de puur muziek
de
12.01.13 | 20:00 | CONCERTZAAL
DEFilharmonie Isabelle Faust Muziekcentrum Gent
Schumanns roekeloze romantismen
Programma
Uitvoerders
Robert Schumann (1810-1856) Symfonie nr. 2 in C, opus 61 I. Sostenuto assai – Allegro ma non troppo II. Scherzo (Allegro vivace) III. Adagio espressivo IV. Allegro molto vivace
Viool | Isabelle Faust deFilharmonie Dirigent | Philippe Herreweghe Concertmeester | Alessandro Moccia Eerste viool | Peter Manouilov, Eva Zylka, Xu Han, Yuko Kimura, Claire Lechien, Sihong Liang, Mara Mikelsone, Miel Pieters, Christophe Pochet, Natalia Tessak, Bart Lemmens Tweede viool | Miki Tsunoda, Frederic Van Hille, Liesbeth Kindt, Ilse Pasmans, David Perry, Lydia Seymortier, Marjolijn Van der Jeught, Maartje Van Eggelen, Rousalina Arnaoudova, Geraldine De Baets, Cristina Scripcariu, Ann Lafaille Altviool | Sander Geerts, Ayako Ochi, Rajmund Glowczynski, Ingrid Ceuppens, Bart Vanistendael, Alexander Pavtchinskii, Neil Leiter, Bieke Jacobus Cello | Marc Vossen, Dieter Schützhoff, Birgit Barrea, Diego Liberati, Maria Mudrova, Esther Torrenga Contrabas | Ioan Baranga, Jaroslaw Mroz, Tadeusz Bohuszewicz, Julita Fasseva, Jeremiusz Trzaska
Pauze Ludwig van Beethoven (1770-1827) Vioolconcerto in D, opus 61 I. Allegro ma non troppo II. Larghetto III. Rondo (Allegro)
Fluit | Aldo Baerten, Charlène Deschamps Hobo | Eric Speller, Sébastien Vanlerberghe Klarinet | Nele Delafonteyne, Benoît Viratelle Fagot | Oliver Engels, Bruno Verrept Hoorn | Eliz Erkalp, Zachary Cramer Trompet | Alain De Rudder, Steven Verhaert Trombone | Harry Ries, Roel Avonds, Maarten Lowel Pauken | Pieterjan Vranckx
2
deFilharmonie & isabelle faust Schumanns roekeloze romantismen Schumann: Symfonie nr. 2 “Ik heb het gevoel dat ik uit mijn piano moet breken”, schreef Robert Schumann in het begin van de jaren 1840. “Hij is te klein geworden voor mijn ideeën.” De directe aanleiding voor dat gevoel was een uitvoering van Franz Schuberts ‘Grote’ symfonie in C in december 1839, een werk waarin hij al zijn idealen gerealiseerd zag. Volgens Clara Schumann was het er Robert met het schrijven van symfonische muziek in de eerste plaats om te doen nieuwe expressievormen aan te boren en de klassieke vormentaal om te zetten naar de romantiek. Toch is zijn symfonische werk nooit helemaal uit de schaduw getreden van de rest van zijn oeuvre. Geen enkele van zijn symfonieën, concerto’s of zelfs van zijn ouvertures haalt het niveau van zijn liederen of pianomuziek, zo luidt het. “Schumann heeft problemen met grote vormen”, is dan ook een veelgehoorde kritiek. De structuren die Schumann hanteert zijn soms ongebruikelijk en hebben inderdaad nogal eens de neiging het klassieke keurslijf te doorbreken. De vorm wordt bij hem dan ook meer en meer – net zoals dat al een tijd het geval was voor pianomuziek – door de inhoud bepaald en niet langer door externe, ‘absolute’ wetmatigheden.
zodanige perfectie dat ze geen verdere uitof doorwerking verdragen en ‘beperkt’ Schumann zich tot het louter aaneenschakelen of het in een ingenieus contrapuntisch web combineren van een reeks melodische invallen. Formele vrijheden zijn het logische gevolg. Om te voorkomen dat het geheel uit elkaar brokkelt, bedient Schumann zich graag van de techniek van de cyclische structuur. Zo opent de Tweede symfonie met een plechtig thema in de kopers dat op het einde van de eerste beweging, het scherzo en de finale wordt hernomen. Van enig organisch nut blijkt dit thema evenwel niet: geen enkel melodisch of ritmisch motief wordt uit die basismelodie afgeleid. Meer nog, de melodie zelf ondergaat bij haar herhalingen nauwelijks enige wijziging: versteend en onverschillig voor haar omgeving fungeert ze als een baken, een wel heel letterlijke interpretatie van ‘rode draad’. Zo getuigt elk symfonisch werk op zijn manier van Schumanns strijd met de muzikale elementen. Het zijn precies die kleine littekens, die Schumanns symfonische werken zo aantrekkelijk maken. Dezelfde vaststelling geldt voor de orkestratie, een ander fel belaagd element in Schumanns symfonische werk. Teveel instrumenten spelen dezelfde lijn, waardoor de totaalindruk te wollig wordt. Maar precies die nonchalante overtolligheid verleent het geheel soms de noodza-
De muzikale thema’s van een compositie, de melodieën zeg maar, winnen onder invloed van die romantische esthetiek aan gewicht. Vaak zijn die melodieën van een
3
kelijke expressie, net zoals het uitgelopen kleurvlak of een onbesuisd aangebrachte verfklodder een schilderij tot leven brengt. Bovendien heeft de historische uitvoeringspraktijk ten overvloede bewezen dat Schumanns orkestmuziek – net zoals zoveel andere muziek uit die tijd – niet te dik is georkestreerd, maar doorgaans te dik wordt uitgevoerd.
optreden op buitenlandse concertplanken. Minstens zo belangrijk als Joachims jeugdige vingervlugheid was het werk dat hij speelde: het Vioolconcerto van Ludwig van Beethoven. Sinds de première van dit werk in 1806 was Beethovens voor ‘lang’ en ‘vervelend’ versleten Vioolconcerto wat in de marge van het muzikale gebeuren gesukkeld. Het optreden van de tiener mag in dat licht grensverleggend genoemd worden. Niet alleen zou Beethovens concerto een grote rol spelen in Joachims verdere violistenbestaan (geen enkel ander werk zou hij zo vaak spelen), met zijn uitvoering bezorgde hij de verwaarloosde compositie een soort premoderne cultstatus.
“Ik schetste de symfonie op een moment dat ik me psychisch nog helemaal niet goed voelde”, schreef Schumann, die in het najaar van 1844 een van die mentale crises beleefde die hem steeds vaker overvielen naarmate hij ouder werd. “De openingsbeweging getuigt volop van de strijd die ik met mezelf voerde. Het is een wispelturig en weerspannig deel geworden.” Het Scherzo dient zich aan als een perpetuum mobile, een ononderbroken stroom van zestiende noten en wordt door twee verschillende trio’s – een structurele eigenaardigheid die ook al in de Eerste symfonie voorkwam – onderbroken. Na het uitstervende slot van het romantischmelancholische Adagio klinkt het unisono signaal waarmee de finale opent als een donderslag bij heldere hemel. De symfonie wordt afgesloten in een heroïsche jubelstemming. “Het was pas in het laatste deel dat ik me voelde herboren worden”, zo getuigt Schumann, “en inderdaad, eenmaal het werk voltooid was, voelde ik me veel beter.”
Van alle vroegromantische concerto’s kwam Beethovens Vioolconcerto wel het minst in aanmerking om onmiddellijk aan te slaan. Zo was er allereerst de lengte. Alleen al het openingsdeel is langer dan een doorsnee Mozartconcerto. Daarnaast was er het hardnekkige vooroordeel als zou dit concerto een ontiegelijk saai werk zijn. In het Weense Zeitung für Theater, Musik und Poesie viel na de première te lezen dat “cognoscenti (‘kenners’) unaniem van oordeel zijn dat – hoewel er fraaie dingen in dit concerto te vinden zijn – de opeenvolging van muzikale fragmenten al bij al een incoherent geheel vormt. Bovendien wordt de eindeloze herhaling van clichématige passages op den duur vrij vermoeiend”. De recensent eindigt zelfs met een waarschuwing: “Indien Beethoven deze stijl verder zet, zal het slecht aflopen met hem en zijn publiek.” Beethoven presen-
Beethoven: Vioolconcerto in D Londen, 1844. Het dertienjarige vioolwonder Joseph Joachim gaf zijn eerste
4
teert in het openingsdeel nu eenmaal geen ‘grote lijn’: geen hapklare sonatevorm dus, maar een ingenieuze constructie waarin diverse motiefjes elkaar aflossen.
Weense theater-, opera- en gelegenheidsorkesten. “Concerto par clemenza pour Clement”, zo noteerde Beethoven in de autograaf van zijn Vioolconcerto. De liefdevolle opdracht licht de affectie tussen componist en violist mooi toe. Maar Clement was naast een gewetensvol muzikant ook een podiumbeest, dat met genoegen zijn virtuoze kunstjes demonstreerde. Zo zou hij op de première van Beethovens Vioolconcerto zijn viool omgedraaid hebben om enkele stuntfiedels te spelen. Naar verluidt zou hij niet of nauwelijks gerepeteerd hebben en speelde hij op de première zijn partij op eerste zicht. De verhalen zijn weinig authentiek, maar zeggen veel over Clements reputatie als vioolkunstenaar. En daarover bestaat geen twijfel. Beethoven kon zich geen betere verdediger van zijn Vioolconcerto toewensen.
Uiteindelijk zal ook de aanhef de ‘kenner’ vreemd in de oren geklonken hebben. Beethoven opent zijn Vioolconcerto verrassend genoeg met zachte paukenslagen. Op het vijfde slagje ontvouwen de houten een wonderlijke melodie, waarin halverwege nog eens paukenslagen opduiken. Wanneer de violen een weinig later de ritmische paukenfiguur imiteren (gek genoeg op dis, en niet zoals verwacht op d), weten we: dit vijfnotenpatroon vormt de muzikale hartenklop van het concerto. De ritmische slagjes zijn niet weg te denken: ze bereiden de prachtige nevenmelodie voor, en maken even later zelfs deel uit van een andere melodie. Voor het overige was er eigenlijk niet zoveel aanstootgevends aan dit Vioolconcerto. In tegenspraak met zijn overige concerto’s beschouwt Beethoven de solist hier niet als aanstoker van muzikaal vernuft, maar als een genereus spraakzame, frivool flirtende, steeds in hogere regionen spelende partner. In die zin deelt Beethovens concerto de karakteristieke codes van toenmalige virtuozenconcerto’s van Viotti, Rode, Baillot en Kreutzer. Daar was wel reden toe, want dit soort concerto’s (veelal van Franse makelij) was razend populair.
Bio Isabelle Faust Isabelle Faust weet haar publiek te begeesteren door haar gefundeerde interpretaties, die getuigen van een grondige kennis van de muziekhistorische context waarin de muziek geschreven werd. Ze streeft steeds naar een zo groot mogelijke werkgetrouwheid, gebaseerd op recent onderzoek. Al op zeer jonge leeftijd werd ze prijsdrager van het Leopold Mozart Wettbewerb en de Paganiniwedstrijd. Sindsdien trad ze op met de belangrijkste orkesten ter wereld,
Beethoven componeerde zijn Vioolconcerto voor Franz Clement, violist en aanvoerder (‘Violindirektor’) van diverse
5
waaronder de Berliner Philharmoniker, het Orchestra of the Age of Enlightenment, het Boston Symphony Orchestra en het NHK Symphony Orchestra Tokyo.
Stradivarius van 1704, een instrument dat haar ter beschikking gesteld wordt door de L-Bank Baden-Württemberg.
Philippe Herreweghe Philippe Herreweghe is hoofddirigent van deFilharmonie (Royal Flemish Philharmonic). In 1970 richtte Herreweghe het Collegium Vocale Gent op. Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt merkten zijn uitzonderlijke benaderingswijze op en nodigden hem uit om mee te werken aan hun opnames van de verzamelde Bachcantates. Al gauw werd Herreweghes levendige, authentieke en retorische aanpak van de barokmuziek alom geprezen en in 1977 richtte hij in Parijs het ensemble La Chapelle Royale op, waarmee hij de muziek van de Franse Gouden Eeuw ten uitvoer bracht.
Isabelle Faust speelt een omvangrijk repertoire, dat van Johann Sebastian Bach tot aan het hedendaagse repertoire rijkt, met ondermeer werken van Ligeti, Lachenmann of Widmann. Haar artistieke openheid staat toe om zowel in kleine kamermuziekensembles te spelen als met grote symfonieorkesten. Ook verleende ze haar medewerking aan repertoirestukken die om originele ensemblebezettingen vragen. Als soliste werkte ze samen met dirigenten als Claudio Abbado, Frans Brüggen, Mariss Jansons, Giovanni Antonini, Philippe Herreweghe en Daniel Harding, waarmee ze regelmatig opnames maakt en concerten geeft. Met haar vaste kamermuziekpartner Alexander Melnikov maakte ze voor Harmonia Mundi verschillende opnames, waaronder een integrale van de vioolsonates van Beethoven (bekroond met een Diapason d’or en een Gramophone Award). Haar solo-opname van de sonates en partita’s van Bach werd bekroond met een Diapason d’or de l’année 2010. Ook haar recente opname van de vioolconcerto’s van Beethoven en Berg, onder leiding van Claudio Abbado, werd in de vakpers op lovende kritieken onthaald. Deze opname werd bekroond met een Diapason d’or, een Echo Klassik en een Gramophone Award.
Van 1982 tot 2002 was Philippe Herreweghe artistiek directeur van de Académies Musicales de Saintes. In die periode creëerde hij verschillende ensembles, waarmee hij een adequate en gedegen lezing wist te brengen van een repertoire lopende van de renaissance tot de hedendaagse muziek. Zo was er het Ensemble Vocal Européen, gespecialiseerd in renaissancepolyfonie, en het Orchestre des Champs Élysées, opgericht in 1991 met de bedoeling het (pre)romantische repertoire uit te voeren op originele instrumenten. Philippe Herreweghe werd in 2008 ook vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie in Nederland. Bovendien is hij een veel gevraagd gastdirigent van
Isabelle Faust bespeelt de ‘Sleeping Beauty’
6
orkesten zoals het Concertgebouworkest Amsterdam, het Gewandhausorchester Leipzig of het Mahler Chamber Orchestra Met al deze ensembles bouwde Philippe Herreweghe in de loop der jaren een uitgebreide discografie op met meer dan 100 opnames. In 2010 richtte Philippe Herreweghe een eigen label φ (PHI) op om in volledige artistieke vrijheid een rijke en gevarieerde catalogus uit te bouwen.
in voor het grote orkestrepertoire. Met zijn ruime orkestervaring draagt hij bij tot de vorming van het unieke karakter van deFilharmonie. Hij werkt daarvoor nauw samen met hoofddirigent Philippe Herreweghe, die zich vanuit zijn specifieke achtergrond toespitst op de (pre)romantische muziek. Martyn Brabbins is eerste gastdirigent. Dankzij eigen concertreeksen in grote zalen bekleedt deFilharmonie een unieke positie in Vlaanderen. In het buitenland werd deFilharmonie uitgenodigd door de belangrijkste huizen, waaronder de Musikverein en het Konzerthaus in Wenen, het Festspielhaus in Salzburg, het Amsterdamse Concertgebouw, de Suntory Hall en de Bunka Kaikan Hall in Tokio en het National Grand Theatre van Peking. Internationale concertreizen door diverse Europese landen en Japan vormen een constante in de kalender.
Omwille van zijn consequente artistieke visie en engagement werd Philippe Herreweghe op verschillende plaatsen onderscheiden. Samen met het Collegium Vocale Gent werd hij in 1993 benoemd tot Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen. Een jaar later werd hem de orde van Officier des Arts et Lettres toegekend en in 1997 werd hij benoemd als Doctor honoris causa aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 2003 kreeg hij in Frankrijk de titel Chevalier de la Légion d’Honneur toegekend. In 2010 tenslotte verleende de stad Leipzig aan Philippe Herreweghe de Bach-Medaille voor zijn grote verdienste als Bachuitvoerder.
Verschillende cd’s van het orkest werden bekroond door de vakpers, zoals de recente opnames van Beethoven, Mendelssohn, Schubert en Stravinski met hoofddirigent Philippe Herreweghe (PentaTone). Eveneens verschenen opnames met muziek van Sjostakovitsj onder leiding van Jaap van Zweden (Naïve), en van Mortelmans en Vieuxtemps onder leiding van Martyn Brabbins (Hyperion). Het orkest maakt ook opnames voor zijn eigen label, waarin het focust op het grote orkestrepertoire, Belgische muziek en hedendaags klassiek.
deFilharmonie Als stilistisch flexibel symfonieorkest bezit deFilharmonie (Royal Flemish Philharmonic) een artistieke souplesse die toelaat om meerdere stijlen op een historisch verantwoorde wijze te vertolken. De Nederlandse dirigent Edo de Waart, die voorheen aan het hoofd stond van het Radio Filharmonisch Orkest, het San Francisco Symphony en het Hong Kong Philharmonic Orchestra, staat als chef-dirigent
7
binnenkort DI | 15.01.13 | 20:00 | Kraakhuis | UITVERKOCHT Dan Tepfer (piano) Improvisaties op de Goldbergvariaties WO | 16.01.13 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64) Hugo Wolf Quartett Van Beethoven, Webern, Mendelssohn VR | 18.01.13 | 20:00 | Kraakhuis Canto Coronato Ciconia, Da Perugia ZA | 19.01.13 | 20:00 | Kraakhuis Surjeet Singh Ensemble Sikh-tradities uit Punjab ZO | 20.01.13 | 15:00 | UITVERKOCHT New Dutch Academy Nieuwjaarsconcert Stad Gent DI | 22.01.13 | 20:15 | Handelsbeurs Quatuor Modigliani Franck, Ravel, Saint-Saëns VR | 25.01.13 | 20:00 | UITVERKOCHT ZA | 26.01.13 | 20:00 | UITVERKOCHT Philip Glass Ensemble, inleiding met Philip Glass Filmopera ‘La Belle et la Bête’
ZA | 26.01.13 | 15:00 | Kraakhuis ZO | 27.01.13 | 11:00 | Kraakhuis Te waar om mooi te zijn Muzikale vertelling voor kinderen door Nic Balthazar met muzikale begeleiding door Isolde Lasoen ZO | 27.01.13 | 16:00 deFilharmonie, tg Lazarus De Drie Musketiers | KIDconcert WO | 30.01.13 | 20:00 B’Rock Corelli, Muffat, Telemann, Haendel VR | 01.02.13 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen, Christianne Stotijn (mezzo) Wagner, Berlioz, Brahms ZA | 02.02.13 | 20:00 Hathor Consort, Romina Lischka (artistieke leiding), Marnix De Cat (contratenor) Bloemlezing van Engelse consort songs DO | 07.03.13 | 20:00 Osmosis Mengal, Beethoven, Reicha
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent Colofon J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Tekst programmaboekje | Geert Riem & Tom Janssens Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | Za 13:00 - 17:00 v.u. | Daan Bauwens 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be © Muziekcentrum De Bijloke Gent Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)