FLOWMOTION
Theoretische Onderbouwing 1
2
FLOWMOTION Theoretische Onderbouwing Voor het project FlowMotion is er gekozen voor een bewuste werkwijze. De student wordt vrijer gelaten en de leraar is slechts als stille bron aanwezig op de achtergrond. Verschillende leertheorieën zijn toegepast in de structuur van deze projectweek. De onderliggende thema’s van FlowMotion zijn identiteit, netwerken en digitalisering. Door middel van filosofische en theoretische modules als de Archetypes van Jung, Connectivisme, Flipping the Classroom en Soft Places, zijn deze onderliggende thema’s verweven in de projectweek.
3
CARL JUNG Archetypen Als mens willen we graag ergens bijhoren. Het verbonden voelen met stromingen, culturen en subculturen is een manier van overleven die geprogrammeerd is in ons denken. Verbonden zijn met is beter dan alleen op de wereld. Hierdoor is de mens maakbaar en daarmee te manipuleren. Een goed voorbeeld hiervan is de invloed van reclame die inspeelt op de psychologische behoeftes van de doelgroep. Onze persona bestaat uit de verbondenheid die we hebben met mensen en merken. In de jaren 20 introduceerde Carl Jung de archetypes. Deze archetypes zijn overkoepelende eigenschappen van karakters uit verhalen. De theorie is speculatief, maar zeker van toepassing op het project FlowMotion. De uitstraling, geest en het merk van de subcultuur kan worden gebaseerd op één van deze archetypen. Men zal een ijkpersoon creëren die de belichaming is van de bedachte subcultuur. Er kan een archetype worden uitgekozen die wordt verwerkt in de ijkpersoon en het social media account hiervan. De personages van Jung zijn een houvast en kadrering voor de kenmerken van de subcultuur. Naast een stukje theorie leert men ook iets over de eigen identiteit; met welk archetype kan ik mij identificeren? Ook zijn de archetypes een goede methodiek voor de leerlingen om te gebruiken bij vervolgprojecten.
4
GEORG SIEMENS Connectivisme Georg Siemens was in het begin van de 21e eeuw de grondlegger van een nieuwe stroming genaamd het Connectivisme. De leertheorie focust zich op het verwerven van nieuwe kennis door het inzetten van connecties en netwerken. Tijdens de projectweek FlowMotion is het de bedoeling dat de studenten zelf op onderzoek uitgaan en informatie toe-eigenen door het gezamenlijke netwerk in te zetten. FlowMotion is een interdisciplinair project waarbij leerlingen werken in groepsverband. Twee leerlingen van vormgeven product, ruimte & media en twee van vormgeven, media & technologie zullen samenwerken om zo tot een nieuwe subcultuur te komen. De expertises van de verschillende richtingen zullen dus van groot belang zijn tijdens dit groepsproces. De kennis en het netwerk van de groep is groter dan die van het individu. De studenten zullen erachter komen dat zij samen meer kunnen bereiken dan alleen. Door het bouwen van netwerken tussen verschillende entiteiten zoals de leraar, boeken en andere bronnen, hoeft men niet langer alle informatie te onthouden. Zolang de pijpleidingen, de verbindingen tussen entiteiten, maar onthouden worden. De leertheorie is van toepassing op meerdere groepsprojecten. De studenten zullen in samenwerkingsverband meer leren van het netwerk dat ze opbouwen. 5
ONLINE LEREN Flipping the classroom Tijdens de projectweek FlowMotion zal er geen vast klaslokaal bestaan. De studenten zullen hun eigen Soft Place creëren als thuisbasis voor het project. De typische situatie van een leraar die lesgeeft in een klaslokaal zal dus niet van toepassing zijn. Om de leerlingen toch een aantal bronnen te leveren als houvast wordt er voor de vorm van een digitaal klaslokaal gekozen. Via een Facebook pagina kunnen de leerlingen de leraar contacteren en het opzoeken van bronnen aangeboden door de leraar. Er wordt gekozen voor de vorm van een Facebook pagina omdat deze het dichtst staat bij de doelgroep. Dagelijks scrollen onze screenagers gemiddeld 3 uur door hun Facebook feed. De keuze voor het platform is daarom meer dan logisch als digitaal klaslokaal. Notificaties van Facebook zullen er voor zorgen dat de leerlingen direct op de hoogte zijn van vorderingen binnen het project. Via de groep kan men contact opnemen met de leraar als er behoefte is aan een analoge, face-to-face werkbespreking. De studenten kunnen werk posten als er snelle feedback nodig is. Vragen die door een groep worden gesteld zullen snel beantwoord worden door de leraar. Om te zorgen dat het overzichtelijk blijft zullen de beheerders van de groep, de leraren, de belangrijkste berichten zoals deadlines vastzetten op de pagina. Zo blijven de berichten bovenaan de pagina staan waardoor ze niet verdwijnen tussen alle andere posts en gemakkelijk terug te vinden zijn. Flipping the classroom is een methodiek die voor zowel student als leraar vraagt om een effectieve manier van communicatie. Wanneer er geen fysieke ruimte is en/of analoge communicatie niet mogelijk is, is een digitale leeromgeving een efficiënte oplossing. Een online klaslokaal verschaft snelle feedback en wanneer deze efficiënt wordt ingezet is het de perfecte ruimte voor digitale groepscommunicatie.
6
SOFT PLACES Soft places Tijdens de netwerkweek worden op verschillende plekken in het schoolgebouw hoekjes ingericht die fungeren als ‘hoofdkwartier’ voor de teams. Op deze plek, die ingericht is als gezellige huiskamer, komen de teams in informele sfeer bij elkaar om te vergaderen en kunnen docenten uitgenodigd worden voor feedbackmomenten. Ook kan vanuit hier het digitale werkproces worden aangestuurd. Leerlingen houden elkaar op de hoogte via Social Media en kunnen zodoende verspreid op onderzoek uit gaan; met zowel de digitale- als de tastbare wereld als bronnenbank. Deze werkwijze is geïnspireerd op het principe van de ‘Softplaces’ en de ‘Knowmads’ waar Robert de Vaan in zijn essay over schreef. Omdat de leerlingen veel concrete kennis en instructies van het internet kunnen halen, is de rol van de docent aan het veranderen. Zij zijn echter niet overbodig. Voor kennis die niet eenduidig is, zoals kunstzinnige en filosofische kennis, bestaan er (nog) geen digitale algoritmen. Het accent in de FlowMotion netwerkweek ligt dan ook voor een groot deel op dat vlak. Leerlingen geven zelf aan wanneer ze behoefte hebben aan de expertise van de docent. Face to face momenten zullen op deze manier kwalitatief benut worden. Werkstukken beoordelen zegt niet zoveel over kwaliteit van het leerproces, en daar gaat het nu net om. Naast het meten van de productgerichte leeropbrengsten is er voor het beoordelen van ervaringen en vaardigheden een observerende rol nodig. Docenten beoordelen aan de hand van het werkproces -wat voornamelijk op digitale wijze inzichtelijk wordt gemaakt- op competenties als vindingrijkheid, uniciteit, vermogen tot samenwerken. Ook krijgen zij inzicht in het inter- en intrapersoonlijk vermogen van de leerlingen door het feedbacksysteem wat verwerkt is in de didactische middelen van FlowMotion, waarbij de leerlingen elkaar dienen te voorzien van feedback.
7
BRONNEN Afbeeldingen Pagina 1 - Exactitudes Retrieved from: http://interiorator.com/wp-content/uploads/2013/10/Indechs_ThemeWeek_Exactitudes_31.jpg
Pagina 10 - Exactitudes Retrieved from: http://dazedimg.dazedgroup.netdna-cdn.com/1907/azure/dazed-prod/1200/0/1200883.jpg
Websites Connectivisme Retrieved from: https://onderwijs-door-de-eeuwen-heen2.wikispaces.com/Connectivisme
Flipping the classroom Retrieved from: https://cft.vanderbilt.edu/wp-content/uploads/sites/59/Flipping-the-classroom.pdf
Documenten MKE us happen Van der Laan, D. Boessen, J. De Vaan, R. (2012) MKE us happen (Fontys Hogeschool voor de Kunsten Tilburg)
Softplace De Vaan, R. (2014) Softplace, Digitale Museale Educatie (meesterproef kunsteducatie, Fontys Hogeschool voor de Kunsten Tilburg)
8
9
FLOWMOTION
Marleen Hendriks Davy de Lepper 10