BESPREEKBUREAU MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00, za 13:00 - 17:00 t. 09 269 92 92 e. tickets@debijloke.be w. www.debijloke.be DE BIJLOKE BISTRO Ma - vr 12:00 - 18:00 Op concertdagen ook 2 uur voor en 2 uur na het concert t. 09 277 07 04 e. info@debijlokebistro.be w. www.debijlokebistro.be OP ZOEK NAAR EEN GESCHENK? Doe een concert cadeau in de vorm van een geschenkbon of een ticket naar uw keuze. Te verkrijgen aan onze balie. AANDACHT! Gelieve uw mobiele telefoon uit te schakelen. Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be) COLOFON Tekst programmaboekje | Florian Heyerick Coverafbeelding | Handschrift van Christoph Graupner (fragment uit de cantate ‘Ach wo find’ ich meine Liebe’, GWV 1112/14) Coördinatie programmaboekje | Sophie Cocquyt Verantwoordelijke uitgever | Yves Rosseel © Muziekcentrum De Bijloke Gent
GRAUPNER 2010 Cantates van Christoph Graupner voor de eerste zondag na Epiphanias Florian Heyerick Nicolas Achten Ex tempore Z0 | 10.01.10 | 11:00
In samenwerking met: Hogeschool Gent Conservatorium Operastudio Vlaanderen Universiteit Gent Graupner Gesellschaft (Darmstadt) Concerti Vocali (Brugge) Ex Tempore en Kantata (Gent) Florian Heyerick en Nicolas Achten
HogescHool gent conservatorium
BWM_CHG_v09_POS_GRAY.indd 1
11-05-2009 12:55:46
09 269 92 92 - tickets@debijloke.be
3
4
GRAUPNER 2010 Programma Christoph Graupner (1683-1760) Cantate ‘Ach wo find’ ich meine Liebe’ , GWV 1112/14 voor tenor, bas, 2 hobo’s, strijkers en basso continuo 1. Duet/Aria: Ach! wo find ich meine Liebe 2. Aria: Andre Menschen suchen Ehre 3. Duet/Aria: Lass dich also von mir finden Ouverture in c voor strijkers en basso continuo, GWV 411 Allegro, Air 1: Vivace, Air 2, Air 3: Allegro, Air 4: Tempo giusto, Air 5: Largo, Air 6: Vivace, Air 7 Cantate ‘Ach zarter Jesu’ , GWV 1112/30 voor sopraan, alt, tenor, bas, strijkers en basso continuo 1. Duet/Aria: Ach zarter Jesu, gross von Gaben 2. Recitatief: Mein Salomon, warum verschmähst du mich 3. Duet/Aria Ach zarter Jesu, gross von Gaben / da capo 4. Choral: Hör’, wie kläglich, wie beweglich, Recitatief: Ich will mich gern zu deinen Füssen setzen 5. Aria: Jesus ist der beste Lehrer 6. Recitatief: Komm, werter Jesu, in mein Haus 7. Choral: Was will ich mehr als diesen Himmelsfürsten
WWW.DEBIJLOKE.BE
GRAUPNER 2010 UITVOERDERS Goedele Heidbuchel | sopraan Laurence Renson | mezzo Reinoud Van Mechelen | tenor Nicolas Achten | bariton Instrumentaal Ensemble Ex Tempore: Swantje Hoffmann & Jivka Kaltcheva | barokviool Benoit Douchy | altviool Bernard Woltèche | barokcello Stefaan Verdegem & Taka Tikazato | barokhobo Lisa Goldberg | barokfagot Florian Heyerick | basso continuo
09 269 92 92 - tickets@debijloke.be
5
6
TOELICHTING Cantates van christoph graupner voor de eerste zondag na Epiphanias Florian heyerick
Graupner 2010 Dit ochtendconcert is het eerste in een reeks van vijf concerten waarin Florian Heyerick, Nicolas Achten en het instrumentaal ensemble Ex Tempore kerkcantates en instrumentaal werk brengen van de nagenoeg onbekende componist Christoph Graupner. Graupner stierf 250 jaar geleden en was een tijdgenoot van Telemann en Bach. Onder de noemer ‘Graupner 2010’ plaatst Muziekcentrum De Bijloke Gent het rijke oevre van Graupner een heel jaar lang in de kijker. Partners in crime zijn musicoloog, dirigent en klavecinist Florian Heyerick die werkt aan een doctoraat over Graupner, en luitist en bariton Nicolas Achten. Meer informatie kan u vinden op www.debijloke.be (klik op ‘in de kijker’) of op www.graupner2010.org De eerste zondag na Epiphanias (Driekoningen) ‘Epifanie’ betekent in het Grieks: ‘aan het licht komen, verschijning, openbaring’. Het kerkelijke feest van Epifanie (6 januari) viert de ‘openbaring van de Heer’, d.w.z. openbare optredens van Jezus, waardoor Hij zijn publieke leven als Messias begon. Hij kwam in de wereld als ‘het licht van de wereld’ en nu begint dat licht in de wereld te schijnen. In de ‘Epifanietijd’, die 6 à 7 weken loopt (tot aan de veertigdagen- of lijdenstijd), worden er in vele kerken Bijbelverhalen gelezen die betrekking hebben op Jezus’ verschijning in de wereld en zijn openbare optredens. De voornaamste Bijbelverhalen die in de Epifanietijd worden gelezen zijn: ‘De doop van Jezus in de Jordaan’ (Marcus 1: 9-11); ‘de aanbidding door de wijzen uit het oosten’ (Driekoningen) (Mattheus 2: 1-12); ‘het wijnwonder in Kana’ (Johannes 2: 1-11); en in de Oosterse kerken viert men ook ‘het geboortefeest van Jezus’ (Lucas 2: 1-7), dat in de Westerse kerken op 25 december wordt gevierd.
WWW.DEBIJLOKE.BE
TOELICHTING In de perikoop (afgerond gedeelte van enkele verzen uit de Bijbel, die tijdens de liturgie worden gelezen) voor de eerste zondag na 6 januari (Epifanie, Driekoningenfeest of Openbaring van Christus) wordt in het Lukasevangelie verhaald hoe het twaalfjarige Jezuskind met zijn ouders op het Joodse Paasfeest naar de tempel in Jeruzalem gaat en daar verdwijnt. De leeftijd van twaalf/dertien jaar is in de Joodse traditie de tijd van de Bar Mitzwah, bij jongens 13 jaar, bij meisjes 12 jaar (Bat Mitzwah). De zoon wordt dan geacht zich zelfstandig aan de wet van Mozes te kunnen houden. De vader wordt dan ontslagen van die verantwoordelijkheid voor zijn zoon. De ouders van Jezus zijn vanuit Nazareth naar Jeruzalem gereisd, maar op de terugweg merken zij dat zij Hem kwijt zijn geraakt. Zij gaan terug naar de stad waar zij Jezus uiteindelijk vinden bij de leraren in de tempel. Hij zit daar en onderricht hen. In de Evangelietekst staat geschreven: “En ieder stond versteld over zijn inzicht en de inhoud van zijn antwoorden�. Evangelie volgens Lukas (2, 42-52) 42 En toen Hij twaalf jaren oud geworden was, en zij naar Jeruzalem opgegaan waren, naar de gewoonte van den feestdag; 43 En de dagen aldaar voleindigd hadden, toen zij wederkeerden, bleef het Kind Jezus te Jeruzalem, en Jozef en Zijn moeder wisten het niet. 44 Maar menende, dat Hij in het gezelschap op den weg was, gingen zij een dagreize, en zochten Hem onder de magen, en onder de bekenden. 45 En als zij Hem niet vonden, keerden zij wederom naar Jeruzalem, Hem zoekende. 46 En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende. 47 En allen, die Hem hoorden, ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden. 48 En zij, Hem ziende, werden verslagen; en Zijn moeder zeide tot Hem: Kind! waarom hebt Gij ons zo gedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. 49 En Hij zeide tot hen: Wat is het, dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? 09 269 92 92 - tickets@debijloke.be
7
8
TOELICHTING 50 En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak. 51 En Hij ging met hen af, en kwam te Nazareth, en was hun onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart. 52 En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de mensen. Christoph Graupner schreef in totaal 19 cantates voor de eerste zondag na Driekoningen. De titels verwijzen duidelijk naar de gebeurtenissen zoals beschreven in het Lukasevangelie: de openbaring, de wijsheid van de twaalfjarige Jezus, de zoektocht van de ouders, het zoeken naar en uiteindelijk vinden van de liefde en de zachtheid van Christus.
Albrecht D端rer 1471-1528: De twaalfjarige Jezus tussen de schriftgeleerden
WWW.DEBIJLOKE.BE
TOELICHTING Kerkcantates van Christoph Graupner Christoph Graupner (1683-1760) werd samen met tijdgenoten als Telemann, Fasch, Keiser en Heinichen in de laat-barok als een bijzonder waardevol musicus ingeschat. Daarvan getuigt zeker de omvang van zijn muziekproductie: een aantal opera’s, vele concerti en orkestsuites, klavierwerk en meer dan 1400 kerkkantates. Maar meer nog worden wij geboeid door de volgehouden kwaliteit van de meeste van deze werken, iets wat hem wijd verspreide erkenning bracht. Daarnaast zien we in de figuur van Graupner één van de meest merkwaardige en volledige exponenten van de barokke componist in totaal en perfect dienstverband: de perfecte (hof)kapelmeester. Afkomstig uit Kirchberg studeerde hij o.a. bij Johann Kuhnau aan de Thomasschule in Leipzig, kwam als klavecinist in dienst van de opera in Hamburg (contact met Keiser, Händel en Mattheson) en werd als uiterst begaafd kapelmeester in 1709 (26 jaar oud) ‘meegetroond’ door de zelf zeer muzikale Landgraaf Ernst Ludwig von Hessen-Darmstadt. Graupner zou in Darmstadt blijven - eerst als vice-, dan als hofkapelmeester - tot aan zijn dood in 1760, in dienst van de muziekminnende landgraven Ernst Ludwig en (iets minder) Ludwig VIII (vanaf 1739). Hij verdiende er, ondanks de sterk dalende financiële mogelijkheden van het hof, zeer goed zijn brood. Hij werkte er ook goed, en hard. Na de dood van zijn vicekapelmeester Grünewald (1739) stond hij vrijwel alleen voor de zware taak om elke zon- en feestdag een nieuwe cantate te laten horen in de Schlosskirche, klavecimbelwerk te spelen en te componeren wanneer de graaf gasten bij de maaltijd ontving en het schitterende orkest - men kwam van overal om het te beluisteren - te voorzien van interessante kamermuziek, orkestsuites en concerti. Een ander feit is van ongemeen historisch belang. Door een dubbel ‘mirakel’ is quasi het volledige werk van Graupner in autograaf bewaard gebleven. Zijn manuscripten - vrijwel niets werd tijdens zijn leven (en tot op heden) uitgegeven - werden niet zoals hij wenste na zijn dood verbrand, maar waren het onderwerp van een juridisch dispuut tussen de landgraaf en 09 269 92 92 - tickets@debijloke.be
9
10
TOELICHTING Graupners erfgenamen. Slechts 60 jaar later werd er een vonnis geveld, maar niemand had nog interesse voor de muziek en men bewaarde het enorme archief uit respect voor wat eens de glansperiode van de Hessische hofkapel was. Bovendien werd tijdens de Tweede Wereldoorlog - van het oude Darmstadt bleef werkelijk niets overeind - het volledige werk buiten de stad werd bewaard, wat het een tweede maal voor verbranding behoedde. Van Graupner zelf weten we alles en niets (een wat oppervlakkige, zakelijke en nietszeggende autobiografie in Matthesons ‘Grundlagen einer Ehrenpforte’ (1740) buiten beschouwing gelaten). We hebben geen portret en geen enkele beschrijving van zijn karakter of persoonlijkheid, waardoor we over de ‘mens’ Graupner totaal in het duister tasten. Tezelfdertijd weten we alles, omdat zijn (muzikale) activiteiten sowieso van zondag tot zondag kunnen gevolgd worden, en elke officiële actie (huwelijk, geboorte van kinderen, opslag, vraag naar meer muziekpapier, ...) bevestigd wordt door een officiële akte binnen de zorgvuldige administratie van het Hessische hof. De enige noemenswaardige gebeurtenis in Graupners leven is de heimelijke kandidatuur voor de plaats van Thomaskantor na de dood van zijn meester Kuhnau. Op basis van de zgn. ‘Bewerbungskantaten’ kreeg hij inderdaad de plaats toegewezen, maar de landgraaf liet hem niet gaan en stond hem een aanzienlijke verhoging van zijn loon toe, waardoor Graupner tot de bestbetaalde muzikanten van zijn tijd behoorde. We weten allen dat ‘uiteindelijk’ Bach in Leipzig werd benoemd als derde keuze na Telemann en Graupner. De kerkmuziek van Graupner bestaat vrijwel uitsluitend uit cantates (1481!) geschreven tussen 1709 en 1754 in private opdracht van de landgraaf voor de hofkapel. Oratoria werden door de beide landgraven niet gewenst in de hofkapel, dus er zijn geen passies of andere grotere werken voorhanden. In deze muziek zien we het portret van een toegewijd en zeer bedreven musicus. Toegewijd, omdat hij schreef naar de smaak van zijn broodheer en zijn tijd. We zien bv. dat de stijl van de cantates zeer sterk wijzigt rond 1740: de nieuwe landgraaf WWW.DEBIJLOKE.BE
TOELICHTING hield er immers een specifieke en doorgaans wat meer naar het galante gerichte muzikale smaak op na. Zeer bedreven, omdat hij in de beste ‘Thomaner’ traditie de principes van de muzikale retoriek en affectenleer naar de tekst, het woord en zijn religieuze betekenis uitstekend hanteerde en kon toepassen, tot grote waardering van tijdgenoten en collegae. Cantates golden op deze wijze als waardige muzikale commentaar (preek) op de Bijbellezing van de zondag van het kerkelijk jaar. De teksten van de cantates zijn hoofdzakelijk geschreven door de hofdichters Lehms en vooral Johann Conrad Lichtenberg. Deze laatste was een belangrijke religieuze, literaire en politieke figuur aan het begin van de Duitse ‘Aufklärung’, en schreef tussen 1719 en 1743 meer dan 1500 cantatenteksten voor Darmstadt. Typische kenmerken van Graupners schrijfwijze werden uiteraard voor een groot deel bepaald door de praktische omstandigheden waarin hij moest werken. Het hof bezat geen koor - wat niet wil zeggen dat er nooit enkele koorzangers werden aangetrokken - maar wel een zeer goede baszanger (vicekapelmeester Grünewald) en enkele goede sopranen. Daardoor zijn deze stemtypes oververtegenwoordigd in de cantates, met aria’s en ook met vele solocantates. Vooral in het latere werk zijn vocale ensemblestukken (koren) eerder zeldzaam. De instrumentale verscheidenheid is daarentegen bijzonder groot (chalumeau, oboe d’amore, viola d’amore, hoorn, pauken, ...), omdat het hof vele uitmuntende musici in dienst had. De vorm van de cantates, doorgaans koraalcantates, is weinig avontuurlijk maar volgt de principes van Neumeister: recieten (secco of accompagnato), da-capoaria’s en ensemblestukken (veelal koraalzettingen met instrumentale omspeling) wisselen elkaar af in de beste traditie. Door de lange beslotenheid van Graupners werk is de nood aan een omvattende en volledige studie van zijn muziek (en dan vooral van de enorme cantateproductie) tot op heden nog niet gelenigd: een kleine en sowiewso wat arbitraire keuze zou u vandaag kunnen overtuigen van de waarde van dit oeuvre. Binnen het kader van een doctoraal onderzoeksproject aan de 09 269 92 92 - tickets@debijloke.be
11
12
TOELICHTING Hogeschool Gent (Departement Conservatorium) werkt Florian Heyerick aan de ontsluiting van dit oeuvre. De cantatedichters van Graupner De teksten van de cantates die we vandaag horen zijn van de hand van Georg Christian Lehms en van Johann Conrad Lichtenberg. De tekstdichter Georg Christian Lehms (1684-1717) was pas zestien toen hij aan het hof in Darmstadt tot hofdichter en hofbibliothecaris werd benoemd. Zeventien jaar later maakte een longziekte een vroegtijdig einde aan zijn werkzame leven. Lehms had al in 1715 een werkelijk indrukwekkend oeuvre opgebouwd, bestaande uit onder andere een lexicon over Duitse dichtkunst, verscheidene romans, een groot aantal operalibretti en gedichten, maar ook teksten voor meerdere cantatejaargangen in Darmstadt. Ook Bach was zowel in Weimar als in Leipzig zeer op de teksten van Lehms gesteld, zoals alleen al blijkt uit de tien cantates BWV 13, 16, 32, 35, 54, 57, 110, 151, 170, en 199. Op teksten van Lehms componeerde Graupner 109 cantates tussen 1711 en 1716. Johann Conrad Lichtenberg (1689-1751) was een theoloog, dominee, architect en belangrijk schrijver, die vooral uitmuntte in cantateteksten. Hij toonde ook bijzonder veel interesse in wiskunde, natuurkunde, filosofie en astronomie. Hij studeerde aan de universiteiten van Leipzig en Halle, centrum van het protestants piëtisme. Graupnber, zoals Bach, werd aangetrokken door de devotionele kwaliteiten van deze beweging. Kant, Schiller en Goethe werden allen opgevoed in de traditie van het piëtisme. In zijn functie van dichter aan het hof in Darmstadt schreef Lichtenberg 35 volledige cantatecycli, hetgeen meer dan 1500 cantatenteksten betekent. Soms schreef hij er 12 per dag (misschien was er daar enige rivaliteit tussen de componist en de dichter …). Lichtenberg was een vriend én de schoonbroer van Graupner, hun vrouwen waren zussen. De mannen werkten bijzonder productief samen van 1719 tot 1743. De literairreligieuze stijl van Lichtenberg sluit nauw aan bij de principes WWW.DEBIJLOKE.BE
TOELICHTING van Neumeister. Lichtenberg had 17 kinderen waarvan er slecht 5 in leven bleven. De jongste zoon, een zwak kind, is de beroemde Georg Christoph Lichtenberg, wis- en natuurkundige, bekend om zijn talrijke aforismen. Hij kende naast zijn werk als hofdichter ook een belangrijke loopbaan als architect van een groot aantal kerken, scholen en pastorijen in Hessen. Uiteindelijk zal hij zich opwerken tot Stadpredikant van Darmstadt en zelfs Superintendant (leider van een grotere kerkgemeenschap). Op teksten van Lichtenberg componeerde Graupner 1208 cantates tussen 1718 en 1754. De madrigaalcantate bij Graupner ‘Madrigaleske’ verzen (d.w.z. beeldende poëzie) werden in de Lutheraanse Duitse cantate geïntroduceerd vanaf 1704 door Neumeister. Daarom spreken we van de gemengde madrigaleske cantate als dominante vorm van de 18de-eeuwse cantate in Duitsland, die daardoor zowat de status verkreeg van een muzikaal sermoen. Recitatieven werden niet langer op rijm gezet, in tegenstelling tot de aria’s. Neumeister voegde er Bijbelse teksten en koralen aan toe, als taditionele onderdelen van Lutheraanse oorsprong. Dit vrijwel volledig poëtisch schema werd overgenomen door de talrijke dichters van de zo mogelijk nog talrijker barokke cantates. Zo krijgen we een formele afloop van een cantate in 6 of 7 nummers: een openingsdictum op Bijbeltekst, dan een aantal recieten met aansluitende aria’s, om te eindigen met een koraal. Op dit schema zijn tarijke variaties mogelijk. Bij het samengaan van recitatief en aria heeft de zanger een dubbele functie: het duidelijk reciteren van de verhalende exegese of de eeuwige waarheden via het reciet, om daarna via de aria een meer persoonlijke en subjectieve morele reactie te formuleren. De koralen (bij Graupner instrumentaal gefigureerd en dus niet bedoeld om mee te laten zingen door de geloofsgemeenschap) slaan via de goed herkenbare melodielijn de brug tussen vroeggalante stijl en de traditionele waarden.
09 269 92 92 - tickets@debijloke.be
13
14
TOELICHTING Christoph Graupner: Leven in data 13 januari 1683: Geboren in Kirchberg (Zwickauer Land/ Sachsen). 1693: Leerling van Schelle, Kuhnau en Heinichen aan de Thomasschule in Leipzig. 1703: Studie van de Rechten aan de Universiteit van Leipzig. 1705/06: Gevlucht (?) uit Leipzig naar Hamburg. Onmiddellijk aangeworven als klavecinist aan de opera (Theater am Gänsemarkt). Componeert verscheidene opera’s. 1709: Als vicekapelmeester aangeworven door landgraaf Ernst-Ludwig van Hessen-Darmstadt, voornamelijk voor zijn nieuwe operahuis. 1711–1760: Hofkapelmeester in Darmstadt (na de dood van Briegel). 1723: Kandidaat voor plaats van Thomascantor in Leipzig in opvolging van Kuhnau. 1739: Dood van landgraaf Ernst-Ludwig, opgevold door Ludwig VIII. 1754: Blind geworden. 10 mei 1760: Gestorven in Darmstadt. Christoph Graupner: Werken Instrumentaal werk: werken voor klavier (50 partita’s): GWV 101 - 150 kamermuziek (19 sonates): GWV 201 - 219 concerti: (44): GWV 301 - 344 ouvertures-suites (85): GWV 401 - 485 sinfonieën (112): GWV 501 - 612 Theoretische werken (o.a. 5626 Variaties, Choralbuch) Vocaal werk: geestelijke cantates (1418): GWV 1101/12 - 1177 wereldlijke cantates (12) opera’s (8, waarvan 3 bewaard)
WWW.DEBIJLOKE.BE
TEKSTEN Ach wo find ich meine Liebe (J.C. Lehms ?) GWV 1112/30 1. Duet (Tenor, Bas) Ach! wo find ich meine Liebe, meinen Jesum, meinen Freund, der’s so treulich mit mir meint? Aug’ und Seele werden trübe, dass ich ihn nicht finden kann. Ach! wo treff’ ich Jesum an? 2. Aria (Bas) Andre Menschen suchen Ehre, Wollust, Geld und Eitelkeit; aber dies, was mich erfreut, ist, wenn ich von Jesu höre. Jesus bleibet bis ins Grab mein Vergnügen, Trost und Stab. 3. Duet (Tenor, Bas) Lass dich also von mir finden, denn mein Geist verlangt nach dir und die herzliche Begier will sich fest mit dir verbinden. Lass es diesem nach gescheh’n, dich, mein liebster Gott, zu sehn. Transcriptie: Dr. Bernhard Schmitt Ach zarter Jesu (J.C. Lichtenberg) GWV 1112/30 1. Duet/Aria (Tenor, Bas) Ach! zarter Jesu, groß von Gaben, nimm mich in deinen Umgang an. [Fine] dein Vortrag ist ein Brot des Lebens, man hört, man sieht dich nicht vergebens, vollkommnes Kind! Um dich zu sein, flößt größre Süßigkeiten ein, als alles Manna geben kann.
09 269 92 92 - tickets@debijloke.be
15
16
TEKSTEN 2. Recitatief (Bas) Mein Salomon, warum verschmähst du mich, warum hast du dich mir verborgen? Ich suche dich am Abend und am Morgen. Recitatief (Tenor) Ach Menschen Freund! wie kannst du dich so gar entziehen, wenn eine Seele um dich weint? Ach, ach! willst du denn vor einem Schüler fliehen? 3. Duet/Aria (Tenor, Bas) Ach zarter Jesu - da capo 4. Choral (Sopraan, Alt, Tenor, Bas) Hör’, wie kläglich, wie beweglich dir die treue Seele singt, wie demütig und wehmütig deines Kindes Stimme klingt. Lass dich finden, lass dich finden, dann mein Herze zu dir dringt. Recitatief (Bas) Ich will mich gern zu deinen Füßen setzen, nimm mich als einen Schüler auf. Ich will’s in meine Seele ätzen, was mich dein weiser Mund belehrt. Sieh an, mein Herz merkt allzu fleißig drauf, wenn deine Lippen überfließen. Und kann ich diesen Trost genießen, so wird mein Geist, o süßes Heil! zur Seeligkeit genährt. Dein Manna, das mich speist, wird mich hier stärken, kräften, gründen. Ja, ja, ich will in dieser Kraft, die deine Lehre in mir schafft, des Vaters Haus, des Himmels Wohnung finden.
WWW.DEBIJLOKE.BE
TEKSTEN 5. Aria (Alt) Jesus ist der beste Lehrer, diesen lass ich ewig nicht. Itzo hab’ ich ihn gefunden, alle Angst ist nun verschwunden, da er freundlich mit mir spricht. 6. Recitatief (Tenor) Komm, werter Jesu, in mein Haus, bereite dir mein Herz zum Tempel; wirf, was dir missfällt, selbst hinaus. Dein Leben, dein Exempel soll mir hinfort zum Vorbild meines Lebens dienen. Dein teuer-wertes Wort soll täglich meine Andacht sein. Wenn denn mein Todestag erschienen, so nimm mich auch, mein Freund, in deine Wohnung ein. 7. Choral (Sopraan, Alt, Tenor, Bass) Was will ich mehr als diesen Himmelsfürsten; ich werd hinfort in Ewigkeit nicht dürsten, weil der mich tränkt, der selbst das Leben ist. Kein Hunger wird die Seele jemals pressen, denn mir ein Teil vom Manna zugemessen, das du allein, o süßer Jesu, bist. Transcriptie: Dr. Bernhard Schmitt
09 269 92 92 - tickets@debijloke.be
17
18
BIOGRAFIE Florian Heyerick Florian Heyerick studeerde in Gent, Brussel en Leuven, en behaalde Eerste Prijzen blokfluit, dwarsfluit en kamermuziek. Tevens studeerde hij musicologie aan de Universiteit Gent. Hij is artistiek docent aan Hogeschool Gent Conservatorium, en werkt aan een muziekwetenschappelijke studie over Christoph Graupner. Florian Heyerick is stichter en artistiek leider van het Vocaal Ensemble Ex Tempore. Als gastdirigent werkte hij samen met o.a. het Collegium Instrumentale Brugense, het barokorkest Les Agrémens, het Vlaams Radio Koor, Musica Antiqua Köln, de Komische Oper in Berlijn, de Nederlandse Bachvereniging. Sinds 1998 is hij een vaste gast bij het Nederlands Balletorkest in Amsterdam. Ook als solist op blokfluit en klavecimbel treedt hij veelvuldig op. Van 2002 tot 2004 was Florian Heyerick chef-dirigent van het Kurpfälziches Kammerorchester Mannheim/Ludwigshafen. Hij dirigeerde daarnaast ook het Wereldjeugdkoor (Namen), deFilharmonie (Antwerpen), het Gelders Orkest (Arnhem), de Rotterdamse Philharmonie, en een productie aan de Operastudio Gent (Reinhard Keiser). Hij is ook artistiek leider van het barokorkest Mannheimer Hofkapelle (Duitsland). In 1997 was Florian Heyerick festivalster van het Festival van Vlaanderen, en in 2000 ontving hij de cultuurprijs van de Stad Gent. Tevens is hij cultureel ambassadeur van zijn woonplaats Merelbeke. Zijn voortdurende aandacht voor de vernieuwing van het repertoire draagt hij uit via ontelbare lezingen en originele concertprogramma’s. Een mooi voorbeeld hiervan is het opmerkelijke Kantata-project (2001-2010). Nicolas Achten Nicolas Achten werd geboren in Brussel in 1985. HIj studeerde zang, theorbe en tripelharp aan de Conservatoria van Brussel en Den Haag. Tegelijkertijd vervolmaakte hij zich aan l’Académie Européenne d’Ambronay au Centre de la Voix de Royaumont en volgde hij verschillende Masterclasses. In 2006 behaalde hij de prijs van de Barokke Lente van de Zavel. Sinds 2004 trad hij verschillende malen op met ensembles zoals L’Arpeggiata (C. Pluhar), la Fenice (J. Tubéry), La Petite Bande (S. Kuijken), Ausonia (M. Glodeanu en F. Haas), les Agrémens, Akadêmia WWW.DEBIJLOKE.BE
BIOGRAFIE (F. Lasserre), Les Talens Lyriques (C. Rousset), Il Fondamento (P. Dombrecht), Les Musiciens du Louvre (M. Minkowski)… Nicolas Achten is sinds 2006 gastdocent aan de Operastudio Vlaanderen. Ex Tempore Ex Tempore, gesticht in 1989, is een professioneel instrumentaal-vocaal ensemble dat zich concentreert op een stilistisch heldere en muzikaal boeiende benadering van de vocale muziek van 1600 tot heden. De concert- en opnameactiviteiten concentreren zich rond de uitvoering van minder bekende vocaal-instrumentale muziek uit de barokperiode, zoals vormgegeven in het Kantata-project (2001-2007). In een kwantitatief variabele bezetting (van solistische bezetting tot kamerkoor) beweegt Ex Tempore zich in de wereld van motet, cantate en oratorium. Enkele hoogtepunten uit de eerste jaren waren een Scarlatti-project, een opgemerkte realisatie in de Vlaamse Opera en een internationaal gewaardeerde uitvoering van ‘Der Tod Jesu’ van Telemann in Magdeburg (D). Belangrijke dirigenten als Reinhard Goebel en Sigiswald Kuijken werken graag samen met Ex Tempore en brachten het ensemble naar belangrijke podia in Europa. In het spoor van de veelzijdige activiteiten van zijn dirigent Florian Heyerick vertegenwoordigt het ensemble Ex Tempore een vaste waarde binnen de wereld van de vocale barokmuziek.
09 269 92 92 - tickets@debijloke.be
19
20
BiNNENKORT MEER GRAUPNER IN
(Uitverkocht)
MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE:
DI |26.01.2010 | 20:00 | Jazz Bart De Nolf, Andy Sheppard, Dré
ZO | 14.03.10 | 11:00
Pallemaerts
Florian Heyerick, Nicolas Achten, Ex Tempore
WO |27.01.2010 | 20:00 | Voix Gras
I.s.m. Operstudio Vlaanderen
Ensemble Solistes XXI olv Rachid
Cantates voor de vierde zondag van
Safir
de passietijd (Laetare)
Pianto, lamento, magnificat...
VR | 30.04.10 | 20:00
DO |28.01.2010 | 20:00 | East of Eden
B’Rock olv Frank Agsteribbe, Erich
/ East of Eden +
Hoeprich (chalumeau)
Surjeet Singh, Faheem Mazhar, Baluji
Telemann, Graupner, Moorer, Fasch
Shrivastav, Shahbaz Hussain Religieuze Sikh-tradities
ZO | 09.05.10 | 11:00 Florian Heyerick, Nicolas Achten,
VR |29.01.2010 | 20:00 | Exploration
Ex Tempore
Het Collectief, Dragon Ensemble
I.s.m. Operstudio Vlaanderen
Confluence between east and west
Cantates voor de vijfde zondag na Pasen (Rogate)
ZA |30.01.2010 | 20:00 | MA.XS François Fernandez, Rainer Zipper-
VR | 28.05.10 | 20:00
ling, Bojan Vodenitsjarov
Daan Vandewalle (piano)
Haydn, Mozart
Graupner, Stravinski, Sorabji, Busoni ZO | 31.01.10 | 16:00 | Jong 14/16/20/21/22/23.01.2010 | 20:00
deFilharmonie olv Hannu Lintu,
LOD
Warre Borgmans (verteller)
Autopsie van een gebroken hart
Kidconcert: Baron von Münchhausen Workshop van 13:00 tot 15:00
WO |20.01.2010 | 20:15 | Miry+ Belcea Kwartet
DO | 04.02.10 | 20:00 | Miry
Beethoven, Szymanovski
Edding Kwartet, Nicola Boud (klarinet) Mozart
ZA |23.01.2010 | 20:00 | Voix Gras Vlaams Radio Koor, Ensemble uit
VR | 05.02.10 20:00 | Symfonisch 3/+
het Brussels Philharmonic olv Timo
Brussels Philharmonic, VRK, Kamer-
Nuoranne, Jef Neve (piano)
koor Accentus olv Laurence Equilbey
Bernstein, Wihitacre, Neve
Das Paradies und die Peri
WWW.DEBIJLOKE.BE