4 minute read
Dégustation
Op de Franse wijnlandkaart, waar Bordeaux, Bourgogne en Champagne vaak de aandacht naar zich toetrekken, is Beaujolais een beetje bescheiden. Laat dat nou precies de charme zijn van de wijnen: vriendelijk, toegankelijk en prima betaalbaar.
Advertisement
TEKST REMKE DE LANGE
Een zoetgevooisde eigenheimer, zo zou je de Beaujolais kunnen noemen. Met een eigen druif en een productiemethode waarin de makers in de streek zich hebben gespecialiseerd, heeft de wijn uit deze regio een geheel eigen stijl. Gamay is de druif waar het allemaal om draait in dit gebied in oostelijk Frankrijk, dat grenst aan het zuidelijkste deel van de Bourgogne. Mag de druif gamay elders, in de Loire bijvoorbeeld, af en toe een bijrol spelen, in de Beaujolais is gamay de ster van de rode wijnen (naar wit en rosé moet je hier een beetje zoeken). De druif heeft vriendelijke fruitigheid te bieden en die eigenschap wordt nog eens versterkt door de manier waarop er wijn van wordt gemaakt: met macération semi-carbonique. Hierbij worden hele druiventrossen in een tank gedaan, die vervolgens wordt afgesloten. Door hun eigen gewicht raken de vruchtjes gekneusd en beginnen van binnenuit te vergisten. Koolzuurgas ontstaat, meer vruchtjes springen open en de vergisting zet door. Deze aanpak is bepalend voor de smaak: zo, zonder zuurstof, komen levendige aroma’s van rood fruit vrij. Worden bij veel andere wijnen de schilletjes en pitjes tijdens de vergisting door het sap gemengd om kleur en tannine af te geven, hier wordt de most in de tank met rust gelaten. Dit is een type wijn dat lange tijd nogal is veronachtzaamd. En dan was er eind vorige eeuw ook nog de rage rond de Beaujolais Primeur. Met de kreet ‘Le Beaujolais Nouveau est arrivé!’ kondigden wijnhandelaren piepjonge wijnen aan die vanaf de derde donderdag van november mochten worden verhandeld. Enkele weken na de oogst, nog slaperig van de vergisting, werden de wijnen uit de wieg getrokken en gepresenteerd aan liefhebbers van jubelend fruit en geuren van bubblegum en bananensnoepjes. Een jaarlijks evenement dat het imago van de wijn geen goed heeft gedaan.
Frivool en fruitig
Toch is een zekere frivoliteit juist de kracht van beaujolais. Zeker nu. Rond de eeuwwisseling ging veel aandacht van media en consumenten naar volle, zware wijnen met veel alcohol, nu is het tij gekeerd naar lichter en fruitiger. Het mooie is: in de Beaujolais kun je dan nog verschillende kanten op. Uit het zuidelijke, plattere deel van de wijnstreek, richting Lyon, komen
Dégustation
Remke de Lange is journalist, vinoloog, wijndocent en sommelier. In Australië en Zuid-Afrika maakte ze zelf wijn: Rem’s Row.
eenvoudige wijnen. Zie je op het etiket ‘AOP Beaujolais’, dan kun je rekenen op lichte wijnen: licht van kleur, weinig pretenties. Met ‘AOP Beaujolais Villages’ worden ze al wat serieuzer: iets meer kleur en stevigheid. Wil je de grote schoonheid van de Beaujolais proeven, dan kun je je het beste wenden tot het noordelijke deel van de wijnstreek, waar de bodem van graniet warmer wordt en de druiven beter rijpen. Hier vind je tien gerenommeerde gemeenten die hun naam op het etiket mogen zetten – en ‘Beaujolais’ doorgaans achterwege laten. Klinkt chic, maar ook voor deze wijnen zul je niet snel meer dan vijftien euro betalen. In de wijnen van deze cru’s vind je én de fruitigheid die van gamay zo’n allemansvriend maakt én de geuren van bijvoorbeeld paddenstoel of nat bos die beaujolais tot een fijne eetwijn maakt. In veel gevallen mag deze wijn best een paar jaar rijpen. Proef je ze naast elkaar, dan vind je subtiele verschillen tussen de cru’s.
Proeverij Uit de koelkast
Tijd om beaujolais te herontdekken. Ook in mijn wijnblikveld komt de regio er vaak bekaaid vanaf. En dus trakteer ik mezelf maar eens op een lekker setje cru-beaujolais. Proevend van noord naar zuid kom ik van alles tegen. Fleurie - robijnrode wijn, bloesem in de geur, de smaak doet denken aan rijpe framboos met een likje room. Moulin à Vent - heeft van alles meer: meer kleur, kruidnagel en kruidigheid, spannende zuren en zelfs tannine. Jong en springerig, met geboortejaar 2019 kan deze wijn makkelijk nog ouderen. Chiroubles - mooi donkerrood, sappig fruit zoals pruim en zwarte bes én zachte frisheid. Brouilly - rood jammig fruit met fijne zuren. Côte de Brouilly - eucalyptus in de geur, zachtzoete kersenjam in de smaak: dit is een en al fluwelen vriendelijkheid.
Is het al fijn om ze zo naast elkaar te proeven, een dag later komen de wijnen pas echt tot leven. De flessen, nog grotendeels gevuld, zijn de koelkast ingegaan en mogen er weer uit voor een tweede proefsessie. En gekoeld vindt beaujolais zijn kracht. De frisheid en lichtvoetigheid die de wijnen allemaal hebben, worden versterkt door een lagere temperatuur die je met drie kwartier koeling al bereikt. Nu proef ik lekkere zure kersen, cranberry’s, cassis, nog meer levendigheid. Dit zijn perfecte eetwijnen voor nazomeravonden met romige kaas of charcuterie op de borrelplank of herfstgerechtjes met konijn, rode linzen of pittige pompoen. Als je bedenkt dat beaujolais al eeuwen zijn weg vindt naar Lyon, stad van gastronomische klassiekers als coq au vin, Saint Marcellin-kaasjes en gerechten met orgaanvlees, dan weet je dat je met de wijn eigenlijk altijd al goed zat.