de puur muziek
de
25 & 26.01.13 | 20:00 | CONCERTZAAL
PHILIP GLASS ENSEMBLE Muziekcentrum Gent
La Belle et la Bête
programma
uitvoerders
La Belle et la Bête Filmopera van Jean Cocteau Muziek door Philip Glass
Door Philip Glass voor het Philip Glass Ensemble onder artistieke leiding van Michael Riesman Musici | Lisa Bielawa, David Crowell, Dan Dryden, Jon Gibson, Nelson Padgett, Mick Rossi, Andrew Sterman
Film 'La Belle et la Bête' Verhaal, dialog en regie door Jean Cocteau Naar een sprookje van Mme. Leprince de Beaumont
Zangers Gregory Purnhagen | La Bête, Officiel du Port, Avenant, Ardent Hai-Ting Chinn | La Belle Marie Mascari | Félicie, Adélaïde Peter Stewart | Le Père, Ludovic
Jean Marais | La Bête, Avenant, Ardent Josette Day | La Belle Mila Parléy | Adélaïde Nane Germon | Félicie Michel Auclair | Ludovic Raoul Marco | Le Père Marcel André | Le Marchand
Productie 'La Belle et la Bête' Jim Woodard | Roadmanager Doug Witney | Productiemanager Dan Dryden | Hoofd geluid Dan Bora | Mengtafel (live) Jens McVoy | On-stage geluidstechnicus Sacks and Co. | Representatie in de pers
Christian Bérard | Artistiek Adviseur René Clément | Technisch Adviseur René Moulaert en Carré | Settings Escoffier en Castillo | Kostuums Paquin | Productie kostuums Georges Auric | Originele muziek Henri Alaken | Camera Arakelian | Make-up Claude Iberia | Hoofd montage Pandora, Paris | Distributie Gefilmd in St. Maurice Studios, G.M. Films Laboratories
Pomegranate Arts | Productie en boeking live evenementen van Philip Glass en het Philip Glass Ensemble www.pomegranatearts.com | info@pomarts.com Linda Brumbach | Directeur Alisa E. Regas | Adjunct-directeur Julia Glawe | Boekingsverantwoordelijke Kaleb Kilkenny | General manager Linsey Bostwick | Adjunct-general manager Susannah Gruder | Assistent
Het concert wordt ingeleid door Philip Glass en Ward Bogaert, vliegende reporter van Radio 1. La Belle et la Bête duurt ongeveer 90 minuten en wordt uitgevoerd zonder onderbreking. Dit concert is een samenwerking van Muziekcentrum De Bijloke Gent met Filmfestival Gent. De cd met de soundtrack 'La Belle et la Bête, An Opera by Philip Glass' (1995) is een exclusieve uitgave van Nonesuch Records.
Dunvagen Music Publishers Inc. | Management en publicaties Philip Glass www.dunvagen.com | info@dunvagen.com Meer informatie over Philip Glass vind je op www.philipglass.com
2
toelichting door Philip Glass De opera/filmvoorstelling van 'La Belle et la Bête' begon als het tweede deel van mijn trilogie van theaterwerken gebaseerd op de films van Jean Cocteau. In het eerste werk van de reeks gebruikte ik het scenario van de film 'Orphée' als basis voor het libretto van een kameropera. Door de filmbeelden niet te gebruiken wilde ik in de operasetting een nieuwe visualisatie van het libretto mogelijk maken. Maar in dit geval wordt de opera, gecomponeerd met de dialoog, live uitgevoerd samen met de geprojecteerde film (waarvan de originele soundtrack volledig weggehaald werd). Dat maakte het compositieproces van de muziek veel moeilijker aangezien de woorden en de stemmen zo goed mogelijk moesten gesynchroniseerd worden met de beelden op het scherm. Het derde deel van de trilogie was een dans-/theaterwerk, gebaseerd op het scenario van de film 'Les Enfants Terribles'. Op die manier representeert de trilogie de vertaling van film in de live-theatrale vormen van opera ('Orphée'), opera en film ('La Belle et la Bête') en van dans/theater ('Les Enfants Terribles').
man en geluidsontwerper Kurt Munkcsi. Meer bepaald denk ik aan de films 'Koyaanisqatsi' en 'Powaqqatsi' evenals het melodrama '1000 Airplanes on the Roof ' (hoewel dat niet echt een film is, werd het wel gebaseerd op filmbeelden en –technologie). Dat verdiepen in film is voortgekomen uit mijn appreciatie voor het medium als één van de twee nieuwe kunstvormen (waarvan jazz de tweede is) die het levenslicht zagen in de twintigste eeuw. In haar eerste 100 jaar heeft de filmwereld een nieuw soort literatuur gecreëerd, één waarop de wereld van de livemuziek, het experimenteel theater, de dans en zelfs de opera zich kunnen beroepen, net zoals historische romans, toneelstukken en gedichten in het verleden de basis vormden voor nieuwe muziek- en theaterwerken. In mijn ogen is Cocteau altijd een kunstenaar geweest wiens werk centraal stond in de "moderne" kunstbeweging van de twintigste eeuw. Meer dan elke andere kunstenaar van zijn tijd stelde hij telkens opnieuw vragen met betrekking tot kunst, onsterfelijkheid en het creatieve proces door ze tot onderwerp van zijn werk te maken. Het lijkt alsof dat in zijn eigen tijd niet goed begrepen werd en dat hij, bij momenten, niet ten volle geapprecieerd werd. Enkele critici van zijn werk deden hem zelfs af als een getalenteerde dilettant die zich nooit finaal settelde binnen één medium als uitdrukkingsmiddel. En in feite was hij zowel een succesvol romancier, theaterschrijver, kunstenaar als filmmaker. Voor mij is
Het realisatieproces van 'La Belle et la Bête' als een live-opera/filmvoorstelling was een angstwekkend complex project en zonder eerdere ervaring met livemuziek en film zou ik er nooit aan begonnen zijn. Ik heb echter sinds het midden van de jaren '80 verschillende projecten met livemuziek en film gemaakt in samenwerking met muziekdirecteur Michael Ries3
Deze uitvoering van La Belle et la Bête wordt opgedragen aan de herinnering van Alexandra Montano (La Belle 1994-2006).
echter de focus van zijn werk – het creatieve proces zelf – altijd duidelijk geweest. En het was even duidelijk dat hij de verschillende kunstvormen gebruikte om zijn gekozen onderwerp vanuit zoveel mogelijk hoeken te belichten. Voor zover het film betreft, vormen 'Orphée', 'La Belle et la Bête', en de eerdere Cocteau-film, 'Blood of a Poet', allemaal zeer bedachtzame en subtiele reflecties over het leven van een kunstenaar. Van die drie is 'La Belle et la Bête' het meest openlijk allegorisch van stijl. Hoewel voorgesteld als een eenvoudig sprookje, wordt snel duidelijk dat de film handelt over een breder en dieper onderwerp – de natuur van het creatieve proces zelf. Eens we de film op die manier gaan bekijken, wordt het moeilijk om de reis van de Vader naar het Kasteel in de openingsmomenten van de film als iets anders te beschouwen dan de reis van de kunstenaar naar zijn "onbewuste". Het kasteel zelf kan dan gezien worden als het domein van het creatieve proces waar, door een buitengewone alchemie van de geest, de gewone wereld van de verbeelding haar vlucht neemt (zoals vrij letterlijk kan worden gezien aan het einde van de film). Misschien is 'La Belle et la Bête' in mijn ogen net om die reden de meest uitdagende van Cocteaus films. Meer dan al zijn andere werken drukt hij er de diepgang van zijn gedachten en welsprekendheid van zijn artistieke visie in uit. Philip Glass, 1994
4
zielenroerselen van cocteau La Belle et la Bête Na zeven jaren stilzwijgen rond de filmopera 'La Belle et la Bête' hebben we de 75-jarige Philip Glass kunnen overtuigen om dit spektakel in De Bijloke opnieuw op te voeren. Met een nieuwe Belle (Hai-Ting Chinn) én met Philip Glass en zijn Ensemble zelf. Op de achtergrond wordt de originele gelijknamige Jean Cocteaufilm geprojecteerd en op de voorgrond staat de live muziekuitvoering van het Philip Glass Ensemble onder leiding van Michael Riesman. De voorstelling wordt door Glass zelf hoogstpersoonlijk ingeleid.
zou een eigen esthetiek ontwikkelen die haaks stond op het toenmalige impressionisme. Deze was geïnspireerd op de alledaagse eenvoud die hij terugvond in de muziek van Erik Satie – "Satie enseigne la plus grande audace à notre époque: être simple" – en Les Nouveaux Jeunes (bij ons beter bekend als Le Groupe des Six, met als leden Milhaud, Poulenc, Honneger, Tailleferre, Auric en Durey). De roep tot verandering was er niet alleen bij de componisten. Andere inspiratiebronnen waren de Europese literaire en artistieke stromingen vanaf 1910, zoals het Italiaanse futurisme, het Franse kubisme en de poëzie van Guillaume Apollinaire. Vooral de poëzie van Apollinaire was van bijzondere invloed. In 1914 introduceerde Apollinaire een nieuwe vorm van gedichten die hij calligrammes noemde. Dit waren fragmenten van conversaties die over de hele bladzijde werden verspreid. Op die manier werd het narratieve doorbroken en kon een simultaneïteit gecreëerd worden. Met andere woorden: hij gebruikte een (collage)techniek waarbij allerlei soorten indrukken van één moment naast elkaar werden geplaatst; de ene minstens even belangrijk als de andere. Dit principe zou later door Darius Milhaud worden overgenomen in het werk 'Le Boeuf sur le Toit' (1919) waar hij verschillende evenwaardige toonaarden boven elkaar plaatste. Met visueelverbale patronen probeerde Apollinaire de kloof tussen de poëzie en het alledaagse
De beroemde Franse dichter, schrijver, filmmaker, ontwerper en kunstenaar Jean Cocteau (1889 – 1963) is in 2013 vijftig jaar overleden. Hij groeide op in een burgerlijk gezin in Parijs, maar op vijftienjarige leeftijd verliet hij zijn familie. Op school (hij maakte zijn middelbare studie niet af) was hij een 'enfant terrible' en begon hij aan een carrière als selfmade artiest. Cocteau gaf aan dat zijn artistieke leven pas begon toen hij twintig was, op het moment dat Diaghilev, de leider van de Ballets Russes, "étonne-moi / verras me" tegen hem zei. Ons verbazen zou hij zeker. Cocteaus artistieke bedrijvigheden werden bepalend voor de modernistische kunstbeweging in de 20ste eeuw. Als geen ander kunstenaar stelde hij in zijn kunst onophoudelijk vragen over kunst, immoraliteit en het creatieve proces. Cocteau
5
te dichten. Vooral dit aspect is van groot belang in de esthetiek van Cocteau die z'n weerklank zou vinden in het manifest 'Le Coq et l'Arlequin'.
Voor de ene een charlatan, voor de anderen een genie, is het Cocteau de cineast en toneelschrijver die stilaan op de voorgrond treedt. In 1929 had hij zijn eerste film 'Le Sang d'un Poète' gemaakt. Hierna maakte hij minder controversiële stukken, schreef hij toneelstukken voor de gevestigde orde en kreeg hij een relatie met de Franse acteur Jean Marais. Onder invloed van Marais maakte Cocteau vanaf de jaren veertig opnieuw films, waaronder 'La Belle et la Bête' en 'Orphée'. Ook schreef hij in 1940 het erg succesrijke toneelstuk 'Le Bel Indifférent' voor Édith Piaf, met wie hij zeer bevriend was.
Jean Cocteau was een meester in het samenbrengen van ideeën, artiesten en intellectuelen. Na WO I werd hij de spreekbuis in het artistieke milieu in Montparnasse (Parijs), de spin in het web van literaire figuren (Marcel Proust, Maurice Barrès, Blaise Cendrars, Tristan Tzara – één van de stichters van het Dadaïsme), dichters (Guillaume Apollinaire), choreografen (Sergej Diaghilev – Les Ballets Russes, Léonide Massine), schilders (Pablo Picasso), musici (Erik Satie, Le Groupe des Six). De Parijse avant-garde werd de motor van de roaring twenties van de 20ste eeuw. Parijs, zoals componist Georges Auric zal zeggen, was de stad van het circus, de music-hall, het cabaret, de rondtrekkende theaterparades, de Amerikaanse orkesten. "Hoe kan men het Casino de Paris vergeten of het kleine circus op de Boulevard Saint-Jacques met zijn trombones en drums? Het schudde ons (componisten) wakker." Cocteau zette zich af tegen de Parijse beau monde, maar kon niet zonder. Hij ontvluchtte Parijs geregeld aan de Côte d'Azur, waar hij rondfladderde van het ene salon naar de andere trendyplek. Het is ook bij die zogenaamde gehate burgerij en artistocratie dat hij zijn mecenassen vond. Coco Chanel bijvoorbeeld zal hem menig keer financieel steunen of gratis kostuums voor hem ontwerpen voor de avant-garde balletten 'Antigone' (op muziek van Honegger) en 'Le train bleu' (op muziek van Milhaud).
In 1946 maakte Cocteau een inventieve adaptatie van het sprookje 'La belle et la Bête' en bewerkte dit in een zwartwitfilm tot een magische, surrealistische allegorie over leven, dood en de poëzie. In 'La Belle et la Bête' ontwaarde Philip Glass een extreme doordachte en subtiele reflectie over het leven van een artiest as such. Hoewel voorgesteld als een eenvoudig sprookje, was het voor hem duidelijk dat de film op een dieper niveau de natuur van het creatieve proces ontblootte. Glass noemt deze Cocteaufilm de meest dwingende, diepgaande, aantrekkelijke film van de drie die hij gemaakt heeft. De film wordt beschouwd als één van de belangrijkste films uit de periode kort na de Tweede Wereldoorlog en biedt als geen andere Cocteaufilm inkijk in zijn diepste zielenroerselen en artistieke visie. Een absolute must ("cultfilm") voor cinefielen.
6
bio PHILIP GLASS (componist) werd geboren in Baltimore, Maryland, en studeerde aan de University of Chicago en de Juilliard School. In de vroege jaren 1960 verbleef Glass gedurende twee jaar in Parijs in het teken van een intensieve studie bij Nadia Boulanger. Hij werkte in die periode aan een transcriptie van de Indische muziek van Ravi Shankar naar westerse notatie. Bij zijn terugkeer naar New York begon hij deze oosterse compositietechnieken toe te passen in zijn eigen muziek. Tegen 1974 had Glass een aantal opmerkelijke en innovatieve projecten ondernomen, waarmee hij een stevige collectie nieuwe muziek creëerde voor zijn eigen ensemble, het Philip Glass ensemble, en voor de Mabou Mines Theater Company, waarvan hij medeoprichter was. Hoogtepunten uit deze periode waren 'Music in Twelve Parts' en 'Einstein on the Beach', een mijlpaal in de operaliteratuur, die hij samen met Robert Wilson maakte en die op dit ogenblik bezig is aan een internationale tournee.
het werk een BAFTA voor filmmuziek van de Britisch Academy of Film and Television Arts. De originele partituren voor de door critici goed onthaalde films 'The Illusionist' en 'Notes on a Scandal' werden vorig jaar uitgegeven. Glass ontving een Oscarnominatie voor de filmmuziek van 'Notes'. In 2004 creëerde Glass in Athene het nieuwe werk 'Orion', een samenwerking tussen hemzelf en zes andere, internationale kunstenaars. Het project maakte deel uit van de culturele viering van de Olympische spelen in Griekenland in 2004. Daarnaast creëerde hij ook zijn 'Piano Concerto No. 2 (After Lewis and Clark)' met het Omaha Symphony Orchestra. Glass' meest recente symfonieën, 'Symphony No. 7' en 'Symphony No. 8', werden voor het eerst uitgevoerd in 2005, respectievelijk met het National Symphony Orchestra in het Kennedy Center for the Performing Arts in Washington D.C., en door het Bruckner Orchester Linz in de Brooklyn Academy of Music. In hetzelfde jaar vond ook de première plaats van 'Waiting for the Barbarians', een opera gebaseerd op het gelijknamige boek van J.M. Coetzee. Glass' orchestrale eerbetoon aan de Indiase spirituele leider Sri Ramakrishna, 'The Passion of Ramakrishna', werd in 2006 gecreëerd in het Orange County Performing Arts Center.
Sedert 'Einstein' heeft Glass zijn repertoire uitgebreid met muziek voor opera, dans, theater, kamermuziekensemble en film. Zijn muziek voor 'Kundun' van Martin Scorsese ontving een Academy Awardnominatie en de soundtrack voor Peter Weir's 'The Truman Show' leverde hem een Golden Globe op. Zijn muziek voor 'The Hours' van Stephen Daldry was goed voor Golden Globe, Grammy en Academy Awardnominaties. Daarnaast won hij met
In 2007 en 2008 bleef de creatieve agenda van Glass goed gevuld. Hij creëerde verschillende, langverwachte werken zoals 7
'Book of Longing', een samenwerking met Leonard Cohen, en een opera over het einde van de Amerikaanse burgeroorlog met als titel 'Appomattox'. In april 2007 zette de English National Opera samen met de Metropolitan opera een nieuwe uitvoering van Glass' 'Satyagraha' op het getouw. De productie werd in april 2008 in New York uitgevoerd. Tussen zijn recente filmprojecten zitten onder andere de muziek voor 'Cassandra's Dream' van Woody Allen en de muziek bij een documentaire over Ray Kurzweil, 'Transcendent Man', waarvan de première in april 2009 plaatsvond.
van het Philip Glass Ensemble. Hij dirigeerde opnames van een groot aantal van Glass' werken waaronder 'Einstein on the Beach' (beide opnames), 'Glassworks', 'The Photographer', 'Songs From Liquid Days', 'Dance Pieces', 'Music in Twelve Parts' (beide opnames), en 'Passages', en van vrijwel elke Glass film soundtrack, bijvoorbeeld 'Koyaanisqatsi' (beide opnames), 'Mishima', 'Powaqqatsi', 'The Thin Blue Line', 'Anima Mundi', 'A Brief History of Time', 'Candyman', 'Kundun', 'The Truman Show', 'Naqoyqatsi', 'The Fog of War', 'Secret Window', 'Taking Lives', en 'Undertow'. Hij was de pianist van de soundtrack van 'The Hours', die genomineerd werd voor een Academy Award, en nam een versie voor pianosolo op van het werk. Hij ontving twee Grammy nominaties als dirigent van 'The Photographer' en van 'Kundun'. Hij dirigeerde en speelde in albums van Paul Simon ('Heart and Bones'), Scott Johnson ('Patty Hearst'), Mike Oldfield ('Platinum'), Ray Manzarek ('Carmina Burana'), David Bowie ('Black Tie/White Noise'), en Gavin Bryars ('Jesus' Blood Never Failed Me Yet'). Michael Riesman gaf een album uit op het Rizzoli label, 'Formal Abandon', dat voortkwam uit een opdracht van choreografe Lucinda Childs. Tot zijn filmmuziek behoren de soundtracks voor 'Changes at the Last Minute', 'Pleasantville' (1976) en 'Lino Brocka' van Christian Blackwood. Riesman studeerde aan het Mannes College of Music en aan Harvard University waar hij ook een doctoraat behaalde. Hij doceerde aan Harvard University en aan SUNY-Purchase. Hij was Composer in Residence van het Marlboro Music Festival en het Tanglewood
Glass' recente opera, gebaseerd op het leven en werk van Johannes Kepler, een opdracht van Linz 2009, Culturele Hoofdstad van Europa en het Landestheater Linz, werd in 2009 gecreëerd in de Oostenrijkse stad en in de Brooklyn Academy of Music. 'Symfony #9' werd afgewerkt in 2011 en werd gecreëerd in Linz op 1 januari 2012 door het Bruckner Orkest. De Amerikaanse première vond plaats in Carnegie Hall in New York op 31 januari 2012 als deel van de viering ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de componist. 'Symfony #10' werd gecreëerd in Frankrijk in de zomer van 2012. In augustus 2011 lanceerde Glass het eerste seizoen van het Days And Nights Festival, een multidisciplinair kunstenfestival in Carmel / Big Sur, Californië. www.daysandnightsfestival.com MICHAEL RIESMAN (dirigent) is een componist, dirigent, klavierspeler, producer van opnames en al sinds 1974 lid 8
Festival waar hij uitvoeringen van zijn eigen werken dirigeerde.
en ging op tournee met het oude muziek ensemble Pomerium.
LISA BIELAWA (klavieren) is vocaliste/ componiste en speelde in uitvoeringen van haar eigen werken in Italië, Japan, Joegoslavië, Bulgarije, Canada en Rusland, op de Bang on a Can, Other Minds en Lincoln Center festivals en meer recent op de Weense Architectuurbiennale. Als winnares van de Prijs van Rome voor Muzikale Compositie in 2009-10, was ze gedurende drie jaar Composer in Residence bij het Boston Modern Orchestra Project, dat haar compositieopdrachten gaf, uitvoeringen organiseerde van haar orkest- en solowerken, en de uitgaven van een dubbelcd, 'In medias res' verzorgde. Lisa Bilawa reisde als vocaliste mee op tournees van het Philip Glass Ensemble vanaf 1992. In 1997 was ze medeoprichter van het MATA Festival, dat het werk van jonge componisten in de schijnwerpers plaatst. Recente belangrijke gebeurtenissen zijn uitvoeringen van Bielawa's kamermuziek in de Judson Memorial Church in New York, The Brooklyn Museum en Symphony Space. Haar 'Chance Encounter' werd uitgevoerd in het Whitney Museum of American Art in New York, op de oevers van de rivier Tiber, bij de opening van het gevierde nieuwe MAXXI Museum in Rome en tijdens het Modulus Festival in Vancouver BC. Dit werk bestaat uit liederen en aria's, samengesteld uit toevallige spraakgeluiden die opgenomen werden in de publieke ruimtes. Bilawa heeft belangrijke rollen gezongen in de opera's van Anthony Braxton en Michael Gordon
HAI-TING CHINN (mezzosopraan) is vertrouwd met een wijd repertoire, van Purcell tot 'Pierrot Lunaire', van Cherubino tot The King & I en van J.S. Bach tot P.D.Q. Bach. Tegenwoordig maakt ze deel uit van de revival en tournee van Philip Glass' 'Einstein on the Beach', die tot oktober 2013 uitgevoerd wordt op podia over de hele wereld. Ze zong bij de New York City Opera, The Wooster Group, OperaOmnia, het Orpheus Chamber Orchestra, het Israel Philharmonic, het Orchestra of St. Luke's en het Waverly Consort. Ze stond op de podia van Carnegie Hall, Mann Center in Philadelphia, Edinburgh Festival, Verbier Festival en West End in Londen. Ze creëerde werk van Tarik O'Regan, Du Yun, Conrad Cummings, Stefan Weisman, Yoav Gal en Matt Schickele. Hai-Ting is Artist in Residence bij het HERE Theater in New York City, waar ze aan 'Science Fair' werkt, een solo voorstelling over in muziek omgezette wetenschap. DAVID CROWELL (houtblazers) studeerde in 2003 af aan de Eastman School of Music en behaalde de graad van Bachelor in de muziek met een specialisatie als jazzsaxofonist. Hij studeerde bij Walt Weiskopf, Ralph Alessi, Peter Epstein, Ray Ricker en Andrew Sterman. Hij volgde bovendien een compositieopleiding bij Juilliard professor Jonathan Dawe. In 2007 werd David geselecteerd voor een compositiebeurs en residentie aan het Bang on a Can Summer Institute. Dat bood hem de mogelijkheid nauw samen te werken 9
MARIE MASCARI (sopraan) vertolkte de Siamese tweeling en Judy Garland bij de Amerikaanse première van 'White Raven' door Philip Glass tijdens het Lincoln Center Festival. Ze trad ook op in 'Monsters of Grace', met een uitgebreide tournee in de hele V.S. en Europa, en tijdens tournees van 'Koyaanisqatsi', 'Powaqqatsi', 'La Belle et la Bête', 'Shorts' en 'Anima Mundi'. Mascari verrukte haar publiek als Valetto en Fortuna in 'L'Incoronazione di Poppea' door Opera Omnia, Servilia in 'La Clemenza di Tito' en Papagena in 'Die Zauberflöte' met de Wolf Trap Opera Company, als Nannetta in 'Falstaff ' en Adele in 'Die Fledermaus'. Ze speelde de rol van Lillian Russell in 'The Mother of Us All' met de Glimmerglass Opera, een personage dat ze ook vertolkte voor de New York City Opera. Marie Mascarie was regionaal finalist in het Metropolitan Opera National Council Auditions Program. Ze behaalde een bachelor en master Zang aan de universiteit van Indiana.
met Julia Wolfe, Michael Gordon en David Lang. Deze residentie werd mogelijk gemaakt door een ASCAP beurs voor Amerikaanse componisten. Davids werk werd kortgeleden nog gespeeld bij Gallerie Icosahedron, de VIM Tribeca Concert Series en bij Mass MoCA. Een recente uitvoering van 'In C' van Terry Riley met het Composers Collaborative werd geprezen door de New York Times als "rauwe en uitbundige uitvoering". Op de Bang on a Can Marathon 2007, speelde David samen met Mark Stewart en diens unieke Orchestra of Original Instruments. JOHN GIBSON (houtblazers) is componist, beheerst verschillende blaasinstrumenten en werkt als beeldend kunstenaar. Hij is al 40 jaar actief in de nieuwe muziek. Hij was lid van het Glass Ensemble sinds de oprichting ervan en heeft ook opgetreden met de componist in andere formaties, bijvoorbeeld in solo/duoconcerten met muziek van Gibson en Glass. Hij speelde mee in elke uitvoering van 'Einstein on the Beach'. Gibsons eigen output bestaat uit muziek voor soloinstrumenten, verschillende ensembles, dans, muziektheater, video, film en opera. Hij speelde en werkte samen met heel wat muzikanten, choreografen en kunstenaars zoals Merce Cunningham, Nancy Topf, Nina Winthrop, Ralph Gibson, Lucinda Childs, JoAnne Akalitis, Harold Budd, David Behrman, LaMonte Young, Steve Reich, Elisabetta Vittoni en Thomas Buckner. Zijn muziek kan beluisterd worden op de labels Tzadik, Orange Mountain Music, New Tone, Point Music, New World, Lovely Music, EarRational en Einstein.
NELSON PADGETT (keyboards) staat bekend voor zijn doordachte muzikaliteit en optredens met veel charisma. Hij bouwde een belangwekkende carrière uit, variërend van solo-optredens met het Houston en het National Symphony Orchestra tot samenwerkingen met artiesten als violist Elmar Oliveira, het Mendelssohn String Quartet en pianist Phillip Bush. Hij treedt sinds 1988 op in de hele wereld met het Philip Glass Ensemble. Hij won heel wat wedstrijden en behaalde ondermeer een Zilveren Medaille in de William Kapell International Competition en een Beethoven Fellowship van 10
de American Pianists Association. Zijn belangrijkste leraren waren Leon Fleisher aan het Peabody Conservatory of Music en Clifton Matthews aan de North Carolina School of the Arts. Nelson Padgett is geboren in North Carolina en woont in New York City.
vooral bekend is voor zijn werk in de scene van Downtown New York. Hij trad op en maakte opnames met onder andere Alex Acuña, Steven Bernstein, Roger Daltry, Dave Douglas, Mark Dresser, Billy Drewes, Peter Erskine, Eric Friedlander, Vinny Golia, Eddie Gomez, Hall & Oates, Gerry Hemingway, The Mahavishnu Project, Randy Newman, Carly Simon en Wadada Leo Smith. Hij trad onder meer op in de Knitting Factory, op jazzfestivals als de Fringe en Montreux, in radioprogramma's als New Sounds (WNYC) en All Things Considered (NPR), in The Stone van John Zorn, de Metropolitan Opera, met Brooklyn Philharmonic, MATA, het American Ballet Theatre en in de shows van Jay Leno en David Letterman. Recent werkte hij mee aan films als 'The Vagina Monologues' (HBO) en 'Standing In The Shadows Of Motown' (Artisan). Tot zijn nieuwste opnames behoren 'They Have A Word For Everything' (Knitting Factory), 'Nosferatu' (Dreambox), 'Inside The Sphere' (Cadence), 'New Math' (ToneScience), het binnenkort verschijnende 'Songs From The Broken Land' (OmniTone) en 'One Block From Planet Earth' (OmniTone), dat vier sterren kreeg in Down Beat en door All About Jazz omschreven werd als "muziek die geniet van het leven, diepzinnig en vrij van pretentie".
GREGORY PURNHAGEN (bariton) heeft een eclectisch traject achter de rug dat model kan staan voor het begrip "cross-over". Tot zijn lange samenwerking met Philip Glass behoren projecten als 'La Belle et la Bête', 'Monsters of Grace', 'Galileo Galilei' en hernemingen van 'Einstein on the Beach' in 1992 en vandaag. Als solist zong hij in Carnegie Hall, Alice Tully Hall, Weill Recital Hall en andere schouwburgen in New York, voor concertreeksen als Musica Sacra, Voices of Ascension, Sacred Music in a Sacred Space. Als gelauwerd cabaretartiest creëerde hij een aantal succesvolle shows, waarvan er één Off-Broadway verhuisde ('Babalu-cy! The Art of Desi Arnaz'). Zijn opnamewerk omvat onder meer vroege muziek, nieuwe muziek, musicals en een gastoptreden op Bjorks cd, 'Medulla'. Hij werkte mee aan hedendaagse operaprojecten van Nick Brooke, Yoav Gal, Fred Ho en Michael Kowalski. Hij is ook muzikaal directeur van het New Xavier Cugat Orchestra, een ensemble dat het belangrijke erfgoed aan vintage Latijns-Amerikaanse muziek probeert te vrijwaren.
ANDREW STERMAN (houtblazers) is een fluitist, saxofonist, klarinettist en componist. Hij werd door de New York Times geprezen voor zijn "prachtige en gevoelige spel". Hij speelde in een aantal van de beste big bands, zoals die van Buddy Rich, Louis Bellson, Gil Evans, Toshiko Akiyohsi en
MICK ROSSI (keyboards) is een pianist, percussionist, componist en dirigent - op dit moment is hij op tournee met Philip Glass als percussionist en toetsenist - die 11
vele anderen. Sterman is een grote fan van de grote jazz-zangers, en speelde op jonge leeftijd al met een aantal grootmeesters, zoals Sarah Vaughan, Frank Sinatra, Tony Bennett, Joe Williams, Mel Torme en Aretha Franklin. Hij speelde verder ook met jazzmeesters als Freddie Hubbard, Dizzy Gillespie, Fred Hersch, Rashied Ali, Wallace Roney, Roland Hanna, en Ron Carter. Sterman was solist bij verschillende nieuwemuziekgroepen, waaronder MATA, ISCM, Bang on a Can, Avian Orchestra en Eos Orchestra. Hij werd in 1991 lid van het Philip Glass Ensemble en werkt sindsdien regelmatig mee aan tournees en opnames. Zo speelt hij mee op de cd 'Philip Glass: Saxophone' van Philip Glass uit 2003. Zijn nieuwe cd, 'Blue Canvas With Spiral', een verzameling intieme en originele jazzstukken, krijgt lovende kritieken: "Een geluid zo puur als het maanlicht, een rijkdom die verandert in melodische romantiek…". Sterman ontwikkelde een hoogst intuïtieve en effectieve leermethode waarin hij oude ademhalingstechnieken combineert met moderne houtblazerstechnieken. Hij geeft regelmatig masterclasses en workshops over die steeds populairder wordende methodiek, beoefend door studenten, beginnende muzikanten en gevestigde waarden. www.andrewsterman.com.
Henze en Roberto Sierra. Hij nam baritonliederen op van Lee Hoiby, samen met de componist aan de piano, voor CRI onder de titel 'Continual Conversation with a Silent Man'. Hij toerde recent met Newband, waarbij hij de muziek van Harry Partch uitvoerde. Hij zong bij het Orpheus Chamber Orchestra, het Calgary Philharmonic en andere orkesten in de VS en Canada. Hij is ook actief in de oude muziek. Zo zingt hij regelmatig met Pomerium, het Waverly Consort, New York Collegium, het Philharmonia Baroque Orchestra en het Baltimore Consort. Hij is verbonden aan de stemfaculteit van de Montclair State University en woont in New York City met Maria de Lourdes Davila en hun dochter Beatriz. DAN BORA (mengtafel; live) is producent en technicus en werkt met artiesten zoals Antony, Philip Glass, Nico Mühly en The Magnetic Fields. Zijn credits verschijnen in het theater, albums en films, waaronder 'The Life and Death of Marina Abramovic', de Academy Awardwinnende 'Fog of War' en Woody Allens 'Cassandra's Dream'. DAN DRYDEN (hoofd geluid) behoort tot het Philip Glass Ensemble sinds 1983. Hij controleerde het geluid bij uitvoeringen van PGE concerts, 'The Photographer,' 'Einstein on the Beach' (1984, 1993), 'Koyaanisqatsi (Live)', 'Powaqqatsi (Live)', 'La Belle et la Bête', 'Les Enfants Terribles' en 'Hydrogen Jukebox'. Hij werkte ook met Lloyd Cole, Laurie Anderson, Ravi Shankar, the Raybeats en anderen. Hij nam 'The Photographer', 'Satyagraha' en 'Mishima' op in de studio, net als het werk
PETER STEWART (bariton) toert met Philip Glass sinds de versie uit 1992 van 'Einstein on the Beach'. Zo zong hij in 'Monsters of Grace', 'White Raven', de 'Qatsi'-trilogie en vele andere werken. Hij zong werken van componisten als Sir John Tavener, Gavin Bryars, Hans Werner 12
van andere artiesten. Dan is de drijvende kracht achter het behoud van de visionaire omgeving 'The Healing Machines', gecreëerd van 1954 tot 1986 door wijlen kunstenaar/uitvinder Emery Blagdon in Nebraska.
aantal regionale Amerikaanse theaters. Voor het grootste deel van de jaren 90 was hij eigenaar en uitbater van een theater in Branson, Missouri. Hij is sinds 2011 ook algemeen directeur van het 'The Days And Nights Festival', het nieuwe kunstenfestival van Philip Glass in Big Sur, Californië.
JENS MCVOY (on-stage geluidstechnicus) behaalde zijn Master of Fine Arts aan de Yale School of Drama. Hij verdeelt momenteel zijn professionele tijd als hoofd van het geluidsdepartement van het Wolf Trap National Park for the Performing Arts en als geluidstechnicus van verschillende Broadway-toneelstukken en -musicals. Hij ontving in 1993 de Helen Hayes award for Outstanding Sound Design.
POMEGRANATE ARTS (tourproductie) werd opgericht in 1998 door Linda Brumbach. Pomegranate Arts is een onafhankelijk productiebedrijf dat zich toelegt op de ontwikkeling van internationale hedendaagse podiumkunstprojecten. Sinds zijn oprichting ontwierp, produceerde en representeerde Pomegranate Arts projecten van Philip Glass, Laurie Anderson, London's Improbable, Sankai Juku, Dan Zanes en Goran Bregovic. Bijzondere projecten waren onder meer 'Dracula: The Music And Film' met Philip Glass en het Kronos Quartet; het muziektheaterstuk 'Shockheaded Peter', de Braziliaanse zangeres Virginia Rodrigues, de Drama Desk Award winnende Charlie Victor Romeo, 'Healing The Divide, A Concert for Peace and Reconciliation', gepresenteerd door Philip Glass en Richard Gere en 'Came So Far For Beauty, An Evening Of Leonard Cohen Songs' van Hal Willner. Recente projecten waren de eerste Noord-Amerikaanse tour van Goran Bregovic en de montage van Lucinda Childs' '1997 classic Dance'. Pomegranate Arts is de exclusieve producent en manager voor de revival van 'Einstein on the Beach', het meesterwerk van Robert Wilson, Philip Glass en Lucinda Childs, gerecreëerd in 2012 naar aanleiding van de 75ste verjaardag van Philip Glass.
DOUG WITNEY (productiemanager) is productiemanager en lichttechnicus voor het Philip Glass Ensemble en andere Pomegranate Arts-projecten. Hij werkte voor het International Festival of Arts & Ideas in New Haven, het Lorin Maazel's Castleton Festival in Virginia, de Universal Musical Society in Ann Arbor, het SUNY Purchase Performing Arts Center en de Brooklyn Academy of Music. Hij deed lichtdesign en uiteenlopende technische en tourondersteuningen. Bovendien gaf hij lessen en seminaries voor het Missouri Repertory Theatre (nu Kansas City Rep), de Virginia Stage Company en het Dartmouth College. JIM WOODARD (roadmanager) coördineert sinds 1999 de logistieke kant van tournees voor Philip Glass en zijn ensemble. Voor hij met het Philip Glass Ensemble werkte, was hij bedrijfsleider bij een 13
binnenkort: lamentatieweek 'vrouwenleed' Elk seizoen rond Pasen verdiepen we ons in artistieke projecten die verlies, dood en treurnis verwoorden, met dit jaar het thema 'Vrouwenleed'. We richten de blik op iconische, archetypische vrouwenfiguren als Medea, de Griekse koningsdochter die haar twee bloedeigen zoontjes doodde en Maria Magdalena, zondares par excellence, maar wellicht ook de geliefde van Jezus. 'Medea' inspireerde Peter Verhelst tot een fonkelnieuw verhaal en Wim Henderickx tot nieuwe muziek. Muziektheaterensemble de Veenfabriek en Muziektheater Transparant zorgen voor de theatrale toets. Het wedervaren van Maria Magdalena, wenend tussen andere vrouwen aan de voet van het kruis, krijgt gestalte in het ontiegelijk mooie, pakkende 18de-eeuwse oratorium 'Maddalena ai piedi di Christo' van Caldara. Een lang gekoesterde droom van De Bijloke wordt daarmee verwezenlijkt, dankzij Les Muffatti. Nic Balthazar, Joris Blanckaert en Sweet Honey in the Rock maken het plaatje compleet Korting in Museum Dr. Guislain & in De Bijloke
Programma van 20 tot en met 24 maart 2013 WO | 20.03.13 | 20:00 Hermesenensemble, Veenfabriek & Transparant, Wim Henderickx (compositie en muzikale leiding) Medea
Met uw ticket van een concert tijdens de lamentatieweek ‘Vrouwenleed’ in Muziekcentrum De Bijloke krijgt u het kortingstarief voor de tentoonstelling ‘Nerveuze vrouwen’ in Museum Dr. Guislain. De tentoonstelling toont een zorgvuldig uitgekozen collectie waarin de blik op ‘de hysterische vrouw’ kritisch onder de loep wordt genomen. Een thema dat naadloos aansluit bij de lamentatieweek ‘Vrouwenleed’ van De Bijloke.
DO | 21.03.13 | 20:00 | Kraakhuis | UITVERKOCHT Sweet Honey in the Rock Gospel met een scherp kantje VR | 22.03.13 | 20:00 Les Muffatti Caldara's 'Madalena ai Piedi di Christo'
Deze kortingsactie werkt ook omgekeerd: gaat u naar de tentoonstelling ‘Nerveuze vrouwen’ in Museum Dr. Guislain? Vraag een voucher aan de balie. Op vertoon ervan krijgt u in Muziekcentrum De Bijloke het reductietarief op een ticket voor een concert naar keuze in de lamentatieweek ‘Vrouwenleed’.
ZA | 23.03.13 | 15:00 | Bibliotheek ZO | 24.03.13 | 11:00 | Bibliotheek Nic Balthazar Muzikale vertellingen voor kinderen ZA | 23.03.13 | 17:00 | Kraakhuis ZA | 23.03.13 | 20:00 | Kraakhuis Joris Blanckaert The Wandering Womb
De lamentatieweek ‘Vrouwenleed’ in De Bijloke loopt van 20 t.e.m. 24 maart 2013. De tentoonstelling ‘Nerveuze vrouwen’ loopt tot 26 mei 2013 in Museum Dr. Guislain.
14
binnenkort ZA | 26.01.13 | 15:00 | Kraakhuis ZO | 27.01.13 | 11:00 | Kraakhuis De Schone en het Beest Muzikale vertelling voor kinderen door Nic Balthazar met muzikale begeleiding van Isolde Lasoen ZO | 27.01.13 | 16:00 deFilharmonie, Dirk Brossé (dirigent) Kidconcert 'De Drie Musketiers' WO | 30.01.13 | 20:00 B'Rock Corelli, Muffat, Telemann, Händel VR | 01.02.13 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen, Seikyo Kim (dirigent) Wagner, Berlioz, Brahms ZA | 02.02.13 | 20:00 | Kraakhuis Hathor Consort, Romina Lischka (artistieke leiding) Farrant, White, Cobbold, Parsons, Dowland, Tallis, Gibbons, Byrd DO | 07.02.13 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) Osmosis Mengal, Van Beethoven, Reicha
ZA | 09.02.13 | 20:00 Brussels Philharmonic & Brussels Jazz Orchestra Swing Symphony van Wynton Marsalis ZO | 10.02.13 | 16:00 | STAM - Refter Céline Scheen (sopraan), Eduardo Eguez (luit), Giovanna Pessi (harp) Kapsberger, Monteverdi, Piccinini, Rossi, Caccini, Strozzi, Frescobaldi MA | 18.02.13 | 20:00 | Kraakhuis Katelijne Lanneau, David Catalunya, Granvat Bijloke-Manufactuur: Fieldtone, Minimalmedieval DI | 19.02.13 | 20:00 Scott Colley (contrabas), Mark Turner (sax), Bill Stewart (drums), Kenny Werner (piano) Nieuw werk van Scott Colley WO | 20.02.13 | 20:00 | Kraakhuis | LAATSTE TICKETS Graindelavoix, Marokkaans Soefigenootschap voor vrouwen, Björn Schmelzer (artistieke leiding) Repertoires van Marokkaanse broederschappen DO | 21.02.13 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) Amaryllis Quartett, Reto Bieri (klarinet) Frid, Britten, Von Weber
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent Colofon J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Tekst programmaboekje | Frank Pauwels Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | Za 13:00 - 17:00 v.u. | Daan Bauwens 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be © Muziekcentrum De Bijloke Gent Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)