7 minute read

La France et moi

Next Article
Jardin

Jardin

La France & moi Ze werken al jaren in Frankrijk en spreken Nederlands met een Frans accent(je). In deze rubriek vertellen Nederlanders over de charme en de valkuilen van het échte leven in Frankrijk. Deze editie: een galeriehoudster.

Natalie de Jeu (46) zag zichzelf als kind al kunst verkopen in de grote stad. Nu heeft ze een galerie boutique in Parijs op steenworp afstand van de Mona Lisa. Niets ging volgens plan, alles op gevoel. En ze wil er nooit meer weg.

Advertisement

TEKST THomas BraUn FOTO’S THomas BraUn & PriVÉBeZiT naTalie De JeU

‘Ik voel me omarmd door Parijs’

Parijs kent prachtige, idyllische straatjes, maar de Rue de Beaune, in de wijk Saint-Germain-desPrés, is wel heel bijzonder. Eeuwenoude panden met vrijwel uitsluitend exclusieve antiquairs en kunstgaleries. De pracht en historie lachen je vanachter de ramen toe en aan het eind van de straat wordt het uitzicht ‘benomen’ door het immense Louvre met z’n 403 schatkamers. Op nummer 16 woont en werkt Natalie de Jeu. Klinkt Frans, maar ze is zo Nederlands als de bloembollen van Aalsmeer. Hoewel?

Passie voor reizen “Ik ben opgegroeid in Nigeria. Mijn vader is een echte avonturier, een ontdekkingsreiziger. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar de stammen in Nigeria en deze ook bezocht. Hij kocht ook kunst bij hen. Veel kunst in mijn boetiek en boven, in mijn appartement, is van mijn vader. Later streken we weer neer in Nederland in het Brabantse Roosendaal. Ik werd stewardess bij de KLM en bleek dezelfde passie voor reizen en handelsgeest als mijn vader te hebben. ‘Ga jij maar parttime werken, dan gaan wij een galerie beginnen met Afrikaanse kunst’, zei hij tegen mij. Toen viel alles voor mij op z’n plek. Ik was jong en wilde reizen, dus ik had mijn ‘gekkigheid’ als stewardess en ik kon mijn commerciële en artistieke ambities kwijt in de kunst. Die galerie openden we in Antwerpen. Tien jaar was het leuk. Ik dacht vast wel een keer een man tegen te komen en kinderen te krijgen, maar dat gebeurde allemaal niet. Ik wilde ook niet tot mijn tachtigste blijven vliegen en wilde meer doen met Afrikaanse kunst. Ik bezocht grote beurzen, onder meer in Parijs, waar mijn hart werd gestolen. Deze stad heeft zoveel meer dynamiek dan Antwerpen of Rotterdam. Zo is het idee ontstaan om hier iets moois te beginnen. Toen ik nog een kind was, zag ik mezelf al in de grote stad lopen met kunst. Dat beeld zat altijd in mijn hoofd. Na een paar wijntjes op een terras besloot ik heel impulsief een bedrijf te beginnen in Parijs.”

Geleende kunst “Ik dacht wel even een geschikt pand te vinden. Maar het heeft uiteindelijk drie jaar geduurd voor ik eindelijk echt iets gevonden had. Ik weet nog goed dat ik de Rue de Beaune voor het eerst inliep. Het voelde meteen goed. Via de Afrikaanse kunst kende ik een vrouw die hier woont en zij leidde me rond. Het is hartje Parijs en toch komen hier weinig toeristen; zij weten deze straat niet te vinden. Kunstliefhebbers wel. Ik heb de knoop doorgehakt op gevoel. Niks bedrijfsplan. Hier wilde ik aan de slag. En nee, ik heb niet de loterij gewonnen. Ik verkoop glanzend brons van Frank Boogaard, er staat een prachtige lamp van Oluce op een stijlvolle Interni-tafel en aan de muur hangt veel werk van Daisy Boman, Jeanne Opgenhaffen en interieurdesigner San Ming. En Nigeriaanse beelden, die zijn van papá, zoals Ivo Niehe zou zeggen. Maar de meeste kunst is in bruikleen gegeven – verkoop geen bezwaar – zodat ik die kan etaleren en de maker een mooi platform heeft. En ja, het is best prijzig, >

Linkerpagina: voor haar designstudio Aujourd’hui aan de Rue de Beaune. Boven: Natalie de Jeu met haar vriend Philippe aan de Seine; met haar vriendin Barbara voor de Nederlandse ambassade in Parijs.

V.l.n.r.: Natalie de Jeu in haar boetiek; diverse kunstvoorwerpen, waaronder Afrikaanse kunst; bij het etnografi sch museum Quai Branly.

wonen en werken in de stad van de liefde. Gelukkig heb ik een financier gevonden en kon ik hier mijn droom laten uitkomen. De boetiek Aujourd’hui is eigenlijk een showroom, de geleende kunst is ter inspiratie. Al kan ik het woord showroom niet meer horen. Het is meer ‘a place where living is fantastic’. Het is een concept gallery.”

Nederlandse indringer “Parijs is moeilijk. Bureaucratisch. Als je een vergunning wilt regelen voor de verbouwing van een huis dat je gaat inrichten kost je dat negen maanden, in plaats van twee, drie. Alles duurt hier lang. Wat je ziet in programma’s als ‘Ik Vertrek’, dat herken ik zó! Het eerste jaar was ik alleen maar bezig met paperassen en toestemmingen, voor ik überhaupt iets kon doen. Waarom ik hier dan toch ben? Hier gebéúrt het! Hier kan zomaar een topdesigner als Marcel Wolterinck binnen komen lopen of de koning van Marokko. Die worden door deze stad aangetrokken. Rotterdam was natuurlijk een stuk makkelijker geweest. Maar ik wilde naar Parijs: van niets naar het hoogste podium. En dat is hard werken. De eerste twee jaar was overleven, omdat ik geen netwerk had, geen contacten die begrijpen hoe de regels werken. Het is ook een paar

Natalie’s tips

1. Restaurant Le Hibou aan de Carrefour de l’Odéon, met een geweldig overdekt terras.

lehibou-paris.com

2. Museum Petit Palais. Het is gratis en altijd rustig. petitpalais.paris.fr 3. Park Jardin Luxembourg. Klein, maar zo fi jn. 4. Warenhuis Le Bon Marché, dat betekent letterlijk ‘de goede deal’. Maar het is ondanks de naam heel gevaarlijk voor je portemonnee. Alles is er luxe, mooi én duur. 5. Op het terras van restaurant Les Antiquaires aan de Rue de Bac ben ik vaak te vinden tijdens het borreluur. Altijd gezellig! lesantiquaires.net keer bijna fout gegaan, ik kreeg met oplichters te maken. Maar na die twee jaar kwam de rust en had ik door hoe het allemaal werkt hier. Ik leer nog elke dag, maar de grote fouten zijn er wel uit. Als Nederlandse ‘indringer’ zou ik meer netwerkborrels moeten bezoeken maar dat doe ik te weinig. Ik ga soms wel met Philippe mee, een antiquair in de straat, met wie ik nu ruim anderhalf jaar een relatie heb. Maar ik vind het nog wel lastig hoor, aansluiten bij groepjes Fransen; ze práten zo snel. Ik volg nu drie jaar Franse les en dat was ook nodig. Als er in het begin iemand binnenkwam, zei ik: ‘Bonjour, comment ça va?’ Dat is echt not done! Dan liepen ze meteen de winkel uit. Nu zeg ik: ‘Bonjour, comment allez-vouz madame?’ Ja, Fransen zijn heel gevoelig voor dit soort beleefdheden”

Energie “Toch voel ik me hier als een vis in het water. In Parijs is eigenlijk niets burgerlijk. Nog nooit heeft iemand mij gevraagd waarom ik niet getrouwd ben of waarom ik geen kinderen heb. Er wordt hier veel over kunst gepraat. En vanaf dag één ben ik omarmd door de hele straat. Op de eerste dag dat ik hier in een restaurant om de hoek at, werd ik zo warm ontvangen. Ik denk dat de energie die ik heb ook klopt met die van de mensen in deze wijk. Parisiens houden ervan als je netjes gekleed bent, een bepaalde stijl hebt. En daar ben ik ook altijd mee bezig. Ik heb nog een huis in Brabant en bezoek zo vaak ik kan mijn vrienden en familie. En soms mis ik de ruimte van Nederland, maar het land op zich niet. Deze bruisende wereldstad klopt meer voor mij. Hier staat altijd alles ‘aan’. Wat dat betreft is het ook wel rustig voor me als ik weer even terug ben en een dag in mijn Nederlandse tuin kan zijn, bloemetjes kijken. Maar dan snel weer terug. Terug naar Parijs, de stad die me zoveel energie geeft.” ■

aujourdhui.paris

This article is from: