5 minute read
Natuurinclusief denken en bouwen: GROEI!
Begroeide gevels, daktuinen, een natuurvijver en diverse voorzieningen voor dieren zoals vleermuizen en vogels: voorbeelden van natuurinclusief bouwen. Een gesprek over het belang daarvan en de praktische kanten naar aanleiding van een project in Amsterdam, dat een toonbeeld van natuurinclusief denken en bouwen wordt.
Jort de Bosch Kemper, eigenaar van ecologisch adviesbureau Viridis, heeft een praktische definitie van natuurinclusief bouwen: “Je neemt ecologie mee als ontwerpdiscipline met als doel het creëren van een functionele leefomgeving voor de plant- en diersoorten die je op die plek kunt verwachten of wilt aantrekken. Je moet daarbij kijken wat binnen jouw project mogelijk is, bijvoorbeeld uit oogpunt van locatie, oppervlakte en dergelijke. In een binnenstedelijke omgeving gaat het dan bijvoorbeeld om vleermuizen, huismussen, gierzwaluwen en egels.” Wat betekent dat concreet? Jort: “In de jaren 60 en 70 is er onbewust heel natuurinclusief gebouwd, met spouwmuren, dakpannen, hagen en heggetjes. Nu verwerk je in je ontwerp allerlei voorzieningen voor natuur. Dat is niet alleen voor biodiversiteit. Klimaatadaptatie, recreatie en koeling spelen ook een rol. Interactie met andere ontwerpdisciplines is daarbij essentieel.”
Synergie
VORM heeft inclusiviteit als leidende filosofie, zegt Senior Conceptontwikkelaar Mo Sedighi. “Wij willen zorgen voor elk wezen, mensen, dieren én planten. Wij streven naar symbiose en synergie tussen natuur, mens en woonomgeving, waarbij we de natuur serieus nemen en volledig integreren. Natuur maakt mensen blij, ruimte voor planten en dieren vormt de basis van een leefbare buurt.”
“Amsterdam wil natuur in de stad de ruimte geven en ecologische verbindingen verbeteren”, vertelt Harm-Klaas Naaijer, landschapsarchitect en senior ontwerper openbare ruimte bij de gemeente Amsterdam. “In het gebied in Overamstel tussen de Weespertrekvaart, de Spaklerweg en het Amstel Businesspark Zuid is tot nu toe niet veel groen”, zegt Harm-Klaas. Maar dat wordt anders. “We pakken het breed aan, met onder meer begroeide gevels, daktuinen, geveltuinen en vijvers op het dak. Het voorgeschreven dakpakket is ten minste 80 centimeter dik, dus geschikt voor bomen en struiken. Dat is iets anders dan een laagje sedum. Groene gevels en daken isoleren daarnaast goed en helpen tegen hittestress in de stad.” In dit gebied gaat VORM project GROEI! realiseren, samen met een aantal partners, waaronder Viridis. Een voormalig bedrijventerrein transformeert naar een natuurinclusief woon- en werkgebied. Als onderdeel van deze transformatie brengt GROEI! betaalbare woonruimte voor 223 huishoudens, in een mix van kleine koopwoningen, sociale huur en middenhuur.
Natuur is niet duur
Het structuurplan voor GROEI! voorziet in een complex op twee kavels. Daarop komt een sokkel van 8 meter hoog, waarop enkele woontorens komen te staan. Het dak van de sokkel krijgt twee verschillende tuinmodellen: een vallei en een eetbaar bos. Deze tuinen zijn dankzij groene gevels en doorgangen met het maaiveld en de straat verbonden. Op verschillende hoogten komen nestkastjes en ook in de gevels worden diverse voorzieningen verwerkt voor vogels en vleermuizen. “Zo’n 85% van de gevels zal begroeid zijn”, zegt Mo. In combinatie met de andere natuurinclusieve elementen klinkt het als een duur ontwerp. “Het is juist helemaal niet duur! De voor zo’n gebouw gebruikelijke gevelbekleding kost ook veel geld, natuur is niet per se duurder of goedkoper. Wel mooier: een natuurlijke gevel verandert met de seizoenen mee en is dus veel minder statisch. Bovendien is het relatief onderhoudsarm, we gaan de toekomstige bewoners trainen in het onderhoud, zodat ze dat zelf kunnen uitvoeren. En vergeet niet de bijkomende voordelen: een aangename, natuurlijke omgeving draagt bij aan gezondheid, zeker ook aan het welzijn van de mens.”
Voorloper
“Het wordt een van de eerste echt natuurinclusieve gebouwen in Nederland”, stelt Mo vast. “Een uitdaging die we met lef en innovaties aanpakken en meenemen naar volgende projecten, want leefbaarheid en betaalbaarheid zijn belangrijk voor VORM.
Met GROEI zijn we aan het pionieren. De sleutel tot succes is het multidisciplinaire team dat hieraan werkt, met veel wederzijds begrip.” Dat beaamt Jort: “Voor Viridis is dit vrij nieuw, alle facetten van het project worden vanaf het begin in het ontwerp meegenomen. Waar waait het hard bijvoorbeeld, en wat betekent dat voor de beplanting? De architect weet nu nog niet precies hoe zijn gebouw eruit zal zien, want het kleurt met de seizoenen. Spannend.”
Natuurinclusief bouwen heeft de toekomst, denkt Harm-Klaas. “Als je een boom omzaagt, staat de buurt op stelten. Begrijpelijk, maar we moeten ook bouwen. Waar en hoe doe je dat dan? Dit is een van de oplossingen, een iconisch project naar ik verwacht.” Dat hoopt Jort ook: “Amsterdam loopt voorop met natuurinclusiviteit. Hopelijk volgen meer gemeenten dit voorbeeld.”
Eva Hekkenberg, directeur Concepten bij VORM Holding, hoeft niet lang na te denken over de vraag of we natuurinclusief moeten bouwen. “Dat is noodzakelijk”, zegt ze. “Daar zijn uiteenlopende redenen voor, waaronder klimaatadaptatie. We moeten bijvoorbeeld zorgen voor voldoende waterberging en koeling om hittestress tegen te gaan.”
Eva vervolgt: “Maar biodiversiteit is ook een reden en ook de gezondheid en het welzijn van de bewoners. Daarom werken wij bij veel projecten in steden samen met een ecoloog, een landschapper en een hovenier. Dat zorgt ervoor dat we de juiste voorzieningen aanleggen voor de planten en dieren die we willen aantrekken. Groenvoorzieningen worden traditioneel gezien als iets extra’s wat je als ontwikkelaar aan een bouwproject toevoegt. Het zou daardoor duur zijn. Maar in project GROEI! bijvoorbeeld is groen integraal onderdeel van het gebouw. Het is belangrijk dat beleggers en bewoners wel meegaan in de gedachte die achter natuurinclusief bouwen zit, want aan daktuinen, begroeide gevels en dergelijke zit onderhoud vast. We verkopen dus meer dan alleen een woning. Mensen moeten daarvoor kiezen. Natuurinclusief bouwen is noodzakelijk om de steden leefbaar te maken en te houden.”