Boedapest Festival Orkest 16.09.2011

Page 1

de puur muziek

16.09.2011 | 20:00 | CONCERTZAAL

Boedapest festival orkest De romantiek als heraut van de moderne mens


Programma

Uitvoerders

György Orbán (1947) Serenade nr. 4

Boedapest Festival Orkest Iván Fischer | dirigent Giovanni Guzzo | concertmeester Dejan Lazic | piano

Franz Liszt (1811-1886) Totentanz – Paraphrase über ‘Dies Irae’, S. 126 PAUZE Gustav Mahler (1860-1911) Symfonie nr. 1 in D - Langsam, Schleppend - Immer sehr gemächlich - Kräftig bewegt - Feierlich und gemessen, ohne zu schleppen - Stürmisch bewegt

Aandacht! Gelieve uw mobiele telefoon uit te schakelen.

2


de romantiek als heraut van de moderne mens De symfonieën van Mahler peilen het bestaan zoals dat tot dan toe nog nooit gebeurd was. Niets van de menselijke ziel en van de grote levensvragen bleef onaangeroerd: verhevenheid en banaliteit, heroïek en escapisme, extase en kwelling… Mahlers ‘Eerste symfonie’ roetsjt van een lieflijk lentedeuntje naar een ironische dodenmars en terug. Iván Fischer stuurt zijn Boedapest Festival Orkest gelukkig met vaste hand. Ook Franz Liszt liet zich meermaals door de dood inspireren, en schreef met zijn ‘Totentanz’ een reeks indrukwekkende variaties op het ‘Dies irae’-thema. Recensies uit die tijd vertellen dat Liszt het werk zó moeilijk maakte dat uitvoerders er wel eens “in zouden kunnen blijven”; Dejan Lazić is gewaarschuwd ! Het is György Orbán die met een nieuwe compositie de avond mag openen.

liedrepertoire, een operette- en chansontraditie (van bv. singer-songwriter Tamás Cseh), om de Weense erfenis niet te vernoemen. Mahler en Bartók – in die volgorde – hebben een enorme invloed op mij uitgeoefend. Dat is merkwaardig, het samengaan van twee zo’n verscheiden werelden in mijn oeuvre. Ik ben dan ook opgegroeid met de diversiteit van de Donauregio, waar tradities van oudsher naast en met elkaar bestaan. Er is veel dat Mahler en Bartók verbindt, o.a. het pentatonische karakter – het gebruik van vijf tonen binnen het octaaf – van hun composities. Bij Bartók is dat essentieel en alomtegenwoordig, terwijl het bij Mahler in bv. zijn ‘Eerste symfonie’ om een toevoeging van kleur gaat, om een vluchtig pastoraal moment. Mijn ‘Serenade nr. 4’ is een hommage aan beide meesters, geschreven in de geest van de pentatoniek.”

György Orbán György Orbán (°1947 in Marosvásárhely (Tirgu Mures), Roemenië) studeerde compositie aan de Muziekacademie Kolozsvár van Cluj bij Sigismund Toduta en János Jagamas. In 1979 trok hij samen met zijn ouders naar Hongarije, waar hij uitgroeide tot een veelgevraagd componist. György Orbán schreef vooral vocaal werk, o.a. veertien missen. Vanavond krijgen we echter een instrumentale compositie te horen, de Belgische première van zijn ‘Serenade nr. 4’, geschreven op vraag van het Budapest Mahlerfest 2011. Hier geen onderhoudende deuntjes à la Mozart, maar zwaarwichtiger lijnen à la Brahms. Orbán: “Centraal-Europa kent niet alleen een rijke zigeunertraditie, maar ook een uitgebreid

Liszt Dat Liszt gefascineerd was door de dood blijkt onder meer uit de titels van zijn werken: ‘Totentanz’, ‘Funérailles, ‘La lugubre gondola’, ‘Pensée des morts’, Çsárdá macabre’ en ‘Unstern: sinistre, disastro’. Die fascinatie ging zo ver, dat hij volgens musicoloog en Lisztkenner Alan Walker in de jaren ’30 van de 19de eeuw niet alleen Parijse ziekenhuizen, gokhuizen en gekkenhuizen bezocht, maar zelfs bezoekjes aflegde aan de kerkers waarin terdoodveroordeelden hun laatste levensdagen sleten. De ‘Totentanz’ kent een lange ontstaansgeschiedenis. Liszt woonde in 1830 de première bij van de ‘Symphonie fantastique’ van Hector

3


een verschoppeling. Pas vier jaar later waagt hij een nieuwe poging, deze keer in Hamburg. Ditmaal presenteert Mahler het werk onder de titel ‘Der Titan, een vijfdelig muzikaal gedicht in symfonische vorm’, waarbij de ondertitel ‘Der Titan’ verwijst naar de gelijknamige roman van de Duitse schrijver Jean Paul. In 1896 volgen uitvoeringen in Weimar en Berlijn. Hier staat de compositie, nu in vierdelige vorm, voor het eerst als ‘Symfonie nr. 1’ op het programma. De reacties blijven uiterst lauw. Mahler schrijft: “Ik was me er totaal niet van bewust dat ik één van mijn meest gedurfde werken geschreven had. Heel naïef dacht ik dat ik een kinderlijk eenvoudig stuk had gecomponeerd, een werk dat meteen zou aanspreken zodat ik heel comfortabel zou kunnen leven van de royalty’s.” Niet dus, en Mahler dient om financiële redenen zijn carrière als dirigent weer op te nemen. Vanaf dat moment kon hij zich alleen tijdens vakanties nog terugtrekken om te componeren.

Berlioz, en was zeer onder de indruk van zijn orkestratietalent en gedurfde harmonieën. Toen Liszt acht jaar later samen met zijn maîtresse Madame d’Agoult op het kerkhof Camposanto in Pisa het befaamde veertiendeeeuwse fresco ‘Triomf van de dood’ van Francesco Traini te zien kreeg, inspireerde dit hem tot het schrijven van de ‘Totentanz’. Het werk is een parafrase op de gregoriaanse melodie ‘Dies Irae’ (de dag des oordeels) uit de requiemmis, die ook opduikt in de slotfase van Berlioz’ ‘Symphonie fantastique’. Liszt bewees hier eens te meer dat hij na Berlioz één van de meest innoverende talenten van de negentiende eeuw was: de waanzinnig dramatische inzet van de piano, klankeffecten van o.a. de strijkers die ‘col legno’ (met het hout van de strijkstok) het geratel van de knoken suggereren, en een resem duizelingwekkend virtuoze grapjes zoals de terugkerende noten in de pianopartij. De titel ‘Totentanz’ suggereert beelden van dansende lijken en skelettenlegers à la Holbein, Bosch of Brueghel. Toch klinkt ‘Totentanz’ niet als een ononderbroken luguber slotfeest. De opeenvolgende variaties zijn sterk verschillend en maken op hun beurt de weg vrij voor een nieuw karakter. Twee maal – in 1853 en 1859 – herzag Liszt zijn ‘Totentanz’. Pas in 1865, nadat zijn leerling Hans von Bülow lang op hem had ingepraat, vond de eerste opvoering plaats in Den Haag. Liszt dirigeerde en von Bülow nam de pianopartij voor zijn rekening.

Net als in veel van Mahlers latere werken klinkt in deze ‘Eerste symfonie’ de natuur door. “Immer und überall Naturlaut”, zoals de componist het zelf omschreef. In het eerste deel ontwaakt de natuur. Hoge flageoletten bij de strijkers, vogelgeluiden bij de houtblazers en trompetsignalen in de verte leiden de luisteraar langzaam naar het eerste thema, een citaat dat Mahler ontleende aan zijn lied ‘Ging heut’ Morgen über’s Feld’. Het is één van de vier ‘Lieder eines fahrenden Gesellen’ die hij in 1883-1884 componeerde en die nauw verweven zijn met zijn ‘Symfonie nr. 1’. Het tweede deel is een typisch Mahleriaanse vervorming van een Ländler, een Oostenrijkse boerendans in 3/4-maat. Het derde deel, een soort ironische dodenmars, riep het meeste weerstand op bij het publiek. Mahler liet zich inspireren door een bij Oostenrijkse kinderen

Gustav Mahler De ‘Eerste symfonie’ van Gustav Mahler kent een bewogen ontstaansgeschiedenis. Op 20 november 1889 stelt Mahler in Boedapest een ‘symfonisch gedicht in twee delen’ (het werk heeft geen titel) voor. Publiek en critici blijven verbijsterd achter, en Mahler voelt zich

4


bio Boedapest Festival Orkest In 1983 beslisten dirigent Iván Fischer en pianist Zoltán Kocsis een nieuw symfonisch orkest op te richten. Niemand had verwacht dat dit het begin zou zijn van één van de meest succesvolle en opwindende muzikale avonturen zowel in Hongarije als op de internationale podia. In het begin gaf het Boedapest Festival Orkest maximum vier à vijf concerten per jaar, maar in 1992 werd het aangesteld als permanent orkest van de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Vanaf dat moment werd het orkest door publiek en critici beschouwd als de ware erfgenaam van de muziektradities van Hongarije en Centraal-Europa. Iedereen verwachtte een nieuw dynamisme, een verjonging, een verwachting die meer dan ingelost werd. Nu, achtentwintig jaar later, is het Boedapest Festival Orkest één van de meest gevraagde ensembles binnen de internationale muziekscène. Het orkest is een welkome gast zowel op vooraanstaande muziekfestivals in Salzburg, Luzern, Parijs en Londen als in de belangrijkste concertzalen, gaande van de Musikvereinsaal en het Konzerthaus in Wenen tot Carnegie Hall in New York, het Théâtre des Champs-Elysées in Parijs en het Concertgebouw in Amsterdam. Het orkest werkt en werkte samen met artiesten van wereldklasse zoals Sir Georg, Yehudi Menuhin, Kurt Sanderling, Gennady Rozhdestvensky, Charles Dutoit, Gidon Kremer, Sándor Végh, András Schiff, Heinz Holliger, Agnes Baltsa, Ida Haendel, Martha Argerich, Hildegard Behrens, Yuri Bashmet, Rudolf Barshai, Kiri te Kanawa, Radu Lupu, Thomas Zehetmair, Vadim Repin, Helen Donath, Maria-Joao Pires, Richard Goode e.a. Ook de operaprojecten van het orkest oogstten succes: ‘Cosi fan tutte’ en ‘Idomeneo’ (W.A. Mozart), ‘Orfeo ed Euridice’ (C.W. Gluck) en ‘Il Turco in Italia’ (G. Rossini). De serie van

bekend schilderij ‘Wie die Tiere den Jäger begraben’ van Moritz Ludwig von Schwind. Dieren dragen in een bos de overleden jager ten grave. Ze doen er alles aan om treurnis uit te stralen, maar voelen zich in werkelijkheid erg vrolijk. De melodische lijn in dit derde deel is grotendeels gebaseerd op het lied ‘Broeder Jacob’, maar dan in mineur. De contrabas zet het thema in, waarna de andere instrumenten in canon volgen. Mahler laat duidelijk horen dat in de stoet ook een groepje Boheemse muzikanten meeloopt. Invloeden van zigeunermuziek zijn te horen en Mahler refereert opnieuw aan een ‘Gesellen’-lied: ‘Die zwei blauen Augen’, een lied dat op zijn beurt gebaseerd is op een Joods liturgisch gezang. Een angstaanjagende schreeuw kondigt de finale aan. Mahler omschreef dit als “de plotselinge uiting van een diep gewond hart”. De held vecht dapper tegen alle tegenslagen waaraan het leven hem blootstelt. Steeds weer slaat het noodlot toe maar uiteindelijk triomfeert hij over de dood. De muziek uit zijn jeugd (eerste deel) keert terug en in het slotkoraal van de symfonie weerklinkt zowaar een passage uit het ‘Hallelujah’ van Händels ‘Messiah’: “and He shall reign for ever and ever”. Mahler schrijft in de partituur voor dat de hoornspelers opstaan “um die möglichst grösste Schallkraft zu erzielen”. In Mahlers ‘Tweede symfonie’ (1894) zal de held uit de ‘Eerste symfonie’ plechtig ten grave gedragen worden.

5


drie concerten ter herdenking van de vijftigste verjaardag van de dood van Bartók werd tijdens het seizoen 1995-96 niet alleen in Boedapest uitgevoerd, maar ook in New York, Parijs, Keulen, Frankfurt en Brussel. Gespreid over verschillende jaren voerde het orkest de symfonische werken van Mahler uit in Boedapest, Lissabon, Frankfurt en Wenen. Met de Bartók-Stravinsky-cyclus werd het orkest uitgenodigd in Edinburgh, Londen, San Francisco en New York. In 2005 lanceerde het orkest in Boedapest een jaarlijks Mahlerfestival. Sinds 2008 vindt er elk jaar een marathon plaats rond een bepaald componist. Het orkest besteedt ook ruim aandacht aan nieuwe muziek. Ze speelden de Hongaarse premières van werken van onder meer Ustvolskaja, Eötvös, Kurtág, Holliger en Doráti. Het orkest gaf compositieopdrachten aan onder andere Jeney, Sáry, Lendvay, Vajda, Mártha, Melis en Vidovsky. Om een veelzijdige artistieke ontwikkeling van zijn muzikanten te verzekeren, organiseert het Boedapest Festival Orkest ook een serie kamermuziekconcerten, een jaarlijks zomerfestival, en concerten voor kinderen. Voor de eigen muzikanten werd een postgraduale orkestacademie opgericht.

Hongarije waar hij het Boedapest Festival Orkest oprichtte. Iván Fischer is een veelgevraagd gastdirigent bij talrijke Europese orkesten. Als operadirigent werd Fischer uitgenodigd door de English National Opera en het Royal Opera House, door Covent Garden en de opera’s van Parijs, Zürich, Frankfurt, Boedapest en Stockholm. Hij dirigeerde verschillende Mozartproducties in de Weense Staatsopera en was een tijdlang muziekdirecteur van de Opéra National de Lyon. Iván Fischer richtte het Hongaarse Mahlergenootschap op en is ‘patron’ van de Britse Kodály Academy. Hij ontving een gouden medaille van de Hongaarse president en de Crystal Award van het World Economic Forum voor zijn realisaties op het vlak van internationale culturele verwezenlijkingen. De Franse regering benoemde hem tot Chevalier des Arts et des Lettres. In 2006 ontving Fischer de Kossuth-prijs, de meest prestigieuze prijs voor de kunsten in Hongarije. In februari 2011 benoemde het Konzerthaus Berlin Iván Fischer tot muziekdirecteur en tot hoofddirigent van het Konzerthaus Orchester, functies die hij in augustus 2012 zal opnemen.

Iván Fischer Iván Fischer studeerde aanvankelijk piano en viool, maar schakelde later over op cello. Na zijn studies compositie in Boedapest zette hij zijn opleiding verder bij Hans Swarowski in Wenen. Aansluitend werkte hij twee seizoenen als assistent van Nikolaus Harnoncourt. De internationale carrière van Iván Fischer ging van start toen hij op vijfentwintigjarige leeftijd de Rupert Foundation Conducting Competition won. Alle belangrijke Britse orkesten nodigden hem maar al te graag uit om te dirigeren. In 1983 keerde hij terug naar

Dejan Lazić Dejan Lazić werd geboren in 1977 in Zagreb (Kroatië) en groeide op in Salzburg, waar hij studeerde aan het Mozarteum. Toen hij zeven was, begon hij met pianolessen, en op zijn negende met klarinet; nauwelijks tien jaar oud schreef hij zijn eerste composities. De ontmoeting met de Hongaarse pianisten Zoltán Kocsis en Imre Rohman op het Bartók Festival in Szombathely (Hongarije) resulteerde in een nieuwe dimensie in zijn artistieke ontwikkeling. Dejan Lazić concerteerde in verschillende grote concertzalen, waaron-

6


Sinds 1998 neemt Dejan Lazić exclusief op voor het label Channel Classics. Een paar voorbeelden: Beethovens ‘Tweede Pianoconcerto’, Beethovens integrale werk voor piano en cello samen met Pieter Wispelwey, de reeks ‘Liaisons’ waarin tot nu toe twee cd’s verschenen met respectievelijk werk van Scarlatti en Bartók én Schumann en Brahms, het ‘Tweede Pianoconcerto’ van Rachmaninov samen met het London Philharmonic Orchestra o.l.v. Kirill Petrenko én last but not least het ‘Vierde Pianoconcerto’ van Beethoven samen mt het Australian Chamber Orchestra o.l.v. Richard Tognetti.

der het Musikverein Wien, het Konzerthaus Berlin, het Salzburg Festspielhaus en het Concertgebouw Amsterdam. In 2002 debuteerde hij in de Frick Collection in New York, in 2003 in het Teatro Colón in Buenos Aires en in de Asahi Hall in Tokio en in mei 2005 maakte hij zijn debuut in de Wigmore Hall in Londen. In de lente van 2008 volgde een eerste optreden in het Lincoln Center in New York met het Boedapest Festival Orkest o.l.v. Iván Fischer en in de Royal Albert Hall in Londen met het London Philharmonic Orchestra o.l.v. Kirill Petrenko. In de zomer van 2008 voerde Lazić Beethovens ‘Derde Pianoconcerto’ uit in de Grote Hal van het Volk in Peking. In 2009 toerde hij in Australië met het Australian Chamber Orchestra o.l.v. Richard Tognetti met een aantal concerten in het Sydney Opera House. In de winter van 2010 toerde hij door Spanje met de Bamberger Symphoniker o.l.v. Jonathan Nott. Met het Kammerorchester Basel en Giovanni Antonini speelde hij o.a. in het Wiener Konzerthaus, de Herkulessaal München, de Kölner Philharmonie en Bozar in Brussel. Vorige maand concerteerde hij met het BBC Philharmonic Orchestra op de BBC Proms.

Lazić’ talent als componist versterkt zijn begaafdheid als pianovirtuoos. Zijn ‘Conversazioni’ voor klarinet en altviool werd op verschillende internationale festivals gespeeld. Het ‘Strijkkwartet, opus 9’ componeerde hij ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Mstislav Rostropovitsj. Een andere befaamde cellist, Pieter Wispelwey, vertolkte in 1999 zijn ‘Chaconne’ voor cello solo. In 2009 ging zijn bewerking van het ‘Vioolconcerto’ van Brahms voor piano en orkest in première met een uitvoering door het Atlanta Symphony Orchestra o.l.v. Robert Spano.

GOED OM WETEN De Bijloke staat op de Cultuurmarkt op 17 september!

Ook Muziekcentrum De Bijloke is er aanwezig in een opvallende promotiestand, samen met de collega’s van de Handelsbeurs, Vooruit en de Vlaamse Opera.

De jaarlijkse Cultuurmarkt op de Kouter markeert de start van een nieuw en veelbelovend Gents cultuurseizoen.

Bij deze collega’s kan u ook immers terecht met uw Podiumhopper. www.podiumhopper.be

Traditiegetrouw zullen alweer meer dan honderd verenigingen zich verzamelen op de Kouter om het nieuwe culturele seizoen in de bloemetjes te zetten! Letterlijk en figuurlijk...

17 september | Kouter | 13:30 – 18:00

7


binnenkort ZA | 24.09.11 | 20:00 Arte dei Suonatori o.l.v. Alexis Kossenko C.P.E. Bach, Haydn

WO | 19.10.11 | 20:00 Daan Vandewalle, Geoffrey Madge Mahler, Reger, Mozart

WO | 05.10.11 | 20:00 Patricia Kopatchinskaja & familie Liszt, Ravel, Kurtag, Ligeti, Bartok, Dubosarschi, traditionele muziek uit Centraal-Europa

ZO | 23.10.11 | 17:00 | MIRY (in Miryzaal, Hoogpoort 64) Docentenconcerten Docenten jazz/pop

VR | 07.10.11 | 20:00 Capilla Flamenca, Madjid Khaladj ensemble Perzische klassieke muziek

WO | 26.10.11 | 20:00 Phronesis Jazz

ZO | 09.10.11 | 19:00 | MIRY (in Miryzaal, Hoogpoort 64) Docentenconcerten Poulenc, Brossé, Danielsson

DO | 27.10.11 | 20:00 Brussels Philharmonic, Joeri Basjmet (dirigent & altviool) Tsjaikovski, Sjostakovitsj, Schubert

DO | 13.10.11 | 20:00 | MIRY (in Miryzaal, Hoogpoort 64) Zemlinsky Quartet Von Zemlinsky, Dvorak, Kurtag, Janacek

VR | 28.10.11 | 15:00 Jean-Guihen Queyras Bach: cellosuites nr. 1, 2, 3 | BWV 1007, 1008, 1009

VR | 14.10.11 | 20:00 Collegium Vocale Gent, Accademia Chigiana Siena Pärt: Magnificat, Schnittke: Boetepsalmen ZO | 16.10.11 | 15:00 B’Rock, Rodolfo Richter (viool) Vivaldi, Geminiani, Avison

Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be

VR | 28.10.11 | 20:00 Akademie für Alte Musik Berlin, Jean-Guihen Queyras (cello) Vivaldi, Caldara ZA | 29.10.11 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen, Seikyo Kim (dirigent), Anna Vinnitskaja (piano) Tsjaikovski, Prokofjev, Sjostakovitsj

v.u. | Daan Bauwens © | Muziekcentrum De Bijloke Gent info@debijloke.be Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.