‘Ja, ik zal zenuwachtig zijn’ Martine Tanghe die een gloednieuw verhaal van Bart Moeyaert voorleest, met muziek door Oxalys: aan grote namen geen gebrek op ons openingsweekend. Het gewezen nieuwsanker en contrabassist Koenraad Hofman blikken vooruit. ‘Het wordt geen powerpointpresentatie, zullen we dat afspreken?’ Bart T’Jampens Björn Comhaire
Toen Martine Tanghe eind 2020 voor het oog van half Vlaanderen haar laatste VRT-journaal afsloot, stelde Wim De Vilder haar een vraag: waarom had ze die job zo lang zo graag gedaan? "Ik heb altijd heel graag verteld", antwoordde ze. "En ik heb ook altijd graag voorgelezen voor mijn kinderen en mijn kleinkinderen."Ergens in een zetel in Neder-Over-Heembeek ging een lichtje branden. Koenraad Hofman, artistiek coördinator en contrabassist bij het ensemble Oxalys, liep al tien jaar met een idee rond. "Toen ik Martine dat hoorde zeggen, wist ik: háár moet ik vragen." Het idee van Hofman: een sobere, intieme kindervoorstelling, met louter tekst en muziek. Martine Tanghe hapte toe, ze wilde wel voorlezen. Maar wie zou dan het verhaal schrijven? Samen begonnen ze boven aan hun verlanglijst,
4
en belden aan bij auteur Bart Moeyaert, winnaar van de ‘Nobelprijs voor jeugdliteratuur’ en veel ander zilverwerk. “Bart zag het direct zitten, dat vond ik ongelofelijk", zegt Tanghe in een zaaltje, twee hoog in het Conservatorium van Brussel. "Hij is zo’n drukbezet man, heeft zo’n grote reputatie te verdedigen." Hofman: "Bart is een grote muziekliefhebber. Eerder werkte hij al mee aan ‘De schepping’, een nieuw scheppingsverhaal op de tonen van Haydn. Ik heb dat gezien: je merkt aan alles dat hij voeling heeft met muziek."Dit is het eerste interview dat Martine Tanghe geeft sinds haar afscheid. Ze had gehoopt van zulke aanvragen verlost te zijn, zegt ze. Maar voor een jongen die bij zijn oma en haar hond woont, maakt ze zich graag vrij. Die jongen heet Morris, en hij is het hoofdpersonage in het gelijknamige verhaal van Moeyaert.
Wat was jullie eerste indruk van het verhaal? Martine Tanghe: "Het is heel … sfeervol. Al in die eerste zinnen voel je de kou, en toch is die niet onaangenaam. Je voelt dat er dingen ongezegd zijn en zullen blijven. Er zitten ook heel rake passages in, die niet alleen kinderen maar ook volwassenen doen nadenken. ‘Als iets een naam heeft, bestaat het meer dan zonder’, schrijft Bart bijvoorbeeld. Er staan ook veel zinnen in die prachtig zijn om hardop te lezen. ‘Morris raakte in de war van de wirwar’: hoe mooi is dat?” Koenraad Hofman: "Al op de eerste pagina dacht ik: ik ga dit in één keer uitlezen. Je wordt zo meegezogen in het verhaal."