
Doen
• Surfpoint Windsurfen, suppen, mountainbiken, kanoën of paragliden. Je kunt het zo gek niet bedenken of dit bedrijf biedt het aan. Via Calcaterra, Anfo. surfpoint.it
• Point E-bike Deskundige e-bike-verhuurders die zelfs de Nederlanders niet zomaar zonder helm weg laten gaan. Località Spiaggetta, Anfo.
• Parco delle Fucine Een voormalig industrieel complex dat door vrijwilligers is omgebouwd voor actie, extreme sport en wandelingen door de natuur. Vie ferrate di Casto, Casto. ferratecasto.com
• Brescia Underground Toen een jongeman in Brescia de disco zat was, besloot hij in zijn vrije tijd de tunnels onder Brescia te ontdekken. Bij Brescia Underground kun je in zijn voetsporen treden tijdens een tour door de ondergrondse tunnels van de stad. Via Raffaello Sanzio 165, Brescia. bresciaunderground.com Het Lago d’Idro bevindt zich aan het einde van de Val Sabbia, tussen begroeide berghellingen. Het is tien kilometer lang en twee kilometer breed; perfect voor watersporten als zeilen en suppen, maar ook voor simpel zonnen en pootjebaden. Rondom het meer liggen verschillende schelpenstrandjes, waar zowel de lokale bevolking als een handjevol toeristen gretig gebruik van maken. Diverse vakantieparken, campings en ‘glampings’ liggen langs het water. Met de mountainbike of e-bike kun je langs het meer of in de bergen fietsen.
Schatkist vol spaghetti
Op de ochtend van aankomst snellen wij meteen de pier van Anfo op. ’s Zomers stopt hier namelijk een rondvaartboot, die je langs alle plaatsjes aan het meer voert. Het is meteen duidelijk dat de vaartijden vrij geïnterpreteerd moeten worden... Wij zijn dat onderhand wel gewend, maar voor een Italiaan en zijn als kapitein verklede vriend is het genoeg reden om grappend naar zijn horloge te gebaren. Ook in Italië staan de beste stuurlui aan wal. Eenmaal varend worden we verrast met wonderschone uitzichten op hooggelegen forten, strandjes met spelende kinderen en de beschutte schuilplaatsen van vrijgevochten tieners. We zwaaien naar langsvarende boten en vervloeken een roekeloze rubberboot-kapitein bij een bijna-botsing. Bij de eerste halte ontdekken we dat de zondagskleren hier nogal verschillen met die van ons, als bikini en zwembroek dragende badgasten naar binnen stappen. Na een schitterende rondvaart met verkoelende wind, meren we definitief aan in Lemprato. We weten meteen dat we goed zitten. De grasvelden zijn bedekt met zonnende families en kaartende vriendengroepen. Het is tegen lunchtijd en daarvoor hoeven we niet op de klok te kijken. De famiglie zitten immers al lang klaar met hun koelboxen voor de pranzo. Het is alsof er een schatkist opengaat, maar in plaats van goud of juwelen worden er bakken met huisgemaakte pasta en >
Uitzicht vanaf Lemprato.
Vergezicht op Rocca d’Anfo.
TIPS
Slapen
• B&B Garden View Geen zicht op een tuin, maar een spectaculair uitzicht op het Lago d’Idro kenmerkt deze B&B. Via Sant’Antonio 61, Anfo. gardenview.eu
Eten & drinken
• Trattoria Cerreto Een druk en gezellig restaurant waar de koks nog koksmutsen dragen en de Italianen elkaar proberen te verstaan door alsmaar harder te praten. In de gerechten, waaronder malfatti en casoncelli, schittert de kaas bagòss als smaakmaker. Via Cerreto 1, Bagolino. trattoriacerreto.it
Vroeger werden tijdens het Carnaval van Bagolino de boze geesten verjaagd, tegenwoordig trekt het feest blije mensen
risotto uitgehaald. Onder het geweld van al deze heerlijke geuren besluiten we dekking te zoeken op het terras van Bar Bona. Tijdens een waar aperi-pranzo dopen we verse stukken groente in olijfolie met zout, zetten we onze tanden in gebakken brie en drinken we een fles vino rosso leeg. Terwijl ‘Vivere Ancora’ van Gino Paoli uit de speakers schalt, komt er vanuit onze ooghoeken een motorrijder aangelopen. Hij blijft even stilstaan en kijkt verwilderd om zich heen, alsof hij net per toeval het paradijs is binnengewandeld.
Bourgondisch Bagolino
Met een gevulde maag maken we ons op voor Bagolino, een betoverend middeleeuws bergdorpje aan de voet van de Monte Maniva, waar iedereen elkaar nog beter kent dan zijn eigen familie. ’s Winters wacht er in Bagolino overigens een stuk minder warm onthaal, de temperaturen kunnen dan dalen tot min tien. Daar hoeven we op dit moment gelukkig niet bang voor te zijn, noch dat we struikelen over de ski’s van verdwaalde wintersporters. Op diverse huizen in Bagolino zijn bijbelse fresco’s geschilderd en lange, houten trappen bevestigd. Die trappen hangen er niet omdat de Italianen nou zo klein zijn, maar omdat de daken zo hoog zijn. Zo kon een kapot dak alsnog bereikt worden. Drie dagen per jaar vullen de kronkelende steegjes van Bagolino zich met muziek, bals en gemaskerde kostuums uit de 16de eeuw, tijdens het Carnaval van Bagolino. Dit feest moest vroeger de boze geesten verjagen, tegenwoordig trekt het voor-
namelijk blije mensen naar het dorp. Bij een bezoek aan Bagolino hoort het proeven van bagòss. Deze harde kaas wordt nog altijd volgens een eeuwenoude traditie gemaakt door zo’n 28 zuivelbedrijfjes. De bagòss krijgt zijn unieke smaak door een rijpingsproces van twaalf maanden én de toevoeging van saffraan. Een lokaal product met dit ‘rode goud’ erin verwerkt, kunnen we natuurlijk niet overslaan. We brengen daarom een bezoek aan de delicatessenwinkel Alimentari da Nello, gerund door de jonge Andrea en Laura. Binnen lopen we echter straal voorbij de vitrine met bagòss en rechtstreeks naar de schappen met andere lokale specialiteiten, zoals potjes met ingemaakte groente, honing en bier uit de Chiese-vallei. Reden voor Andrea om ons met een stevig Italiaans accent tot de orde te roepen: “Now let’s try bagòss!” De borden met verschillende stukjes bagòss en glazen Perseghina-likeur staan al opgesteld. Maar onze aandacht wordt wéér gestolen, deze keer door de open kelder waar honderden stukken bagòss liggen te rijpen. Na een korte demonstratie smeekt Andrea ons haast op zijn knieën om de kaas te proberen. We besluiten onze impulsen tijdelijk te onderdrukken en te doen waarvoor we gekomen zijn: kaas proeven. Tussen jonge en oude bagòss zit een wereld van verschil, maar zelfs als kieskeurige kaaseter is dit genieten. Als alle stukken op zijn, vraagt Andrea ons of we misschien nog een stuk lusten, wijzend naar het enorme kaaswiel op de tafel. We lachen het weg, maar Andrea bedoelde het vast serieus.
Frans fort
De volgende dag gaan we de hellingen beklimmen van de Monte Censo voor Rocca d’Anfo, het grootste Napoleontische fort van Italië. Rocca d’Anfo bestaat uit twee vestingwerken. De Venetiaanse Republiek bouwde het onderste deel in de 15de eeuw om de belangrijkste handels- >
Eten & drinken
• Bar Bona Vanuit lekkere loungestoelen kijk je uit op de plezierbootjes in de verte terwijl je geniet van een aperi-pranzo. Via Lungo Lago Italia 27, Idro. facebook.com/barbonaidro
• Agriturismo Le Cole Handig te combineren met een bezoek aan Parco delle Fulcine. Bij dit familierestaurant worden de kazen, het vlees en de grappa huisgemaakt. Zoals we gewend zijn, verschijnt er voor vijf families aan antipasti, risotto en wijn op tafel. Località Auro, Casto. agriturismolecole.it
Tafelgasten van Agriturismo L’Aquila Solitaria.
TIPS
Eten & drinken
• Alimentari da Nello Dé plek om bagòss te proeven, te prijzen en in te pakken voor thuis. En ja, de winkel verkoopt naast bagòss óók veel andere lokale specialiteiten. Via San Giorgio 92, Bagolino. facebook.com/Alimentaridanello
• Agriturismo L’Aquila Solitaria Sterrenkok in spe Fausto toont maar wat graag waar hij zijn ingrediënten én passie vandaan haalt. Voor wie graag verrast wil worden met experimentele smaken en gerechten, zoals dennenijs. Via Casinetto 12, Serle. agriturismoaquilasolitaria.com
• Ristorante DasQ Genietend van een aperitivo van gefrituurde groenten en stukjes pizza, zie je de zon ondergaan achter de hoge heuvels. Via dei Mille 8, Idro. dasq.it
Pleziervaart op het Idromeer.
Het prachtige uitzicht over het Idromeer maakt de bijna-d00dervaring van het klimmen in de middaghitte meer dan waard
routes te controleren. In de 19de eeuw voegde Napoleon het bovenste deel daaraan toe, als strategisch uitkijkpunt. Tegen het einde van de Risorgimento (‘herrijzenis’) in 1866 nam ook de held Giuseppe Garibaldi even plaats in Rocca d’Anfo om de Oostenrijkse vijand in de smiezen te houden. De trappen in het Venetiaanse deel zijn onregelmatig en steil. Architect Gianfrancesco Martinengo wilde hiermee voorkomen dat soldaten snel naar boven konden klimmen. Tijdens de klim merken we dat dit ook uitstekend werkt tegen ongeduldige buitenlandse toeristen… De trappen van de Fransen zijn regelmatiger. Het werd te gevaarlijk gevonden om met een kaars naar boven te lopen, Napoleons soldaten moesten daarom in het donker de trappen op. Dat klinkt haast net zo gevaarlijk, maar de soldaten konden door de regelmaat wel weten waar ze hun voeten neer moesten zetten. Na één keer naar boven strompelen, staat elk van de vierhonderd treden in elk geval ook in ons geheugen gegrift. Het Napoleontische fort is gebouwd als een labyrint, er zijn hallen met meerdere ingangen om indringers te vertragen en weinig ramen. Op de top van het vestingwerk bevindt zich de uitkijktoren van waaruit de soldaten zicht hielden op vijanden, maar ook stiekem konden genieten van het uitzicht. Rocca d’Anfo is lange tijd een militaire basis geweest van het Italiaanse leger. Sinds 2015 kan ook de gewone sterveling het fort bezoeken. Het prachtige uitzicht over het Idromeer maakt de bijna-doodervaring van klimmen in de middaghitte in ieder geval meer dan waard.
Industrieel erfgoed
Met de afdaling van Rocca d’Anfo verser in ons geheugen dan de beklimming, besluiten we ons geluk nogmaals te beproeven in Parco delle Fucine. Dat is >
Standbeeld van la Bella Italia op de Piazza della Loggia (Brescia).
Kok Fausto is duurzaam ingesteld. Hij plukt van dennenbomen, haalt aardbeien uit de berm en zoekt kruiden tussen brandnetels
De oude en de nieuwe duomo van Brescia. een sport- en natuurpark nabij Casto, gebouwd en gefinancierd door vrijwilligers. Hier kunnen we de vie ferrate beklimmen, omhoogklauteren langs rotswanden, touwbruggen opgaan en ziplines afgaan. Het park biedt ook uitstekende mogelijkheden voor mountainbikers en natuurwandelaars. Wij maken een wandeling door de bossen, langs klaterende watervallen en begroeide rotsen. Ook komen we langs industrieel erfgoed uit de jaren dertig. Brescia is namelijk een van de belangrijkste industriegebieden van Italië, in het bijzonder op het gebied van metaal. Vroeger stond ook hier een fabriek. Onze gids Santo leidt ons langs oude smeltovens, houtskoolinstallaties en molens. Santo betekent ‘heilig’ in het Italiaans, iets waar ook wij in zijn gaan geloven bij het zien van zijn fitheid op 63-jarige leeftijd. Hij ziet er niet alleen uit als een heilige, hij leeft ook zo. Santo en zijn vrijwilligers leveren met zonnepanelen stroom aan de publieke gebouwen en inwoners van Casto. Met het geld dat ze daarmee ophalen, zorgen ze voor schoolbussen en -beurzen.
Groene vingers
In industrieprovincie Brescia stikt het van de groene initiatieven, zo blijkt ook als we een laatste lunchstop maken bij Agriturismo L’Aquila Solitaria in Serle. De keuken wordt hier gerund door Fausto Bodei, een
voormalige kapper die geknipt bleek voor het werk als kok. Fausto is opgeleid door verschillende sterrenkoks en is duurzaam ingesteld. Zo plukt hij van dennenbomen, haalt hij aardbeien uit bermen en zoekt hij kruiden tussen brandnetels. Fausto hoopt gasten bewuster te maken van wat ze eten en waar het vandaan komt. Terwijl wij smullen van risotto met paardenbloem, cranberries en gerookte boter, is er even verderop een Italiaanse familie samengekomen om hun grootmoeder de trap op te helpen. Het lukt het oude vrouwtje, voor een groot deel door de aanmoediging van boven en de hulp van beneden, maar misschien nog wel het meest door de geuren uit Fausto’s keuken.
Brescia op z’n best
Achter vrijwel elke hoek in de stad Brescia komen we iets van historische waarde tegen, zoals de zuilen van de Tempio capitolino en de overblijfselen van het Teatro romano. In het nabijgelegen Museo di Santa Giulia, gevestigd binnen de muren van een voormalig klooster, zijn ruim 11.000 objecten te bezichtigen, van Keltische helmen tot beelden uit de 18de eeuw. Brescia werd lange tijd gezien als een grijze industriële stad, maar daar merken wij niets van. Integendeel, we zijn nog niet eerder zoveel goedgeklede Italianen tegengekomen. Brescia bezit drie imposante pleinen uit de tijd van de Venetiaanse Republiek, de Middeleeuwen en de periode onder Mussolini. Het bekendste is de Piazza del Duomo, een plein met de allure van het Venetiaanse San Marcoplein waarop de Duomo, de Duomo Vecchio en het Palazzo del Broletto naast elkaar prijken. In de oude dom zien we goed hoe Brescia gedurende de eeuwen is opgehoogd. Op het Piazza della Vittoria van Mussolini zien we de eerste wolkenkrabber die Italië ooit gekend heeft, het Palazzo delle Poste. Gelukkig hoeven we in Italië het weerbericht niet af te wachten om te weten of het gaat regenen. Ruim voordat de eerste druppels zijn gevallen, schuilen de Italianen al onder hun ombrello. We besluiten een plekje te zoeken in Hostaria Cosmopolitan. Het zit er stampvol en de eigenaar loopt nog vaker langs dan de ober. Met het vooruitzicht op aardappels, groenten en vlees, genieten we die avond extra van de pizzastukjes met koude burrata en pompoen-casoncelli met gefrituurde salie. Een beter afscheid van het pizza- en pastaland kunnen we ons niet wensen. •
TIPS
Eten & drinken
• Al Pescatore Hier serveren ze fish-and-chips met een Italiaanse twist. Voor de verse vis kun je niet alleen de kok bedanken, maar ook de visser, die al hengelend gezien kan worden aan de voorkant van het restaurant. Via dei Quadri Quarta 36, Bagolino. alpescatorelagodidro.it
• Hostaria Cosmopolitan Men zegt dat een goochelaar nooit zijn geheimen verklapt, maar de gedreven restauranthouder van Hostaria Cosmopolitan komt anders maar wat graag aan je tafel staan om te demonstreren hoe je casoncelli vouwt. Via Fratelli Dandolo 13. hostariacosmopolitan.com
• Zanardelli 36 Geen bezoek aan Brescia zonder een Pirlo. Deze roodkleurige variatie op de Spritz is gemaakt met Campari in plaats van Aperol. Bij Zanardelli 36 wordt de Pirlo geserveerd met olijven en een schattige sandwich. Corso Giuseppe Zanardelli 36, Brescia. facebook.com/ zanardelli36caffetteria
• Meer informatie bresciatourism.it