VERLOOP: oorzaken en oplossingen Röntgenopnamen indiceren
FIETS VAN DE ZAAK de (on-)mogelijkheden
VERLOOP: oorzaken en oplossingen Röntgenopnamen indiceren
FIETS VAN DE ZAAK de (on-)mogelijkheden
Vianen 14 april 2023
Kies 3 workshops gedurende de dag!
Op het platform praktijkmanager zetten we wekelijks artikelen neer, maar we zien ook dat de online interactie en kennisuitwisseling tussen praktijkmanagers onderling daar flink toeneemt. Dat is goed om te zien! We zijn er immers om elkaar te helpen en vooruit te brengen in het vak. Daarom hebben we ook weer een nieuwe editie van PM Magazine gemaakt. Met het oog op duurzaamheid deze keer niet gedrukt, maar als digitaal nummer. Uiteraard wel met net zoveel interessante informatie als jullie van ons gewend zijn!
In dit eerste ‘digitale’ nummer gaan we in op het verloop in de praktijk en hoe je dat preventief tegen kunt gaan. Waarbij het volgens Hero Abdulla belangrijk is om te investeren in je medewerkers. Janet Besten sluit daarop aan met hoe je je kunt onderscheiden van andere werkgevers. Bijvoorbeeld door een (elektrische) fiets te faciliteren. Wat zijn de diverse mogelijkheden?
Jeroen Wolbers heeft een artikel geschreven over hoe je gezondheidsproblemen bij behandelaar en patiënt voorkomt door schoon water in de praktijk. En wat besteed je als praktijkmanager uit en welke taken houd je in eigen beheer? Marenka gaat hier uitgebreid op in. Ook Paul van der Stelt heeft weer een bijdrage over radiologie. Deze keer behandelt hij wie welke röntgenopnamen mag indiceren. Verder weer de vaste column van Renate, een bijdrage van Martine over complimentjes geven en de vaste rubriek ‘Mag ik je wat vragen’. Deze keer met Ellen Ineke.
Veel leesplezier!
Ilko Alink en Lies Ligtvoet
De kennisuitwisseling tussen praktijkmanagers neemt onderling flink toe. We zijn er immers om elkaar te helpen en vooruit te brengen in het vak.
Redactie
Ilko Alink en Lies Ligtvoet
Redactieadres
Postbus 62, 7437 ZH Bathmen
Contact: Ilko Alink, ilko@dentista-magazine.nl
Aan dit nummer werkten mee
Hero Abdulla, Janet Besten, Marenka Franke, Ellen
Ineke, Martine Annink, Renate Faulhaber, Jeroen Wolbers en Paul van der Stelt.
Vormgeving
Laura van Leijenhorst
Adreswijzigingen
Per e-mail: pm@dentalbestpractice.nl
Vermeld zowel je oude als nieuwe adres.
Adverteren en marketing
Concetta Scibona, pm@dentalbestpractice.nl, Ilko Alink, ilko@dentista-magazine.nl
Volg ons ook op Facebook en Instagram @Praktijkmanager_magazine
Hero Abdulla Verloop; oorzaken en oplossingen
Copyright © 2023 Dental Best Practice. Niets in deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Dental Best Practice of andere auteursrechthebbenden.
Dental Best Practice kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de juistheid en volledigheid van alle in deze uitgave opgenomen teksten en beelden.
Renate Faulhaber
Kan jij ook wel een opkikker gebruiken?
5
“People don’t leave bad jobs, they leave bad bosses”
Verloop; oorzaken en oplossingen
11 Fiets van de zaak de (on) mogelijkheden
14 Zelf doen of uitbesteden?
16 Mag ik je wat vragen?
Ellen Ineke
19 Geef eens een complimentje!
21 Column
Renate Faulhaber
23 Schoon water in de praktijk
26 Wie mogen er welke röntgenopnamen indiceren?
Janet Besten
Fiets van de zaak; de (on)mogelijkheden
De (mond)zorg kampt al jaren met grote personeelstekorten. Hoewel de coronacrisis een flinke duit in het zakje heeft gedaan, is het personeelstekort verre van nieuw. Als (directe) leidinggevende is het daarom cruciaal om ongewenst verloop van medewerkers te beperken door hier (blijvend) in te investeren en medewerkers betrokken te houden. In dit artikel lees je meer over verloop, mogelijke oorzaken en hoe je dit preventief tegen kunt gaan.
Als donderslag bij heldere hemel zegt een van je medewerkers ineens op, of heeft je meest betrokken medewerker ineens een negatieve instelling ontwikkeld. Vervelende situaties die je als leidinggevende niet aan hebt zien komen en waar je voor je gevoel ineens mee geconfronteerd wordt. Deze situaties gebeuren vaak helaas niet ‘ineens’ wat betekent dat je als leidinggevende de signalen niet (tijdig) opgepikt hebt, of erger nog, genegeerd hebt.
Een veelvoorkomende kreet is “People don’t leave bad jobs they leave bad bosses”. Uit een Amerikaanse studie van Gallup (2015) blijkt dat 50% procent van de medewerkers op een bepaald moment in zijn of haar carrière opstapt vanwege een leidinggevende. Dat betekent dat bij 1 op de 2 medewer-
kers/ opdrachtnemers dit te wijten kan zijn aan de directe leidinggevende.
Leidinggeven is zeker niet makkelijk en vraagt continue inspanning van je. Daarnaast heb je als leidinggevende ook de taak om al je medewerkers zodanig te faciliteren dat zij hun werk goed uit kunnen voeren.
Concrete cijfers over verloop binnen tandartspraktijken zijn er niet. Praktijken staan niet te springen om dit te delen met de buitenwereld. Wel zien en horen we steeds vaker via-via, op sociale media of via berichten van recruiters dat ervaren medewerkers op zoek zijn naar een nieuwe baan. Lang openstaande vacatures laten zien dat het niet makkelijk is om snel een geschikte kandidaat te vinden. Verloop kost de organisatie geld.
De kosten voor verloop zijn niet alleen de mogelijke recruitmentfee die om de hoek komt kijken. Denk namelijk ook aan de kosten die je als manager kwijt ben in het opstellen van een vacature, de sollicitatiegesprekken, het tijdelijk opvangen door andere collega’s, het inwerken van de nieuwe medewer-
“People don’t leave bad jobs, they leave bad bosses”
ker etcetera. En het allerbelangrijkste, menselijk kapitaal dat je verliest. De kennis, ervaring die je verliest als een medewerker weg gaat.
Gezien de kosten die verloop met zich meebrengt is het belangrijk hier inzicht in te hebben. Denk hierbij aan kosten zoals het extra inzetten van medewerkers, afhandelen van administratie, vacatures maken en uitzetten, sollicitatiegesprekken en het inwerken van nieuwe medewerkers. Het grootste verlies bij verloop zit in het menselijk kapitaal zoals kennis, competenties en ervaring. Dit komt tot uiting in kwantificeerbare variabelen zoals productiviteit, capaciteit en omzet die niet meer beschikbaar zijn. In sommige gevallen kunnen bepaalde taken zelfs stil komen te liggen.
Het berekenen van personeelsverloop doe je door het aantal uitgestroomde medewerkers te delen door het totaal aantal medewerkers, inclusief de vertrokken medewerkers. Verloop van +-10% kan als gezond worden gezien. Als je wilt dat de praktijk goed loopt en de patiënten positief zijn, dan is investeren in je medewerkers van groot belang. Weten wat er speelt en waar ze tegenaan lopen. Op deze manier kun je onvrede in een vroeg stadium al tackelen. Als leidinggevende ben je verantwoordelijk voor de medewerkers. Jouw gedrag zorgt ervoor dat het gedrag van de medewerkers leidt tot de resultaten die jij graag wilt zien.
Verloop is een natuurlijk proces binnen organisaties. Gewenst verloop kan een gezonde werking hebben doordat de starheid en tunnelvisie afzwakt, een onvoldoende presterende medewerker de organisatie verlaat en omdat nieuwe medewerkers ook nieuwe inzichten kunnen bieden. Verloop kan dus gezond zijn als dit rond de 10% zit en als dit niet te onverwacht is en als er relatief weinig unieke competenties, kennis en ervaring verloren gaat. Anders wordt dit ongewenst verloop.
Ongewenst verloop heeft negatieve gevolgen voor de praktijk. Een (tijdelijk) tekort aan medewerkers leidt tot een hogere werkdruk bij zowel andere medewerkers als het management met als mogelijk risico demotivatie, ziekteverzuim en derge -
lijke wanneer dit te lang aanhoudt. Door deze druk kan het managementteam geneigd zijn om snel een sollicitant aan te nemen, wat niet altijd de beste keuze is. Door het tekort aan bekwaam personeel, schaarste onder behandelaars en de grote concurrentie is het, zeker nu, voor een praktijk van groot belang om personeel te behouden. Als leidinggevende streef je naar minimalisering van verloop en bevorder je waar mogelijk de instroom.
Helaas is het niet altijd te vermijden dat medewerkers weggaan. Breng duidelijk in kaart wat de verloopcijfers zijn en maak hier onderscheid tussen gewenst en ongewenst verloop. Probeer middels een exitgesprek precies in kaart te brengen waarom iemand weggaat en wat eventuele concurrenten bieden. Medewerkers die weggaan zijn vaak open en eerlijk over wat de oorzaak is en wat de praktijk zou kunnen doen om dit te veranderen. Het zijn concrete dingen waar je direct al mee aan de slag kunt. Andere belangrijke zaken die kunnen voorkomen dat je de juiste mensen kwijtraakt:
Om de juiste medewerkers aan te nemen en te behouden, is het van groot belang een praktisch en passend personeelsbeleid te hebben. Dit begint met het in kaart brengen van de doelstellingen van de praktijk. Deze kunnen te maken hebben met de productiviteit, kostenreductie, groei, specialisaties, nieuwe technieken, soort en/of aantal nieuwe patiënten en de te behalen omzet. Wat wil je als praktijk bereiken? De medewerkers zijn de belangrijkste middelen om deze doelen te kunnen bereiken. Wat zijn de verschillende functies, werkzaamheden, taken en verantwoordelijkheden? Welke kennis, vaardigheden en competenties zijn er beschikbaar en welke zijn er nodig om de gestelde doelen te realiseren? Stel op basis hiervan per functie een competentie-profiel op zodat men weet wat er van hem/haar wordt verwacht.
& selectie
Het behouden van medewerkers begint in eerste instantie al met het aannemen van de geschikte persoon. Maak voor je vacature een functieprofiel en breng de nodige competen -
ties goed in kaart. Weet wat voor cultuur er heerst binnen de praktijk. Hierdoor weet je precies wat je zoekt en wie er wel of niet binnen de praktijk zou passen. Beslissingen die onder druk genomen worden om snel een bepaalde functie te vervullen, kunnen ervoor zorgen dat de verkeerde persoon aangenomen wordt. Verwachtingen zijn onduidelijk waardoor dit op termijn een garantie is voor een ontevreden medewerker en/of werkgever. Zorg dat in je personeelsbeleid de functies en competenties duidelijk in kaart hebt en ken de sterktes en zwaktes van alle medewerkers, zodat je sneller en effectiever kan schakelen bij vertrek. Het maken van een keuze wordt hiermee vergemakkelijkt en daar kun je op lange termijn de vruchten van plukken.
Het hebben van en bouwen aan respectvolle relaties met je medewerkers is het allerbelangrijkste. Je hoeft absoluut geen beste vrienden met elkaar te worden, maar waardeer en respecteer elkaar. Als werkgever heb je hier een voorbeeldfunctie in. Spreek verwachtingen duidelijk uit voor elke functie. Wees
open en duidelijk in de communicatie en betrek de medewerker(s) in besluitvormingen die voor hen van invloed zijn. Zorg voor een positieve en professionele omgeving waar sociale veiligheid en vertrouwen op 1 staan.
Bied mogelijkheden om kennis te vergaren en over te dragen. Luister en vraag waar de behoeftes liggen. Welke mogelijkheden biedt de praktijk voor verdere persoonlijke of zakelijke ontwikkeling?
En zijn er behalve ‘omhooggaan’ in functie, andere taken en verantwoordelijkheden die ze zouden kunnen en willen? Of waarin ze zich kunnen bijscholen en welke een toegevoegde waarde voor de praktijk kunnen hebben? Breng samen in kaart waar de wensen liggen en wat de mogelijkheden zijn voor deze persoon binnen de praktijk. Weet wat de talenten zijn (personeelsbeleid) en investeer in de talenten. Je geeft ze meer afwisseling in hun werk (indien gewenst) en ze kunnen dus meer/ander werk doen waar ze wellicht meer energie van krijgen.
5. Waardering
Medewerkers hebben regelmatig aanmoediging en erkenning nodig voor hetgeen ze doen. Belangrijk is dat je deze complimenten echt meent, want een medewerker voelt het ook als het niet oprecht is. Je kunt zorgen dat je dit meer kunt menen door niet voor lief te nemen dat alles zo vanzelfsprekend is, hier-
door waardeer je het meer als het wel goed en gestroomlijnd gaat. Denk aan overwerken, extra bijspringen, gaten in de agenda opgevuld hebben, nieuwe ideeën inbrengen, assertief zijn, collega’s ongevraagd helpen, lastige situaties oplossen en dergelijke. Je creëert zo een positieve werksfeer waar men zich gerespecteerd, erkend, gewild en gemotiveerd voelt. Dit kost je niks!
6. Open communicatie
Interne communicatie is één van de belangrijkste factoren voor het falen of slagen van een bedrijf. Communicatie
verbeterde interne communicatie heeft positief effect op absentie, verloop, motivatie, betrokkenheid en betere prestaties van de medewerkers. Dit zorgt uiteindelijk voor meer productiviteit en het (nog) beter functioneren van de praktijk.
Meten is weten! Zorg dat je regelmatig een werknemerstevredenheidsonderzoek doet. Doe dit eens per jaar, of eens per twee jaar zodat je weet wat er speelt en tijdig kunt ingrijpen. Uit patiënttevredenheidsonderzoeken kun je ook veel halen. Wees transparant met de resultaten en doe er iets mee richting de medewerkers en/of de patiënten, anders kan het tegen je werken.
maakt het namelijk mogelijk om met elkaar samen te kunnen werken. Een heldere communicatiestrategie, het geven en ontvangen van feedback en gebruikmaken van de juiste communicatiekanalen zorgen voor meer duidelijkheid en houvast. In deze tijden van digitalisering en makkelijk appen/mailen en dergelijke, mag persoonlijke communicatie niet uit het oog verloren worden.
Een communicatiestrategie werkt alleen als zowel de medewerkers als de leidinggevenden dit nakomen. Een
Deze tips zijn alleen effectief als je er ook echt wat mee gaat doen. Het weten van de resultaten maakt namelijk nog niet dat er iets gaat veranderen. Wanneer je dit op orde hebt ben je als praktijk beter voorbereid en kan je makkelijker schakelen. Het levert je meer tevreden medewerkers op die plezier hebben in hun werk, gemotiveerd zijn, minder ziek zijn, werk doen dat ze leuk vinden (op basis van hun competenties), blijven hangen en je ambassadeurs worden. Deze medewerkers kunnen dan ook voor nieuwe medewerkers uit hun netwerk zorgen! .
Hero Abdulla – Yakoub is managementadviseur waarbij ze praktijk-eigenaren, leiders en managers coacht en ondersteunt bij het optimaliseren en groeien van de organisatie. Voor vragen en /of meer informatie kun je haar e-mailen op info@heromondzorg.nl.
“Medewerkers die weggaan zijn vaak open en eerlijk over wat de oorzaak is en wat de praktijk zou kunnen doen om dit te veranderen.
2 juni: Hét Event voor de preventieassistent
Interessante onderwerpen en boeiende sprekers
Culinaire beleving door de top chef-koks van Miele
Leren, ontmoeten én kennis delen
14 april: Hét Event voor de praktijkmanager
22 september: Hét Event voor de balieassistent
In deze krappe arbeidsmarkt is het aan de werkgever om zich te onderscheiden van andere werkgevers (nieuwe werknemers aantrekken). De krappe arbeidsmarkt leidt echter ook tot aan het werk gerelateerde stress. De beste manier om werknemers fysiek en mentaal gezond te houden/krijgen is om ze in beweging te krijgen. Een goede manier hierbij is om een (elektrische) fiets (waaronder ook een speed pedelec wordt verstaan) te faciliteren. Hiervoor heb je als werkgever diverse mogelijkheden.
Het onderstaande stroomschema geeft de keuze mogelijkheden weer en de gevolgen van de keuze voor de salarisstrook van de werknemer. Onder het stroomschema zullen de overige gevolgen van de keuze aangegeven worden.
Keuze 1
Je stelt een fiets ter beschikking voor privégebruik of woon-werkverkeer. De praktijk schaft een fiets aan (de praktijk is eigenaar). Stel de aanschafwaarde is € 2.000 (geen rekening houdende met
U stelt een fiets ter beschikking voor privégebruik of woon-werkverkeer.
BTW aangezien je veelal vrijgesteld bent van BTW). Je mag de fiets in vijf jaar afschrijven. De jaarlijkse afschrijving is € 400. Tevens mag je in het jaar van aanschaf investeringsaftrek claimen indien de investering meer bedraagt dan € 450
◦ Vergoeding van zakelijke kilometers is belast indien hiervoor de fiets is gebruikt.
◦ 7% van de waarde van de (elektrische) fiets is loon. Of aanwijzen als eindhe ngsloon in de vrije ruimte.
U stelt een fiets ter beschikking die niet voor privé of woon-werkverkeer mag worden gebruikt.
◦ Het zakelijk gebruik van de fiets is onbelast.
◦ Vergoeding van de zakelijke kilometers is belast.
U vergoedt of verstrekt een fiets.
◦ Vergoeding of verstrekking van de fiets is loon van de werknemer of eindhe ngsloon in de vrije ruimte.
◦ Vergoeding van zakelijke kilometers van maximaal € 0,21 per kilometer is onbelast.
U vergoedt de zakelijke kilometers die de werknemer met de fiets rijdt.
◦ Vergoeding van zakelijke kilometers van maximaal € 0,21 per kilometer is onbelast.
en er in totaal per jaar minimaal € 2.601 wordt geïnvesteerd. De investeringsaftrek bedraagt 28% van € 2.000 = € 560. Zoals uit het stroomschema blijkt dient 7% van de waarde van de fiets aangegeven te worden als loon. Deze 7% mag ook opgenomen worden in de Werkkostenregeling (hierna te noemen WKR). Dan hoeft de werknemer geen loonheffing/werknemersverzekeringen over de 7% te betalen. Dit scheelt de werknemer 36,93% van 7% van € 2.000 = € 52 (bij een inkomen in 2023 tot € 73.031).
Met de werknemer kan afgesproken worden dat hij of zij een eigen bijdrage betaalt voor de fiets. Deze eigen bijdrage wordt in mindering gebracht op het brutosalaris en de 7% bijtelling. Aangezien de fiets van de praktijk is, is het verstandig om afspraken te maken over wie het onderhoud betaalt en wie het risico van diefstal etc. heeft. Mocht je de fiets na vier jaar aan je werknemer willen schenken, dan dient dit tegen de waarde in het economisch verkeer te geschieden (de prijs van marktplaats is een goede indicator).
Keuze 2
Je stelt een fiets ter beschikking die niet voor privé of woon-werkverkeer mag worden gebruikt.
Idem als bij de eerste keuze is er recht op jaarlijkse afschrijvingskosten ad € 400 plus de investeringsaftrek ad € 560. De werknemer wordt echter niet bevoordeeld. Hierdoor vervalt de 7% bijtelling.
Keuze 3
Je vergoedt of verstrekt een fiets
De werknemer wordt eigenaar van de
fiets en heeft geen recht op afschrijving/investeringsaftrek. De verstrekking ad € 2.000 is echter wel een bevoordeling voor de werknemer. Je kunt ervoor kiezen om de verstrekking in de WKR onder te brengen. In 2023 is de vrije ruimte over je fiscale loon:
• Tot en met € 400.000; 3,0%
• Boven de € 400.000 1,18%
Stel dat het fiscale jaarloon € 500.000 is. Dan bedraagt de vrije ruimte:
• 3,0% over € 400.000 = € 12.000
• 1,18% over € 100.000 = € 1.180
Totale vrije ruimte = € 13.180
Indien de WKR € 15.000 bedraagt, dan dient de werkgever 80% over € 15.000 minus € 13.180 = € 1.456 aan eindheffing (loonheffing) te betalen.
Aangezien de fiets van de werknemer is, kan hij wel de zakelijk gefietste km’s ad € 0,21 per kilometer onbelast vergoed krijgen van de praktijk.
Keuze 4
Je vergoedt de zakelijke km’s die de werknemer met zijn/haar privé fiets rijdt Aangezien de fiets van de werknemer is, kan hij wel de zakelijk gefietste kilometers ad € 0,21 per kilometer onbelast vergoed krijgen van de praktijk. Hierbij zou je ook een rentevrije lening voor de aanschaf van de fiets kunnen verstrekken. Normaliter zou voor een rentevrije lening het rentevoordeel gelden als belastbaar loon voor de loonbelasting, maar specifiek voor fietsen en elektrische scooters is voor dit rentevoordeel een vrijstelling in de wet opgenomen. Het is raadzaam om een lening overeenkomst met aflossingsschema op te stellen. .
Janet Besten is klantadviseur bij Van Oldeniel bedrijfs- en belastingadviseurs in Deventer.
Anesthesia & Intensive Care Services B.V.:
AIC is gespecialiseerd in het verzorgen van hoogwaardige medische zorg binnen de anesthesiologie en intensive care geneeskunde.
Met ons VOLWAARDIG MOBIEL ANESTHESIETEAM inclusief apparatuur, monitoring, medicatie, gasvoorziening, disposables en al het nodige personeel kunnen wij op een voor u wenselijke locatie op 4 behandelkamers tegelijk algehele anesthesie toedienen aan uw cliënten, zonder dat u ook maar iets hoeft aan te passen aan de inrichting van uw kliniek.
Tandheelkundige klinieken die behandelingen onder algehele anesthesie willen aanbieden:
Als u aan uw cliënten behandelingen onder algehele anesthesie wilt aanbieden zonder dat u dure investeringen hoeft te doen in uw kliniek, dan bent u bij ons aan het juiste adres. Wij kunnen met ons MOBIEL ANESTHESIETEAM in elke kliniek op 4 behandelkamers tegelijk volledig de anesthesie verzorgen zonder dat u daar naar hoeft om te kijken. Wij zijn volledig selfsupporting. Wij kunnen in elke tandartspraktijk de anesthesie verzorgen. Uw praktijk hoeft dus niet aan speciale voorwaarden te voldoen!!
Bel voor een gratis en vrijblijvende offerte:
Schroom niet om te bellen of te emailen voor een gratis en vrijblijvende offerte. Zonder enige verplichting komen wij graag bij u langs om de situatie in uw kliniek te beoordelen en de wensen en mogelijkheden met elkaar te bespreken.
Met deze vraag gaan praktijkmanagers verschillend om. Waar de ene praktijk de zaken zoveel mogelijk zelf wil regelen, besteedt de andere praktijk juist veel uit. Uiteraard moeten bepaalde zaken zoals het onderhoud aan stoelen en apparaten en het meten van de röntgenbuizen wel worden uitbesteed, maar er zijn veel werkzaamheden die ook in eigen beheer gedaan kunnen worden. Hoe bepaal je nu of je iets beter zelf kan doen of kan uitbesteden?
Uit eigen ervaring en geluiden om mij heen van collega’s merk ik dat wij af en toe denken goed bezig te zijn door veel zaken zelf te regelen, maar dat blijkt eigenlijk helemaal niet zo te zijn. Met alle wet- en regelgeving kan het voor een praktijkmanager vaak lastig zijn om van alles goed op de hoogte te zijn en te blijven. Vaak zijn veel zaken globaal wel bekend, maar hoe zit het precies in elkaar? Als praktijkmanager moet je dan vaak zelf op zoek naar de antwoorden hierop en dat kost veel tijd.
Tegenwoordig zijn er verschillende digitale programma’s die je als praktijk kan afnemen om zaken zoals protocollen, KEWdossier en RI&E digitaal vast te leggen. Uiteraard zitten hier kosten aan vast. Kosten die bespaard kunnen worden door het zelf te gaan doen. Maar wil je bepaalde zaken zelf doen, stel jezelf dan de volgende vragen:
1. Is er tijd en ruimte om het zelf te doen, en wie gaat het dan doen?
2. Is er op de lange termijn een mogelijkheid dit goed bij te houden, en wie gaat dat doen? Denk hierbij aan de frequentie van het slijpen, het bijhouden en juist rapporteren van incidenten, het up-to-date houden van protocollen, kennis van de wet- en regelgeving bijhouden en toepassen waar nodig.
3. Wat is de kennis met betrekking tot de uitvoerende taken?
4. Wat kost het wanneer ik het zelf doe (tijd, bijscholing etc.)
en wat als ik het uitbesteed? Door een aantal zaken vooraf uit te zoeken kom je tot een besluit om het zelf te doen of uit te besteden.
Is er ruimte om het zelf te doen, dan betekent dat niet dat jij het als praktijkmanager zelf moet oppakken. Er zijn namelijk veel zaken die je kan delegeren. Denk hierbij aan het maken van protocollen of taken die dagelijks uitgevoerd moeten worden. Hoe leuk is het voor een medewerker om jou hierin te assisteren en dit op zich te nemen. Zo hou je zelf tijd over voor jouw werkzaamheden of zaken waarvan is besloten om dit in eigen beheer te doen. Bedenk wel dat het bijhouden van bijvoorbeeld protocollen ook gedaan wordt, bespreek dit met de verantwoordelijke medewerker(s) en spreek af wanneer dit weer nagelopen wordt.
Ingewikkelder wordt het wanneer het KEW-dossier bijvoorbeeld in eigen beheer bijgehouden wordt. Daar is het heel belangrijk te weten wat er exact in moet staan. Zodra dit dossier niet compleet is zonder dat jij hier weet van hebt, dan kan dat problemen geven zodra de inspectie langskomt. Mijn advies is ook om een KEW-dossier wat je in eigen beheer hebt eens na te laten kijken door een persoon die exact weet
wat hierin moet staan. Op de site van de VGT staat hiervoor ook een checklist. Je kunt er ook voor kiezen om voor de zekerheid het KEW-dossier uit te besteden en digitaal onder te brengen bij de VGT. Zo ben je ervan verzekerd dat het op orde is en blijft.
Daar waar het KEW-dossier ingewikkeld kan zijn en de protocollen makkelijk te delegeren, is het slijpen van instrumentarium tijdrovend. Indien jij dit in eigen beheer wilt doen bedenk dan dat de frequentie hiervan hoog ligt. Hiervoor moet vaak een medewerker vrijgemaakt worden en belangrijk is ook dat de medewerker hiervoor een cursus heeft gevolgd zodat het instrumentarium op
de juiste manier geslepen wordt. Vaak kan het uitbesteden van het slijpen goedkoper en minder tijdrovend uitpakken.
Dan is er ook werk dat iedere medewerker zou kunnen oppakken, namelijk het schoonmaken van de praktijk. Uiteraard worden de werkruimtes schoongehouden door de assistent, maar wie zeemt de ramen, wie zuigt en dweilt de vloer, wie maakt de toiletten schoon, wie de plinten? Schoonmaakwerkzaamheden die iedereen zou kunnen doen, maar wie heeft hier zin in na werktijd? Indien een medewerker dit er graag bij doet, dan is dat mooi meegenomen. Een deel kan uiteraard ook onder werktijd gerealiseerd worden, maar er zijn objecten die schoongemaakt moeten worden buiten werktijd. Je kan hiervoor een assistent extra uitbetalen, dat is altijd goedkoper dan een schoonmaakbedrijf. De vraag is wel wat je doet als diegene ziek is of de praktijk verlaat.
Kijk altijd wat goed past bij de praktijk en de medewerkers en wat werkt in de praktijk. .
Mijn motivatie is ontstaan doordat we als praktijk “groter” werden omdat we in shifts gingen werken nadat er een tandarts bij was gekomen. Er waren ook meer assistentes nodig en het team werd langzaam groter. Om dit alles in goede banen te leiden en ik goed ben in organiseren en plannen ben ik de rol van praktijkmanager in gegroeid in overleg met de tandartseigenaar. Hij wilde zelf minder administratieve taken en meer focus op zijn tandheelkundige werk.
Ik raak geïnspireerd door andere praktijkmanagers die al veel ervaring hebben en iemand die mij zeer heeft geïnspireerd is Anna Berends van Loenen. Haar verhelderende uitleg tijdens de Masterclass Praktijkmanager heeft ervoor gezorgd dat ik mijn vak nog beter en uitgebreider wilde gaan beheersen.
De perfecte dag op mijn werk zou zijn dat alles op rolletjes loopt, er geen brandjes te blussen zijn en iedereen zijn werkzaamheden optimaal uitvoert. Ik zit dan in mijn “back-office”, die ik nu
niet heb, al mijn geplande werkzaamheden te doen en aan het einde van de dag sluit ik met een voldaan gevoel af. Wat een utopie;)
Waar ben je trots op?
Ik ben trots op de vooruitgang die ik geboekt heb binnen mijn functie als praktijkmanager. Ik heb veel zelf uitgezocht en tijdens de Corona periode veel onlinecursussen gevolgd, maar ik kan zeggen dat ik aardig goed op weg ben.
Wat zou je nog willen leren?
Om mijn vak nog beter te kunnen uitoefenen wil ik mezelf nog meer bekwamen in wet en regelgeving en HR gerelateerde zaken.
Naam: Ellen Ineke
Geboortejaar: 1966
Studie:
• Mavo/Havo
• MDGO-AG richting TA
• Preventieassistente
• Cursus Praktijkmanager
• Masterclass Praktijkmanagement
• Opleiding Management en Leidinggeven
Werkervaring:
advies
Het advies dat ik aan mijn collega praktijkmanagers zou willen meegeven is; Sluit je aan bij het praktijkmanagers netwerk binnen je regio. Je kunt hier brainstormen met gelijkgestemden. De problemen/vraagstellingen zijn bij iedereen aanwezig en je kunt er ontzettend veel van opsteken en er je voordeel mee doen. .
Sinds 1988 werkzaam als tandartsassistente, 2008 preventieassistente daarna overgang naar praktijkmanager
Werkt bij:
Al ruim 16 jaar werkzaam bij
EDM Tandartsen in Koedijk
Sinds: 2006
Functie: Praktijkmanager en af en toe nog preventieassistente
Geweldige pasvorm
Voor iedereen: maat XS t/m 4XL
Volledig duurzaam
Fresh Control Finish & Quick Dry Finish
Voldoet aan de WIP-richtlijnen
Gecreëerd dóór en vóór zorgprofessionals 100% fantastisch
Profiteer als lezer van PM magazine van een fijne welkomstkorting!
Gebruik de code: PMMAGAZINE10 op onze website en krijg maar liefst 10% korting
Bestel je voor een grotere groep? (Minimaal 30 stuks) Dan kan je een aantrekkelijke groepskorting aanvragen via onze website.
www.fitscare.nl
fits.care
Een van de krachtigste en meest simpele vormen van feedback, is het geven van een compliment. Iedereen kan een compliment geven aan een ander. Maar waarom zou je dit inzetten in de praktijk, wat brengt het je en waarom is het zo belangrijk om dit op een goede manier te doen?
Het effect van een goed gegeven compliment is enorm. Simpelweg omdat iedereen de behoefte heeft om erkend te worden. Met een compliment geef je deze erkenning. Complimenten zijn een middel om waardering uit te spreken, een krachtig middel om gewenst gedrag en verantwoordelijkheid voor gedrag te bekrachtigen. Het draagt bij aan de bewustwording van medewerkers. Daarnaast bouw je met een compliment aan een goede werksfeer, een fijne relatie, geef je persoonlijke aandacht, vergroot en verstevig je iemands zelfbeeld en zelfvertrouwen én stimuleer je gewenst gedrag. Een goed geformuleerd compliment kan iemands dag helemaal goedmaken!
Als je wilt dat je compliment de bovengenoemde effecten gaat krijgen, zul je de techniek van het complimenteren moeten gaan beheersen. Doe je dit niet, dan gaan de complimenten niet alleen verloren, maar kunnen ze ook het tegenovergestelde effect hebben. Om effectief te complimenteren moet je eerst bij jezelf nagaan welke gedragingen jij een compliment waard vindt. Dit zijn vaak gedragingen die je simpelweg waardeert (vanuit je eigen normen) en gedragingen die wijzen op persoonlijke/professionele groei en/of iets bijdragen aan de praktijk.
Je kunt er voor kiezen een direct compliment te geven; hartstikke goed gedaan, fijn opgepakt! Of een indirect compliment; hoe heb je dit voor elkaar gekregen? Een indirect compliment is een heldere uitnodiging voor de medewerkers om zichzelf ook te complimenteren met wat hij/zij heeft gedaan/ bereikt en na te denken over hoe hij/zij dit heeft gedaan. Tevens is het een positieve kickstart voor een leuk gesprek met elkaar.
Complimenten zijn ook aanwijzers van hulpmiddelen en oplossingen. Ze attenderen de medewerker op de progressie die hij of zij maakt. Een compliment helpt medewerkers om erachter te komen wat voor hun ontwikkeling werkt.
Praktische tips; Probeer een compliment passend te maken bij wat iemand goed gedaan heeft en wat het benoemen waard is. Zorg ervoor dat je compliment oprecht is en geen overdrijving, maar een realistische beschrijving van wat er is gebeurd. Vul het compliment het liefst aan met wat het behaalde doel of de toegevoegde waarde is van wat je complimenteert. Bijvoorbeeld: Wat heb je dit protocol duidelijk uitgewerkt! Dit zal veel onduidelijkheid in de praktijk wegnemen!
Als manager ben je geneigd je focus te leggen op de zaken die niet lekker lopen in de praktijk, probeer het af en toe eens over een andere boeg te gooien. Een positieve benadering, maakt je eigen dag ook veel leuker! .
Martine Annink, Praktijkmanager bij IJsselstate Tandartsen in Dieren.
Inhoud: Prak�jkdoelen
Balans tussen zorg en rendabele prak�jkvoering
Personeelsbeze�ng
Prak�jkstructuur Agendaplanning
Wil je je prak�jkvoering nog efficiënter, meer doelgericht en gestructureerder inrichten? Dan is deze NIEUWE 4-daagse
opleiding, gegeven door Caroline Cuppens, echt iets voor jou!
Uniek Prak�sch
Direct toepasbaar in de prak�jk
www.dentalbestprac�
Het is nog donker, maar buiten beginnen de vogeltjes al met fluiten! Nog één keertje omdraaien dan, even genieten van dit ontspannende achtergrondmuziekje. Oh, wat heerlijk, een voorteken dat de lente weer langzaam onderweg is. Weg grijze wolken en de ontelbare regenbuien. Om je heen voel je gewoon een golf van energie en vrolijke mensen. Ik neem graag afscheid van deze winter en de griepgolf die continue maar bleef terugkeren op de praktijk.
Wat heb ik deze winter vaak met de handen in het haar gezeten. Een puzzel van 5000 stukjes is er niets bij: De planning!
Elke week weer diezelfde challenge tegen het griepvirus die maar voor uitval bleef zorgen. Ik begon mezelf al te vergelijken met iemand die zijn droom wilde waarmaken en de Mount Everest heeft beklommen. Elke stap werd zwaarder, steeds minder zuurstof, halfbevroren tenen, maar opgeven? Dat doen we zeker niet! Die top gaan we halen!
Heerlijk dat de lente er weer aankomt! Ik denk namelijk dat elke praktijkmanager tegen ditzelfde probleem is aangelopen. Gelukkig zijn wij allemaal hele creatieve beestjes en laten we ons niet zomaar uit het veld slaan. Zo is er bij ons op de praktijk een Fijne Vitamine bar ontstaan! Lekker vers- en gedroogd fruit. Goed voor de weerstand zeggen ze!
Natuurlijk besef ik maar al te goed dat wanneer de bezetting blijft schommelen, dit prikkels geeft binnen een team. Maar uiteindelijk moeten we het toch met zijn allen doen. Blijven communiceren is toch wel de belangrijkste tool. Fijn om te weten waarom iemand
zich bijvoorbeeld in een korte tijd vaak ziekmeldt, kan jij daar als praktijkmanager misschien iets aan veranderen?
Wie weet gaat het bij iemand thuis wel helemaal niet lekker, er gebeurt momenteel zoveel in de wereld. Of heeft iemand het niet meer naar zin op het werk? Dit kan stress veroorzaken en iedereen weet wat stress voor klachten kan opleveren.
Op dit soort momenten zie ik mijn kantoor vaak als boksring. Time to rumble! Vaak komen de dames dan toch even alles van zich af boksen. Gelukkig kan ik mij inmiddels goed verweren! Waar mogelijk beweeg ik graag met iedereen mee, maar daarentegen verwacht ik dit op sommige momenten ook van het team.
Afgelopen vrijdag wist ik dat we het topje van de Mount Everest hadden bereikt! Vanuit de sterilisatie klonk een bekend TikTok muziekje dat ik herkende van mijn dochters. Onze Fijne assistenten al dansend in de weer te zien, even een gezellig gekwebbel en gelach wat een ontspannen sfeer creëert! We did it! .
Renate Faulhaber is praktijkmanager bij De Fijne Tandartsen in Barneveld & mama van drie tienerdochters en een dochtertje van 9
Jeroen Wolbers
Sommige banen brengen meer gezondheidsrisco’s met zich mee dan andere. Het tandheelkundig personeel heeft daarom een zorgplicht voor het leveren van schoon ‘proceswater’. Dat vergt periodieke controle van de microbiologische kwaliteit. Want elke fout heeft directe consequenties. Hoe pak je dat het beste aan?
Het was even schrikken voor de tandartsen, -assistenten en mondhygiënisten en toen Business Insider UK in 2015 een lijst publiceerde van de meest risicovolle beroepen in hun land Amerika. In een reeks van 27 beroepen voerden ze de lijst aan. Ruim voor op het oog risicovollere banen als stewardess en anesthesist. Het nieuwsmedium baseerde zich op gegevens van een database van the US Department of Labor die alle beroepen op zes gezondheidsrisico’s had onderzocht, waaronder de blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
Reden voor paniek bij de Nederlandse tandartspraktijken? Nee, dat niet. Wel is waakzaamheid geboden. Bijvoorbeeld als het gaat om het leveren van schoon
proceswater uit de tandheelkundige units die rechtstreeks zijn aangesloten op het collectieve drinkwaterleidingnet, of bij units die op zichzelf staan. Bij eerstgenoemde kan het water besmet binnenkomen, via bijvoorbeeld afgetakte leidingen of warmteunits. Ook met een separaat flessensysteem bestaat er een risico op besmetting, bijvoorbeeld bij het vullen van de flessen (met warm water) of na het spoelen (er blijft water achter in de fles). Verder is er gevaar voor besmetting door een terugslag van micro-organismen uit de mond van de patiënt.
In het water van de units bevinden zich micro- organismen, veelal bacteriën, die voedingsstoffen opnemen uit het water om in leven te blijven en zich te vermenigvuldigen. Dit is een natuurlijk verschijnsel en in de meeste gevallen vormen deze bacteriën geen gevaar voor de gezondheid. Toch kan het ook voorkomen dat er wel een gevaarlijke bacterie, zoals de beruchte legionella, zich in het water vermenigvuldigt en in contact komt met het tandheelkundig personeel of de patiënt.
Volgens microbioloog Hugo van Beurden van Aqua2Dental, een bedrijf dat tandarts- praktijken ondersteunt op watergebied, geeft de meerfunctiespuit een goed beeld van de waterkwaliteit van de unit. Daarom is het zaak deze in ieder geval te bemonsteren.
“Bij het gebruik van de meerfunctiespuit wordt het water uit de unit verneveld. Er ontstaan dan zogenaamde aerosolen, een mengsel van vloeistofdruppels in de lucht. Deze aerosolen kunnen via de neus en slijmvliezen doordringen tot in de longen van de patiënt en het tandheelkundig team en kunnen daar een infectie veroorzaken”, legt Van Beurden uit. “Zeker als de patiënt of behandelaar tot een risicogroep behoort, is er een reële kans op een infectie.” Een mondkapje biedt bescherming. Toch? “Dat is vaak niet optimaal”, antwoordt de microbioloog. “Bedenk dat een behandelaar acht uur boven een patiënt gebogen staat, die al helemaal niet beschermd is. Ook vormen mondhygiënisten of tandarts- assistenten die tijdens hun zwangerschap nog aan het werk zijn een risicogroep.”
RPS voert voor tandartsen kiemgetalbepalingen uit door het bemonsteren van bacteriën. Daarmee vel je met het aantal kolonievormende eenheden een oordeel over het totaalbeeld van de bacteriën. De MALDI-TOF is een geavanceerde techniek waarmee analisten specifiek het soort bacterie kunnen traceren.
Hoe gaat dat in zijn werk? Op een metalen monsterplaatje strijkt de analist van alle kolonies eerst een kleine hoeveelheid van de bacteriestam af. Vervolgens behandelt hij die bacteriën met een chemische stof en schuift ze in de MALDI-TOF. Het apparaat identificeert binnen een paar minuten de verschillende soorten. Op basis van de Europese klassenindeling kun je de schadelijke bacteriën er vervolgens uithalen.
Om te beoordelen of het water van de tandheelkundige units in Nederland voldoen aan de geldende drinkwaternorm biedt de Nederlandse literatuur onvoldoende houvast. Het water in de tandartspraktijk moet voldoen aan de kwaliteitseisen, zoals die zijn vastgelegd in de Richtlijnen Infectie Preventie in Mondzorgpraktijken (WIP). Ook daar wordt het belang van schoon unitwater erkent. Zo is in de laatste herziening een verplichte halfjaarlijkse controle daarvan opgenomen. Dit betekent dat alle waterunits gecontroleerd dienen te worden op de aanwezigheid van aërobe bacteriën in het water door kiemgetalbepaling. Het kiemgetal is het aantal bacteriekiemen dat zich in het water bevindt. Door een klein beetje daarvan bij een bepaalde temperatuur een paar dagen op een voedingsbodem weg te zetten, vormen zich kolonies. De norm voor het kiemgetal bedraagt maximaal 100 kolonievormende eenheden (KVE) per ml unitwater. Zo voldoet het unitwater aan de kwaliteitseisen en is het risico op besmetting bij het tandheelkundig personeel en de patiënten minimaal. Zijn er meer dan 100 KVE/ml aanwezig maar minder dan 10.000 KVE/ ml, dan dienen er beheersmaatregelen genomen te worden. Zijn er meer dan 10.000 KVE/ml aanwezig, dan dient de behandelunit ook op de aanwezigheid van levende legionellabacteriën gecontroleerd te worden.
Alle waterunits dienen gecontroleerd te worden op de aanwezigheid van aërobe bacteriën in het water door kiemgetalbepaling.
“Aqua2Dental verricht onderzoek naar waterkwaliteit en hoe micro-organismen zich in tandheelkundige units handhaven. Als je een beeld hebt van de eigenschappen van verschillende micro-organismen in een unit, kun je gerichter werken aan beheersmaatregelen”, verklaart Beurden, die met zijn bedrijf alles stoelt op wetenschappelijk bewijs.
De waterkwaliteit binnen de tandartspraktijk moet twee keer per jaar getest worden. Met een aanzienlijke hoeveelheid klanten in portefeuille is dat een uitdaging. Je wil immers snel klaar zijn, zodat de tandarts zijn stoel weer vrij heeft. Voor de monsternames en de analyses werkt Aqua2Dental samen met RPS dat beschikt over een landelijk netwerk van monsternemers voor het uitvoeren van de monsternames en eigen laboratoria. “RPS coördineert ook het logistieke proces. We merken dat dit voor tandartsen prettig is.”
Alle analyses gebeuren bij RPS onder accreditatie. Een ontwikkeling waarvan Van Beurden verwacht dat die op termijn gemeengoed gaat worden binnen de tandartsbranche. “Je merkt bijvoorbeeld al aan de laatste versie van de WIP dat zij accenten in die richting gaan verschuiven. Waar in de vorige editie monstername niet eens ter sprake kwam, is het nu halfjaarlijks verplicht. Hoewel tandartsen dat nu zelf ook nog mogen doen, zal dit straks waarschijnlijk door onafhankelijke partijen moeten gebeuren om echt stappen binnen de tandheelkunde te maken”, is de overtuiging van de microbioloog. Een werkwijze die zich bewijst. Waar volgens Van Beurden landelijk bij 70 procent van de tandartspraktijken sprake is van overschrijding van de waterkwaliteitsnorm, lag het percentage tijdens de laatste meting rond de 47 procent bij tandartspraktijken die Aqua2Dental in portefeuille heeft. De microbioloog verklaart dat verschil door het aanbieden van een
Hoe houd je de kwaliteit van de waterunit optimaal?
Alle units
• Spoel de unit twee minuten voor aanvang van de werkdag
• Spoel 10 seconden tussen de patiëntenbehandelingen
Bij units met een flessensysteem
• Spoel de fles aan het einde van de
• werkdag en laat deze omgekeerd drogen
• Reinig de fles één keer per maand in de thermodesinfector (raadpleeg de fabrikant of de fles bestand is tegen de thermodesinfector)
totaaloplossing. “Mede door de samenwerking met een partij als RPS heb je met specialisten de mogelijkheid verder te kijken dan de gevolgen.”
Zo beschikt RPS over een zogenaamde MALDI-TOF (kader), een geavanceerde techniek, Waarbij bacteriën zeer nauwkeurig op specifiek soort gedetermineerd kunnen worden. “Komt uit de eerste test bijvoorbeeld een besmetting van het unit-water aan het licht en ervaren medewerkers specifieke klachten, dan zou je kunnen kijken of die klachten overeenkomen met de betreffende bacterie. Met zo’n bron-onderzoek los je problemen structureel op en bespaar je kosten.” Daarnaast wijst Van Beurden op de rol van preventie door de tandartspraktijken uitgebreid te wijzen op de voorzorgsmaatregelen (kader). Voorkomen is immers nog altijd beter dan genezen. .
Stralingsdeskundige Paul van der Stelt zal (in dit magazine en op het Platform Praktijkmanager) regelmatig bijdragen leveren die je kunnen helpen bij het in goede banen leiden van de röntgenactiviteiten in de praktijk. In dit artikel gaat hij in op wie er welke röntgenopnamen mag indiceren.
Eerder in deze serie is gesproken over de rechtvaardiging (justification) van röntgenopnamen. De ICRP (International Commission on Radiological Protection) noemt de rechtvaardiging als eerste (en daarmee ook de belangrijkste) van de drie principes die ten grondslag liggen aan het veilig gebruik van straling in de röntgendiagnostiek. Bij de rechtvaardiging wordt er bepaald of gebruik van straling wel of niet nodig is. In wet- en regelgeving is dit als volgt omschreven (Bbs art 8.2, verkort):
• Een medische blootstelling vindt uitsluitend plaats indien zij gerechtvaardigd is.
• Een medische blootstelling is gerechtvaardigd indien zij per saldo voldoende voordeel oplevert en dit opweegt tegen de gezondheidsschade die de persoon die de blootstelling ondergaat, kan ondervinden.
Het spreekt vanzelf dat voor deze afweging voldoende kennis vereist is van de anatomie, de pathologie, het normale en het afwijkende röntgenbeeld, de kenmerken van röntgenstraling bij het afbeelden van pathologie en van de mogelijk schadelijke effecten voor degenen die aan de straling wordt blootgesteld.
In het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming wordt aangegeven dat de indicatie gesteld mag worden “door een zelfstandig bevoegd arts of tandarts op grond van zijn of haar specifieke verantwoordelijkheid”. Dit betekent dat een tandarts, die bevoegd is tot uitoefening van de tandheelkunde (BIG- geregistreerd) röntgenopnamen mag indiceren voor zover deze noodzakelijk zijn voor de behandeling van de patiënt binnen het vakgebied der tandheelkunde (Bbs art 8.5.1). Deze vereiste geldt overigens ook bij verwijzing. De verwijzer moet dus ook aan bovenstaande eisen voldoen.
In de Wet BIG art 36 lid 8 worden röntgenopnamen (voorbehouden handeling!) als volgt behandeld. Hier staat: “Tot het verrichten van handelingen, op het gebied van de individuele gezondheidszorg, met gebruikmaking van radioactieve stoffen of toestellen die ioniserende straling uitzenden, zijn bevoegd a. artsen b. de tandartsen, doch uitsluitende voor zover zij voldoen aan de krachtens de Kernenergiewet ter zake van het gebruiken van zodanige stoffen en toestellen gestelde eisen”. Met andere woorden: binnen de tandheelkunde mogen rönt-
genopnamen uitsluitend worden geïndiceerd en vervaardigd door tandartsen, maar alleen als ze aan de stralingswetgeving voldoen.
Deze twee wetsartikelen verwijzen dus naar elkaar en vormen tezamen het kader waarbinnen de tandarts kan of moet werken als het gaat om het maken van röntgenopnamen.
Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk om een deel van deze taken te delegeren. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen 1) de rechtvaardiging, 2) het belichten van de opname en 3) de interpretatie van het resulterende beeld. Zo mogen er röntgenopnamen gemaakt worden (dus alleen het belichten van de opname, niet de indicatie of de interpretatie!) in opdracht van en onder verantwoordelijkheid van de tandarts. De tandarts moet zich er dan van vergewist hebben, dat degene aan wie hij of zij de opdracht geeft bevoegd en bekwaam is (de juiste scholing heeft gehad en deze goed kan toepassen) en hij moet in de nabijheid blijven tijdens de opname (“controleerbaar en corrigeerbaar”). Ook moeten er schriftelijke instructies aanwezig zijn zodat duidelijk is hoe de opname uitgevoerd moet worden. In de praktijkrichtlijn Tandheelkundige radiologie van de KNMT is hiervan een voorbeeld te vinden.
De tandarts mag bijvoorbeeld opdracht geven aan een assistente die de cursus ‘radiologie voor assisterenden’ met goed gevolg heeft gedaan, of aan een collega-tandarts die wel de stralingscursus heeft gedaan, maar nog niet BIG geregistreerd is.
Voor de mondhygiënist is deze situatie iets gecompliceerder. De traditionele mondhygiënist is onderwezen in het maken van röntgenopnamen, maar dit betreft uitsluitend het maken van periapicale opnamen en van bitewing opnamen na de indicatiestelling door de tandarts. De mondhygiënist moet dit doen volgens instructies van de tandarts, maar is in de uitvoering redelijk zelfstandig.
Sinds enige tijd is er ook de geregistreerd mondhygiënist met meer uitgebreide bevoegdheden. Zij/hij mag zelfstandig beslissen tot het maken van opnamen, als zij dit noodzakelijk acht in het kader van de behandeling. Hieraan zijn wel een aantal voorwaarden verbonden, te weten:
• Opleiding gedaan volgens het vierjarig (MBO) programma.
• Aanvullend de cursus TMS voor MH met succes zijn gevolgd.
• Geregistreerd in het tijdelijk BIG-register “experiment geregistreerd mondhygiënist”.
• Uitsluitend periapicale en bitewing opnamen (dus geen panoramische opnamen).
• Er moet een afspraak zijn met een tandarts, om regelmatig de gemaakte opnamen te bespreken.
• Er is een tandarts beschikbaar voor consultatie bij onvoorziene omstandigheden of bij vragen over interpretatie van gemaakte opnamen.
Op deze wijze is de veilige uitvoering van de rechtvaardiging van röntgenopnamen gewaarborgd. .
Paul van der Stelt, coördinerend stralingsdeskundige en docent bij Dental Best Practice. Artikelen over radiologie van Paul van der Stelt zijn terug te lezen op Platform Praktijkmanager. Nog geen lid van het platform? Meld je aan via www.platformpraktijkmanager.nl.
Op deze wijze is de veilige uitvoering van de rechtvaardiging van röntgenopnamen gewaarborgd
Naast het PM magazine bleek er veel behoefte om met elkaar te sparren en kennis te delen. En dus hebben we een mooi platform neergezet. Het PM platform is een unieke online kennisbank speciaal voor praktijkmanagers waar je een scala van informatie kunt vinden en delen, artikelen kunt lezen én interessante podcasts en video’s kunt beluisteren en bekijken. Is dit voor jou ook interessant of heb je zelf kennis die je graag wilt delen. Neem dan snel een kijkje!
PS Als je nu lid wordt, ontvang je 50 euro korting op je ticket voor het PM event op 14 april 2023!
www.platformpraktijkmanager.nl