Neuzen in
GEEL
‘Neuzen in ...’ is een uitgave van curieus vzw • www.curieus.be/neuzenin • informatie@curieus.be curieus is een progressieve vereniging die door een andere bril naar cultuur en de samenleving kijkt. We organiseren frisse, originele en gedurfde activiteiten die je goesting geven in cultuur.
4
Neuzen in
GEel Iedere stad heeft haar curiositeiten. En daar neuzen wij graag in. In die bijzondere plekjes en aparte verhalen. Dan zie je het allemaal door een andere bril. Kijk eens naar Geel zoals je het nog nooit gezien hebt. Deze gids verzamelt een aantal bezienswaardigheden en weetjes over Geel vroeger en nu. Duik mee met ons in de geschiedenis van Geel. Ontdek Geel alsof je er voor de eerste keer komt. Of je er nu woont of gewoon op bezoek bent. Welkom. Het is ons Geel. Onze eigenzinnige keuze. Steek je neus eens in Geel. Misschien ruikt het naar meer‌
5
Op 30 mei 600 onthoofdde de koning zijn dochter waar nu het Gasthuismuseum ligt
De Legende De Heilige Dimpna Ooit, zelfs heel lang geleden, kwam de Ierse prinses Dimpna na vele omzwervingen in Geel terecht. Haar vader was een heidense koning, haar moeder christen. De jonge Dimpna werd christelijk opgevoed door kapelaan Gerebernus. Toen haar moeder overleed, bleef de koning ontroostbaar achter. Zijn hovelingen raadden hem aan zo snel mogelijk opnieuw te trouwen met een vrouw die even mooi was als zijn eerste vrouw. Dat bleek een moeilijke zoektocht. Tot ĂŠĂŠn van zijn hovelingen hem erop wees dat zijn dochter Dimpna sprekend op haar moeder leek. 6
De koning werd gegrepen door een duivelse begeerte en vroeg zijn dochter ten huwelijk. Maar de diepgelovige Dimpna reageerde geschokt op dit gruwelijke voorstel en wees haar vader af. De koning was ziedend. Voor Dimpna en Gerebernus zat er niets anders op dan te vluchten voor de krankzinnige koning.
Gestrand in Geel Zo belandden Dimpna en Gerebernus in het toen nog schaars bewoonde Geel, waar ze in een nederige hut woonden
Ommegang voor de heilige Dimpna in 1900
Colofon
Š SAG
Neuzen in Genk werd bijeen geneusd door curieus Genk: Joke Quintens, Dirk Chauvaux, Yasin Kilic, Salvatore Monachesi, Tim Briers, Phaedra Rouselle, Christoffer Allegrezza en Geert Reyskens. Wil je meedoen met curieus Genk? Neem dan contact op met joke@jokequintens.be Fotografie: Christoffer Allegrezza, Boumediene Belbachir en Joel Bervoets. Vormgeving: Rob Marcelis
in het gehucht Zammel, waar nu nog steeds de Dimpnakapel en de waterput staan.
legende zou dat op 30 mei 600 gebeurd zijn in de buurt van de St.-Dimpnakerk, waar nu het Gasthuismuseum ligt.
De koning had verkenners uitgestuurd om zijn dochter te zoeken. Toen zij in een herberg in Westerlo afrekenden, merkte de waardin dat zij met dezelfde munten betaalden als de vreemde jonge vrouw die wat verderop in de bossen woonde. Zij was zich van geen kwaad bewust toen zij de soldaten zo de weg wees naar de hut van Dimpna.
De Gelenaren reageerden vol afgrijzen op deze wandaad van de koning en begroeven de lichamen op de plaats van de misdaad. Op die begraaf plaats ontstond later de gezinsverpleging waar Geel nu zo gekend voor is.
Gezinsverpleging Haar vader vroeg haar opnieuw met hem te trouwen, maar zij weigerde weer. De koning werd waanzinnig, liet Gerebernus ombrengen en onthoofdde eigenhandig zijn dochter. Volgens de 8
Art Nouveau in Geel Een wandeling langs prachtige gebouwen Je zou het niet meteen verwachten maar Geel heeft tal van prachtige Art Nouveau gebouwen die de tand des tijds goed hebben doorstaan. De kunstenaars van de Art Nouveau hadden een optimistisch wereldbeeld, hielden van nieuwe en moderne technieken, hadden een afkeer van symmetrie en een voorkeur voor ornamenten. Daarom vind je in de Art Nouveau architectuur ook zoveel ijzer en glas terug, dat veel licht binnenlaat. Het gekleurde glas zorgde voor de intimiteit die moest bijdragen tot het geluk van de bewoners. Kleur zorgde voor kalmte, rust en ontspanning. 10
Een bekende Geelse bouwmeester van deze stijl was Gust Leurs: een flamboyante figuur die met zijn liberale ideeĂŤn het Geelse katholieke politieke leven wat kleur trachtte te geven. Onder andere de Quadratura, Pain Deco en het Van Disselhuis zijn van zijn hand.
Wandel mee langs‌ De Gele Legende (Stationsstraat 128). Bouwjaar: begin 1900., Architect: Florent Vergouts.
Quadratura/de glazen kast (Kollegestraat 101). Bouwjaar: 1905. Architect: August Leurs. Huis Vandoninck (Kollegestraat 13). Bouwjaar: 1912. Architect en opdrachtgever: J. Van Den Plas. Pain Deco (Stationsstraat 57). Bouwjaar: 1898 (nu verdwenen), 1899 (rechtse deel) en 1905 (linkse deel). Architect en opdrachtgever: Gust Leurs. Villa Heidebloem (Heidebloemstraat 45). Bouwjaar: 1898 – 1899. Architect en opdrachtgever: J. Van den Plas.
interieur pain deco
Het lied van Geel “De Loelabroeders” In ons lief klein landje daar aan ’t Noordzeestrand, Met golvende duinen en zand, liggen de steden als parels aaneen maar zo mooi als mijn dorp is er geen. Al stroomt hier de Nete langs bossen en wei betoverd door ’t purper der hei. Toch vraagt men soms honend van waar ik wel ben. Aan hen leer ik ’t dorp dat ik ken. Ik kom uit Geel, mijn beste mijnheer, kijk mij niet zo aan. Ik kom uit het schoonste Kempische dorp 12
onthoudt dat voortaan. Bij ons zijn de mensen barmhartig en gul lijk je er nergens ontmoet. Ik kom uit Geel, mijnheer, en daar daar is het goed. Waarom die glimlach om je mond, waarom zo glimmen? Lach je met mij misschien omdat wij de zieken beminnen? Zonder te blozen ga ik mijn weg en ’t moet mij van ’t hart Mijn dorp is een pareltje dat schittert op deez’aard.
OPZ, hospitaal voor geesteszieken
Ik kom uit Geel, mijn beste mijnheer, kijk mij niet zo aan. Ik kom uit het schoonste Kempische dorp onthoudt dat voortaan. Bij ons zijn de mensen barmhartig en gul lijk je er nergens ontmoet. Ik kom uit Geel, mijnheer, en daar daar is het goed.
14
In de oorlog De slag om Geel Geel heeft zijn deel oorlogsellende gehad. Op heel wat plekken zijn de sporen nog te herkennen. Zowel in Ten Aard als in Stelen staat een oorlogsgedenkteken ter herinnering aan de gesneuvelde soldaten. Tussen 8 en 23 september 1944 leverden de Britse en Duitse troepen een zware veldslag in Geel. Op 8 september zette de 50ste Northumbrian Divisie vanuit Stelen en Het Punt aan het Albertkanaal de aanval op Geel in. Ondanks zware verliezen konden de Britten de Duitsers verdrijven. Geel leek bevrijd. Op 12 september sloegen de Duitsers echter terug, heroverden
het centrum van Geel en dreven de Britten terug naar het Albertkanaal. De Duitsers ontruimden het gebied echter meteen om zich terug te trekken achter het Kempisch kanaal. De 15de Schotse Divisie kon daarom op 13 september zonder tegenstand het centrum weer innemen.
De slag bij Ten Aard De volgende dag wilden de Britse troepen het Kempisch kanaal oversteken, maar botsten op hevig verzet van de Duitsers. 10 dagen lang vond op Ten Aard een zware veldslag plaats met grote 15
© SAG: Verwimp
verliezen aan beide kanten. Uiteindelijk moesten de Duitsers Ten Aard ontruimen omdat er op andere fronten wel doorbraken waren geforceerd en zij dreigden omsingeld te worden.
Oorlogskerkhoven Naar schatting 500 Britten en evenveel Duitsers verloren het leven. Zij werden begraven in een weide of op de burgerlijke begraafplaats van St.-Dimpna. Na de oorlog werden hun lichamen verplaatst naar de huidige begraafplaatsen. De Britten liggen op drie kerkhoven begraven: Stelen (34 graven), Kasterlee (97) en Tweeboomkes (400). Het ontwerp van het Geelse War Cemetery is een werk van Philip Hepworth die met enkele eenvoudige ingrepen een stijlvolle site
bouwde. Het “Cross of Sacrifice� staat centraal tussen symmetrisch aangelegde parkjes. De militaire begraafplaats werd in 2009 definitief beschermd als monument.
ZeuntcomitĂŠ, I.V. Fotoproducties 2010
Bier van hier Ook St-Dimpna lust wel een pintje In 1999 werd meester-brouwer-hobbyist Jul Molenberghs gevraagd een Geels streekbier te brouwen ter ere van de StDimpna ommegang. Hij noemde het bier “Zeunt” naar “’t is zeunt” of “’t is zonde dat ze Dimpna haar hoofd afhakten”. Daaruit groeide ’t Zeuntcomité, waarin het stadsbestuur, de handelaars en verenigingen elkaar vinden om met dit Geels bier de stad te promoten. Het was nochtans de bedoeling dat het slechts eenmaal zou gebeuren, maar het brouwen werd toch kleinschalig verdergezet. En met succes, want ‘t Zeuntcomité is, onder voorzitterschap van Marcel
Verachtert, niet meer weg te denken uit het Geelse verenigingsleven. Zo worden ze regelmatig ingeschakeld om te komen tappen op allerlei activiteiten, officiële openingen en grote evenementen. ’t Zeuntcomité zorgt altijd voor sfeer en ondersteunt het Bourgondisch karakter van de Kempen. Maar ’t Zeuntcomité doet nog meer. Het Zeuntbier is een bier dat al heel wat Geelse handelaars tot grote inspiratie heeft gebracht. Zo heeft keurslager Stessens er een lekkere paté van gemaakt. En bakker Steurs verkoopt een heel gamma Zeuntbroden. 19
Oud en nieuw
© SAG
Achter de gevel? De Waag in de Lakenhalle In 1431 had Geel al een Halle. In de 15de en 16de eeuw werd dit gebouw door verschillende branden volledig vernield. De nieuwe Halle die werd gebouwd vormt nog steeds de basis voor het huidige gebouw dat een hele geschiedenis meedraagt en nu een cultuurcafĂŠ, exporuimte en toeristisch infokantoor huisvest. Oorspronkelijk werd in de Geelse Lakenhalle vlees, laken en linnen verkocht. Geel was in die tijd vermaard om haar lakenwevers en blauwververs. Tijdens de beroering in de 16de eeuw bloedde deze nijverheid echter dood. 22
Het einde van de weefnijverheid was dus ook meteen het einde van de Lakenhalle. In 1679 werd het gebouw dan maar omgebouwd tot raadshuis. In 1724 werd het vergroot met de Waag, eerst een burgerswoning en later een herberg met brouwerij. In 1843 was de gemeentelijke boterwaag er gevestigd en kreeg het gebouw in de volksmond zijn huidige naam: de Waag. In 1894 werd het uitzicht van de Halle en de Waag grondig gewijzigd. De bovenverdieping werd van binnen en
van buiten veranderd. De rode bakstenen kregen een laag cement en alles werd in Franse stijl herbouwd.
De Heren van Geel Aan het smeedijzeren balkon hangt het wapenschild van Geel uit de 13de eeuw. Het is het embleem van de Heren van Geel, de familie Berthout. Onder Hendrik I Berthout van Geel werd de heerlijkheid Geel een Vrijheid. Het blazoen is van goud met drie palen (verticale banden) van rood op een gouden veld. Het stadswapen wordt getopt met een koekoek in natuurlijke kleuren. Waar die koekoek vandaan komt is nog steeds een mysterie. Het wapenschild werd op 15 september 1841 goedgekeurd door koning Leopold I.
24
In 1988 verhuisden alle stedelijke diensten naar het nieuwe stadhuis aan de Werf t. In 2006 werd de restauratie van De Halle en De Waag voltooid. Nu vind je er het cultuurcafĂŠ De Halle, de exporuimte van cultuurcentrum De Werft en het infokantoor van Toerisme Geel.
De lokale dialectcursus Vergeelde woorden In Geel spreken we een taaltje. Karel Cools stelde een etymologisch dialectwoordenboek samen met Vergeelde woorden.
Haorzak
Bv. Dieje doe altij haorzak Herkomst: ‘haar’ betekent hier waarschijnlijk ‘twist’ (vergelijk met Duits ‘Hader’ = ruzie, twist, gekijf); ‘haarzak’ is dialect voor ‘aaszak’, d.w.z. een zak met aas, lokspijs om dieren op een bedrieglijke manier te vangen, oneerlijk spel, wat tot ruzie leidt. Betekenis: bedrog bij het spel.
Trezee
Bv. De grunte veu de soep wirre deu den
trezee gedaon. Herkomst: waarschijnlijk Middelnederlands ‘trise’ = zeef ; dan is er een verband met ‘trisen, trijssen’ (= ronddraaien) en met ‘trijzel’ (= een korenzeef); vandaar ‘trijzelen’ = traag werken, ronddraaien, ‘treuzelen’. Betekenis: zeef.
Van zene seenter goan
Bv. Hem is gistere van zene seenter gegaon. Herkomst: via Engels ‘center’ of Frans ‘centre’ afgeleid van Latijn ‘centrum’ (Grieks ‘kentron’) = middelpunt. Betekenis: in zwijm vallen. 25
De Dinsdagmarkt
Streekgerechten Lekker Geel Geel heeft heel wat lekkere kantjes. Voor de smulpapen gingen we er eens in neuzen. Geel heeft drie echte streekproducten: het Geels hartje, koffie De Maan en Kempense Pensen. Alleen zij mogen zich een streekproduct noemen omdat ze voldoen aan 5 criteria: ze zijn gemaakt met streekeigen grondstoffen, ambachtelijk volgens streektradities, algemeen aanvaard als streekeigenproduct, langdurig of historisch gekend als streekspecialiteit en het streekproduct en de bereidingsstreek zijn in overeenstemming met de omschrijving van de streek.
Geels Hartje Het Geels Hartje is een dubbel hartvormig boterkoekje, afgewerkt met amandelen, met daartussen een dun laagje abrikozenconfituur en een plakje marsepein. Het is sinds jaren het lekkerste symbool van Geel en wordt bij de meeste Geelse bakkers verkocht.
Koffie De Maan Al vier generaties lang brandt Huis Manendonckx om de twee weken hun 27
Š Ludo Vansant
Kempense koffie. In die 80 jaar verspreidt de heerlijke geur van vers gebrande koffie zich in de omgeving van de Schoolsteeg. In een cilindertrommel uit 1933 wordt een mengeling van 7 soorten Arabica koffiebonen trapsgewijs gebrand tot maximum 230 graden Celsius. De Kempense koffie De Maan is geen massaproduct maar een ambachtelijk gebrande koffie met een jarenlange traditie. Altijd vers, nooit ouder dan 14 dagen.
Pensen Vandecruys Ook al vier generaties, sinds 1900, worden de pensen van Vandecruys volgens een geheim recept gedraaid. Het basisrecept van de zwarte pensen bestaat uit varkenskopvlees en spek, gemengd met brood, bloed, peper, zout en piment. De pensen worden gemaakt in een fabriekje
naast de slagerij in de Vaartstraat op Ten Aard. Iedere week gaat er zo’n 4000 kg de deur uit. Witte pensen zijn iets helemaal anders dan zwarte pensen. Witte pensen worden gemaakt van wit brood, melk, mager varkensvlees en varkensbuik. Ze worden gekruid met zout, peper, foelie, koriander, nootmuskaat en gember. Uiteraard vind je in Geel ook nog heel wat andere lokale producten zoals het Zeuntbier en ’t Geels Witteke. Zeker het proeven waard.
29
De kameraad Op stap met een actieve senior Meer dan een kwart van de Gelenaren is ouder dan 50. Maar hen “passieve gepensioneerden” noemen, is er over. Geel telt vooral heel wat “actieve senioren”. Eén van hen is Martha – de boe – Bervoets. “Ik heb me een elektrische fiets aangeschaf t,” vertelt Martha. “Daarmee doorkruis ik heel Geel en omstreken. Op mijn eentje zou dat maar saai zijn. Gelukkig heb ik mijn vriendinnen van OKRA St.-Dimpna.”
30
Hobby’s Martha: “Elke maandagmiddag gaan we naar de hobbyclub OKRA. Daar kunnen we onze creativiteit botvieren. In maart kan iedereen onze werkjes komen bewonderen op de OKRA hobbytentoonstelling. Soms heb ik iets gemaakt in de hobbyclub en komen de dagen daarna de bestellingen van familie en vrienden al binnen. “Elke dinsdag gaan we met de OKRA vriendinnen wandelen of fietsen. Met onze elektrische fietsen leggen we heel wat kilometers af. Elke laatste dinsdag van de maand ontmoeten we elkaar in het parochiecentrum van St.-Dimpna
om samen koffie te drinken. In de winter gaan we elke derde donderdag van de maand kienen in het jeugdcentrum op de Logen. Af en toe gaan we met de gepensioneerden ook eens wat verder op reis met de trein.”
Remmen los Martha: “Sinds 2009 kunnen we nu ook in het Luysterbos terecht voor allerlei activiteiten: Franse les, fotografie, kaarten, restaurant, petanquen, kienen, Zumba, kapsalon… Ik droomde er al lang van om met de computer te leren werken en zelf dingen op te zoeken op het internet of met mijn kleindochters chatten. Daarom volg ik nu computerlessen in het Luysterbos. Ik ga er ook regelmatig naar de kapper of de pedicure.”
“Of ik een actieve senior ben? Ik amuseer me iedere dag opnieuw.”
Straatnamen met een verhaal Iedere straat heef t een naam. Maar wie weet nog waar die namen vandaan komen? Wij gingen even op zoek in het straatnamenboek van Karel Cools en vonden…
Nieuwstraat 1427, een hofstat gelegen in die nustrate; 1434, in hoelvenne in de nustrate; 1662, de nieustrate onder de Gansakker; 1830, Nieuwstraet. Ligging: deze straat vormde de as tus32
sen St.-Dimpna en St.-Amands en lag op de scheidingslijn van de bekkens van de Grote en Kleine Nete, op een hoogtelijn tussen 20 – 25 meter, volledig omringd door heiden, broeken en goren,. Voor onze verre voorouders was het, begroeid met laagstammig hout, een ideale plaats voor een nederzetting. Herkomst: het is onduidelijk of er een ‘oude’ straat bestond toen deze naam gegeven werd. Betekenis: een nieuw aangelegde of verbeterde straat.
© SAG
Kollegestraat
Kollegestraat Ligging: tussen de Diestseweg en de Gasthuisstraat (1903) Het Sint-Aloysiuscollege was de opvolger van de Latijnse school. Achter de kerk op de Markt, in een gebouw waar nu Café ’t Bakhuis is, werd, met enkele kleine onderbrekingen, van 1476 tot 1884 lesgegeven. In 1879 bouwde de gemeente op de plaats van de doelen een gemeenschappelijk woonhuis voor de leraars (het ‘rectorshuis’). Het college zelf werd gebouwd in 1898 en de straat erlangs werd Collegestraat genoemd. Voordien lag daar een voetweg naar het Gasthuis: het ‘Gasthuispad’, ook wel ‘Pestweg’ genoemd omdat pestlijders langs daar (i.p.v. langs de dichtbewoonde Nieuwstraat) naar het pesthuis van het Gasthuis werden gebracht. 34 © SAG
Het monument De “barmhartige stede” en haar gezinsverpleging Geel is wereldwijd bekend om de unieke manier waarop al eeuwenlang zwakzinnigen worden verpleegd in pleeggezinnen. Dat gebruik heeft meer met de legende van de Heilige Dimpna te maken dan je zou denken. Al snel na de moord op prinses Dimpna werd zij door de Gelenaren als een heilige vereerd. Zieke mensen kwamen aan haar graf bidden in de hoop van hun kwalen verlost te worden.
Geesteszieken Stilaan begon men haar hulp in te roepen om krankzinnigheid te genezen. Niet onlogisch met zo’n waanzinnige vader. Vanaf de 13de eeuw nam de devotie tot Sint Dimpna een hoge vlucht. In 1286 werd nabij haar graf het gasthuis opgericht en in 1349 de SintDimpnakerk. De zieken werden er opgevangen door geestelijken. In de 15de eeuw werd een Ziekenkamer gebouwd tegen de zuidkant van de kerktoren. De geesteszieken verbleven daar 9 dagen onder het toezicht van ziekenbewaarsters. De therapie hield niet meer 35
in dan wat boete doen. Toen de ziekenkamer uit haar voegen barstte vroegen de geestelijken aan de inwoners rond de kerk om de zieke pelgrims tijdens hun verblijf in Geel onderdak te geven.
Gezinsverpleging
op de Pas een hospitaal voor geesteszieken opgericht: de Kolonie. Geel heef t de eretitel “Barmhartige Stede” verdiend door haar eeuwenoude zorg voor geesteszieken. Dit monument staat symbool voor de Geelse gezinsverpleging.
Dit gebruik nam toe en in de 15de eeuw was er al sprake van een jarenlang verblijf bij pleegouders en kostgevers. In de 17de eeuw werden de zieken ook ondergebracht bij gezinnen in andere wijken dan St.-Dimpna. Deze gezinnen kregen daar een vergoeding voor. De patiënten werden liefdevol in de familie opgevangen en behandeld als een kind aan huis. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw werd de behandeling professioneler aangepakt. In 1862 werd 37
De Zegge
Š Hans Driesen
In’t groen Geel is ook groen Je zou het haast vergeten, maar Geel kent gelukkig nog heel wat groen: echte natuurpareltjes waaronder de Belse bossen, de Zegge, Malesbroek en Neerhelst.
Belse bossen Het landschap rond het woongebied van Bel is een lappendeken van graslanden en akkers, met hier en daar houtwallen, zandwegen, stuifduinen, begroeid met naaldbossen en nog wat overblijfselen van heide en vennetjes. Je struint er door een authentiek stukje Geels landschap langs bossen en duinen.
De Zegge De Zegge is een van de meest waardevolle natuurreservaten in de verre omtrek. Het is een restant van het oorspronkelijke laagveengebied dat vroeger als het Geels “Gebroekt” bekend stond. Het is een paradijs voor zeldzame vogelsoorten. Het reservaat is eigendom van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde en dus enkel toegankelijk met een ervaren gids.
39
© SAG
Onze musea Geel heeft pareltjes van musea. Zeker de moeite om even je neus in te steken: in het Gasthuismuseum St-Dimpna, het Klokkenmuseum, het Bakkerijmuseum, het Lampenmuseum en de Molen van ’t Veld.
Gasthuismuseum Het Oud Gasthuis werd in de 13de eeuw gesticht. Dit museum vertelt twee verhalen: dat van het ontstaan van de gezinsverpleging en dat van St-Dimpna. In het Gasthuismuseum wordt de link tussen de verering van St-Dimpna en de gezinsverpleging van geesteszieken uit de doeken gedaan. De museummede-
werkers maakten hierover zelf enkele mooie brochures waarin je alles nog eens kan nalezen. Dit museum en haar collectie was enkel mogelijk doordat de Gasthuiszusters Augustinessen vanaf 1552 nauwgezet alle gebruiksvoorwerpen bewaarden. www.gasthuismuseum.be
Lampenmuseum Het begon allemaal met een oude fietscarbuurlamp in een vuilnisbak. Daaruit groeide het lampenmuseum van de familie Binnemans, met een overzicht van de geschiedenis van de verlichting vanaf de prehistorie tot de elektrische lamp. Heimerik 19, 2440 Geel. 41
Volg de route met de Geelse Gidsenbond Geel heeft een enthousiaste ploeg professionele gidsen. Zij kunnen iedereen, of ze nu van Geel zijn of niet, een ontspannende leerrijke dag bezorgen op heel diverse wandelingen.
Stegentocht in ’t nieuw Spijtig genoeg zijn er steeds minder paadjes. Toch heeft de gids zijn best gedaan om er voor ons te vinden. Ooit stonden er “breedhuizen” op de markt. Waarom zijn die veranderd? Heb jij vroeger Hotel De Kempen nog bezocht? Wandel mee op deze verrassende tocht vol ontdekkingen. 42
Bruine kroegen Tussen pot en pint wordt veel verteld, soms waar, meestal niet. In de goeie tijd moeten er veel verhalen geweest zijn die het waard waren om te vertellen, want in elke straat, op elke hoek en op elk plein had je wel een café of een herberg of een staminee. De meeste volkscafés zijn nu verdwenen. Met oude foto’s en prentkaarten voert de gids je langs een virtueel bezoek aan de talloze cafés met hun fantastische verhalen.
© SAG
Op 19 februari 1853 verscheen de eerste editie van het Nieuwsblad van Gheel.
Nieuwsblad van Geel Het oudste blad van België Geel heeft een eigen krant. Niet veel steden kunnen dat zeggen. Het Nieuwsblad van Geel is met zijn 158 jaar dan ook nog eens het oudste blad van België.
Op 19 februari 1853 verscheen de eerste editie van het Nieuwsblad van Gheel. Het was opgericht door de gebroeders Cremers en gemeentesecretaris Frans Biddeloo. Het verscheen op zaterdag en werd enkel verspreid via abonnementen. Het bracht zowel regionaal als nationaal nieuws en profileerde zich als katholieke dam tegen het opkomend liberalisme.
Concurrenten Hendrik Rombouts, die als 15-jarige knaap in de drukkerij was komen werken, nam het blad in 1893 over. Amper twee jaar later dook er al een concurrent op: het Advertentieblad van Gheel van de familie Lahong, dat duidelijk de liberale kaart trok. Het gebekvecht tussen beide bladen zorgde in Geel voor heel wat animositeit. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef het blad verschijnen, al was het maar op twee pagina’s. Frans Rombouts was zijn vader ondertussen opgevolgd en werd ` bovendien ook nog eens burgemeester van Geel. De innige band tussen het Nieuws45
blad van Geel en het katholieke gemeentehuis werd er alleen maar sterker door. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verscheen het blad niet, maar in 1944 startte Karel Rombouts, zoon van Frans, het blad weer op. De oorlog had alle concurrenten van de kaart geveegd en het Nieuwsblad van Geel werd de onbetwiste marktleider in Geel.
Onafhankelijk In 1970 nam Alo誰s Meeus het blad over en leidde het een nieuwe periode in. Alle gelijkaardige streekbladen waren ondertussen gesneuveld. Het Nieuwsblad van Geel overleefde omdat het op een sterke traditie steunt en zich onder Meeus ook onafhankelijker van de katholieke zuil ging opstellen. Het blad kon zo veel meer Gelenaren aanspreken, niet in het minst de vele inwijkelingen die samen met de 46
industrie naar Geel waren getrokken. Het blad paste zich dus aan de moderne tijd en mentaliteit aan. In 1984 werd met Dirk Kennis de eerste voltijdse hoofdredacteur aangeworven. In 2006 nam Isabel Meeus de fakkel van haar vader over en bracht het blad onder in MGraphics.
Veel lezers Het Nieuwsblad van Geel wordt vandaag nog steeds druk gelezen in Geel. De oplage is misschien niet zo groot maar het blad wordt wel duchtig doorgegeven. Oma koopt de krant en van daaruit wordt hij doorgegeven aan de kinderen, kleinkinderen, buren en vrienden. Elk verkocht exemplaar wordt 6 keer gelezen. De krant houdt dan ook een relatief hoog kwaliteitsniveau in stand voor een relatief klein publiek.
Wist je dat… … Geel een hoger gelegen bosje op gelige zandgrond is? De naam Geel werd in de loop der jaren op niet minder dan 15 verschillende manieren geschreven. Van Ghela in 1155 tot Geel in 1615. Hoe zou dat komen? Ten eerste: het oude centrum van Geel ligt op een hoogte tussen 20 en 25 meter en was begroeid met laagstammig hout. Ten tweede: je kon in de Kempen natuurlijk niet om de gele zandgrond heen kijken. Ten derde: Geel werd omringd door heiden, broeken, goren…
Allemaal natte grond in de bekkens van de Grote en de Kleine Nete. Daarom kunnen we de naam Geel op 2 manieren verklaren. Ten eerste: het Germaanse “gelwa – lauha” waarbij “gelwa” gelige zandgrond en “lauha” een lo, bosje op hoger gelegen zandgrond betekent. Ten tweede: het Germaanse “gelwa – lautho” waarbij “lautho” een lo, lagergelegen moerassige grond, poel betekent.
47
Š regionaal landschap Kleine en Grote Nete
Geil? Vermits de omringende nederzettingen van Bel, Mol en Kasterlee allemaal op een hoger gelegen zandbosje (= lo, lee) liggen, nemen we aan dat ook Geel “een hoger gelegen bosje op gelige zandgrond” was. Zo evolueerde de naam “gelwa – lauha” via “gele – lo” tot “Geel” Sommigen denken nog steeds dat Geel af komstig is van “Geil”, wat zoveel betekent als vruchtbaar, vol levenskracht. Zelfs ondanks de dialectuitspraak is dit spijtig genoeg een fabeltje.
49
Meer weten? Zo, we hebben je door Geel geloodst. Je eens laten neuzen in onze stad. Misschien ruikt het naar meer? Misschien ben je nog meer gefascineerd geraakt door de geschiedenis van Geel. Wil je nog meer prentkaarten zien van de Markt, het St.-Dimpnaplein, het OPZ of de St.-Dimpna Ommegang vroeger? Ben je misschien benieuwd of er ook een oude prentkaart van jouw straat bestaat? Wil je weten wat de Wereldoorlogen in Geel hebben aangericht? Dan moet je dringend naar het stedelijk archief.
50
In het stedelijk archief bewaren ze niet enkel de archieven van de stedelijke overheid maar ook van verschillende parochies en particuliere instellingen. Alles bij elkaar beheren ze bijna 2km archieven van Geel. Het oudste document gaat zelfs terug tot 1391. Het Geels Geschiedkundig Genootschap is eveneens gehuisvest in het stadsarchief. Samen beschikken ze over een grote collectie prentkaarten, foto’s, plannen en kaarten, lokale kranten, bidprentjes en doodsbrieven. Ook in hun bibliotheek en leeszaal ben je meer dan welkom. Archief, Werf t 30, 2440 Geel
De Volksneuzen Geel heeft heel wat te bieden op vlak van geschiedenis, toerisme, cultuur en erfgoed, zoals blijkt uit deze Neuzen-gids van Geel. Geel telt immers tal van musea, kerkhoven, interessante gebouwen, kerken, monumenten, groene plekjes en wandelingen. Kortweg: tal van mogelijkheden om op een ontspannende manier je vrije tijd door te brengen dicht bij huis.
De Volksneuzen willen de Gelenaars naar Geel laten kijken door een andere bril. De Neuzen in Geel-gids vormt hierbij een belangrijke leidraad. Deze gids verzamelt een aantal belangrijke bezienswaardigheden en weetjes over Geel vroeger en nu. Het is de bedoeling om deze met de Volksneuzen in het echt te ontdekken.
Curieus Geel en het Volkshuis willen er voor zorgen dat Gelenaren hun vrije tijd op een aangename, maar ook goedkope manier kunnen doorbrengen. Wij willen mensen samen brengen. daarom hebben we samen de Volksneuzen opgericht.
Maar evengoed zullen we andere activiteiten organiseren als een zettersprijskamp, een kindercarnaval, een vaderdagontbijt, een quiz, gegidste wandelingen, fotozoektochten en lezingen. Wil je meer weten over de Volksneuzen? Surf dan naar onze Facebookpagina “Neuzen in Geel”.
52
Colofon Neuzen in Geel werd bijeen geneusd door curieus Geel: Ellen Ruelens Wil je meer weten over of meedoen met curieus Geel of de Volksneuzen? Surf dan naar www.ellenruelens.be of mail naar info@ellenruelens.be Fotografie: oude prentkaarten en foto’s: Stadsarchief Geel: prentkaartencollectie Geels Geschiedkundig Genootschap, An Haelewaeters Vormgeving: Rob Marcelis Lay-out: Nele Willems Website: www.curieus.be/neuzenin
54
Met dank aan: Geels stadsarchief, Geels Geschiedkundig Genootschap, Gasthuismuseum, dienst toerisme, Karel Cools, Dirk Kennis van Nieuwsblad van Geel, Karel Swolfs, ’t Zeuntcomité, Geelse Gidsenbond en Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete Meer weten over Neuzen in Geel: www.ellenruelens.be of facebookpagina Neuzen in Geel
CURIEUS? curieus is een sociaal-culturele vereniging voor volwassenen die zich bezig houdt met alles wat mensen kan boeien. Je komt ons tegen op meer dan 300 plaatsen in Vlaanderen en Brussel. Je kan er komen proeven van de activiteiten die een kleine of grote groep vrijwilligers organiseren voor iedereen in hun gemeente of wijk: daguitstappen, info- en debatavonden, tentoonstellingen, filmvoorstellingen, standupcomedy-avonden, internetklasje, quizzen, fiets- of wandeltochten… Kortom: alles wat mensen ‘curieus’ maakt. curieus is er voor mensen die op zoek zijn naar een zinvolle vrijetijdsbesteding. Mensen die andere mensen willen ontmoeten in een aangename en vriendschappelijke sfeer. curieus is er ook voor mensen die graag iets opsteken, die steeds op de hoogte willen blijven en mee willen zijn in deze steeds veranderende maatschappij. curieus draagt waarden als respect, gelijkwaardigheid en solidariteit hoog in het vaandel. We kiezen voor een samenleving waarin iedereen gelijke kansen krijgt om zich te ontplooien en de verantwoordelijkheid heeft om deze kansen te benutten. curieus kiest voor ontmoeting. curieus wil mensen samenbrengen, banden smeden, netwerken bouwen.
www.curieus.be informatie@curieus.be
printed by
www.zwartopwit.com
V.u.: Jurgen Theunissen, p/a Grasmarkt 105/41, 1000 Brussel. Niet op de openbare weg gooien ajb.