6 minute read
Op weg naar 100% groene stroom
Richenel Bulbaai: ,,Curaçao hoort bij de koplopers.”
Waar Nederland worstelt met het realiseren van de klimaatdoelen staat Curaçao niets in de weg de energievoorziening uiterlijk in 2033 volledig te hebben verduurzaamd en en passant de CO2-uitstoot met 92 procent te reduceren. ,,Dat is geen utopie, het is met de huidige stand van de technologie en qua benodigde investeringen volstrekt haalbaar”, zegt dr.ir. Richenel Bulbaai MBA, universitair hoofddocent aan de University of Curaçao.
Advertisement
Dat Curaçao over dik tien jaar het eerste land in de wereld kan zijn dat zijn elektriciteit geheel uit zon en wind genereert is hem duidelijk geworden tijdens zijn promotieonderzoek dat hij in oktober aan de Universiteit Twente afrondde. ,,Mijn insteek was
te onderzoeken in welke mate het energieproductiesysteem duurzaam zou kunnen worden gemaakt, maar gaandeweg ontdekte ik dat honderd procent binnen bereik ligt. De techniek is reeds voorhanden en de prijzen van zonnecollectoren en windturbines dalen. Ook voor het vraagstuk van de opslag zijn inmiddels betaalbare oplossingen.”
Platteland De interesse voor duurzaamheid is op jonge leeftijd bij Bulbaai gewekt. ,,Ik ben opgegroeid in Westpunt, op het platteland. Er was niet veel anders te doen dan met vriendjes een beetje fietsen, zwemmen en vissen. Wat er wel veel is: natuur.” Na de lagere school ging hij naar de havo. ,,Dat betekende vroeg
opstaan om met de schoolbus van half zes naar Willemstad te gaan. Daarna heb ik aan wat toen nog de Universiteit van de Nederlandse Antillen heette de HBO-opleiding elektrotechniek gedaan. Mijn vader was elektrotechnicus en ik vond dat hij een leuk vak had.” Duurzaamheid was in die tijd (rond 1986) nog geen dagelijks gespreksonderwerp. ,,Over de klimaatverandering hoorde en las je weinig. Op de universiteit waren wel wat kleine projecten met zonne-energie en een windturbine, maar pas veel later ontstond er aandacht voor de gevolgen van de opwarming van de aarde.” Na zijn hbo-opleiding te hebben afgerond zette Bulbaai zijn studie energietechniek in 1990 voort aan de Technische Universiteit van Eindhoven. ,,Voor mij heeft altijd vast gestaan dat ik na mijn afstuderen zou terugkeren. Het eiland heeft in mij geïnvesteerd dus, vind ik, moet je ook iets teruggeven. Ik heb eerst enkele jaren bij een elektrotechnisch adviesbureau gewerkt en nu geef ik alweer 24 jaar college op de universiteit.”
Bijzonder ,,Terug uit Nederland raakte ik meer en meer geïnteresseerd in duurzame energie. Dat werd onder meer gestimuleerd door vragen die ik van mijn studenten kreeg en een stagiair die erg bezig was met duurzame energiebronnen. Op Curaçao kwamen een windturbinepark en een zonneproject. Dat was voor die tijd nog bijzonder. Het thema begon mij steeds meer te boeien. Ik vroeg mij af hoe ver Curaçao zou kunnen komen met wind en zon.”
Promovendus Bulbaai met zijn promotor prof.dr.ir. Joop Halman.
opzichte van de huidige situatie dertig procent kan worden bespaard. Maar dat is veel lastiger dan de transitie naar nieuwe technologie. Mensen met een hoger inkomen kunnen zich de hogere aanschafprijs van energiezuinige apparatuur veroorloven, maar voor hen is kostenbesparing geen motief om zuiniger aan te doen met energie. Voor mensen met een lager inkomen drukken energiekosten zwaar op het huishoudbudget, maar die hebben weer niet het geld voor nieuwe apparatuur. Dit kun je oplossen door enerzijds meer voorlichting te geven en anderzijds subsidie te verstrekken op energiezuinige apparaten. Hier ligt nadrukkelijk een rol voor de overheid en de privésector.”
Een honderd procent fossielvrije elektriciteitsproductie hield Bulbaai echter niet voor mogelijk. ,,Wind en zon zijn er genoeg, maar het aanbod is niet stabiel en je hebt te maken met pieken in de vraag. Aanvankelijk was er ook nog geen mogelijkheid voor opslag en toen die kwam was het duur. Pas de laatste jaren zijn de prijzen omlaag gegaan en is de techniek sterk verbeterd waardoor het rendabel is geworden. Gedurende mijn promotieonderzoek ben ik er steeds meer in gaan geloven dat honderd procent toch haalbaar zou zijn.”
Besparen ,,Ik heb uiteraard ook gekeken naar de mogelijkheden het energieverbruik te verlagen. Uit mijn onderzoek blijkt dat er ten Energiebesparen is moeilijker te realiseren dan het aanbod van energie te verduurzamen, is de conclusie van Bulbaai. ,,Dat laatste wil iedereen. De kostprijs van elektriciteit wordt in belangrijke mate bepaald door de prijs van olie. Dat is voor niemand gunstig, niet voor het energiebedrijf, niet voor de gebruikers, niet voor de economie en niet voor het milieu. Dus er is veel draagvlak voor het vergroten van de inzet van hernieuwbare energie.”
Kort dag Zon en wind hebben op dit moment een aandeel van 35 procent in de elektriciteitsproductie. 2033 lijkt daarom wel heel erg dichtbij om deze volledig te hebben verduurzaamd. ,,Het is kort dag, maar toch is het realistisch. Ik heb onderzocht wat er voor nodig is en dat is te overzien. De helft van de productiecapaciteit van Aqualectra moet in de komende jaren sowieso worden vervangen. De bestaande dieselcentrales die nog niet zijn afgeschreven zijn relatief eenvoudig om te bouwen naar biogas. Biogas kunnen we op Curaçao produceren uit afval. Als we niet
Promotor prof.dr.ir. Joop Halman van de Universiteit Twente: ,,Met 35 procent aan duurzame energiebronnen loopt Curaçao op dit moment al ver voor op Nederland waar nog maar zes procent van de energiebronnen duurzaam is. Met de uitvoering van de voorstellen uit het proefschrift van Richenel Bulbaai zal de energievoorziening op Curaçao in 2033 volledig kunnen bestaan uit duurzame energiebronnen (zonnepanelen, wind en biogas). Bovendien leidt dit tot een afname van de uitstoot van CO2 met maar liefst 92 procent.”
genoeg afval mochten hebben kunnen we dat uit andere eilanden in de regio importeren. We kunnen ook sargassumwier gebruiken dat in bepaalde perioden van het jaar in grote hoeveelheden aanspoelt. We hebben duurzame energie, lossen het afvalprobleem op en het levert ook nog eens werkgelegenheid op.”
‘Het draagvlak voor duurzame energie is groot’
De belangrijkste stap op weg naar 2033 is het investeren in opslag. ,,De kosten dalen de komende jaren verder terwijl de capaciteit steeds groter wordt. Die honderd procent bereiken is technisch gezien niet zo ingewikkeld. Het is nu vooral een kwestie van doen. Het vergt ook geen grote investering van Aqualectra. Het komt steeds vaker voor dat particuliere ondernemingen wind- en zonneparken bouwen en de opgewekte energie verkopen aan distributiebedrijven. Dat gebeurt nu ook al op Curaçao.”
Tarieven ,,Het is niet alleen goed voor het milieu, deze ontwikkeling zal ook een gunstig effect hebben op de tarieven. Zon en wind zijn gratis en windturbines en zonnepanelen hebben veel minder onderhoud nodig dan conventionele generatoren. Goed voor de burgers en voor ondernemers - de cost of doing business gaat omlaag - en daarmee voor de gehele economie. Of Curaçao de eerste in de wereld zal zijn met een volledig duurzame elektrici
14 | Wetenschap teitsproductie durf ik niet te zeggen. We behoren zeker tot de koplopers, maar andere landen hebben soms meer duurzame energiebronnen tot hun beschikking zoals hydro-elektriciteit.” Rest de vraag hoe energiezuinig Bulbaai zelf leeft: ,,We zijn als gezin energiebewust. Alle apparaten zijn energiezuinig, de binnen- en buitenverlichting zijn LED en de buitenverlichting werkt op timers, we hebben stekkerdozen tegen sluipverlies, ons huis is op de wind gebouwd dus we hebben in de woonkamer geen airco of ventilator, de airco’s die we wel hebben worden op tijd onderhouden en de filters maken we tussendoor schoon, het dak steekt over, de ramen zijn licht getint, de kleur van de buitenmuren en het dak is licht, rond het huis zorgen bomen en struiken voor verkoeling en de tuinverlichting werkt op zonne-energie. De kinderen leren we, als ze iets uit de koelkast pakken, de deur niet lang open te laten staan, de verlichting uit te doen in ruimtes waar ze niet hoeven te zijn en apparaten niet op standby te laten staan, etc.”
En de auto? ,,Ik rij nog niet elektrisch. De infrastructuur zoals de beschikbaarheid van laadpalen en goede monteurs voor het onderhoud en eventuele reparaties ontbreken nog. Ik denk dat we daar nog een jaar of vijf op moeten wachten.”